Vrouioenpagina Onze I Op 'f Maije OVERDAG GROENTEVROUW. DES AVONDS SCHRIJFSTER HET IS WEER LENTE GESLAAGD... dank Z» (iJggJPmLYERSUM In de greep van de Woestijn 8 PROVINCIALE ZEBUWBB COURANT ZATERDAG 22 MAART 1952 HAAR MAN TIKT DE MANUSCRIPTEN i WIJ I gereed. Op aanraden van een klant van haar man, de bekende schrijf ster mevr. Van Nes-Uilkens stuurde ze het manuscript in en enige maan den later lag een fraai gebonden Reeds drie romans verschenen van haar hand In Augustus 1950 verscheen bij een Uitgeverij te' Amsterdam „Het oever", een streekroman spelend tussen Veluwe en IJssel en geschreven door een volslagen onbekende in de Nederl. literatuur mevr. Annie OosterbroekDutschun. Reeds in September 1951 moest van dit boek een tweede druk worden opgelegd, die uitkwam tegelijkertijd met de tweede roman van de debuterende schrijfster getiteld: „De verte roept". Beide streekromans waren volgens deskundigen van een uitzonderlijk goed gehalte, ook literair gezien, zodat tal van uitgevers aandacht be gonnen te krijgen voor de schrijfster, die al spoedig na het tweede boek een derde roman aanbood, terwijl ook voor het vierde werk al ge gadigden zijn. Het merkwaardige is dat de schrijfster de echtgenote is van een Apeldoornse groentenhandelaar en tot voor kort nog met groenten en fruit op de markt stond, aldus Tubanlia, waaraan wij dit artikeltje ontlenen. Met de buurvrouw, die even een rode kool of een paar pond spruitjes komt halen, voert zij een even ge- noegelijk gesprek over het weer of over de groenten. ,.Zal ik de kool voor u snijden, mevrouw?", als met de uitgever, die komt praten over de condities voor de uitgifte van een nieuw boek. Overdag is mevr. Oosterbroek een zorgzame huismoeder _en een attente zakenvrouw. Des avonds zit ze over een schoolschrift gebogen en laat de ene volzin na de andere uit haar pen vloeien. Haar man zit dan naast haar met de schrijfmachine, tikt de manuscripten, verzorgt de corres pondentie, corrigeert het werk van zijn schrijvende vrouw en loopt er tussendoor naar de telefoon om een bestelling voor groenten en fruit op te nemen. De heer Oosterbroek heeft zijn vrouw leren kennen toen zij als dienstbode bij een Apeldoornse me vrouw in betrekking was. Als dienstbode schreef Annie Dutschun al korte verhalen. Een Nederlands' damesblad publi ceerde in November 1946 haar eer ste vertelling „Op een donkere avond". Meerdere verhalen volgden. „Jij kunt best een roman schrijven", zei toen de Veluwse dichter Herman Boomhof. Ze probeerde het en bin nen enige maanden \ias „Het oever" boek voor haar op tafel in het kleine huiskamertje. Thans is mevr. Oos terbroek bij de uitgevers al zo be kend, dat ze bijna zelf het honora rium kan bepalen, maar haar man denkt er echter nog niet aan zijn groentenzaak, die hij samen met zijn vader drijft, op te geven. DE AFKOMST DER SCHRIJFSTER. Er is nog een merkwaardige kant aan haar levensloop en die is haar afkomst. Zij is. n.l. geboren in Lon den en bezit dus ook de Engelse nationaliteit. Haar moeder is een Engelse, die met een Duitser was getrouwd. In de eerste wereldoorlog werd haar vader in Engeland geïn terneerd en daarna uitgewisseld met Engelse krijgsgevangenen. Dat ge beurde in Wapenveld op de Noord- Veluwe. De omstandigheden noop ten de, moeder, die met haar man naar Duitsland ging haar enige maanden oude dochter achter te laten. Ze werd toen opgevoed bij een invloedrijke boer, die haar de liefde voor het Gelderse dialect bij bracht. Het eeuwfeest van de postzegel. Zoals bekend is, wordt dit jaar in ons land het eeuwfeest van de post zegel gevierd met een tentoonstelling in de Beatrix- en de Irenehallen van de Jaarbeurs te Utrecht. Deze expo sitie. de ITEP (Internationale Ten toonstelling Eeuwfeest Postzegel», is van 28 Juni tot 6 Juli te bezichtigen. Er zal een bedrijfstentoonstelling van het staatsbedrijf der P.T.T. aan ver bonden zijn, welke o.a. zal uitbeelden hoe een postkantoor van 1852 er uit zag en hoe een postkantoor van 1952 werkt. Vrijdagmorgen is de „Waterman", die een reis naar Zuid-Afrika met Nederland se emigranten achter ce rug heelt, aan de Lloydkade te Rotterdam aangekomen. Van de 380 passagiers van deze terugreis waren er reeds 130 in Southampton ont scheept. Aan boord bevond zich de Griek se prinses Helen Ypsilanti, die in "1941 'was uitgeweken. Advertentie. Laat uw h rel we geen prooi van do motion worden. Koop uitsluitend geMITINiseerde motvrlje wol. De Maleier. Jozephus Anthonius W., metaal- draaier en minnaar van een pittige slok onversneje, stond terecht we gens het „op een rijwiel in kenne lijke staat van dronkenschap ge zeten zijnde in gevaar brengen van het verkeer" en het plegen van verbet door bij zijn arrestatie „ruk kende en trekkende bewegingen te maken in de tegenovergestelde rich ting als waarin de verbalisant hem wenste af te voeren ter opsluiting ter ontnuchtering". Noch drie eeuwen Statenvertaling, noch Nico- laas Beets, noch de tachtigers, noch zelfs mijn goeie vriend Anthony van Kampen hebben enigerlei gunstige invloed kunnen oefenen op de amb telijke stijl, die als een grillige Caesar blijft heersen in de politie bureaus. Enfin, misschien zijn het in dit geval uitgewasemde jene- verdampen geweest, die aan het procesverbaal zulk een hobbelige gang en zulke springerige verglij dingen gaven. In ieder geval: de of- ficier las het voor met een brio, als declameerde hij uit de verzamelde werken van Janie Roland Holst en we begrepen allemaal terdege, waar de klap zou vallen. U was dronken?, vroeg de rechter. Dat zal 'k niet omstrije, maar 'k was as 'n Maleier, 'k weet er niks meer van. 'k Ging rustig op me fiets naar huis, toen gooide die agent me om. Vandaar da'k kwaad wier. Ik doe geen kip kwaad, ze motte vamme lijf afblijve". De rechter zette zijn huzarenstem op en betoogde, dat Jozephus als een wild schip gelaveerd had. „Die agent deed zijn plicht. Hy nam u tegen uzelf in bescherming en hij beschermde andere mensen, waar voor u die avond een gevaar was. 't Is schande!" We hadden een knobbeltje ge maakt en 't ene borreltje zal 't andere uitgehaald hebben, 'k Weet nie meer. 'k Was as 'n Maleier. U beledigt de Maleiers, zei de rechter, maar de man begreep dat niet en haalde zijn schouders op. Hoofdschuddend hoorde hij het re laas van de agent aan die, als een soort burgeroorlogsreporter, verhaal de van zijn „toegrijpen" en „weg rukken". Er zat levendigheid en kleur in zijn verslag en er viel een genietende stilte over de publieke tribune. Drie weken slappe koffie. Van Vrouw tot Vrouw Misschien hebt u het plaatje dat o.a. tn de Haagse kranten was afgedrukt van een vonde ling ook mei enige meewarig heid bekeken. Zo'n stakker, nietwaar; een zuigeling van ten hoogste een paar weken, die ergens m een Haagse portiek als een vergeten pakje is ach tergelaten. En nog een Hef en gezond jochie ook, zo om te zien. „Moeder onvindbaar"bericht de politie onder het yverig zoe ken door. Bij het bekijken van het plaatje meende ik, zo dui delijk als was het een draadloze uitzending, de briesende com mentaren te horen, in menige huiskamer ten overstaan van dit portretje geleverd: Hoe kan een vrouw met een beetje hart in het lichaam zoiets haar ei gen kind aandoen f Een beest zorgt tenminste voor haar jon~ gen, tot ze op eigen benen kun nen staan. In een portiek, en dat in Maart: de stumper had dood kunnen zijn, na zo'n paar uur op de stenen. Als ze dat mens vinden, dan moesten ze... Ach, laten wij het ongeluk niet groter maken dan het al is. Misschien zouden wij in dit en soortgelijke gevallen eigen lijk maar moeten hopen dat die moeder niét opgespoord wordt. Trouwens, waarom zoekt men niet even yverig naar de va- derf En waarom schuift men die voortvluchtige moeder dlle verantwoordelijkheid in de schoenen Het is niet zo simplistisch als het lijkt, en het is misschien een beetje erg gemdkkelijk van ons, zittend onder een veilig dale in een gezellige huiskamer, de ene steen na de andere te gooien naar die vluchtende 'schim in de donkere straat. Wat weten wij van dit onge lukkige schepself Want ge lukkig was zij niet; een geluk kige vrouw houdt het kind van haar hart en vlees stevig in de armen, en verdedigt het des noods tegen een escadron. Deze moeder heeft het, gedreven door iets dat sterker was dan alle gewapende machten bij elkaar, in vertwijfeling einde lijk maar aan de barmhartig heid van de medemensen over gelaten. Zij wist er geen weg mee, z ij kon het niet bij zich houden. Waarom niett Vrees voor schande, voor broodroof, angst voor .ontdekking, gebrek aan geld Wat weten wij ervan; wij kijken alleen tegen de achter kant van het gebeuren aan. Zo veel is zeker: zij heeft het kind het leven gegund-, en wist u wel dat zoiets al heel veel isf Dat dit in elk geval voor haar pleit f Want laten w\j gelijk hebben, en zij een ongetrouwde vrouw zijn geweest die door het bezit van een kind misschien brode loos zou worden: zij staat ten minste wel enige treden hoger dan de getrouwde die de conse quenties van haar gehuwde staat niet aanvaarden wil. Zij heeft in elk geval het leven van het ongeboren kind ongemoeid gelaten. Zy heeft negen maan den lang het gevolg van een onberaden ogenblik aanvaard, en tenslotte het kind, gaaf en gezond, op de wereld gebracht. B*B*B*B*B#B*B*B-X-B*B* Moeder B onvindbaar c *B*B*B*B*B*B*B*B*B*B Maar die wereld, die samen leving, gevormd door mij en u en dlle andere spoedig veront waardigde mensen, is niet zo heel erg gemakkelijk. Als u mij niet gelooft, praat u dan maar eens, zoals Saskia, met een di rectrice van een tehuis voor ongehuwde moeders. Er zijn weinig misstappen, die de maatschappij zo oneven redig zwaar straft als het moe derschap over een onecht kind. Iemand die in dronken schap een kind doodrijdt krijgt ten hoogste een paar jaar; 'ie mand, die vaak ook in een soort beneveling, ongehuwd een kind het leven schenkt krijgt levens lang en hoe. Nu moet mij niet op slag lange brieven vol uitroeptekens gaan schrijven als zou ik de on- gehuwde en de gehuwde moe der op één lijn willen stellen, en zelfs zo'n te-vondeling leggerij goedpraten want zo is het niet. Ik vraag alleen een heel klein beetje begrip voor zo'n eenzaam, radeloos meisje dat dikwijls heus niet „slechter" is dan vele deugdelijk getrouwde moeders. Gelooft u mij, het trouwboek-- je is maar van papier, en waar borgt niets anders dan enige grondwettelijke rechten. Maar geen hart, geen liefde, geen toe wijding, geen wezenlijk moe derlijk gevoel. Ik heb een onge trouwde moeder geleend die met werkhuizen en kousen breien voor haar zoon een middelbare schoolopleiding en zelfs een academische studie heeft ver diend. En ik heb een gehuwde moeder gekend die haar be gaafde dochter thuis hield. (Ik ben niet zo sterken zelfs alle huwelijkskansen dwarsboomde, zodat het meisje bij mama's late dood (Ik moet my zelf wat ont zien) als een onmaatschappe lijke nerveuze stakker acliter- bleet. Nu mag u kiezen wie van de twee werkelijk moeder was. Vergeeft u mij maar dat ik geen traan stort by dat por tretje van die kleine vondeling, die nu al lekker ligt teslapen in zijn wieg op de kinderzaal van het Haagse ziekenhuis. Ik heb echt niet zo heel veel mede lijden met hem. Hij zal zijn natje en droogje voorlopig wel Jcrijgen, en als het zover is er gens een behoorlijk onderdak vinden en opgroeien tot een ke- rei of een sufferd. Dat hangt af van de geestelijke bagage die hij heeft meegekregen, minder dan van de hoeveelheid vertroe teling die hij ontvangt. Maar weet u met wie ik wel medelijden heb, behalve met die voortvluchtige moeder, wie of z\j dan ook isf Met die zeven tig echtparen, die zich subiet bij de politie als pleegouders hebben gemeld. Want die beste mensen, met hun hart boordevol toewijding koesteren een heel gevaarlijke illusie. Begrijpelijk, hartroerend módr, gevaarlijk. Deze: dat dit kleine hoopje mens, zo aandoen lijk hulpeloos, zo zielig verla ten, een leegte in hun bestaan zal vullen èn: zich zal laten kneden tot het kind hunner dro men. Geen van beide zal ooit gebeuren. Een kind, ook het allereigen ste, ts maar een tijdelijke gast, een geleend bezit. En dit onbe kende jongetje, hoe aanvallig ook, draagt een ziele-inventaris mee van onbekende ouders, die beiden heel bedenkelijke symp tomen van morele lacunes ver tonen. De teleurstelling bij het ontdekken 'van die inventaris kon wel eens alle huiselijk ge luk verwoesten. Arme kinder loze moeders SASKIA. ONS MODEHOEKJE Maar een deux-pièces en een warme mantel kunnen we toch nog niet missen Het ls Lentealthans volgens de kalender. Wat onze garderobe aan gaat, zal het nog niet direct zo zfln, dat men de zomerldedlng kan aantrek ken. W1 zullen de optimisten de „overwinteraars" te voorschyn halen, om ze alvast aan een grondige Inspectie te onderwerpen. Bij het ene japonnetje wordt een zoom uitgelegd en by het andere een aardige garnering gezocht, welke de jurk een nieuw aanzien moet geven. Men diene evenwel, by wyze van resreve, enkele halfwollen pullovers en vestjes achter de hand te hou den, want nog immer zijn de gezegden „Maart roert zyn staart" en „April doet wat hy wil" van kracht Ook een zachtwollen deux-pièces' is geen overdadige luxe. Integendeel, juist dit tweedelige costuumpje kan onschatbare diensten bewijzen in het voorjaar. Al is dat alleen reeds door de vele variaties, waartoe f het zich leent: geheel als costuum, de rok geassisteerd door een verscheiden heid aan blouses en de blouse in combinatie met gezellige rokjes. Eigenlijk mag een deux-pièces ln geen enkele kleedkast untbreken, vooral niet wanneer de garderobe beperkt van omvang ishetgeen bij velen onder ons het geval ls. Een schattig wandelpakje is wel het model van de eerste afbeelding, zachtgroen in eenvoudige gedistin geerde opzet. De daaromheen ge groepeerde illustraties laten moge lijkheden voor metamorphoses open. Mocht het toch te fris blijken iets waarop zeer grote kans bestaat in ons klimaat dan weet do Fran- gaise zich te redden met de grote pelsmof. Een coquet mutsje in de zelfde bontsoort verleent aan dit pakje aparte charme. Het kan ook gebeuren, dat men zich ietwat boos maakt over de Maarse buien: welnu, dat is een war me mantel, zoals de tweede afbeel ding laat zien, een toevluchtsoord. Het zeer ruime model heeft veel weg van een swagger. Men draagt er, vanwege het sportief cachet, een ceintuur bij, zodanig, dat de jas aan do voorzijde ruim „overblousl". Er is echter geen enkel bezwaar tegen om een ceintuur in afstekende kleur te kiezen! De grote zakken van Franse oorsprong komen altijd goed van pas, ook byvoorbeeld om een alpientje te verbergen, dat on- middellyk ,in top gaat, wanneer de meestal duurbetaalde krullen een speelbal van regen en wind dreigen te worden! Trouwens, tot deze be- Bekend» schriftelijke cursus Mulo Middenstandsdiploma FEUILLETON DOOR: M. VERNON 84 „Plannen!" hoonde ben Ibri. „Er moest helemaal geen behoefte aan plannen bestaan! Hij had dat Engel se gezelschap nooit gevangen moeten nemen en dat zou hij ook niet heb ben gedaan wanneer hy de schoon heid van de jonge dame niet had ge zien en haar had begeerd". „Kalmte", zei Ibrahim opnieuw, maar ditmaal strenger. „We zijn hier niet om te theoretiseren over gebeur tenissen die reeds hebben plaats ge had, maar om te bespreken wat de beste gedragslijn is in de tegenwoor dige moeilijkheden. Wat gebeurd is, is de wil van Allah; en met Allahs hulp kunnen we de goede naam van ben Hasrif nog redden". Een gerimpelde oude patriarch met de groene tulband op, die bewees, dat hij de pelgrimstocht naar Mekka had volbracht, keek hem met wijze oude ogen aan. „Gfl hebt blijkbaar een plan, Ibra him", sprak hij listig. „Laat het ons horen, want we maken ons zeer be zorgd, dat de naam ben Hasrif bezoe deld zal worden. Ik had nooit ge dacht dat ik de dag zou beleven waar op een ben Hasrif een gast in zijn eigen huis zou doden". „Neen, hy was geen gast", protes teerde el Amri. „Hy was ben Hasrif's gevangene". De patriarch schudde zijn hoofd. „Hij was zijn gast", hield hy kop pig vol, „al was het dan een onwillige. En het is onvergeefiyk de heilige wet ten der gastvryheid te schenden iemand letsel toe te brengen, die brood en zout met ons heeft gedeeld". „De kwestie of de Engelsman gast of gevangene was. terzyde gelaten", sprak el Yussef, „blyft daar het feit, dat ben Hasrif iemand het leven heeft benomen. In de woestijn is dat niets. Maar Sheik Ali heeft bepaald, dat het hier in de stad anders zou zijn. Geen leven mocht worden genomen; maar voor het geval dat dit gebod werd overtreden, moest de misdadiger ver schijnen voor de Raad der Ouden, die de feiten moest vaststellen en naar aanleiding daarvan recht moest spre ken, ongeveer zoals in Engeland. De Raad der Ouden, mijn vrienden". Hy hield even op om zyn woorden kracht bij te zetten. „Zegt u dat iets? Wenst gij ben Hasrif als een misdadiger voor ons te laten verschynen om verhoord en veroordeeld te worden?" Een dodelijke stilte volgde op die woorden. Merkwaardigerwijze was dat aspect van de zaak niet by hen opgekomen voordat Ibrahim dit beeld met meedogenloze felheid voor hen opriep. Zijn schrandere oude ogen ke ken de vergadering rond en zagen de uitdrukking van teleurstelling op ieder gezicht, waaruit hy las, wat hy al had vermoed dat ze hier zelf nog niet aan hadden gedacht. „Want dat zal moeten gebeuren", ging hy meedogenloos voort, alsof er geen pauze was geweestEr kan geen twyfel aan bestaan, dat ben Has rif deze slechte daad heeft begaan; en het feit dat hy een ben Hasrif is, mag geen gewicht in de schaal leggen. Hy moet verhoord worden op de feiten alleen, zoals iedere man zou gebeuren en op grond van die feiten worden veroordeeld; en in het bewustzyn van wat er is gebeurd, weten we hoe de uitslag zal luiden". Er ging een zacht geritsel als een zucht door de vergadering. De oude haviksogen lieten die gespannen bruine gezichten, die vol belangstel ling op hem waren gericht, geen ogenblik los. „Myn vrienden, ben Hasrif is altyd een goed meester voor zyn volk geweest. Hy is als een zoon voor ons geweest; we hebben zijn ontwikke- Jing met liefde en trots gevolgd, en Mits met eerbied en verbazing by het voortschryden der jaren. Ali ben Hasrif heeft het zaad ge plant, maar Amid heeft het met nooit aflatende zorg opgekweekt en ver zorgd, zodat het tot een bloeiende boom is opgegroeid. Zelfs Ali kon niet voorzien wat Amid allemaal tot stand zou brengen; de werlcelykheid moet All's stoutste dromen hebben over troffen. Het zou onze harten breken wanneer we dit prachtige bouwwerk ineen zagen storten, en ben Hasrifs trotse naam door het siyk werd ge sleurd. Sheik Amid is de verpersoon lijking van al Ali's wensen, hij is ons allen dierbaar; maar er is éen ding dat belangryker is dan Amid ben Has rif, iets aat boven alles gaat en dat Is: El Araish moet behouden bly- ven!" Een opgewonden woordenwisseling ontstond onder de toehoorders. Ze waren het volkomen en van harte met zyn zienswijze eens: hy had hen met zyn welsprekendheid meegevoerd tot het punt waar het bij hem om ging. „El Araish moet behouden blijven! El Araish moet behouden blyvenl" De kreet ging van mond tot mond als ware het een strijdkreet. Niets was meer van belang, diets deed er meer toe. Ze beseften echter allen dat het lot van El Araish in handen lag van één man. Die man was sheik Amid el Omam ben Hasrif. Wanüeer El Araish benouden wilde biyven, moest hy gered worden van de gevol gen van zyn dwaasheid. Zelfs ben Ibri wist dat de val van Amid onher- roepeiyk de val van de stad, waar voor hij zo hard had gewerkt, de ge zondheidstoestand, de welvaart, de scholen en ziekenhuizen, de recht vaardigheid en de overvloed, met zich mee zou brengen. Amid ben Hasrif was El Araish, evenals El Araish Amid ben Hasrif was. scherming draagt ook de flinke plat te kraag een steentje by. Deze kan dienen als een royale hals-bedekking, waarin de punt van de hoofddoek on zichtbaar verdwijnt. De kleur van de ze mantel is verder aangepast bij da moderne staalkaart: beige-bruin. Moge het echter niet van al te lan ge duur zyn, dat wij een dergelijke mantel moeten gebruiken. Of liever: Wij wensen hem een spoedige wel verdiende rust toe in de ouderwetse mottenzakken, welke het altijd pri ma doen, alle andere middelen ten spyt! RITA Appelen van Oranje Allerwege, uit etalages en van groente- en fruitkarren, lokken da sinaasappelen, citroenen en manda rijnen ons aan. Zij zijn hier gekomen als vroiyke smakelijke en gezonde afgezanten uit het zonnige Zuiden. Haal, als het enigszins kan, die ge zanten van zon en zomer Uw woning binnen! Het is een goede en prettige gewoonte om iedere dag alle gezins leden op een paar partjes sinaasap pel of mandaryn te tracteren of zo U 't verkiest, tenminste tweemaal per week op een hele vrucht. Vooral voor de kleintjes is dit aan te beve len, want de sinaasappel is de beste bron van vitamine C, die de natuur ons in dit jaargetijde biedt Boven dien is deze vrucht heerlyk tegen de dorst en fris na een winterse maaltyd. Laten we dus zoveel mogelyk van de verse zuidvruchten profiteren. Zij komen uit warme streken, uit de landen rondom de Middellandse Zee en uit de Middenstrook van Ame rika (Californlë. Brazilië en Surina me). Daar groeien de vruchten aan bomen die wel wat aan onze hulst boompjes doen denken: hun bladeren zyn donkergroen, leerachtig en glan zend. U kunt U dus voorstellen dat een sinaasappel- of cltroenaanplant met rype vruchten een fraai gezicht oplevert! De meeste vruchten die hier inge voerd worden zyn echter niet aan de boom gerypt. zy zyn groen geplukt en dan in bewaarruimten gebracht, waar men door regeling van de tem peratuur en de vochtigheidsgraad de ontwikkeling van kleur, geur en smaak enigszins in de hand houdt. Op deze wyze kan men het ogenblik van rijpen vervroegen of verlaten. Zo jtan men dus ook zorgen, dat steeds een gedeelte van de oogst ge schikt is om gegeten te worden, zo dat wy lang van dit geurig fruit kun nen genieten. Niet alle sinaasappelen hebben de zelfde eigenschappen. Zo herkent men de Europese en Noord-Ameri kaanse aan hun oranje kleur, zachte vliezen, frisse smaak en dunne schil. De grote Jaffa's hebben een dikke schil, de betrekkelijk kleine vrucht daarbinnen is vry droog, pitloos en zeer zoet van smaak. De Surinaamse vruchten zyn. ook in rijpe toestand, geei-groen van kleur; het iets flau we vlees bevat zeer veel sap en is omhuld met een dun huidje. Dan zyn er nog de donkere bloedsinaasappel- tjes, soms droog, soms heerlyk sap pig- Ook by manderijnen vinden we veel verschillen. Er ls keus genoeg en voor ieders smaak valt de juiste vrucht te vinden. Belangryk is het in leder geval om vruchten met een frisse gave schil te kopen. Van de schilletjes kunnen wij aller lei heerlyks maken, dat ons het ge hele jaar herinnert aan de appelen van oranje: marmelade, geconfyte snippers en droge snippers. Op uw verzoek zullen de hulsgeno ten de vruchten vast wel heel dim willen afschillen, zodat U in de keu ken het wit niet meer van de schil len behoeft te enyden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 8