Vrouioenpagina
Onze
I
Op 'f Maije
OVERDAG GROENTEVROUW. DES
AVONDS SCHRIJFSTER
HET IS WEER LENTE
GESLAAGD... dank Z»
(iJggJPmLYERSUM
In de greep van
de Woestijn
8
PROVINCIALE ZEBUWBB COURANT
ZATERDAG 22 MAART 1952
HAAR MAN TIKT DE MANUSCRIPTEN
i WIJ I
gereed. Op aanraden van een klant
van haar man, de bekende schrijf
ster mevr. Van Nes-Uilkens stuurde
ze het manuscript in en enige maan
den later lag een fraai gebonden
Reeds drie romans verschenen van haar hand
In Augustus 1950 verscheen bij een Uitgeverij te' Amsterdam „Het
oever", een streekroman spelend tussen Veluwe en IJssel en geschreven
door een volslagen onbekende in de Nederl. literatuur mevr. Annie
OosterbroekDutschun. Reeds in September 1951 moest van dit boek
een tweede druk worden opgelegd, die uitkwam tegelijkertijd met de
tweede roman van de debuterende schrijfster getiteld: „De verte roept".
Beide streekromans waren volgens deskundigen van een uitzonderlijk
goed gehalte, ook literair gezien, zodat tal van uitgevers aandacht be
gonnen te krijgen voor de schrijfster, die al spoedig na het tweede boek
een derde roman aanbood, terwijl ook voor het vierde werk al ge
gadigden zijn. Het merkwaardige is dat de schrijfster de echtgenote
is van een Apeldoornse groentenhandelaar en tot voor kort nog met
groenten en fruit op de markt stond, aldus Tubanlia, waaraan wij dit
artikeltje ontlenen.
Met de buurvrouw, die even een
rode kool of een paar pond spruitjes
komt halen, voert zij een even ge-
noegelijk gesprek over het weer of
over de groenten. ,.Zal ik de kool
voor u snijden, mevrouw?", als met
de uitgever, die komt praten over
de condities voor de uitgifte van een
nieuw boek.
Overdag is mevr. Oosterbroek een
zorgzame huismoeder _en een attente
zakenvrouw. Des avonds zit ze over
een schoolschrift gebogen en laat de
ene volzin na de andere uit haar
pen vloeien. Haar man zit dan naast
haar met de schrijfmachine, tikt de
manuscripten, verzorgt de corres
pondentie, corrigeert het werk van
zijn schrijvende vrouw en loopt er
tussendoor naar de telefoon om een
bestelling voor groenten en fruit op
te nemen.
De heer Oosterbroek heeft zijn
vrouw leren kennen toen zij als
dienstbode bij een Apeldoornse me
vrouw in betrekking was.
Als dienstbode schreef Annie
Dutschun al korte verhalen.
Een Nederlands' damesblad publi
ceerde in November 1946 haar eer
ste vertelling „Op een donkere
avond". Meerdere verhalen volgden.
„Jij kunt best een roman schrijven",
zei toen de Veluwse dichter Herman
Boomhof. Ze probeerde het en bin
nen enige maanden \ias „Het oever"
boek voor haar op tafel in het kleine
huiskamertje. Thans is mevr. Oos
terbroek bij de uitgevers al zo be
kend, dat ze bijna zelf het honora
rium kan bepalen, maar haar man
denkt er echter nog niet aan zijn
groentenzaak, die hij samen met
zijn vader drijft, op te geven.
DE AFKOMST DER
SCHRIJFSTER.
Er is nog een merkwaardige kant
aan haar levensloop en die is haar
afkomst. Zij is. n.l. geboren in Lon
den en bezit dus ook de Engelse
nationaliteit. Haar moeder is een
Engelse, die met een Duitser was
getrouwd. In de eerste wereldoorlog
werd haar vader in Engeland geïn
terneerd en daarna uitgewisseld met
Engelse krijgsgevangenen. Dat ge
beurde in Wapenveld op de Noord-
Veluwe. De omstandigheden noop
ten de, moeder, die met haar man
naar Duitsland ging haar enige
maanden oude dochter achter te
laten. Ze werd toen opgevoed bij
een invloedrijke boer, die haar de
liefde voor het Gelderse dialect bij
bracht.
Het eeuwfeest van de postzegel.
Zoals bekend is, wordt dit jaar in
ons land het eeuwfeest van de post
zegel gevierd met een tentoonstelling
in de Beatrix- en de Irenehallen van
de Jaarbeurs te Utrecht. Deze expo
sitie. de ITEP (Internationale Ten
toonstelling Eeuwfeest Postzegel», is
van 28 Juni tot 6 Juli te bezichtigen.
Er zal een bedrijfstentoonstelling van
het staatsbedrijf der P.T.T. aan ver
bonden zijn, welke o.a. zal uitbeelden
hoe een postkantoor van 1852 er uit
zag en hoe een postkantoor van 1952
werkt.
Vrijdagmorgen is de „Waterman", die
een reis naar Zuid-Afrika met Nederland
se emigranten achter ce rug heelt, aan
de Lloydkade te Rotterdam aangekomen.
Van de 380 passagiers van deze terugreis
waren er reeds 130 in Southampton ont
scheept. Aan boord bevond zich de Griek
se prinses Helen Ypsilanti, die in "1941
'was uitgeweken.
Advertentie.
Laat uw h rel we
geen prooi
van do motion
worden. Koop
uitsluitend
geMITINiseerde
motvrlje wol.
De Maleier.
Jozephus Anthonius W., metaal-
draaier en minnaar van een pittige
slok onversneje, stond terecht we
gens het „op een rijwiel in kenne
lijke staat van dronkenschap ge
zeten zijnde in gevaar brengen van
het verkeer" en het plegen van
verbet door bij zijn arrestatie „ruk
kende en trekkende bewegingen te
maken in de tegenovergestelde rich
ting als waarin de verbalisant hem
wenste af te voeren ter opsluiting
ter ontnuchtering". Noch drie
eeuwen Statenvertaling, noch Nico-
laas Beets, noch de tachtigers, noch
zelfs mijn goeie vriend Anthony van
Kampen hebben enigerlei gunstige
invloed kunnen oefenen op de amb
telijke stijl, die als een grillige
Caesar blijft heersen in de politie
bureaus. Enfin, misschien zijn het
in dit geval uitgewasemde jene-
verdampen geweest, die aan het
procesverbaal zulk een hobbelige
gang en zulke springerige verglij
dingen gaven. In ieder geval: de of-
ficier las het voor met een brio, als
declameerde hij uit de verzamelde
werken van Janie Roland Holst en
we begrepen allemaal terdege, waar
de klap zou vallen.
U was dronken?, vroeg de
rechter.
Dat zal 'k niet omstrije, maar
'k was as 'n Maleier, 'k weet er
niks meer van. 'k Ging rustig op
me fiets naar huis, toen gooide die
agent me om. Vandaar da'k kwaad
wier. Ik doe geen kip kwaad, ze
motte vamme lijf afblijve".
De rechter zette zijn huzarenstem
op en betoogde, dat Jozephus als
een wild schip gelaveerd had. „Die
agent deed zijn plicht. Hy nam u
tegen uzelf in bescherming en hij
beschermde andere mensen, waar
voor u die avond een gevaar was.
't Is schande!"
We hadden een knobbeltje ge
maakt en 't ene borreltje zal 't
andere uitgehaald hebben, 'k Weet
nie meer. 'k Was as 'n Maleier.
U beledigt de Maleiers, zei de
rechter, maar de man begreep dat
niet en haalde zijn schouders op.
Hoofdschuddend hoorde hij het re
laas van de agent aan die, als een
soort burgeroorlogsreporter, verhaal
de van zijn „toegrijpen" en „weg
rukken". Er zat levendigheid en
kleur in zijn verslag en er viel een
genietende stilte over de publieke
tribune.
Drie weken slappe koffie.
Van Vrouw tot Vrouw
Misschien hebt u het plaatje
dat o.a. tn de Haagse kranten
was afgedrukt van een vonde
ling ook mei enige meewarig
heid bekeken. Zo'n stakker,
nietwaar; een zuigeling van ten
hoogste een paar weken, die
ergens m een Haagse portiek
als een vergeten pakje is ach
tergelaten. En nog een Hef en
gezond jochie ook, zo om te
zien.
„Moeder onvindbaar"bericht
de politie onder het yverig zoe
ken door. Bij het bekijken van
het plaatje meende ik, zo dui
delijk als was het een draadloze
uitzending, de briesende com
mentaren te horen, in menige
huiskamer ten overstaan van
dit portretje geleverd: Hoe kan
een vrouw met een beetje hart
in het lichaam zoiets haar ei
gen kind aandoen f Een beest
zorgt tenminste voor haar jon~
gen, tot ze op eigen benen kun
nen staan. In een portiek, en
dat in Maart: de stumper had
dood kunnen zijn, na zo'n paar
uur op de stenen. Als ze dat
mens vinden, dan moesten ze...
Ach, laten wij het ongeluk
niet groter maken dan het al
is. Misschien zouden wij in dit
en soortgelijke gevallen eigen
lijk maar moeten hopen dat die
moeder niét opgespoord wordt.
Trouwens, waarom zoekt men
niet even yverig naar de va-
derf En waarom schuift men
die voortvluchtige moeder dlle
verantwoordelijkheid in de
schoenen
Het is niet zo simplistisch als
het lijkt, en het is misschien
een beetje erg gemdkkelijk van
ons, zittend onder een veilig
dale in een gezellige huiskamer,
de ene steen na de andere te
gooien naar die vluchtende
'schim in de donkere straat.
Wat weten wij van dit onge
lukkige schepself Want ge
lukkig was zij niet; een geluk
kige vrouw houdt het kind van
haar hart en vlees stevig in de
armen, en verdedigt het des
noods tegen een escadron. Deze
moeder heeft het, gedreven
door iets dat sterker was dan
alle gewapende machten bij
elkaar, in vertwijfeling einde
lijk maar aan de barmhartig
heid van de medemensen over
gelaten. Zij wist er geen weg
mee, z ij kon het niet bij zich
houden.
Waarom niett Vrees voor
schande, voor broodroof, angst
voor .ontdekking, gebrek aan
geld Wat weten wij ervan; wij
kijken alleen tegen de achter
kant van het gebeuren aan. Zo
veel is zeker: zij heeft het kind
het leven gegund-, en wist u wel
dat zoiets al heel veel isf Dat
dit in elk geval voor haar pleit f
Want laten w\j gelijk hebben,
en zij een ongetrouwde vrouw
zijn geweest die door het bezit
van een kind misschien brode
loos zou worden: zij staat ten
minste wel enige treden hoger
dan de getrouwde die de conse
quenties van haar gehuwde
staat niet aanvaarden wil. Zij
heeft in elk geval het leven van
het ongeboren kind ongemoeid
gelaten. Zy heeft negen maan
den lang het gevolg van een
onberaden ogenblik aanvaard,
en tenslotte het kind, gaaf en
gezond, op de wereld gebracht.
B*B*B*B*B#B*B*B-X-B*B*
Moeder
B
onvindbaar
c
*B*B*B*B*B*B*B*B*B*B
Maar die wereld, die samen
leving, gevormd door mij en u
en dlle andere spoedig veront
waardigde mensen, is niet zo
heel erg gemakkelijk. Als u mij
niet gelooft, praat u dan maar
eens, zoals Saskia, met een di
rectrice van een tehuis voor
ongehuwde moeders.
Er zijn weinig misstappen,
die de maatschappij zo oneven
redig zwaar straft als het moe
derschap over een onecht
kind. Iemand die in dronken
schap een kind doodrijdt krijgt
ten hoogste een paar jaar; 'ie
mand, die vaak ook in een soort
beneveling, ongehuwd een kind
het leven schenkt krijgt levens
lang en hoe.
Nu moet mij niet op slag
lange brieven vol uitroeptekens
gaan schrijven als zou ik de on-
gehuwde en de gehuwde moe
der op één lijn willen stellen, en
zelfs zo'n te-vondeling leggerij
goedpraten want zo is het
niet. Ik vraag alleen een heel
klein beetje begrip voor zo'n
eenzaam, radeloos meisje dat
dikwijls heus niet „slechter" is
dan vele deugdelijk getrouwde
moeders.
Gelooft u mij, het trouwboek--
je is maar van papier, en waar
borgt niets anders dan enige
grondwettelijke rechten. Maar
geen hart, geen liefde, geen toe
wijding, geen wezenlijk moe
derlijk gevoel. Ik heb een onge
trouwde moeder geleend die met
werkhuizen en kousen breien
voor haar zoon een middelbare
schoolopleiding en zelfs een
academische studie heeft ver
diend. En ik heb een gehuwde
moeder gekend die haar be
gaafde dochter thuis hield. (Ik
ben niet zo sterken zelfs alle
huwelijkskansen dwarsboomde,
zodat het meisje bij mama's late
dood (Ik moet my zelf wat ont
zien) als een onmaatschappe
lijke nerveuze stakker acliter-
bleet. Nu mag u kiezen wie van
de twee werkelijk moeder was.
Vergeeft u mij maar dat ik
geen traan stort by dat por
tretje van die kleine vondeling,
die nu al lekker ligt teslapen
in zijn wieg op de kinderzaal
van het Haagse ziekenhuis. Ik
heb echt niet zo heel veel mede
lijden met hem. Hij zal zijn
natje en droogje voorlopig wel
Jcrijgen, en als het zover is er
gens een behoorlijk onderdak
vinden en opgroeien tot een ke-
rei of een sufferd. Dat hangt af
van de geestelijke bagage die
hij heeft meegekregen, minder
dan van de hoeveelheid vertroe
teling die hij ontvangt.
Maar weet u met wie ik wel
medelijden heb, behalve met die
voortvluchtige moeder, wie of
z\j dan ook isf Met die zeven
tig echtparen, die zich subiet
bij de politie als pleegouders
hebben gemeld.
Want die beste mensen, met
hun hart boordevol toewijding
koesteren een heel gevaarlijke
illusie. Begrijpelijk, hartroerend
módr, gevaarlijk. Deze: dat dit
kleine hoopje mens, zo aandoen
lijk hulpeloos, zo zielig verla
ten, een leegte in hun bestaan
zal vullen èn: zich zal laten
kneden tot het kind hunner dro
men. Geen van beide zal ooit
gebeuren.
Een kind, ook het allereigen
ste, ts maar een tijdelijke gast,
een geleend bezit. En dit onbe
kende jongetje, hoe aanvallig
ook, draagt een ziele-inventaris
mee van onbekende ouders, die
beiden heel bedenkelijke symp
tomen van morele lacunes ver
tonen. De teleurstelling bij het
ontdekken 'van die inventaris
kon wel eens alle huiselijk ge
luk verwoesten. Arme kinder
loze moeders
SASKIA.
ONS MODEHOEKJE
Maar een deux-pièces en een warme mantel
kunnen we toch nog niet missen
Het ls Lentealthans volgens de kalender. Wat onze garderobe aan
gaat, zal het nog niet direct zo zfln, dat men de zomerldedlng kan aantrek
ken. W1 zullen de optimisten de „overwinteraars" te voorschyn halen, om
ze alvast aan een grondige Inspectie te onderwerpen. Bij het ene japonnetje
wordt een zoom uitgelegd en by het andere een aardige garnering gezocht,
welke de jurk een nieuw aanzien moet geven. Men diene evenwel, by wyze
van resreve, enkele halfwollen pullovers en vestjes achter de hand te hou
den, want nog immer zijn de gezegden „Maart roert zyn staart" en
„April doet wat hy wil" van kracht
Ook een zachtwollen deux-pièces'
is geen overdadige luxe. Integendeel,
juist dit tweedelige costuumpje kan
onschatbare diensten bewijzen in het
voorjaar. Al is dat alleen reeds door
de vele variaties, waartoe f het zich
leent: geheel als costuum, de rok
geassisteerd door een verscheiden
heid aan blouses en de blouse in
combinatie met gezellige rokjes.
Eigenlijk mag een deux-pièces ln
geen enkele kleedkast untbreken,
vooral niet wanneer de garderobe
beperkt van omvang ishetgeen
bij velen onder ons het geval ls.
Een schattig wandelpakje is wel
het model van de eerste afbeelding,
zachtgroen in eenvoudige gedistin
geerde opzet. De daaromheen ge
groepeerde illustraties laten moge
lijkheden voor metamorphoses open.
Mocht het toch te fris blijken
iets waarop zeer grote kans bestaat
in ons klimaat dan weet do Fran-
gaise zich te redden met de grote
pelsmof. Een coquet mutsje in de
zelfde bontsoort verleent aan dit
pakje aparte charme.
Het kan ook gebeuren, dat men
zich ietwat boos maakt over de
Maarse buien: welnu, dat is een war
me mantel, zoals de tweede afbeel
ding laat zien, een toevluchtsoord.
Het zeer ruime model heeft veel weg
van een swagger. Men draagt er,
vanwege het sportief cachet, een
ceintuur bij, zodanig, dat de jas aan
do voorzijde ruim „overblousl". Er
is echter geen enkel bezwaar tegen
om een ceintuur in afstekende kleur
te kiezen! De grote zakken van
Franse oorsprong komen altijd
goed van pas, ook byvoorbeeld om
een alpientje te verbergen, dat on-
middellyk ,in top gaat, wanneer de
meestal duurbetaalde krullen een
speelbal van regen en wind dreigen
te worden! Trouwens, tot deze be-
Bekend»
schriftelijke cursus
Mulo Middenstandsdiploma
FEUILLETON
DOOR:
M. VERNON
84
„Plannen!" hoonde ben Ibri. „Er
moest helemaal geen behoefte aan
plannen bestaan! Hij had dat Engel
se gezelschap nooit gevangen moeten
nemen en dat zou hij ook niet heb
ben gedaan wanneer hy de schoon
heid van de jonge dame niet had ge
zien en haar had begeerd".
„Kalmte", zei Ibrahim opnieuw,
maar ditmaal strenger. „We zijn hier
niet om te theoretiseren over gebeur
tenissen die reeds hebben plaats ge
had, maar om te bespreken wat de
beste gedragslijn is in de tegenwoor
dige moeilijkheden. Wat gebeurd is,
is de wil van Allah; en met Allahs
hulp kunnen we de goede naam van
ben Hasrif nog redden".
Een gerimpelde oude patriarch met
de groene tulband op, die bewees, dat
hij de pelgrimstocht naar Mekka had
volbracht, keek hem met wijze oude
ogen aan.
„Gfl hebt blijkbaar een plan, Ibra
him", sprak hij listig. „Laat het ons
horen, want we maken ons zeer be
zorgd, dat de naam ben Hasrif bezoe
deld zal worden. Ik had nooit ge
dacht dat ik de dag zou beleven waar
op een ben Hasrif een gast in zijn
eigen huis zou doden".
„Neen, hy was geen gast", protes
teerde el Amri. „Hy was ben Hasrif's
gevangene".
De patriarch schudde zijn hoofd.
„Hij was zijn gast", hield hy kop
pig vol, „al was het dan een onwillige.
En het is onvergeefiyk de heilige wet
ten der gastvryheid te schenden
iemand letsel toe te brengen, die
brood en zout met ons heeft gedeeld".
„De kwestie of de Engelsman gast
of gevangene was. terzyde gelaten",
sprak el Yussef, „blyft daar het feit,
dat ben Hasrif iemand het leven heeft
benomen. In de woestijn is dat niets.
Maar Sheik Ali heeft bepaald, dat het
hier in de stad anders zou zijn. Geen
leven mocht worden genomen; maar
voor het geval dat dit gebod werd
overtreden, moest de misdadiger ver
schijnen voor de Raad der Ouden, die
de feiten moest vaststellen en naar
aanleiding daarvan recht moest spre
ken, ongeveer zoals in Engeland. De
Raad der Ouden, mijn vrienden". Hy
hield even op om zyn woorden kracht
bij te zetten. „Zegt u dat iets? Wenst
gij ben Hasrif als een misdadiger voor
ons te laten verschynen om verhoord
en veroordeeld te worden?"
Een dodelijke stilte volgde op die
woorden. Merkwaardigerwijze was
dat aspect van de zaak niet by hen
opgekomen voordat Ibrahim dit beeld
met meedogenloze felheid voor hen
opriep. Zijn schrandere oude ogen ke
ken de vergadering rond en zagen
de uitdrukking van teleurstelling
op ieder gezicht, waaruit hy las, wat
hy al had vermoed dat ze hier zelf
nog niet aan hadden gedacht.
„Want dat zal moeten gebeuren",
ging hy meedogenloos voort, alsof er
geen pauze was geweestEr kan
geen twyfel aan bestaan, dat ben Has
rif deze slechte daad heeft begaan; en
het feit dat hy een ben Hasrif is, mag
geen gewicht in de schaal leggen. Hy
moet verhoord worden op de feiten
alleen, zoals iedere man zou gebeuren
en op grond van die feiten worden
veroordeeld; en in het bewustzyn van
wat er is gebeurd, weten we hoe de
uitslag zal luiden".
Er ging een zacht geritsel als een
zucht door de vergadering. De oude
haviksogen lieten die gespannen
bruine gezichten, die vol belangstel
ling op hem waren gericht, geen
ogenblik los.
„Myn vrienden, ben Hasrif is
altyd een goed meester voor zyn volk
geweest. Hy is als een zoon voor ons
geweest; we hebben zijn ontwikke-
Jing met liefde en trots gevolgd, en
Mits met eerbied en verbazing by het
voortschryden der jaren.
Ali ben Hasrif heeft het zaad ge
plant, maar Amid heeft het met nooit
aflatende zorg opgekweekt en ver
zorgd, zodat het tot een bloeiende
boom is opgegroeid. Zelfs Ali kon niet
voorzien wat Amid allemaal tot stand
zou brengen; de werlcelykheid moet
All's stoutste dromen hebben over
troffen. Het zou onze harten breken
wanneer we dit prachtige bouwwerk
ineen zagen storten, en ben Hasrifs
trotse naam door het siyk werd ge
sleurd. Sheik Amid is de verpersoon
lijking van al Ali's wensen, hij is ons
allen dierbaar; maar er is éen ding
dat belangryker is dan Amid ben Has
rif, iets aat boven alles gaat en dat
Is: El Araish moet behouden bly-
ven!"
Een opgewonden woordenwisseling
ontstond onder de toehoorders. Ze
waren het volkomen en van harte
met zyn zienswijze eens: hy had hen
met zyn welsprekendheid meegevoerd
tot het punt waar het bij hem om
ging.
„El Araish moet behouden blijven!
El Araish moet behouden blyvenl"
De kreet ging van mond tot mond
als ware het een strijdkreet. Niets
was meer van belang, diets deed er
meer toe. Ze beseften echter allen
dat het lot van El Araish in handen
lag van één man. Die man was sheik
Amid el Omam ben Hasrif. Wanüeer
El Araish benouden wilde biyven,
moest hy gered worden van de gevol
gen van zyn dwaasheid. Zelfs ben
Ibri wist dat de val van Amid onher-
roepeiyk de val van de stad, waar
voor hij zo hard had gewerkt, de ge
zondheidstoestand, de welvaart, de
scholen en ziekenhuizen, de recht
vaardigheid en de overvloed, met zich
mee zou brengen. Amid ben Hasrif
was El Araish, evenals El Araish
Amid ben Hasrif was.
scherming draagt ook de flinke plat
te kraag een steentje by. Deze kan
dienen als een royale hals-bedekking,
waarin de punt van de hoofddoek on
zichtbaar verdwijnt. De kleur van de
ze mantel is verder aangepast bij da
moderne staalkaart: beige-bruin.
Moge het echter niet van al te lan
ge duur zyn, dat wij een dergelijke
mantel moeten gebruiken. Of liever:
Wij wensen hem een spoedige wel
verdiende rust toe in de ouderwetse
mottenzakken, welke het altijd pri
ma doen, alle andere middelen ten
spyt!
RITA
Appelen van
Oranje
Allerwege, uit etalages en van
groente- en fruitkarren, lokken da
sinaasappelen, citroenen en manda
rijnen ons aan. Zij zijn hier gekomen
als vroiyke smakelijke en gezonde
afgezanten uit het zonnige Zuiden.
Haal, als het enigszins kan, die ge
zanten van zon en zomer Uw woning
binnen! Het is een goede en prettige
gewoonte om iedere dag alle gezins
leden op een paar partjes sinaasap
pel of mandaryn te tracteren of
zo U 't verkiest, tenminste tweemaal
per week op een hele vrucht. Vooral
voor de kleintjes is dit aan te beve
len, want de sinaasappel is de beste
bron van vitamine C, die de natuur
ons in dit jaargetijde biedt Boven
dien is deze vrucht heerlyk tegen de
dorst en fris na een winterse maaltyd.
Laten we dus zoveel mogelyk van de
verse zuidvruchten profiteren.
Zij komen uit warme streken, uit
de landen rondom de Middellandse
Zee en uit de Middenstrook van Ame
rika (Californlë. Brazilië en Surina
me). Daar groeien de vruchten aan
bomen die wel wat aan onze hulst
boompjes doen denken: hun bladeren
zyn donkergroen, leerachtig en glan
zend. U kunt U dus voorstellen dat
een sinaasappel- of cltroenaanplant
met rype vruchten een fraai gezicht
oplevert!
De meeste vruchten die hier inge
voerd worden zyn echter niet aan de
boom gerypt. zy zyn groen geplukt
en dan in bewaarruimten gebracht,
waar men door regeling van de tem
peratuur en de vochtigheidsgraad de
ontwikkeling van kleur, geur en
smaak enigszins in de hand houdt.
Op deze wyze kan men het ogenblik
van rijpen vervroegen of verlaten.
Zo jtan men dus ook zorgen, dat
steeds een gedeelte van de oogst ge
schikt is om gegeten te worden, zo
dat wy lang van dit geurig fruit kun
nen genieten.
Niet alle sinaasappelen hebben de
zelfde eigenschappen. Zo herkent
men de Europese en Noord-Ameri
kaanse aan hun oranje kleur, zachte
vliezen, frisse smaak en dunne schil.
De grote Jaffa's hebben een dikke
schil, de betrekkelijk kleine vrucht
daarbinnen is vry droog, pitloos en
zeer zoet van smaak. De Surinaamse
vruchten zyn. ook in rijpe toestand,
geei-groen van kleur; het iets flau
we vlees bevat zeer veel sap en is
omhuld met een dun huidje. Dan zyn
er nog de donkere bloedsinaasappel-
tjes, soms droog, soms heerlyk sap
pig-
Ook by manderijnen vinden we
veel verschillen. Er ls keus genoeg
en voor ieders smaak valt de juiste
vrucht te vinden. Belangryk is het in
leder geval om vruchten met een
frisse gave schil te kopen.
Van de schilletjes kunnen wij aller
lei heerlyks maken, dat ons het ge
hele jaar herinnert aan de appelen
van oranje: marmelade, geconfyte
snippers en droge snippers.
Op uw verzoek zullen de hulsgeno
ten de vruchten vast wel heel dim
willen afschillen, zodat U in de keu
ken het wit niet meer van de schil
len behoeft te enyden.