Zeeland oud... C J ZEELAND NIEUW Culturele Een historische roman, die in Zeeland speelt ehnBOEK VAN: CINEAST MAX DE HAAS BRACHT DODE MASKERS TOT LEVEN EEN HUWELIJKS-PROBLEEM EN EEN HUWELIJKS-,.PROBLEEM'' c ZATERDAG 22 MAART 1952 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT LETTERKUNDIGE KRONIEK Knap van opzet, maar helaas onbeholpen van uitwerking Barend de Graaff: Gebrandmerkt EEN WERKELIJK GROOT ROMANSCHRIJVER dient onder meer over deze twee belangrijke gaven te beschikken: hjj moet een boek weten te componeren, een levendige intrigue weten ontwikkelen en uit te wer ken; én: hij moet in staat zijn dat goed opgebouwde verhaal waardig te vertolken, waarvoor behalve diepe psychologische kennis, intuïtie en zelf beheersing, vooral ook een soepel, rjjk en zuiver taalgebruik vereist is. Nu ziet men zo vaak, helaas, dat menig voortreffelijk schrijver moeite heeft met de opbouw, het in elkaar zetten van zjjn verhaal, terwijl weer ande ren, die op onverbeterlijke wijze een boek in elkaar weten te zetten, hun goede ideeën bepaald stuntelig uitwerken. Tot deze laatste groep behoort Barend de Graaff. Zijn roman „Gebrandmerkt" is knap en kundig opge bouwd, het gegeven is boelend. Des te meer valt het te betreuren dat zijn styl minder dan middelmatig moet worden genoemd, terwijl ook de uit werking van de in aanleg zo goed opgezette karakters zeer gebrekkig is. „Gebrandmerkt" is een historische roman, spelend in de 18e eeuw, in het Schouwse stadje Brouwershaven. De hoofdpersoon is „dokter" Johan nes Cato Kamerling, een soort gentle- man-oplichter, die evenwel ondanks al zijn bedriegerijen de sympathie van de lezer weet te behouden, zoals dat meestal met de hoofdpersonen uit schelmenromans het geval is. VVan- nee het boek begint, arriveert deze dokter met grote statie en rijkdom in Brouwershaven, om zich daar als practiserend arts te vestigen. Zijn koffers met kostbare kleren en schat ten aan geld en edelstenen heeft hij echter gestolen van een Franse edel man; zijn doctorsbul is vervalst; zijn kerkelijke attestaties en fraaie aan bevelingsbrieven heeft hij zelf ver vaardigd; zijn invloedrijke relaties, zijn voorname afkomst, heeft hij ver zonnen, ja, zjjn naam is zelfs vals. door HANS WARREN Op zijn rug staat o.a. het brandmerk van de stad Rotterdam, die hem reeds als jongeman verbande. Ken nis van de geneeskunde heeft hij niet, maar wel veel flair en een flinke do sis gezond verstand, waardoor hij een paar opzienbarende genezingen weet te bewerken, o.a. van de burgemees tersdochter der stad. Hierdoor wint hij het vertrouwen van de bevolking. Door zijn voornaam optreden, zijn grote beschaving en zijn zogezegde voorname afkomst, weet hij ook de regenten en andere magistraten van de stad voor zich in te nemen, en zijn positie lijkt volkomen gevestigd wan neer hij tenslotte de door hem gene zen rijke burgemeestersdochter, Kri- na Bijl, tot vrouw krijgt. DE WARE AFKOMST Ondertussen heeft de lezer verno men wie dokter Kamerling in feite is: de niet gewettigde zoon van een voornaam heer, die zijn moeder, zusje en hem zelf had verlaten om in eigen stand een rijk huwelijk te sluiten. In waarheid was echter Johannes' moe der, Jansje Verzijl, de grote liefde van die heer geweest en gebleven. Toen zijn vader met de andere vrouw trouwde, had de knaap Johannes reeds genoeg begrip om te voelen welk onrecht er geschiedde, en van dat moment dateerde zijn haat te gen de standen die dergelijke dingen niet alleen toelieten, maar eisten. Hij besloot zich langs even bedrieglijke wegen de plaats te veroveren die hem rechtens bleef ontzegd, en daar door werd hij een oplichter, dief, fal saris en vrouwenverleider. Pas wan neer hij zich een zeer grote buit heeft toegeëigend, besluit hij rustiger te gaan leven, en daarvoor heeft hij het Zeeuwse stadje uitgekozen. Zijn vader (de lezer heeft het vrij snel door) is de nabij Brouwershaven woonachtige baron van Goldewijck, wiens geslacht uit zal sterven, en die daarom, aan het eind van zijn leven, vaak te'rugdenkt aan zijn vroegere geliefde Jansje en haar kinderen. Daar de karakters uit dit boek wan neer de schrijver dat wenst óf steke blind, óf helderziend zjjn, merken de baron noch Kamerling dat ze vader en zoon zijn, hoewel de zoon als lijf arts op Goldewijck komt. Het duurt wonderlijk lang eer het geraffineerde maar grote bedrog van de pseudo-arts aan het licht komt. Op zeer spannende wijze weet de schrijver de nadering van het nood lot te tekenende geruchten, de men sen die wéten maar nog zwijgen, de handigheden van Kamerling om tel kens weer alle schijn van zich af te schuiven. Tenslotte nadert hat ogen blik van ontmaskering onherroepe lijk. Kamerling weet dat, en, als al die andere malen zou hij gemakkelijk kunnen vluchten; ja, nu hij in de hoogste kringen van de stad is opge- Annie Schmidt HET IS NIET anders: de war me aanbeveling die we Annie Schmidts ,jün wat dan nog?" mee gaven, kan slechts worden herhaald voor haar kostelijke schertspoëzie Het schaap Veronica" even goed als ,jHet Fluitketeltje". Het is hu mor van de beste soort. De waarde ring gaat gelijkelijk uit naar de kos telijke illustraties van WIM BIJ MOER. Woord en beeld zijn zo op elkaar afgestemd, dat men dc pren tjes eenvoudig niet weg kan denken: sommige versjes, op de grens van het onbeduidende of er over, worden door de tekeningen gered. Helaas is er geen plaats om iets te citeren uit de meest vrij lange verzen. Men kan ze lezen met z'n kinde ren, met z'n echtgenote of met z'n grootouders, want wie voor deze 'speelse humor ongevoelig geworden is, wie zich er „te oud" voor acht, is diep ie beklagen. Uitgave ,JDe Ar beiderspersAmsterdam). nomen, wordt hem openlijk de kans geboden om zijn biezen te pakken. Maar zjjn liefde voor Krina houdt hem in Brouwershaven tot het te laat zijn laatste ingenieuze plan om met haar naar Engeland uit te wij ken mislukt door een domme fout. Op het marktplein wordt deze trotse man opnieuw gegeseld en gebrand merkt. Maar ook Krina's liefde faalt niet, na één weifelmoedig moment: alle schande trotserend rijdt zij in haar koets naar de schandpaal om haar man naar haar vrijplaats de Zandhoeve te brengen, waar de ban hem niet treft. Onderweg daarheen wordt zij onwel; het rijtuig kan niet verder komen dan het buiten van baron van Goldewijck, en daar, waar inmiddels ook de hereniging van de baron met zijn vroegere geliefde en zijn dochter heeft plaats gevonden, wordt de zoon van Krina en Johan nes geboren. ONBEVREDIGENDE UITWERKING Dat is, heel in het kort, de hoofd inhoud van deze historische roman; zo boeiend en knap van opzet, en he laas zo onbevredigend van uitwer king. De stijl van de Graaff is in één woord: onbeholpen en vaak lachwek kend. Hij schrijft fouten die men in de hoogste klassen van de lagere school al niet meer vindt, b.v. ,,de schippers hjjsten het zeil" (pag. 35; fraaiigheden als: „een ridderschoen van goud op een veld van lazuur en dwars door dat heen een balk (71), of: „Haar gedachten waren eerst als dood" (188), en af en toe plaatst men vraagtekens: hoe is iemand die ,lang- achtig, dat hem zo verkillend wijs doet zijn" is, en wat betekent het herhaaldelijk als adjectief voorko mende- woord „ernfest"? Het klinkt Duits-achtig, maar de Duitse kennis van de schrijver lijkt toch niet zo erg groot. Bij het „potjes-Duits" dat hij' de burgemeester van een Duitse stad in de mond legt wrijft men zich wer kelijk even de ogen uit. Die zegt na melijk, sprekend over Krina: „ach welso ist das nur der lieberschatz von unser herr doctorach so...". Zo kan men nog wel een kolom lang doorgaan. Dat dit alles het peil van dit boek zéér naar beneden haalt, behoeft geen nader betoog. En dat is jammer, te meer jammer omdat ons hiermee de kans op een historische Zeeuwse roman die tevens werkelijk tot de literatuur kan worden gere kend, is ontgaan. DE MUIDERTORENREEKS. Amsterdam. Nieuw litterair maandblad Met ingang van 1 October a.s. zal maandelijks verschijnen het letter kundig tijdschrift „Maatstaf", en wel bii de N.V. Daamens uitgevers-maat schappij te Den Haag, die onder an dere reeds het sedert 1934 verscho nende „Critisch Bulletin" uitgeeft. Met dit „Critisch Bulletin" zal „Maatsstaf" in één band uitkomen. „Critisch Bulletin" blijft na 1 Octo ber echter ook afzonderlijk verscho nen. Beide tijdschriften komen onder eenzelfde redactie, die nu verschil lende litteraire generaties gaat om vatten en die als volgt is samenge steld: M. Nijhoff, R. Blijstra, Anthonie Don ker, Ed. Hoornik en Paul Rodenko. Voor België neemt Karei Jonckheere en voor Zuid-Afrika N. P. van Wijk- louw zitting in de redactie. Deze laatste twee schrijvers maken met R. Blijstra en Anthonie Donker reeds deel uit van de redactie van „Cri tisch Bulletin". Nieuwe uitgave van Simon Stevins werken Vijf delen van elk 450 bladzijden Mede dank zy een belangrijke sub sidie van de Nederlandse organisatie voor het zuiver wetenschappelijk on derzoek, is het mogelOk geworden een nieuwe uitgave van Simon Stevins werken te verzorgen. Simon Stevin werd in 1548 te Brug ge geboren en wordt ook in het bui tenland als 'n vooraanstaande geleer de beschouwd. In 1948 300 jaar na zijn geboorte werd te zijner ere in Brugge een standbeeld onthuld. Zo als bekend, was Simon Stevin dé eer ste, die met tiendelige breuken werk te en aan hem danken wij o.m. vele gelijkwaardige Nederlandse woorden voor wetenschappelijke termen, zoals wiskunde, stelkunde, evenredig, even wijdig, enz. Stevin schreef uitsluitend in het Nederlands. Ais leden van de redactie-commis sie voor het opstellen van een gese- .leetecrde editie zijn benoemd, prof. ir. R. J. Forbes en de heer E. Crone, ter- wijls voorts dr. E. J. Dijksterhuis, prof, dr. M. Minnaert, prof. dr. A. Pannekoek e a. aan de bewerking zul len deelnemen. Er zullen vermoedelijk vijf delen van elk 450 bladzijden ver schijnen, resp. handelende over „Sta tica en Hydrostatica", wiskunde, as tronomie en zeevaartkunde, krijgs kunde en techniek. „MASKERAGE" In Leids museum sloeg het spookuur Met medewerking van de wetenschappelijke staf van het museum voor Volkenkunde te Lelden heeft de cineast Max de Haas van „Visiefilm" een geheel nieuw soort film gemaakt, getiteld „Maskerade", weike binnenkort zal uitkomen. De film speelt In het museum voor Volkenkunde te Lelden. Op het middcrnachteijjk uur doet een nachtwaker de ronde door de gan gen en zalen van het museum. Als dc laatste klokslag van twaalf uur ver storven Is, komen de maskers tot leven en by het eerste kraaien van de haan keert langzaam de sfeer van alle dag in het museum terug De maker heeft deze vorm geko zen om de maskers der primitieven van de nuchtere en documentaire sfeer in het museum en vitrinen te ontdoen. Door middel van instelling „uitlichting", beweging en groepe ring en in belangrijke mate door de „concrete muziek" van de Franse componist Pierre Schaeffer is ge tracht iets van de gevoelens- en ge- dachtenwereld terug te brengen, die de primitieve mens in het grensge bied der bewustwording vervuld moet hebben toen hij zijn geesten en de monen opriep en bezwoer. Het is een poging om de wereld van het masker, waarin de primitieve volken hun angsten en verwachtin gen, hun bezwaren en vervloekingen -ft*-*** Zierikzee De Zuidhavenpoo'f PLANKEN-PROMENADE Rotterdams Toneel: „Een man Gods'' Comedia: „Bobbeltje" (Van een speciale correspondent) „EEN MAN GODS" van de Franse existentialistisch denkende toneelschrij ver Gabriel Marcel, stelt de opvoerenden voor een zware taak en het Rot terdams Toneel, dat dit uit 1923 daterende stuk in de Rotterdamse Schouwburg zjjn première deed beleven, verkeerde Zaterdagavond 7 Maart dan ook nogal eens juist over de grens, die de waarachtige, innerlyk door leefde tragiek scheidt van rauw en onbeheerst uiteriyk vertoon. Over het algemeen evenwel een voorstelling, die niet naliet indruk te maken: dra matisch en met voortreffelijk spel van Loudi Nijhoff als de wanhopig strij dende predikantsvrouw Edmée Lemoyne, de echtgenote van de „man Gods", om wiens geestelijke „existentie" het in dit huwelijksprobleem van zwaar kaliber voornamelijk gaat. Want deze predikant worstelt met de waarachtigheid; een worsteling, die des te zwaar der wordt wanneer een vrijwel „ver jaard" huwelijksconflict plotseling en aanmerkelijk gecompliceerder terugkeert. In het begin van zijn hu welijk met Edmée heeft zij hem be drogen. Een bedrog, waaruit een dochter, Osmonde, voortkwam, doch dat de predikant ioya£l had verge ven. Wanneer Osmonde meerderjarig geworden is, verschijnt onverwacht de vroegere minnaar van haar moe der ten huize van de predikant. De man, Michel Sandier, is ongeleeslijk ziek en geeft de wens te kennen zijn dichter te zien en daarmee is na meer dan twintig jaren de onrust op nieuw geboren. De predikantsvrouw wordt zich opnieuw bewust van haar gevoelens voor de nu ten dode opge schreven Sandier en de dochter Os monde isoleert zich var haar moeder en haar vermeende vader, de predi kant. die hoewel naast zijn vrouw volstrekt verlaten overbljjft. De moeder van Paul Lemoyne speelt in dit drama een stuwende rol op de achtergrond. WRANG Er is niet veel veranderd hier, sedert Smallegange. De situatie is vrijwel dezelfde op beide prentjes. Alleen de stoffering is wat anders geworden, wat armer. Er ligt geen vlootje wimpelehde schepen meer in de Haven schepen met ra's nog wel! er staat geen „bok" meer aan de kant om voor een mooi tegenlicht-effect te zorgen; de bestrating, de be schoeiing, het is allemaal wat saaier, wat kaler geworden. Maar de Piepbrug is nog de Piepbrug en de Poort is nog de PoortHet is er wat stiller ge worden, dat is eigenlijk al. Wat zal men daar van zeggen, dat niet al honderdmaal is gezegd Laat die Poort het zélf maar eens zeggen, bedachten we daarom; misschien horen we dan wat beters. Want wat zo'n toren niet al ziet.' Dat staat daar in de wijde stilte van het Zeeuwse licht en droomt, zoals je zelf zo graag zou staan te dromen. Wat ziet hij niet alle maal, zo'n Toren, die daar maar in de verte staart, van zijn geboorte tot zijn dood? Hoe klaar en simpel moet de wijs heid zijn van wie zó lang zó stil mag staan en schouwen over het Schouwse land en over de Schouwse wateren! Hoe groot cn weids moe ten de Gezichten zijn, die hij ontwaart, in ruimte en in tijd! Wat ziet hij, dat zijn rust zo indrukwekkend maakt Driemaal hebben we het hem gevraagd en, gelijk dat in sprookjes gebruikelijk is, we stuurden eerst onze oudste zoon, die een vóórlijk jongetje is en voor professor studeert; hij zou die Toren zijn geheim wél ontfutselen. Hij kwam te rug met een verward verhaal, over Hoeken en Kabeljauwen en een boze Graaf die verzoend moest worden, over haring en zout en meekrap en glorie van veel schepen, over een Philips en een Karei, die op Zierikzeese schepen naar Spanje voeren, en over een toren van 200 meter, die zou worden gebouwd. En dan verder over vreselijk veel rampen, over branden cn pesti- lentieën en geloofsvervolgingen en dykvallen, overstromingen en Spanjaarden en Fransen en Engelse bommen en Duitse laarzen en telkens kwam daar weer dat water terug het was eigenlijk een erg rommelig verhaal, een beetje koortsig en zonder slot of zin; dat kón geen Torenwijsheid zijn. We hebben hem naar bed gestuurd omdat hy blijkbaar niet goed geluis terd had. Daarna ging onze tweede zoon. een pientere jongeman, die in de handel gaat en alle auto merken kent. Je kunt hem om een boodschap sturen, maar toen hij terugkwam loist hij al leen maar te vertellen, dat de Toren een benzinepomp zag en dat er een zeer interessante Het geheim van de toren Coca Cola-auto in aantocht was. Het deed ons denken aan Groot vaders verhaal over de oude Tinus, die Napoleons tocht naar Rusland had meegemaakt, maar nimmer méér wist mee te delen, dan dat het „vee koud" was geweest. Niet onjuist, maar beperkt. Ook onze han delsman had blijkbaar de vrucht van vijf eeuwen Toren-medita tie niet thuis gebracht en werd deswege naar bed verwezen. Toen ging dan eindelijk onze jongste, die het in de sprookjes altyd wint en die, eerlijk ge zegd, een grote suf kous is; hij vergeet steevast zijn bood schappen en komt altyd en overal te laat. Toen hij bij de Toren kwam, wist hij natuur lijk niet meer wat hij er eigen lijk kwam doen, overigens ver gat hij ook weg te gaan en hij vergat de tijd omdat de maan er zoo mooi scheen. En zo heeft juist hy dan, een witte Juninacht, het vreemd*, ogen blik beleefd, dat sommige onno- zelen gegeven wordt, het ogen blik, dat alles eenvoudig wordt en simpel als water en de Toren heeft hem het Téken gegeven, dat de conclusie bewaart van alle historieën, de sleutel tot alle wijsheid, tot alle geluk, en he'. antwoord van de Toren was van een alles omvamende wijd heid, van een beschamende eenvoud: hy zweeg. J. C. v. 8. Het is een wat wrang stuk, dat aan het brein van- deze Frans man ontsproten is en waarmee zoals gezegd aan de 6pelers zware eisen worden gesteld om het geheel binnen de perken van de zui vere tragiek te houden. Onder regie van Kox Arnoldi is 't Rotterdams To neel daar slechts ten dele geslaagd en met name Arnoldi zelf verloor zich nogal eens in een wat te „huilerige" vertolking. Loudi Nijhoff daarente gen wist prachtig gestalte te geven aan Edmée, terwijl Andrea Domburg een overtuigende Osmonde speelde. Ko van Dijk woekerde met de moge lijkheden, die regisseur Arnoldi hem had gelaten en gaf een aanvaardbare Michel Sandier te aanschouwen. Nel Knoop vertolkte de moederrol en zo werd „Een man Gods" alles bijeen een voorstelling, die de Rotterdam mers geboeid volgden. COMEDIA: „BOBBELTJE" ANDRé ROUSSIN is een andere Fransman en van hem is:„BobbeItje", een blyspel, waarmee Comedia straks zónder subsidieonge kende triomfen vierde, sinds de pre mière in Utrechts Stadsschouwburg, een première waarvan geen sterve. line- heeft begrepen waarom z|j eerst zo laat in het seizoen werd gegeven. Dit stuk („Bobosse" is de oorspron kelijk titel) behandelt ook een hu welijksprobleem, maar dan van on eindig lichter kaliber en op een wij ze, die de toeschouwers beurtelings de adsm doet inhouden en hartelijk schateren. Een stuk vol milde levenswijsheid, vol spitse, geestige dialogen en in een voortreffelijke vertaling van regis seur Jan Teulings. De inhoud? Een spel van schijn en wezen, met in de hoofdrol de man Bobbeltje, (zo ge noemd van wege een knobbel op zijn schedel) die op het toneel een verla ten minnaar moet spelen en in wer kelijkheid tegelijk een verlaten min naar wordt. Schijn cn wezen, wonder lijk vervloeiend. Guus Hermus maakte van Bobbel tje rondweg een creatie; een gebeur tenis in onze toneelwereld Bob Verstraete sehitterde als een stotte rende radio-reporter Cor Hermus als een dwaas van een schilderende oom en al de overigen werkten, zij het op bescheidener wijze, voortref felijk mee aan dit kostelijk dwaze geval, dat onder de naam „Bobbel tje" nog lang in blijde herinnering zal voortleven. gegrift hadden, uit te beelden en te benaderen in de sfeer van de film die door „concrete muziek" geheel nieuwe mogelijkheden ontsluit. De geluidsopnamen zijn vervaal „igd in de studio's van Radio Difusion et Television francaises te Parijs. Het ls de bedoeling, dat deze fUm met enige andere Nederlandse films zal worden vertoond op het interna tionaal filmfestival dat de volgende maand in Cannes wordt gehouden. Flitsen uit de nieuwste Nederlandse film: „Maskerage"Van boven naar beneden: Een begrafenismasker uit Nieuw-Guineaeen Indianenmas- ker en het hoofd van een zogenaamd Spijkerbeeld uit da Congo, dat door de inboorlingen gebruikt werd als symbool van de vyand. ava!cade,- .DEUTSCH-HOLLSXDISCH KUL- TURBAUM", zo luidt de titel van het onderwerp .voor de Duits-Neder landse universiteitsweek, die in de laatste week van April te Osna- briick zal worden gehouden. INTERNATIONAAL is het Grand Ballet van de markies De Cuevas, het vroegere ballet de Monte Carlo. Tri omfen vierde de markies in de afge lopen weken te Amsterdam; Den Haag en Rotterdam, met de premiè res „Le Prisonnier du Caucase" van George Skibine en „La Femme Mu sette" naar Anatole France, met ge- orchestreerde muziek van PaganinL Het ballet van de markies telt ruitn zestig leden van zeer vele nationali teiten. DE FILMACTRICE Betty Hutton, vooral bekend uit ,'^Lnnie get your gun", is op S 1-jarige leeftijd weer eens in het huwelijk getreden en wel met de ballet-regisseur Charles O'Curran. Betty was juist uit Korea teruggekeerd, waar zij enorm veel succes oogstte bij haar optreden voor de UJI.O.-strydkrachten. ,RLERE COMES THE BAND" is de titel van 'n serie radio-uitzendingen, die gedurende drie maanden door mi litaire orkesten uit de Atlantische Pactlanden verzorgd zullen worden voor de Amerikaanse radio. De Ma rinierskapel, onder leiding van Gijs- bert Nieuwlandopende deze serie en de mars ,jLang leve de Marine" werd gekozen als herkenningsmelodie voor dit programma. SINGAPORE HOTEL" van Johan Fabricius en „Spél met een droom" van Hans Nesna zyn twee van de zes nieuwe Nederlandse toneelstukken, die door de vereniging van Neder landse toneelschrijvers onder de aan- dackt van de amateurgezelschappen gebracht zullen worden. Men hoopt het amateurtoneel te winnen voor het uitbrengen van nog niet gespeel de stukken. HET HAAGS Museumkamerorkest zal op 25 Maart zijn tienjarig jubi leum herdenken met een concert in Diligentia. Dit orkest speelt vooma- mélyk werken, die nog nimmer in Nederland ten gehore zijn gebracht die aflcomstig zijn uit de muziek bibliotheek van het Haags gemeente museum. Van 191)2 tot 1952 werden niet minder dan 225 noviteiten ten gehore gébracht.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 7