Zeeland oud...
C
J
ZEELAND NIEUW
Culturele
Een historische roman, die in
Zeeland speelt
ehnBOEK VAN:
CINEAST MAX DE HAAS BRACHT
DODE MASKERS TOT LEVEN
EEN HUWELIJKS-PROBLEEM EN
EEN HUWELIJKS-,.PROBLEEM''
c
ZATERDAG 22 MAART 1952
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
LETTERKUNDIGE KRONIEK
Knap van opzet, maar helaas
onbeholpen van uitwerking
Barend de Graaff: Gebrandmerkt
EEN WERKELIJK GROOT ROMANSCHRIJVER dient onder meer over
deze twee belangrijke gaven te beschikken: hjj moet een boek weten te
componeren, een levendige intrigue weten ontwikkelen en uit te wer
ken; én: hij moet in staat zijn dat goed opgebouwde verhaal waardig te
vertolken, waarvoor behalve diepe psychologische kennis, intuïtie en zelf
beheersing, vooral ook een soepel, rjjk en zuiver taalgebruik vereist is. Nu
ziet men zo vaak, helaas, dat menig voortreffelijk schrijver moeite heeft
met de opbouw, het in elkaar zetten van zjjn verhaal, terwijl weer ande
ren, die op onverbeterlijke wijze een boek in elkaar weten te zetten, hun
goede ideeën bepaald stuntelig uitwerken. Tot deze laatste groep behoort
Barend de Graaff. Zijn roman „Gebrandmerkt" is knap en kundig opge
bouwd, het gegeven is boelend. Des te meer valt het te betreuren dat zijn
styl minder dan middelmatig moet worden genoemd, terwijl ook de uit
werking van de in aanleg zo goed opgezette karakters zeer gebrekkig is.
„Gebrandmerkt" is een historische
roman, spelend in de 18e eeuw, in
het Schouwse stadje Brouwershaven.
De hoofdpersoon is „dokter" Johan
nes Cato Kamerling, een soort gentle-
man-oplichter, die evenwel ondanks
al zijn bedriegerijen de sympathie van
de lezer weet te behouden, zoals dat
meestal met de hoofdpersonen uit
schelmenromans het geval is. VVan-
nee het boek begint, arriveert deze
dokter met grote statie en rijkdom
in Brouwershaven, om zich daar als
practiserend arts te vestigen. Zijn
koffers met kostbare kleren en schat
ten aan geld en edelstenen heeft hij
echter gestolen van een Franse edel
man; zijn doctorsbul is vervalst; zijn
kerkelijke attestaties en fraaie aan
bevelingsbrieven heeft hij zelf ver
vaardigd; zijn invloedrijke relaties,
zijn voorname afkomst, heeft hij ver
zonnen, ja, zjjn naam is zelfs vals.
door HANS WARREN
Op zijn rug staat o.a. het brandmerk
van de stad Rotterdam, die hem
reeds als jongeman verbande. Ken
nis van de geneeskunde heeft hij niet,
maar wel veel flair en een flinke do
sis gezond verstand, waardoor hij een
paar opzienbarende genezingen weet
te bewerken, o.a. van de burgemees
tersdochter der stad. Hierdoor wint
hij het vertrouwen van de bevolking.
Door zijn voornaam optreden, zijn
grote beschaving en zijn zogezegde
voorname afkomst, weet hij ook de
regenten en andere magistraten van
de stad voor zich in te nemen, en zijn
positie lijkt volkomen gevestigd wan
neer hij tenslotte de door hem gene
zen rijke burgemeestersdochter, Kri-
na Bijl, tot vrouw krijgt.
DE WARE AFKOMST
Ondertussen heeft de lezer verno
men wie dokter Kamerling in feite
is: de niet gewettigde zoon van een
voornaam heer, die zijn moeder, zusje
en hem zelf had verlaten om in eigen
stand een rijk huwelijk te sluiten. In
waarheid was echter Johannes' moe
der, Jansje Verzijl, de grote liefde
van die heer geweest en gebleven.
Toen zijn vader met de andere vrouw
trouwde, had de knaap Johannes
reeds genoeg begrip om te voelen
welk onrecht er geschiedde, en van
dat moment dateerde zijn haat te
gen de standen die dergelijke dingen
niet alleen toelieten, maar eisten. Hij
besloot zich langs even bedrieglijke
wegen de plaats te veroveren die
hem rechtens bleef ontzegd, en daar
door werd hij een oplichter, dief, fal
saris en vrouwenverleider. Pas wan
neer hij zich een zeer grote buit
heeft toegeëigend, besluit hij rustiger
te gaan leven, en daarvoor heeft hij
het Zeeuwse stadje uitgekozen. Zijn
vader (de lezer heeft het vrij snel
door) is de nabij Brouwershaven
woonachtige baron van Goldewijck,
wiens geslacht uit zal sterven, en die
daarom, aan het eind van zijn leven,
vaak te'rugdenkt aan zijn vroegere
geliefde Jansje en haar kinderen.
Daar de karakters uit dit boek wan
neer de schrijver dat wenst óf steke
blind, óf helderziend zjjn, merken de
baron noch Kamerling dat ze vader
en zoon zijn, hoewel de zoon als lijf
arts op Goldewijck komt.
Het duurt wonderlijk lang eer het
geraffineerde maar grote bedrog van
de pseudo-arts aan het licht komt.
Op zeer spannende wijze weet de
schrijver de nadering van het nood
lot te tekenende geruchten, de men
sen die wéten maar nog zwijgen, de
handigheden van Kamerling om tel
kens weer alle schijn van zich af te
schuiven. Tenslotte nadert hat ogen
blik van ontmaskering onherroepe
lijk. Kamerling weet dat, en, als al
die andere malen zou hij gemakkelijk
kunnen vluchten; ja, nu hij in de
hoogste kringen van de stad is opge-
Annie Schmidt
HET IS NIET anders: de war
me aanbeveling die we Annie
Schmidts ,jün wat dan nog?" mee
gaven, kan slechts worden herhaald
voor haar kostelijke schertspoëzie
Het schaap Veronica" even goed
als ,jHet Fluitketeltje". Het is hu
mor van de beste soort. De waarde
ring gaat gelijkelijk uit naar de kos
telijke illustraties van WIM BIJ
MOER. Woord en beeld zijn zo op
elkaar afgestemd, dat men dc pren
tjes eenvoudig niet weg kan denken:
sommige versjes, op de grens van
het onbeduidende of er over, worden
door de tekeningen gered. Helaas is
er geen plaats om iets te citeren uit
de meest vrij lange verzen.
Men kan ze lezen met z'n kinde
ren, met z'n echtgenote of met z'n
grootouders, want wie voor deze
'speelse humor ongevoelig geworden
is, wie zich er „te oud" voor acht,
is diep ie beklagen. Uitgave ,JDe Ar
beiderspersAmsterdam).
nomen, wordt hem openlijk de kans
geboden om zijn biezen te pakken.
Maar zjjn liefde voor Krina houdt
hem in Brouwershaven tot het te laat
zijn laatste ingenieuze plan om
met haar naar Engeland uit te wij
ken mislukt door een domme fout.
Op het marktplein wordt deze trotse
man opnieuw gegeseld en gebrand
merkt. Maar ook Krina's liefde faalt
niet, na één weifelmoedig moment:
alle schande trotserend rijdt zij in
haar koets naar de schandpaal om
haar man naar haar vrijplaats de
Zandhoeve te brengen, waar de ban
hem niet treft. Onderweg daarheen
wordt zij onwel; het rijtuig kan niet
verder komen dan het buiten van
baron van Goldewijck, en daar, waar
inmiddels ook de hereniging van de
baron met zijn vroegere geliefde en
zijn dochter heeft plaats gevonden,
wordt de zoon van Krina en Johan
nes geboren.
ONBEVREDIGENDE
UITWERKING
Dat is, heel in het kort, de hoofd
inhoud van deze historische roman;
zo boeiend en knap van opzet, en he
laas zo onbevredigend van uitwer
king. De stijl van de Graaff is in één
woord: onbeholpen en vaak lachwek
kend. Hij schrijft fouten die men in
de hoogste klassen van de lagere
school al niet meer vindt, b.v. ,,de
schippers hjjsten het zeil" (pag. 35;
fraaiigheden als: „een ridderschoen
van goud op een veld van lazuur en
dwars door dat heen een balk (71),
of: „Haar gedachten waren eerst als
dood" (188), en af en toe plaatst men
vraagtekens: hoe is iemand die ,lang-
achtig, dat hem zo verkillend wijs
doet zijn" is, en wat betekent het
herhaaldelijk als adjectief voorko
mende- woord „ernfest"? Het klinkt
Duits-achtig, maar de Duitse kennis
van de schrijver lijkt toch niet zo erg
groot. Bij het „potjes-Duits" dat hij'
de burgemeester van een Duitse stad
in de mond legt wrijft men zich wer
kelijk even de ogen uit. Die zegt na
melijk, sprekend over Krina: „ach
welso ist das nur der lieberschatz
von unser herr doctorach so...".
Zo kan men nog wel een kolom lang
doorgaan. Dat dit alles het peil van
dit boek zéér naar beneden haalt,
behoeft geen nader betoog. En dat is
jammer, te meer jammer omdat ons
hiermee de kans op een historische
Zeeuwse roman die tevens werkelijk
tot de literatuur kan worden gere
kend, is ontgaan.
DE MUIDERTORENREEKS.
Amsterdam.
Nieuw litterair maandblad
Met ingang van 1 October a.s. zal
maandelijks verschijnen het letter
kundig tijdschrift „Maatstaf", en wel
bii de N.V. Daamens uitgevers-maat
schappij te Den Haag, die onder an
dere reeds het sedert 1934 verscho
nende „Critisch Bulletin" uitgeeft.
Met dit „Critisch Bulletin" zal
„Maatsstaf" in één band uitkomen.
„Critisch Bulletin" blijft na 1 Octo
ber echter ook afzonderlijk verscho
nen.
Beide tijdschriften komen onder
eenzelfde redactie, die nu verschil
lende litteraire generaties gaat om
vatten en die als volgt is samenge
steld:
M. Nijhoff, R. Blijstra, Anthonie Don
ker, Ed. Hoornik en Paul Rodenko.
Voor België neemt Karei Jonckheere
en voor Zuid-Afrika N. P. van Wijk-
louw zitting in de redactie. Deze
laatste twee schrijvers maken met
R. Blijstra en Anthonie Donker reeds
deel uit van de redactie van „Cri
tisch Bulletin".
Nieuwe uitgave van
Simon Stevins werken
Vijf delen van elk 450
bladzijden
Mede dank zy een belangrijke sub
sidie van de Nederlandse organisatie
voor het zuiver wetenschappelijk on
derzoek, is het mogelOk geworden een
nieuwe uitgave van Simon Stevins
werken te verzorgen.
Simon Stevin werd in 1548 te Brug
ge geboren en wordt ook in het bui
tenland als 'n vooraanstaande geleer
de beschouwd. In 1948 300 jaar na
zijn geboorte werd te zijner ere in
Brugge een standbeeld onthuld. Zo
als bekend, was Simon Stevin dé eer
ste, die met tiendelige breuken werk
te en aan hem danken wij o.m. vele
gelijkwaardige Nederlandse woorden
voor wetenschappelijke termen, zoals
wiskunde, stelkunde, evenredig, even
wijdig, enz. Stevin schreef uitsluitend
in het Nederlands.
Ais leden van de redactie-commis
sie voor het opstellen van een gese-
.leetecrde editie zijn benoemd, prof. ir.
R. J. Forbes en de heer E. Crone, ter-
wijls voorts dr. E. J. Dijksterhuis,
prof, dr. M. Minnaert, prof. dr. A.
Pannekoek e a. aan de bewerking zul
len deelnemen. Er zullen vermoedelijk
vijf delen van elk 450 bladzijden ver
schijnen, resp. handelende over „Sta
tica en Hydrostatica", wiskunde, as
tronomie en zeevaartkunde, krijgs
kunde en techniek.
„MASKERAGE"
In Leids museum sloeg het spookuur
Met medewerking van de wetenschappelijke staf van het museum voor
Volkenkunde te Lelden heeft de cineast Max de Haas van „Visiefilm" een
geheel nieuw soort film gemaakt, getiteld „Maskerade", weike binnenkort
zal uitkomen. De film speelt In het museum voor Volkenkunde te Lelden.
Op het middcrnachteijjk uur doet een nachtwaker de ronde door de gan
gen en zalen van het museum. Als dc laatste klokslag van twaalf uur ver
storven Is, komen de maskers tot leven en by het eerste kraaien van de
haan keert langzaam de sfeer van alle dag in het museum terug
De maker heeft deze vorm geko
zen om de maskers der primitieven
van de nuchtere en documentaire
sfeer in het museum en vitrinen te
ontdoen. Door middel van instelling
„uitlichting", beweging en groepe
ring en in belangrijke mate door de
„concrete muziek" van de Franse
componist Pierre Schaeffer is ge
tracht iets van de gevoelens- en ge-
dachtenwereld terug te brengen, die
de primitieve mens in het grensge
bied der bewustwording vervuld moet
hebben toen hij zijn geesten en de
monen opriep en bezwoer.
Het is een poging om de wereld van
het masker, waarin de primitieve
volken hun angsten en verwachtin
gen, hun bezwaren en vervloekingen
-ft*-***
Zierikzee
De Zuidhavenpoo'f
PLANKEN-PROMENADE
Rotterdams Toneel: „Een man Gods''
Comedia: „Bobbeltje"
(Van een speciale correspondent)
„EEN MAN GODS" van de Franse existentialistisch denkende toneelschrij
ver Gabriel Marcel, stelt de opvoerenden voor een zware taak en het Rot
terdams Toneel, dat dit uit 1923 daterende stuk in de Rotterdamse
Schouwburg zjjn première deed beleven, verkeerde Zaterdagavond 7 Maart
dan ook nogal eens juist over de grens, die de waarachtige, innerlyk door
leefde tragiek scheidt van rauw en onbeheerst uiteriyk vertoon. Over het
algemeen evenwel een voorstelling, die niet naliet indruk te maken: dra
matisch en met voortreffelijk spel van Loudi Nijhoff als de wanhopig strij
dende predikantsvrouw Edmée Lemoyne, de echtgenote van de „man
Gods", om wiens geestelijke „existentie" het in dit huwelijksprobleem van
zwaar kaliber voornamelijk gaat.
Want deze predikant worstelt
met de waarachtigheid; een
worsteling, die des te zwaar
der wordt wanneer een vrijwel „ver
jaard" huwelijksconflict plotseling
en aanmerkelijk gecompliceerder
terugkeert. In het begin van zijn hu
welijk met Edmée heeft zij hem be
drogen. Een bedrog, waaruit een
dochter, Osmonde, voortkwam, doch
dat de predikant ioya£l had verge
ven. Wanneer Osmonde meerderjarig
geworden is, verschijnt onverwacht
de vroegere minnaar van haar moe
der ten huize van de predikant. De
man, Michel Sandier, is ongeleeslijk
ziek en geeft de wens te kennen zijn
dichter te zien en daarmee is na
meer dan twintig jaren de onrust op
nieuw geboren. De predikantsvrouw
wordt zich opnieuw bewust van haar
gevoelens voor de nu ten dode opge
schreven Sandier en de dochter Os
monde isoleert zich var haar moeder
en haar vermeende vader, de predi
kant. die hoewel naast zijn vrouw
volstrekt verlaten overbljjft. De
moeder van Paul Lemoyne speelt in
dit drama een stuwende rol op de
achtergrond.
WRANG
Er is niet veel veranderd hier,
sedert Smallegange. De situatie
is vrijwel dezelfde op beide
prentjes. Alleen de stoffering
is wat anders geworden, wat
armer. Er ligt geen vlootje
wimpelehde schepen meer in
de Haven schepen met ra's
nog wel! er staat geen
„bok" meer aan de kant om
voor een mooi tegenlicht-effect
te zorgen; de bestrating, de be
schoeiing, het is allemaal wat
saaier, wat kaler geworden.
Maar de Piepbrug is nog de
Piepbrug en de Poort is nog de
PoortHet is er wat stiller ge
worden, dat is eigenlijk al. Wat
zal men daar van zeggen, dat
niet al honderdmaal is gezegd
Laat die Poort het zélf maar
eens zeggen, bedachten we
daarom; misschien horen we
dan wat beters. Want wat zo'n
toren niet al ziet.' Dat staat
daar in de wijde stilte van het
Zeeuwse licht en droomt, zoals
je zelf zo graag zou staan te
dromen. Wat ziet hij niet alle
maal, zo'n Toren, die daar
maar in de verte staart, van
zijn geboorte tot zijn dood? Hoe
klaar en simpel moet de wijs
heid zijn van wie zó lang zó
stil mag staan en schouwen
over het Schouwse land en
over de Schouwse wateren!
Hoe groot cn weids moe
ten de Gezichten zijn, die hij
ontwaart, in ruimte en in tijd!
Wat ziet hij, dat zijn rust zo
indrukwekkend maakt
Driemaal hebben we het hem
gevraagd en, gelijk dat in
sprookjes gebruikelijk is, we
stuurden eerst onze oudste
zoon, die een vóórlijk jongetje
is en voor professor studeert;
hij zou die Toren zijn geheim
wél ontfutselen. Hij kwam te
rug met een verward verhaal,
over Hoeken en Kabeljauwen
en een boze Graaf die verzoend
moest worden, over haring en
zout en meekrap en glorie van
veel schepen, over een Philips
en een Karei, die op Zierikzeese
schepen naar Spanje voeren, en
over een toren van 200 meter,
die zou worden gebouwd. En
dan verder over vreselijk veel
rampen, over branden cn pesti-
lentieën en geloofsvervolgingen
en dykvallen, overstromingen
en Spanjaarden en Fransen en
Engelse bommen en Duitse
laarzen en telkens kwam daar
weer dat water terug het
was eigenlijk een erg rommelig
verhaal, een beetje koortsig en
zonder slot of zin; dat kón geen
Torenwijsheid zijn. We hebben
hem naar bed gestuurd omdat
hy blijkbaar niet goed geluis
terd had.
Daarna ging onze tweede zoon.
een pientere jongeman, die in
de handel gaat en alle auto
merken kent. Je kunt hem om
een boodschap sturen, maar
toen hij terugkwam loist hij al
leen maar te vertellen, dat de
Toren een benzinepomp zag en
dat er een zeer interessante
Het geheim van de toren
Coca Cola-auto in aantocht was.
Het deed ons denken aan Groot
vaders verhaal over de oude
Tinus, die Napoleons tocht naar
Rusland had meegemaakt,
maar nimmer méér wist mee
te delen, dan dat het „vee koud"
was geweest. Niet onjuist,
maar beperkt. Ook onze han
delsman had blijkbaar de vrucht
van vijf eeuwen Toren-medita
tie niet thuis gebracht en werd
deswege naar bed verwezen.
Toen ging dan eindelijk onze
jongste, die het in de sprookjes
altyd wint en die, eerlijk ge
zegd, een grote suf kous is; hij
vergeet steevast zijn bood
schappen en komt altyd en
overal te laat. Toen hij bij de
Toren kwam, wist hij natuur
lijk niet meer wat hij er eigen
lijk kwam doen, overigens ver
gat hij ook weg te gaan en
hij vergat de tijd omdat de
maan er zoo mooi scheen. En
zo heeft juist hy dan, een witte
Juninacht, het vreemd*, ogen
blik beleefd, dat sommige onno-
zelen gegeven wordt, het ogen
blik, dat alles eenvoudig wordt
en simpel als water en de Toren
heeft hem het Téken gegeven,
dat de conclusie bewaart van
alle historieën, de sleutel tot alle
wijsheid, tot alle geluk, en he'.
antwoord van de Toren was
van een alles omvamende wijd
heid, van een beschamende
eenvoud: hy zweeg.
J. C. v. 8.
Het is een wat wrang stuk, dat
aan het brein van- deze Frans
man ontsproten is en waarmee
zoals gezegd aan de 6pelers
zware eisen worden gesteld om het
geheel binnen de perken van de zui
vere tragiek te houden. Onder regie
van Kox Arnoldi is 't Rotterdams To
neel daar slechts ten dele geslaagd en
met name Arnoldi zelf verloor zich
nogal eens in een wat te „huilerige"
vertolking. Loudi Nijhoff daarente
gen wist prachtig gestalte te geven
aan Edmée, terwijl Andrea Domburg
een overtuigende Osmonde speelde.
Ko van Dijk woekerde met de moge
lijkheden, die regisseur Arnoldi hem
had gelaten en gaf een aanvaardbare
Michel Sandier te aanschouwen. Nel
Knoop vertolkte de moederrol en zo
werd „Een man Gods" alles bijeen
een voorstelling, die de Rotterdam
mers geboeid volgden.
COMEDIA: „BOBBELTJE"
ANDRé ROUSSIN is een andere
Fransman en van hem is:„BobbeItje",
een blyspel, waarmee Comedia
straks zónder subsidieonge
kende triomfen vierde, sinds de pre
mière in Utrechts Stadsschouwburg,
een première waarvan geen sterve.
line- heeft begrepen waarom z|j eerst
zo laat in het seizoen werd gegeven.
Dit stuk („Bobosse" is de oorspron
kelijk titel) behandelt ook een hu
welijksprobleem, maar dan van on
eindig lichter kaliber en op een wij
ze, die de toeschouwers beurtelings
de adsm doet inhouden en hartelijk
schateren.
Een stuk vol milde levenswijsheid,
vol spitse, geestige dialogen en in een
voortreffelijke vertaling van regis
seur Jan Teulings. De inhoud? Een
spel van schijn en wezen, met in de
hoofdrol de man Bobbeltje, (zo ge
noemd van wege een knobbel op zijn
schedel) die op het toneel een verla
ten minnaar moet spelen en in wer
kelijkheid tegelijk een verlaten min
naar wordt. Schijn cn wezen, wonder
lijk vervloeiend.
Guus Hermus maakte van Bobbel
tje rondweg een creatie; een gebeur
tenis in onze toneelwereld Bob
Verstraete sehitterde als een stotte
rende radio-reporter Cor Hermus
als een dwaas van een schilderende
oom en al de overigen werkten, zij
het op bescheidener wijze, voortref
felijk mee aan dit kostelijk dwaze
geval, dat onder de naam „Bobbel
tje" nog lang in blijde herinnering zal
voortleven.
gegrift hadden, uit te beelden en te
benaderen in de sfeer van de film
die door „concrete muziek" geheel
nieuwe mogelijkheden ontsluit.
De geluidsopnamen zijn vervaal „igd
in de studio's van Radio Difusion et
Television francaises te Parijs.
Het ls de bedoeling, dat deze fUm
met enige andere Nederlandse films
zal worden vertoond op het interna
tionaal filmfestival dat de volgende
maand in Cannes wordt gehouden.
Flitsen uit de nieuwste Nederlandse
film: „Maskerage"Van boven
naar beneden: Een begrafenismasker
uit Nieuw-Guineaeen Indianenmas-
ker en het hoofd van een zogenaamd
Spijkerbeeld uit da Congo, dat door
de inboorlingen gebruikt werd als
symbool van de vyand.
ava!cade,-
.DEUTSCH-HOLLSXDISCH KUL-
TURBAUM", zo luidt de titel van
het onderwerp .voor de Duits-Neder
landse universiteitsweek, die in de
laatste week van April te Osna-
briick zal worden gehouden.
INTERNATIONAAL is het Grand
Ballet van de markies De Cuevas, het
vroegere ballet de Monte Carlo. Tri
omfen vierde de markies in de afge
lopen weken te Amsterdam; Den
Haag en Rotterdam, met de premiè
res „Le Prisonnier du Caucase" van
George Skibine en „La Femme Mu
sette" naar Anatole France, met ge-
orchestreerde muziek van PaganinL
Het ballet van de markies telt ruitn
zestig leden van zeer vele nationali
teiten.
DE FILMACTRICE Betty Hutton,
vooral bekend uit ,'^Lnnie get your
gun", is op S 1-jarige leeftijd weer
eens in het huwelijk getreden en wel
met de ballet-regisseur Charles
O'Curran. Betty was juist uit Korea
teruggekeerd, waar zij enorm veel
succes oogstte bij haar optreden voor
de UJI.O.-strydkrachten.
,RLERE COMES THE BAND" is de
titel van 'n serie radio-uitzendingen,
die gedurende drie maanden door mi
litaire orkesten uit de Atlantische
Pactlanden verzorgd zullen worden
voor de Amerikaanse radio. De Ma
rinierskapel, onder leiding van Gijs-
bert Nieuwlandopende deze serie en
de mars ,jLang leve de Marine" werd
gekozen als herkenningsmelodie voor
dit programma.
SINGAPORE HOTEL" van Johan
Fabricius en „Spél met een droom"
van Hans Nesna zyn twee van de zes
nieuwe Nederlandse toneelstukken,
die door de vereniging van Neder
landse toneelschrijvers onder de aan-
dackt van de amateurgezelschappen
gebracht zullen worden. Men hoopt
het amateurtoneel te winnen voor
het uitbrengen van nog niet gespeel
de stukken.
HET HAAGS Museumkamerorkest
zal op 25 Maart zijn tienjarig jubi
leum herdenken met een concert in
Diligentia. Dit orkest speelt vooma-
mélyk werken, die nog nimmer in
Nederland ten gehore zijn gebracht
die aflcomstig zijn uit de muziek
bibliotheek van het Haags gemeente
museum. Van 191)2 tot 1952 werden
niet minder dan 225 noviteiten ten
gehore gébracht.