Annie M. G.
eender"
Schmidt wilde „precies
zijn...
BOEK OVER
Over duivels, kruiden en dokters
EEN
FILMMUSEUM KREEG PLAATS IN
AMSTERDAMS ..STEDELIJK"
BEETHOVEN DE GEWELDIGE OF
BEETHOVEN DE DICHTER
r
v._
J
ZATERDAG 15 MAART 1952
PROVINCIALE ZEEUWSE CORANT
7
GÉÉN SIMPELE ZIEL
Merkwaardige ontdekking van
documentaliste: ze kon schrijven!
(Van een eigen redacteur).
ANNIE M. G. SCHMIDT IS géén „simpele del", maar ook geen vin-
nig-bydehante juf met een-teveel-aan-spraakwater. Zij is een dóódge-
wone Annie, van origine leeszaal-directrice, die jaren geleden stil en
schuchter, zo helemaal van binnen, een tikkeltje hoop koesterde, dat zy
nog wel eens Literatuur zou bedrijven. Literatuur met een hoofdletter
wel te verstaan: Vestdijk, Roland Holst en daarbij dan Annie M. G. En
die zich het 'k weet-nlet-wat schrok, toen bleek dat ze cabaretteksten
kon schrijven. En kinderversjes. En „impressies van een simpele ziel"
Jaren geleden zat ze als klein meisje in de schoolbanken van Ka-
pelle, droeg schoenen in plaats van klompen en had, als ze buiten speel
de, een mal-rond hoedje op het hoofd, omdat zoiets paste bij de dochter
van de dominee. Toen besloot Annie M. G. „vreselijk" haar best te doen
om in alles „asjeblieft-precles-eender" te zijn als de andere kinderen
van de klas. Zo sprak ze zo mogelijk nog platter Zeeuws dan de ras-
Kapelienaars, maar dat ging nooit helemaal, omdat ze teveel met de
rrrr's roldeEn sindsdien is het zo gebleven: nog altijd doet ze moeite
om „net als andere mensen" te zijn, maar het lukt slechts zelden
Géén simpele ziel en toch ook niet
vinnig-bijdehand. Daarom is het ple
zierig met haar te praten, over haar
werk en over vroeger, over die eigen
aardige wending, die haar leven de
laatste jaren heeft genomen: „Als
mij tien jaar geleden was voorspeld,
dat ik nog eens cabaretteksten zou
schrijven, had ik flink gelachen. Ik
wist zelfs niet, dat ze bestonden!"
Tien jaar geleden. Toen was Annie
M. G. Schmidt directrice van de
openbare leeszaal te Vlissingen. Tja,
dat leeszaalwerk. Daar begon ze
mee nadat ze zowat alles had ge
daan, wat een jong meisje na de H.
B.S. doet. Notariaat gestudeerd en
er mee opgehouden. Au pair gewerkt
in diverse gezinnen. Steno. En ten
slotte na nog enkele van soortgelijke
pogingen leerling in de Middelburgse
leeszaal. Na het behalen van diplo
ma's trok zij via de Amsterdamse
kinderleeszaal naar Vlissingen.
Annie M. G. Schmidt.
geschrokken.
Daar maakte Annie Schmidt de
oorlog mee met al de onplezierige
zaken, die daaraan vooral in de
Scheldestad waren verbonden. Toch
waren er hier vele goede dingen,
waaraan zij nog met veel genoegen
terugdenkt: „Vooral de hulpvaardig
heid en de vriendschap waren in die
tgd bijzonder groot".
IN DE JOURNALISTIEK.
Na de bevrijding raakte de lees
zaaldirectrice in de journalistiek ver
zeild, doch dat betekende geenszins,
dat Annie M. G. in den vervolge
langs veld en beemd trok, gewapend
met blocnote en vulpen voor het ma
ken van boeiende reportages, want
haar journalistieke start was verre
van boeiend. Ze kreeg namelijk de
documentatie-afdeling te verzorgen
van een der Amsterdamse dagbladen,
hetgeen er op neerkwam, dat zij werk
moést doen, dat akelig veel leek óp
de minst prettige kant van het lees
zaalvak
„Tja, en toenzegt Annie en
ze wacht plotseling even, een korte
pauze, die als het ware het keerpunt
in haar leven symboliseert, „toen
werd er een cabaretclubje op de re
dactie opgericht en daarvoor waren
teksten nodig. Ik probeerde het ook
eens en het ging! Wlni Kan en Wim
Sonneveld kregen er wat van In han
den en Ik hoorde, dat zy het konden
gebruiken. Zo kreeg ik er plezier ln".
Dat komt er allemaal zo rustig en
kalm uit, zo simpel als een stukje
van Annie M. G. zelf, alsof dit a""s
niet veel meer inhield dan een onbe
tekenend niemendalletje. Zo op de
manier van: „We hadden zin in thee
en lk dacht, kom, laat ik eens probe
ren of ik soms de kunst van thee
zetten machtig ben. Wel, het ging en
we vonden het allemaal erg lek
kerAnnie M. G. ziet waar
schijnlijk de vrolijke verbazing op het
gezicht van haar bezoeker, want ze
voegt er een beetje verontschuldi
gend aan toe: „Het is hélemaal niet
moeilijk, hoor. Dat moesten meer
mensen beseffen. Er Is een groot ge
brek aan goede tekstschrijvers en er
is nog emplooi genoeg. Nooit den
ken, dat je het niet kunt, want dat
weet je niet Ik dacht het immers
ook".
ANDER WERK.
Het bleef niet bij cabaretteksten en
van het een kwam het ander. „Schrijf
ook maar eens een stukje" zei de re
dactie, die nog maar half bekomen
was van haar verbazing over dit
merkwaardige talent in de documen
tatie-afdeling en Annie produceerde
haar eerste simpele-ziel-impressie.
het schaap Veronica kwam ter we
reld, de dames Groen, de dominee,
het fluitketeltjekortom Annie
M. G. werd bekend, wordt nog steeds
Sinds enige jaren bestaat er
grote belangstelling voor het
werk van de schrijfster Annie
M. G. Schmidt. De telcsten, die
zij voor enkele vooraanstaande
Nederlandse cabaret-gezel-
schappen schreef, oogstten in
brede lering waarderingeven
als haar korte stukjesdie zij
onder de titel impressies van
een simpele ziel" in een dag
blad publiceerde. Deze impres
sies werden later gebundeld en
door lezers en critici met en
thousiasme ontvangen. Ook
haar versjes voor „kinderen
van negen tot negentig" wer
den spoedig populair. Een on
zer redacteuren had met deze
uit Zeeland afkomstige schrijf
ster een onderhoud en gaf zijn
indrukken in nevenstaand arti
kel weer.
bekender enbegrijpt het zelf
niet.
„Soms komt er iemand onverwacht
op me af en begroet me als een oude
kennis. En werkelijk, dan heb ik de
man nog nooit gezien". Ze zucht een
beetje hulpeloos. „Op de boeken
markt tijdens de boekenweek word-je
aangestaard en begluurd alsof je
achter de tralies van een dierentuin
Neen, ze snapt het niet, maar
ze er een beetje gewoon aan
raakt, vindt ze het toch wel leuk.
Nog altijd komt ze graag in Zee
land, waar ze opgroeide, waar ze
schoolging en waar ze werkte. „Als
ik in Amsterdam een Zeeuwse muts
zie, zou ik er wel naar toe willen
vliegen om eens te vragen: En oe 1st
noe mie Kee van Jaone?" Ze moet
zelf om lachen dat het Zeeuws
haar nog zo vlot afgaat.
Dan een blik op het horloge: an
dere plichten roepen en er komt een
eind aan dit gezellige onderhoud met
deze jonge vrouw, die zulke geestig-
rake stukjes schrijft, die zo fijntjes
de draak steekt met onze hebbelijk
heden, die haar vroegere literaire as
piraties nog niet helemaal is verge
len („een werk van lange adem zou
ik nog wel eens willen schrijven.
Maar dan op voor mij bekend terrein.
Een rijmspel of zoietsen die
tenslotte zo heel gewoon blijkt en
zelfs een beetje geschrokken is van
haar eigen capaciteiten
Och, als het aan haar lezers ligt,
schrikt Annie M. G. Schmidt nog
haar hele leven lang! de K.
(Van onze speciale verslaggever).
Met de opening van het Nederlands Filmmuseum in het Stedelijk Mu
seum te Amsterdam heeft het filmwezen een tweede plek ter wereld ge
vonden, waar het officieel erkend is als de achtste muze van de kunst.
De eerste plaats waar dat geschiedde, was New York. Het Museum voor
Moderne Kunsten aldaar ruimde al vijftien jaar geleden een hoek in voor
deze jongste en roerigste der muzen. Parys zal waarschijnlijk binnenkort
ons Amsterdam navolgen.
Erkend
In dit Nederlands Filmmuseum ls
een collectie grotere en kleine films
ondergebracht, die op een of andere
wijze van belang zijn geweest in de
ontwikkelingsgeschiedenis van ons
filmwezen. Er bevindt zich de uit
1930 daterende film „Zuiderzee", die
Joris Ivens maakte; een historisch
document met als hoogtepunt het
dichten van de afsluitdijk. En verder-
het uit de twintiger jaren daterende
pretentieloze speelfilmpje, „Bet, de
koningin van de Jordaan", dat
Adriënne Solser maakte.
Niet alleen verleende het Stedeiyk
Museum hulsvesting aan dit en an
der materiaal, maar er werd ook een
projectiezaal gemaakt, waar het ver
toond zal kunnen worden.
Nog om een andere reden wijkt
dit museum af van het traditionele
beeld, dat wy ons van een dergelijke
instelling gevormd hebben. Behalve
voor vertoning in eigen huis zal het
materiaal n.l. ook beschikbaar zyn
voor vertoning elders. Met andere
woorden: het is een mobiele verza
meling.
„PANTA RHEL"
De officiële opening geschiedde
met de eerste vertoning van een door
Bert Haanstra vervaardigd filmpje,
dat de Griekse titel „Panta Rheï"
Alles stroomt kreeg. Dit
filmpje is gemaakt met medewerking
van het ministerie van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen. Het
eeuwig bewegen ln de natuur is
uitgangspunt en thema van deze
rolprent. Max Vredenburg leverde
een verantwoorde muzikale illustra
tie by de lichtspelingen in het bos,
de rimpelingen in het water, uitrol-
De
w ij n
,J)E WIJSHEID IN DE KAN
door Jan Brusse. Uitgav
Ad. Donker, Rotterdam.
Jan Brusse, die ons reeds een kos
telyk boekje over Frankrijk („Pari?
vous parle") heeft geschonken, koos
ditmaal de wijn tot onderwerp van
een bundel schetsen, die iedereen, die
van het land van Marianne heeft le
ren houden, met het grootste plezier
ter hand zal nemen. Heerlijk luchtig
geschreven, zijn deze speelse ontboe
zemingen als de wijn zelf: fonkelend
en tintelend In het glas, prikkelend
door het bouquet van zyn fijn aroma
en zo bedwelmend, dat men er haast
niet meer mee kan uitschelden, wan
neer men er eenmaal aan begonnen
is. Het boekje is verlucht met enige
geestige en fijnzinnige tekeningen
van een niet by name genoemd kun
stenaar, die zyn illustraties met v. K.
signeert.
Dr. P. H. Pot maakt studiereis
naar Tibet
Op 29 Maart zal dr. P. H. Pott,
:onservator van het ryksmuseum
/oor volkenkunde te Beiden, een be-
cend kenner van het Boeddhisme,
zich inschepen voor een studiereis
aaar Klein- of Indisch Tibet. Dr. Pott
zal ongeveer drie vier maanden
wegblijven. Wanneer hy In Bombay
zal zyn aangekomen, zal hy zyn tocht
met de trein tot Pathankot voortzet
ten en vandaar te voet en per muil
ezel in Noordelyke richting naar
Klein- of Indisch Tibet trekken om
de vele Boeddhistische kloosters, die
zich aan de Westelijke uitloper van
de Himalaya bevinden, te bezoeken.
Dit zal een expeditie worden, die hem
over bergpassen van 4000 meter hoog
te voert Op de terugtocht zal dr.
Pott zich dan nog ln India oriënteren de overledene nog niet weggehaald
en universiteiten en Boeddhistische Ongedierte krioelt ln de matrs
lende golfjes op het strand, verwaai
ende wolkenflarden en dwarrelende
bladen. De verdienste van Haanstra
is dat hy hier een schoonheid in ge
sublimeerde vorm heeft willen con
cretiseren met het moderne hulpmid
del der filmstrook.
„Elckerlyc" voor Delft behouden.
Van de zyde van het openluchtthe
ater te Bloemendaal zyn pogingen
gedaan om ln het raam van het Hol
land-Festival de opvoering van „Elc
kerlyc" dit jaar in genoemd theater
te doen geschieden. Aangezien het
bestuur van het Holland-Festival
gezien de geslaagde opvoeringen ln
de voorgaande jaren de voorkeur
schynt te biyven geven aan Delft, la
thans van plaatselijke particuliere
zyde het initiatief genomen, te trach
ten de opvoeringen voor Delft te be
houden. Over de plaats van opvoering
in Delft wordt nog nader overleg ge
pleegd. Wel staat vast, dat Johan de
Meester weer als regisseur op zal
treden en leden van de Nederlandse
Comedic de opvoering zullen verzor
gen.
Toneelsubsidies
verdeeld
COMEDIA THANS ZONDER
BLIJFT TOCH BESTAAN
Het gezelschap Comedia zal het in
het komende jaar zonder subsidie
moeten doen. Dit is de consequentie
van het feit, dat de regering aan de
stichting „Cenrtaal Coördinatie Bu
reau voor het Toneel" voortgeko
men uit het in de bezettingstyd ont
stane „Toneelplan") moest verzoeken
de gesubsidiëerde gezelschappen van
vijf tot vier terug te brengen.
Na langdurig overleg is besloten
de totale subsidie van 340.000 - vier
maal 80.000 - te verstrekken aan 't
Amsterdams Toneelgezelschap, de
Haagse Comedie, de Nederlandse
Comedie en het Rotterdams Toneel.
Daarnaast koestert men de verwach
ting, dat ook het Nederlands Volks
toneel op een. subsidie in het komen
de seizoen zal kunnen rekenen.
Een aantal leden van Comedia zal
in de gelegenheid worden gesteld
zich by de andere gezelschappen aan
te sluiten. Er blyft evenwel een kern
groep over. die Comedia zal doen
voortbestaan.
PODIUM PROMENADE
Bij het eerste concert van de Haagse Beethovencyclus
George van Renesse met het Residentie-orkest
(Van een byzondere medewerker).
DOODSTIL IS HET GEWORDEN In het stampvolle Gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen ln Den Haag, waar Van Otterloo het eerst©
concert van de Beethovencyclus dirigeert. Stil en aandachtig luistert
men naar George van Renesse, die Beethoven's Derde planoconcert
speelt. De eerste gedragen accoorden van het Largo klinken zacht door
de hoge zaal en niemand kan zich meer onttrekken aan de bekoring van
deze mysterieuze klanken. Roerloos wacht het Residentie-orkest op het
ogenblik, waarop het met de vleugel zal Instemmen, luisterend en wach
tend staat Willem van Otterloo achter de dirigenten lessenaarOok
hy is geboeid door de wonder-schone planoklank
Dit is geen Beethoven-muzlek,
waarin de elementen zyn losgebar
sten, waarin alles kookt en bruisten
waarvan de accoorden als zweepsla
gen door de zaal zwiepen. Dit is
een klankenwereld, waarin men de
stille ontroering hoort van een noj
jonge man, die iets schoons heef
ontdekt en haastig naar een ander
wil gaan om óók hem gelukkig te
maken. Die echter niemand vindt en
dan weer tot zich zelf inkeert en
zich in zijn muziek uitzingt. Ztt
spreekt van geluk en tegelykertyd
van verlangen. Doch ook van een
onbewust weten, dat schoonheid dik
wijls smart baart
George van Renesse speelt Zijn
lenige gestalte buigt zich voorover
naar de toetsen en het schynt alsof
hy zijn omgeving is vergeten. Deze
Beethoven moet hem dierbaar zyn,
want anders zou hy hem niet zó
kunnen spelen. Sommigen waarderen
deze ingetogen visie niet: „Zo speelt
men Schubert, de Dichter, maar niet
Beethoven, de* Geweldigealdus
menen zy. Misschien hebben zy ge-
lyk, wanneer het *e twee laatste
Prinses Armgard, de moeder van Prins Bernhard, zal zich, zoals bekend,
binnenkort definitief in Nederland vestigen. Op medisch advies heeft zjj
moeten afzien van het huls in Hilversum, dat aanvankelijk als woning
was gedacht, doch ln de practyk enige bezwaren bood. De Prinses zal
zich thans vestigen op het rustiger gelegen kasteeltje „Warmelo" te
Diepenlieim, thans bewoond door baron en baronesse Van der Borch
De oorspronkelijke havezate Warmelo dateert reeds van vóór 1547. In 1874
echter werd het oude Warmelo door een nieuw geboow vervangen.
LETTERKUNDIGE KRONIEK
Boeiend, maar verward schriftuur over
geneeskunde in de loop der eeuwen
Veel mensen hebben, met de dichter, wel eens verzucht: „we zftn eeu
wen en eeuwen te laat geboren", en inderdaad, als we terugzien van de
chaotische tyd naar de glanzende perioden in vergleden eeuwen, dan kun
nen we daar wel eens naar terug verlangen. We zouden dan de auto, het
vliegtuig, desnoods de telefoon of de electrlclteit willen opofferen, om
langzaam in een trekschuit door een zonnig land te varen; om mee op te
trekken met kleurige, wapperende vaandels ln een middeleeuwse kruis
tocht; om deelnemer of toeschouwer te zyn by een oud-Grieks sport
festijn onder de felblauwe attische lucht. We willen de bromfiets weer wel
rullen voor een paard en ons colbertcostuum voor een zwierig gedrapeerde
mantel maar zouden we ooit afstand willen doen van bet peil dat de
hedendaagse geneeskunde heeft bereikt? Wat de geneeskunde betreft, le
ven we op het ogenblik in het mooiste tydperk; de voortgang ln de laat
ste honderd jaar is ongelooflijk groot en de mogeiykheden voor de toe
komst zyn zeer hoopvol. Wat de medische verzorging betreft zouden we
misschien best wat later willen leven
We brengen een bezoek aan het
„Hötel Dieu", een Parys' ziekenhuis
in de Middeleeuwen. Het woord „zie
kenhuis" is een begrip voor ons ge
worden, we denken direct: uiterste
stiptheid en zlndelykheid, gefluister
en stilte, bekwame verzorging door
artsen en zusters. Maar toch boven
al: pynlyke properheid van alles:
van de zieken, him bedden, de mate
rialen, het voedsel.
Nu ons middeleeuws ziekenhuis.
Het is groot: het Hötel Dieu heeft
1200 bedden. Daarvan zyn er 486...
voor één patiënt. In de andere bed
den, die nauweiyks twee meter breed
zyn, liggen drie, vier, soms zes zie
ken by elkaar en wie geen bed kon
bemachtigen ligt op stro op de vloer
in de grote onverlichte en onver-
warmbare vertrekken. Natuurlijk is
er geen plaats voor drie of vier men
sen in zo'n bed van nog geen twee
meter breed en ze liggen dan ook
om en om, 't hoofd van de één naast
de voeten van de ander. Mannen en
vrouwen oud en jong liggen door
elkaar; lijders aan verschillende be-
smettelyke ziekten liggen naast een
kraamvrouw, hier en daar is gister
iemand gestorven, maar men heeft
oudheden in ogenschouw nemen.
en langs de wanden, en de xieken-
verzorgsters, veelal het uitvaag
van de maatsehappy in die tyc
houden als ze binnen komen een in
azyn gedrenkte spons voor de mond,
omdat de stank ondragelyk is. Voe
ding en verzorging zyn navenant.
Niemand, ook de doktoren niet, weet
van besmettingsgevaar of handen-
door HANS WARREN
pijn verdoven bestaat niet.
Een amputatie geschiedt by vol be-
wustzyn tot men bezwymt van de
pijn; grote wonden worden dichtge
brand met hete ijzers of kokende
olie, want hoe men bloedvaten e d.
afbinden moet, weet niemand. Ope
raties overleeft men zelden door de
haast onvermydelyk volgende infec
tie. Bijgeloof heerst alom. Wie zou
naar dergelyke tijden terugwillen?
DE DOOD VAN KAREL
De armste stakker van tegen
woordig krygt een betere behandeling
dan de vorsten van weleer! Karei
II van Engeland stierf in Februari
1685, dus nog maar een goede 265
jaar geleden. Zeer waarschynlijk trof
hem op 2 Februari van dat jaar een
beroerte. Wat men o.a. met het
'slachtoffer deed? Eerst aderlaten
(800 c.c.). Dan gaf men hem een
braakmiddel en een paar afvoermid-
delen na elkaar. Vervolgens en clys-
ma met wel zestien verschillende be
standdelen, vooral kruiden, er in. Na
twee uur weer een dysma en daar
na nog eens een laxeermiddel. Men
schoor hem kaal en paste een blaar
trekkend middel op zyn schedel toe.
Gaf hem een snuifje nieskruid en
een poeder van sleutelbloemen ,om
zyn hersenen te versterken". Mc_
hield niet op hem laxeermiddelen te
geven, afgewisseld met talloze ex
tract jes en drankjes, het een al
waardelozer dan het ander, en men
legde op zyn voeten een pleister van
Bourgondische pek en duivenmest.
Men aderliet hem nog eens voegde
hem weer talloze kruiden toe (het
citeren van de namen vult een hal
ve kolom) en toen dat alles, wat
wonder, niet hielp, gaf men hem op
geloste parels en veertig druppels
van een extract van mensenschedel.
Tenslotte kreeg hy nog een bezoar-
steen toegedienden toen stierf
hij.
Aan kardinaal de Richelieu gaf
men op z"n sterfbed een mengsel van
paardenmest en witte wyn, en hy
dronk het nog op ook
Men zou er om lachen, als het niet
zo tragisch was.
MEDICIJNMAN EN
GENEESHEER
Dergelyke dingen, en talloze ande
re wetenswaardigheden worden ons
uitvoerig verhaald in het boek „Van
Medicynman tot Geneesheer" van
Howard W. Haggard. De oorspron
kelijke titel: „Devils, Drugs and
Doctors" is beter, want een werke-
lyk doorlopend verhaal over de ont
wikkelingsgang van de geneeskunde
;eft dit werk niet; integendeel: het
een boeiend, doch tamelijk ver
ward schriftuur, waarin weinig lijn
te onderkennen is. Vooral van de
„medicynman" komt men bitter wei
nig te weten De schrijver springt
van de hak op de tak. Enigszins
sensationele onderwerpen, die het al
tijd „doen" krygen veel meer dan
hiermee zyn we tot de kern van dit
hun volle pond in dit overzicht. En
boek: men kan zich niet onttrekken
pianoconcerten betreft, geschreven
door een andere Beethoven dan die
van dit opus 37. Hier spreekt echter
nog een componist, die tussen twee
perioden van zyn kunnen Instaat en
die nieuwe wegen tracht te vinden.
Daarom verdraagt dit concert zowel
de ingetogen lyriek van George van
Renesse als de meer uitbundige ver
tolking van andere ^pianisten.
By het luisteren naar Van Renes
se wordt het duideiyk, dat deze pia
nist dit werk zó moet spelen, omdat
een andere interpretatie hem niet
ligt. Muzikaal gezien leeft deze kun
stenaar meer ln de Mozartiaanse
sfeer dan in de geweldenaars-styi,
die men by Beethoven zo graag wenst
te horen.
Prachtig klinkt het middendeel»
vvaarby het orkest zich onder Van
Otterloo's meesterlijke leiding emi
nent aan het spel van dc solist aan
past. Fluit en fagot zingen hun korte
thema, tenvQI de plano zacht en
klein van toon hun zang omspeelt.
Als de laatste klanken van het Largo
ln de plano en even later ln het or
kest zün verklonken, blijft het dood
stil
Maar onmiddellijk begint het speel
se Rondo. Springerig en met jeugdi
ge overmoed danst het door de zaaL
De gehele sfeer verandert plotseling:
de spanning wykt en men krijgt een
feestelijk gevoel door de vrolijke en
soms humoristische klanken, dfe Van
Renesse uit de Stelnway en Van Ot
terloo uit zyn orkest te voorschijn
tovert. Deze zonnige Beethoven ls
inderdaad nitnemend geschikt om
een Beethoven-cyclus mee te begin
nen.
Er wordt wel eens geklaagd over
de steeds terugkerende series Beet-
hovenconcerten, maar toch kan men
niet ontkennen, dat de muziek van
deze Veelzydige altijd weer boeit. Zo
ook tijdens dit openingsconcert van
de Haagse Beethovencyclus: de no
bele Egmont-ouverture, het lyrische
Derde pianoconcert en tenslotte de
machtige Vyfde.
Men kon by de uitvoering van dit
laatste werk niet alleen Beethoven
bewonderen. Men mocht ook het Re
sidentie-orkest in al zyn glorie be
luisteren, dit vitale ensemble met
zyn uiterst muzikale dirigent! Deze
vyfde symphonie, door de meeste or
kesten vrijwel dóódgespeeld, werd in
een strak rhythme met grote gela
denheid en tot in de puntjes verzorgd
uitgevoerd. Van Otterloo is geen
klankmaniak, die een logge geluids
massa produceert, maar een stylist
van de eerste orde, die zyn orkest
klank doorzichtig houdt en het de
tail niet verzaakt. Den Haag kan op
dit orkest en op deze leider trots
zijn.
Zy zorgen er Immers voor, dat een
Beethovencyclus een levende aange
legenheid blyft!
Culturele
Cavalcade
HET VRIJE TONEEL, met Gor en
Anton Ruys, vierde dezer dagen zijn
koperen jubileum in het Centraal
Theater te Amsterdam, met de eèr-
ste van een serie voorstellingen van
,jHet Witte Schaap van de Familie
een Engels blijspel.
YVES MONT AND is een jonge zan
ger uit Parijs, die dezer dagen een
bliksem-toumee van enkele dagen
door ons land heeft gemaakt; hij
verraste door zijn enthousiast optre
den en door de gloedvolle wijze,
waarop hij het moderne chanson
„brengt".
ORSON WELLES, de beroemde
Amerikaanse filmacteur, was ook
enkele dagen in ons land; zijn optre
den met fragmenten uit Shakes-
peare's werken was minder ver
rassend. Welles sprak meer over
Welles, dan dat hij Shakespaere de
clameerde
,£IR TRISTAM et la Belle Yseult
is één van de tien beroemde muur
schilderingen in de bibliotheek van
de Oxford Union Society in Enge
land, die helaas door inwatering
zwaar zijn beschadigd.
EVENALS in 1951, zal ook dit jaar
op het orgel in de Grote of St. Bavo-
tcerk in Haarlem een internationaal
orgelconcours worden gehouden
waaraan een Fransman, een Oosten
rijker en een Deen zullen deelnemen
De heer Louis Tiebosch uit Maas
tricht won vorig jaar een vAssélbe-
ker, die hij dus dit jaar zal moeten
verdedigen"l Het gaat om de kunst
van het improviseren.
aan het idee dat het haastig en slor
dig in elkaar is gezet met het plan
er een bestseller van te maken. Het
werd een lezenswaardige, vaak zeer
boeiende verzameling van wetens
waardigheden en anecdoten op me
disch gebied, waartussen hier en daar
belangrijke of interessante theorieën
verstopt zyn.
Al met al had dit werk toch een
betere Nederlandse vertaling ver
diend dan de gebodene, die haast om
een tuiltje potslerlyke stylbloempjes
tot slot vraagt
Howard W. Haggard: Van Medicyn
man tot Geneesheer.
G. J. A. Ruys XJ.M.N.V. Amsterdam.