Annie M. G. eender" Schmidt wilde „precies zijn... BOEK OVER Over duivels, kruiden en dokters EEN FILMMUSEUM KREEG PLAATS IN AMSTERDAMS ..STEDELIJK" BEETHOVEN DE GEWELDIGE OF BEETHOVEN DE DICHTER r v._ J ZATERDAG 15 MAART 1952 PROVINCIALE ZEEUWSE CORANT 7 GÉÉN SIMPELE ZIEL Merkwaardige ontdekking van documentaliste: ze kon schrijven! (Van een eigen redacteur). ANNIE M. G. SCHMIDT IS géén „simpele del", maar ook geen vin- nig-bydehante juf met een-teveel-aan-spraakwater. Zij is een dóódge- wone Annie, van origine leeszaal-directrice, die jaren geleden stil en schuchter, zo helemaal van binnen, een tikkeltje hoop koesterde, dat zy nog wel eens Literatuur zou bedrijven. Literatuur met een hoofdletter wel te verstaan: Vestdijk, Roland Holst en daarbij dan Annie M. G. En die zich het 'k weet-nlet-wat schrok, toen bleek dat ze cabaretteksten kon schrijven. En kinderversjes. En „impressies van een simpele ziel" Jaren geleden zat ze als klein meisje in de schoolbanken van Ka- pelle, droeg schoenen in plaats van klompen en had, als ze buiten speel de, een mal-rond hoedje op het hoofd, omdat zoiets paste bij de dochter van de dominee. Toen besloot Annie M. G. „vreselijk" haar best te doen om in alles „asjeblieft-precles-eender" te zijn als de andere kinderen van de klas. Zo sprak ze zo mogelijk nog platter Zeeuws dan de ras- Kapelienaars, maar dat ging nooit helemaal, omdat ze teveel met de rrrr's roldeEn sindsdien is het zo gebleven: nog altijd doet ze moeite om „net als andere mensen" te zijn, maar het lukt slechts zelden Géén simpele ziel en toch ook niet vinnig-bijdehand. Daarom is het ple zierig met haar te praten, over haar werk en over vroeger, over die eigen aardige wending, die haar leven de laatste jaren heeft genomen: „Als mij tien jaar geleden was voorspeld, dat ik nog eens cabaretteksten zou schrijven, had ik flink gelachen. Ik wist zelfs niet, dat ze bestonden!" Tien jaar geleden. Toen was Annie M. G. Schmidt directrice van de openbare leeszaal te Vlissingen. Tja, dat leeszaalwerk. Daar begon ze mee nadat ze zowat alles had ge daan, wat een jong meisje na de H. B.S. doet. Notariaat gestudeerd en er mee opgehouden. Au pair gewerkt in diverse gezinnen. Steno. En ten slotte na nog enkele van soortgelijke pogingen leerling in de Middelburgse leeszaal. Na het behalen van diplo ma's trok zij via de Amsterdamse kinderleeszaal naar Vlissingen. Annie M. G. Schmidt. geschrokken. Daar maakte Annie Schmidt de oorlog mee met al de onplezierige zaken, die daaraan vooral in de Scheldestad waren verbonden. Toch waren er hier vele goede dingen, waaraan zij nog met veel genoegen terugdenkt: „Vooral de hulpvaardig heid en de vriendschap waren in die tgd bijzonder groot". IN DE JOURNALISTIEK. Na de bevrijding raakte de lees zaaldirectrice in de journalistiek ver zeild, doch dat betekende geenszins, dat Annie M. G. in den vervolge langs veld en beemd trok, gewapend met blocnote en vulpen voor het ma ken van boeiende reportages, want haar journalistieke start was verre van boeiend. Ze kreeg namelijk de documentatie-afdeling te verzorgen van een der Amsterdamse dagbladen, hetgeen er op neerkwam, dat zij werk moést doen, dat akelig veel leek óp de minst prettige kant van het lees zaalvak „Tja, en toenzegt Annie en ze wacht plotseling even, een korte pauze, die als het ware het keerpunt in haar leven symboliseert, „toen werd er een cabaretclubje op de re dactie opgericht en daarvoor waren teksten nodig. Ik probeerde het ook eens en het ging! Wlni Kan en Wim Sonneveld kregen er wat van In han den en Ik hoorde, dat zy het konden gebruiken. Zo kreeg ik er plezier ln". Dat komt er allemaal zo rustig en kalm uit, zo simpel als een stukje van Annie M. G. zelf, alsof dit a""s niet veel meer inhield dan een onbe tekenend niemendalletje. Zo op de manier van: „We hadden zin in thee en lk dacht, kom, laat ik eens probe ren of ik soms de kunst van thee zetten machtig ben. Wel, het ging en we vonden het allemaal erg lek kerAnnie M. G. ziet waar schijnlijk de vrolijke verbazing op het gezicht van haar bezoeker, want ze voegt er een beetje verontschuldi gend aan toe: „Het is hélemaal niet moeilijk, hoor. Dat moesten meer mensen beseffen. Er Is een groot ge brek aan goede tekstschrijvers en er is nog emplooi genoeg. Nooit den ken, dat je het niet kunt, want dat weet je niet Ik dacht het immers ook". ANDER WERK. Het bleef niet bij cabaretteksten en van het een kwam het ander. „Schrijf ook maar eens een stukje" zei de re dactie, die nog maar half bekomen was van haar verbazing over dit merkwaardige talent in de documen tatie-afdeling en Annie produceerde haar eerste simpele-ziel-impressie. het schaap Veronica kwam ter we reld, de dames Groen, de dominee, het fluitketeltjekortom Annie M. G. werd bekend, wordt nog steeds Sinds enige jaren bestaat er grote belangstelling voor het werk van de schrijfster Annie M. G. Schmidt. De telcsten, die zij voor enkele vooraanstaande Nederlandse cabaret-gezel- schappen schreef, oogstten in brede lering waarderingeven als haar korte stukjesdie zij onder de titel impressies van een simpele ziel" in een dag blad publiceerde. Deze impres sies werden later gebundeld en door lezers en critici met en thousiasme ontvangen. Ook haar versjes voor „kinderen van negen tot negentig" wer den spoedig populair. Een on zer redacteuren had met deze uit Zeeland afkomstige schrijf ster een onderhoud en gaf zijn indrukken in nevenstaand arti kel weer. bekender enbegrijpt het zelf niet. „Soms komt er iemand onverwacht op me af en begroet me als een oude kennis. En werkelijk, dan heb ik de man nog nooit gezien". Ze zucht een beetje hulpeloos. „Op de boeken markt tijdens de boekenweek word-je aangestaard en begluurd alsof je achter de tralies van een dierentuin Neen, ze snapt het niet, maar ze er een beetje gewoon aan raakt, vindt ze het toch wel leuk. Nog altijd komt ze graag in Zee land, waar ze opgroeide, waar ze schoolging en waar ze werkte. „Als ik in Amsterdam een Zeeuwse muts zie, zou ik er wel naar toe willen vliegen om eens te vragen: En oe 1st noe mie Kee van Jaone?" Ze moet zelf om lachen dat het Zeeuws haar nog zo vlot afgaat. Dan een blik op het horloge: an dere plichten roepen en er komt een eind aan dit gezellige onderhoud met deze jonge vrouw, die zulke geestig- rake stukjes schrijft, die zo fijntjes de draak steekt met onze hebbelijk heden, die haar vroegere literaire as piraties nog niet helemaal is verge len („een werk van lange adem zou ik nog wel eens willen schrijven. Maar dan op voor mij bekend terrein. Een rijmspel of zoietsen die tenslotte zo heel gewoon blijkt en zelfs een beetje geschrokken is van haar eigen capaciteiten Och, als het aan haar lezers ligt, schrikt Annie M. G. Schmidt nog haar hele leven lang! de K. (Van onze speciale verslaggever). Met de opening van het Nederlands Filmmuseum in het Stedelijk Mu seum te Amsterdam heeft het filmwezen een tweede plek ter wereld ge vonden, waar het officieel erkend is als de achtste muze van de kunst. De eerste plaats waar dat geschiedde, was New York. Het Museum voor Moderne Kunsten aldaar ruimde al vijftien jaar geleden een hoek in voor deze jongste en roerigste der muzen. Parys zal waarschijnlijk binnenkort ons Amsterdam navolgen. Erkend In dit Nederlands Filmmuseum ls een collectie grotere en kleine films ondergebracht, die op een of andere wijze van belang zijn geweest in de ontwikkelingsgeschiedenis van ons filmwezen. Er bevindt zich de uit 1930 daterende film „Zuiderzee", die Joris Ivens maakte; een historisch document met als hoogtepunt het dichten van de afsluitdijk. En verder- het uit de twintiger jaren daterende pretentieloze speelfilmpje, „Bet, de koningin van de Jordaan", dat Adriënne Solser maakte. Niet alleen verleende het Stedeiyk Museum hulsvesting aan dit en an der materiaal, maar er werd ook een projectiezaal gemaakt, waar het ver toond zal kunnen worden. Nog om een andere reden wijkt dit museum af van het traditionele beeld, dat wy ons van een dergelijke instelling gevormd hebben. Behalve voor vertoning in eigen huis zal het materiaal n.l. ook beschikbaar zyn voor vertoning elders. Met andere woorden: het is een mobiele verza meling. „PANTA RHEL" De officiële opening geschiedde met de eerste vertoning van een door Bert Haanstra vervaardigd filmpje, dat de Griekse titel „Panta Rheï" Alles stroomt kreeg. Dit filmpje is gemaakt met medewerking van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Het eeuwig bewegen ln de natuur is uitgangspunt en thema van deze rolprent. Max Vredenburg leverde een verantwoorde muzikale illustra tie by de lichtspelingen in het bos, de rimpelingen in het water, uitrol- De w ij n ,J)E WIJSHEID IN DE KAN door Jan Brusse. Uitgav Ad. Donker, Rotterdam. Jan Brusse, die ons reeds een kos telyk boekje over Frankrijk („Pari? vous parle") heeft geschonken, koos ditmaal de wijn tot onderwerp van een bundel schetsen, die iedereen, die van het land van Marianne heeft le ren houden, met het grootste plezier ter hand zal nemen. Heerlijk luchtig geschreven, zijn deze speelse ontboe zemingen als de wijn zelf: fonkelend en tintelend In het glas, prikkelend door het bouquet van zyn fijn aroma en zo bedwelmend, dat men er haast niet meer mee kan uitschelden, wan neer men er eenmaal aan begonnen is. Het boekje is verlucht met enige geestige en fijnzinnige tekeningen van een niet by name genoemd kun stenaar, die zyn illustraties met v. K. signeert. Dr. P. H. Pot maakt studiereis naar Tibet Op 29 Maart zal dr. P. H. Pott, :onservator van het ryksmuseum /oor volkenkunde te Beiden, een be- cend kenner van het Boeddhisme, zich inschepen voor een studiereis aaar Klein- of Indisch Tibet. Dr. Pott zal ongeveer drie vier maanden wegblijven. Wanneer hy In Bombay zal zyn aangekomen, zal hy zyn tocht met de trein tot Pathankot voortzet ten en vandaar te voet en per muil ezel in Noordelyke richting naar Klein- of Indisch Tibet trekken om de vele Boeddhistische kloosters, die zich aan de Westelijke uitloper van de Himalaya bevinden, te bezoeken. Dit zal een expeditie worden, die hem over bergpassen van 4000 meter hoog te voert Op de terugtocht zal dr. Pott zich dan nog ln India oriënteren de overledene nog niet weggehaald en universiteiten en Boeddhistische Ongedierte krioelt ln de matrs lende golfjes op het strand, verwaai ende wolkenflarden en dwarrelende bladen. De verdienste van Haanstra is dat hy hier een schoonheid in ge sublimeerde vorm heeft willen con cretiseren met het moderne hulpmid del der filmstrook. „Elckerlyc" voor Delft behouden. Van de zyde van het openluchtthe ater te Bloemendaal zyn pogingen gedaan om ln het raam van het Hol land-Festival de opvoering van „Elc kerlyc" dit jaar in genoemd theater te doen geschieden. Aangezien het bestuur van het Holland-Festival gezien de geslaagde opvoeringen ln de voorgaande jaren de voorkeur schynt te biyven geven aan Delft, la thans van plaatselijke particuliere zyde het initiatief genomen, te trach ten de opvoeringen voor Delft te be houden. Over de plaats van opvoering in Delft wordt nog nader overleg ge pleegd. Wel staat vast, dat Johan de Meester weer als regisseur op zal treden en leden van de Nederlandse Comedic de opvoering zullen verzor gen. Toneelsubsidies verdeeld COMEDIA THANS ZONDER BLIJFT TOCH BESTAAN Het gezelschap Comedia zal het in het komende jaar zonder subsidie moeten doen. Dit is de consequentie van het feit, dat de regering aan de stichting „Cenrtaal Coördinatie Bu reau voor het Toneel" voortgeko men uit het in de bezettingstyd ont stane „Toneelplan") moest verzoeken de gesubsidiëerde gezelschappen van vijf tot vier terug te brengen. Na langdurig overleg is besloten de totale subsidie van 340.000 - vier maal 80.000 - te verstrekken aan 't Amsterdams Toneelgezelschap, de Haagse Comedie, de Nederlandse Comedie en het Rotterdams Toneel. Daarnaast koestert men de verwach ting, dat ook het Nederlands Volks toneel op een. subsidie in het komen de seizoen zal kunnen rekenen. Een aantal leden van Comedia zal in de gelegenheid worden gesteld zich by de andere gezelschappen aan te sluiten. Er blyft evenwel een kern groep over. die Comedia zal doen voortbestaan. PODIUM PROMENADE Bij het eerste concert van de Haagse Beethovencyclus George van Renesse met het Residentie-orkest (Van een byzondere medewerker). DOODSTIL IS HET GEWORDEN In het stampvolle Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen ln Den Haag, waar Van Otterloo het eerst© concert van de Beethovencyclus dirigeert. Stil en aandachtig luistert men naar George van Renesse, die Beethoven's Derde planoconcert speelt. De eerste gedragen accoorden van het Largo klinken zacht door de hoge zaal en niemand kan zich meer onttrekken aan de bekoring van deze mysterieuze klanken. Roerloos wacht het Residentie-orkest op het ogenblik, waarop het met de vleugel zal Instemmen, luisterend en wach tend staat Willem van Otterloo achter de dirigenten lessenaarOok hy is geboeid door de wonder-schone planoklank Dit is geen Beethoven-muzlek, waarin de elementen zyn losgebar sten, waarin alles kookt en bruisten waarvan de accoorden als zweepsla gen door de zaal zwiepen. Dit is een klankenwereld, waarin men de stille ontroering hoort van een noj jonge man, die iets schoons heef ontdekt en haastig naar een ander wil gaan om óók hem gelukkig te maken. Die echter niemand vindt en dan weer tot zich zelf inkeert en zich in zijn muziek uitzingt. Ztt spreekt van geluk en tegelykertyd van verlangen. Doch ook van een onbewust weten, dat schoonheid dik wijls smart baart George van Renesse speelt Zijn lenige gestalte buigt zich voorover naar de toetsen en het schynt alsof hy zijn omgeving is vergeten. Deze Beethoven moet hem dierbaar zyn, want anders zou hy hem niet zó kunnen spelen. Sommigen waarderen deze ingetogen visie niet: „Zo speelt men Schubert, de Dichter, maar niet Beethoven, de* Geweldigealdus menen zy. Misschien hebben zy ge- lyk, wanneer het *e twee laatste Prinses Armgard, de moeder van Prins Bernhard, zal zich, zoals bekend, binnenkort definitief in Nederland vestigen. Op medisch advies heeft zjj moeten afzien van het huls in Hilversum, dat aanvankelijk als woning was gedacht, doch ln de practyk enige bezwaren bood. De Prinses zal zich thans vestigen op het rustiger gelegen kasteeltje „Warmelo" te Diepenlieim, thans bewoond door baron en baronesse Van der Borch De oorspronkelijke havezate Warmelo dateert reeds van vóór 1547. In 1874 echter werd het oude Warmelo door een nieuw geboow vervangen. LETTERKUNDIGE KRONIEK Boeiend, maar verward schriftuur over geneeskunde in de loop der eeuwen Veel mensen hebben, met de dichter, wel eens verzucht: „we zftn eeu wen en eeuwen te laat geboren", en inderdaad, als we terugzien van de chaotische tyd naar de glanzende perioden in vergleden eeuwen, dan kun nen we daar wel eens naar terug verlangen. We zouden dan de auto, het vliegtuig, desnoods de telefoon of de electrlclteit willen opofferen, om langzaam in een trekschuit door een zonnig land te varen; om mee op te trekken met kleurige, wapperende vaandels ln een middeleeuwse kruis tocht; om deelnemer of toeschouwer te zyn by een oud-Grieks sport festijn onder de felblauwe attische lucht. We willen de bromfiets weer wel rullen voor een paard en ons colbertcostuum voor een zwierig gedrapeerde mantel maar zouden we ooit afstand willen doen van bet peil dat de hedendaagse geneeskunde heeft bereikt? Wat de geneeskunde betreft, le ven we op het ogenblik in het mooiste tydperk; de voortgang ln de laat ste honderd jaar is ongelooflijk groot en de mogeiykheden voor de toe komst zyn zeer hoopvol. Wat de medische verzorging betreft zouden we misschien best wat later willen leven We brengen een bezoek aan het „Hötel Dieu", een Parys' ziekenhuis in de Middeleeuwen. Het woord „zie kenhuis" is een begrip voor ons ge worden, we denken direct: uiterste stiptheid en zlndelykheid, gefluister en stilte, bekwame verzorging door artsen en zusters. Maar toch boven al: pynlyke properheid van alles: van de zieken, him bedden, de mate rialen, het voedsel. Nu ons middeleeuws ziekenhuis. Het is groot: het Hötel Dieu heeft 1200 bedden. Daarvan zyn er 486... voor één patiënt. In de andere bed den, die nauweiyks twee meter breed zyn, liggen drie, vier, soms zes zie ken by elkaar en wie geen bed kon bemachtigen ligt op stro op de vloer in de grote onverlichte en onver- warmbare vertrekken. Natuurlijk is er geen plaats voor drie of vier men sen in zo'n bed van nog geen twee meter breed en ze liggen dan ook om en om, 't hoofd van de één naast de voeten van de ander. Mannen en vrouwen oud en jong liggen door elkaar; lijders aan verschillende be- smettelyke ziekten liggen naast een kraamvrouw, hier en daar is gister iemand gestorven, maar men heeft oudheden in ogenschouw nemen. en langs de wanden, en de xieken- verzorgsters, veelal het uitvaag van de maatsehappy in die tyc houden als ze binnen komen een in azyn gedrenkte spons voor de mond, omdat de stank ondragelyk is. Voe ding en verzorging zyn navenant. Niemand, ook de doktoren niet, weet van besmettingsgevaar of handen- door HANS WARREN pijn verdoven bestaat niet. Een amputatie geschiedt by vol be- wustzyn tot men bezwymt van de pijn; grote wonden worden dichtge brand met hete ijzers of kokende olie, want hoe men bloedvaten e d. afbinden moet, weet niemand. Ope raties overleeft men zelden door de haast onvermydelyk volgende infec tie. Bijgeloof heerst alom. Wie zou naar dergelyke tijden terugwillen? DE DOOD VAN KAREL De armste stakker van tegen woordig krygt een betere behandeling dan de vorsten van weleer! Karei II van Engeland stierf in Februari 1685, dus nog maar een goede 265 jaar geleden. Zeer waarschynlijk trof hem op 2 Februari van dat jaar een beroerte. Wat men o.a. met het 'slachtoffer deed? Eerst aderlaten (800 c.c.). Dan gaf men hem een braakmiddel en een paar afvoermid- delen na elkaar. Vervolgens en clys- ma met wel zestien verschillende be standdelen, vooral kruiden, er in. Na twee uur weer een dysma en daar na nog eens een laxeermiddel. Men schoor hem kaal en paste een blaar trekkend middel op zyn schedel toe. Gaf hem een snuifje nieskruid en een poeder van sleutelbloemen ,om zyn hersenen te versterken". Mc_ hield niet op hem laxeermiddelen te geven, afgewisseld met talloze ex tract jes en drankjes, het een al waardelozer dan het ander, en men legde op zyn voeten een pleister van Bourgondische pek en duivenmest. Men aderliet hem nog eens voegde hem weer talloze kruiden toe (het citeren van de namen vult een hal ve kolom) en toen dat alles, wat wonder, niet hielp, gaf men hem op geloste parels en veertig druppels van een extract van mensenschedel. Tenslotte kreeg hy nog een bezoar- steen toegedienden toen stierf hij. Aan kardinaal de Richelieu gaf men op z"n sterfbed een mengsel van paardenmest en witte wyn, en hy dronk het nog op ook Men zou er om lachen, als het niet zo tragisch was. MEDICIJNMAN EN GENEESHEER Dergelyke dingen, en talloze ande re wetenswaardigheden worden ons uitvoerig verhaald in het boek „Van Medicynman tot Geneesheer" van Howard W. Haggard. De oorspron kelijke titel: „Devils, Drugs and Doctors" is beter, want een werke- lyk doorlopend verhaal over de ont wikkelingsgang van de geneeskunde ;eft dit werk niet; integendeel: het een boeiend, doch tamelijk ver ward schriftuur, waarin weinig lijn te onderkennen is. Vooral van de „medicynman" komt men bitter wei nig te weten De schrijver springt van de hak op de tak. Enigszins sensationele onderwerpen, die het al tijd „doen" krygen veel meer dan hiermee zyn we tot de kern van dit hun volle pond in dit overzicht. En boek: men kan zich niet onttrekken pianoconcerten betreft, geschreven door een andere Beethoven dan die van dit opus 37. Hier spreekt echter nog een componist, die tussen twee perioden van zyn kunnen Instaat en die nieuwe wegen tracht te vinden. Daarom verdraagt dit concert zowel de ingetogen lyriek van George van Renesse als de meer uitbundige ver tolking van andere ^pianisten. By het luisteren naar Van Renes se wordt het duideiyk, dat deze pia nist dit werk zó moet spelen, omdat een andere interpretatie hem niet ligt. Muzikaal gezien leeft deze kun stenaar meer ln de Mozartiaanse sfeer dan in de geweldenaars-styi, die men by Beethoven zo graag wenst te horen. Prachtig klinkt het middendeel» vvaarby het orkest zich onder Van Otterloo's meesterlijke leiding emi nent aan het spel van dc solist aan past. Fluit en fagot zingen hun korte thema, tenvQI de plano zacht en klein van toon hun zang omspeelt. Als de laatste klanken van het Largo ln de plano en even later ln het or kest zün verklonken, blijft het dood stil Maar onmiddellijk begint het speel se Rondo. Springerig en met jeugdi ge overmoed danst het door de zaaL De gehele sfeer verandert plotseling: de spanning wykt en men krijgt een feestelijk gevoel door de vrolijke en soms humoristische klanken, dfe Van Renesse uit de Stelnway en Van Ot terloo uit zyn orkest te voorschijn tovert. Deze zonnige Beethoven ls inderdaad nitnemend geschikt om een Beethoven-cyclus mee te begin nen. Er wordt wel eens geklaagd over de steeds terugkerende series Beet- hovenconcerten, maar toch kan men niet ontkennen, dat de muziek van deze Veelzydige altijd weer boeit. Zo ook tijdens dit openingsconcert van de Haagse Beethovencyclus: de no bele Egmont-ouverture, het lyrische Derde pianoconcert en tenslotte de machtige Vyfde. Men kon by de uitvoering van dit laatste werk niet alleen Beethoven bewonderen. Men mocht ook het Re sidentie-orkest in al zyn glorie be luisteren, dit vitale ensemble met zyn uiterst muzikale dirigent! Deze vyfde symphonie, door de meeste or kesten vrijwel dóódgespeeld, werd in een strak rhythme met grote gela denheid en tot in de puntjes verzorgd uitgevoerd. Van Otterloo is geen klankmaniak, die een logge geluids massa produceert, maar een stylist van de eerste orde, die zyn orkest klank doorzichtig houdt en het de tail niet verzaakt. Den Haag kan op dit orkest en op deze leider trots zijn. Zy zorgen er Immers voor, dat een Beethovencyclus een levende aange legenheid blyft! Culturele Cavalcade HET VRIJE TONEEL, met Gor en Anton Ruys, vierde dezer dagen zijn koperen jubileum in het Centraal Theater te Amsterdam, met de eèr- ste van een serie voorstellingen van ,jHet Witte Schaap van de Familie een Engels blijspel. YVES MONT AND is een jonge zan ger uit Parijs, die dezer dagen een bliksem-toumee van enkele dagen door ons land heeft gemaakt; hij verraste door zijn enthousiast optre den en door de gloedvolle wijze, waarop hij het moderne chanson „brengt". ORSON WELLES, de beroemde Amerikaanse filmacteur, was ook enkele dagen in ons land; zijn optre den met fragmenten uit Shakes- peare's werken was minder ver rassend. Welles sprak meer over Welles, dan dat hij Shakespaere de clameerde ,£IR TRISTAM et la Belle Yseult is één van de tien beroemde muur schilderingen in de bibliotheek van de Oxford Union Society in Enge land, die helaas door inwatering zwaar zijn beschadigd. EVENALS in 1951, zal ook dit jaar op het orgel in de Grote of St. Bavo- tcerk in Haarlem een internationaal orgelconcours worden gehouden waaraan een Fransman, een Oosten rijker en een Deen zullen deelnemen De heer Louis Tiebosch uit Maas tricht won vorig jaar een vAssélbe- ker, die hij dus dit jaar zal moeten verdedigen"l Het gaat om de kunst van het improviseren. aan het idee dat het haastig en slor dig in elkaar is gezet met het plan er een bestseller van te maken. Het werd een lezenswaardige, vaak zeer boeiende verzameling van wetens waardigheden en anecdoten op me disch gebied, waartussen hier en daar belangrijke of interessante theorieën verstopt zyn. Al met al had dit werk toch een betere Nederlandse vertaling ver diend dan de gebodene, die haast om een tuiltje potslerlyke stylbloempjes tot slot vraagt Howard W. Haggard: Van Medicyn man tot Geneesheer. G. J. A. Ruys XJ.M.N.V. Amsterdam.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 7