Vissen in Mar terug naar del Plata of anders Urk Meteor-limousine raast door de wolken JIMMY BROWN, sportheld no 1 Toch is 'f zo I DONDERDAG 13 MAART 1952 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VLIEGEN VEREIST INTELLECT. Ongelukken met straaljagers meestal door een fout van de pi/oo' VLIEGVELD TWENTHE, 11 Maart. „Van de ongelukken, die de laatste jaren met de Meteor straaljagers gebeurd zyn, waren er misschien twee of drie waaraan de piloot absoluut geen schuld had. Voor de overige was de betrokken piloot hoe hard het misschien ook moge klinken, min of meer zelf verantwoordelijk". Dit Is het oordeel van een ervaren Meteor- vlieger, de kapitein-vlieger-waarnemer A. J. W. Wijting uit Enschede, in structeur by de jacbtvliegschool van de militaire vllegschool ln Twenthe, ©en man die zjjn training tijdens de oorlog ln Engeland en Canada kreeg en zjjn sporen, hoe jong hjj ook moge wezen, ln de oorlog en daarna ver diend heeft. En daar in verdisconteert hij ook de oorzaken van ongevallen, die mis schien veroorzaakt zjjn geworden door het niet goed functlonneren van de zuurstofmaskers „want a! moge dan niet iedere jachtvlleger ln Nederland zjjn eigen zuurstofmasker hebben", zo zegt hy, „geen enkele vlieger gaal <de lucht in zonder de nodige accessoires, zoals parachute, Mae West (zwemvest), zuurstofmasker enz. En misschien mag dan zo'n zuurstofmas ker op een kritiek moment niet goed functlonneren, dit Is dan de schuld van de piloot, die het voor de vlucht niet concientieus gepast heeft en het niet heeft laten onderzoeken met de aanwezige testapparatuur". Hiermede raken we dan meteen de kern van het probleem der vlieg tuigongelukkenhet (bij uitzondering voorkomend) gebrek aan zelfdiscipli ne. vooral van jonge vliegers, het overschatten van zijn eigen capaci teiten en het niet beseffen van het feit, dat er, vooral in de vliegerij, nog steeds enkele factoren zijn, die men zelf niet in de hand heeft, dat men een respectabel aantal vlieguren moet hebben wil men deze factoren onderkennen en zelf de grenslijn voor het optreden ervan kunnen bepalen „Het opleidingssysteem bij de mi litaire luchtmacht is zeer goed", zo zeide kapitein Wijting en dit zelfde geluid hoorden wij vandaag ook op de vliegbasis Leeuwarden. Maar een vlieger, en vooral een vlieger van een slraaljager, moet nu eenmaal aan zeer zware eisen voldoen en deze eisen liggen zeer zeker ook in het mentale vlak. In dit verband beeft de tnstructeur een zeer zware taak, want behalve een goed vlieger moet hy tevens een uitstekend psycholoog zijn, een man die het enthousiasme voor de vliegerij in zich heeft, maar zich tevens bewust moet zijn van de verantwoordelijke taak die hem als geestelijk leidsman op de schouders ligt, DRIE EIGENSCHAPPEN. Het vliegen van tegenwoordig Is niet meer de min of meer sportieve bezigheid van vóór de oorlog. Vliegen eist een bepaald intellectueel niveau, een technische paraatheid en een so lide mentale achtergrond, drie ei genschappen die men nu niet direct in elke mens belichaamd vindt, wat weer het naar verhouding geringe aantal jonge mannen verklaart dat voor de opleiding tot jachtvlieger waardig wordt gekeurd. En zelfs on der hen vindt men nog enkelen die de luxe van het uitverkoren zijn op een gegeven moment niet kunnen dragen en er soms de noodlottige consequenties uit moeten trekken. In dit verband wees kapitein Wijting op 220 Op het eerste gezicht lijkt het niet moeilijk het verschil vast te stellen tussen levende organismen en dode stof, maar als we een scherpe schei ding willen maken, blijkt het toch niet zo eenvoudig te zijn als we ons hadden voorgesteld. Lange tijd heeft men gemeend dat de ademhaling, dus de verbramding van zuurstof, een van de kenmerken van het leven was, doch er bestaan bacteriën, die het best zonder zuur stof kunnen stéllen en andere, die er beslist niet tegen kunnen- En het al lerergste van het geval is dat een dergelijke definitie van het leven ook de auto tot een levend organisme zou verklaren. Er zouden dus andere kenmerken van het leven naar voren moeten worden gebracht om het ver schil tussen de levende en de dode stof te kunnen onderstrepen. Het wezenskenmerk van het leven is ongetwijfeld gelegen in de groei en ontwikkeling. Maar ook dit blijkt geen eigenschap te zijn die uitslui tend aan het leven is verbonden. Want ook kristallen kunnen groeien. Dus zocht men ijverig naar een an dere definitie en meende die gevon den te hebben in het feit, dat alle le vende wezens zich op de een of an dere wijze voortplanten. Maar ook hier kwam weer iemand roet in het eten gooien en wel de Amerikaanse chemicus Stanley te Princeton. Hij slaagde er in gezonde tabaksplanten te besmetten met één mUlioenste gram van het mozaïk virus en ver- Kreeg na een maand niet minder dan 2 gram viruskristatten. Niemand zal deze kristallen levend willen noemen en desondanks blijken zij zich binnen de plant in sterke ma te te vermenigvuldigen! Buiten de plant geschiedt deze vermenigvuldi- ging niet, noch kan er er iets van een stofwisseling worden vastgesteld. Dit verschijnsel, dat van zeer grote theoretische betekenis is, toont aan dat niet met zekerheid te zeggen is waar het leven ophoudt en waar er slechts sprake is van levenloze stof. Evenmin als het mogelijk is een scherpe grens te trekken tussen het planten- en het dierenrijk, evenmin is het mogelijk de vraag te beant woorden of virus en bacteriopliagen 'leven of niet. Het is echter wél mogelijk déze vraag te beantwoorden: waarom zeg gen we dat iemand in een stad woont en dp een dorp. ,Jn een stad wonen" is een verklaarbare uitdrukking, wijl deze stamt uit de tijd toen men zich binnen de muren vestigde, maar ■waarom ,jop een dorp"? Dat is een héél oude geschiedenis. ff. PétiUon. de jonge Nederlandse vliegers die in Amerika worden opgeleid en soms terugkomen met een zeker superio riteitsgevoel ten opzichte van hun „Nederlandse" collega's. Jongens die aan het feit dat ze er „80 uren thun- derjet" op hebben zitten een zeker voorrecht menen te kunnen ontle nen, wat in het kader van de straffe discipline die de luchtmacht eist vol komen misplaatst is. Discipline in de luchtvaart, dat is onder meer het zelf inspecteren van zijn vliegtuig voor elke vlucht en het niet uistluitend overlaten aan de toewijding van het grondpersoneel. En daarom loopt kapitein Wijting enkele malen om de Meteor 7 heen, waarin hij ons zo dadelijk voor een vluchtje mee naar boven zal nemen. Een tikje hier, het met de hand con troleren van de aillerons, inspectie van de banden, het testen van de ra dioverbinding, het zijn handelingen die zo licht domme routine worden, maar die toch steeds weer zeer be wust verricht moeten worden. De Meteor gaat tot aan de "nek vol met kerosine, 170 gallons, oftewel 680 liter, die de twee Dermott moto ren een enorme macht geven. Een macht, die het best tot zijn recht komt op grote hoogte en bij grote snelheid. Want de straalmotor heeft zijn hoogste nuttig rendement bq een hoog toerental en hoog ln de lucht. Tien minuten met een Meteor op ge ringe hoogte staat gelijk met een half uur op 40.000 voet wat brand stof betreft. En als men weet dat een uur vliegen met een Meteor de lucht macht 10.000 a 12.000 gulden kost, waarbij de afschrijving van het toe stel nog niet eens verdisconteerd is, begrijpt men waarom men een straaljager zo hoog mogelijk door het luchtruim ziet razen. DE METEOR-LIMOUSINE. Razen is het inderdaad. Binnen zes minuten waren we van Enschede uit boven Zutfen, een afstand van onge veer 60 km. Het verschil tussen het vliegen met een straaljager en een propellervliegtuig is hetzelfde als dat tussen het rijden met een glanzende limousine en een oud fordje. Het is het soepele haast geruisloze voort- deinen boven de wolkenmassa's, waar elk begrip voor snelheid verlo ren gaat. Het is bijna geen sensatie meer omdat het voor het oog zo eenvoudig en rustig gaat. De start met een snelheid van 200 a 300 km. aanvaardt men gemakkelijker dan de korte aanloop van het nijdig sputte rende Austertje en de macht waar mee de twee motoren het slanke ge vaarte van 71/2 ton de lucht in sleu ren is de hartklop van de moderne tijd, die ons ondanks onszelf mee voert. Meevoert tot boven Zutfen, waar we de wolken inklimmen, in het ver- Koninginnedag met „Pancratius" in Parijs. De viering van de verjaardag van H.M. Koningin Juliana te Parijs zal dit jaar een bijzonder karakter dra gen, dank zij de aanwezigheid van het Koninklijk Heerlens mannenkoor „Pancratius". In de morgenuren zal „Pancratius" zingen tijdens een plechtigheid bij het Graf van de Onbekende Soldaat en des middags zal het mannenkoor con certeren op de receptie bij de ambas sadeur. blindende zonlicht komen en dan met een snelheid van 800 km. per uur in wereld komen waar snelheid n factor meer schijnt te zijn. ar het tegendeel zal ons aan het verstand worden gebracht. „We zul len eens eventjes een slow roll pro beren". klinkt het door de koptele foon. En daar gaan we dan. met 800 km. voorwaartse snelheid om onze lengte as, waarbij de horizon een be grip wordt dat in het verre en duis tere verleden schijnt te liggen. En plots zitten we weer recht, haast onmerkbaar en we vliegen weer ge woon door, 800 km., zonder welhaast een trilling en met een rustig pra tende piloot voor je. „Nog maar een keertje?". Ja. nog maar een keertje en daar gaan we al, weer dat vage begrip van wat eens een horizon was en dan plotseling hangen we, met ons hoofd naar beneden, zwaar liggend in de riemen. „We gaan maar even zo door", spreekt een merkwaardig opgewekte stem en je kunt weinig anders doen dan berusten in het onwerkelijke van de situatie. Wat stof dwarrelt naar beneden op je neer en ln de overall voel je je broekspijpen omhoog krin gelen. Tot ze plots weer naar bene den hangen en dan weet je dat je weer gewoon vliegt, gewoon met een snelheid van 800 km. In de koptelefoon kraakt een stem, de verkeersleider op de toren in Twenthe, die ons wel even. door het wolkendek zal loodsen. Op de instrumenten gaan we naar beneden, geleid door een stem daar ergens in een kamertje. Dan ineens zijn we boven de landingsbaan. Flaps uit nu en dan gaan we langzaam, o zo langzaam boven de baan. 300 km. wijst de snelheidsmeter en je vindt het langzaam. Merkwaardig licht ra ken we de grond, het neuswiel nog op om de snelheid eruit te halen en daar gaan we dan eindelijk op drie poten. Een paar voorzichtige tikjes op de remmen en we staan. En als dan knetterend onze goede Dakota voor de terugreis staat warm te draaien haal je je neus op: Het ordinaire lawaai van het oude fordje In New-York wordt een tentoonstelling ran Nederlandse bloembollen ge houden, „Nederland in Tulpentijd". Meer dan vijfduizend bollen staan ln de Botanische Tuin van New-York In Bronx Park in volle fleur te pralen en brengen op deze manier een stukje Nederlandse sfeer ln deze mtllloenenstad. De tentoonstelling zal tot 23 Maart doren en is georgani seerd In verband met het bezoek van H. M. Koningin Juliana aan de Ver. Staten. Het wereldgebeuren Butlers begroting De Dinsdag door de Engelse col lega van onze minister Lieftinck bij het Lagerhuis ingediende grotlng vertoont enige merkwaar dige aspecten. Ze is sluitend, ze brengt zelfs enige verlichting van belastingdruk voor een deel van het Britse volk. maar tegelijkertijd an nonceert zij tal van maatregelen, die datzelfde volk en ons allemaal duidc- ïyk maken, dat Engeland er financieel en economisch helemaal niet best voorstaat. Wat overigens natuurlijk al lang bekend was. De cijfers verto nen echter, juist door die verlaging van sommige belastingen en verder door enkele verhogingen van pensi oenen en kinderbijslagen, een merk waardige verschuiving van accent, die er op schijnen te wijzen dat de conservatieve regering bq het hante ren van het operatiemes toch wil trachten de grote massa niet al te zeer van zien te vervreemden. De begroting is sluitend, zoaig net te begrotingen dat plegen te zijn. Maar ook dat geeft natuurlijk geen reden tot juichen want de cq'fers to nen stuk voor stuk aan, hoe zorgelijk het met de Britse staatsfinanciën is gesteld en zelfs het feit. dat de in komsten en uitgaven op papier met elkaar in evenwicht waren te bren gen, kan niet verhelen, dat de betalingspositie van Londen steeds zwakker wordt. Zó zwak zelf. dat mi nister Butler in het Lagerhuis moest verklaren, dat de daling van de goud en dollarreserves van Engeland en van het gehele sterlinggebled onrust barende vormen begint aan te nemen. Een zelfde probleem dus als in Frankrqk, waar Pinay zijn gehele plan van actie heeft gericht op het tot staan brengen van de angstwek kende teruggang van de goud- en dollarvoorraad. In Engeland zelf zijn de reacties natuurlijk allerminst enthousiast. De oppositieleider Attlee meende, de», de beperking van de voedselsub sidies een scherpe stijging van de kosten van levensonderhoud zal ver oorzaken. En de president van de 600.000 leden tellende bond van mijn werkers in de kolenlndustrie Sir William Lawther verwachtte een golf van nieuwe looneisen. Hij kon niet geloven, dat de concessies, die de regering van plan is te doen. de stijging van de voedselprijzen zullen compenseren. Volgens de conserva- DE URKERS IN ARGENTINIË. Burgemeester Keyzer gaat recht zoeken voor zijn mensen (Van een speciale verslaggever) Burgemeester Keyzer ran Urk heeft, zoals bekend, van de Argentijnse luchtvaartmaatschappq het aanbod ontvangen om voor rekening van deze maatschappij naar Buenos Aires te vliegen. „Ik ben daar erg dankbaar voor", zegt de burgemeester tegen ons. „Want nu kan ik zelf gaan zien, wat er aan de hand is. En Ik verzeker U, dat ik alles ln het werk zal stel len om voor de Urkers recht te krijgen op grond van de gesloten contrac ten en dat ik niet zal aarzelen de rederij Van is*frhem aansprakelijk te stellen voor hetgeen zij contractueel op zich heeft genomen, niet alleen met de geëmigreerde vissers, maar ook ln een afzonderlijk contract met mq als burgemeester van Urk". Hoe is dat Argentijnse avontuur eigenlijk begonnen? Dat werd ons van verschillende kanten op Urk haarfijn verteld. Het was de Urker hotelhouder Albers, die het vorig jaar September aan enkele Urkers, van wie hij wist dat zq wilden emi greren, de boodschap bracht dat een agent van de Belgische reder Van Iseghem ervaren vissers zocht voor Argentinië. De man was in zijn hotel neergestreken. Hij heette Scygalsky, was een Hongaar van geboorte, doch bleek later een statenloze te zqn, woonachtig in Monster. Hij vond dat de Urker schuiten er zo verzorgd uitzagen. Waren er nog bekwame visserslui, die mee wilden met zijn baas, de reder Gabriel van Iseghem, die al drie maanden in Argentinië was geweest en die nu met zijn vis sersvloot over wilde steken om in Mar del Plata te gaan vissen en daar industrieën te stichten, verwant aan de visserij: een vismeelfabriek, een visconservenfabriek, een rokerij? Daar viel over te praten nietwaar? De Urkers hadden het niet zo erg op meneer Scygalsky, maar toen de burgemeester, enkele emigratie-lief hebbers, de hotelhouder en meester Bos van de Wilhelminaschool naar Oostende trokken en daar met de re der kennis maakten, kreeg de zaak een betrouwbaarder aanzien. De schepen, waarmee van Iseghem naar Argentinië wilde varen, werden grondig geïnspecteerd het waren flinke voormalige Wehrmachtkotters ongeveer twee maal zo groot als de normale Urker kotters en er wer den gunstige inlichtingen over Van Iseghem ingewonnen bij de Scheep vaartinspectie te Oostende en bij ver schillende bankinstellingen. Dat zat allemaal goed. Er werd nog lang gepraat over de kansen in Argentinië, de gages, de overtocht enz., maar het eind van het liedje was toch, dat zeventien Urkers, twee Enkhulzer vissers en één Amers- foortse besloten met Van Iseghem ln de boot te stappen. CONTRACTEN EN GETUIGEN. De contracten werden op Urk ge tekend ln het bijzijn van de burge meester, vertegenwoordigers van de Stichting Landvel-huizing en een Geref. predikant uit Argentinië, ds. 40. Het stadje Poppelsga bezat een knus ha ventje, waarin heel wat vissersschuitjes gemeerd lagen. Jimmy of liever „opoe Knuffel" kende ze bijna allemaal. Ook de MM 22 lag binnen. Er was echter niemand aan dek. .Timmy bedacht 2ich niet lang en stapte de herberg „De Goede Vangst" binnen, ,,'n Beetje drinken zal me toch goed doen", mompelde hij, „en ik kan dan meteen eens zien wie er allemaal binnen zijn. Als ik die kerel met die dikke neus nou maar kan ontdek ken dan heb ik mij ln elk geval niet voor niets zo raar toegetakeld." Nu er zaten mensen genoeg in de herberg en het zag er zo blauw van de tabakswalm, dat Jimmy moeite had nog een lege stoel te ontdekken. Het verschenen van een oude juffrouw ln de herberg „De Goede Vangst", die eigenlijk meer een zeemanskroeg dan een herberg was, veroorzaakte nog al wat opschudding onder de aanwezigen. Er werden heel wat gewaagde grapjes naar „opoe's" hoofd geslingerd door het overmoedige scheepsvolk, maar opoe Knuffel trok er zich niets van aan. „Ja jongens", zei ze gemoedelijk, ,,ik ben op doorreis naar Muidermonde. Ik moet naar me dochter, die 't water in d'r knie heb en die nou wat hulp moet hebben. Waar een oud mens al niet goed voor Is." Er werd nog wat nagelachen, maar toen vergat iedereen opoe Knuffel, die daarna alle gelegenheid kreeg haar omgeving eens goed te observeren. Sonnevelt, die al 40 jaar in dat land werkt. Schriftelijk werd overeen ge komen. dat gedurende het eerste jaar de schippers 400.per maand en de schippersknechts 300.per maand zouden verdienen. Dit geld zou grotendeels aan de achtergeble ven gezinnen worden gezonden, tot deze na een jaar over zouden komen. Daarna zouden de Urkers nog 3 jaar voor de rederij werken. Met de burgemeester van Urk werd een afzonderlijk contract geslo ten over de toezending van de gel den voor de gezinnen. Mondeling gaf de reder in 't bijzijn van vele getuigen de verzekering, dat er geen arbeid op Zondag behoefde te worden verricht. Men vond het niet nodig dit schriftelijk vast te leggen. Het sprak vanzelf, dat men de prin cipiële bezwaren van de Urkers te gen de Zondagsarbeid zou eerbiedi gen. BEGRAFENIS OP ZEE- Tijdens de grote oversteek had er een droevig voorval plaats op de kotter van de schippers Teunis Ras en Reinler Korf. De vloot was de eve naar juist gepasseerd. Een jongetje van een Belgische vader en een Ita liaanse moeder werd ziek. Het lag in een hangmat op het dek. Daar vond Teunis Ras het in de vroege morgen dood. De beide mannen gaven net een christelijke begrafenis. In de nieuwe plunjezak van Teunis Ras werd het kleine lichaam aan de gol ven overgegeven, terwijl Korf het Onze Vader bad. HARTELIJKE ONTVANGST. De reis verliep verder, dank zij het goede weer, voorspoedig. Hartelijk en gastvrij was de ontvangst door de Nederlandse kolonie in Mar del Pla ta. Er werd een gemeenschappelijke slaapzaal voor de Urkers ingericht en na enige weken kon het vissen be ginnen. Iets meer dan een week hebben de Urkers gevist op makreel, eekvis of korreina, een soort baars. Toen gaf Van Iseghem de mannen ontslag, dat wil zeggen, hq vroeg, of zy in de daarop volgende week twee reizen wilden maken en als gevolg daarvan dos ook 's Zondags op zee wilden biy- ven. Unaniem weigerden de Urkers. Het ontslag volgde onmiddellijk, mondeling. WAT DE SCHIPPERS SCHREVEN. Burgemeester Keyzer heeft ons de brief getoond, waarin de gang van zaken, resulterend in het ontslag, wordt beschreven namens de gehele bemanning. De brief was gedateerd 25 Febr. '52. ..Allereerst moeten wjj U medede len, dat de gehete bemanning met Bobeldijk, Balk en Makkers door Van Iseghem is ontslagen. De reden hiervoor is, dat wij geen makreel kunnen vangen. Deze makreel is anders dan in Holland. Zij is zo watervlug en schichtig, dat ze met een kuïlnet niet is 'te vangen. Maar Van Iseghem geeft ons geen gelegenheid om het op een andere manier te proberen. De week daarop -werden wjj naar zee gestuurd om korreina te van- geil. Dat is een soort baars, maar dat bracht hem ook niet genoeg op, omdat wij niet op een goede plaats geweest waren. Ook op dat punt kregen wij geen gelegenheid om ons i')t te werken. Toen dwong Van Iseghem ons ook 's Zondags te varen, want wij konden buiten de Zondag maar één reis doen. Dit laatste hebben wij aUen gewei gerd, omdat wij God 'meer gehoor zaam willen zijn dan de mensen. En Van Iseghem wist toch dat ui; geen Zondagsarbeid wilden ver richten. Maar het ergste is, dal Van Iseghem reeds op S Januari, tievèn getuigt de begroting van But- werkelijkheidszin e: Ier van verbeeldingskracht Het punt waarover de meningen het meest uiteenlopen, ls de verho- Sng van het bankdisconto. Dit is ans de tweede maal dat de conser vatieve regering hiertoe overgaat se dert zij aan het bewind is gekomen. De voorstanders van deze maatregel verwachten als gevolg hiervan een grote prijsdaling, daar verhoging van het disconto de geldcirculatie zal vermin deren. De tegenstanders beweren echter, dat juist een prijsstijging het resultaat zal zijn, daar vele onderne mingen thans genoodzaakt zullen zijn geld te lenen voor heruitrusting van hun bedreven, hetgeen de productie kosten zal doen toenemen. Uit Washington wordt gemeld, dat de begroting verzekerd is van een enthousiaste ontvangst in het Ameri« kaanse Congres. Zij komt tegemoet aan de wensen van sommige Con gresleden. die hadden J J~* de sedert de oorlog in I voerde belastingtarieven voorzieningen de prikkel tot het wer ken hadden weggenomen, terwijl aan de Ver. Staten werd overgelaten het hierdoor ontstane productietekort aan te vullen. Men verwacht dan ook, dat de begrotingsvoorstellen, die de na druk leggen op harder werken en productieverhoging. het Congres gunstiger zullen stemmen voor het verzoek van president Truman om in het belastingjaar 1952'53 hulp ten bedrage van 7.9 milliard dollars aan Engeland en andere landen in West- Europa te verstrekken. Naast vele sombere- aspecten, ver toont Butlers begroting dus toch ook enkele lichtpuntjes, waarop niet al leen Engeland, maar de gehele met Engeland verbonden vrije wereld de hoop gevestigd zullen houden. De reactie uit Washington is daarom ze ker niet het minst onbelangrijk. Utrechtse Voorjaarbeurs xnternationaler dan ooit. De Utrechtse Voorjaarbeurs, welke van 25 Maart tot 3 April zal worden gehouden, zal eert sterk internatio naal karakter dragen. Behalve de in dividuele Inzendingen uit een dertig tal landen, welke zijn ondergebracht in de 45 aan de Jaarbeurs deelnemen de branches, zullen in het internatio nale paviljoen op het Vreeburg niet minder dan negen collectieve buiten landse inzendingen worden aangetrof. fen. Deze zijn afkomstig uit België, Luxemburg. Zwitserland. Oostenrijk. Joego-SIavië. Algiers. Tunis, Zuid- Af nka en Canada. Voorts is in dit paviljoen een ruimte gereserveerd, waar een twintigtal West-Duitse fir ma's hun kwaliteitsartikelen zal tonen. de dag na aankomst van de vloot, het geld voor onze gezinnen heeft stopgezet. Al die tyd heeft hij hui ten onze weet om, onze gezinnen aan hun lot overgelaten. Toen zijn schepen hier waren, konden wij wél weer terug gaan". Hieruit blijkt dus, dat de Urkers geen gelegenheid hebben gekregen om zich met de visvangst ln de Ar- gentqnse wateren vertrouwd te ma ken. Voor de makreel moeten zij an dere netten hebben, Voor de eekvis moeten zij op een diepte van 130 me ter vissen. Daarvoor zijn hun kuil- nctten te kort en is de motor van de kotter te licht. Hoe dieper de zee ls, hoe langer het kuilnet moet zyn en hoe zwaarder de motor om het net te trekken. Ondanks deze moeilijkheden had den de Urkers in één week met twee schepen nog een besomming van 170 kisten (iedere kist is 100 pond). Dat was meer dan de Belgen uit zee had den gehaald. Maar op Urk zeggen ze: Wie een hond wil slaan, kan altijd wel een stok vinden. De Urkers kunnen vissen. Zij zijn niet lui of onbekwaam. Tal van Ur kers trekken wekelijks de Noordzee op voor de kust van Bretagne. om oo haring te vissen. Zij zullen het ook in -'.nttnlë met de visser^ wel klaar

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 5