PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
In 1838 kreeg Zierikzee een
grote katoenweverij
Tres Arroyos is trots op zijn
emigranten
DE MODERNE VIKINGEN GOOIEN
WEER MET STENEN
EDITIE SCHOUWEN
195e Jaargang-No. 55
Dagblad uitgave van de firma
Provinciale Zeeuwse Courant.
Directie F. van de Velde en F. B.
den Boer. Adj. W. de Pagter.
Hoofdred. G. Balllntijn. PL verv.:
W. Leertouwer en H. A. Bosshardt.
ABONNEMENTSPRIJS 44 ct per
week, f 5.45 p. kw., fr. p. p. t 5.70
per kw. Losse nummers 10 cent.
SPECIALE EDITIE VOOR SCHOUW EN-DU IV ELAND
WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSE, VLISSINGSE, GOESE, BRESKENSE COURANT EN VRIJE STEMMEN
Woensdag 5 Maart '52
ADVERTENTIEPRIJS iu ct. per
mm. Minimum p. advertentie I 3.—
lag. mededelingen driemaal taneL
Kleine advertentie# imax 5 regel#
van 1—5 regels I L—- iedere regel
meer 20 cent. ..Boeven of adre#
Bureau van dit Blad' 25 cent meer.
Giro nr. 359300 P Z C. Middelburg.
Bur. Vlissingen Walstr 50—50, tel 2355 4 lijnen (b.g.g. 2861 of 2160) M'burg Londense Kaal 29, tel. 2077 en 2924; Goes L, Vorststr 63. tel 2475 Ib.g.g 2228): Oostburg Finlandstraat 2. telef 18. Temeuren Brouwertjstr. 2: Zlerlkzec N Bogerdsti C ifio tel 26
POGING TOT INDUSTRIALISATIE IN DE VORIGE EEUW
jaarlijkse aflossing van 500,wat
echter werd geweigerd.
Maar uitbreiding moest plaats
hebben en drie woningen waren be
reids gekocht, opdat met een vleu
gel in de Wevershoek de fabriek
zou kunnen worden vergroot.
Gelukkig stelden de heren Salo-
monson en een burger, die onbe
kend wenste te blijven het bedrag
beschikbaar, zodat in de Raad van
7 November 1840 B. en W. met de
uitvoering konden worden belast.
Aan de Westzijde van het bestaan
de gebouw werd het cholerahospi-
taal ingericht voor magazijn en di
rectiewoning, zodat het bedrijf was
uitgegroeid van 75 weefgetouwen
in 1839 tot 300 in 1841.
TEGENSLAGEN.
Maar de tegenslagen bleven niet
uit. De Provinciale Gouverneur ver
minderde het weefloon en Salomon-
son vroeg als tegemoetkoming in
de kosten van het Stadsbestuur een
bijdrage, welke gesteund werd door
de bovengenoemde commissie van
toezicht in de Raadsvergadering van
28 Juni 1842, daar het niet mogelijk
was de arbeiders tevreden te stellen
Weversoproer bracht gemoederen in
het hele gewest in beroering
Direct na het eerste kwart van de vorige eeuw, was het voor ons
land en volk een tijd vol zorgen en verdriet, waaraan niet vreemd was
de Franse overheersing, welke nauwelijks voorbij was en de dreigende
oorlogen met de naburen, waarbij men zelfs dorst beweren, dat de
Koning het stuur over de Staat was kvvyt geraakt. De bittere armoede
was een der oorzaken, dat de gemoederen verre van vrolijk waren.
Daarbij kwam de spanning welke er in die dagen op godsdienstig ge
bied bestond, waaruit de afscheiding straks zou geboren worden, die
voor velen een tijd van ellende zou betekenen en voor allen op zijn
minst onrust veroorzaakte.
Bovendien een sterk heersende conservatieve geest, die het best ge
ïllustreerd wordt door het feit, dat in 's Lands raadzaal bij het indienen
van een ontwerp voor het aanleggen van spoorwegen, slechts twee
leden vóór dit plan stemden, maar men meer de lof prees van onze
welingerichte trekschuiten. Men leefde in een overgangstijd, van han
den- naar machinale arbeid, waardoor de handel niet werd bevorderd
terwijl deze in de ons omringende landen bloeide.
Zo was er overal achteruitgang waar te nemen, welke fnuikend zou
worden, indien de regering niet ingreep.
Daartoe werd een Handelsmaat- J Daarom werd ook aan Z.M. de
schappij in het leven geroepen, wel- Koning gevraagd om een renteloos
ke goederen uit zou voeren naar In-1 voorschot van 8000,— tegen een
dië en wel inzonderheid calicots of 1::'
katoenen, om, zoals Multatuli het
weergeeft, deze te ruilen tegen
waardevolle en kunstzinnige voor
werpen bij de inlanders. Allerwege
werd dan ook getracht in vervallen
plaatsen zulke katoenweverijen op
te richten. Naast Zierikzee waren er
ook te Middelburg, Goes, Veere,
Domburg en Westkapelle plaatsen,
welke voor deze industrialisatie in
aanmerking kwamen, terwijl de re
gering bezig was door hoge rechten
de buitenlandse handel uit te slui
ten. Onder deze bijzondere bescher
ming begon de katoennijverheid te
bloeien ten koste van de Rijksschat
kist, die het verlies dat de Handels
maatschappij maakte, moest bijpas
sen, om zo de aan de handel toege
brachte slagen in de Franse tijd te
overwinnen.
Daaruit voortvloeiende kreeg Zie
rikzee van de minister een toezeg
ging, dat het per jaar voor 150.000
aan katoenen zou mogen leveren,
wat in die dagen een zeer belang
rijk kapitaal was. Er was evenwel
te Zierikzee geen weverij, noch een
fabrikant welke in staat was om
aan die vraag te voldoen.
De Twentse spinnerij van de he
ren Salomonson had daar echter
spoedig lucht van gekregen en met
haast werd connectie gezocht met
het bestuur der Stad.
Zo werd dan in de Raad van 19
October 1838 een missieve behan
deld van de heren G. en H. Salo
monson, „fabrieceurs" te Almelo,
die zich bereid verklaarden om, in
dien de stad voor de benodigde ge
bouwen zou zorgen, zij de daartoe
noodzakelijke grondstoffen zouden
zenden en enige bekwame wevers,
die de arbeiders hier zouden oplei
den, opdat de bedoelde katoenen
zouden kunnen geleverd worden.
De Raad greep dit aanbod aan en
besloot om gratis gebouwen in de
Lange Sint Janstraat en in de Sint
Antoniusstraat (Manhuisstraat) be
schikbaar te stellen, op voorwaarde
dat de Directie het onderhoud dier
gebouwen voor haar rekening zou
nemen. Intussen kon het stadsbe
stuur uitzien naar een betere gele
genheid, opdat een meer degelijke
en aan de eis beantwoordende fa
briek zou kunnen worden gebouwd.
WELVAART NEEMT TOE.
De Raad stelde daarbij als eis een
commissie van toezicht en arbitra
ge uit haar leden, waartoe zij be
noemde de heren Mr. J. Boeye, Mr.
A. Moens van Bloois en H. W. Ie
Sage van den Broek, terwijl B. en
W. door de Raad werden gemach
tigd de zaken verder uit te voeren
en de contracten te ondertekenen.
Zo ontstond dan in deze gebou
wen spoedig een levendige industrie
en er waren ook al spoedig heel wat
thuiswerkers, waardoor de welvaart
begon toe te nemen.
Maar ook bleek al heel gauw, dat
het in de nu gebruikte gebouwen
onmogelijk was om tot uitbreiding
te komen, wat toch nodig was om
het gestelde kwantum te kunnen
afleveren.
Mede door de stijgende welvaart
schepten de vroede vaderen nieu
we moed en men begon aan de
Zuidzijde van het Kerkplein, tussen
Raamstraat en Wevershoek een
nieuw gebouw op te richten, omdat
het allereerst gewenst was aan het
contract te voldoen en anderzijds
omdat daarvoor minstens 300 weef
getouwen nodig waren.
Met toestemming van hogerhand
plaatste men dan ook een lening
van 66.000,welk bedrag voor
de bouw nodig bleek te zijn.
Wel stegen nu de inkomsten voor
de bevolking, doch de uitgaven en
zorgen van de stedelijke regering
werden aanmerkelijk verzwaard,
want ook nu nog bleek uitbreiding
gewenst en noodzakelijk.
met een lager loon, waarin de be
dreiging zat, dat alles wat tot hier
toe was opgebouwd verloren zou
gaan en de weverij zonder perso
neel zou komen te zitten. Wegens
de grote schaarste aan stedelijke
geldmiddelen werd toen door de
Raad besloten om een premie op het
afgewerkte stuk katoen te stellen
en wel van 5 cent beginnende 1
Juli en eindigende 31 December
1842, zodat de wevers-,zullen beuren
85 cent voor een stuk °/i en 70 cent
voor een stuk 5/j katoen.
Voor echter het einde van deze
periode was bereikt, dienden de he
ren Salomonson op 29 December
weer een nieuw verzoek in om ook
in het a.s. jaar de premie weer be
schikbaar te willen stellen, doch dit
keer waren de vroede vaderen niet
geneigd om toe te geven, er moest
meer vlijt aan de dag gelegd wor
den was hun mening, dan kwam 't
loon vanzelf hoger.
In 1842 had men op de fabriek
30609 stukken katoen vervaardigd
en daarop 'n bedrag van 23.113,75
verloond, wat zeer gunstig werd
genoemd.
Intussen vermeldden de Raadsno-
tulen in 1844 voor het eerst een di
recteur van de weverij, met name
de heer Wertheim, die alle moeite
dééd om dit bedrijf in goede banen
te leiden, maar ook wordt voor het
eerst gesproken van boete, welke
betaald moest worden als een stuk
katoen niet goed was afgewerkt.
De weverij bleef gelukkig in vol
le werking en het geklik-klak der
weefgetouwen vermengde zich met
het lied der wevers, welke naar ge
lang van aanleg de meest gewone
straatliedjes of de Psalmen Davids
zongen, al deed men dat op „lied-
jes-gewijze," in overeenstemming
met de maat van de weefstoel.
Het was in die dagen als in on
ze tijd, vreugde en droefheid wis
selden elkander af; na algemeen
gezang kwam ook de tegenslag en
ook de wevers bespraken de zorge
lijke toestand des lands.
De Handelsmaatschappij was
naar de geschiedenis leert niet
altijd even fair geweest in haar
handelingen: 's Rijkssc-hatkist was
willig zijn offer bracht werd niet
alleen met executie bedreigd, maar I
deze vond ook onverwijld plaats.
De winter van 18441845 was 'n
winter van grote armoede en de be- j
delarij nam hand over hand toe.
Wel werden daar maatregelen te-
gen genomen, maar er waren er ook j
die hun armoede niet kenbaar durf-1
den te maken.
„KLOK ZONDER WERK".
Daarbij kwamen de executie's
door de deurwaarders van de ach
terstallige belastingen, waardoor de
gemoederen in een verkeerde stem
ming werden gebracht, waaraan
dan ook Zierikzee zijn grote oproer
onder de wevers te danken heeft
gehad.
Op 29 Januari 1845 had weer zulk
een executie plaats door de deur
waarders Martinus Costerius uit de
Poststraat (C 93) en Hubrecht Bou-
man van de Nieuwe haven, bij de
Fam. de Kok in de Nieuwe Boo-
gerdstraat (D 237).
Hier begon de deurwaarder Cos
terius de dwaasheid om persoonlijk
op een Friese kasklok te bieden,
welke bestemd zou zijn voor zijn
schoonzoon, bakker Geelhoed.
(Vervolg pagina 2)
De Nederlandse Hervormde Kerk te Tres Arroyos, waar ds. Van
der Velde elke Zondag twee diensten houdt, één in het Spaans en één
in het Nederlands. De kerk is tevens het trefpunt voor hen, die elkaar
over de gemeenschappelijke problemen willen spreken.
EERSTE NEDERLANDERS LEDEN SCHIPBREUK
Nederlandse kolonie in Argentijnse
vlakten
In het wijde land van de provincie Buenos Aires (10 keer zo groot
als Nederland), 500 km van Buenos Aires en 150 km van de Oceaan-
kust, ligt een stadje van enkele tienduizenden inwoners: Tres Arroyos.
Behalve een gToot aantal Deense kolonisten, wonen er thans ook
circa 350 Nederlanders en Nederlandse afstammelingen.
Tres Arroyos werd een van de welvarendste kolonies van Nederland
se boeren in Zuid-Amerika. Er zijn niet zoveel Nederlandse emigran
ten op dit continent, dat door zijn verschillend klimaat, de moeilijke
Latijnse taal, de achterstand in ontginning en ontwikkeling en boven
dien door het geheel verschillend karakter van de Latijnse mens, nim-
mer zo in trek was als Canada, U.S.A., Australië en Nieuw-Zeeland.
niet alleen leeg, maar er was eerr --to-Brazilië bestaat al vijftig jaar een Protestantse kolonie in Caram-
groot tekort en een der toenmalige behy, waar men het pas sinds kort redelijk heeft, terwijl de nieuwe
ministers, Van Hall, zette het mes
in de wonde. Hij vorderde nieuwe
en verzwaarde belastingen, ook van
de kleine luiden. Het was ook me
nens geworden, want wie niet vrij-
„Varpa", Zweden's nieuwe Volkssport
(Van onze correspondent).
STOCKHOLM, Februari. Een oeroud sport, „varpa" of „varpkast-
ning" genaamd, is in Zweden weer in zwang gekomen. De belangstel
ling voor deze soort ontspanning is zo groot, dat men er reeds op ver
trouwt, dat de oudste sport ter wereld" internationaal erkent en indien
niet by de komende Olympiade toch zeker by een volgende toegelaten
zal worden. Het gaat om het werpen met stenen
Op het eiland Gotland heeft men vondsten gedaan, waaruit blykt, dat
men dit spel reeds voor onheuglijke tijden heeft gespeeld. De stenen wa
ren zo bewerkt, dat men ze goed op de handpalm kon Leggen en met de
vingers kon vasthouden. De „stenenwerpers" van de twintigste eeuw
nemen natuurlijk niet de moeite hun projectiel zelf te vervaardigen. In
plaats van de vaak plompe brokken steen worden in Zweden reeds me
talen schrijven gegoten, uie 2,8 tot 3,1 kg, wegen. Er zijn echter ook
zwaardere schijven, tot 5 kg. Aan de achterkant bevinden zich kleine
holtes, waarin de vingers houvast hebben.
De gehele kunst bestaat nu daar
in, op een afstand van 20 m. (dames
15 m.) een 2 tot 2,5 cm. dik en 25
cm. hoog deelhoutje te raken of
toch tenminste de schijf er dichtbij te
laten neerkomen. Zoals men ziet,
hebben de Zweden reeds alle voor
waarden vastgesteld om een wed
strijd mogelijk te maken. Het werd
ook de hoogste tijd, want in het ge
hele land zijn reeds 125 verenigin
gen, die zich tot een „Varpkastnings-
föbundet" aaneengesloten hebben.
Om het andere jaar zal thans het
Zweedse kampioenschap uitgevoch
ten worden.
Men kan deze sport in ieder jaar
getijde beoefenen en iedereen kan
er aan meedoen. Zelfs de grootste
enthousiasteling kan er geen kwalen
van krijgen, geen sporthart en geen
spierpijn. Na iedere worp loopt men
namelijk eerst naar het doel om het
resultaat te meten. Al is dit ook
maar 25 meter, toch ontspant hier
door het hele lichaam.
Zo eenvoudig als het er uitziet,
is „Varpa" nu echter ook weer niet.
Er is vry veel oefening voor nodig
om de schijf precies naar het doel
te gooien en niet te doen rollen. Wy
probeerden het enige keren, doch
moesten ons beschaamd terugtrek
ken, toen het ronde stuk metaal een
meter van het doel af op de grond
viel envijf meter verder rolde.
De Zweden zouden niets liever
wensen, dan juist deze sport in Hel
sinki uitgevochten te zien. Maar he
laas is de belangstelling hiervoor
buiten Scandinavië nog niet groot.
Men troost zich daarom voorlopig
met de gedachte, dat men de wereld
enige jaren vooruit is, want men is
er vast van overtuigd, dat „varpa"
toch eens zijn zegetocht over de ge
hele aardbol zal beginnen.
R.K. kolonie in Campinas nog met allerlei moeilijkheden heeft te kam
pen. Voor het overige zijn de Nederlanders her en der over het conti
nent verspreid en als er hoogstens 10.000 hier in Zuid-Amerika hun
geluk en toekomst zochten, dan is dat vermoedelijk aan de hoge kant
geschat.
Tres Arroyos is aanvankelijk niet
als kolonie georganiseerd en be
doeld geweest, zoals dat nu in de
R.K. kolonie in Brazilië wel het ge
val is. De eerste emigranten, enkele
Friezen o.a. Dijkstra uit Dok
kumer Nieuwezijlen werden er
als het ware neergeworpen, toen zij
ingingen op de verleidelijke aan
biedingen van de Argentijnse rege
ring. Als gevolg van de crisis in
het boerenbedrijf boden zich vele
duizenden Nederlanders in 1889
aan en een paar maanden later za
ten ze al op de boot.
Alle schone dromen over een rij
ke toekomst vervlogen direct. De
boten waren gebrekkig en overvol,
terwijl vlak voor de Argentijnse
kust, in een storm, schipbreuk werd
geleden, waarbij al enkele tiental
len het leven verloren. Ook de ont
vangst in het Argentijnse land viel
niet mee. Men werd eenvoudig op
een kar geladen en de „rimboe" in
gestuurd. Het voedsel was gebrek
kig, ongewoon en oud. Huizen wa-
Onlangs ls men, nadat men kort te voren by graafwerk op een oud wrak
In de bodem gestoten was, op een terrein aan de Wieringweg in
de gemeente Slootdorp begonnen met het uitgraven van het wrak van
een schip, dat naar men vermoedt ter plaatse in de zestiende eeuw
gezonken ls. Het opgravingswerk geschiedt onder toezicht van de Rijks
dienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort. Voorzover men
reeds kan nagaan heeft het schip een breedte van ongeveer zes n.eter en
een lengte tussen twintig en vijf en twintig meter. Een foto van de voor
steven van het schip, die reeds bloot gelegd is- Het gehele opgravingswerk
zal ongeveer vijf weken duren.
ren er niet, maar werden spoedig
gemaakt van leem met lang" pam
pagras. Water kon men zelf winnen,
door een put te boren van 8 tot 40
meter diep. Ook ontbrak het aan
werktuigen, organisatie en toezicht,
terwijl vele emigranten totaal
vreemd stonden tegenover het boe
renvak omdat ze afkomstig waren
uit andere bedrijven. Dit "en alles
bij elkaar maakte deze grootscheep
se emigratie tot een mislukking.
Velen stierven; anderen gingen te
rug: alleen de sterken zetten door.
STAMVADER.
Een daarvan, Dirk Zijlstra, werd
als het ware de stamvader van de
gemeenschap te Tres Arroyos. Zijn
vrouw schonk hem vijftien kinde
ren, die hij liefst weer zag getrouwd
met Protestantse Nederlanders. In
middels was er ook enige hoop ge
rezen op het voortbestaan van een
Nederlandse gemeenschap, zodat
een dominee besloot tijdens een ver
lof in het vaderland de aandacht
op het nieuwe land en zijn rijkdom
men te vestigen. Dit had tot gevolg,
dat een twintigtal jonge Haarlem
mermeer-boeren, kersvers van de
landbouwschool, bij wijze van va-
cantie eens gingen rondneuzen. En
kelen beviel het zo goed, dat ze di
rect bleven. Anderen gingen terug,
maar kwamen later weer, zodat nog
maar een klein deel der vrijgezellen
het vaderland verkoos boven het
nieuwe land:
Met deze vrijgezellen, die zich al
spoedig meester maakten van Dijk
stra's pionerservaring en dochters,
kwam pas de eigenlijke gemeen
schap tot stand. Enkelen werden
bouwboer, anderen bleven in de
veeteelt, terwijl er enkelen hande
laar werden in wol, vlees en hui-
de. De merkwaardigste „omschake
ling" maakte wel een Amsterdanv
mer, die aanvankelijk in het vader
land piano's verkocht, later in Bue
nos Aires op een kantoortje zat,
toen op het kantoor kwam van de
coöperatie der kolonie en ten slotte
een eigen boerenbedrijf opzette.
MOEILIJKE JAREN.
De gemeenschap heeft heel wat
moeilijke jaren doorgemaakt, maar
ze is overeind gebleven door de on
derlinge verbondenheid, in gods
dienst, vaderlandsliefde en de wil
tot slagen. Zonder de steun van on
ze godsdienst zeggen de emigran
ten zouden velen zijn afgevallen
en verdronken in de onmetelijke
ruimte. Een van de eerste zorgen is
dan ook geweest, te komen tot de
bouw van een kerk, een Nederland
se school met internaat en een ge
bouw voor de coöperatie.
Eerst volstond men met een huur-
lokaaltje, waar des Zondags werd
voorgelezen. Een onderwijzer
vaak de dominee trok te paard
naar de boerderijen sommige wel
80 km uit elkaar om les te geven.
Later veranderde dit en thans
hebben de kolonisten een klein
nieuw kerkje, een fraaie school,
waar een zeventigtal kinderen on
derwijs geniet en een dertigtal in
het internaat kost en inwoning
heeft.
Naast de kerk staat bovendien 'n
keurig kantoor van de Coöperatie
„Alfa", die de productie der boeren
op de markt brengt, in- en ver
koopt, regelend en adviserend op
treedt en als gemeenschap in groot
aanzien staat bij de Argentijnen,
groter dan enige individuele leve
rancier ooit zou kunnen staan.
Tres Arroyos is niet zoals Ca-
rambehy en Campinas een kolonie
in die zin, dat men als het ware in
een dorp, of aan een lange weg bij
elkaar woont. De boeren wonen in
de omtrek verspreid. Sommigen
hebben 40 ha, anderen 400 e'n meer.
In de stad wonen enkele handela
ren en de leiders der coöperatie, zo
als de man, die de kolonie voort
stuwde naar de coöperatieve ge
dachte en de onbenoemde burger
vader is. Jan Verkuyi (uit de Haar
lemmermeer) terwijl er nu ook Don
Diego woont, de oude Dirk Zijlstra,
die met zijn doorzetten dit land
voor Nederlanders ontsloot.
ER ZIJN KANSEN.
Men mag zeggen, dat de meeste
boeren het redelijk hebben; rede
lijker dan ze het ooit gehad zouden
hebben in het oude land. Anderen
zijn mogelijk gelijk gebleven, maar
voor hun kinderen ligt het wijde
Argentijnse land nog open. Tres
Arroyos heeft twee dingen bewezen,
en daar gaat Jan Verkuyi prat op:
ten eerste dat er voor Nederlandse
boeren, die werken willen en kun
nen, kansen zijn en ten tweede, dat
de Nederlandse Protestanten, mits
zij zich onderling godsdienstig en
economisch verbinden, kunnen
voortbestaan en gedijen temidden
van Rooms-Katholieken en binnen
landse concurrentie.
Het is nu zelfs zo, dat Tres Arro
yos trots is op zijn emigranten, die
het stadje een nieuw aanzien heb
ben gegeven. Dat werd o.a. gede
monstreerd, toen Z.K.H. Prins Bern-
hard de kolonie bezocht en de stra
ten onbegaanbaar waren van de
mensen, die hun vreugde over het
bezoek en hun vriendschap tot de
kolonisten wilden betuigen.
(Nadruk verboden).
Joris Diels regisseur
bij Comedia
Het is zo goed als zeker, dat de
Toneelgroep Comedia, die, uitgeslo
ten van subsidie, voor het volgende
seizoen uiteen dreigde te vallen, defi
nitief in de z.g. vrije sector zal wor
den voortgezet. Voorts heeft de be
kende Belgische regisseur Joris Diels
de uitnodiging, om tot de artistieke
leiding van Comedia toe te treden,
aanvaard.
Geen Fins visum nodig voor
Olympische Spelen
Nederlanders, die zich naar Fin
land begeven met het doel de Olym
pische Spelen te bezoeken en die
voorzien zijn van een geldig paspoort,
hebben van 1 Juni tot en met 31
Augustus 1952 geen Fins visum no
dig.