In 1652 landde Jan van Riebeeck zonder animo in Zuid-Afrika Zeeland oud... ZEELAND NIEUW Week van besprekingen B ZATERDAG 23 FEBRUARI 1952 PROVTNOIALB ZBBUWSB COURANT 3 VAN CHIRURGIJN TOT KOLONIST Tiert jaar later verliet hij een bloeiende nederzetting „O BRENG MIJ TERUG NAAR DIE OU-TRANSVAAL" Is een fragment uit een in de 20ste eeuw populair geworden liedje, waarmee» de stichter van het Hollands sprekende deel van Zuid-Afrika Jan Anthonlsz. van Rie beeck zeker niet zou hebben ingestemd! Deze grote 17e-eeuwer, tijdge noot van de Vlissingse Michiel Adriaansz. de Ruyter, had het ln de „Cabo de Bona Esperence" namelijk allesbehalve naar zijn zin Toen hij er nu byna drie eeuwen geleden met vrouw en kind voet aan wal zette, was zyn liefste wens het verblijf zo kort mogelijk te malven. Zyn ambitie ging uit naar een hoge, ja, naar de hoogste functie in Nederlands- Oost-Indië. De heren bewindhebbers van de Verenigde Oostindische Compagnie dachten er evenwel anders over en Jan van Riebêeck zou tien jaren van zijn leven aan de Kaap moeten doorbrengen; tien jaren, waarin hy een brokje Holland zou stichten, dat na drie honderd jaren nog zou voortbe staan. Een levenswerk van groot formaat, waarvoor Nederland en Zuid- Afrika hem dit jaar begin April dankbaar zullen herdenken. Op 21 April 1619 aanschouwde Jan Anthonisz. van Riebeeck te Cu- lemborg het levenslicht, als de zoon van de scheepsdokter Anthony van Riebeeck. Hij zou aanvankelijk de voetsporen van zijn vader drukken en na de schooljaren volgde hij een cur sus in de heelkunde bij een chirur gijn. Bij zijn opleiding behoorde on der meer scheren, friseren der lok ken en het met een warm ijzer op draaien der snorrenzo schrijft d*- c. Godée Molshopen JAN VAN RIEBEECK. J****-******#****-»**###*#» Toch is 'f zo I m De ondergrond van de Sinaï woes tijn bestaat uit graniet dat geduren de de dag aan de medogenloze hitte van de zonnestralen is blootgesteld, doch des nachts een sterke afkoeling ondervindt, omdat de woestijnnach ten buitengewoon koud zijn. Ook ge durende de dag kunnen bij de zeld zame regenbuien somtijds snelle tem peratuurdalingen worden waargeno men, die in het gesteente wel eens 60° C bedragen. Tegen deze temperatuurschommelin gen is op den duur zelfs de sterkste steen niet bestand en met scherpe knallen barsten bij tijd en wijle de reusachtige rotsblokken uiteen. Kristallijne gesteenten bestaan ge woonlijk uit verschillende gekleurde mineralen en hebben daardoor bij zonder van temperatuurswisselingen te lijden, want de donkere bestand delen (zoals hoornblende, au giet e.d.) nemen meer warmte op dan de licht gekleurde (veldspaat, kwarts) waar door een ongelijkmatige uitzetting der steendeeltjes plaats vindt. Ster ke verwarming heeft korstvormïge afbladdering van rotsen tengevolge, plotselinge heftige afkoeling veroor zaakt daarentegen het ontstaan van radiale barsten. Zo wordt het door ons als hard ge roemde graniet in de loop der eeuwen gemakkelijk vergruisd en dit gruis wordt een speelbal van de wind, die het tegen de rotsen slingert en de kleinere deeltjes voortdurend tegen elkaar laat botsen. De gemakkelijk splijtbare mineralen als veldspaat en hoornblende breken daarbij, het kwarts, dat geen splijtvlakken bezit, echter niet. Tenslotte zijn de splijt bare mineralen tot zulk fijn stof ver gruisd, aat zij door de wind uit de woestijn worden gevoerd, zodat al leen het kwartszand achter blijft. De met dit zuivere zand gevulde dalen tussen de granietwanden van de Sinaï woestijn zijn van dit ver- weringsproces de schamele restanten. Wijl ongeveer van deze graniet uit kwarts bestaat, is in de loop van dui zenden jaren deel van de woestijn ■weggeblazen, zonder dat er ergens een spoor van te vinden is. Terwijl we nog treuren over dit verlies, nadert er veronderstellen wij een onweersbui. Of U zich nu in de Sinaï woestijn, in de Sahara, of in ons Nederlandss duinlandschap bevindt, doet weinig ter zake. De vraag is, waar U zich opstelt tenein de de geringste kans te hebben door de bliksem te worden getroffen. Gaat U* in een duinpan staan, of boven op de top van het duin? Natuurlijk in de duinpan, want de bliksem zoekt altijd de hoogste punten en zal dus in duinpannen niet inslaan!" Mag ik U een welgemeende raad geven? Gaat U in dergelijke gevallen liever tegen de duinhelling aanliggen, want de bliksem slaat bij voorkeur in duinpannen in! Patria-boekje „Jan van Riebeeck en zijn tjjd". Op zyn twintigste jaar mocht hij zich onder-chirurgyn noemen en in die kwaliteit vertrok Jan van Rie beeck op 19 April 1639 van Goeree met het schip „Het Hof van Holland" met bestemming Indië. Zijn maand geld was twee en twintig gulden. Zijn eerste zeereis was, allesbehal ve fortuinlijk. Het schip verging hal verwege Afrika's Westkust, bij Sierra Leone, dat in die dagen bekend stond als „Het Graf der Blanken" Na zes maanden kon de jeugdige Van Riebeeck met een passerende vloot zijn reis vervolgen en in Juli 1640 na negen maanden varen arriveerde hy te Batavia De „medi sche loopbaan" werd afgebroken en Van Riebeeck zag zich benoemd tot „assistent op de penne" bij de Com pagnie. Reeds in 1642 volgde promo tie tot onderkoopman en in 1647 op 27-jarige leeftijd, was Jan van Rie beeck koopman van de Compagnie. GEDEGRADEERD. Intussen had hy meer van de we reld gezien, dan de Oost alleen; als koopman was hy naar Japan gezon den, doch in 1648, het jaar van de Vrede van Munster, keerde hy in Amsterdam terug en zonder functie. Evenals vele van zijn colle ga's had ook Van Riebeeck zich be zondigd aan het bedryven van „eni ge particuliere handel ten eigen ba te" en hij trof het slecht, want juist in die periode achtten de Heren Be windhebbers het tijdstip gekomen om een voorbeeld te Btellen. Dat voorbeeld werd Jan van Riebeeck en zo keerde hy in 1648 als geschorst koopman van de Compagnie te Am sterdam terug. En juist deze degra datie werd de springplank tot zijn latere roem! Want op de terugreis maakte van Riebeeck kennis met de Kaap en te rug in Amsterdam zet hy in een uitermate knap betoog „Nader Considiratie" getiteld de moge- lykheden van de Kaap voor de He ren Bewindhebbers uiteen. .GEREHABILITEERD Met het gevolg, dat op 14 Decem ber 1651 een inmiddels met Maria de la Quellerie gehuwde koopman Jan van Riebeeck uit Amsterdam naar Texel vertrekt om aldaar scheep te gaan op de „Dromedaris", met be stemming: Zuid-Afrika. In zyn „Daghregister" schreef van Riebeeck: „Des middags omtrent 2 uyren onder buyigh regenachtigh we der en de wint Westelijk synde is ge- melten Riebeeck met syn familie uyt de stadt Amsterdam vertroc- ken". Hy was een gerehabiliteerd man. Als koopman en opperhoofd van de nieuwe onderneming vertrok hy te gen een salaris van 75 per maand. HUMAAN „OPPERHOOFD"... De 6e April 1652, straks drie eeu wen geleden, zette Jan van Riebeeck voet aan wal in het land, waar voortaan ook Nederlands zou wor den gesproken en waar nu, drie hon derd jaar later, onze taal nog voort leeft. Het was hier, aan de Kaap, dat Jan van Riebeeck zich al spoedig in zyn ware grootheid ontplooide. Hy legde een buitengewone veelzijdig- heid aan de dag en toonde zich voor al een meester in de omgang met de inboorlingen. De geschiedschrijver zegt hierover, dat Jan van Riebeeck j er niet tegen op zag „hen op te vul- i len met tabacq, aracq ende eten, ne-1 vens vulderley apenspel; dat tot meerder genoegen met hen aanrich tende"De Hottentotten gaven hem de titel „Soury" (Opperhoofd Waar nodig trad hy streng op, doch over het algemeen toonde hy zich een humaan meester, zyn taak be stond allereerst uit het bouwen van een fort ter bescherming en voorta uit de omvangrijke opdracht om de Indië-vloten te voorzien van groen ten, fruit en vers vlees. Dit alles mocht de Hoogmogende Heren in Holland geen stuiver kosten! Deze opgaaf was evenwel te zwaar en er moest dan ook menigmaal worden bijgepast. HARTEWENS NIET VERVULD Tien ja«u- na zyn aankomst aan de Kaap werd Van Riebeeck's wens ver vuld; hy mocht naar Indië. Toen hy van de Kaap vertrok, verliet hy een door hem geschapen bloeiende kolo nie en de post, die hij tegen wil en dank had bekleed, had hij vervuld zoals geen ander dat gedaan zou kunnen hebben. In 1662 vertrok hij als Komman- deur naar Batavia, waar hy op 18 Januari 1677 op 56-jarige leeftyd overleed. Hy had toen de rang be reikt van secretaris van de Raad van Indië. Zyn hartewens, eenmaal Gouver neur-Generaal te zyn, was niet in vervulling gegaan. Dit was wegge legd voor zijn zoon Abraham. In Afrika heeft Jan van Riebeeck even wel genoegzaam de kans gekregen en benut om te tonen wat hy waard was. Het standbeeld van Van Riebeeck te Kaapstad. Engels meisje werd „Miss Casino Amsterdam 1952" Het twintigjarige Engelse meisje Judy Breen uit Londen dat de vorige zomer uit duizend Engelse meisjes ge kozen werd als ,Miss Festival of Bri tain", heeft in Amsterdam een tweede titel bemachtigd, die van „Miss Casino Amsterdam 1952". Van de tien schoon heidskoninginnen uit Europa, die aan dit concours deelnamen, behaalde zij juist één punt meer dan Miss Zweden, die tweede werd. De derde prijs viel toe aan de 21-jarige Betty van Proos dij uit Amsterdam, die het vorige jaar eveneens in het casino gekozen werd als „Miss Holland". Tot nog toe is het bericht dat de rookformaties, die de bemanning van een militair vliegtuig boven Argentinië had waargenomen, van een atoomontploffing afkomstig zouden kunnen zijn. van geen enkele zijde bevestigd. De opbrengst van de vorig jaar gehouden straatcollecten voor dc Geza menlijke* Militaire Fondsen heeft in 1951 landelijk f 88.226,94 bedragen. Beethoven-week in Oost-Duitsland Van 23 tot 30 Maart wordt in Oost- Duitsland een Beethoven-week ge houden om de muziek van deze com- eonist nader tot de arbeiders te rengen, aldus heeft het Oost-Duitse nieuwsagentschap meegedeeld. Grote orkesten zullen wérken van Beethoven ten gehore brengen in de staatsopera's, de fabrieken, de scho len en de dorpen. De dirigent Her mann Scterchen komt uit Zwitser land om o.a. de „Missa solemnls" te dirigeren. Men verwacht voorts be kende buitenlandse en West-Duitse musici en zangers. Prof. Harry Gold- schmidt heeft materiaal bijeenge bracht voor een Beethoven-tentoon- stelling. Walt Disney geridderd De Franse regering heeft' Walt Disney benoemd tot Officier d'Aca démie" en hem het daarbij behorende paarse lint met de zilveren palmen uitgereikt als blyk van waardering voor zyn uitstekende natuurstudies in kleuren. Reeds eerder ontving Disney van Frankrijk het Légion d'fionneur. Teleurgestelde minnaar stak meisje met dolk. De Amsterdamse rechtbank eiste drie jaar gevangenisstraf tegèn de 23-jarige los werkman A. van G. die in de zomer van het vorige jaar het 24-jarig meisje J. W. te Amsterdam, dat een verloving met hem had be ëindigd, met een dolk enige steken in de rug en in de borst had toege bracht. Toen een op het hulpgeroep van de huisgenoten toegesnelde agent van politie de dader by het bloeden de meisje vandaan trok, had deze ook zichzelf met de dolk in de buik streek verwond. Het meisje kon 5 weken niet verhoord worden en werd 7 weken in een ziekenhuis verpleegd. Het is nu echter volledig hersteld. Bij het verhoor voor de rechtbank had het er, zoals ook de officier van justitie, rar. B. Kist, verklaarde, veel van. dat de twee betrokkenen dit liefdesdrama als een privé-aangele- genheid beschouwden. Vooral het meisje verzweeg angstvallig zoveel mogelijk. De officier zeide echter hier de veiligheid van de maatschappij in het geding te achten en eiste daar om bovengenoemde straf. Nieuw vrachtgebouw aan K.L.M. overgedragen. In een feestelijke bijeenkomst is op Schiphol het nieuwe vrachtgebouw door de bedrijfsdirecteur van de lucht haven Schiphol, de heer U. F. M. Del- laert, namens het gemeentebestuur overgedragen aan de president-direc teur van de KLM., ar. A. Plesman Dr Plesman zeide in een toespraak „Met het openen van dit vrachtge bouw is een begin gemaakt met het bouw is een begin gemaakt met hel uitbouwen van Schiphol tot een lucht- P. Pétillon. vrachthaven". Domburg De markt Zoals Smallegange hef zag Zoals wij hel zien Het wordt wel eens wat afge zaagd, altijd weer de lof van het verleden te zingen om zyn gemoedelijkheid, zijn bloemrij ke rust, zijn wat breedsprakige maar toch wel erg genoeglijke krullaria, in tegenstelling tot het jachtige, nuchtere, kaal-ge- stroomlijnde heden, dat de na tuur opoffert aan de techniek en dat dan ook prompt de vroe gere buitenplaats en het oord van plaisantie moet gaan in richten tot ziekenhuis en ze nuwlijdersgesticht Zeker, der gelijke boetpredicaties behel zen een heleboel waarheid, maar er steekt ook een gevaar in: ze zien te veel achterom. Wie door de storm moet, zie vóóruit! Daarom weigeren we nu eens, een treurzang aan te heffen, bij het bovenstaande dubbelbeeld. Wat ons overigens niet behoeft te beletten, even te genieten van dat plezierige oude Dom burg, waar de klapbanken breeduit midden op de tegen woordige verkeersweg staan en waar de bomen al evenmin kwaad van de prins weten.. Waar de welput nog floreert en een Stadsbestuur nog aar digheid had in een tweetal zot te koppen aan de pomp, in een paar heraldieke leeuwen op het Stadhuisbordes, in het étaleren van een dikke „schandsteen" (naast de Stadhuisdeur), ter duidelijke illustratie van een reeds in 1545 geldende Dom- burgse wet, die luidde: Soo wat vrouwe d'eene d'andere verspreeckt met quade injuri- euse woorden, ofte met twist ofte vechten, die sal verbueren drye pondt zwardt ofte sal de steenen dragen"; met deze steen om de hals moesten ze dan een wandeling door de Stad maken. Zie, dergelijke pleziertjes mis sen we tegenwoordig, de vrou wen zitten elkander niet meer in de hairen en de wet is al mede veel saaier geworden. Maar laten we dan tóch lie ver vooropstellen, dat het pren- tje-1952 stof levert tot een be scheiden triomf. Allereerst om toat bleef: het waardige, aardi ge, elegante Stadhuisje met het torentje en „Zotte Bette" het klokje, dat hier zo aller- attentst op half uur héél slaat nop steeds, gezond present en in actie. Om die éne, dappere boom, die het, ondanks alles, nóg niet opgegeven heeft. Om de wei-stand der nieuwe huizen laten we nu op deze plaats ook maar eens even uitdrukke lijk erkennen, dat de oorlog (per ongeluk, zeker, maar even goed is het een feit) nogal wat lelijks en karakterloos' van Dom burg opruimde en dat de nieuwbouw, die ervoor in de plaats kwam hoe zware be zwaren een moderne opvatting ook tegen de zgn. Delftse school ■mag inbrengen dan toch maar evenwicht en goede ma nieren bracht op plekken, waar vroeger wel eens ongelukkig en stijlloos gestunteld was door timmerman en bouwheren. Want can de 18e-eeuwse gaafheid was in 1940 niet al te veelmeer overgebleven. De nieuwbouw heeft ongetwijfeld een zeker herstel gebracht O En dan mogen we misschien ook nog even triomferen om en kele dingen, die men op het plaatje niét ziet Bijv. om het feit, dat deze hoek, vanouds „de beurs" geheten, nog steeds en in weerwil van het ver dwijnen der klapbanken, zijn functie van nieutcsbeurs voor de Domburgse manschap ver vult, gestimuleerd zelfs door een Zaterdagse patattefriét-kraam, die Smallegange ons mag be nijden. Om de komende promo tie van de woning naast het Stadhuis reeds in 1700 niet al te ooglijk van fagade ze zal bij het Stadhuis getrok ken worden en daarmee allicht van aanschijn verbeteren. Maar vooral om de bomen, die hier weer komen zullen' Komen moéten, het kan niet anders, want gelukkig is Domburg wakker en beseft men hier, dat men de kip, die de gouden eieren legt, vooral niet' moet slachten en dat Domburgs vroe gere houtrijkdom in een aller nauwst verband staat met die symbolieke kip. Hoe idyllisch, hoe lieflijk lag het vroeger in zijn hout verscholen, hoe trots waren we op wat de vreemde lingen daar wel van zeiden en hoe jammerlijk weinig is daar, door allerlei oorzaken, van over geblevenDomburg wandelt in dit opzicht, om het zo eens te zeggen, aan de rand van de af grond. Maar het wéét het en er wordt weer geplant en dat be looft. Die eenzame candidaal voor de iepziekte blijft daar niet alléén staan voor het Stad huis; straks staat er weer een hoopvol rijtje jonkjes en wie weet zitten we daar over 25 jaren niet weer prinselijk onder het lommer van breedgespretde takken ons theetje te dringen? Als we tenminste niet al te ruw met de „young hopefuls" om springen. Bij de Kerk staat er één, waar nog juist het halve stammetje can overgebleven is. Misschien zouden we op school weer eens wat meer aan sprook jes kunnen doen? Bijv. dat van die kip....? Hel we*eldgebeuren Het was deze week weer een week van onderhandelingen en be sprekingen. Onderhandelingen in Korea, waar nog altijd aan de wa penstilstand wordt gedokterd, onder handelingen in Perzië, besprekingen in Londen, besprekingen in Lissabon. En daarby komen nu dan nog dc her nieuwde besprekingen tussen Enge land en Egypte, waartoe de persoon- ïyke boodschap van Anthony Eden aan de Egyptische premier de weg heeft geëffend. Om te beginnen met Korea: daar zyn de pailyen het in Pan Moen Djon wel vrywel eens geworden over een na het bereiken van do wapenstil stand te houden conferentie, waarin de verdere toekomst van het land zal moeten worden besproken, maar over de voorwaarden van de wapenstil stand zelve is er nog altyd geen over eenstemming. De uitwisseling van de krijgsgevangenen vormt nog altijd één van de obstakels, waarover men blijk baar maar niet heen kan komen, maar belangrijker zijn toch de kwes tie van de vliegvelden en die van het toezicht op het naleven van het be stand. De Westelijken kunnen nu een maal Sovjet Rusland niet als „neu traal" lid van de commissie van toe zicht accepteren. Daarvoor heeft Mos kou te duidelijk de Noordelijke agres sie gesteund, moreel en materieel. En bovendien achten zij het o.i. volkomen, terecht ontoelaatbaar, dat men tij dens het bestand zou voortgaan met het aanleggen van vliegvelden. Toch zyn er de laatste dagen in Pan Moen Djon onmiskenbare vorde ringen gemaakt en dat houdt de hoop levend, dat men cr eens toch wel zal komen. Maar het blijft een kwestie van vallen en weer opstaan Als de voortekenen niet bedriegen, is er nu een redelijke kans, dat zowel Egypte als Engeland ten slotte toch bereid worden gevonden wat water in hun wijn te doen. Er is reeds enige ontspanning ingetreden in de toestand in Egypte zelf, vooral door het feit, dat de Britten een aan tal beperkende maatregelen hebbe» opgeheven, maar de hoop op een op» lossing werd ons toch vooral ingege ven door het feit, dat beide parthen in de afgelopen dagen vrij duidelijk bink hebben gegeven van nun bereid heid om opnieuw de kwestie van hun onderlinge verhouding tot onderwerp van bespreking te maken. Dat daarbij óók aan beide zijden sprake is van enige zachte drang van de zijdo van de machtige Amerikaanse bond genoot, is tamelyk waarschijnlijk, maar het resultaat is er toch met minder om. En voor de opbouw van de Westelijke verdedigingsorganisa tie is het beslist van het grootste be lang, dat ook op de Zuid-Oostelijke flank een hecht verdedigingsfront kan worden gevormd. Zonder accoord met Egypte zou de veel omstreden toela ting van Griekenland en Turkije wel eens heel wat minder waard kunnen blyken dan men zich heeft voorge steld. Geen wonder dus, dat men op het ogenblik, dat in Lissabon ver dei- wordt getimmerd aan het gebouw van de Westelijke defensie, met grote be langstelling het resultaat van de nieuwe Brits-Egyptische besprekin gen afwacht. y de besprekingen in Lissabon zal het overigens niet gaan om het bereiken van spectaculaire re sultaten. De voorzitter van de N.A.T. O-raad, Lester Pearson, heeft er in zyn openingsrede al voor gewaar schuwd de verwachtingen zeker in dit opzicht niette hoog te spannen en alles, wat tot dusver over de onder handelingen is „uitgelekt" de be sprekingen worden n.l. om begrijpe lijke redenen zeer geheim gehouden bevestigt deze zienswijze. Evenals in Ottawa en Rome gaat het er in de eerste plaats weer om de militaire en politieke samenwerking der veertien verdragspartners soepeler en doel treffender te organiseren en wanneer die arbeid er na deze en de nodige vol gende conferenties ten slotte toch tot succe3 zal hebben geleid, zullen de spectaculaire problemen ongetwyfeld van zelf hun oplossing vinden. Dit geldt evengoed Voor ae hereniging van Duitsland als voor de verdere éénmaking van Europa. De bekende Amerikaanse journalist Walter Lipp- man heeft er dezer dagen nog eens op gewezen, dat deze kwesties na tuurlijk wel belangrijk, maar niet pri mair zijn. Dat is de N.A.T.O. zelf en het is eerder een ongeluk dan een voordeel, dat al deze kwesties met de N.A.T.O. verwikkeld zijn geraakt. Wanneer over deze waarheid ook in Parijs en Bonn waarmen deze week ook nog al heeft getobt met parlementariërs, die niet helemaal „zuiver op de graat" bleken goed in het oog zou 'rillen houden, zou de toekomst van Europa er waarschijn lijk heel wat hoopvoller uitzien dan thans het geval is. Omwenteling in papier industrie door gebruik van atoomkracht? De papierindustrie staat op het punt een revolutionnaire wijziging te ondergaan, dank zij de invoering van nieuwe technieken, die verband hou den met het gebruik maken van atoomenergie, aldus heeft de voorzit ter van het Canadese instituut van onderzoek voor de papierfabricage, Lincoln Thiesmeyer, te New York verklaard. „De papierindustrie staat aan de vooravond van geweldige ont wikkelingen op het gebied van het toegepaste onderzoek", aldus Thies meyer. Grouw vierde St. Pi eter. In Grouw gaat men het St Nicolaas- feest stilzwijgend voorbij, maar als het voorjaar wordt en de goede tijd voor schippers en vissers weer nadert, dan viert men in dit Friese waterdorp St. Pieter Het mag zijn, dat St. Pieter oorspronkelijk de schutspatroon van de vissers is, de oude baas, die op 21 Februari door de straten van Grouw rijdt en door de kinderen wordt toe gejuicht, verschilt uiterlijk niets van St Nicolaas. Hij heeft ook een zwarte knecht en hij komt ook uit Spanje. Gisteren is weer gebleken, dat hij even royaal is als zijn collega van 5 Decem ber, want vele geschenken en lekkers rijn met gulle hand door hem uitge deeld.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 5