De juffer van de Ronduute
SCHOUDERMANTEL VAN DE
TOREADOR
Van Vrouw ioi Vrouw
In de greep van
de Wóéstijn
10
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 16 FEBRUARI 1952
EEN SAGE UIT ZEEUW SC H-VLAANDEREN.
De kermisganger uit Overslag
stond in de geheime schatkamer
filer en daar kan men in het Zeeuwsch-VlaamKe land nog de sporen
terugvinden van oude dammen, en van de dtfkweg af ziet men in de diep
te de visrijke welen liggen, waar eens tijdens een storm het water door
de zeewering brak en een kolk vormde.
Ook ziet men wel eens langzaam glooiende heuvels In de weilanden,
waar eens waehttorens verrezen en sterkten waren opgeworpen, toen er
schepen voeren, waar nu de koeien grazen.
Onder de grond moeten zich nog wel gewelven bevinden, waarvan men
de toegangen heeft dichtgemetseld. Hol klinken de stappen der paarden,
wanneer zU over zo'u plek draven. Men zegt dat dit het geval is by
lVestdorpe aan do Battery, en by Overslag aan de Ronduute, waar men
zich in de tachtigjarige oorlog heeft verschanst in de bouwvallen van
een middeleeuwse sterkte.
't Zal nu zowat honderd jaar ge-1 eindigde voor een hoge muur waarin
leden zijn. dat een jongen uit Koe- zich een deur bevond,
wacht van de kennis van Overslag ..Hier, neem deze sleutel en open
kwam en nog laat in de avond naar I de deur", beval de slotjuffer.
huis terugkeerde. De jongen had zijn les goed ontbou-
't Was stil. doodstil op de eenzame
landweg; hij hoorde geen gerucht,
geen voetstappen, maar opeens voel
de hy een hand op zijn schouder.
Vraag niet waar h\j de moed vandaan
haalae. om terzijde te zien daar
stond een dame. helemaal in wit sa
tijn gekleed, van haar puntmuts tot
haar puntschoenen, maar 't vreemd
ste was dat haar gezicht als spinrag
was. dat in de wind bewoog.
„Wees maar niet bang", zei ze,
„ik ben de slotjuffer van Ronduute
en je bent op mijn land. Hoe kom
je nog zo laat langs deze weg
'door JAC. R. W. SINNEGHE
„ïk was op de kermis van Over
slag" stamelde de jongen.
„En wat heb je daar gedaan? Je
ziet er niet uit als een blije kermis
vogel".
„Mijn geluk heb ik gezocht, maar
ik heb het niet gevonden", antwoord
de de jongen, want het meisje
waarmee hy kermis had willen hou
den was met een ander op stap ge-
gegaan.
VOLG MIJ MAAR.
..Het geluk kun je hier vinden",
hernam de witte juffer je hebt me
maar te volgen. Als jij 't geluk vindt,
word ik verlost en behoef niet meer
elke nacht rond te dolen in de onder
aardse gewelven, zonder dat ik het
licht van zon en maar. kan zien.
Denk er om. als er iets aan je ge
vraagd wordt moet je antwoord lul
den: doe het zelf
Bij die woorden nam ze de ver
schrikte jongen, die niet wist hoe hg
het had. bij de hand en voerde hem
naar het weiland, tot aan de voet van
de heuvel, waar een wilde warrenng
van doorn- en braamstruiken de ge
heime, ingang tot de kelders verborg.
Een deur kierde open en de ker
misganger rook de geur van vochtige
aarde In het donker daalde hy met
zijn geleidster de smalle treden van
een stenen wenteltrap af. die. opeens
Een ongelukje is vaak
te verbelnen
Zelfs de beste huisvrouw overkomt het
wel eens, dat bij het koken een gerecht
anders uitvalt dan de bedoeling was. De
suiker- of zoutlepel schiet wel eens utt
of de pudding wil bijv. maar niet stijf
worden. Gelukkig is er dan vaak maar
een kleinigheid nodig om het 6erecht°P
het laatste ogenblik nog van mislukkig
te redden.
Enkele van die kleinigheden doen wij
U hier aan de hand, is een beetje extra
moeite niet beter dan een mislukt gerecht
op tafel?
Als d evermicelli of de groenten in soep
steeds naar beneden zakken, bind ze dan
bij met wat aangemengde maizena of
aardappelmeel.
Mocht de gladde soep of saus te dun
lijken, dan kunt U ze beter binden met
maizena dan met nog meer bloem, omdat
maizena niet behoeft door te koken en
minder gauw klontert dan bloem.
Smaakt de kerriesoep of -schotel te
sterk, dan kan ze verzacht worden met
een scheut melk of wat tuinkruiden.
Als de mayonnaise maar niet dik wordt,
voegen we er een lepel heet water aan
toe (de lepel van te voren even in het
het water houden).
Wanneer soms het grote gebraden vlees
niet voldoende gaar blijkt te zijn. snijd
het in dikke plakken en verwarm deze
enkele minuten in de jus.
Het gebeurt wel eens, dat de gehakt
balletjes barsten en uiteenvallen. Roer
ze dan fijn met een vork, voeg er water
aan toe en bind ze met bloem tot een ge
haktsaus.
Als de jus wel vet maar niet brum en
smakelijk geworden is, kan men er een
beetje koffiestroop (of Engelse saus. jus-
blokje. aroma of tomatenpureé) aan toe
voegen en de jus binden met maizena.
Heeft men te vette jus. die wel bruin
en smakelijk is, voeg er dan geen water
aan toe, maar schep de bovenstè laag vet
er af.
Is de jus een beetje te donker, roer er
dan een klontje boter of margarine door
en bind de jus met een papje van mai
zena en melk.
Zijn de aardappelen te zout, verwerk
ze dan eens voor een keer tot pureé
waarin flink wat melk verwerkt is.
Appelmoes of compOte valt wel eens
wat flauw uit. Een paar druppels citroen
sap, bessensap of azijn zullen de smaak
frisser maken.
Is sla of slasaus daarentegen te zuur,
dan kunt de smaak daarvan verzachten
met wat melk of olie of suiker.
Als vla niet zoet genoeg blijkt te zijn,
roer er dan witte basterd- inplaats van
kristalsuiker door, die lost n.L ook in een
koude vloeistof op.
Is vla of pap te zoet, dan kan men er
iets zuurs door roeren, bijv. citroen, of
er koffie (stroop) of aangemengde cacao
aan toevoegen.
Van afgekoelde pudding die slap is ge
worden en inzakt kan men het beste vla
maken, door ze te kloppen onder toevoe
ging van extra melk of andere vloeistof.
Is de korst van een cake verbrand o>
plakt deze gedeeltelijk aan de vorm vast
dan kan men de korst eraf raspen of ge
bjk sntjden en de cake bedekken met
glazuur of boter of margarine en daarover
chocoladestrooisel.
den.
„Doe het zelf antwoordde hij.
DE DEUR GEOPEND.
Dadelijk draaide de dame de zware
ijzeren sleutel knarsend om in het
roestige slot: de deur ging langzaam
open en hij zag een lange, rechte
gang. die door walmende pekfakkels
was verlicht.
Op de gang kwamen links en rechts
deuren uit, die ze voorbijgingen tot
de witte dame weer bleef staan voor
een brede poort.
„Doe open" beval ze opnieuw.
..Doe hetzelf was het antwoord.
De juffer gehoorzaamde, de deur
«nng open. ze stapten over de drem
pel en kwamen in een zaal, die hel
der was verlicht door het rossige
schijnsel van flambouwen, die in ijze
ren grepen langs de wanden hingen.
Er was niets of niemand in de
zaal te bekennen, en ze gingen haas
tig verder tot aan het andere einde
een deur vanzelf openging. Nu ston
den ze aan de ingang van een gro
tere nóg lichtere zaal. Langs de
wand stonden vyf kisten, die allen
van zware ijzeren sloten voorzien wa
ren.
Daarin zit al mijn goud", ze' de
witte dame „al mijn zilver mijn sie
raden mijn kostbaarheden mijn span
gen en kammen, mijn ringen en oor
bellen. te veel om op te noemen. Dat
alles is voor jou. Hier, neem deze
sleutel en open de middelste kist'
DE RUIGE HOND.
Op de middelste kist echter zat
een grote, ruige. Dekzwarte kardoes
hond. wiens ogen als karbonkels fon
kelden en wiens haren als stekels
overeind stonden. Hij gromde zo ver
vaarlijk, dat de muren ervan trilden.
„Hier. neem toch de sleutels", her
nam de slotjuffer. „Neem de sleutel
dan toch. Waarom aarzel je
De jongen kon zijn ogen niet van
de hond afwenden die al maar drei
gender en donkerder gromde, en dat
angstaanjagende geluid beklemde
hem zo. dat hij aan niets anders meer
kon denken.
Daarom begreep hij ook niet. dat hij
moest zeggen: ..Doe het zelf Dan
had de dame de sleutel van het geluk
genomen en de kisten geopend en hij
was rijker geweest dan de zee diep is.
Hij keek en keek. en vond het be
vrijdende woord niet.
Ten laatste kon de dame daar niet
langer blijven want haar tijd ver
streek. Nog eenmaal keek ze liem
smekend aan. en toen ze nog geen
antwoord kreeg, verzuchtte ze: „Kun
je dan niet spreken
De jongen kon alleen maar troos
teloos het hoofd schudden.
Windmolens gaan stroom
opwekken.
Onder voorzitterschap van prof.
ir. R. J. Forbes is een stichting ge
vormd, die de vele windmolens, wel
ke ons land rijk is, méér werk wil
verschaffen. Het plan is geboren om
deze molens met him windkracht
electrische energie te laten opwek
ken, zodat de wind het plaatselijk
lichtnet zou kunnen bedienen.
Tweehonderd molens in Nederland
zouden onmiddellijk in aanmerking
kunnen komen om met geringe kos
ten zo te worden omgebouwd, dat zij
voortaan het tweeledig doel kunnen
dienen en aanzienlijk meer exploi
tabel worden. Voor 600 andere zou
den iets duurdere voorzieningen no
dig zijn. De 800 molens zouden jaar
lijks voldoende electriciteit kunnen
leveren om een besparing van
800-000 aan kolen mogelijk te ma
ken.
„Vaarwel dan. tot over honderd
jaar", zei de slotjuffer. want slechts
éénmaal in de honderd jaar komt er
een nacht waarin de dame van
Ronduute naar buiten komt en ver
lost kan worden.
Misschien zal het deze keer geluk
ken
In Overslag meent men dat die
nacht weldra komen zal misschien
reeds in dit jaar. als het weer Ker
mis is in het dorp.
Nauwelijks had de juffer gespro
ken. of de jongen stond weer op de
eenzame weg, waar hij haar ontmoet
had.
Van angst en opwinding was hij zo
uitgeput, dat hij eerst uren en uren
later, toen het al begon te lïcnten
doodziek thuis kwam. Hy kon haast
geen woord uitbrengen, maar voor
hij stierf twee dagen' later
heeft hij toch met horten en stoten
zijn eenzaam en dodelijk avontuur
verteld.
Nederland zal textiel en wol
invoeren in West-Duits>and
De Westduiste autoriteiten hebben
machtiging verleend tot invoer uit
Nederland van diverse producten tot
een totaal bedrag van 19.7 millioen
D.M. Het grootste deel van de invoer,
waartoe machtiging werd verleend,
betreft textiel en wol ter waarde van
14.5 millioen D.M.
Dienstbaar gemaakt aan de mode
Steeds maar een nieuwtje te lanceren, valt heus niet mee; vooral niet,
wanneer men originaliteit beoogt. Neen, het pad van de modeontwerpers
gaat. wat dit betreft, niet over rozen. Zij moeten wel terdege over een
grote dosis fantasie beschikken. Het verwondert dan ook niet, dat zij
elke gelegenheid aangrijpen om stof op te doen.
Neem bijvoorbeeld Jacques Fath,
die tijdens zijn verblijf in Holland
het Volendammer kapje in één slag
beroemd maakte, zij net dan in iet
wat andere vorm gegoten. Het
grondmodel van het kapje is echter
nog zichtbaar. Weer een andere mo
dekunstenaar koos Korea uit voor
zijn branche. Immers, vandaar ko
men de zo geliefde koeliehoeden,
velke in series de aardbol rondgaan,
'ierre Balmain heeft nu een ander
object tot het zijne gemaakt. Hij ope
reert namelijk met de mantel van de
Spaanse toreador. De schouderman-
tel vindt U terug, in moderne versie,
op bijgaande afbeelding. Men noemt
1 't hier eenvoudig een omslagdoek.
Het voordeel van Bamains model is.
dat de doek in een minimum van tijd
kan worden verwijderd, daar zij los
is bevestigd. De japon heeft de steeds
meer in zwang komende enveloppe
zakken met brede kleppen. Men lette
ook op de alleraardigste knoopgar-
nering. welke in driehoeksfiguur
werd toegepast.
Evenals jjij deze jurk, wordt bij
het andere model dê moderne lak-
Laat mij u in gemoede maar
met klem waarschuwen: het
kan in sommige gevallen hóógst
gevaarlijk zijn een paar kou
sen te gaan kopen. Het heeft
mij in eik geval in de vreemd
ste situaties gestort, en u moogt
het loven dat ik, een week
na dato, tenminste in zoverre
de schok der emoties te boven
ben dat ik, gewikkeld in een
housecoat en met de vloeimap
op de knieën, u de wekelijkse
kolom min of meer samenhan
gend kan verschaffen. Als het
af en toe wat schokt of schom
melt moet u mij, bid ik nede
rig, maar vergeven. De moraal,
die u uit deze regelen kunt
puren maakt dat, naar ik ver
trouw, weer enigszins goed.
Het begon dan, zoals ik zei,
met een paar kousen. E-n nog
wel, o spijt, van één gulden
negen en tachtig, hiel en teen
met nylon versterkt. Ik xoeet
het, ik had de verleiding moe
ten weerstaan, en met vier
knotten jumperwol voor een
tientje tevreden moeten zijn.
Die kousen had ik niet strikt
nodig, de jumperwol wel, en
het was beestachtig slecht weer.
Die één gulden negen en tach
tig sleept straks met een nul
aan de staart aan onkosten bin
nen. tot mijn straf.
Maar goed: vergeef een zuini
ge huisvrouw, die in het werk
graag haar fraaiste beenbekle
ding was spaart. Ik kon toch
ook niet weten, dat de magische
krachten uit de Duizend-en-één-
nacht nog onverzwakt door ons
V/estelijlc luchtruim zweven, op
zoek naar een slachtoffer voor
hun langgekoesterde wraak.
Nooitnooit van mijn leven zal
ik weer durven lachen om ver
halen over de geest in de fles.
Ik stapte het winkeltje bin
nen, waar het warm was en on
behaaglijk stil. Er was een
jongedame, die wenste te weten
wat het zou zijn: achteraf be
keken een vraag vol bittere
ironie. Maar zij kon kwalijk
anders: zij lag waarschijnlijk
ook onder de betovering. Het
gevaar echter school vlak naast
die gloeiende kachel. Daar zat,
in grijzelappen gewikkeld, de
genius van de plaats, als hulpe
loze oude dame vermomd.
Ik had nog kunnen vluchten,
maar wie kon verlangen dat ik
de geest zou zien, de machti
ge Dzjinn die opsteeg uit de
kolengloed en zijn vleermuis
vleugels uitsloeg over mijn ar
geloos hoofd, waarin enkel het
keelgat een weinig brandde?
Ik kreeg mijn kousen en een
sarcastische heilwens mee, en
spoedde mij door de sneeuw
en hagel naar mijn woning,
onwetend, volkomen onwetend
over het lot dat mij wachtte.
Want het moet een ongelofe
lijk machtige Dzjinn zijn ge
weest, die mij als prooi had uit
verkoren. Duizenden jaren ge
leden moet een listig slachtof
fer, voorbestemd voor een leven
van absolute ascese, zich han
dig aan zijn greep hebben ont
trokken. Nu zou ik, gelokt door
een paar kousen zelfs de lok
middelen der Dzjinns devalu-
erèn deze gebroken gelofte
moeten nakomen. Want hot het
gegaan is weet ik niet, maar
toen ik weer enig besef van
mijn toestand kreeg ontwaak
te ik als fakir.
U behoeft er werkelijk niet
om te lachen. De situatie was
afgrijselijk genoeg, en ik zag
geen kans tot ontsnappen. Ik
veinsde eerst nog de toestand
niet te onderkennen, en sloot de
ogen in de hoop, dat bij het
opslaan alles slechts een grie
zelige droom zou zijn. Maar
het baatte niet en de feiten
waren maar al te dtiidelijk.
Ik was er zeker van dat ik
in een vorig ach hoe zorge
loos bestaan mijn matras
hal laten vullen met kapok. Ik
had zelfs enige hoe lichtzin
nige critieic geuit op de wijze,
waarop dit vullen was geschied,
want na verloop van tijd werk
te zich een stevige naald naar
de oppervlakte.
Hoe futiel was zo'n kleinig
heid, goed-beschouwd, bij het
lot dat mij nu wachtte. Alle ka
pok was spoorloos verzwonden.
In plaats daarvan had mijn
kwelgeest prikkeldraad ge
bruikt, roestig en oneindig ver
strengeld prikkeldraad, aange
vuld met afval van een blikfa-
briek, een emmer of wat gebro
ken glas en dat alles gecom
pleteerd met vele zeer lange,
zeer puntige, verticale draadna
gels.
Daarop lag ik, zonder enig
begrip van tijd, roerloos uitge
strekt, met een rug die daaren
boven grondig met een dorsvle
gel bewerkt scheen. Ik begreep
het: dit 'diende tot zuivering
van mijn ongetwijfeld te zeer
op het aardse gerichte bestaan.
Ik moest leren berusten, mij
afwenden van alle ijdele ge
noegens en laag bij de grondse
lusten, zoals een zacht bed, een
goed maal, een opwekkende
dronk. Ik was opgenomen in
een orde van uiterst strenge
fakirs, en ik moest mij voegen
naar de regels.
Ik voegde mij, en verbaasde
mij over niets meer: was dat al
geen bewijs dat ik behoorlijke
vorderingen maakte in de kunst
der versterving? Op het spijker
bed uitgestrekt, onderging ik
vervolgens de hitteproef. Ilc
werd overgoten met kokend
heet water, niet eenmaal, maar
dagen achtereen, totdat ik ge
leerd had ook in dat gloeiend
bad stil te liggen en te denken:
Hoe schoon is de afwezigheid
van alle wensen.
Dat ik geen ondankbare leer
ling was, bewezen mij de bezoe
ken, die een streng maar wel
willend heer mij op geregelde
tijden bracht. Hij droeg een
zwart overkleed en had blin
kende ogen achter blinkende
brilleglazen: ik hield hem voor
de geestelijke leider van mijn
orde. Temeer, daar hij mij op
gewekt meedeelde, dat het aan
tal spijkerbedliggers reeds was
geklommen tot honderdtachtig,
en met het uur toenam. Ik
moest geduld en onthouding ge
lijkelijk oefenen, zei hij: dit
alles diende tot mijn absolute
bestwil.
Hij had gelijk. Ik steeg dage
lijks op de trap der onthouding.
Ik begon mijzelf, nog immer op
spijkers, prikkeldraad, blikafval
en scherven gebeds op mijn ver
mogen tot ascese te testen. Had
ik om iets te noemen, nog lust
in zacht in boter gebakken, met
citroensap bedropen tong, die
nobelste aller zeevissen? De ge
dachte deed mij walgen. Of in
een schotel schuimig geklopte,
met marasquin éven pikant ge
maakte bitterkoekjesvla? Ik zou
ze niet voor mijn ogen kunnen
velen. Nee, al ivat ik verlangde
waren de onbedorven gaven der
natuur: zuiver water, een frisse
vrucht.
Maakt u zich overigens over
mij geen overmatige zorgen. De
Dzjinn, die niets anders was
dan de boze geest van de griep,
lieeft de vlerken uitgeslagen en
is het raam uitgevlogen. De
matras is weer met kapok ge
vuld, mijn bezoeker in het
zwart blijkt een normaal arts,
onverbiddelijk maar genoeglijk.
Alleen één vriendelijk ver
zoek: Mocht u een griep voelen
opkomen, denk om uw onbe
smette medemens, en kruip in
bed. SASKIA.
IPSUILLSTOM
DOORi
M. VIR NON
55
Maar toch was dit (haar gedach
ten gingen naar hun oorspronkelijk
onderwerp terug) vervelend van
Amid. Al verschillende malen toen ze
op het punt stond van haar tuin-
wandelingetjes te gaan genieten, had
ze Mara's verdrietig gezichtje gezien.
Ze was bereid om haar wandelinge
tjes op te geven, maar het meisje
had gezegd dat het haar niets hielp
of juffrouw Frask haar genoegens
opgaf, en had er by haar op aange
drongen te profiteren van wat werd
/.Maar het bederft mijn eigen ge
noegen als ik denk hoe zy daar zit
opgesloten, vooral daar het toch uit
eindelijk aan mij is te wijten dat ze
haar vrijheid kwijt is geraakt", mom
pelde ze bij zichzelf.
Ze wandelde verder langs vlam
mende hibiscus en vuurrode poinset-
tias, en genoot van al die kleuren on
der de stralend blauwe lucht. Over
witte muurtjes hing de bouguinvillea
en leeuwenbekken bloeiden langs de
rand van het aangetreden zandpad
dat zacht was onder haar voeten. Ze
hief haar hoofd op daar ze enig ge
rucht hoorde en zag dat haar schre
den haar naaf de salaamlik hadden
gevoerd, en dat Gary Cromer op zyn
geliefkoosde plaats, de marmeren
bank bij de met rozen begroeide per
gola, was gezeten.
„Hallo!" Ze wuifde hem luchtig
toe. „Wat hebt u het weer druk!
Poeh! Wat is het warm!" Zonder op
een uitnodiging te wachten zonk ze
op de plaats naast hem neer, en Cro
mer dankte in stilte de hemel dat
Yhula hem net dertig seconden voor
het verschijnen van juffrouw Frask
had verlaten. Het was allemachtig
vervelend, dat ze zo op ieder ogen
blik van de dag onverwachts kwam
opdagen. Hij moest Yhula waarschu
wen dat ze moest proberen uit te
vinden of de oudere vrouw er een ge
woonte van maakte haar wandelin
getjes te maken op het uur waarop
Yhula hem meestal bezocht.
„Ja, dat is het zeker. Ik vraag me
af waarom u uw wandelingetjes niet
voor 's avonds bewaart, dan is het
veel koeler en prettiger".
„O, ik zie de tuinen graag op elk
ogenblik van de dag", antwoordde
Jane in gezegende onschuld en Cro
mer vloekte inwendig. „Ze hebben op
ieder uur een andere bekoring".
Hy haalde zwijgend 2
i schouders
op.
„Ik merk er niet veel van. Voor
mij is het alleen maar zonnig en ver
draaid warm overdag en donker en
niet zo warm bij avond".
Jane lachte toegeeflijk. „Van een
man en nog wel een die beweert vol
komen onartistiek te zyn, kun je niet
anders verwachten. Maar ik vrees
dat u er wel schoon genoeg van zult
hebben langzamerhand, is het niet?"
„Inderdaad".
Jane Frask keek over het roze en
rood en purper van al die stralende
bloesems heen naar de beveerde
palmkronen, die zwakjes bewogen
tegen de azuren hemel. Schoon ge
noeg in een dergelijke omgeving!
Wat een mentaliteit! Maar dat was
de vloek van de moderne jeugd de
onmogelijkheid 'om je eigen belang
stelling en pretjes te vormen, het ge
brek aan waardering voor de een
voudige natuurlijke genoegens van
het leven en de daaruit voortvloeien
de volslagen afhankelijkheid van
kunstmatig vertier. Dansen, café's,
bioscopen allemaal verdovende
middelen om hen in hun vrije tijd be
zig te houden, opdat ze nooit de kwel
ling van de verveling zouden kennen.
Jane huiverde by de gedachte wat er
zou gebeuren als die middeltjes geen
effect meer zouden hebben, of niet
meer betaald konden worden, wan
neer die „vrolijke jeugd" volkomen
festrand en ontredderd zou zijn en
e tijd zwaar op zich zou voelen
drukken. Dan zou het te laat zyn om
de weg naar het ware geluk nog te
vinden, het geluk dat veroorzaakt
wordt door zonsondergangen en bloe
men en wind door de bomen, door een
wandeling door de bossen na een re
genbui, wanneer de vogels weer gaan
zingengrootgebracht als ze zyn
in schijn en klatergoud, lawaai en op
smuk, zouden ze slechts minachting
hebben voor het denkbeeld dat der
gelijke dingen vreugde kunnen geven.
Leeghoofdige stomme schepsels
„Hoe lang moeten we dit nog ver
dragen?" Cromers stem onderbrak
ruw de stilte die tussen hen was ge
vallen en by de agressieve vyandlge
klank in zyn stem keerde Jane zich
om en staarde hem verbaasd aan.
„Weet ik dat!" Ze sprak langzaam
en haar voorhoofd was gerimpeld van
verbazing, terwijl ze het slappe ge
zicht van de jongeman bekeek en
trachtte de oorzaak van deze aan
val te doorgronden.
„Nou, dat hangt toch zeker min of
meer van u af?"
„Ik begrijp u niet". Wat wilde hij
De afkeer van Jane Frask, voor de
verloofde van haar secretaresse
steeg schrikbarend.
Cromer maakte een gebaar van
ongeduld.
Waarom zouden we verstoppertje
spelen, juffrouw Frask U weet best
dat u Amid de som slechts hoeft te
betalen die hy eist en hy laat ons on-
middeliyk gaan".
Jane kreeg een kleur.
„Ik vrees dat u zich vergist", ant
woordde ze. „Amid ben Hasrif is er
het type niet naar om zich te laten
omkopen".
„Het is nauwelijks omkopen te
noemen. Het lijkt meer op een los-
ceintuur gedragen. Het ziet er naar
uit, dat de plastic-ceintuur zyn beste
tijd heeft gehad. Het is nu alles lak
of fyn suède, wat de klok slaat
Liefst in zo breed mogelyke vorm.
Een ander modesnufje, dat zijn
rechten wil doen gelden is byv. de
vleermuis- of vlindermouw, welke
enkele jaren geleden zo favoriet was.
Het is by de mode ook al een kring
loop, geregeld komen oude bekenden
als herboren terugDe vleermuis-
mouw ziet men veelvuldig toegepast,
zowel bij de confectie als gebreide
modellen. Men accentueert het by
voorkeur door een knopenry over de
gehele lengte van de mouw of, by de
gebreide modellen, door de naad niet
aan de binnenzijde aan te brengen,
doch juist dik er bovenop, eveneens
over de gehele mouwlengte.
Nina Ricci laat hier de mouw' met
de knoopgarnering zien en ook de
grote, wyd uitstaande zakken, welke
op de heupen een plaatsje vonden.
Maarlaat men zich eerst terde
ge beraden, alvorens hiertoe over te
gaan. Het is in ieder geval gewaagd
op reeds gevulde heupen nog meer
de aandacht te vestigen.
Overigens een echt Franse creatie,
geschikt voor de slanke vrouw.
RITA.
De voeding in Canada. Huis
houdelijke Voorlichting, Den
Haag).
De Stichting voor Huishoudelijke
Voorlichting ten Plattelande heeft een
handig mapje laten verschijnen waarin
zich acht afdrukken bevinden van ar
tikeltjes, welke voor Nederlandse
huisvrouwen in Canada van groot be
lang zijn.
Vrouwen, die willen emigreren doen
er goed aan zo'n mapje te kopen, want
ze kunnen er precies uit leren, wat ze
bij de groentenman, de slager enz.
in Canada moeten zeggen, enwat
ze daar kunnen verwachten, want de
gewoonten en gebruiken in Canadese
winkels zijn er anders dan de gewoon
ten in Nederland.
Er is ook een artikeltje over bakken
in de Canadese keuken, over bood
schappen doen en over de Canadese
voedingsvoorschriften. Werkelijk een
schat van uitermate practische gege
vens. We zouden zo zeggen: een on
misbaar mapje voor iedere a.s, emi
grante naar Canada.
„MAN EN VROUW VOOR EN
IN HET HUWELIJK", door dr.
A. C. Drogendijk. Ui tg.: J. H.
Kok N.V. - Kampen.
Dit is de vijfde druk van dr. Dro-
gendyk's werk, dat in 1941 verscheen;
in 1947 zyn tweede druk beleefde en
sindsdien gestaag zyn weg vond on
der ons christelijk volksdeel.
Naar de auteur in zijn voorwoord
mededeelt, is het werk in zijn huidige
vorm in zoverre gewijzigd, dat de sta
tistieken tot op de laatste tyd zyn
bygewerkt, het belangrijkste uit de
jongste literatuur mede is opgeno
men, terwyl enkele meer theologische
gedeelten, die minder ter zake deden,
zyn weggelaten.
„Man en Vrouw vóór- en in het hu-
welyk" is een discreet geschreven
boek, dat niettemin op het terrein
van de sexuele voorlichting op volle
digheid kan bogen.
geld, niet? En dat is iets geheel an
ders
„Als u denkt dat sheik ben Hasrif
ons hier houdt om ons geld te kun
nen afpersen, dan blykt daaruit hoe
kleingeestig en geldzuchtig u zelf
bent", antwoordde Jane. „Ik weet ze
ker, dat het slechts tydverknoelen
zou zyn als ik u ervan trachtte te
overtuigen dat er mensen bestaan
wiens motieven niet uitsluitend laag
en vuil zijn".
(Wordt vervolgd)