De juffer van de Ronduute SCHOUDERMANTEL VAN DE TOREADOR Van Vrouw ioi Vrouw In de greep van de Wóéstijn 10 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 16 FEBRUARI 1952 EEN SAGE UIT ZEEUW SC H-VLAANDEREN. De kermisganger uit Overslag stond in de geheime schatkamer filer en daar kan men in het Zeeuwsch-VlaamKe land nog de sporen terugvinden van oude dammen, en van de dtfkweg af ziet men in de diep te de visrijke welen liggen, waar eens tijdens een storm het water door de zeewering brak en een kolk vormde. Ook ziet men wel eens langzaam glooiende heuvels In de weilanden, waar eens waehttorens verrezen en sterkten waren opgeworpen, toen er schepen voeren, waar nu de koeien grazen. Onder de grond moeten zich nog wel gewelven bevinden, waarvan men de toegangen heeft dichtgemetseld. Hol klinken de stappen der paarden, wanneer zU over zo'u plek draven. Men zegt dat dit het geval is by lVestdorpe aan do Battery, en by Overslag aan de Ronduute, waar men zich in de tachtigjarige oorlog heeft verschanst in de bouwvallen van een middeleeuwse sterkte. 't Zal nu zowat honderd jaar ge-1 eindigde voor een hoge muur waarin leden zijn. dat een jongen uit Koe- zich een deur bevond, wacht van de kennis van Overslag ..Hier, neem deze sleutel en open kwam en nog laat in de avond naar I de deur", beval de slotjuffer. huis terugkeerde. De jongen had zijn les goed ontbou- 't Was stil. doodstil op de eenzame landweg; hij hoorde geen gerucht, geen voetstappen, maar opeens voel de hy een hand op zijn schouder. Vraag niet waar h\j de moed vandaan haalae. om terzijde te zien daar stond een dame. helemaal in wit sa tijn gekleed, van haar puntmuts tot haar puntschoenen, maar 't vreemd ste was dat haar gezicht als spinrag was. dat in de wind bewoog. „Wees maar niet bang", zei ze, „ik ben de slotjuffer van Ronduute en je bent op mijn land. Hoe kom je nog zo laat langs deze weg 'door JAC. R. W. SINNEGHE „ïk was op de kermis van Over slag" stamelde de jongen. „En wat heb je daar gedaan? Je ziet er niet uit als een blije kermis vogel". „Mijn geluk heb ik gezocht, maar ik heb het niet gevonden", antwoord de de jongen, want het meisje waarmee hy kermis had willen hou den was met een ander op stap ge- gegaan. VOLG MIJ MAAR. ..Het geluk kun je hier vinden", hernam de witte juffer je hebt me maar te volgen. Als jij 't geluk vindt, word ik verlost en behoef niet meer elke nacht rond te dolen in de onder aardse gewelven, zonder dat ik het licht van zon en maar. kan zien. Denk er om. als er iets aan je ge vraagd wordt moet je antwoord lul den: doe het zelf Bij die woorden nam ze de ver schrikte jongen, die niet wist hoe hg het had. bij de hand en voerde hem naar het weiland, tot aan de voet van de heuvel, waar een wilde warrenng van doorn- en braamstruiken de ge heime, ingang tot de kelders verborg. Een deur kierde open en de ker misganger rook de geur van vochtige aarde In het donker daalde hy met zijn geleidster de smalle treden van een stenen wenteltrap af. die. opeens Een ongelukje is vaak te verbelnen Zelfs de beste huisvrouw overkomt het wel eens, dat bij het koken een gerecht anders uitvalt dan de bedoeling was. De suiker- of zoutlepel schiet wel eens utt of de pudding wil bijv. maar niet stijf worden. Gelukkig is er dan vaak maar een kleinigheid nodig om het 6erecht°P het laatste ogenblik nog van mislukkig te redden. Enkele van die kleinigheden doen wij U hier aan de hand, is een beetje extra moeite niet beter dan een mislukt gerecht op tafel? Als d evermicelli of de groenten in soep steeds naar beneden zakken, bind ze dan bij met wat aangemengde maizena of aardappelmeel. Mocht de gladde soep of saus te dun lijken, dan kunt U ze beter binden met maizena dan met nog meer bloem, omdat maizena niet behoeft door te koken en minder gauw klontert dan bloem. Smaakt de kerriesoep of -schotel te sterk, dan kan ze verzacht worden met een scheut melk of wat tuinkruiden. Als de mayonnaise maar niet dik wordt, voegen we er een lepel heet water aan toe (de lepel van te voren even in het het water houden). Wanneer soms het grote gebraden vlees niet voldoende gaar blijkt te zijn. snijd het in dikke plakken en verwarm deze enkele minuten in de jus. Het gebeurt wel eens, dat de gehakt balletjes barsten en uiteenvallen. Roer ze dan fijn met een vork, voeg er water aan toe en bind ze met bloem tot een ge haktsaus. Als de jus wel vet maar niet brum en smakelijk geworden is, kan men er een beetje koffiestroop (of Engelse saus. jus- blokje. aroma of tomatenpureé) aan toe voegen en de jus binden met maizena. Heeft men te vette jus. die wel bruin en smakelijk is, voeg er dan geen water aan toe, maar schep de bovenstè laag vet er af. Is de jus een beetje te donker, roer er dan een klontje boter of margarine door en bind de jus met een papje van mai zena en melk. Zijn de aardappelen te zout, verwerk ze dan eens voor een keer tot pureé waarin flink wat melk verwerkt is. Appelmoes of compOte valt wel eens wat flauw uit. Een paar druppels citroen sap, bessensap of azijn zullen de smaak frisser maken. Is sla of slasaus daarentegen te zuur, dan kunt de smaak daarvan verzachten met wat melk of olie of suiker. Als vla niet zoet genoeg blijkt te zijn, roer er dan witte basterd- inplaats van kristalsuiker door, die lost n.L ook in een koude vloeistof op. Is vla of pap te zoet, dan kan men er iets zuurs door roeren, bijv. citroen, of er koffie (stroop) of aangemengde cacao aan toevoegen. Van afgekoelde pudding die slap is ge worden en inzakt kan men het beste vla maken, door ze te kloppen onder toevoe ging van extra melk of andere vloeistof. Is de korst van een cake verbrand o> plakt deze gedeeltelijk aan de vorm vast dan kan men de korst eraf raspen of ge bjk sntjden en de cake bedekken met glazuur of boter of margarine en daarover chocoladestrooisel. den. „Doe het zelf antwoordde hij. DE DEUR GEOPEND. Dadelijk draaide de dame de zware ijzeren sleutel knarsend om in het roestige slot: de deur ging langzaam open en hij zag een lange, rechte gang. die door walmende pekfakkels was verlicht. Op de gang kwamen links en rechts deuren uit, die ze voorbijgingen tot de witte dame weer bleef staan voor een brede poort. „Doe open" beval ze opnieuw. ..Doe hetzelf was het antwoord. De juffer gehoorzaamde, de deur «nng open. ze stapten over de drem pel en kwamen in een zaal, die hel der was verlicht door het rossige schijnsel van flambouwen, die in ijze ren grepen langs de wanden hingen. Er was niets of niemand in de zaal te bekennen, en ze gingen haas tig verder tot aan het andere einde een deur vanzelf openging. Nu ston den ze aan de ingang van een gro tere nóg lichtere zaal. Langs de wand stonden vyf kisten, die allen van zware ijzeren sloten voorzien wa ren. Daarin zit al mijn goud", ze' de witte dame „al mijn zilver mijn sie raden mijn kostbaarheden mijn span gen en kammen, mijn ringen en oor bellen. te veel om op te noemen. Dat alles is voor jou. Hier, neem deze sleutel en open de middelste kist' DE RUIGE HOND. Op de middelste kist echter zat een grote, ruige. Dekzwarte kardoes hond. wiens ogen als karbonkels fon kelden en wiens haren als stekels overeind stonden. Hij gromde zo ver vaarlijk, dat de muren ervan trilden. „Hier. neem toch de sleutels", her nam de slotjuffer. „Neem de sleutel dan toch. Waarom aarzel je De jongen kon zijn ogen niet van de hond afwenden die al maar drei gender en donkerder gromde, en dat angstaanjagende geluid beklemde hem zo. dat hij aan niets anders meer kon denken. Daarom begreep hij ook niet. dat hij moest zeggen: ..Doe het zelf Dan had de dame de sleutel van het geluk genomen en de kisten geopend en hij was rijker geweest dan de zee diep is. Hij keek en keek. en vond het be vrijdende woord niet. Ten laatste kon de dame daar niet langer blijven want haar tijd ver streek. Nog eenmaal keek ze liem smekend aan. en toen ze nog geen antwoord kreeg, verzuchtte ze: „Kun je dan niet spreken De jongen kon alleen maar troos teloos het hoofd schudden. Windmolens gaan stroom opwekken. Onder voorzitterschap van prof. ir. R. J. Forbes is een stichting ge vormd, die de vele windmolens, wel ke ons land rijk is, méér werk wil verschaffen. Het plan is geboren om deze molens met him windkracht electrische energie te laten opwek ken, zodat de wind het plaatselijk lichtnet zou kunnen bedienen. Tweehonderd molens in Nederland zouden onmiddellijk in aanmerking kunnen komen om met geringe kos ten zo te worden omgebouwd, dat zij voortaan het tweeledig doel kunnen dienen en aanzienlijk meer exploi tabel worden. Voor 600 andere zou den iets duurdere voorzieningen no dig zijn. De 800 molens zouden jaar lijks voldoende electriciteit kunnen leveren om een besparing van 800-000 aan kolen mogelijk te ma ken. „Vaarwel dan. tot over honderd jaar", zei de slotjuffer. want slechts éénmaal in de honderd jaar komt er een nacht waarin de dame van Ronduute naar buiten komt en ver lost kan worden. Misschien zal het deze keer geluk ken In Overslag meent men dat die nacht weldra komen zal misschien reeds in dit jaar. als het weer Ker mis is in het dorp. Nauwelijks had de juffer gespro ken. of de jongen stond weer op de eenzame weg, waar hij haar ontmoet had. Van angst en opwinding was hij zo uitgeput, dat hij eerst uren en uren later, toen het al begon te lïcnten doodziek thuis kwam. Hy kon haast geen woord uitbrengen, maar voor hij stierf twee dagen' later heeft hij toch met horten en stoten zijn eenzaam en dodelijk avontuur verteld. Nederland zal textiel en wol invoeren in West-Duits>and De Westduiste autoriteiten hebben machtiging verleend tot invoer uit Nederland van diverse producten tot een totaal bedrag van 19.7 millioen D.M. Het grootste deel van de invoer, waartoe machtiging werd verleend, betreft textiel en wol ter waarde van 14.5 millioen D.M. Dienstbaar gemaakt aan de mode Steeds maar een nieuwtje te lanceren, valt heus niet mee; vooral niet, wanneer men originaliteit beoogt. Neen, het pad van de modeontwerpers gaat. wat dit betreft, niet over rozen. Zij moeten wel terdege over een grote dosis fantasie beschikken. Het verwondert dan ook niet, dat zij elke gelegenheid aangrijpen om stof op te doen. Neem bijvoorbeeld Jacques Fath, die tijdens zijn verblijf in Holland het Volendammer kapje in één slag beroemd maakte, zij net dan in iet wat andere vorm gegoten. Het grondmodel van het kapje is echter nog zichtbaar. Weer een andere mo dekunstenaar koos Korea uit voor zijn branche. Immers, vandaar ko men de zo geliefde koeliehoeden, velke in series de aardbol rondgaan, 'ierre Balmain heeft nu een ander object tot het zijne gemaakt. Hij ope reert namelijk met de mantel van de Spaanse toreador. De schouderman- tel vindt U terug, in moderne versie, op bijgaande afbeelding. Men noemt 1 't hier eenvoudig een omslagdoek. Het voordeel van Bamains model is. dat de doek in een minimum van tijd kan worden verwijderd, daar zij los is bevestigd. De japon heeft de steeds meer in zwang komende enveloppe zakken met brede kleppen. Men lette ook op de alleraardigste knoopgar- nering. welke in driehoeksfiguur werd toegepast. Evenals jjij deze jurk, wordt bij het andere model dê moderne lak- Laat mij u in gemoede maar met klem waarschuwen: het kan in sommige gevallen hóógst gevaarlijk zijn een paar kou sen te gaan kopen. Het heeft mij in eik geval in de vreemd ste situaties gestort, en u moogt het loven dat ik, een week na dato, tenminste in zoverre de schok der emoties te boven ben dat ik, gewikkeld in een housecoat en met de vloeimap op de knieën, u de wekelijkse kolom min of meer samenhan gend kan verschaffen. Als het af en toe wat schokt of schom melt moet u mij, bid ik nede rig, maar vergeven. De moraal, die u uit deze regelen kunt puren maakt dat, naar ik ver trouw, weer enigszins goed. Het begon dan, zoals ik zei, met een paar kousen. E-n nog wel, o spijt, van één gulden negen en tachtig, hiel en teen met nylon versterkt. Ik xoeet het, ik had de verleiding moe ten weerstaan, en met vier knotten jumperwol voor een tientje tevreden moeten zijn. Die kousen had ik niet strikt nodig, de jumperwol wel, en het was beestachtig slecht weer. Die één gulden negen en tach tig sleept straks met een nul aan de staart aan onkosten bin nen. tot mijn straf. Maar goed: vergeef een zuini ge huisvrouw, die in het werk graag haar fraaiste beenbekle ding was spaart. Ik kon toch ook niet weten, dat de magische krachten uit de Duizend-en-één- nacht nog onverzwakt door ons V/estelijlc luchtruim zweven, op zoek naar een slachtoffer voor hun langgekoesterde wraak. Nooitnooit van mijn leven zal ik weer durven lachen om ver halen over de geest in de fles. Ik stapte het winkeltje bin nen, waar het warm was en on behaaglijk stil. Er was een jongedame, die wenste te weten wat het zou zijn: achteraf be keken een vraag vol bittere ironie. Maar zij kon kwalijk anders: zij lag waarschijnlijk ook onder de betovering. Het gevaar echter school vlak naast die gloeiende kachel. Daar zat, in grijzelappen gewikkeld, de genius van de plaats, als hulpe loze oude dame vermomd. Ik had nog kunnen vluchten, maar wie kon verlangen dat ik de geest zou zien, de machti ge Dzjinn die opsteeg uit de kolengloed en zijn vleermuis vleugels uitsloeg over mijn ar geloos hoofd, waarin enkel het keelgat een weinig brandde? Ik kreeg mijn kousen en een sarcastische heilwens mee, en spoedde mij door de sneeuw en hagel naar mijn woning, onwetend, volkomen onwetend over het lot dat mij wachtte. Want het moet een ongelofe lijk machtige Dzjinn zijn ge weest, die mij als prooi had uit verkoren. Duizenden jaren ge leden moet een listig slachtof fer, voorbestemd voor een leven van absolute ascese, zich han dig aan zijn greep hebben ont trokken. Nu zou ik, gelokt door een paar kousen zelfs de lok middelen der Dzjinns devalu- erèn deze gebroken gelofte moeten nakomen. Want hot het gegaan is weet ik niet, maar toen ik weer enig besef van mijn toestand kreeg ontwaak te ik als fakir. U behoeft er werkelijk niet om te lachen. De situatie was afgrijselijk genoeg, en ik zag geen kans tot ontsnappen. Ik veinsde eerst nog de toestand niet te onderkennen, en sloot de ogen in de hoop, dat bij het opslaan alles slechts een grie zelige droom zou zijn. Maar het baatte niet en de feiten waren maar al te dtiidelijk. Ik was er zeker van dat ik in een vorig ach hoe zorge loos bestaan mijn matras hal laten vullen met kapok. Ik had zelfs enige hoe lichtzin nige critieic geuit op de wijze, waarop dit vullen was geschied, want na verloop van tijd werk te zich een stevige naald naar de oppervlakte. Hoe futiel was zo'n kleinig heid, goed-beschouwd, bij het lot dat mij nu wachtte. Alle ka pok was spoorloos verzwonden. In plaats daarvan had mijn kwelgeest prikkeldraad ge bruikt, roestig en oneindig ver strengeld prikkeldraad, aange vuld met afval van een blikfa- briek, een emmer of wat gebro ken glas en dat alles gecom pleteerd met vele zeer lange, zeer puntige, verticale draadna gels. Daarop lag ik, zonder enig begrip van tijd, roerloos uitge strekt, met een rug die daaren boven grondig met een dorsvle gel bewerkt scheen. Ik begreep het: dit 'diende tot zuivering van mijn ongetwijfeld te zeer op het aardse gerichte bestaan. Ik moest leren berusten, mij afwenden van alle ijdele ge noegens en laag bij de grondse lusten, zoals een zacht bed, een goed maal, een opwekkende dronk. Ik was opgenomen in een orde van uiterst strenge fakirs, en ik moest mij voegen naar de regels. Ik voegde mij, en verbaasde mij over niets meer: was dat al geen bewijs dat ik behoorlijke vorderingen maakte in de kunst der versterving? Op het spijker bed uitgestrekt, onderging ik vervolgens de hitteproef. Ilc werd overgoten met kokend heet water, niet eenmaal, maar dagen achtereen, totdat ik ge leerd had ook in dat gloeiend bad stil te liggen en te denken: Hoe schoon is de afwezigheid van alle wensen. Dat ik geen ondankbare leer ling was, bewezen mij de bezoe ken, die een streng maar wel willend heer mij op geregelde tijden bracht. Hij droeg een zwart overkleed en had blin kende ogen achter blinkende brilleglazen: ik hield hem voor de geestelijke leider van mijn orde. Temeer, daar hij mij op gewekt meedeelde, dat het aan tal spijkerbedliggers reeds was geklommen tot honderdtachtig, en met het uur toenam. Ik moest geduld en onthouding ge lijkelijk oefenen, zei hij: dit alles diende tot mijn absolute bestwil. Hij had gelijk. Ik steeg dage lijks op de trap der onthouding. Ik begon mijzelf, nog immer op spijkers, prikkeldraad, blikafval en scherven gebeds op mijn ver mogen tot ascese te testen. Had ik om iets te noemen, nog lust in zacht in boter gebakken, met citroensap bedropen tong, die nobelste aller zeevissen? De ge dachte deed mij walgen. Of in een schotel schuimig geklopte, met marasquin éven pikant ge maakte bitterkoekjesvla? Ik zou ze niet voor mijn ogen kunnen velen. Nee, al ivat ik verlangde waren de onbedorven gaven der natuur: zuiver water, een frisse vrucht. Maakt u zich overigens over mij geen overmatige zorgen. De Dzjinn, die niets anders was dan de boze geest van de griep, lieeft de vlerken uitgeslagen en is het raam uitgevlogen. De matras is weer met kapok ge vuld, mijn bezoeker in het zwart blijkt een normaal arts, onverbiddelijk maar genoeglijk. Alleen één vriendelijk ver zoek: Mocht u een griep voelen opkomen, denk om uw onbe smette medemens, en kruip in bed. SASKIA. IPSUILLSTOM DOORi M. VIR NON 55 Maar toch was dit (haar gedach ten gingen naar hun oorspronkelijk onderwerp terug) vervelend van Amid. Al verschillende malen toen ze op het punt stond van haar tuin- wandelingetjes te gaan genieten, had ze Mara's verdrietig gezichtje gezien. Ze was bereid om haar wandelinge tjes op te geven, maar het meisje had gezegd dat het haar niets hielp of juffrouw Frask haar genoegens opgaf, en had er by haar op aange drongen te profiteren van wat werd /.Maar het bederft mijn eigen ge noegen als ik denk hoe zy daar zit opgesloten, vooral daar het toch uit eindelijk aan mij is te wijten dat ze haar vrijheid kwijt is geraakt", mom pelde ze bij zichzelf. Ze wandelde verder langs vlam mende hibiscus en vuurrode poinset- tias, en genoot van al die kleuren on der de stralend blauwe lucht. Over witte muurtjes hing de bouguinvillea en leeuwenbekken bloeiden langs de rand van het aangetreden zandpad dat zacht was onder haar voeten. Ze hief haar hoofd op daar ze enig ge rucht hoorde en zag dat haar schre den haar naaf de salaamlik hadden gevoerd, en dat Gary Cromer op zyn geliefkoosde plaats, de marmeren bank bij de met rozen begroeide per gola, was gezeten. „Hallo!" Ze wuifde hem luchtig toe. „Wat hebt u het weer druk! Poeh! Wat is het warm!" Zonder op een uitnodiging te wachten zonk ze op de plaats naast hem neer, en Cro mer dankte in stilte de hemel dat Yhula hem net dertig seconden voor het verschijnen van juffrouw Frask had verlaten. Het was allemachtig vervelend, dat ze zo op ieder ogen blik van de dag onverwachts kwam opdagen. Hij moest Yhula waarschu wen dat ze moest proberen uit te vinden of de oudere vrouw er een ge woonte van maakte haar wandelin getjes te maken op het uur waarop Yhula hem meestal bezocht. „Ja, dat is het zeker. Ik vraag me af waarom u uw wandelingetjes niet voor 's avonds bewaart, dan is het veel koeler en prettiger". „O, ik zie de tuinen graag op elk ogenblik van de dag", antwoordde Jane in gezegende onschuld en Cro mer vloekte inwendig. „Ze hebben op ieder uur een andere bekoring". Hy haalde zwijgend 2 i schouders op. „Ik merk er niet veel van. Voor mij is het alleen maar zonnig en ver draaid warm overdag en donker en niet zo warm bij avond". Jane lachte toegeeflijk. „Van een man en nog wel een die beweert vol komen onartistiek te zyn, kun je niet anders verwachten. Maar ik vrees dat u er wel schoon genoeg van zult hebben langzamerhand, is het niet?" „Inderdaad". Jane Frask keek over het roze en rood en purper van al die stralende bloesems heen naar de beveerde palmkronen, die zwakjes bewogen tegen de azuren hemel. Schoon ge noeg in een dergelijke omgeving! Wat een mentaliteit! Maar dat was de vloek van de moderne jeugd de onmogelijkheid 'om je eigen belang stelling en pretjes te vormen, het ge brek aan waardering voor de een voudige natuurlijke genoegens van het leven en de daaruit voortvloeien de volslagen afhankelijkheid van kunstmatig vertier. Dansen, café's, bioscopen allemaal verdovende middelen om hen in hun vrije tijd be zig te houden, opdat ze nooit de kwel ling van de verveling zouden kennen. Jane huiverde by de gedachte wat er zou gebeuren als die middeltjes geen effect meer zouden hebben, of niet meer betaald konden worden, wan neer die „vrolijke jeugd" volkomen festrand en ontredderd zou zijn en e tijd zwaar op zich zou voelen drukken. Dan zou het te laat zyn om de weg naar het ware geluk nog te vinden, het geluk dat veroorzaakt wordt door zonsondergangen en bloe men en wind door de bomen, door een wandeling door de bossen na een re genbui, wanneer de vogels weer gaan zingengrootgebracht als ze zyn in schijn en klatergoud, lawaai en op smuk, zouden ze slechts minachting hebben voor het denkbeeld dat der gelijke dingen vreugde kunnen geven. Leeghoofdige stomme schepsels „Hoe lang moeten we dit nog ver dragen?" Cromers stem onderbrak ruw de stilte die tussen hen was ge vallen en by de agressieve vyandlge klank in zyn stem keerde Jane zich om en staarde hem verbaasd aan. „Weet ik dat!" Ze sprak langzaam en haar voorhoofd was gerimpeld van verbazing, terwijl ze het slappe ge zicht van de jongeman bekeek en trachtte de oorzaak van deze aan val te doorgronden. „Nou, dat hangt toch zeker min of meer van u af?" „Ik begrijp u niet". Wat wilde hij De afkeer van Jane Frask, voor de verloofde van haar secretaresse steeg schrikbarend. Cromer maakte een gebaar van ongeduld. Waarom zouden we verstoppertje spelen, juffrouw Frask U weet best dat u Amid de som slechts hoeft te betalen die hy eist en hy laat ons on- middeliyk gaan". Jane kreeg een kleur. „Ik vrees dat u zich vergist", ant woordde ze. „Amid ben Hasrif is er het type niet naar om zich te laten omkopen". „Het is nauwelijks omkopen te noemen. Het lijkt meer op een los- ceintuur gedragen. Het ziet er naar uit, dat de plastic-ceintuur zyn beste tijd heeft gehad. Het is nu alles lak of fyn suède, wat de klok slaat Liefst in zo breed mogelyke vorm. Een ander modesnufje, dat zijn rechten wil doen gelden is byv. de vleermuis- of vlindermouw, welke enkele jaren geleden zo favoriet was. Het is by de mode ook al een kring loop, geregeld komen oude bekenden als herboren terugDe vleermuis- mouw ziet men veelvuldig toegepast, zowel bij de confectie als gebreide modellen. Men accentueert het by voorkeur door een knopenry over de gehele lengte van de mouw of, by de gebreide modellen, door de naad niet aan de binnenzijde aan te brengen, doch juist dik er bovenop, eveneens over de gehele mouwlengte. Nina Ricci laat hier de mouw' met de knoopgarnering zien en ook de grote, wyd uitstaande zakken, welke op de heupen een plaatsje vonden. Maarlaat men zich eerst terde ge beraden, alvorens hiertoe over te gaan. Het is in ieder geval gewaagd op reeds gevulde heupen nog meer de aandacht te vestigen. Overigens een echt Franse creatie, geschikt voor de slanke vrouw. RITA. De voeding in Canada. Huis houdelijke Voorlichting, Den Haag). De Stichting voor Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande heeft een handig mapje laten verschijnen waarin zich acht afdrukken bevinden van ar tikeltjes, welke voor Nederlandse huisvrouwen in Canada van groot be lang zijn. Vrouwen, die willen emigreren doen er goed aan zo'n mapje te kopen, want ze kunnen er precies uit leren, wat ze bij de groentenman, de slager enz. in Canada moeten zeggen, enwat ze daar kunnen verwachten, want de gewoonten en gebruiken in Canadese winkels zijn er anders dan de gewoon ten in Nederland. Er is ook een artikeltje over bakken in de Canadese keuken, over bood schappen doen en over de Canadese voedingsvoorschriften. Werkelijk een schat van uitermate practische gege vens. We zouden zo zeggen: een on misbaar mapje voor iedere a.s, emi grante naar Canada. „MAN EN VROUW VOOR EN IN HET HUWELIJK", door dr. A. C. Drogendijk. Ui tg.: J. H. Kok N.V. - Kampen. Dit is de vijfde druk van dr. Dro- gendyk's werk, dat in 1941 verscheen; in 1947 zyn tweede druk beleefde en sindsdien gestaag zyn weg vond on der ons christelijk volksdeel. Naar de auteur in zijn voorwoord mededeelt, is het werk in zijn huidige vorm in zoverre gewijzigd, dat de sta tistieken tot op de laatste tyd zyn bygewerkt, het belangrijkste uit de jongste literatuur mede is opgeno men, terwyl enkele meer theologische gedeelten, die minder ter zake deden, zyn weggelaten. „Man en Vrouw vóór- en in het hu- welyk" is een discreet geschreven boek, dat niettemin op het terrein van de sexuele voorlichting op volle digheid kan bogen. geld, niet? En dat is iets geheel an ders „Als u denkt dat sheik ben Hasrif ons hier houdt om ons geld te kun nen afpersen, dan blykt daaruit hoe kleingeestig en geldzuchtig u zelf bent", antwoordde Jane. „Ik weet ze ker, dat het slechts tydverknoelen zou zyn als ik u ervan trachtte te overtuigen dat er mensen bestaan wiens motieven niet uitsluitend laag en vuil zijn". (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 12