Vijf vrouwen regeerden in het verleden over Engeland De Lente geurde te middernacht op het Rembrandtplein Even voor twaalfhet vreemde uur Van Vrouw tof Vrouw GEZELUGE JURKEN VOOR ONZE SCHOOLGAANDE DOCHTERS PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VRIJDAG 8 FEBRUARI 195? Van Maria de Bloedige tot Victoria de Grote Elisabeth I legde de grondslag voor het Brits Imperium. Voor Elizabeth II, Engelunds nieuwe koningin, hebben vijfmaal vrouwen de scepter over Engeland gezwaaid en onwillekeurig gaat in deze dagen onze aandacht uit naar deze vyf koni nginnen. Het waren vrouwen van zeer verschillend formaat, maar twee van haar brachten Engeland op de top punten van z\jn glorie en aan twee andere bewaart het Engelse volk no« steeds een levendige herinnering. Maria de Bloedige was de eerste vrouw, die geroepen werd om over Engeland te regeren. Zij werd gebo ren op 18 Februari 1516 als dochter van Hendrik VIII en Catharina van Arragon. Hendrik zag in haar reeds op zeer jeugdige leeftijd een bruik baar object om zijn invloed in Euro pa te versterken. Al voor haar tiende jaar smeedde hij huwelijksplannen al naar gelang van de continentale macht, waartoe ^ij overhelde. Zo ver loofde hij haar onder meer met Karei V van Spanje eü met de kroonprins van Frankrijk. Geen van beiden ech ter zou haar echtgenoot worden In Catharina van Arragon had Ma ria de Bloedige een uitstekende moe der, van wie zij een voorbeeldige op voeding ontving cn die haar onder meer verscheidene talen leerde. In 1527 vielen zowel Catharina van Ar ragon als Maria bij Hendrik VIII in ongenade. Hendrik immers wenste zoons en toen Catharina hem deze niet bleek te schenken, besloot hij zyn huwelijk met haar te verbreken. De Paus weigerde om hieraan mede werking te verlenen, doch Hendrik liet zich niet dwingen. Door de Engel se geestelijkheid liet hij zich uitroe pen tot hoofd van de Engelse Kerk, welke hij daarna losmaakte van Ro me. In 1533 volgde de ontbinding van het huwelijk met Catharina en Hen drik huwde met Anna Boleyn. Nadat deze in 1536 onthoofd was onder valse .beschuldiging van echtbreuk verzoende Hendrik zich met zijn dochter Maria, nadat deze hem als hoofd van de Anglicaanse kerk had erkend. In het geheim bleef zij ech ter de Rooms-Katholieke kerk trouw. Hendrik huwde nog met Jane Sey mour, Anna van Cleef, Catharina Ho ward en Catharina Parr en werd. toen hij overleed, opgevolgd door zijn zoon Eduard VI. Na diens dood werd Jane Grey tot zyn opvolgster opge roepen. Zij was een dochter van een zuster van Hendrik VIII. Maria vluchtte uit Londen, maar weldra bleek, dat het Engels» volk en de En gelse adel heel weinig van Jane Grey moesten hebben en dat Maria alge meen beschouwd wérd als de wetti ge opvolgster. In liet jaar 1553 deed zij haar intrede in Londen. Spoedig loonde zii zich openlijk haar sympa thieën voor cte U.K. Kerk en zy oe- gon met de stichters van de Angli caanse Kerk gevangen te zetten. Nadat in 1554 een opstand van anti- Kathoiieken was onderdrukt en .Jane Grey in een kerker -was onthoofd, huwde Maria zich met Philips II van Spanje. Zij deed alles om de Rooms- Katholieke Kerk te steunen en trad met grote gestrengheid op tegen de Protestanten. Honaerden Angucaun- se edelen en geestelijken verloren op schavot en brandstapel hun leven. Zij overleed in 1558. Zij was zelf zacht aardig van karakter, maar onder in vloed van Karei V en Philips II deinsde zij voor niets terug, waar het de bevordering van haar geloof betrof. Aan de slachtoffers, die on der deze geloofsijver het leven lieten, dankt zij haar bijnaam Maria de Bloe dige. ELIZABETH 1 Maria de Bloedige werd opgevolgd door de tweede koningin van Enge land, de in 1553 geboren dochter van Hendrik VHI en Anna Boleyn, Eliza beth. Gedurende de regering van Ma ria de Bloedige was zij als onwettige prinses verafschuwd in hofkringen en slechts door list en huichelarij geluk te het haar aan de dood te ontkomen. Zij was een geniale vrouw met een bijna mannelijk karakter, hoewel zij zwak van gezondheid was. Zij her stelde de Anglicaanse Kerk in aan zien en werd in 1570 door de Paus in de ban gedaan. Onder haar regering beleefde En geland zijn Gouden Eeuw. Zij bevor derde de welvaart in Engeland ten zeerste en deed de Spaanse heer schappij ter zee te niet. Zy legde bo vendien de grondslagen voor het Britse koloniale rijk en maakte En geland door de stichting van de Beurs in 1567 onafhankelijk van. de Antwerpse kapitaalmarkt. Nog steeds is zij in zeer hoog aanzien by de En gelsen gebleven. Zij wordt gevierd als een der grootste vorstinnen, die over deze staat de scepter heeft ge zwaaid. In 1603 stierf zy. MAKT STUAKT Maria Stuart, werd geboren in 1662 en was de derde koningin van Engeland en een dochter van Jaco bus n. Zy huwde op 15 November 1677 met dc Prins van Oranje, Wil lem III. Toen haar- katholieke vader Jacobus II zich in Engeland gehaat maakto cn het land tegen hem In opstand kwam, verleende zij mede werking aan de plannen van Willem III, die haar vader besloot te ver- dieven. Met hem ging zy naar Engeland en toen haar daar de troon werd -aange boden op voorwaarde, dat Prins Wil lem van Oranje niet meer dan prins gemaal zou zijn, weigerde zij kort weg. Het Engelse parlement besloot daarna oin ook Willem Hl als koning te erkennen. Zy was een zeer goede vrouw voor Willem Hl. Beiden zijn in goede her innering gebleven bij het Engelse volk. Maria Stuart overleed, in 1695 en werd op haar beurt, na het over- ïyden van Willem III in 1702, opge volgd door Anna Stuart, een in 1665 geboren dochter van Jacobus n. ANNA STUART Anna Stuart was een vrouw van zeer bescheiden formaat. Wel werden onder haar regering Engeland en Schotland verenigd, maar zij was een zwak koningin, die zich slechts wei nig met de staatszaken bemoeide en die zich geheel liet overheersen door haar raadgevers. Zy bracht niet min der dan negentien kinderen ter we reld, die zij alle overleefde. VICTORIA De laatsle voorgangster van Eli zabeth n is koningin Victoria ge weest, geboren in 1819, op de troon gekomen in 1837 en op hoge leeftyd overleden in het jaar 1901. Zij werd op zeer toevallige wyze koningin: haar vader was namelijk erfgenaam van de kinderloze koning Willem IV. doch hg overleed in 1820. Victoria werd toen opgevoed door haar oom Leopold van Saksen-Coburgh, die in 1831 koning der Belgen werd en huwde op diens aanraden in 1840 prins Albert van Saksen Coburgh. Albert wist als prins-gemaal een grote populariteit te veroveren en Vreemde geluiden kwamen uit de grond De politie van Voghera (Ita lië) stelde een onderzoek in naar de oorsprong van vreem de geluiden, die uit de grond onder een filiaal van een bank instelling leken te komen. Zy ontdekte een vindingryke can- didaat-bankrover, die reeds 15 nachten lang met een steek vlam bezig was om -in te bre ken in de stalen kluis. Enrico Biglieri, de inbreker in kwestie, had zijn eigen drijfkracht-generator en elec- trisch verlichtingsstelsel en zes staalflessen met zuurstof. Hy verklaarde slechts eenmaal uit de tunnel, welke hij onder .de bank boorde, te zijn geko men om meer zuurstof te ha len. Proviand had hij by zich. Zijn geduld was bijna beloond, toen de politie zijn onderaard se practijken ontdekte. Koningin Victoria hield oprecht van hem. Zy zag in hem niet alleen haar echtgenoot, maar ook de mededrager van de verantwoordeiykheld voor het welzijn van het Britse imperium. Hij was haar voornaamste adviseur en oefende daardoor grote invloed uit. In 1861 overleed Albert. Koningin Victoria bestuurde daar na nog veertig jaar alleen het Britse Ryk, waarby zjj niet aarzelde, wan neer zy dat nodig achtte, af te wyken van de adviezen van haar ministers. Herhaaidelyk waarsehuwde zy de re gering, wanneer zy meende, dat deze zich op een verkeerde weg begaf. Zy voerde een krachtige imperialistische politiek en wist aan het Britse we reldrijk zyn grootste uitbreiding, te verlenen. Toen zy in 1901 overleed, voelde iedereen als het ware instinc tief, dat met haar dood een glorie periode in de Engelse geschiedenis een einde genomen had. Engeland was op de kentering der tyden geko men. Een foto van de oude kroningsgewaden, die door leden van het Engelse Vorstenhuis bij de kroningsplechtigheden worden gedragen. AMSTERDAMS PODIUM. Het is een paar minuten voor twaalf als ik uit de Reguliersbreestraat kom en op de vluchtheuvel van het Rembrandtplein ga staan wachten op Lijn 5. Boven het plein welft zich een nachthemel, die met de glorende maan er achter doet denken aan het décor van een W'agner-tragedie. Het is het zelfde armelijke beetje maanlicht dat door de plassen snéeuwwater spoelt. En dat glanst op de hoge, trieste gestalte van de man die dit plein zyn naam gaf: op Rembrandt. Op het trottoir hokken taxi-chauffeurs by elk aar, de hoofden met de platte petjes weggedoken in him kraag. Achter de hoge ramen van Heek zitten nog wat mensen te praten, te drinken en te eten. De meisjes, die moeten afrekenen, staan van hun ene been op het an dere te leunen. Ze hebben er genoeg van. Licht schynt achter de ruiten van „De Kroon" Kelluers zyn bezig de stoelen by elkaar te zetten. Ook hier is het afgelopen. Licht brandt, hel en overdadig, achter de ramen van Schiller. En licht brandt in het nacht.établissement Femlna. Een geel en geheimzin nig sehynsel vanachter goedgesloten gordijnen. Zonder introductie komt men daar niet binnen. Uit de eafé's van het Thorbeckeplein, de Amstel- straat en de overige stegen en straatjes, komen mensen. Meest mannen en hier en daar een vrouw. Ze komen, verdwynen en blijven anoniem in de har de, gure nacht van Amsterdam. Vlak by de vluchtheuvel, waarop ik sta te wachten, gaapt de aarde. Er is wat met de rails of met een leiding. Er is, 's nachts in Amster dam, altijd iets in de grond te doen. Ik kan precies in het groene tentje lcyken. Twee mannen spitten in de aarde, beschenen door het verblin dend licht van een elëctrïsche lan taarn. Wonderlijk, met hoeveel ener gie die mensen bezig zijn zich die per in te graven. De grond ligt in een rulle stapel naast hen. Zelfs hier op de vluchtheuvel, kun je die rui ken. Zuur en bitter ls de geur. Een geur, die op de een of andere manier bij de nacht hoort. Opeens richt de ene man zich op. Misschien liebt u ook nog zo'n geval thuis in de kast liggen. Er staat ,J?oesie" bui ten op de foeilelijke band, en de witte bladen zijn beschreven, in verbleekte ronde kinderletters met allerhmde wonderlijke rijmproeven over vergeetmy- nieten aan een murmelend beekje en dichters die naar hunne veder grijpen. Vis-d-vis deze smeltende zangen is dan een plaatje geplakt, een ouderwets jdakplaat je met een bloemenkorf of een kruis met rozen. Er zijn vulgaire exem plaren bij van minder draag krachtige vriendinnen, maar ook luxe voorstellingen, waar óver vAj \ndert\id ademloos ver rukt zijn geweest. Daar zijn de bloemen in het korfje, of de jurk van het prinsesje van zij- d e, zo rose als marsepein, zo geel als saffraan. Zijn wij destijds met oud tantes gezegend geweest, dan zal er ook ergens een poëem schuilen, geschreven in een be verige dameshand en geflan keerd door een ruikertje ge droogde bloempjes, bijeenge houden door een heus blauw lintje. Aan zo'n blad moest ik den ken, toen ik dezer dagen toe vallig een dun boekje ra han den kreeg, zo fijn, zo boeiend, zo ongelofelijk vieux jendat ik al lezend alle besef van de werkelijkheid verloor. „Maïs öu sont les «eiges d' antan f" staat er voorin, en inderdaad: Waar is de sneeuw van voor- verleden jaarWaarheen is, onherroepelijk, de lieflijkheid, de rust, de esprit gevlucht "waarvan de zachte beschaafde stem in dit boekje van amper vijftig bladzijden verhaaltf Dit land, deze mensen, dig schimmig oprijzen voor onze verbaasde ogen, zijn verdeden tijd, voorgoed en evenwel heeft de vertelster dit alles be leefd, en zij is nog geen tach tig jaar. Gaat de tijd zo snel, verandert het aangezicht van do wereld, zo onherroepelijk Het wordt ons bang te moede: als wij naar de tachtig jaar lo pen, hoe zal onze wereld er dan uitzien Zullen wij dan misschien met enige weemoed verhalen van bomen langs stadsgrachten, die dan overal hebben plaats ge maakt voor neon-booglampen langs as f altboulevards f Of van huizen voor èèn gezin, met een tuintje ervoor die dan allang zijn opgeslokt door woonblok ken met een recreatiegazon in het midden? Zal er nog een klok in onze huiskamer tikken, of zal in onze wooncél met in gebouwd bed en centrüle ver warming en verlichting een koude electrische wijzerplaat aan de zcand de «ren geluidloos aftellen Laten wij er niet aan den-, r leen, het icordt ons Ml om het hart (dat dan misschien is ver- vangen door een kunstig ge construeerd mechanisme, dat gegarandeerd onslijtbaar is), en ons liever met de vingers in de oren buigen over dit boekje met zijn ouderwets stofomslag en rustige, ietwat zachtzinnig ^iro nische stijl. Een stijl met opge irokken wenkbrauwen, die zegt: Ja lieve kind, het was alles hopeloos antiek, maar wij argeloze heden waren er blij mee.'LAdt ons dat onschuldig vermaak. Jong goed, dat zweert bij de Svync'opated Tophatters en zich alleen maar boksend en hakken stampend vermaken kan, moet. deze bladzijden vooral niet in kijken. Want het is ongelofelijk I Albumblad met I gedroogde bloemen i ir -•<- -:e -je -x- lioe saaihoe stil, hoc primitief er omstreeks 1890 geleefd werdGelèèfd...... Stelt u zich voor: het Gooi was toen nóg een landelijke streek, waar af en toe een eenzaam buiten aan de straat- weg stond te dromen. De ver telster reed naar Laren in een vigilante, en dat ging op zyn zeven gemakken, want bij de tol te Muiden werden zij en haar zusjes door vader uit de wagen getild, om te laten zien hoe zy gegroeid waren Hann- dorff, het grote hotelwas toen nog een.boerderijtje. Ja, men ondernam wereld reizen in die tijd. Van Amster dam naar Noordwijk was een hele onderneming, maar een plezierige. Eerst met het spoor naar Piet Gijzenbrug (wij leer den het nog op school, u ook?) e?» dan met een tentwagentje naar Noordwijk. Dat was toen nog een heel gewone, rustige vissersplaats met een dorps straat van lage witte huisjes onder een rood dak en kleuri ge tuintjes ervoor. Geen bou levard, geen hotels, geen mon daine attracties, geen con cours d' èlèganée, AUeen maar een vissersdorp en een paar eenzame villa's op de top van een duin. Albert Verwey, de dichter en zijn mooie levendige vrouw-Kit ty van Vloten woonden er op Villa Nova, waar een sein tot stoppen uithing voor de tram naar Rijsburg. Kitty was niet alleen mooi maar ook ongelo felijk vooruitstrevend. Zy liet, waar alle dames buitenshuis zomin zonder hoed als zonder handschoenen zouden lopen haar rossige krullen vrijuit waaien in de zeewind. En droeg losse jakjes van Fizise geweven stof; denk u dat in, terwijl al les wat vrouw was zich reeg en inpende van de oksels tot de knieën. En de duinen geurden toen nog, op warme zomermiddagen, yidar bloemen en kruiden, de tijm boven alles uit. Kom daar nu, eens om: de duinen zijn drooggezogen door de waterleiding, al de heerlij ke flora, Jac. P. Thjjsse's won derland, heeft zich voet voor voet teruggetrokken. Eet doet bijna pijn dit boekje Verder te lezen, dat zo argeloos openhartig voortkeuvelt ofcr dingen die wij nooit zullen ken nen. Naar school gaan met een opengewerkte boezelaar en een voile (het staat er heus!) bij winderig weer. Als er een kinderpartij in zicht kwam, zaten alle kleitie meisjes op school met papillot ten of vlechten in het haar: wat een stoppelveld moet dat geleken hebben. Maar hoog moed moet pijn lijden immersj en zo'n toegetakeld hoofd maakte de geneugten des te schoner. Wat Icon er heerlijker zijn dan een party met een pop penkast, met of zonder salon- taal? Ilc had een lief ding gé- geven als iJc die ponder" had mogen bijwonen. O, u moet lezen van die dorpswaarts kerende schapen in Drente, van de Sinterklaas- taféls en de Kroningsfeesten, van de stilte cn de verfijning, de schilderachtigheid en de ruimte. Om dan, opeens, op te schrikken van het vreemd ver haal van een artistiek begaaf de, langzaam tot krankzinnig heid vervallende vriendin Die duistere finale maakt het boekje niet somberder, maar wel echter. Diep in was de mens toch niet zoveel anders dan nu maar ach, hoe prach tig was het leven. U moet het boekje eens lezen, als u van gedroogde bloemen houdt. .Jeugdherinneringen" van Ma rie Cremers. SASKIA Het licht van de lantaarn valt over zijn gezicht. Het is vol groeven eri vol kleine kerven. En de ogen staan wijd opengesperd in het hoofd. Er gaan steeds mensen voorby, maar niemand let op die twee, die graven in de nacht. En toch is dat gezicht anders dan van al die andere mensen. Heeft die graver iets gezien in de wonden, die hij bezig_ is te slaan in de aarde van het plein? Wat kun je zien in zulke aarde van stokoud Amsterdam? De geesten van de nacht? De tritons en dolfijnen (lie in het hart der aarde zouden le ven? Of heksen en harpijen, die daar woonden op de plaats, waar nu het plein'is en waarvan men nooit meer hoorde? Of ruiste daar soms iets voorby tussen de korst der aarde en de verloren verre diepten? Of stond die man alleen maar wat te dromen?- Over z'n lot om in dit uur te moe ten graven in de korst der aarde van zijn stad? Het was een griezelig gezicht. Twintig jaar voor man, die zijn vrouw vergiftigde. Donderdag heeft de rechtbank te 's Hertogenbosch de dertigjarige J. W. uit Eindhoven, wegens moord op zyn echtgenote door middel van ver giftiging, veroordeeld tot een gevan genisstraf van twintig jaar met af trek van het voorarrest. W. diende verleden jaar Maart zyn vrouw, die haai- vierde kind verwachtte, een hoeveelheid langzaam werkend ver gif toe. De vrouw overleed enkele weken later. De officier van justitie had tegen W. levenslang geëist. was die mail alleen maar moe en zag hij over stinkend zand en duffe klei restanten van een schone droom? Van verre wiegde een lijzig liedje aan. Ergens was 'n cafédeur geopend cn ze vergaten die te sluiten. En het be gon te regenen. De druppels sloegen hard en nors op het groene tentje over het gat in de Amsterdamse aarde. Zelden ervoer ik zo lyfeiyir de nacht in Amsterdam als in die minuten. Iedereen die daar was, wist niets van de ander. Of haast niets, zoals die twee gravers. En toch hoorden we op een vreemde eigenaardige ma nier by elkaar. De man die was opgestaan ging weer graven. Ili heb z'n gezicht, niet meer gezien. En dus weet ill niet, welke ontmoeting hy had, daar be neden. Natuurlyk zijn het geen dolfij nen of harpyen geweest. Maar wat dan? En waarom stond die man in eens zo wild vereenzaamd daar te Daar was iyn 5. Vanuit het donker van de Bank dreef eén gestalte aan. Vormloos, verwaaid en klein. Maar de tram was er al en ik had geen tijd te kij ken wat het was. Het volgde me en kwam na me in de tram. Ik rook het, want de wind woei als de derde met ons mee. Het was een kleine man, die iedereen in Amsterdam o«v- trent het Rembrandtplein wel kent. De bloemenman. Eer ik hem zag, door ANTHONY v. KAMPEN rook ik wat hy had meegebracht: zes struikjes goudige mimosa, die lieflyk en timide in z'n mand lagen. De tram reed de Utrechtsestraat in. Van verre hoorde ik de klokken roepen. De geur van gas en zure aarde was nu de geur van een beto verde kust, waaraan mimosa groeit. Het was de lente'in de nacht. Veel later dacht Ik aan die man, die aan het graven was in de aarde van een verwinterd Amsterdam. Di zag opnieuw die aarde, de spade en liet gezicht. Hij had het ook geroken. Eerder dan ik. Dat had de wln,d ge daan, dio hem de lente bracht ónder liet gore tentzeil, precies te midder nacht. Zyn dit, geen gezellige jurkjes voor uw schoolgaande dochter? Leuli voor tweeërlei stof, maar toch ook heel aardig in één stof, waarby u dan b.v. afstekende knopen en ceintuur neemt met een wit kraagje, of langs de randen van zypandjes cn heupstukjes een vrolyk bordunrsteekje aanbrengt. U begint met de patronen van voor- en rugpand langs de ingetekende lijn door te knippen. De heupstukjes en de, geplooide zijbanen van de rok zijn voor en achter eender. U knipt ze dus 4 x, waarvan twee in tegenovergestel de richting. Als u aan de middenvoor- en achterbaantjes van lijfje en rok wat bredere naden knipt, kunt u de zypandjes en heupstukjes breed op stikken wat vooral bij effen stof heel aardig staat. U stikt dus de zijpanden op voor- en rugpand en sluit de zij- en schou dernaden, waarbij u de rugschouders iets inhoudt. Naai' verkiezing kunt u voor of achter een split je aan de hals knippen, dat u met reepjes stof af werkt en met knopen en lusjes sluit. De halsrand zet u tussen de dubbele stof van de kraag, tenzij u een wit kraagje wilt hebben. Dan werkt u de halsrand met een schuin reepje stof af, zodat de kraag er met de hand in gehecht ban worden. U voorziet de onderkant van de mouw van een split- je en stikt hem ingerimpeld tussen een boordje van 3 x 17 cm. Over de kop even ingehouden, worden de mouwen naad op naad vallend ingezet. U ver bindt de voor- en achterbaan van de rok met de zijbanen. legt x op o val- Ipnd de plooien in m stikt de heup- Dat er ook nog andere combinaties i- !L°Pvi van tweeërlei stof met dit modelletje rok aan het iyfre. zetten, dat waar mogeiijk. zijn, ziet u zelf wel, niet aangegeven licht ingerimpeld wordt waar? De ceintuur maakt u 76 x 3 cm. ELLA BEZEMftR.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 8