Kampen, oude Hanzestad met een
vreemde reputatie
ons op t c(uxp
KWESTIE „BESTUUR-BEHEER"
IS EEN OUD PROBLEEM
SATERDAG 12 JANUARI 1952
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
„Kamper Uien"
„Poorten dicht, de kanarie is weg"
(Van onze speciale verslaggever")
Kampen, Januari Laten we ze vergevensgezind stemmen de bewoners
van het pittoreske oude stadje aan de IJsel iu de onmiddellijke nabijheid
van de vroegere Zuiderzee. Zeker, Kampen wfis in de Middeleeuwen een
toonaangevende plaats op liet gebied van de zeevaart en de.handel; het
bezat een wereldreputatie en vele dingen herinneren thans nog aan de ver
gane glorie.
Prachtige, oude gebouwen en gevels en karakteristieke poorten be
heersen het stadsbeeld van de oude Hanzestad, zoals het Raadhuis uit de
léde eeuw en de Schepenzaal met zijn beroemde schouw en verder de Bo
venkerk, de Broederkerk en het Gotische Huis. Ook de omgeving van Kam
pen is bijzonder fraai. De statige Usel, het Ganzediep en het IJselmeer zijn
oen dorado voor de beoefenaar van de watersport, voor de visser en voor
de dromer. Kampen is het uitgangspunt voor een bezoek aan de Zuider
zeewerken en de toegangspoort voor de Noord-Oostpolder, zodat van deze
stad uit vele excursies worden gemaakt.
Nu we de lof van de stad gezongen
hebben, durven we het erop te wa
gen: Kampen heeft een eigenaardige
reputatie, met name, dat zijn inwo
ners vroeger zo dom waren. Er be
staan verscheidene anecdotes over de
bijna spreekwoordelijk geworden ón-
nozelheid van de oude Kampenaren,
die men de „Kamper uien" noemt.
Mogen we u er enkele voorzetten?
Een van de anecdotes, waarvan we
in het midden laten of ze waar is of
niet, wil, dat de Kampenaren op een
gegeven ogenblik besloten hun stad
iets te geven, dat geen enkele andere
stad had: ze zouden een prachtige
toren bouwen met een pronkstuk van
een carillon. De toren werd opge
trokken, er werd een klokkenspel ge
kocht en de steigers rond de toren
werden met enige feestelijkheid afge
broken. Toen de toren geheel van zijn
houten kleed was ontdaan, kwam
men tot de ontdekking, dat men ver
geten was een trap in de toren aan
te brengen.
Een niet minder bekende „Kamper
ui" is die van de zwaarlijvige schoor
steenveger. Er was in vroeger tijden
in heel Kampen slechts één schoor
steenveger, die zonder concurrentie
een goed leven had en met de dag
dikker werd. Het duurde niet lang,
of de man kon niet meer door de
schoorstenen heen om zijn werk te 1 halve brug het volle tolgeld te hef-
de malen onderwerp voor Kamper
uien geweest Een van deze uien
verhaalt, dat de spits van een van
de torens op een gegeven ogenblik
door de bliksem werd getroffen en
afbrandde. Op de een of andere on
verklaarbare wijze ging er na ver
loop van tijd mals gras op de stomp
van de toren groeien. De Kampena
ren besloten toen van de nood een
deugd te maken en koeien op de to
ren te laten grazen. De arme bees
ten werden naar de toren geleid en
met een touw om de nek omhoog ge
hesen, maar toen ze boven op de
stomp waren aangekomen waren ze
natuurlijk alle dood.
Ook de IJselbrug heeft de Kam
penaren tot verschillende uien geïn
spireerd. Deze brug werd eens door
kruiend ijs voor de helft weggesla
gen, zodat de verbinding over de IJ
sel werd verbroken. De verbouwe
reerdheid in de oude Hanzestad was
groot en de Raad kwam in spoedver
gadering bijeen om het droeve onge
luk te bespreken onder het genot van
een glas wijn. Een van de vragen,
die bij de Raad rezen, was: wat moe
ten we nu dóen met de tol, die bjj het
passeren van de brug wordt gehe
ven? Het antwoord was al gauw ge
reed: het is niet billijk om voor een
verrichten. Goede raad was duur,
want wat de man ook probeerde, hij
vermagerde niet. Toen nam het ge
meentebestuur een „wijs" besluit en
beval, dat alle schoorstenen onmid-
delijk verwed moesten worden.
KOEIEN OP DE TOREN
De Kamper torens zijn verschillen-
fen: wie de brug passeert behoeft
dus maar de helft te betalen.
STADSPOORTEN
WERDEN GESLOTEN.
De vrouw van de burgemeester be
zat eens 'n prachtige kanarie, schoon
van kleur en met een fluwelen stem
metje. Het diertje was het liefste wat
Kapitein Carlsen en stuurman Dancy groeten de menigte bij hun aankomst
to Falmouth.
zij had, maar op een kwade dag ont
vluchtte het zijn kooi en verdween.
De burgemeestersvrouw was niel te
troosten en rende wanhopig het huis
door. Heer burgemeester werd ijlings
van het droevig geval op de hoogte
gesteld: hij liet zich niet ontmoedi
gen en gaf onmiddelijk opdracht alle
stadspoorten te sluiten en alle brug
gen op te halen. Toen zette hij alle
burgers aan het zoeken.
Het is duidelijk, dat het de ras
echte Kampenaar verdroot, dat men
hem voor onwijs aanzag en velen
trachtten dan ook geregeld hun stad
genoten van deze smet te zuiveren.
Een Kampenaar, die in de trekschuit
naar Zwolle door de ingezetenen van
deze stad luidkeels om de spreek
woordelijke Kamper domheid werd
bespol, zag op een gegeven ogenblik
kans om de reputatie van hem en
zijn stadgenoten te redden. „Kijk
naar dat boerenerf", sprak hij, „daar
staat een knecht de was droog te
wringen, terwijl het regent, dat het
giet. Dat kan alleen maar op Zwols
febied." „Hé, vriend!", riep hfl tegen
e ijverige knecht, „voel je niet dat
het regent?" De knecht keek hem
met open mond'aan en antwoordde;
„Daar heb ik toch niets mee te ma
ken? Ik werk tot zeven uur en dan
ga ik weer naar huis!" „Man", riep
de Kampenaar toen weer. „dat is
toch tijd en energie verspillen, dat is
toch niet de bedoeling van je baas?
Waar kom jij wel vandaan, jg dom
oor?" Het antwoord was: „Uit Kam
pen, als je het dan wilt weten!"
Waarschijnlijk kent U het sprookje
van ,£>e Wilde Zwanen" van Ander
sen, waarin verhaald wordt hoe 12 ko
ningszonen door hun boze stiefmoeder
in wilde zwanen worden veranderd.
Deze betovering kan alleen verbroken
worden wanneer hun zuster, prinses
Eliza, er in slaagt hemden uit brand
netels te vervaardigen. „Ge moet ze
plukken", zo zegt een goede fee tegen
Eliza, „al branden ze uw huid vol bla
ren. Breek ze met dê voeten, dan
krijgt ge vezels als van vlas". Ónder
vreselijk lijden volbrengt het dappere
prinsesje deze taak en waarschijnlijk
was zij daardoor de laatste die zich
bezig hield met een huisindustrie,
welke in oude tijden in onze streken
algemeen moet zijn geweest.
Want de grote brandetel levert in
derdaad een textielvezel en de oude
naam „neteldoek" voor een bepaald
soort fijn weefsel zou er op kunnen
wijzen dat men deze vezel vanouds
kende en gebruikte. Er zijn mij ech
ter geen gegevens bekend waaruit zou
blijken dat neteldoek hier te lande
ooit uit andere dpi linnen- of katoe
nen vezels werd vervaardigd. DoorJ
de nomadenstammen in Siberië wordt
uit de vezel van de- daar inheemse
brandnetel nog neteldoek geweven.
In dê eerste wereldoorlog zijn in
Duitsland op grote schaal vezels uit
brandnetels gewonnen om in de enor
me behoefte aan textiel te voorzien.
Aanvankelijk roerden de brandnetels
voor deze industrie in het wild verza
meld, doch later ging men er toe over
ze aan te planten. Na de oorlog ver
liep deze industrie, doch zij werd op
nieuw ter hand genomen onder het
nazibewind. Speciale rassen werden
«oor dit doel gekweekt en men is er
door selectie zelfs in geslaagd spe
ciale soorten van 3 meter hoogte te
ontwikkelen. Ook in Nederland zijn
proeven met brandnetels als vezelge
was gedaan, vooral met het oog op
een mogelijke vervangingsvezel voor
de textielindustrie tijdens de laatste
wereldoorlog, doch het economisch
rendemennt bleef steeds te laag.
Men zal zich afvragen hoe dit moge
lijk is, aangezien de plant toch op de
meest onverzorgde velden wil gedijen.
Juist daarin zit een van de vele kne
pen. Want wadr zien we de brandnetel
voornamelijk optreden? Op mestvaal
ten, op erven, langs wegen en sloten,
d.w.z. cp plaatsen waar de mens leeft
en werkt en waar zich dus veel stik
stofverbindingen in de grond bevin
den. In onbewoonde duinen en heide
velden zult U geen brandnetels kun
nen ontdekken. In tegenstelling met
onze aanvankelijke mening, dat de
brandnetel zijn eigen weg wel vindt,
blijkt dus, dat de brandnetel bij teelt
op grote schaal wel degelijk de men
selijke zorg behoeft en wel in de vorm
van een overbemesting aan stikstof.
Dit alleen al maakt in normale tijden
de cultuur van brandnetels te duur,
hoe gek het ook moge klinken! Dt
verwerking van brandnetelvezels ir
moderne machines ondervindt boven
dien ook technische moeilijkheden,
welke echter buiten dit bestek vallen.
Niet buiten ons kader valt echter
de „samovar", waarvan vrijwel iedere
schrijver over Rusland verhaalt. Want
aan de vertelling ontbreekt de Russi
sche sfeer wanneer dit typisch Rus
sisch theemeubel onvermeld blijft.
Typisch Russisch? In tegendeel, de
samovar is typisch Nederlands.'
H. Pétillon.
Ze weunden naest mekaore in twi
uusjes onder een dèk.
Zo'n hoeie fuufteg jaeren a.' Mae
ze keke mekaore hlad nie an. Ruzie
aodde ze nie bepaeld g'aod, temisten
de leste derteg jaere nie, mae ze wae-
re heweun om kwaed nae mekaore te
kieke en nooit 'n woord te zeië.
Zo hoeng 'n ieder z'n eihe pad, dat
wil zèhepad, Sientje kon nog net
zo'n bitje dreutele van d'r vo'deure
nae 't keukentje, mae dan was ze ok
hlad t'enden aesem!
En Mientje ao't meschien nog wè
vaerder hekunne, mae die was zovee
dwa's da Ze nie vaerder wou!
Zodoende zaete ze aollebei t'uus en
dae bleve ze, winter en zeumer'.
En ze sliepe vlak biemekaoré, da's te
zèhe; ieder an d'aore kante van er
aólfsteensmuurtje dat de scheidieng
tussen, 'ulder weunienkjes was. Wan de
bèstee stoeng tehen de muur bie aolle
bei an d'aore kante d'r van. Helok-
keg wiste ze 't nie en der was ok
nooit 'n mens hewist die 't ulder he-
zeid ao.' Wan dan aodde ze aollebei d'h
bèstee trék laete verplaesse van pure
kwaed eid.'
Sientje was vuufenseventeg en
Mientje 't nélienenseventeg, enne
hetrouwd, of verloofd waere ze nooit
hewist, ok nie zo'n soortement los-
vaste verkerienge g'aod! Eelemaele
nikst! 't is zonde.'
En heen van beien!
En eihelek naeme.ze dat iederen le
venden man vee kwaelek!
En as ze 't woord „trouwe" oorden
dan versclirokke ze, of an ze op 'n
spette hoenge, zitte!
Ze behrepe 'eel hoed da ze noe te-
hen de tachenteg wezende, nie ml nae
't stad'uus zouw hae as bruidje!
En dat wouwe ze ok niemae da ze
in ulder jöènge jaere nooit is 'n kanse
g'aod aoddeKielc, da stak weetje!
Wan 'n vrouwe is tenslotte 'n vrou-
ive, ok of ei je noe wè vuuftien van
die 'arde, lange 'aeren an je kinne
bak 'ange!
Je kan ze wegschére 'oor, mae die
lamme diengers komme terug weetje!
En 'n 'uwelek dae ka'je wè over
praete, temisten, zo'n bitje d'om 'ééne
en je kan d'r over leze! Oe! oei!, som-
meste boeken toch!
Om trék onder je matras te douwe!
En dan mee 'n kleur te leze, 'n stuitje
naedien dan 'oor! -■
Mae jae, wat dan nog?
Sientje ao'n kanaorieveuhel in 'n
kooitje en Mientje ao'n houdvis in
hlaeze komme, wan 'n mens wil toch
ok we's téhen iemand praete ee!
,JStaepelzot" vonne ze mekaore, om
zo'n beest te willen Mae dat moet
'n ieder vo' z'n eihe wete.
En Sientje ao'n urrehel hekochi!
Heen. draol-urrehel 'oor, mae 'n kae-
mer-urréhél mee'n berg rehisters om
vee léven te kunnen 'ouwe! En da dee
ze! Voral 's seumers-aevens mee 't
raem open en aoltied mae Kerstliede-
re, Wan aore kon ze nie spele.
En ze snerpte mee'n scherpe stem
me d'r bovenuut! Van: in de mense, 'n
welbe'aehe! 'n welbe'ae-aeheü
Ze kermden as 'ii ouwe deure, zienge
noemde ze .dat, mae 't was meest om
te peste!
Wan d'r bure ao'n 'ond henome en
die wupte nog a's over de schuttienk
en dee wat in 't tuuntje dat et ziene
nie was, dus dan wil 'n mens wat
terug doe ee!
En ze wiste persies wien of d'r op
verziete kwam in mekaore's 'uusje,
wan dae zaete ze 'eel den dag op te
loere.
Mae' dat waere d'r nie vee 'oor!
Een kere in de weke kwam bie
Sientje den kleinen van de Bakker die
boo'schappe dee vo'eur!
En 't krepele wuufje van den slach-
,.ter dee 't eiheste vo' Mientje omda'ze
compassie mee d'r ao'.
Mae noe onderlesten ei' Sientje den
hroosten schok van d'r leven g'aod!
Ze zag de vrouwe .van den schilder
verbiekomme en ze riep deu't open
raem; „kom'd is 'ier.' Jae, nee, wezeïek,
kom noe's~ even 'ier!
En toe zeide ze tehen dat wuufje:
„dien man van joe, da's 'n beste man!
'n eelen besten man, dae' nie van 'oor,
mae diën 'iernaest. en ze wees mee
d'r 'ood scheef nae't uusje van d'r bu
re, die vertrouw ik nie!"
Zo, zei 't wuufje van de schilder,
„da's nie zo mooi ee"!
„Nee," zei ze, „da's 't nèt nie!"
„Wan ze wil d'r 'uusje laete opschil-
dere, 'oorden ik d'r van mèrhe tehen
je man zèhe", dus ie mog is komme
kieke!
Noe ie eid den 'eelen vomiddeg zo
wat in 'uus hewist, noe, zovee kan
dae' in dat 'uusje nie te schildere we-
ze, 't is net zo hroot as't miene.
Zo, zo, zei 't wuufje van de schilder,
mae ik wete wè raed 'oor! Ik za tehen
mien man zèhe dat et kommende weke
joe beurt is! En den hoeien dag 'oor.
Dae zat ze noe! En ze trilden der
nog van!
En ze von dat de waereld vol mee
slechteg'eid zat.
En wat moeje as vrouw-alléneg we-
zende d'r tehen doe?
Ik zou ik et ok nie wete!
Et leven is mae vee moeilek, soms.
BESPIEGHELAER.
STEMMEN UIT DE KERKEN.
Er begint beweging te komen in een zaak, die vast zat.
De nieuwe kerkorde der Ned. Hervormde Kerk wil trachten het ker
kelijk leven zo te ordenen en te regelen dat verschillende zaken hun
volle kerkelijke plaats krijgen. Daaronder zjjn ook de diaconie en de
kerkvoogdij.
In de kleinere gemeenten werden de diaconale zaken en belangen be
handeld in een vergadering van de gehele kerke raad. In gemeenten met
meer predikantsplaatsen vormden dc diakenen een geheel afzonderlijk
college, dat zelfstandig zjjn gang kon gaan. En in alle gemeenten was het
zo, dat er geen verband bestond tnssen de kerkeraad en de kerkvoogdij,
tenzU een plaatselijk reglement daarover nadere bepalingen bevatte, wat
in onze provincie nog al eens het geval is. Zo kan byv. worden bepaald
dat één van de kerkvoogden gekozen moet worden alt de ouderlingen.
Noch diakenen, noch kerkvoogden konden worden afgevaardigd naar de
Classlcale Vergaderingen of konden zitting hebben in de Prov. Kerkbe
sturen of de Algemene Synode-
De kerkorde wil, zowel diakenen,
als ook kerkvoogden maken tot ambts
dragers der kerk, in de volle zin van
het woord. In de ambtelijke vergade
ringen moeten zij niet alleen een advi
serende, maar ook een concluderende,
een beslissende stem hebben.
Ten aanzien van de diakenen is het
karakter van halve-ambtsdrager weg
genomen. Zij maken nu ten volle deel
uit van de kerkeraad,. ten aanzien van
de kerkvoogden is de zaak nog niet
helemaal opgelost.
De kwestie ,3estuur-Beheer" is een
oud en netig probleem. Wanneer hier
iets veranderen zal, dan moet dit ge
heel vrijwillig gaan. De overgang van
een kerkvoogdij naar de regelen van
ordinantie 16 van de kerkorde, kan
niet afgedwongen worden. Geen gees
telijke verantwoordelijkheid daarop
komt het hier toch neer kan ooit
opgelegd worden.
De vraag, hoe de kerkvoogdij de
zelfstandige positie die zij inneemt,
verkregen heeft laten we hier liggen
Dat zou een lang historisch verhaal
worden. Wel is het nodig er op te wij
zen dat er twee soorten kerkvoogdijen
zijn, nl. die onder toezicht staan en
die „vrij beheer" hebben- De kerk
voogdijen onder toezicht hebben zich
in het midden van de vorige eeuw of
later, geheel vrijwillig geplaatst onder
het Prov. College van Toezicht en
daarmee ook onder het Algemeen Col
lege van Toezicht. Eenmaai onder dit
toezicht, kon een kerkvoogdij zïfch
daarvan niet meer los maken. Zo heeft
het tenminste altijd gegolden. Met ver
bazing hebben we dan ook gelezen de
uitspraak van het Gerechtshof te
Leeuwarden, die de kerkvoogdij van
Holwerd in het gelijk zou hebben ge
steld, welke kerkvoogdij zich wenste
te onttrekken aan het Prov. College
van Toezicht in Friesland.
De kerkvoogdijen met vrij beheei
konden zich onmiddellijk voegen naar
de kerkorde. Bij degenen die onder
toezicht stonden was dit niet zo maar
mogelijk. Daartoe moesten zij eerst
worden losgemaakt van het toezicht
van de desbetreffende Prov. colleges.
De overgangsbepalingen houden re
kening met de mogelijkheid dat, ook
al heeft men in een bepaalde gemeen
te het vervangingsbesluit genomen, de
zaak toch nog stagneert, omdat het
betrokken Prov. college van Toezicht
weigert goedkeuring te geven aan een
niéuw plaatselijk reglement op het be
heer. dat aangepast is aan de kerkor
de, Tot nu toe is er in onze provincie
nog geen plaatselijk reglement goed
gekeurd, ook al was in de gemeente
het vervangingsbesluit genomen vol
gens alle regelen der kunst.
WIJZIGINGSVOORSTELLEN
Het Prov. College van Toezicht in
Zeeland heeft nu aan de kerkvoogdijen
die onder zijn toezicht staan, een twee
tal wijzigings-voorstellen toegezonden,
waarover de betrokken kerkvoogden
vóór 20 Januari hun op- en aanmer
kingen kenbaar kunnen maken.
Het Algemeen College van Toezicht
op het beheer der kerkelijke goederen
en fondsen van de Hervormde gemeen
ten in Nederland, overwegende dat op
1 Mei 1Ö51 de kerkorde is ingevoerd,
„waarin onder meer ook regelingen
zijn vervat betreffende het beheer der
kerkelijke goederen en fondsen van de
Hervormde gemeenten en het toezicht
daarop": voorts overwegende „dat het
aan de Hervormde gemeenten vrij
staat met 'betrekking tot het beheer
harer goederen deze regelingen te aan
vaarden" en dat gemeenten die zulks
begeren, niet aan de bepalingen van
het Algemeen Reglement op het Be
heer gebonden behoren te blijven, be
sluit dit Algemeen Reglement aan te
vullen met een toegevoegde bepaling
In dit additionele artikel staat dan, dat
gemeenten bevoegd zijn zich onder de
kerkorde te voegen. Dit moet geschie
den door een besluit van stemgerech
tigde lidmaten. De bepalingen van het
Algemeen Reglement op het Beheer
houden voor die gemeenten op te wer
ken. met ingang van de dag waarop de
Prov. Kerkvoogdij Commissie volgens
de kerkorde verklaart geen bezwaren
te hebben.
BEWEGING.
Het is dus nu nog niet mogelijk dat
een kerkvoogdij onder, toezicht, die
reeds lang het vervangingsbesluit heeft
genomen, wordt overgeschakeld op de
kerkorde. In ieder geval begint er nu
beweging te komen in deze zaak. die
zo lang heeft vast gezeten.
Hoewel' in onze provincie heel wat
kerkvoogdijen principieel besloten
hebben zich te voegen naar de bepalin
gen van de kerkorde, zijn er nog maai
weinige die onder het toezicht staan
van de Prov. Kerkvoogdij Commissie
Vermoedelijk zal 1952 een jaar worden
waarin bij deze commissie heel wal
meer werk aan de winkel zal komen.
H
Hel wereldgebeuren
Parijs-Brussel-
Parijs
Hoewel de wereld deze week waar
schijnlijk een heel belangrijk
deel van haar belangstelling
heeft gericht op de verbeten, maar
helaas vergeefse strijd, welke de
dappere kapitein Cnrlsen heeft ge
voerd om het behoud van zijn schip,
zijn er toch ook aan het politieke
front dingen gebeurd, die misschien
minder romantisch van inslag waren,
maar toch de moeite van een korte
terugblik waard. Daar waren immers
in de eerste plaats de kabinetscrises
van Frankrijk en België. Hoezeer ook
geheel verschillend naar oorzaak en
karakter, vertonen de politieke moei
lijkheden, waarvoor men zich in Pa
rijs en Brussel gesteld ziet, toch op
één punt overeenstemming: de socia
listen zjjn, .hoewel belangrijk door
hun aantal en door de beslissende
positie, welke zn op een gegeven mo
ment innemen, In beide landen in dc
huidige situatie tot zekere hoogte po
litieke outsiders en het ligt min or
meer in de UJn der verwachtingen, dat
zy ook aan de nieuwe Franse en Bel-
fische regeringen niet zullen mee-
oen.
Engeland. Frankrijk en Belgie
zonder socialisten in rle regering. Het
kan verkerenHoe zal het str^s
na ónze Kamerverkiezingen, in Ne
derland gaan?
Waarschijnlijk ligt in de positie van
de socialisten echter het enige punt
van overeenstemming. Ten aanzien
van de duur van de kabinetscrisis
zijn althans de vooruitzichten voor
Brussel wel wat hoopvoller dan voor
Parijs. Volgens de berichten ge
ruchten zou het zelfs niet onmo
gelijk zijn, dat nog vóór de Zondag in
België de regering-Pholien geheel of
goeddeels ongewijzigd zou terugke
ren. de premier incluis. Alles draait
voorlopig in elk geval om de vraag
of de stroming in de C.V.P., die zich
verzet tegen net opnemen van de
partijgenoten Eyskens en Duvieu-
sart in de regering, de overhand zal
kunnen behouden. In dat geval zal er
weinig veranderen, want het ging er
behalve om de vervanging van
premier Phollen immers vooral
om deze beide, destijds om hun „slap
pe en dubbelzinnige" houding in de
Koningskwestie veroordeelde, oud
ministers weer op belangrijke posten
in een nieuwe homogeen-katholieke
regering te plaatsen.
Aan de crisis in Frankrijk zal niet
gemakkelijk of spoedig een ein
de gemaakt kunnen worden. Na
Bidault, die In elk geval een serieuze
poging gedaan schijnt te hebben,
heeft inmiddels ook de radicaal-so
cialist Yvon Delbos geweigerd als
formateur op te treden. Zou de in het
jongste verleden reeds tot een vierde
macht uitgegroeide vermaarde derde
macht door het aantrekken van bijv.
enkele Gaullisten dan toch nóg ver
der uitgebreid moeten worden? Het
ziet er inderdaad naar uit, dat men
in Parijs, althans wanneer de socia
listen him bekende eisen inzake de
schoolkwestie en de glijdende loon
schaal niet prijsgeven, noodgedwon
gen met de Gaulle moet gaan praten.
Men zou. na een uitbreiding van het
regeringsblok met Gaullisten, na
tuurlijk van een „Vijfde macht" kun
nen gaan spreken, maar hoewel de
Gaulle nog lang geen Hitler of Mus
solini is, blgft men zich toch afvra
gen of men op deze wijze toch niet
het paard van Troje zou binnenha
len.
Eén ding staat echter vast: het
roer moét om in Frankrijk. Met een
uitsluitend negatieve d.w.z. anti
communistische en anti-Gaullistische
politiek komt men er niet. Dat
heeft het lot van de tweede regering-
Pleven bewezen. Maar wie zal het
roer omgooien?
Op het ogenblik is de radicaal-soci
alist Faure aan bod, maar de kans.
dat hij zal slagen is nidt groot...
Belangrijk waren ongetwijfeld ook
de beslissingen, welke deze week
in Parijs in de politieke commis-
sie van de Ver. Naties vielen. De re
solutie, welke moet dienen ter inlei
ding van een collectief veiligheids
systeem, werd, met alleen de stem
men van het communistische blok te
gen, aanvaard. Hoewel de betekenis
van deze beslissing aanzienlijk is
verzwakt door het accepteren van
enige Latgns-Amerikaanse amende
menten. die op allerlei punten reser
ves hebben ingelast mag men toch
dankbaar zijn voor dit begin, hoe
voorzichtig én beperkt voorlopig ook
feformuleerd. Het heeft in elk geval
et onmiskenbare voordeel, dat het
de zaak van de collectieve veiligheid
definitief in de sfeer van de Algeme
ne Vergadering brengt, juist als vo
rig jaar in eerste aanleg reeds is ge
schied bij de aanvaarding van de re
solutie, welke men pleegt aan te dui
den met de slogan „Verenigd voor de
vrede".
Maar deze winst schuilt helaas
tevens de belangrijkste, zo niet eni
ge, oorzaak van de Russische opposi
tie op dit punt. Rusland voelt zich
immers veel meer „thuis" in de sfeer
van de Veiligheidsraad. Daar kan
het immers het dodende zwaard van
zgn „tegen" hanteren zodra een be
slissing dreigt te worden genomen,
waarmede het zich niet wenst te ver
enigen. De Russische resolutie, welke
o.m. de Koreaanse kwestie door de
Veiligheidsraad wilde doen behande
len, werd weliswaar eveneens aange
nomen, maar niet dan nadat Wester
se amendementen haar volkomen
krachteloos had gemaakt. Korea
ging er in de eerste plaats al uit om
zoals de Engelse afgevaardigde
Selvyn Lloyd het uitdrukte de zui
ver technische onderhandelingen te
Pan Moen Djon niet nóg moeilij
ker te maken door allerlei poliüek
gekrakeel in de Veiligheidsraad.
Maar bovendien wijzigde een Westers
amendement de tekst van het oor
spronkelijke Russische voorstel zo,
dat de raad zelf eerst zal moeten
uitspreken, dat een gunstig moment
is aangebroken om zijnerzijds een
bijdrage te leveren tot verbetering
der Internationale betrekkingen. En
als het er dan op aan komt, heeft het
Westen ten minste ook nog eens ple
zier van het veto-recht.
Jaarlijks worden in de Belgische Con
go 10.000 olifanten geschoten, zoals uit de
statistieken van de ivooruitvoer blijkt
Geschat wordt, dat er nog 100.000 olifan
ten in de Belgische Congo zijn.
Een reddingboot van de ..Flyir.g En-,
terprise" is Vrijdag aan het strand van
Kerlouan aangespoeld. Kerlouan, een
kleine vissersplaats, ligt 60 km van. Brest