Kampen, oude Hanzestad met een vreemde reputatie ons op t c(uxp KWESTIE „BESTUUR-BEHEER" IS EEN OUD PROBLEEM SATERDAG 12 JANUARI 1952 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 „Kamper Uien" „Poorten dicht, de kanarie is weg" (Van onze speciale verslaggever") Kampen, Januari Laten we ze vergevensgezind stemmen de bewoners van het pittoreske oude stadje aan de IJsel iu de onmiddellijke nabijheid van de vroegere Zuiderzee. Zeker, Kampen wfis in de Middeleeuwen een toonaangevende plaats op liet gebied van de zeevaart en de.handel; het bezat een wereldreputatie en vele dingen herinneren thans nog aan de ver gane glorie. Prachtige, oude gebouwen en gevels en karakteristieke poorten be heersen het stadsbeeld van de oude Hanzestad, zoals het Raadhuis uit de léde eeuw en de Schepenzaal met zijn beroemde schouw en verder de Bo venkerk, de Broederkerk en het Gotische Huis. Ook de omgeving van Kam pen is bijzonder fraai. De statige Usel, het Ganzediep en het IJselmeer zijn oen dorado voor de beoefenaar van de watersport, voor de visser en voor de dromer. Kampen is het uitgangspunt voor een bezoek aan de Zuider zeewerken en de toegangspoort voor de Noord-Oostpolder, zodat van deze stad uit vele excursies worden gemaakt. Nu we de lof van de stad gezongen hebben, durven we het erop te wa gen: Kampen heeft een eigenaardige reputatie, met name, dat zijn inwo ners vroeger zo dom waren. Er be staan verscheidene anecdotes over de bijna spreekwoordelijk geworden ón- nozelheid van de oude Kampenaren, die men de „Kamper uien" noemt. Mogen we u er enkele voorzetten? Een van de anecdotes, waarvan we in het midden laten of ze waar is of niet, wil, dat de Kampenaren op een gegeven ogenblik besloten hun stad iets te geven, dat geen enkele andere stad had: ze zouden een prachtige toren bouwen met een pronkstuk van een carillon. De toren werd opge trokken, er werd een klokkenspel ge kocht en de steigers rond de toren werden met enige feestelijkheid afge broken. Toen de toren geheel van zijn houten kleed was ontdaan, kwam men tot de ontdekking, dat men ver geten was een trap in de toren aan te brengen. Een niet minder bekende „Kamper ui" is die van de zwaarlijvige schoor steenveger. Er was in vroeger tijden in heel Kampen slechts één schoor steenveger, die zonder concurrentie een goed leven had en met de dag dikker werd. Het duurde niet lang, of de man kon niet meer door de schoorstenen heen om zijn werk te 1 halve brug het volle tolgeld te hef- de malen onderwerp voor Kamper uien geweest Een van deze uien verhaalt, dat de spits van een van de torens op een gegeven ogenblik door de bliksem werd getroffen en afbrandde. Op de een of andere on verklaarbare wijze ging er na ver loop van tijd mals gras op de stomp van de toren groeien. De Kampena ren besloten toen van de nood een deugd te maken en koeien op de to ren te laten grazen. De arme bees ten werden naar de toren geleid en met een touw om de nek omhoog ge hesen, maar toen ze boven op de stomp waren aangekomen waren ze natuurlijk alle dood. Ook de IJselbrug heeft de Kam penaren tot verschillende uien geïn spireerd. Deze brug werd eens door kruiend ijs voor de helft weggesla gen, zodat de verbinding over de IJ sel werd verbroken. De verbouwe reerdheid in de oude Hanzestad was groot en de Raad kwam in spoedver gadering bijeen om het droeve onge luk te bespreken onder het genot van een glas wijn. Een van de vragen, die bij de Raad rezen, was: wat moe ten we nu dóen met de tol, die bjj het passeren van de brug wordt gehe ven? Het antwoord was al gauw ge reed: het is niet billijk om voor een verrichten. Goede raad was duur, want wat de man ook probeerde, hij vermagerde niet. Toen nam het ge meentebestuur een „wijs" besluit en beval, dat alle schoorstenen onmid- delijk verwed moesten worden. KOEIEN OP DE TOREN De Kamper torens zijn verschillen- fen: wie de brug passeert behoeft dus maar de helft te betalen. STADSPOORTEN WERDEN GESLOTEN. De vrouw van de burgemeester be zat eens 'n prachtige kanarie, schoon van kleur en met een fluwelen stem metje. Het diertje was het liefste wat Kapitein Carlsen en stuurman Dancy groeten de menigte bij hun aankomst to Falmouth. zij had, maar op een kwade dag ont vluchtte het zijn kooi en verdween. De burgemeestersvrouw was niel te troosten en rende wanhopig het huis door. Heer burgemeester werd ijlings van het droevig geval op de hoogte gesteld: hij liet zich niet ontmoedi gen en gaf onmiddelijk opdracht alle stadspoorten te sluiten en alle brug gen op te halen. Toen zette hij alle burgers aan het zoeken. Het is duidelijk, dat het de ras echte Kampenaar verdroot, dat men hem voor onwijs aanzag en velen trachtten dan ook geregeld hun stad genoten van deze smet te zuiveren. Een Kampenaar, die in de trekschuit naar Zwolle door de ingezetenen van deze stad luidkeels om de spreek woordelijke Kamper domheid werd bespol, zag op een gegeven ogenblik kans om de reputatie van hem en zijn stadgenoten te redden. „Kijk naar dat boerenerf", sprak hij, „daar staat een knecht de was droog te wringen, terwijl het regent, dat het giet. Dat kan alleen maar op Zwols febied." „Hé, vriend!", riep hfl tegen e ijverige knecht, „voel je niet dat het regent?" De knecht keek hem met open mond'aan en antwoordde; „Daar heb ik toch niets mee te ma ken? Ik werk tot zeven uur en dan ga ik weer naar huis!" „Man", riep de Kampenaar toen weer. „dat is toch tijd en energie verspillen, dat is toch niet de bedoeling van je baas? Waar kom jij wel vandaan, jg dom oor?" Het antwoord was: „Uit Kam pen, als je het dan wilt weten!" Waarschijnlijk kent U het sprookje van ,£>e Wilde Zwanen" van Ander sen, waarin verhaald wordt hoe 12 ko ningszonen door hun boze stiefmoeder in wilde zwanen worden veranderd. Deze betovering kan alleen verbroken worden wanneer hun zuster, prinses Eliza, er in slaagt hemden uit brand netels te vervaardigen. „Ge moet ze plukken", zo zegt een goede fee tegen Eliza, „al branden ze uw huid vol bla ren. Breek ze met dê voeten, dan krijgt ge vezels als van vlas". Ónder vreselijk lijden volbrengt het dappere prinsesje deze taak en waarschijnlijk was zij daardoor de laatste die zich bezig hield met een huisindustrie, welke in oude tijden in onze streken algemeen moet zijn geweest. Want de grote brandetel levert in derdaad een textielvezel en de oude naam „neteldoek" voor een bepaald soort fijn weefsel zou er op kunnen wijzen dat men deze vezel vanouds kende en gebruikte. Er zijn mij ech ter geen gegevens bekend waaruit zou blijken dat neteldoek hier te lande ooit uit andere dpi linnen- of katoe nen vezels werd vervaardigd. DoorJ de nomadenstammen in Siberië wordt uit de vezel van de- daar inheemse brandnetel nog neteldoek geweven. In dê eerste wereldoorlog zijn in Duitsland op grote schaal vezels uit brandnetels gewonnen om in de enor me behoefte aan textiel te voorzien. Aanvankelijk roerden de brandnetels voor deze industrie in het wild verza meld, doch later ging men er toe over ze aan te planten. Na de oorlog ver liep deze industrie, doch zij werd op nieuw ter hand genomen onder het nazibewind. Speciale rassen werden «oor dit doel gekweekt en men is er door selectie zelfs in geslaagd spe ciale soorten van 3 meter hoogte te ontwikkelen. Ook in Nederland zijn proeven met brandnetels als vezelge was gedaan, vooral met het oog op een mogelijke vervangingsvezel voor de textielindustrie tijdens de laatste wereldoorlog, doch het economisch rendemennt bleef steeds te laag. Men zal zich afvragen hoe dit moge lijk is, aangezien de plant toch op de meest onverzorgde velden wil gedijen. Juist daarin zit een van de vele kne pen. Want wadr zien we de brandnetel voornamelijk optreden? Op mestvaal ten, op erven, langs wegen en sloten, d.w.z. cp plaatsen waar de mens leeft en werkt en waar zich dus veel stik stofverbindingen in de grond bevin den. In onbewoonde duinen en heide velden zult U geen brandnetels kun nen ontdekken. In tegenstelling met onze aanvankelijke mening, dat de brandnetel zijn eigen weg wel vindt, blijkt dus, dat de brandnetel bij teelt op grote schaal wel degelijk de men selijke zorg behoeft en wel in de vorm van een overbemesting aan stikstof. Dit alleen al maakt in normale tijden de cultuur van brandnetels te duur, hoe gek het ook moge klinken! Dt verwerking van brandnetelvezels ir moderne machines ondervindt boven dien ook technische moeilijkheden, welke echter buiten dit bestek vallen. Niet buiten ons kader valt echter de „samovar", waarvan vrijwel iedere schrijver over Rusland verhaalt. Want aan de vertelling ontbreekt de Russi sche sfeer wanneer dit typisch Rus sisch theemeubel onvermeld blijft. Typisch Russisch? In tegendeel, de samovar is typisch Nederlands.' H. Pétillon. Ze weunden naest mekaore in twi uusjes onder een dèk. Zo'n hoeie fuufteg jaeren a.' Mae ze keke mekaore hlad nie an. Ruzie aodde ze nie bepaeld g'aod, temisten de leste derteg jaere nie, mae ze wae- re heweun om kwaed nae mekaore te kieke en nooit 'n woord te zeië. Zo hoeng 'n ieder z'n eihe pad, dat wil zèhepad, Sientje kon nog net zo'n bitje dreutele van d'r vo'deure nae 't keukentje, mae dan was ze ok hlad t'enden aesem! En Mientje ao't meschien nog wè vaerder hekunne, mae die was zovee dwa's da Ze nie vaerder wou! Zodoende zaete ze aollebei t'uus en dae bleve ze, winter en zeumer'. En ze sliepe vlak biemekaoré, da's te zèhe; ieder an d'aore kante van er aólfsteensmuurtje dat de scheidieng tussen, 'ulder weunienkjes was. Wan de bèstee stoeng tehen de muur bie aolle bei an d'aore kante d'r van. Helok- keg wiste ze 't nie en der was ok nooit 'n mens hewist die 't ulder he- zeid ao.' Wan dan aodde ze aollebei d'h bèstee trék laete verplaesse van pure kwaed eid.' Sientje was vuufenseventeg en Mientje 't nélienenseventeg, enne hetrouwd, of verloofd waere ze nooit hewist, ok nie zo'n soortement los- vaste verkerienge g'aod! Eelemaele nikst! 't is zonde.' En heen van beien! En eihelek naeme.ze dat iederen le venden man vee kwaelek! En as ze 't woord „trouwe" oorden dan versclirokke ze, of an ze op 'n spette hoenge, zitte! Ze behrepe 'eel hoed da ze noe te- hen de tachenteg wezende, nie ml nae 't stad'uus zouw hae as bruidje! En dat wouwe ze ok niemae da ze in ulder jöènge jaere nooit is 'n kanse g'aod aoddeKielc, da stak weetje! Wan 'n vrouwe is tenslotte 'n vrou- ive, ok of ei je noe wè vuuftien van die 'arde, lange 'aeren an je kinne bak 'ange! Je kan ze wegschére 'oor, mae die lamme diengers komme terug weetje! En 'n 'uwelek dae ka'je wè over praete, temisten, zo'n bitje d'om 'ééne en je kan d'r over leze! Oe! oei!, som- meste boeken toch! Om trék onder je matras te douwe! En dan mee 'n kleur te leze, 'n stuitje naedien dan 'oor! -■ Mae jae, wat dan nog? Sientje ao'n kanaorieveuhel in 'n kooitje en Mientje ao'n houdvis in hlaeze komme, wan 'n mens wil toch ok we's téhen iemand praete ee! ,JStaepelzot" vonne ze mekaore, om zo'n beest te willen Mae dat moet 'n ieder vo' z'n eihe wete. En Sientje ao'n urrehel hekochi! Heen. draol-urrehel 'oor, mae 'n kae- mer-urréhél mee'n berg rehisters om vee léven te kunnen 'ouwe! En da dee ze! Voral 's seumers-aevens mee 't raem open en aoltied mae Kerstliede- re, Wan aore kon ze nie spele. En ze snerpte mee'n scherpe stem me d'r bovenuut! Van: in de mense, 'n welbe'aehe! 'n welbe'ae-aeheü Ze kermden as 'ii ouwe deure, zienge noemde ze .dat, mae 't was meest om te peste! Wan d'r bure ao'n 'ond henome en die wupte nog a's over de schuttienk en dee wat in 't tuuntje dat et ziene nie was, dus dan wil 'n mens wat terug doe ee! En ze wiste persies wien of d'r op verziete kwam in mekaore's 'uusje, wan dae zaete ze 'eel den dag op te loere. Mae' dat waere d'r nie vee 'oor! Een kere in de weke kwam bie Sientje den kleinen van de Bakker die boo'schappe dee vo'eur! En 't krepele wuufje van den slach- ,.ter dee 't eiheste vo' Mientje omda'ze compassie mee d'r ao'. Mae noe onderlesten ei' Sientje den hroosten schok van d'r leven g'aod! Ze zag de vrouwe .van den schilder verbiekomme en ze riep deu't open raem; „kom'd is 'ier.' Jae, nee, wezeïek, kom noe's~ even 'ier! En toe zeide ze tehen dat wuufje: „dien man van joe, da's 'n beste man! 'n eelen besten man, dae' nie van 'oor, mae diën 'iernaest. en ze wees mee d'r 'ood scheef nae't uusje van d'r bu re, die vertrouw ik nie!" Zo, zei 't wuufje van de schilder, „da's nie zo mooi ee"! „Nee," zei ze, „da's 't nèt nie!" „Wan ze wil d'r 'uusje laete opschil- dere, 'oorden ik d'r van mèrhe tehen je man zèhe", dus ie mog is komme kieke! Noe ie eid den 'eelen vomiddeg zo wat in 'uus hewist, noe, zovee kan dae' in dat 'uusje nie te schildere we- ze, 't is net zo hroot as't miene. Zo, zo, zei 't wuufje van de schilder, mae ik wete wè raed 'oor! Ik za tehen mien man zèhe dat et kommende weke joe beurt is! En den hoeien dag 'oor. Dae zat ze noe! En ze trilden der nog van! En ze von dat de waereld vol mee slechteg'eid zat. En wat moeje as vrouw-alléneg we- zende d'r tehen doe? Ik zou ik et ok nie wete! Et leven is mae vee moeilek, soms. BESPIEGHELAER. STEMMEN UIT DE KERKEN. Er begint beweging te komen in een zaak, die vast zat. De nieuwe kerkorde der Ned. Hervormde Kerk wil trachten het ker kelijk leven zo te ordenen en te regelen dat verschillende zaken hun volle kerkelijke plaats krijgen. Daaronder zjjn ook de diaconie en de kerkvoogdij. In de kleinere gemeenten werden de diaconale zaken en belangen be handeld in een vergadering van de gehele kerke raad. In gemeenten met meer predikantsplaatsen vormden dc diakenen een geheel afzonderlijk college, dat zelfstandig zjjn gang kon gaan. En in alle gemeenten was het zo, dat er geen verband bestond tnssen de kerkeraad en de kerkvoogdij, tenzU een plaatselijk reglement daarover nadere bepalingen bevatte, wat in onze provincie nog al eens het geval is. Zo kan byv. worden bepaald dat één van de kerkvoogden gekozen moet worden alt de ouderlingen. Noch diakenen, noch kerkvoogden konden worden afgevaardigd naar de Classlcale Vergaderingen of konden zitting hebben in de Prov. Kerkbe sturen of de Algemene Synode- De kerkorde wil, zowel diakenen, als ook kerkvoogden maken tot ambts dragers der kerk, in de volle zin van het woord. In de ambtelijke vergade ringen moeten zij niet alleen een advi serende, maar ook een concluderende, een beslissende stem hebben. Ten aanzien van de diakenen is het karakter van halve-ambtsdrager weg genomen. Zij maken nu ten volle deel uit van de kerkeraad,. ten aanzien van de kerkvoogden is de zaak nog niet helemaal opgelost. De kwestie ,3estuur-Beheer" is een oud en netig probleem. Wanneer hier iets veranderen zal, dan moet dit ge heel vrijwillig gaan. De overgang van een kerkvoogdij naar de regelen van ordinantie 16 van de kerkorde, kan niet afgedwongen worden. Geen gees telijke verantwoordelijkheid daarop komt het hier toch neer kan ooit opgelegd worden. De vraag, hoe de kerkvoogdij de zelfstandige positie die zij inneemt, verkregen heeft laten we hier liggen Dat zou een lang historisch verhaal worden. Wel is het nodig er op te wij zen dat er twee soorten kerkvoogdijen zijn, nl. die onder toezicht staan en die „vrij beheer" hebben- De kerk voogdijen onder toezicht hebben zich in het midden van de vorige eeuw of later, geheel vrijwillig geplaatst onder het Prov. College van Toezicht en daarmee ook onder het Algemeen Col lege van Toezicht. Eenmaai onder dit toezicht, kon een kerkvoogdij zïfch daarvan niet meer los maken. Zo heeft het tenminste altijd gegolden. Met ver bazing hebben we dan ook gelezen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die de kerkvoogdij van Holwerd in het gelijk zou hebben ge steld, welke kerkvoogdij zich wenste te onttrekken aan het Prov. College van Toezicht in Friesland. De kerkvoogdijen met vrij beheei konden zich onmiddellijk voegen naar de kerkorde. Bij degenen die onder toezicht stonden was dit niet zo maar mogelijk. Daartoe moesten zij eerst worden losgemaakt van het toezicht van de desbetreffende Prov. colleges. De overgangsbepalingen houden re kening met de mogelijkheid dat, ook al heeft men in een bepaalde gemeen te het vervangingsbesluit genomen, de zaak toch nog stagneert, omdat het betrokken Prov. college van Toezicht weigert goedkeuring te geven aan een niéuw plaatselijk reglement op het be heer. dat aangepast is aan de kerkor de, Tot nu toe is er in onze provincie nog geen plaatselijk reglement goed gekeurd, ook al was in de gemeente het vervangingsbesluit genomen vol gens alle regelen der kunst. WIJZIGINGSVOORSTELLEN Het Prov. College van Toezicht in Zeeland heeft nu aan de kerkvoogdijen die onder zijn toezicht staan, een twee tal wijzigings-voorstellen toegezonden, waarover de betrokken kerkvoogden vóór 20 Januari hun op- en aanmer kingen kenbaar kunnen maken. Het Algemeen College van Toezicht op het beheer der kerkelijke goederen en fondsen van de Hervormde gemeen ten in Nederland, overwegende dat op 1 Mei 1Ö51 de kerkorde is ingevoerd, „waarin onder meer ook regelingen zijn vervat betreffende het beheer der kerkelijke goederen en fondsen van de Hervormde gemeenten en het toezicht daarop": voorts overwegende „dat het aan de Hervormde gemeenten vrij staat met 'betrekking tot het beheer harer goederen deze regelingen te aan vaarden" en dat gemeenten die zulks begeren, niet aan de bepalingen van het Algemeen Reglement op het Be heer gebonden behoren te blijven, be sluit dit Algemeen Reglement aan te vullen met een toegevoegde bepaling In dit additionele artikel staat dan, dat gemeenten bevoegd zijn zich onder de kerkorde te voegen. Dit moet geschie den door een besluit van stemgerech tigde lidmaten. De bepalingen van het Algemeen Reglement op het Beheer houden voor die gemeenten op te wer ken. met ingang van de dag waarop de Prov. Kerkvoogdij Commissie volgens de kerkorde verklaart geen bezwaren te hebben. BEWEGING. Het is dus nu nog niet mogelijk dat een kerkvoogdij onder, toezicht, die reeds lang het vervangingsbesluit heeft genomen, wordt overgeschakeld op de kerkorde. In ieder geval begint er nu beweging te komen in deze zaak. die zo lang heeft vast gezeten. Hoewel' in onze provincie heel wat kerkvoogdijen principieel besloten hebben zich te voegen naar de bepalin gen van de kerkorde, zijn er nog maai weinige die onder het toezicht staan van de Prov. Kerkvoogdij Commissie Vermoedelijk zal 1952 een jaar worden waarin bij deze commissie heel wal meer werk aan de winkel zal komen. H Hel wereldgebeuren Parijs-Brussel- Parijs Hoewel de wereld deze week waar schijnlijk een heel belangrijk deel van haar belangstelling heeft gericht op de verbeten, maar helaas vergeefse strijd, welke de dappere kapitein Cnrlsen heeft ge voerd om het behoud van zijn schip, zijn er toch ook aan het politieke front dingen gebeurd, die misschien minder romantisch van inslag waren, maar toch de moeite van een korte terugblik waard. Daar waren immers in de eerste plaats de kabinetscrises van Frankrijk en België. Hoezeer ook geheel verschillend naar oorzaak en karakter, vertonen de politieke moei lijkheden, waarvoor men zich in Pa rijs en Brussel gesteld ziet, toch op één punt overeenstemming: de socia listen zjjn, .hoewel belangrijk door hun aantal en door de beslissende positie, welke zn op een gegeven mo ment innemen, In beide landen in dc huidige situatie tot zekere hoogte po litieke outsiders en het ligt min or meer in de UJn der verwachtingen, dat zy ook aan de nieuwe Franse en Bel- fische regeringen niet zullen mee- oen. Engeland. Frankrijk en Belgie zonder socialisten in rle regering. Het kan verkerenHoe zal het str^s na ónze Kamerverkiezingen, in Ne derland gaan? Waarschijnlijk ligt in de positie van de socialisten echter het enige punt van overeenstemming. Ten aanzien van de duur van de kabinetscrisis zijn althans de vooruitzichten voor Brussel wel wat hoopvoller dan voor Parijs. Volgens de berichten ge ruchten zou het zelfs niet onmo gelijk zijn, dat nog vóór de Zondag in België de regering-Pholien geheel of goeddeels ongewijzigd zou terugke ren. de premier incluis. Alles draait voorlopig in elk geval om de vraag of de stroming in de C.V.P., die zich verzet tegen net opnemen van de partijgenoten Eyskens en Duvieu- sart in de regering, de overhand zal kunnen behouden. In dat geval zal er weinig veranderen, want het ging er behalve om de vervanging van premier Phollen immers vooral om deze beide, destijds om hun „slap pe en dubbelzinnige" houding in de Koningskwestie veroordeelde, oud ministers weer op belangrijke posten in een nieuwe homogeen-katholieke regering te plaatsen. Aan de crisis in Frankrijk zal niet gemakkelijk of spoedig een ein de gemaakt kunnen worden. Na Bidault, die In elk geval een serieuze poging gedaan schijnt te hebben, heeft inmiddels ook de radicaal-so cialist Yvon Delbos geweigerd als formateur op te treden. Zou de in het jongste verleden reeds tot een vierde macht uitgegroeide vermaarde derde macht door het aantrekken van bijv. enkele Gaullisten dan toch nóg ver der uitgebreid moeten worden? Het ziet er inderdaad naar uit, dat men in Parijs, althans wanneer de socia listen him bekende eisen inzake de schoolkwestie en de glijdende loon schaal niet prijsgeven, noodgedwon gen met de Gaulle moet gaan praten. Men zou. na een uitbreiding van het regeringsblok met Gaullisten, na tuurlijk van een „Vijfde macht" kun nen gaan spreken, maar hoewel de Gaulle nog lang geen Hitler of Mus solini is, blgft men zich toch afvra gen of men op deze wijze toch niet het paard van Troje zou binnenha len. Eén ding staat echter vast: het roer moét om in Frankrijk. Met een uitsluitend negatieve d.w.z. anti communistische en anti-Gaullistische politiek komt men er niet. Dat heeft het lot van de tweede regering- Pleven bewezen. Maar wie zal het roer omgooien? Op het ogenblik is de radicaal-soci alist Faure aan bod, maar de kans. dat hij zal slagen is nidt groot... Belangrijk waren ongetwijfeld ook de beslissingen, welke deze week in Parijs in de politieke commis- sie van de Ver. Naties vielen. De re solutie, welke moet dienen ter inlei ding van een collectief veiligheids systeem, werd, met alleen de stem men van het communistische blok te gen, aanvaard. Hoewel de betekenis van deze beslissing aanzienlijk is verzwakt door het accepteren van enige Latgns-Amerikaanse amende menten. die op allerlei punten reser ves hebben ingelast mag men toch dankbaar zijn voor dit begin, hoe voorzichtig én beperkt voorlopig ook feformuleerd. Het heeft in elk geval et onmiskenbare voordeel, dat het de zaak van de collectieve veiligheid definitief in de sfeer van de Algeme ne Vergadering brengt, juist als vo rig jaar in eerste aanleg reeds is ge schied bij de aanvaarding van de re solutie, welke men pleegt aan te dui den met de slogan „Verenigd voor de vrede". Maar deze winst schuilt helaas tevens de belangrijkste, zo niet eni ge, oorzaak van de Russische opposi tie op dit punt. Rusland voelt zich immers veel meer „thuis" in de sfeer van de Veiligheidsraad. Daar kan het immers het dodende zwaard van zgn „tegen" hanteren zodra een be slissing dreigt te worden genomen, waarmede het zich niet wenst te ver enigen. De Russische resolutie, welke o.m. de Koreaanse kwestie door de Veiligheidsraad wilde doen behande len, werd weliswaar eveneens aange nomen, maar niet dan nadat Wester se amendementen haar volkomen krachteloos had gemaakt. Korea ging er in de eerste plaats al uit om zoals de Engelse afgevaardigde Selvyn Lloyd het uitdrukte de zui ver technische onderhandelingen te Pan Moen Djon niet nóg moeilij ker te maken door allerlei poliüek gekrakeel in de Veiligheidsraad. Maar bovendien wijzigde een Westers amendement de tekst van het oor spronkelijke Russische voorstel zo, dat de raad zelf eerst zal moeten uitspreken, dat een gunstig moment is aangebroken om zijnerzijds een bijdrage te leveren tot verbetering der Internationale betrekkingen. En als het er dan op aan komt, heeft het Westen ten minste ook nog eens ple zier van het veto-recht. Jaarlijks worden in de Belgische Con go 10.000 olifanten geschoten, zoals uit de statistieken van de ivooruitvoer blijkt Geschat wordt, dat er nog 100.000 olifan ten in de Belgische Congo zijn. Een reddingboot van de ..Flyir.g En-, terprise" is Vrijdag aan het strand van Kerlouan aangespoeld. Kerlouan, een kleine vissersplaats, ligt 60 km van. Brest

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 5