Vele vergaderingen en urenlange redevoeringen HOE ZIJN DE ECONOMISCHE VERWACHTINGEN VOOR 1952? DE KERKEN IN HET JAAR 1951 MAANDAG 31 DECEMBER 1951 PROVINCIALE ZEEUW HE COURANT 11 ARBEID VAN TWEEDE KAMER IN 1951 IN CIJFERS Welsprekendheid in druk: 2711 pagina's! (Van onze parlementaire redacteur) Het zal de krantenlezer in het afgelopen jaar wel eens geduizeld hebben als hij telkens weer opnieuw geconfronteerd werd met het werk van onze regering en de volksvertegenwoordiging. H|j nam kennis van ingediende wetsontwerpen op velerlei gebied; hij las uittreksels uit Memories van Ant woord en trof bij herhaling in z|jn dagblad verslagen aan van vergaderin gen van de Tweede of de Eerste Kamer. Legio was het aantal wetsontwerpen, dat in de Staten-Generaal behandeld werd: op het gebied van de financiën, van binnen- of buitenlandse zaken, van onderwijs, kunsten en wetenschappen, van verkeer en waterstaat, van de wederopbouw en de volkshuisvesting, van uniezaken en de overzeese Rijks delen, van de justitie, van oorlog of marine, van de landbouw, de vis serij of de voedselvoorziening of op economisch of sociaal terrein. Als ware duvelstoejagers, als mensen, die overal verstand van moeten hebben of zich in elk geval voor ontelbare zaken dienen te interesseren, hebben de honderd Tweede Kamerleden en de vijftig Eerste Kamerleden daarover moeten oor delen en beslissingen moeten nemen. Daaraan aan 4ie beslissingen gingen vaak eindeloze beraadslagin gen vooraf. Aan het einde van het jaar willen wij de lezer niet vermoei en met een opsomming van de onder werpen, die op de agenda van de Ka mers hebben gestaan of met een overzicht van de voornaamste staat kundige gebeurtenissen. Laten wij lie ver de werkzaamheden van de Twee de Kamerleden, voor zover zij in de openbaarheid traden en zich met na me in 's lands vergaderzaal afspeel den, wat nader beschouwen en voor dit maal niet in de eerste plaats op de kwaliteit, maar op de kwantiteit van hun arbeid letten. Voor het eerst in 1951 hield de Twee de Kamer een vergadering op 16 Ja nuari midden in het zittingsjaar 19501951 en men pakte de zaken meteen stevig aan. Des middags bleef men 4 uur en 20 minuten bijeen en des avonds nog eens 5 uur. Als we een normale werkdag op 8 uur stellen, dan mag van de Tweede Kamerleden met hun 9 uur en 20 mi nuten op één dag gezegd worden, dat zij zeker niet tekort geschoten zijn. Geloof me, het valt niet mee zo lan- ge tijd achtereen in de Kamer te zit ten. Van die dag af ging het regelmatig 165. In de 17de eeuw werd het bankbe drijf in Engeland voornamelijk uitge oefend door goudsmeden, die aan klanten, van wie zij goud in bewaring hadden genomen, bewijzen aan toon der uitreikten, welke recht gaven op de daarop vermelde bedragen. Uit deze bewijzen hebben zich de bankbiljetten ontwikkeld, die na de oprichting van de Bank of England officieel werden. Ook hier te lande heeft zich een der gelijk proces voltrokken, want lang vóór de Ned. Bank werd opgericht ga ven de Rotterdamse kassiers sombrief jes uit, die gaarne in betaling werden aangenomen. Voorwaarde voor uitgifte van alle kassiers- of bankbiljetten was destijds uiteraard de dekking, want alleen de ze waarborgde de volledige betaling van het te vorderen bedrag. En hoe primitief het ook moge klinken, dat in de 18de eeuw slimme Schotse koffie huishouders biljetten uitgaven, welke betaalbaar waren „aan de houder op vertoon, in geld of in drank" een feit is het dat zolang dergelijke parti culieren de biljetten met naam en ver mogen dekten, van muntontwaarding weinig te vrezen was! Deed het bankpapier dus betrekke lijk laat zijn intrede in de Westerse economie; in China was het reeds 400 jaar eerder ingevoerd door Kublai Khan, de kleinzoon van de geduchte Djingiz Khan. Het systeem van de Keizer, dat door Marco Polo als het geheim der alchemisten werd be schouwd, scheen zeer simpel. Want er toerden biljetten vervaardigd van ver schillende waarden, waarop een groot aantal ambtenaren hun naam zetten en hun zegel drukten, totdat uiteinde lijk de opperste muntmeester in de stad Kambulac waar zich de munt bevond er een vermiljoen gekleurd zegel op drukte. Dan was de zaak klaar en op straffe des doods moest dit papier in alle delen des rijks als wettig beaalmiddel worden aanvaard. Bij beschadiging van het papiergeld kon tegen betaling van 3 der waar de nieuwe biljetten worden verkregen. Dat lijkt allemaal vrij modern en in overeenstemming met moderne finan cieringsmethoden. Maar in één ding was de kleinzoon van Djingiz Khan griezelig ouderwets: hij zorgde nl voor een dekking van de bankbiljettencir- culalie door van de handelskaravanen uit Indië en Perzië alle parels, juwe len, goud. zilver, goudlaken, ivoor en andere standvastige kostbaarheden op te kopen, welke men van de hand. wil de doen. Deze waardevolle goederen, die eerst door 12 experts onderzocht en getaxeerd waren, werden na aan koop in de schatkamers opgeborgen en dienden op deze wijze als dekking voor het op zichzelf waardeloze papiergeld. In verschillende opzichten heeft de Mongoolse overheersing van China zich gunstig onderscheiden van het weergaloos vernietigende en wrede op treden in Oost-Europa, Perzië en in de Arabische ivereld, waar zij eeuwen lang nog beschouwd werden als de vernietigers van ölle cultuur en als een gesel Gods. In Oost-Aziè' organi seerden zij echter een welvarend rijk, met geregelde toestanden, dat open stond voor het vrkeer met het Wes ten en waarin het Christendom een grote rol had kunnen spelen. Dit klinkt onwaarschijnlijk, maar. toch is hel zo! H. Pélillon. door, met alleen een gedwongen on derbreking in het vroege voorjaar tengevolge van de door mr. Oud van de V.V.D. veroorzaakte kabinetscrisis. Toen voorzitter mr. Kortenhorst op 20 Juli het reces aankondigde, had men 56 vergaderingen gehouden. Dat wil zeggen, men was 55 middagen bij een geweest en bovendien nog 23 keer des avonds, nadat men reeds e,n lange middag redevoeringen had moeten aanhoren. Op één dag, dat was op Maandag 16 Juli, is alleen des avonds vergaderd. MET NIEUWE MOED. Na het zomerreces begon men weer met nieuwe moed op 18 September. Sedertdien hield men 46 middagverga deringen, waarvan er 22 gevolgd wer den door een avondvergadering. Als we de balans opmaken, dan is de Tweede Kamer in 1951 dus 101 keer des middags bijeen geweest en keer ookvdes avonds. Dat is zeker geen sinebure. Nog sterker spreken deze cijfers als we de uren optellen, die de afgevaardigden besteed hebben aan de openbare, behartiging van 's lands belangen. Vóór het zomerreces vergaderden zij in totaal 327 uur en 17 minuten en na het reces 263 uur en 32 minuten, te zamen dus 590 uur en 49 minuten, Daarvan brachten zij 413 uur en 30 minuten 's middags in de vergader zaal van de Tweede Kamer door en 177 uur en 19 minuten des avonds. En dan zijn er mensen, die al klagen als zij één of twee keer per jaar een büeenkomst moeten bijwonen van een vereniging, waarvan zij lid zijn; men sen, die met geen stok naar een ver gadering te krijgen zijn, omdat zij niet houden van „al dat gepraat Uren achtereen, zitten onze volks vertegenwoordigers te luisteren of nemen zij zelf aan het debat deel, zo als bijvoorbeeld op 23 Januari: 6 uur 's middags en 4 uur en 56 minuten 's avonds; of op 4 April: 's middags 6 uur en 25 minuten achter elkaar; of op 12 December: 's middags 4 uur en 55 minuten en 's avonds tot diep in de nacht nog eens 6 uur en 15 mi nuten. Dat, om slechts enkele voor beelden te noemen. „HANDELINGEN" En al die keren en al die tijd teken den de stenografen zorgvuldig de woordenstroom op. Hun uitgewerkte stenogrammen, bevattende de letter lijke tekst van wat er gesproken is. worden gedrukt en als „Handelingen", van de Tweede Kamer uitgegeven, zodat ieder er kennis van kan nemen. Reeds één, twee of soms drie dagen na de vergadering verschijnen die Handelingen bij de Staatsdrukkerij. Het zijn grote, gele folio-vellen, in twee kolommen bedrukt. De welsprekendheid in druk om vatte in het iaar 1951 voor het zomer reces 1504 pagina's en na het reces 1207 pagina's, in totaal dus 2711 pa gina's. Het kunnen er eeh paar meer of minder geweest zijn, aangezien wij de omvang van de Handelingen van de paar laatste bijeenkomsten in dit jaar Vrijdag 21 December kwam de Tweede Kamer in 1951 voor de laat ste keer bijeen op grond van de er varingen van vorige vergaderingen hebben moeten schatten. Daardoor kan misschien ook het totaal aantal ver gaderingen, dat wij opgaven, een en kel uur meer of minder zijn. Volle digheidshalve zij dit vermeld. En nu wij het toch over volledig heid hebben: nog twee keer heeft de I Tweede Kamer tezamen met de Eerste 1 Kamer vergaderd, namelijk op de sluitingsdag van de zitting 1950—1951 op 15 September en op de openings dag van de zitting 19511952. In de ui-en, die wij noemden, is ook de tijd begrepen, dat ministers of staatssecretarissen in de Tweede Ka mer het woord voerden ter verdedi ging van door hen ingediende wets voorstellen. Uiteraard zijn deze rede voeringen eveneens in de Handelin gen opgenomen. De Eerste Kamer heeft hel veel kalmei* aangedaan. Als Kamer van revisie kreeg zij slechts de aan haar voorgelegde wetsontwerpen., die dus reeds door de Tweede Kamér aange nomen waren, in hun geheel te be oordelen. Veranderingen kan de Eer ste Kamer niet meer aanbrengen. Er wordt wel eens schamper over het Kamerlidmaatschap gesproken en de schadeloosstelling wordt de heren wel eens misgund. Uit dit jaarover- zicht van de arbeid van de Tweede Kamer moge blijken, dat er hard, heel hard gewerkt wordt en dat hoge ei sen ook physieke gesteld wor- j)00rd os den aan hen, die het lidmaatschap be-1 a kleden. Want over de vele uren, die besteed worden aan afdelings-, com missie- en fractievergaderingen, aan het bestuderen van de stukken, enz hebben we nog niet eens gesproken. Dezer dagen arriveerde in de haven van New-York het ni s. „Rijndam" twaalf Nederlandse boerenfamilies, die in de staat Alabama nieuw land in cultuur zullen brengen. Zij zullen echter eerst ge durende een jaar bij Amerikaanse boerenfamilies verblijven, teneinde te kunnen wennen aan de veranderde levensomstandigheden: daarna zullen zij hun nieuwe land 1632 ha per familie in bezit kunnen nemen. BLIK IN DE TOEKOMST Valuta-positie en de prijzen baren nog steeds veel zorg (Van onze economische medewerker). Belangrijker dan een overzicht te geven van wat er op economisch ge bied in het afgelopen jaar plaats vond, is het slaan van een blik in de toekomst. Nu is dit laatste weer niet zó eenvoudig, omdat de economie niet op één lijn te stellen is met de sterrekunde, waar alles keurig vooruit is te berekenen. Wij zitten b.v. met alle mogelijke draden aan het buitenland gebonden en elke plotselinge gebeurtenis aldaar (revolutie, politieke verschuiving, devaluatie, grote natuurramp, liberalisatie ofwel het sluiten van de gren zen) moet op onze economie invloed uitoefenen. Uitgangspunt van elke beschou wing. moet zijn, dat er een uiterst nauwe verwantschap bestaat tussen ons financieel en economisch verkeer met het buitenland (hetgeen dan zijn neerslag vindt in onze betalings balans) en het prijsverloop, de koop kracht en de werkgelegenheid in het binnenland. Onze regering heeft tot spil van haar gehele politiek het streven ge maakt om de betalingsbalans zo veel mogelijk te saneren. Met andere woorden, zij wil onze verplichtingen aan het buitenland zoveel mogelijk verminderen, opdat wij deze uit eigen inkomsten kunnen voldoen. Deze politiek blijft uiteraard ook in 1952 gehandhaafd (zeker tot aan de verkiezingen) en dit wil zeggen, dat de invoer van de goederen zal worden beperkt door de koopkracht te blijven afromen door de hoge belastingen en door loonsverhogin gen tegen te gaan en door de cre- dieten van de banken aan 't bedrijfs leven duur te houden. - Wij zijn de laatste maanden ver wend met mooie cijfers van de uit voer en van de groei van onze va luta. Wij vrezen echter, dat wH de komende maanden andere geluiden zullen horen. Onze uitvoer zal af nemen én door de beschermende maatregelen van het buitenland (denk aan Engeland) én door het feit, dat onze agrarische export in het eerste gedeelte van het jaar al tijd geringer is dan in het tweede gedeelte. Maar dan zullen ook onze inkom sten uit het buitenland afnemen en zal er daar onze invoer nu eenmaal groter is dan onze uitvoer valuta naar het buitenland te rugstromen. Minister Van den Brink venvacht zelfs enige honder den millioenen aan guldens üi de komende maanden te zien afvloei en. Wellicht dat,de regering haar in voer belemmerende politiek nog wil Keizer Bao Dai heeft een bezoek gebracht aan het front nabij de Zwarte Rivier, waar Franse co Indo-Chinese troepen voor hem geparadeerd heb ben. Communistische Viet Mlnh-troepen hebben de Bavi-berg bszet en vorige week tijdens n offensief de Oostelijke oever van de Zwarte Rivier bereikt. Een groepje dorpshoofden tijdens de plechtigheden ter ere van het bezoek van de Keizer. verzwaren, doch ook reeds bij de hui dige zullen de industrialisatie en de werkgelegenheid in de verdrukking komen. Minder invoeren wil ook zeg gen, dat wy over minder materialen kunnen beschikken, hetgeen, vooral in de meer op luxe goederen ingestel de industrie, de werkgelegenheid aan tast. Het moeilijker en duurder maken vanrhe.t crediet^,veroorzaakt tevens, dat het bedrijfsleven minder over contanten beschikken kanhet be drijfsleven krijgt, zoals dat heet, steeds meer liquiditeitszorgen. Voe gen wij daarbij het feit, dat er voor verbetering en uitbreiding moeilijk aan kapitaal is te komen, dan wordt het duidelijk dat ook langs deze weg de werkgelegenheid eerder kleiner dan groter wordt. DE OPLOSSING. De enige afdoende oplossing zou zijn het opvoeren van de uitvoer, het geen werk aan de winkel en geld in het laatje brengt, doch een Neder landse fabrikant kan een buitenlan der niet dwingen te kopen: hy kan al leen door zo goedkoop mogelijk aan te bieden die buitenlander prikkelen van hem te kopen. Dit goedkoop aanbieden veronder stelt, dat de kostprijs voor onze fa brikanten laag blijft. Het ziet er echter naar uit, dat deze door ver schillende factoren (o.a. verhoging eleetriciteits- en gastarieven, in wer king treding werkloosheidswet) zal stijgen. En dan blyft het nog een vraagteken of ook de lonen omhoog gaan. Dit zal zeker door de vakbonden geëist worden, als de kosten van le vensonderhoud gaan stijgen: krant, brood, melk, suiker, enz. zijn of wor den in prijs verhoogd. Tot nu toe hebben verlagingen op ander terrein (kleding, schoeisel, huisraad) een stij ging kunnen ophouden, doch als b.v. de grondstoffenprijzen in het buiten land zouden stijgen het ziet er ge lukkig nog niet naar uit dan be ïnvloedt zulks de groothandelsprij- zen en de kosten van levensonder houd. Het zal ons niet verwonderen, als in de lente de prijzen wat de hoogte ingaan en zo ook de kosten van le vensonderhoud. Wij voegen hier di rect aan toe, dat er krachten kunnen optreden, die dit verhinderen, doch deze zijn thans nog niet bekend. Het jaar 1951 is nogal meegevallen; wij kunnen voor 1952 slechts het beste hopen. (Nadruk verboden). Gaullistisch plan voor Europese federatie De Gaullisten hebben in de Franse nationale vergadering een tweetal re soluties .ingediend betreffende een po litieke confederatie van Europese sta ten met behoud van de nationale le gers. Het plan wil tegemoet komen aan de bezwaren van de Beneluxlan- den en Engeland tegen een boven nationaal gezagsorgaan, zoals voor gesteld in het plan-Pleven. Volgens het plan zouden gelijktijdig referen dums in Frankrijk, West-Duitsland, Italië, de Beneluxlanden en mogelijk nog andere West-Europese landen moeten worden gehouden, waarbij aan de kiezers zou moeten worden gevraagd of zij voor een Europese statenbond zijn en voor een Europees parlement. De twee voornaamste punten waar op dit voorstel afwijkt van het be' staande plan voor een Europees leger 'zijn 1. De politieke eenheid moet vooraf gaan aan een herbewapening van Duitsland. De nationale legers moeten blijven bestaan en in een gemeenschappe lijk verdedigingssysteem worden ingeschakeld. Sluipmoorden in het Nabije en Verre Oosten. Achttien politieke aanslagen in drie jaar. De politieke intriges, die in deze tijd vooral de Arabische en Aziati sche volkeren bezighouden, nemen langzamerhand zulke afmetingen aan. dat de gehele wereld er in be trokken dreigt te geraken. Met on verbiddelijke regelmaat wordt de we reld opgeschrikt door berichten over politieke moorden, waartoe geen middel te laag wordt geacht. Bom men. pistolen, vergif en dolken zijn gangbare middelen, waarvan ver stokte fanatiekelingen zich bedie nen om het leven te bedreigen van al diegenen, die ijveren voor een po litiek van verzoening en gematigd heid. Het jongste slachtoffer van de ze troebelen was de Britse vice- consul Cyril Ousman, die onlangs in de Saoedi-Arabische havenstad Djid- da door Nationalisten werd ver moord. Hiermede is het aantal der politieke persoonlijkheden die in het Midden en Verre Oosten gedurende de laatste drie jaar door sluipmoord werden uit de weg geruimd, geste gen tot achttien. Onderstaand lijstje dat wij aantroffen in de Züricher II- I lustrierte, levert wel een ontstellend bewijs van de onmacht der macht hebbers om aan deze reeks politieke moordaanslagen een einde te maken. Op 17 September 1948 vermoordde men te Jeruzalem graaf Folke Ber- nadotte, bemiddelaar der Ver. Na ties voor Palestina. Regelmatig werd sindsdien de dodenlijst aangevuld: 28-12-1948 te Cairo: Nokraschi Pa scha, Egyptisch minister-president; 15-2-1949 te Cairo: Hassan el Banna, leider der „Moslem broeders"; 9-7- 1949 te Damascus: Antoun Saadeh, leider van de Syrische nationalisti sche partij; 14-8-1949 te Damascus: maarschalk Husni Zaim, president van Syrië: 7-11-1949 te Teheran: Hagla, minister van het Iraanse hof; 8-11-1949 te Damascus: overste Stir ling van het Britse commando voor het Nabije Oosten; 27-3-1950 te Te heran: Achmed Delighan, hoofdre dacteur van de „Massawar"; 30-11- 1950 te Beiroet: generaal Hinnawi opperbevelhebber van het Syrische leger; 7-3-1951 te Teheran: Ali Raz- mara, Perzisch minister-president; 9-3-1951 te Teheran: Zanganeh, Per zisch minister voor opvoeding; 16-7- 1951 te Amman: Riad el Solh, voor malig minister-president van de Li banon; 20-7-1951 te Amman: Abdul lah, koning van Jordanië; 30-7-1951 te Saigon: generaal Chanson. Franse commissaris voor Zuid-Vietnam; 6- 10-1951 te Quala Loempoer: sir Hen ry Guerny. Britse hoge commissaris voor Malakka; 16-10-1951 te Rawal pindi: Liaquat Ali Khah, minister president van Pakistan; 13-10-1951 te Pnom Penh: de Raymond, Frans commissaris voor Cambodja; 17-10- 1951 te Djedda: Cyril Ousman, Brits vice-consul. „DAG DER KLEINE DINGEN" Kerkgeschiedenis is anders van aard dan wereldgeschiedenis De kerkgeschiedenis is anders van aard dan de wereldgeschiedenis in het algemeen. Hier zyn er meer directe feiten, die onmiddellijk aanwijs baar, hun invloed doen gelden. Denk b|jv. aan het conflict in Korea. In de kerkgeschiedenis liggen de dingen anders. Daar vinden we heel zelden een plotselinge wending, maar veel meer een langzaam voortgaande ont wikkeling. Er zijn in de kerkgeschiedenis heel wat gebeurtenissen te noemen die eerst helemaal niet als belangrijk werden gezien, maar het in de voortgang der tjjden toch bleken te zjjn. De kerkgeschiedenis is de „dag der kleine dingen", die wij nochtans niet mogen verachten. Hier ligt nu ook de moeilijkheid om aan het eind van een jaar de belang rijke gebeurtenissen, die er geweest zijn bij de kerken, even naar voren te halen. Er is een onmiskenbaar belang rijk jaar verlopen en toch, directe fei ten zijn er nu niet zoveel te noemen. Allereerst willen we iets memore ren dat niet alleen van betekenis is ge weest voor de christenheid van ons land. maar ook voor die daar buiten. In 1951 is het feit herdacht dat de apostel Paulus 19 eeuwen geleden naar Europa kwam. In ons land zijn, vooral in de steden, herdenkingsdien sten gehouden, die een inter-kerkelijk karakter droegen. Het land waar de ze herdenking vooral gevierd is, is natuurlijk Griekenland geweest, waar men van dit feit zelfs een belangrijke nationale gebeurtenis heeft gemaakt. Op zich zelf behoeft zo'n herdenking niet belangrijk te zijn. Toch was dit hier wel het geval, omdat daardoor een hernieuwd contact is gelegd tussen de Oosters Orthodoxe Kerk en de Pro testantse kerken van het Westen. Voor allen heeft de figuur van de apostel Paulus, die zulk een grote plaats heeft ingenomen en nog inneemt in de Kerk, in het middelpunt gestaan en er is een gezamenlijke bezinning geweest over datgene wat wy aan hem te danken hebben. Ook In de oecumenische krin gen van ons land heeft men gevoeld dat er hier een nieuwe bezinning nut tig en nodig is. NIEUWE BIJBELVERTALING. Dan is er uit dit jaar nog een ge beurtenis te vermelden, waarbij, al thans alle Protestantse kerken van ons land zijn betrokken. We bedoelen het klaar-komen van de nieuwe Bij belvertaling, waaraan meer dan 20 jaar is gewerkt door de beste geleer den van verschillende kerken, in broederlijke samenwerking. Het Nieu we Testament was vroeger al afzon derlijk uitgegeven. Dit jaar is de ver taling van het Oude Testament afge maakt en juist in de laatste week kre gen we een exemplaar in handen van de complete Bijbel. In de toekomst zal moeten blijken of deze vertaling de Statenvertaling van ruim 300 jaar geleden ook inderdaad kan en zal vervangen. DE R. K. KERK. Van de R. K. Kerk zijn er geen be paalde feiten te noemen, die op bij zondere wyze naar voren springen. Wanneer er hier iets beweegt, is dat, vooral voor een buitenstaander, min der te bemerken dan by de Protestant se kerken, waar ontwikkelingen en conflicten meer direct op straat ko men. In de Kerk van Rome is er iets, wat zich dit jaar scherper heeft afge tekend en voor de toekomst van be lang kan zijn. We bedoelen het meer naar voren komen van het leken-ele- ment. De mogelijkheid is er dat de Minister Stikker over het rapport-Eysinga Onlangs is verschenen het eindrap port van de commissieVan Eysinga over de samenwerking tussen de re gering en Staten-Generaal inzake het. buitenlands beleid. Dit rapport werd uitgebracht in verband met eventuele wijzigingen van de Grondwet voor zo ver het de buitenlandse betrekkingen betreft. Minister Stikker heeft thans aan de Tweede Kamer een nota doen toekomen, waarin hij zegt zich in het algemeen te kunnen verenigen met de opvattingen van de commissie over de samenwerking tussen rege ling en Staten-Generaal inzake het buitenlands beleid. Over de Europese federale samen werking zegt de minister in zrjn nota, dat de groei der inter-Europese ver houdingen een ontwikkeling in min der confederale en meer federale richting mogelijk zal maken. Een vol ledig parlementair regeeringsstelsel in de zin, zoals vele West-Europese landen dat keiinen is, naar de com missie Van Eysinga terecht opmerkt, in deze federaties niet waarschijnlijk. Is het wonder dat men zich de vraag gaat stellen: wie volgt? niet-geestelijken hier van grotere be tekenis zullen worden en dat ze steeds meer zullen worden ingeschakeld voor missionaire doeleinden in binnen- en buitenland. DE PROT. KERKEN. In de Lutherse kerken zijn de po gingen tot hereniging verder geko men. In de Ger. Kerken (Synodaal), heeft men geworsteld met de vraag: Gereformeerden waarheen? Op deze vraag heeft men het antwoord nog niet gevonden. De Synode van de Ger. Kerken, onderhoudende art- 31, heeft met algemene stemmen beslist geen samenspreking te gaan houden met de kerken waarvan zij zich gescheiden heeft. Daartegenover heeft men hier meer contact gezocht met de Chr. Ger. Kerk. In de Doopsgezinde Broeder schap en bij de Remonstranten vol trekt zich langzaam een verandering, enigszins parallel-lopend aan die van de Ned. Herv. Kerk. NIEUWE KERKORDE. Als er over 1951 in ons land één ker kelijk feit genoemd moet worden dat direct belangrijk mag heten, dan is het de invoering van de kerkorde in de Ned. Herv. Kerk. De eerste Mei is hier het eindpunt van een periode en het begin-punt van een nieuwe ont wikkeling. Het geruchtmakende pro ces heeft de geldigheid van de kerk orde niet kunnen vernietigen. Blijkens een onlangs rondgezonden schrijven, schijnt er nu ook schot te zullen ko men in de losmaking van de kerkvoog dijen, zo zij dit begeren, uit het ver band van het Prov. College van Toe zicht zodat zij zich kunnen voegen on der de Prov. Kerkvoogdij Commissie volgens de nieuwe kerkorde. De grote vraag voor de N. H. Kerk is nu hoe de kerkorde in de practïjk zal voldoen. Acht maanden lang heeft men er nu kennis mee kunnen maken- Zoveel is wel reeds duidelijk gewor den, dat er nu heel wat meer proble men en verantwoordelijkheden opdoe men. Een van de zwaarste opgaven is wel dat heel het samenstel van „mo daliteiten" dat de Hervormde Kerk is, nu het Kerk-zijn zal moeten bewijzen. H.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1951 | | pagina 13