Vele vergaderingen en urenlange
redevoeringen
HOE ZIJN DE ECONOMISCHE
VERWACHTINGEN VOOR 1952?
DE KERKEN IN HET JAAR 1951
MAANDAG 31 DECEMBER 1951
PROVINCIALE ZEEUW HE COURANT
11
ARBEID VAN TWEEDE KAMER IN 1951 IN CIJFERS
Welsprekendheid in druk: 2711 pagina's!
(Van onze parlementaire redacteur)
Het zal de krantenlezer in het afgelopen jaar wel eens geduizeld hebben
als hij telkens weer opnieuw geconfronteerd werd met het werk van onze
regering en de volksvertegenwoordiging. H|j nam kennis van ingediende
wetsontwerpen op velerlei gebied; hij las uittreksels uit Memories van Ant
woord en trof bij herhaling in z|jn dagblad verslagen aan van vergaderin
gen van de Tweede of de Eerste Kamer.
Legio was het aantal wetsontwerpen, dat in de Staten-Generaal behandeld
werd: op het gebied van de financiën, van binnen- of buitenlandse zaken,
van onderwijs, kunsten en wetenschappen, van verkeer en waterstaat, van de
wederopbouw en de volkshuisvesting, van uniezaken en de overzeese Rijks
delen, van de justitie, van oorlog of marine, van de landbouw, de vis
serij of de voedselvoorziening of op economisch of sociaal terrein. Als ware
duvelstoejagers, als mensen, die overal verstand van moeten hebben of zich
in elk geval voor ontelbare zaken dienen te interesseren, hebben de honderd
Tweede Kamerleden en de vijftig Eerste Kamerleden daarover moeten oor
delen en beslissingen moeten nemen.
Daaraan aan 4ie beslissingen
gingen vaak eindeloze beraadslagin
gen vooraf. Aan het einde van het
jaar willen wij de lezer niet vermoei
en met een opsomming van de onder
werpen, die op de agenda van de Ka
mers hebben gestaan of met een
overzicht van de voornaamste staat
kundige gebeurtenissen. Laten wij lie
ver de werkzaamheden van de Twee
de Kamerleden, voor zover zij in de
openbaarheid traden en zich met na
me in 's lands vergaderzaal afspeel
den, wat nader beschouwen en voor
dit maal niet in de eerste plaats op de
kwaliteit, maar op de kwantiteit van
hun arbeid letten.
Voor het eerst in 1951 hield de Twee
de Kamer een vergadering op 16 Ja
nuari midden in het zittingsjaar
19501951 en men pakte de zaken
meteen stevig aan. Des middags bleef
men 4 uur en 20 minuten bijeen en
des avonds nog eens 5 uur.
Als we een normale werkdag op 8
uur stellen, dan mag van de Tweede
Kamerleden met hun 9 uur en 20 mi
nuten op één dag gezegd worden, dat
zij zeker niet tekort geschoten zijn.
Geloof me, het valt niet mee zo lan-
ge tijd achtereen in de Kamer te zit
ten.
Van die dag af ging het regelmatig
165.
In de 17de eeuw werd het bankbe
drijf in Engeland voornamelijk uitge
oefend door goudsmeden, die aan
klanten, van wie zij goud in bewaring
hadden genomen, bewijzen aan toon
der uitreikten, welke recht gaven op
de daarop vermelde bedragen. Uit deze
bewijzen hebben zich de bankbiljetten
ontwikkeld, die na de oprichting van
de Bank of England officieel werden.
Ook hier te lande heeft zich een der
gelijk proces voltrokken, want lang
vóór de Ned. Bank werd opgericht ga
ven de Rotterdamse kassiers sombrief
jes uit, die gaarne in betaling werden
aangenomen.
Voorwaarde voor uitgifte van alle
kassiers- of bankbiljetten was destijds
uiteraard de dekking, want alleen de
ze waarborgde de volledige betaling
van het te vorderen bedrag. En hoe
primitief het ook moge klinken, dat in
de 18de eeuw slimme Schotse koffie
huishouders biljetten uitgaven, welke
betaalbaar waren „aan de houder op
vertoon, in geld of in drank" een
feit is het dat zolang dergelijke parti
culieren de biljetten met naam en ver
mogen dekten, van muntontwaarding
weinig te vrezen was!
Deed het bankpapier dus betrekke
lijk laat zijn intrede in de Westerse
economie; in China was het reeds 400
jaar eerder ingevoerd door Kublai
Khan, de kleinzoon van de geduchte
Djingiz Khan. Het systeem van de
Keizer, dat door Marco Polo als het
geheim der alchemisten werd be
schouwd, scheen zeer simpel. Want er
toerden biljetten vervaardigd van ver
schillende waarden, waarop een groot
aantal ambtenaren hun naam zetten
en hun zegel drukten, totdat uiteinde
lijk de opperste muntmeester in de
stad Kambulac waar zich de munt
bevond er een vermiljoen gekleurd
zegel op drukte. Dan was de zaak
klaar en op straffe des doods moest
dit papier in alle delen des rijks als
wettig beaalmiddel worden aanvaard.
Bij beschadiging van het papiergeld
kon tegen betaling van 3 der waar
de nieuwe biljetten worden verkregen.
Dat lijkt allemaal vrij modern en in
overeenstemming met moderne finan
cieringsmethoden. Maar in één ding
was de kleinzoon van Djingiz Khan
griezelig ouderwets: hij zorgde nl voor
een dekking van de bankbiljettencir-
culalie door van de handelskaravanen
uit Indië en Perzië alle parels, juwe
len, goud. zilver, goudlaken, ivoor en
andere standvastige kostbaarheden op
te kopen, welke men van de hand. wil
de doen. Deze waardevolle goederen,
die eerst door 12 experts onderzocht
en getaxeerd waren, werden na aan
koop in de schatkamers opgeborgen en
dienden op deze wijze als dekking voor
het op zichzelf waardeloze papiergeld.
In verschillende opzichten heeft de
Mongoolse overheersing van China
zich gunstig onderscheiden van het
weergaloos vernietigende en wrede op
treden in Oost-Europa, Perzië en in de
Arabische ivereld, waar zij eeuwen
lang nog beschouwd werden als de
vernietigers van ölle cultuur en als
een gesel Gods. In Oost-Aziè' organi
seerden zij echter een welvarend rijk,
met geregelde toestanden, dat open
stond voor het vrkeer met het Wes
ten en waarin het Christendom een
grote rol had kunnen spelen.
Dit klinkt onwaarschijnlijk, maar.
toch is hel zo!
H. Pélillon.
door, met alleen een gedwongen on
derbreking in het vroege voorjaar
tengevolge van de door mr. Oud van
de V.V.D. veroorzaakte kabinetscrisis.
Toen voorzitter mr. Kortenhorst op
20 Juli het reces aankondigde, had
men 56 vergaderingen gehouden. Dat
wil zeggen, men was 55 middagen bij
een geweest en bovendien nog 23 keer
des avonds, nadat men reeds e,n lange
middag redevoeringen had moeten
aanhoren. Op één dag, dat was op
Maandag 16 Juli, is alleen des avonds
vergaderd.
MET NIEUWE MOED.
Na het zomerreces begon men weer
met nieuwe moed op 18 September.
Sedertdien hield men 46 middagverga
deringen, waarvan er 22 gevolgd wer
den door een avondvergadering.
Als we de balans opmaken, dan is
de Tweede Kamer in 1951 dus 101 keer
des middags bijeen geweest en
keer ookvdes avonds. Dat is zeker
geen sinebure. Nog sterker spreken
deze cijfers als we de uren optellen,
die de afgevaardigden besteed hebben
aan de openbare, behartiging van
's lands belangen.
Vóór het zomerreces vergaderden
zij in totaal 327 uur en 17 minuten en
na het reces 263 uur en 32 minuten, te
zamen dus 590 uur en 49 minuten,
Daarvan brachten zij 413 uur en 30
minuten 's middags in de vergader
zaal van de Tweede Kamer door en
177 uur en 19 minuten des avonds.
En dan zijn er mensen, die al klagen
als zij één of twee keer per jaar een
büeenkomst moeten bijwonen van een
vereniging, waarvan zij lid zijn; men
sen, die met geen stok naar een ver
gadering te krijgen zijn, omdat zij niet
houden van „al dat gepraat
Uren achtereen, zitten onze volks
vertegenwoordigers te luisteren of
nemen zij zelf aan het debat deel, zo
als bijvoorbeeld op 23 Januari: 6 uur
's middags en 4 uur en 56 minuten
's avonds; of op 4 April: 's middags 6
uur en 25 minuten achter elkaar; of
op 12 December: 's middags 4 uur en
55 minuten en 's avonds tot diep in
de nacht nog eens 6 uur en 15 mi
nuten. Dat, om slechts enkele voor
beelden te noemen.
„HANDELINGEN"
En al die keren en al die tijd teken
den de stenografen zorgvuldig de
woordenstroom op. Hun uitgewerkte
stenogrammen, bevattende de letter
lijke tekst van wat er gesproken is.
worden gedrukt en als „Handelingen",
van de Tweede Kamer uitgegeven,
zodat ieder er kennis van kan nemen.
Reeds één, twee of soms drie dagen
na de vergadering verschijnen die
Handelingen bij de Staatsdrukkerij.
Het zijn grote, gele folio-vellen, in
twee kolommen bedrukt.
De welsprekendheid in druk om
vatte in het iaar 1951 voor het zomer
reces 1504 pagina's en na het reces
1207 pagina's, in totaal dus 2711 pa
gina's. Het kunnen er eeh paar meer
of minder geweest zijn, aangezien wij
de omvang van de Handelingen van
de paar laatste bijeenkomsten in dit
jaar Vrijdag 21 December kwam
de Tweede Kamer in 1951 voor de laat
ste keer bijeen op grond van de er
varingen van vorige vergaderingen
hebben moeten schatten. Daardoor kan
misschien ook het totaal aantal ver
gaderingen, dat wij opgaven, een en
kel uur meer of minder zijn. Volle
digheidshalve zij dit vermeld.
En nu wij het toch over volledig
heid hebben: nog twee keer heeft de I
Tweede Kamer tezamen met de Eerste 1
Kamer vergaderd, namelijk op de
sluitingsdag van de zitting 1950—1951
op 15 September en op de openings
dag van de zitting 19511952.
In de ui-en, die wij noemden, is ook
de tijd begrepen, dat ministers of
staatssecretarissen in de Tweede Ka
mer het woord voerden ter verdedi
ging van door hen ingediende wets
voorstellen. Uiteraard zijn deze rede
voeringen eveneens in de Handelin
gen opgenomen.
De Eerste Kamer heeft hel veel
kalmei* aangedaan. Als Kamer van
revisie kreeg zij slechts de aan haar
voorgelegde wetsontwerpen., die dus
reeds door de Tweede Kamér aange
nomen waren, in hun geheel te be
oordelen. Veranderingen kan de Eer
ste Kamer niet meer aanbrengen.
Er wordt wel eens schamper over
het Kamerlidmaatschap gesproken en
de schadeloosstelling wordt de heren
wel eens misgund. Uit dit jaarover-
zicht van de arbeid van de Tweede
Kamer moge blijken, dat er hard, heel
hard gewerkt wordt en dat hoge ei
sen ook physieke gesteld wor- j)00rd os
den aan hen, die het lidmaatschap be-1 a
kleden. Want over de vele uren, die
besteed worden aan afdelings-, com
missie- en fractievergaderingen, aan
het bestuderen van de stukken, enz
hebben we nog niet eens gesproken.
Dezer dagen arriveerde in de haven van New-York het ni s. „Rijndam"
twaalf Nederlandse boerenfamilies, die in de staat
Alabama nieuw land in cultuur zullen brengen. Zij zullen echter eerst ge
durende een jaar bij Amerikaanse boerenfamilies verblijven, teneinde te
kunnen wennen aan de veranderde levensomstandigheden: daarna zullen
zij hun nieuwe land 1632 ha per familie in bezit kunnen nemen.
BLIK IN DE TOEKOMST
Valuta-positie en de prijzen baren nog steeds
veel zorg
(Van onze economische medewerker).
Belangrijker dan een overzicht te geven van wat er op economisch ge
bied in het afgelopen jaar plaats vond, is het slaan van een blik in de
toekomst. Nu is dit laatste weer niet zó eenvoudig, omdat de economie
niet op één lijn te stellen is met de sterrekunde, waar alles keurig vooruit
is te berekenen.
Wij zitten b.v. met alle mogelijke draden aan het buitenland gebonden
en elke plotselinge gebeurtenis aldaar (revolutie, politieke verschuiving,
devaluatie, grote natuurramp, liberalisatie ofwel het sluiten van de gren
zen) moet op onze economie invloed uitoefenen.
Uitgangspunt van elke beschou
wing. moet zijn, dat er een uiterst
nauwe verwantschap bestaat tussen
ons financieel en economisch verkeer
met het buitenland (hetgeen dan
zijn neerslag vindt in onze betalings
balans) en het prijsverloop, de koop
kracht en de werkgelegenheid in het
binnenland.
Onze regering heeft tot spil van
haar gehele politiek het streven ge
maakt om de betalingsbalans zo veel
mogelijk te saneren. Met andere
woorden, zij wil onze verplichtingen
aan het buitenland zoveel mogelijk
verminderen, opdat wij deze uit eigen
inkomsten kunnen voldoen.
Deze politiek blijft uiteraard ook
in 1952 gehandhaafd (zeker tot aan
de verkiezingen) en dit wil zeggen,
dat de invoer van de goederen zal
worden beperkt door de koopkracht
te blijven afromen door de hoge
belastingen en door loonsverhogin
gen tegen te gaan en door de cre-
dieten van de banken aan 't bedrijfs
leven duur te houden. -
Wij zijn de laatste maanden ver
wend met mooie cijfers van de uit
voer en van de groei van onze va
luta. Wij vrezen echter, dat wH de
komende maanden andere geluiden
zullen horen. Onze uitvoer zal af
nemen én door de beschermende
maatregelen van het buitenland
(denk aan Engeland) én door het
feit, dat onze agrarische export in
het eerste gedeelte van het jaar al
tijd geringer is dan in het tweede
gedeelte.
Maar dan zullen ook onze inkom
sten uit het buitenland afnemen
en zal er daar onze invoer nu
eenmaal groter is dan onze uitvoer
valuta naar het buitenland te
rugstromen. Minister Van den
Brink venvacht zelfs enige honder
den millioenen aan guldens üi de
komende maanden te zien afvloei
en.
Wellicht dat,de regering haar in
voer belemmerende politiek nog wil
Keizer Bao Dai heeft een bezoek gebracht aan het front nabij de Zwarte
Rivier, waar Franse co Indo-Chinese troepen voor hem geparadeerd heb
ben. Communistische Viet Mlnh-troepen hebben de Bavi-berg bszet en
vorige week tijdens n offensief de Oostelijke oever van de Zwarte Rivier
bereikt. Een groepje dorpshoofden tijdens de plechtigheden ter ere van
het bezoek van de Keizer.
verzwaren, doch ook reeds bij de hui
dige zullen de industrialisatie en de
werkgelegenheid in de verdrukking
komen. Minder invoeren wil ook zeg
gen, dat wy over minder materialen
kunnen beschikken, hetgeen, vooral
in de meer op luxe goederen ingestel
de industrie, de werkgelegenheid aan
tast.
Het moeilijker en duurder maken
vanrhe.t crediet^,veroorzaakt tevens,
dat het bedrijfsleven minder over
contanten beschikken kanhet be
drijfsleven krijgt, zoals dat heet,
steeds meer liquiditeitszorgen. Voe
gen wij daarbij het feit, dat er voor
verbetering en uitbreiding moeilijk
aan kapitaal is te komen, dan wordt
het duidelijk dat ook langs deze weg
de werkgelegenheid eerder kleiner
dan groter wordt.
DE OPLOSSING.
De enige afdoende oplossing zou
zijn het opvoeren van de uitvoer, het
geen werk aan de winkel en geld in
het laatje brengt, doch een Neder
landse fabrikant kan een buitenlan
der niet dwingen te kopen: hy kan al
leen door zo goedkoop mogelijk aan
te bieden die buitenlander prikkelen
van hem te kopen.
Dit goedkoop aanbieden veronder
stelt, dat de kostprijs voor onze fa
brikanten laag blijft. Het ziet er
echter naar uit, dat deze door ver
schillende factoren (o.a. verhoging
eleetriciteits- en gastarieven, in wer
king treding werkloosheidswet) zal
stijgen. En dan blyft het nog een
vraagteken of ook de lonen omhoog
gaan.
Dit zal zeker door de vakbonden
geëist worden, als de kosten van le
vensonderhoud gaan stijgen: krant,
brood, melk, suiker, enz. zijn of wor
den in prijs verhoogd. Tot nu toe
hebben verlagingen op ander terrein
(kleding, schoeisel, huisraad) een stij
ging kunnen ophouden, doch als b.v.
de grondstoffenprijzen in het buiten
land zouden stijgen het ziet er ge
lukkig nog niet naar uit dan be
ïnvloedt zulks de groothandelsprij-
zen en de kosten van levensonder
houd.
Het zal ons niet verwonderen, als
in de lente de prijzen wat de hoogte
ingaan en zo ook de kosten van le
vensonderhoud. Wij voegen hier di
rect aan toe, dat er krachten kunnen
optreden, die dit verhinderen, doch
deze zijn thans nog niet bekend. Het
jaar 1951 is nogal meegevallen; wij
kunnen voor 1952 slechts het beste
hopen.
(Nadruk verboden).
Gaullistisch plan voor
Europese federatie
De Gaullisten hebben in de Franse
nationale vergadering een tweetal re
soluties .ingediend betreffende een po
litieke confederatie van Europese sta
ten met behoud van de nationale le
gers. Het plan wil tegemoet komen
aan de bezwaren van de Beneluxlan-
den en Engeland tegen een boven
nationaal gezagsorgaan, zoals voor
gesteld in het plan-Pleven. Volgens
het plan zouden gelijktijdig referen
dums in Frankrijk, West-Duitsland,
Italië, de Beneluxlanden en mogelijk
nog andere West-Europese landen
moeten worden gehouden, waarbij
aan de kiezers zou moeten worden
gevraagd of zij voor een Europese
statenbond zijn en voor een Europees
parlement.
De twee voornaamste punten waar
op dit voorstel afwijkt van het be'
staande plan voor een Europees leger
'zijn
1. De politieke eenheid moet vooraf
gaan aan een herbewapening van
Duitsland.
De nationale legers moeten blijven
bestaan en in een gemeenschappe
lijk verdedigingssysteem worden
ingeschakeld.
Sluipmoorden in het
Nabije en Verre Oosten.
Achttien politieke aanslagen
in drie jaar.
De politieke intriges, die in deze
tijd vooral de Arabische en Aziati
sche volkeren bezighouden, nemen
langzamerhand zulke afmetingen
aan. dat de gehele wereld er in be
trokken dreigt te geraken. Met on
verbiddelijke regelmaat wordt de we
reld opgeschrikt door berichten over
politieke moorden, waartoe geen
middel te laag wordt geacht. Bom
men. pistolen, vergif en dolken zijn
gangbare middelen, waarvan ver
stokte fanatiekelingen zich bedie
nen om het leven te bedreigen van
al diegenen, die ijveren voor een po
litiek van verzoening en gematigd
heid. Het jongste slachtoffer van de
ze troebelen was de Britse vice-
consul Cyril Ousman, die onlangs in
de Saoedi-Arabische havenstad Djid-
da door Nationalisten werd ver
moord. Hiermede is het aantal der
politieke persoonlijkheden die in het
Midden en Verre Oosten gedurende
de laatste drie jaar door sluipmoord
werden uit de weg geruimd, geste
gen tot achttien. Onderstaand lijstje
dat wij aantroffen in de Züricher II-
I lustrierte, levert wel een ontstellend
bewijs van de onmacht der macht
hebbers om aan deze reeks politieke
moordaanslagen een einde te maken.
Op 17 September 1948 vermoordde
men te Jeruzalem graaf Folke Ber-
nadotte, bemiddelaar der Ver. Na
ties voor Palestina. Regelmatig werd
sindsdien de dodenlijst aangevuld:
28-12-1948 te Cairo: Nokraschi Pa
scha, Egyptisch minister-president;
15-2-1949 te Cairo: Hassan el Banna,
leider der „Moslem broeders"; 9-7-
1949 te Damascus: Antoun Saadeh,
leider van de Syrische nationalisti
sche partij; 14-8-1949 te Damascus:
maarschalk Husni Zaim, president
van Syrië: 7-11-1949 te Teheran:
Hagla, minister van het Iraanse hof;
8-11-1949 te Damascus: overste Stir
ling van het Britse commando voor
het Nabije Oosten; 27-3-1950 te Te
heran: Achmed Delighan, hoofdre
dacteur van de „Massawar"; 30-11-
1950 te Beiroet: generaal Hinnawi
opperbevelhebber van het Syrische
leger; 7-3-1951 te Teheran: Ali Raz-
mara, Perzisch minister-president;
9-3-1951 te Teheran: Zanganeh, Per
zisch minister voor opvoeding; 16-7-
1951 te Amman: Riad el Solh, voor
malig minister-president van de Li
banon; 20-7-1951 te Amman: Abdul
lah, koning van Jordanië; 30-7-1951
te Saigon: generaal Chanson. Franse
commissaris voor Zuid-Vietnam; 6-
10-1951 te Quala Loempoer: sir Hen
ry Guerny. Britse hoge commissaris
voor Malakka; 16-10-1951 te Rawal
pindi: Liaquat Ali Khah, minister
president van Pakistan; 13-10-1951
te Pnom Penh: de Raymond, Frans
commissaris voor Cambodja; 17-10-
1951 te Djedda: Cyril Ousman, Brits
vice-consul.
„DAG DER KLEINE DINGEN"
Kerkgeschiedenis is anders van aard
dan wereldgeschiedenis
De kerkgeschiedenis is anders van aard dan de wereldgeschiedenis in
het algemeen. Hier zyn er meer directe feiten, die onmiddellijk aanwijs
baar, hun invloed doen gelden. Denk b|jv. aan het conflict in Korea. In de
kerkgeschiedenis liggen de dingen anders. Daar vinden we heel zelden een
plotselinge wending, maar veel meer een langzaam voortgaande ont
wikkeling. Er zijn in de kerkgeschiedenis heel wat gebeurtenissen te
noemen die eerst helemaal niet als belangrijk werden gezien, maar het in
de voortgang der tjjden toch bleken te zjjn. De kerkgeschiedenis is de
„dag der kleine dingen", die wij nochtans niet mogen verachten.
Hier ligt nu ook de moeilijkheid om
aan het eind van een jaar de belang
rijke gebeurtenissen, die er geweest
zijn bij de kerken, even naar voren te
halen. Er is een onmiskenbaar belang
rijk jaar verlopen en toch, directe fei
ten zijn er nu niet zoveel te noemen.
Allereerst willen we iets memore
ren dat niet alleen van betekenis is ge
weest voor de christenheid van ons
land. maar ook voor die daar buiten.
In 1951 is het feit herdacht dat de
apostel Paulus 19 eeuwen geleden
naar Europa kwam. In ons land zijn,
vooral in de steden, herdenkingsdien
sten gehouden, die een inter-kerkelijk
karakter droegen. Het land waar de
ze herdenking vooral gevierd is, is
natuurlijk Griekenland geweest, waar
men van dit feit zelfs een belangrijke
nationale gebeurtenis heeft gemaakt.
Op zich zelf behoeft zo'n herdenking
niet belangrijk te zijn. Toch was dit
hier wel het geval, omdat daardoor
een hernieuwd contact is gelegd tussen
de Oosters Orthodoxe Kerk en de Pro
testantse kerken van het Westen. Voor
allen heeft de figuur van de apostel
Paulus, die zulk een grote plaats heeft
ingenomen en nog inneemt in de Kerk,
in het middelpunt gestaan en er is een
gezamenlijke bezinning geweest over
datgene wat wy aan hem te danken
hebben. Ook In de oecumenische krin
gen van ons land heeft men gevoeld
dat er hier een nieuwe bezinning nut
tig en nodig is.
NIEUWE BIJBELVERTALING.
Dan is er uit dit jaar nog een ge
beurtenis te vermelden, waarbij, al
thans alle Protestantse kerken van
ons land zijn betrokken. We bedoelen
het klaar-komen van de nieuwe Bij
belvertaling, waaraan meer dan 20
jaar is gewerkt door de beste geleer
den van verschillende kerken, in
broederlijke samenwerking. Het Nieu
we Testament was vroeger al afzon
derlijk uitgegeven. Dit jaar is de ver
taling van het Oude Testament afge
maakt en juist in de laatste week kre
gen we een exemplaar in handen van
de complete Bijbel. In de toekomst
zal moeten blijken of deze vertaling
de Statenvertaling van ruim 300 jaar
geleden ook inderdaad kan en zal
vervangen.
DE R. K. KERK.
Van de R. K. Kerk zijn er geen be
paalde feiten te noemen, die op bij
zondere wyze naar voren springen.
Wanneer er hier iets beweegt, is dat,
vooral voor een buitenstaander, min
der te bemerken dan by de Protestant
se kerken, waar ontwikkelingen en
conflicten meer direct op straat ko
men. In de Kerk van Rome is er iets,
wat zich dit jaar scherper heeft afge
tekend en voor de toekomst van be
lang kan zijn. We bedoelen het meer
naar voren komen van het leken-ele-
ment. De mogelijkheid is er dat de
Minister Stikker over het
rapport-Eysinga
Onlangs is verschenen het eindrap
port van de commissieVan Eysinga
over de samenwerking tussen de re
gering en Staten-Generaal inzake het.
buitenlands beleid. Dit rapport werd
uitgebracht in verband met eventuele
wijzigingen van de Grondwet voor zo
ver het de buitenlandse betrekkingen
betreft. Minister Stikker heeft thans
aan de Tweede Kamer een nota doen
toekomen, waarin hij zegt zich in het
algemeen te kunnen verenigen met
de opvattingen van de commissie
over de samenwerking tussen rege
ling en Staten-Generaal inzake het
buitenlands beleid.
Over de Europese federale samen
werking zegt de minister in zrjn nota,
dat de groei der inter-Europese ver
houdingen een ontwikkeling in min
der confederale en meer federale
richting mogelijk zal maken. Een vol
ledig parlementair regeeringsstelsel
in de zin, zoals vele West-Europese
landen dat keiinen is, naar de com
missie Van Eysinga terecht opmerkt,
in deze federaties niet waarschijnlijk.
Is het wonder dat men zich de
vraag gaat stellen: wie volgt?
niet-geestelijken hier van grotere be
tekenis zullen worden en dat ze steeds
meer zullen worden ingeschakeld voor
missionaire doeleinden in binnen- en
buitenland.
DE PROT. KERKEN.
In de Lutherse kerken zijn de po
gingen tot hereniging verder geko
men. In de Ger. Kerken (Synodaal),
heeft men geworsteld met de vraag:
Gereformeerden waarheen? Op deze
vraag heeft men het antwoord nog
niet gevonden. De Synode van de Ger.
Kerken, onderhoudende art- 31, heeft
met algemene stemmen beslist geen
samenspreking te gaan houden met de
kerken waarvan zij zich gescheiden
heeft. Daartegenover heeft men hier
meer contact gezocht met de Chr. Ger.
Kerk. In de Doopsgezinde Broeder
schap en bij de Remonstranten vol
trekt zich langzaam een verandering,
enigszins parallel-lopend aan die van
de Ned. Herv. Kerk.
NIEUWE KERKORDE.
Als er over 1951 in ons land één ker
kelijk feit genoemd moet worden dat
direct belangrijk mag heten, dan is
het de invoering van de kerkorde in
de Ned. Herv. Kerk. De eerste Mei is
hier het eindpunt van een periode en
het begin-punt van een nieuwe ont
wikkeling. Het geruchtmakende pro
ces heeft de geldigheid van de kerk
orde niet kunnen vernietigen. Blijkens
een onlangs rondgezonden schrijven,
schijnt er nu ook schot te zullen ko
men in de losmaking van de kerkvoog
dijen, zo zij dit begeren, uit het ver
band van het Prov. College van Toe
zicht zodat zij zich kunnen voegen on
der de Prov. Kerkvoogdij Commissie
volgens de nieuwe kerkorde.
De grote vraag voor de N. H. Kerk
is nu hoe de kerkorde in de practïjk
zal voldoen. Acht maanden lang heeft
men er nu kennis mee kunnen maken-
Zoveel is wel reeds duidelijk gewor
den, dat er nu heel wat meer proble
men en verantwoordelijkheden opdoe
men. Een van de zwaarste opgaven is
wel dat heel het samenstel van „mo
daliteiten" dat de Hervormde Kerk is,
nu het Kerk-zijn zal moeten bewijzen.
H.