Twee en een half millioen ton eiland door de lucht was geen soldaat" een boek in „verzwegen" verteltrant WERKLOOSHEID GEEFT GEEN REDEN TOT BEZORGDHEID M' VRIJDAG 14 DECEMBER 1951 PRO V IN Cl AL E ZEEUWSE COURANT VOOR HET GROTER SYDNEY VAN MORGEN Enorm werk in uitvoering (Van onze correspondent). SYDNEY, December In dit Australische droogtejaar met zijn ver nietigende bosbranden waarbij ook enkele Nederlandse emigranten have en goed verloren met zijn beperkingen van sproeiwater voor de tuinen en andere ongerieflijkheden, zijn aller ogen in en om Sydney gericht op de voortgang van het werk aan het enorme Warragamba Reservoir, dat over vyf jaar het nog maar steeds groeiende Sydney met zijn meer dan l»/2 millioen inwoners voor eens en altijd uit watergebrek en .angst voor droogteperioden zal helpen. ter dik zijn en zal ruim 130 meter hoog worden. Een aardig muurtje dus. En wan neer men volgend jaar zover is, dat men met het beton gieten kan gaan beginnen, zal er heel wat zand en grind nodig wezen. Om precies te zijn 240 ton zand en grind per uur. En dat gaat vier en twintig uur per dag en zeven dagen in de week door. Als maar 240 ton zand en grind per uur. Het heeft de betrokken ingenieurs natuurlijk heel wat hoofdbrekens ge kost, waar dat zand en grind vandaan te halen. Hoeveel treinen en hoeveel auto's zou men niet nodig hebben om die stroom van 240 ton per uur steeds maar vol te 'houden. Hoeveel wegen en hoeveel spoorlijnen door het woes te terrein van het Warragamba Re servoir zou men niet moeten bouwen! Men heeft de oplossing echter op een andere wyze gevonden. De vereis te hoeveelheden zand en grind zijn in de buurt alleen maar te vinden op het 40 hectaren grote grindeiland McCann's Eiland midden in de Ne- pean Rivier. Dat eiland ligt „slecht^" 20 kilo meter van het Warragamba Reser voir. Tenminste 20 kilometer zoals de kraai vliegt. Over land wel een stuk- Ook verscheidene Nederlandse emi granten arbeiden mede aan dit enor me en zo uiterst belangrijke publieke werk. Zij hebben het er wellicht niet zo gerieflijk en gemakkelijk als bij voorbeeld de arbeiders, die onder het hartje van Sydney aan de nieuwe on dergrondse spoorweg werken, maar zij nemen hun aandeel op zich en een goed betaald aandeel ook in het bouwen aan het Australië van morgen. Dc afmetingen van dit grootse pu blieke werk zijn „Amerikaans". Het reservoir, dat 150 millioen gulden zal kosten, zal een kleine 60 kilometer lang zijn. Zijn omtrek zal zelf aan- merkelyk langer zijn dan de kustlijn van de onvolprezen baai van Sydney en er zal liefst vier maal zoveel wa ter in gaan als in de hele Sydney- baai! Zoiets van ruim 2 biljoen liter. Acht jaar neemt het bouwen van deze enorme vijver in beslag, De muur die deze watermassa moet te genhouden, zal aan de voet 100 me- Toch is 'i zo je verder. Dus, zo zeiden de Austra lische ingenieurs, dan moeten wy dat hele eiland dat wij hier nodig heb ben maar door de lucht hierheen halen. ENORME „LIFT". En zo zal het hele McCann eiland uit de Nepean Rivier worden gehaald en door de lucht naar Warragamba worden gebracht. Twee en een half millioen ton eiland door de lucht in een rechte lijn. Zo is men begonnen aan de bouw van een enorme „lift", dwars over bossen en ravijnen. De lift zal 550 bakken ieder 2 ton zwaar hebben. En met een vaart van 10 kilometer per uur zullen deze bakken met grind en zand van het eiland door de lucht naar het reservoir glijden. Een eiland wordt verplaatst, opdat de twee of straks wel 3 millioen in woners van groter Sydney altijd vol doende water zullen hebben. Helaas moet uw correspondent voorlopig nog na donker met een gietertje zijn ver lepte slakropjes overeind houden (Nadruk verboden). Minister In 't Veld Huren moeten omhoog Het huurpeil moet naar de mening van minister In 't. Veld worden op gevoerd tot 145 a 150 pet. van voor de oorlog. Hij kon zich daarover nog niet definitief uitspreken. Overleg is nog gaande met de Sociaal-economische raad. Hij heeft dit Woensdagavond mee gedeeld in de Tweede Kamer. Van de hum-verhoging zal een deel moeten worden afgeroomd voor de schatkist ten behoeve van de volks huisvesting. Een heffing van 20 a 25 pet. acht hij voldoende. Dan kan het huizenbezit rendabel zijn. Zonder compensatie is deze verhoging echter aldus de minister, niet door te voe ren en daar zit de moeilijkheid van het probleem. Een jaar geëist tegen corrupt C.C.D.-ambtenaai Voor de rechtbank te Breda stond terecht de voormalige C.C.D.-ambte- naar W. van der V. uit Tilburg, die zich in de jaren 1945-'49 vele malen aan overtreding van dë wet had be zondigd, misbruik makend van de ho ge positie die hy als districts-com mandant van de „vliegende brigade" van de C.C.D. bekleedde. Verdachte had samengespannen met beruchte internationale "smokkelaars, en had zich bovendien vergrepen aan de goe deren, afkomstig van de talrijke con fiscaties die hij, mede door zyn twij felachtige relaties herhaaldelijk wist te doen verrichten. Zo werd hy o.a. beschuldigd van het verduisteren van 3 tapijten, inbeslag genomen bij een smokkelpartij waar hij ook nog zelf bij betrokken was. Meermalen zou v. d. V. beloningen ontvangen hebben voor „bewezen diensten", zoals hij ook gedeeltelijk toegaf. Door zijn grote eerzucht, aldus de officier van justitie mr. Hustinx, was deze man absoluut ongeschikt een dergelyke positie in te nemen. Hy misgunde zyn collega's elk succes en moest daarom zyn toevlucht zoeken tot intieme omgang met smokke laars. De verdachte verkeerde in een zeer slechte lichamelijke toestand toen hy „Kunstenaarsverzet" kende prijzen toe VICTOR VAN VRIESLAND EN JHR. SANDBERG PRIJSWINNAARS 1951 De stichting Kunstenaarsverzet 19421945 heeft de namen der win naars van de beide Jcarlykse prijzen van 1000,voor het jaar 1951 be kend gemaakt. De prijs voor beeldende kunst, dit jaar bestemd voor een beoefenaar van de toegepaste grafiek, is toegekend aan jhr. W. J. H. B. Sandberg, di recteur van het Stedelijk Museum te Amsterdam. De prijs voor literatuur is toegewezen aan Victor E. van Vriesland te Amsterdam. Deze pryzen, die op 12 Januari uit gereikt worden, zijn niet bedoeld als aanmoediging, maar als een bekro ning van een oeuvre. Kobelt Bondspresident van Zwitserland Het hoofd van het Zwitserse depar tement van defensie, Karl Kobelt, is Donderdag met 179 van de 199 door de federale Assemblee uitgebrachte stemmen gekozen tot president van de Zwitserse Bondsrepubliek voor het jaar 1952. Het Zwitserse parlement heeft Don- de rechter verscheen, zodat hy derdag ook de zeven leden van de fe- door een verpleger moest worden on dersteund. Rekening houdende hier mee, én met een psychiatrisch rap port, volstond de officier met het eisén van één jaar gevangenisstraf, met aftrek van zes maanden voorar rest. Uitspraak over acht dagen. centrale regering) 154. Hoewel men ook bij West-Europese politici de vreemdsoorligste saltomor- tales kan beleven, is het hier toch regel, dat politici zich aansluiten bij een partij, welker beginselen met hun opvattingen overeenkomen. Hiermee toil niet gezegd zijn, dat deze mensen niet op eigen voordeel bedacht zouden zijn, want de praktijk heeft wel an ders geleerd. Maar het is in Europa toch een betrekkelijk zeldzaam ver schijnsel dat bij elke verkiezing de beginselen worden afgestemd op het ogenblikkelijk te behalen voordeel. En zeker komt het weinig voor dat op be langrijke punten in verschillende dis tricten totaal andere opvattingen wor den verkondigd. In de Verenigde Stalen, is dat anders. De aldaar bestaande grote partijen zijn er niet om bepaalde beginselen door gevoerd te krijgen, doch om een be paalde groep aan de macht te helpen en de leden dier groep invloed, posi ties en rijkdom te bezorgen. Het wordt daar dan ook geenszins als ongeoor loofd beschouwd dal een bepaalde „manager" de beginselen van de partij totaal omkeert, indien zulks een gun stige uitslag bij de verkiezingen zou verzekeren, noch wordt er enige aan merking gemaakt wanneer in hetzelf de district de candidaat voor een be paalde functie zich het ene jaar bij een oer-conservatieve groep aansluit en, zo hij mocht worden verslapen, een vol gende keer zijn heil bij een uiterst linkse groepering zoekt. Jimmy Roose velt, de zoon van Franklin Delano, is daar een merkwaardig voorbeeld van. Maar goed, de politiek in de Ver enigde Staten is er dus om carrière te maken en als zodanig zijn de partijen vaak vergaarbakken van de meest vreemdsoortige elementen. Men kan er hooggestemde idealisten aantreffen naast het.meest weerzinwekkende cra- pule. En van de verhoudingen tussen de goede en de kwade elementen zal het afhangen of de Amerikaanse stad, de staat of de federatie door een be hoorlijke of een onbehoorlijke clique wordt geregeerd. Een corrupte periode werd destijds ingeluid door Harding, de president die in 1923 door nop steeds onopgehelderde oorzaken stierf, en die zelf evenmin vlekkeloos dobr lichtschuwe elementen op de voorgrond was geschoven om hun duistere praktijken te dekken. Ook wanneer de kwalijke elementen in een partij de boventoon voeren, blijft het echter ongebruikelijk om fi guren, welke niet volkomen onbe sproken zijn, op de voorgrond te schui ven en als zodanig is president Har ding dan ook een uitzondering op de regel. Neen, men tracht, althans voor de hoogste posten de meest vlekkeloze figuren te krijgen en als zodanig moet Truman inderdaad beschouwd wor den. Het staat buiten twijfel, dat Har- ry Truman door de Democratische Partij, die in de dertiger jaren door de Pendergast-bende werd beheerst, naar voren werd geschoven. De ivoon- plaats van Truman Independence l?.jZhts enkele mijlen van (het des tijds byzonder corrupte) Kansas ver wijderd, maar juist het feit, dat Tru man werd uitverkoren in een derge lijke suspecte atmosfeer, moet ons doen beseffen dat hij een der weini gen was, die niet te licht werden be vonden! Het staat dan ook vast, dat de huidige president met de praktijken van deze bende niets uitstaande had en dat hij althans zo dacht men uitsluitend zou kunnen dienen om de lading te dekken. Dat is anders uitge lopen. Want ook onder Roosevelt zet te de federale regering haar opruiming onder de corrupte politici voort en Truman, de man die in 1933 vice-pre sident werd, kon het als president nog beleven dat van het bloeiend Pender- gast-bedrijf weinig meer over was, dan een kwalijke geur. Dat doet ons er aan denken dat in normale omstandigheden het optreden van kwalijke geuren de voorbode is van weersverandering. H. Pètlllon REGERING IS PARAAT Mogelijkheid tot uitbreiding van de kinderbijslag voor kleine zelfstandigen wordt onderzocht (Van onze parlementaire redacteur). De behandeling van de begroting van Sociale Zaken heeft Woensdag middag in de Tweede Kamer zowaar een motie van afkeuring opgeleverd. Want hoe anders zou men deze motie, luidende „de Kamer, van oordeel, dat het in het afgelopen begrotingsjaar aan een krachtig_so.cjaal. gericht regeringsbeleid heeft ontbroken, dringt er by de regering op aan, dat haar beleid meer dan' tot dusver gericht zal worden op dc behartiging van de belangen yah het werkende volk in ons land", kunnen kwalificeren. De motie was afkomstig van de communistische heer Gortzak en heeft geen enkele kans om aangenomen te worden. De Kamer moet er nog over stemmen. Moties van afkeuring zijn zeer zeld zaam In ons parlement. Veel vaker komen moties van orde, waarin een of ander verzoek aan de regering- gericht wordt, voor. Bij de drie, die Dinsdagmiddag reeds ingediend wa ren, kwamen er Woensdag nog twee en wel van de heren Suurhoff van de P. v. d. A. en Haken van de C. P N. In die van de heer Suurhoff spiak de Kamer als haar oordeel uit. da' aan de ouden van dagen en de sociale rentetrekkers een compensatie voor de overschrijding der 5 verbruiks- beperking, niet onthouden mag wor den. De heer Haken beoogde met zyn motie de gehuwde D.U.W.-arbeiders zo dicht mogelijk bij hun woonplaats tewerkgesteLd te krijgen. Ook deze twee moties maken wei nig kans op aanneming, Minister Joekes heeft n.l. her haald, dat hij wat de motie-Suur- hoff betreft, daartoe op verschillen de gronden niet bereid is. Beter staan de kleine zelfstandigen er voor, die nog geen kinderbijslag ontvangen. Aangezien de kosten van deze ver strekking tot nu toe zijn meegeval len, zegde de bewindsman toe een onderzoek in te stellen naar de mo gelijkheid van verruiming van de kinderbijslag voor deze categorie personen. TOESTANDEN IN D.U.W.- KAMPEN. De Staatssecretaris mr. dr. Van Rhijn zeide de sociale toestand der arbeiders in de D.U.W.-kampen door allerlei maatregelen aanzienlijk ver beterd te achten. De werkloosheid noemde de staats secretaris een probleem van de eer ste orde, doch hij waarschuwde er tegen, er te alarmerend over te spreken. Daarom voelde hy ook niets voor een machtigingswet, die het de regering moet mogelijk maken on middellijk in te grijpen, als de werk loosheid een bepaald percentage over schreden heeft. De heer Nederhorst had om zo'n wet gevraagd. Minister Joekes, die het ontslag recht in hetalgemeen bevredigend geregeld achtte, ging o.a. nader in op opmerkingen van de heren De Kort (KVP) en Stapelkamp (AR) over het ontslag van de directeur van de Anne-kllniek in Leiden, dr. C. P. van Nes, en trok in twijfel of de voorstelling van zaken, die de ad viseurs van zijn departement gege ven hadden, misleidend waren. VOLKSGEZONDHEID. De Tweede Kamer heeft zich Don derdagmiddag bezig gehouden met de bespreking van de afdeling Volksge zondheid van de begroting van Sociale Zaken en de sprekers hebben daarover tal van wensen geuit. In vergelijking met andere landen is de gezondheids toestand in ons land goed te noemen zo betoogde minister Joekes in zijn antwoord. In 1940 gaf het Rijk voor de volksgezondheid uit 13.600.000.— en in 1952 zal uitgegeven worden een be drag van f 33.700000. De tekorten btf de vrijwillige zie kenfonds-verzekering besprekend, deelde mr. Joekes mee, dat teneinde deze tekorten te verminderen reeds bij de wet van 21 December 1950 een aan tal groepen, waaronder de ouden van dagen en de sociale rentetrekkers, zijn overgeheveld van de verplichte naar de vrijwillige verzekering. De regering heeft voorts goed ge vonden, dat de bijdrage voor 1951 werd vastgesteld op f 10.000.000.on der beding, dat het ziekenfondswezen zelf maatregelen treft om de tekorten in de volgende jaren te verminderen en dat de bijdrage voor 1952 niet meer dan f S.OOO.OOO." zal bedragen. De schooltandartsendienst zal al- derale raad gekozen. Volhouden maar De algemene vergadering der Ver Naties heeft Donderdag opnieuw vele malen vergeefs gestemd over de be noeming van een lid van de Veilig heidsraad in de vacature Joego-Sla vië- Vorige week was na acht stem mingen de vereiste twee-derde meer derheid nog niet bereikt en ditmaal hadden zeven stemmingen evenmin re sultaat. Het gaat, zoals bekend, tus sen Griekenland en Wit-Rusland. De zaak werd weer aangehouden tot de j volgende week. Arbeider en gravin wegens spionnage gearresteerd. De Zweedse politie heeft twee vluchtelingen een gravin van Russische afkomst en een Hongaarse fabrieksarbeider wegens spionnage gearresteerd. Hoewel de namen van de twee vluchtelingen niet werden genoemd, neemt men aan, dat de vrouw de roodharige gravin de Tourville is, die in '4)T als verstekelinge aan boord van een Poolse kolenboot naar Zwe den kwam en daar asyl als politieke vluchtelinge vroeg, aldus „De Tele graaf". In Zweden verdiende zij haar brood als vertaalster en muzieklerares. La ter huurde zy een dure flat in een Albert Schweitzer, de beroemde the- oioog, phllosoof, muziekhistoricus en I voorstad van Stockholm, waar veel arts, die na de dood van Maarschalk Pétain lid van de Academie Frangai- sewerd. Schweitzer, die nu 77 jaar is, is een van de belangrijkste, godsdien stige verschijningen aller tijden. Een groot deel van zijn leven heeft hij on der de inboorlingen van Frans Equa toriaal Afrika doorgebracht. dus de bewindsman enige beper king moeten ondergaan. De Kamer heeft haar oordeel ook nog uitgesproken over een aantal mo ties. De voorstellers hebben er geen succes mee gehad. De vijf communis tische moties werden alle verworpen en een motie van de heer Suurhofi werd ingetrokken. Vrijdagmiddag komt de begroting van Sociale zaken in stemming. On middellijk zal de Kamer dan begin nen aan de begroting van minister Mansholt. Bij het begin van de vergadering van Dinsdagmiddag heeft de Kamer zonder stemming haar goedkeuring gehecht aan de begroting van Weder opbouw en Volkshuisvesting met aan tekening, dat de communisten tegen waren. Russische diplomaten in Zweden wo nen. Daar trad zij op als „weldoenster" voor vluchtelingen uit communisti sche landen, maar toen de vluchtelin- genorganisaties in Stockholm haar le den adviseerden, haar hulp niet te aanvaarden, was .het al duidelijk, dat er met haar .„iets niet in de haak was". De arrestaties, die een week gele den in het geheim zijn uitgevoerd, vielen samen met een drijfjacht op buitenlandse spionnen. Resolutie over suikerprijs In de vergadering van de Holland- sche Maatschappy van Landbouw werd een resolutie over de suiker prijs aangenomen, waarin het hoofd bestuur van het Kon. Ned. Land- houwcomlté wordt uitgenodigd ter stond stappen 'te ondernemen, die er toe kunnen leiden, dat ten spoedigste althans voor 15 Januari 1952, epn suikerprijs wordt vastgesteld, die in overeenstemming kan worden geacht, met de eisen van de suikervoorzie ning van het Nederlandse volk, als mede met de bijzondere belangen van de bietentelers. Het wereldgebeuren Marokko en heeft tegenwoordig de mond vol van „bases hier en bases daarwaarmede bedoeld wordt dat het Westen er naar streeft zijn defensie veilig te stellen door overal op de strategische punten op zijn minst vliegbases aan te leggen. Er is sprake van geweest dat deze gelegd werden in het buiten het At lantisch pact gehouden Spanje, om dat Amerika daar zo op stond. Die bases zyn gelegd in de West-Europe- se landen, die tot het pact b-'ioren: vooral in Frankrijk. En met 'rank- rijk is een overeenkomst gesloten dat er vliegbases aangelegd zouden worden in Frans Marokko, waar het overigens tegenwoordig ook broeit van onrust en onafhankelijkheidszin. Een symptoom van deze onrust kon men ook vinden in het voorstel der Arabische landen om de „Marok kaanse kwestie" op dc V.N.-agcnda te plaatsen, een voorstel dat overi gens juist gisteren door de algeme ne vergadering in Parijs werd ver worpen. De bases in Marokko dat zij hier uitdrukkelijk gezegd worden wel door de Amerikanen aangelegd, maar zij staan onder Frans gezag. Daar waait ook de Franse vlag, de tricolore! Onlangs zijn reeds twee van de vijf grote Amerikaanse vliegvelden in Marokko zover voltooid, dat er de zwaarste vliegtuigen kunnen landen. In h'ltempo zijn deze velden aange legd: 83 dagen nadat de spade voor het eerst in de grond, men mag wel zeggen in de woestijn, werd gezet nabij Casablanca, landde er het eerste vliegtuig. Ten Noorden van Rabat ligt thans een vliegveld waar op het eerste vliegtuig zelfs al na 66 dagen neerstreek. Uit de grote haast waarmede deze werkzaamheden in dag- en nachtploegen uitgevoerd wor den, blijkt wel de grote strategische betekenis die het natuurlijke „moe derschip" Marokko, gelegen tussen Europa en de Ver. Staten aan de ingang van de Middellandse Zee, heeft zowel voor de taak van de stra'egische luchtmacht alsook voor de beveiliging van de zeeweg over de Atlantische Oceaan en de verzor ging van de Amerikaanse strijdkrach ten in de Middellandse Zee. Op het ogenblik is er nog geen noodzaak dat er op deze vliegvelden een per manente bezetting van escadrons zware Amerikaanse bommenwerpers is gestationneerd. Maar men zal de steunpunten toch wel gebruiken voor intercontinentale oefeningen, waarbij de B-36 dus ingeschakeld kan wor den in deze streken, zoals thans al het geval is in Engeland. De Amerikaanse bases zijn tenslot te niet alleen voor de strategische bommenwerpers belangryk, die van daar uit ieder doel over de halve omtrek van de aarde kunnen berei ken, maar even zeer voor de zware' Amerikaanse transporttoestellen, die van Marokko uit voor de bevoorra ding van alle mogelijke fronten in Europa en in het Nabije- en Midden Oosten kunnen zorgen. Volgens de overeenkomst van en kele maanden geleden tussen Washington en Parijs, zijn de door de Amerikanen aangelegde vlieg velden dus het eigendom van Frank rijk; de velden mogen door de Ame rikaanse luchtmacht slechts gebruikt worden zedra er gevaar voor een wereldoorlog dreigt. Men spreekt dus maar van Frans-Amerikaanse bases. Des te meer heeft echter de verkla ring van de Amerikaanse minister van lucroyaart Finletter. de aan dacht getrokken dat deze bases als „Atlantische" te beschouwen zijn. LETTERKUNDIGE KRONIEK Gerrit Kouwenaar schreef een roman die te kort is Vaak vindt men tegenwoordig aan de binnenzijde van het omslag van een hoek een kort overzicht van de inhoud. Dat dient zeer goed te zyn, anders kan het beter achterwege blijven. Neemt men de pas verschenen roman van Gerrit Kouwenaar „Ik was geen soldaat" bij de boekhandelaar uit de rij. en leest men dan het hier en daar naargestelde excerpt op de omslag (waarin men o.a. geconfronteerd wordt met een „voortdurend beklemmende en on ontkoombare grafsteen op de eigen ziel" die de hoofdpersoon „met zich me- desleept") dan denkt men waarschijnlijk: „wéér een oorlogsboek" en men zet het terug. Want boeken over oorlog en verzet zyn in koers gedaald, niet in de laatste plaats omdat de mens, moe van alle oorlogsellende, graag zijn geest eens elders laat weiden als hij voor zijn plezier leest. Deze roman is echter in het geheel geen oorlogsboek, al blijkt het inder daad vrijwel onmogelijk er een korte inhoud van te geven zonder verkeerde schijn te wekken. Een jongeman Mink pas van school, is samen met zijn wat oudere, getrouwde vriend Harm in het verzet gegaan, deels uit principe, maar in hoofdzaak omdat hij niet goed wist, wat anders te doen. Hij wordt gearresteerd, gemar teld, en hij slaat dan door. Als gevolg van zijn praten wordt Harm ter dooa gebracht. Hij zelf wordt op transport gesteld naar Duitsland. Door onhy giënische toestanden gaan zijn handen zweren (men had hem de duim schroeven aangedraaid) en hy ver speelt zyn linkerhand. In deze feiten, die men reeds hal verwege het tweede hoofdstuk kent. ligt het probleem van het boek; hier uit is het conflict geboren dat het hele werk beheerst: Mink is schuldig aan de dood van zijn vriend; met Harm's dood kocht hij eigen leven. De geamputeerde linkerhand veran dert daar niets aan. Wie in het ver zet ging moest immers sterk zijn: niemand verplichtte hem er toe om ondergronds werk te doen. Mink be seft dat hij de conseauenties had moeten dragen, dat hij zieh desnoods de tanden uit had moeten laten slaan, de. botten laten breken of de trommelvliezen laten doorprikken, zonder te spreken. Hij reaiiseert zich ook: persoonlijk zou ik het iedereen vergeven wanneer hjj me verried na een marteling als de mijne. Maar me zelf zal ik dat nooit kunnen verge ven. Het is evenwel gebeurd, Harm is verraden en dood en het „wat nu" is een zinloze vraag geworden, door niemand te beantwoorden. Ais op lossing ziet hij voorlopig: zich aan melden als hij weer in Holland zal zyn. Zodra hun kamp door de geallieer den bevrijd is, wordt Mink met zijn kampgenoten op transport gesteld naar Parys om daar op verhaal te komen en té wachten tot Nederland boven de rivieren zal zijn bevrijd. Mink ondervindt overal een zekere tegemoetkomendheid, want allen, zelfs de Duitsers, menen dat hij zijn hand als soldaat in de oorlog heeft verloren en ze zien er een bewijs van 1 heldhaftigheid in. Hij leert Alida, een Franse oorlogsweduwe, kennen, gaat met haar samenwonen en wordt vaak geconfronteerd met de algemene lage moraal van na de oorlog. Zijn geweten wordt elastischer en het woord ver raad komt enigszins tussen aanha lingstekens te staan. Als heel Neder land bevrijd is. weet hy achter te blij ven in Parijs. Hij laat zijn ouders zon der bericht en raaks verwikkeld in 'n klandestiene morfïnehandel. Na aller lei verwikkelingen wordt hij tenslotte Frankrijk uitgezet en dan is hij wel verplicht, naar huis terug te keren. Daar is hy de held; zelfs de weduwe van Harm koestert niet de minste argwaan zijn verraad is onopge merkt gebleven. Zijn gedeeltelijk in slaap gesust geweten ontwaakt weer: de schuld is in hem vergroeid. De harde woorden, gesproken door de enige vrouw die van zijn verraad op de hoogte is (een vriendin uit het verzet) zullen hem ontmaskeren, ook voor zichzelf. Als hy haar huis verlaat weet hy: nu zal alles aan het licht komen. En bitter bedenkt hij: Men zal zeggen: je bent al genoeg gestraft, laat het je een les zyn. Ook daarmee is hy niet schoongewassen hy zal een nieuwe koers moeten bepalen in het moeilijke vaarwater van het leven. PERSOONLIJKE BEKNOPTE STIJL Welk exposé men pok van dit boek maakt: het is te kórt en het geeft een verwrongen beeld; vandaar ook stellig de misgreep op de omslag. Deze kort roman (215 niet zeer dicht bedrukte pagina's) houdt in zyn har monische afgerondheid zoveel moge lijkheden besloten dat elk losge maakt détail in een scheef licht komt te staan. Mink is een tragische figuur; zyn drama is dat van een kleine, haast, Winkelier kon de slaap niet vatten De winkelchef van het Co- operatie-filiaal te Oranjewoud bij Heerenveen kon Zaterdag nacht de slaap niet vatten. Toen hy op een gegeven mo ment enig gerucht hoorde, stapte hij uit bed en keek naar buiten. Tot zyn schrik zag hij op een ladder een man. die bezig was het slaapkamer raam te forceren. De winke lier snelde naar beneden en gooide de ladder om. De in dringer kwam op de stenen terecht, doch sprong direct op en slaagde er in in het duister te verdwynen. willoze maar intelligente man, die zinloos in het verzet ging, zinloos verried, zinloos verder leefde, zich zelf ontledend en kwellend. Een door de omstandigheden hopeloos verbo gen figuur, een mens van deze tijd. •Onwillekeurig denkt men aan de veel tragischer figuur Beckmann uit Wolfgang Borcherts drama „Draus- sen vor der TUr"; tragischer omdat Beckmann, zwaarder beproefd en wél willend, na zyn terugkeer letter- lyk en figuurlyk buiten in de regen op straat, voor de deur, moet blyven staan. Beckmann, die nog iets van het leven verwachtte, wordt er door verpletterd en naar de koude Elbe gejaagd; de verbogen Mink. overal met weke open arinen ontvangen, vegeteert voort, uitstarend over het Ondanks de haast onoplosbare problemen die het boek stelt (pro blemen die ons allen raken), is het geen drukkende of sombere roman. Kouwenaar bezit humor en een an dere, in ons land zeer zeldzame ga ve: die van de „verzwegen" vertel trant. Eenvoudig, direct, afkerig van eBce fraaie frase en zeer beeldend ls dit proza. Wat met zes woorden kan worden afgedaan, zegt Kouwenaar nog liever in vyf. Daardoor werd dit boek als een extract: sterk, en van grote, lang nawerkende kracht. Het is geen ontstellende aanklacht, als het werk van Borchert, maar wel schudt het ons geweten en verant- woordelykheidsgevoel jegens onze medemensen weer eens wakker. HANS WARREN (Gerrit Kouwenaar: „Ik was geen soldaat", Amsterdam, P, N, van Kampen Zoon N.V.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1951 | | pagina 5