Acht auteurs schreven samen een
Nederlandse roman
IJSLAND VERLIEST MEER EN
MEER ZIJN OUDE CULTUUR
D
DONDERDAG 29 NOVEMBER 1951
PROVINCIALE ZEEUWSE COUR ANT
3
LETTERKUNDIGE KRONIEK.
Niet vrij van langdradigheid
Als acht auteurs, die stuk voor stuk een goed boek of zelfs een zéér
goed boek kunnen schreven, besluiten samen één roman van normale om
vang (acht hoofdstukken, elk dus één) te schryven, wat verwacht u dan?
Dat het een spelletje wordt, een literaire aardigheid? De binnenflap van
de omslag van deze roman probeert ons de weg te wjjzen: gééjn literaire
grap, een serieus werkstuk, ja, men wil ons zelfs w(js maken dat deze
acht (het zyn, alfabetisch: Anna Blaman, An toon Coolen, Max Dender-
monde, Henriëtte van Eyk, Hella Haasse, Alfred Kossman, Adriaan van
der Veen en Simon Vestdyk), in „De Doolhof" „meer dan in ander werk
hun vertelvermogen demonstreren". Al is die zinsnede natuurlyk een
reclametrucje, in feite is het niet eens onjuist. Want om op deze manier
een roman samen te stellen (alleen karakter en levenssfeer van de hoofd
persoon waren schetsmatig vastgesteld door Dendermonde en Vestdijk)
vereist een groot vakmanschap. Elk van de auteurs heeft dan ook z'n
beste been voorgezet om het „geval", dat hoe men 't ook draait of keert
tenslotte toch een zeer superieur spel blijft, tot een aanvaardbaar einde te
brengen.
ten stellen het zelfs boven menig an
der, ook al werd het, begrijpelijk, geen
meesterwerk. Het is immers een ex
periment, geen enkele noodzaak ligt
aan dit product ten grondslag nie
mand zal dat beter weten dan de be
treffende schrijvers. Het werd niette
min een knap stuk vakmanswerk dat
elk lezer enige prettige uren kan ver
schaffen.
HANS WARREN.
,De Doolhof", roman door 8 auteurs.
Internationale Uitgeverij „Het We
reldvenster", Amsterdam.
Dat is zonder twijfel gelukt. „De
Doolhof" is een zeer leesbaar boek
geworden. Het is niet zo dat 8x1
goed schrijver 1 genie, niemand
kan dat verwachten. Het is dan ook
geen meesterwerk geworden. De acht
bouwlieden aan dit werkstuk hebben
alle acht zoveel energie moeten ge
bruiken om him bouwstenen passend
te krijgen in het geheel, dat ze er
niet in geslaagd zijn een inderdaad
indrukwekkend monument op te trek
ken. Het boek is hier en daar niet
vrij van langdradigheid; soms bevat
het herhalingen die doen vermoeden
dat elk auteur nog eens goed recapi
tuleren wou wat zyn voorgangers al
bijeen hadden gefantaseerd, en ook is
het natuurlijk wat heterogeen van
stfll (hoewel, niet eens heel erg, 't is
eigenlijk ontstellend, dat vrij unifor
me goede Nederlands; het enige
hoofdstuk dat zeer bepaald afsteekt
en een vlucht neemt anders dan de
rest, is hfst. VIL) De lezers die mee
willen doen aan het ra-ra zullen het
dan ook niet gemakkelijk hebben.
De schrijver van het laatste hoofd
stuk, die heel die bandjir van waar
schijnlijkheden en onwaarschijnlijkhe
den op zich toe kreeg, heeft zich
meesterlijk van zijn taak gekweten,
alles opgevangen in een enorm reser
voir (in casu het alle,feiten omvat-
Ï43
Dode voorwerpen, welke in de grond
worden aangetroffen, kunnen door
oudheidkundigen als levende getuige
nissen van het verleden worden her
kend. Uit de ligging van enige been
deren bij een zwarte vlek in een zand
laag zullen de deskundigen U weten
te vertellen of we in dit geval te ma
ken hebben met de 3000 jaar oude
restanten van 'n kannibalen maaltijd,
met een graf, waarin de verbrande
overblijfselen van de hoofdpersoon
plechtig werden bijgezet, met een
strafoefening, of met de overblijfselen
van een kampvuur, dat door een plot
selinge overval van vreemden werd
gedoofd, en waarvan de bewaker na
een hevige worsteling dood werd ach
ter gelaten. x.
Dit alles behoort tot het detective
werk der archaeologen, die bij hun on
derzoek de modernste hulpmiddelen
gebruiken en alle mogelijke andere
wetenschappen daarbij in de arm ne
men. Op deze wijze zijn zij in staat
de zwijgende restanten uit het verle
den tot troubadours te maken, die ons
verhalen van tragedies of triomphen,
en aldus de oudheid tot levende wer
kelijkheid herscheppen.
Maar wanneer dit verleden vóór ons
oog herleeft, wil dit niet zeggen, dat
ht ook in ons leeft! Het tegendeel is
het geval. Door allerlei omstandighe
den, welke hier niet ter zake doen,
voelt de Westerling zich los van de
oudere beschavingen zijner voor
ouders. Wanneer 't gebeente zou wor
den opgegraven van bijv. Karei de
Grote, dan zijn dat voor ons overblijf
selen van een vreemdeling, die ééns
keizer was over onze voorouders, wel
ke eveneens vreemdelingen voor ons
zijn. Toch ligt die tijd slechts ruim
1100 jaar achter ons.
Bij vele Oosterse volken is dat an
ders. Daar is het verleden levende
werkelijkheid, waarmee de mens door
afstamming en traditie verbonden
blijft. (Ondanks het feit dat de Oos
terlingen een minder exact begrip
voor „tijd" hebben). Zonder dit gevoel
voor het verleden zou bijv. de Bijbel
nooit in deze vorm tot ons zijn geko
men.
Het treffendst werd deze band met
't verleden gedemonstreerd na de on
derzoekingen, welke de Egyptoloog E.
Brugsch in 1881 bij Der el Bahri heeft
verrichtHij trof daar een gezamen
lijk graf met 40 mummies aan, waar
onder zich de grootste koningen van
het oude Egypte bevonden. Toen hij
deze schat in een schip had geladen
en daarmede de Nijl afvoer, was het
bericht van de vondst hem reeds voor
uit gesneld. De bevolking begeleidde
de dode koningen een eind stroomaf
waarts, manneg losten geweerschoten
ter ere van hun heersers van méér dan
3000 jaar geleden, vrouwen wreven
zich met stof en aarde en ver in de
omtrek weergalmden de klaagzangen,
die deze laatste processie der oude ko
ningen vergezelden!
Wanneer wij dit lezen, moet ons dit
toch wel doen beseffen, hoe wij met
ons mathematisch begrip van tijd, het
wezen van de tijd zijn voorbij gesneld,
er een leeg begrip van hebben ge
maakt zonder enige binding met ons
zelf? Weet U bijv. dat er punten op
aarde zijn, waar op eenzelfde ogenblik
twee data geldig zijn?
H. Pétlllon.
tend dossier van een advocaat), de
stroom gereinigd van wat meege
sleurde stenen, modder, struikgewas
en andere onzuiverheden, en hem ten
slotte weer wat droogjes in normale
baan geleid. Er blijft voor de criticus
na dat laatste hoofdstuk niet veel
meer te zeggen hoogstens kan hij
zijn bewondering uiten voor dat ver
nuft.
TWEE MANIEREN
OM HET BOEK TE LEZEN.
Er is byna niets aan te doen: men
begint dit boek zeer critisch te le
zen, gespitst op tegenstrijdigheden en
vergissingen (die natuurlyk niet voor
komen, voor zover er maar enige
schijn van voorkomt, wordt die ontze
nuwd in 't laatste hoofdstuk). Men
leest het boek meer als toeschouwer
bij de krachtmeting van acht auteurs
dan als geïnteresseerde in de beleve
nissen van het miezerige mannetje
Evert Frel, dat ze elkaar als een
voetbal toeschoppen. „Hoe redt de
volgende zich uit deze onmogelijke si
tuatie?" vraagt men zich af, en dan
volgt in het volgende hoofdstuk ap
preciatie voor het vernuft of teleur
stelling voor het onvermogen. Waar
schijnlijk beleeft men zo het meeste
pleizer aan het boek. Leest men het
om het verhaal alleen en dat is
toch de wezenlijke bedoeling dan
krijgt men een nogal spannend relaas
van een door gewetenswroeging,
schuld en angst opgejaagde, doodge
wone, niet erg hoog timmerende veer
tigjarige vrijgezel. Er loopt een „de-
tective"-achtige draad door en daar
om zou het jammer zyn de intrigue
uit de doeken te doen, hoewel het
boek voldoende andere kwaliteiten
heeft om te blijven boeien als men de
ontknoping weet. Sommige beschrij
vingen, als het interieur van Ma
VisMoeton in hfst. L, de conceptie
van een paar bijfiguren, als die zelf
de Ma Vis en haar Duitse gedienstige
Lorelei, zijn voortreffelijk; het is
jammer dat later die Lorelei een
schabloon wordt.
Er dwarrelde weer al wat stof in
de paden van dit doolhof maar wat
heeft het voor zin tegen dit boek in
het „verweer" te komen. Menigeen
neemt zo gauw een houding aan,
eningszins mokkend of zelfs agres
sief, alsof er iets ongenoemds en duis
ters verdedigd moet worden tegen de
onverhoedse aanval van een op de
markt gebracht boek, dat anders is
dan „gewoon" „De Doolhof" heeft
evenveel recht van bestaan als elk an
der boek, zijn opmerkelijke kwalitei-
USLANP,straregisch steunpunt in Noord-Europa
EENS EEN PARADIJS
Amerikaanse beschaving brengt zorgen mee.
(Van onze Stockholmse correspondent)
Reykjavik, November Vóór de tweede wereldoorlog was IJsland een
paradys, het leven was er zonder vrees en zorgen. Dienstplicht was even
onbekend als werkloosheid en de 150.000 IJslanders vormden een grote,
vredelievende familie, die haar dorst naar ontwikkeling gedurende de lan
ge, donkere wintertijd trachtte te lessen. Het hoge culturele niveau bleek
het beste uit het feit, dat er op IJsland geen gewelddaden voorkwamen.
Tijdens de oorlog werd dit paradys in een strategisch belangrijk steun
punt veranderd. Ongeveer 80.000 Amerikaanse soldaten kwamen in het
land op iedere twee IJslanders een soldaat en hiermede begon zich
een verandering in alle voordien geldende economische en morele maat
staven te voltrekken. De hoofdstad Reykjavik kreeg door de dollarinvasie
een geheel nieuw gezicht. Haar 50.000 inwoners pasten zich snel aan het
leven van de beschermers aan: men sprak him taal en leefde volgens hun
zeden. Reykjavik werd Amerikaanser dan Amerika en de meest vitale
stad ter wereld.
Na de oorlog trokken de bescher
mers weg zij zijn deze zomer in
kleiner aantal teruggekomen maar
het leven in Reykjavik ging verder,
als in een wereldstad. Alsof het vol
komen van zelf spreekt, abonneren
eenvoudige lieden zich op de grote
Amerikaanse en Engelse tijdschrif
ten, teneinde hun dorst naar kennis
te lessen en van de gebeurtenissen
in de wereld op de hoogte te blijven.
Hiermede deed echter ook de recla
me voor lippenstiften en ijskasten,
voor de nieuwste Chrysyler's en Ny
lons haar intrede. Zolang ze nog geld
in hun zak hebben, schaffen de IJs
landers alles aan, wat van deze scho
ne zaken volgens hun mening tot het
leven behoort. In het middelpunt
van het uitgaansleven, in de prach
tige winkelstraten, ziet men een
mondain publiek, waarbij in het oog
valt, dat vooral de dames ijverig
moeite doen om er uit te zien als de
Amerikaanse meisjes van de recla
meplaatjes. Haar schoonheid en ho
ge, slanke lichaamsbouw maken
haar dit streven gemakkelijk en een
natuurlijke levensvreugde straalt uit
Promotie dokter Frans Reynders
De bekende uitvinden van de stere
oscopische film, dokter Frans Reyn
ders uit Schipluiden (Z.H.) is Dinsdag
middag aan de Utrechtse universiteit
onder grote belangstelling gepromo
veerd tot doctor in de geneeskunde
op een proefschrift, gewijd aan „Het
physiologisch mechanisme der binocu-
laire ruimte-waarneming". Zijn pro
motor, prof. dr. H. J. M. Weve, bracht
de jonge doctor hulde voor zijn vol
hardend wetenschappelijk werk gedu
rende dertig jaren, waarbij hij er in
slaagde theorieën van erkende geleer
den als Helmholtz en Hering onderste
boven te werpen.
van deze vrouwen met haar zeer
zorgvuldige, geenszins overdreven
make-up en de helder blauwe ogen.
UITSTEKENDE SPORTLUI.
De mannen zijn niet zo mondain
en minder geneigd om het Ameri
kaanse rhythme te volgen. Ze zijn uit
stekende sportlui. Als men de spor
tieve prestaties van IJsland bekijkt
in verhouding tot het aantal inwo
ners, moet men constateren, dat in
dit verloren paradijs in het hoge
Noorden de beste sportnatie der we
reld woont.
Men vraagt zich af, of de opper
vlakkige Amerikaanse beschaving
bezig is de oude IJslandse cultuur
snel te vernietigen.
Natuurlijk gunt men het meisje,
dat vyf dagen in de week vis in blik
jes pakt, met plezier haar nagellak,
lippenstift en permanent en men gunt
de havenarbeider van Akureyri, de
op één na grootste stad, zyn zwem
bad en zijn dancing, als hij de hele
week het looderts, dat met kleine
schepen uit Groenland komt, In gro
te schepen heeft overgeladen wat
aan de kust van Groenland niet mo
gelijk is. Maar als de dikke IJsland
se penny's plaats moeten maken voor
de nieuwe Amerikaanse wagens, als
het oude houten huis met zijn koele
kelder afgebroken wordt en vervan
gen door een betonnen flatgebouw
met "ijskasten, als de bewoners van
afgelegen dorpen hun zucht naar
vermaak bevredigen door naar de
hoofdstad te vliegen of te rijden, in
plaats van, zoals vroeger, bij hun
buren op bezoek te gaan dan be
ginnen er zorgelyke gedachten op te
komen in de gryze hoofden van hen,
die de verantwoordelijkheid dragen
voor het wel en wee van het land.
(Nadruk verboden).
Een juweel van een film-
comedie met een kostelijk
origineel verhaal
Prof. Reuter heeft critiek
op voorstellen van Bonn.
Prof. Reuter, de burgemeester van
West-Berlijn. heeft critiek geoefend op
de kieswet voor geheel Duitsland, zo
als onlangs ontworpen door de West-
Duitse regering. Hij noemde deze
„onduidelijk" en derhalve koren op de
molen van de Russische propaganda.
Een toekomstige nationale vergadering
van geheel Duitsland zou wetgevendc-
en niet slechts grondwetgevende be
voegdheden, zoals in het ontwerp van
Bonn neergelegd, dienen te bezitten.
De vergadering zou gemachtigd moe
ten worden om West- en Oost-Duits-
land voorlopig te besturen tot de nieu
we constitutie in werking was gesteld
en tot een regering zou zijn gevormd.
Het ontwerp van Bonn wil de verga
dering uitsluitend belasten met het
opstellen van een grondwet en de re
geringen van Oost- en West-Duitsland
in functie laten tot een regering voor
geheel Duitsland zou zijn samenge
steld.
Goeree-Overflakkee wil
betere verbinding.
Het eiland Goeree-Overflakkee heeft
ook met een vervoersprobleem te
kampen. De slechte vervoersaccomo-
datie met de veerboten op het veer
HellevoetsluisMiddelharnis bracht
reeds stagnatie. De toestand is nog on
gunstiger geworden, doordat de brug
over het Voornse kanaal voor het ver
keer tot een wielbelasting van 314 ton
is beperkt.
De stichting der Flakkese gemeen
schap heeft Dinsdagmiddag, onder
voorzitterschap van burgemeester D.
Rijnders van Middelharnis, een verga
dering te Sommelsdijk gehouden,
waarop een telegram aan de minister
van Verkeer en Waterstaat werd ge
zonden. In dit telegram komt de on
gerustheid der bevolking tot uiting.
Men besloot aan de regeringsinstanties
definitief uitsluitsel te vragen over de
vaste oeververbinding en tevens om
als voorlopige oplossing direct een
nieuwe veerboot te laten bouwen. Te
vens wilde men er bij de R.T.M. op
aandringen, dat een der bestaande bo
ten wordt vergroot.
„Opschepper" liep in de val
De Amsterdamse rechtbank be
handelde Dinsdagmiddag- b(j verstek
de zaak tegen de 38-jarige handels
agent J. H. C. uit Laren die
beschuldigd werd van een poging tot
doodslag. Op 8 April 1950 had C.
n.l. toen hij na sluitingsuur dronken
in een auto zat een agent, die hem
sommeerde te stoppen, byna omver
gereden.
Verdachte had in het vooronder
zoek verklaard zich niets meer van
dit incident te herinneren. Een col
lega van de aan de dood ontsnapte
agent, die C. enkele maanden ge
lden voor een verhoor in een an
dere zaak naar Utrecht moest bege
leiden, verklaarde echter, dat C. hem
had gezegd: „Weet je nog wel, dat
ik verleden jaar je collega byna om
ver heb gereden?" Toen getuige hem
daarop zei, dat hij ook agent was
en deze woorden op papier kon zet
ten, antwoordde C. dat hy dan zou
verklaren, dat hij aan het opschep
pen was geweest.
Na IV2 jaar werd nu tegen C. nog
6 maanden geëist.
Niet zonder reden zyn de grote filmindustrieën ertoe overgegaan toneel
stukken en romans te verfilmen: goede originele filmscenario's z$n bitter
schaars en een schryver die over beeldende fantasie en feeling voor het
typische filmeffect beschikt is zijn gewicht in goud waard. Zo'n man Is
T. E. B. Clarke, een der beste, geestigste en oorspronkeiykste scenario-
schryvere in het Britse filmbedryf. Hy werkt sinds jaren voor Ealing
Studios en sclireef er de scenario's o.m. voor „Hue and cry", „Pasport to
Pimllco", „The blue lamp" en „The magnet". Thans Is er in Nederland
een nieuwe film uitgebracht waarvoor hij het idee leverde en uitwerkte:
„The Lavender Hill mob" „Morgen ben ik rUk" een juweel van een
filmcomedle.
Samen met de befaamde filmer
John Eldridge werkte Clarke twee
jaar geleden aan een scenario voor
een triller. Hij had voor een byrol 'n
figuur ontworpen van een eerzaam
burgermannetje dat zich geleidelijk
en haast ondanks zichzelf ontwik
kelt tot een misdadiger van wereld
formaat. Goed raad wist Clarke er
echter nog niet mee. Hij dacht aan
de een of anidere respectabele klerk
bij de Bank of England, die voort
durend in aanraking zou zijn met
baar goud. Maar hij zag geen kans
om van zo'n man op aannemelijke
wijze een fraudeur te maken zolang
hij voor die figuur niet een mogelijk
heid gevonden had om de goudsta
ven waarover hij het toezicht moest
houden en waarvan hy er dan een
paar zou willen verduisteren, met
enig succes te verhandelen. Hy liet
daarom het hele idee maar schieten.
Op een dag echter vond hij bij een
schoonmaak een oude ansichtkaart
uit Parijs, waarop natuurlijk de Eif-
feltoren stond. En dat deed hem
weer denken aan de bekende souve
nirs, die overal in Parijs te koop
zijn: kleine, prachtige vergulde doch
uit lood gegoten Eiffeltorentjes.
Toen plots zag hy ook een mogelijk
heid voor zijn oude idee van die
bankbediende en de staven goud. En
dat idee groeide dan uit tot een nieu
we film: „The Lavender Hill mob",
hier dan „Morgen ben ik rijk" gehe
ten.
De hoofdfiguur in „Morgen ben Ik
ryk" ia een, in langjarige trouwe
dienst al wat versleten geraakte,
bankbediende hij wordt prachtig
gespeeld door Alec> Guinness die
belast is met het toezicht op de En
gelse goudvoorraad en het vervoer
van baar goud van de smelteryen
naar 's Rijks schatkelders. Hij speelt
wel eens met de gedachte welk een
prachtig leven hij zou kunnen lei
den als ook maar iets van dat vele
goud 't zijne zou zijn. 't Is een on
zinnig denkbeeld voor een nette
bankbediende met een lange en goe
de staat van dienst, maar hij kan 't
niet helemaal van zich afzetten.
Steeds meer biyft het hem bezighou
den en hy gaat tenslotte werkelijk
zinnen op mogelykheden om een zen
ding goud aan haar bestemming te
onttrekken en weg te smokkelen
naar het buitenland, waar hij zyn
paradijsje zou willen scheppen.
Staatsgoud is echter moeiiyk over de
grens te krygen en dus moet hy zijn
plan weer laten schieten. Maar dan
komt er een nieuwe kamerbewoner
in het nette pension, waar de bank
bediende huist: een snuisteryen-fa-
brikant Stanley Holloway maakt
er een kostelyk type van die zich
toelegt op de souvenir-industrie en
in zyn loodsmelterij regelmatig gro
te zendingen vergulde Eiffeltoren
tjes maakt, bestemd voor de Franse
markt. Dan ziet de bankbediende
eindelijk een kans om zyn plan wer-
kelykheid te doen worden: een zen
ding goudstaven verduisteren, om
smelten en dan naar Frankrijk ver
schepen in de vorm van onschuldige
Hei wereldgebeuren
Niet terug naar
Potsdam!
e besprekingen, die de West-
Duitse Bondskanselier Adenauer
te Parijs met de ministers van
Buitenlandse Zaken der drie grote
geallieerde mogendheden heeft ge
voerd schijnen een grote streep door
de rekening der Oost-Duitse regering
en haar opdrachtgevers, de Sovjet-
Russen in Karlshorst en Moskou, te
hebben gehaald. Dit mag men ten
minste concluderen uit de heftige
reacties, die tot nu toe uit Oost-
Duitse regeringskringen bekend zijn
geworden. De ganse pers brengt
over Adenauer's besprekingen uit
voerige commentaren met vlammen
de opschriften als ..Landverraad",
„Parys erger dan Versailles" enz.
De spreekbuis der Sovjet-Russische
contrólecommissie heeft al verklaard,
dat de overeenkomsten, die in Parijs
werden getroffen, volgens het inter
nationale recht ongeldig zijn en een
schending van de overeenkomst van
Potsdam betekenen. Het blad, de
TSgliche Rundschau, meent, dat al
leen een terugkeer tot de politiek
van Potsdam de vrede in Europa en
in de wereld kan verzekeren.
Dat de Oost-Duitse regering en
de Sovjet-Russische contróle
commissie heftig op Adenauer's
besprekingen in Parijs hebben gere
ageerd. behoeft geen verwondering
te baren. Deze hebben immers aan
getoond, dat het streven van het
Kremlin om Duitsland eerst te neu
traliseren en dan geleidelyk aan in
zijn invloeds-sfeer te betrekken op
geen succes mag rekenen. De politiek
van Potsdam is dood en de Weste-
lyke geallieerden wensen haar niet
tot nieuw leven te wekken. Vooral
dit punt heeft de Sovjet-Russen in
verwarring gebracht. Tot de terug
keer van Adenauer uit Parijs had
den zy altijd nog de hoop gekoesterd
over de rug der Bondsregering heen
met de Westelijke bezettende mo
gendheden tot een accoord te kunnen
geraken. Deze hoop is nu definitief
vervlogen. Zij moeten met deze rea
liteit rekening houden. Dit wil niet
zeggen, dat zy geheel nieuwe wegen
zullen gaan inslaan. Daartoe acht
het Kremlin het tijdstip nog niet
gekomen. Voorlopig wil Moskou nog
niet verder gaan dan een machtige
agitatie tegen de West-Duitse Bonds
regering te voeden. En deze agita
tie zal niet alleen op Duits gebied
worden gevoerd maar ook in hel
buitenland. In Duitsland zelf is het
geliefde thema van deze agitatie,
dat de Duitse „patriotten" zich van
hun nationale grootheden bewust
moeten zijn en zich door de Weste
lijke geallieerden niet als een kolo
niaal volk moeten laten behandelen.
In het buitenland wordt deze agi
tatie voornamelyk gevoerd door de
communistische partijen en vakbon
den, alsmede door ..vredescomité's" en
andere para-communistische organi
saties, die nauw samenwerken met
en gefinancierd worden door
Oost-Duitse instanties.
In de Bondsrepubliek wil men een
volksbeweging tégen de herbewape
ning en vóór het sluiten van een
vredesverdrag in het leven roepen.
Hier blijven de communisten echter
zoveel mogelyk op de achtergrond.
De kern dezer volksbeweging moet
gevormd worden door groeperingen
om de voorzitster van het Centrum,
Helene Wessel, om het synodelid der
Duitse protestantse kerk, dr. Heine-
mann, en de voorzitter der neutra
listen. professor Noack. Nu moet
gezegd zyn, dat geen van deze drie
personen door Moskou gaarne wordt
gezien, maar zy hebben geen betere
figuren tot hun beschikking. Voor
lopig willen zy roeien met de riemen,
die zij hebben, om dan in een verder
stadium, wanneer de beweging zich
voldoende heeft ontwikkeld, deze on
der hun controle te brengen. Gezien
de ervaring waarover de Sovjets bij
het infiltreren van zogenaamde neu
trale organisaties beschikt, zal hen
dit niet al te moeiiyk vallen.
De Oost-Duitse regering heeft de
Duitse bevolking inmiddels reeds tot
massaal verzet opgeroepen tegen
hetgeen zij het verraad van Parijs
noemt. In hoeverre deze oproep weer
klank zal vinden, is op ait ogenblik
nog moeiiyk te overzien. Dat in de
Bondsrepubliek echter een beweging
zal ontstaan, die een versterkte actie
tegen de regering der Bondsrepubliek
zal voeren, kan als vaststaand wor
den aangenomen. Moskou meent im
mers nog altijd met deze methode
succes te kunnen bereiken.
Stanley Holloway en Alec Guinness (met bolhoed) als de twee respec
tabele misdaad-compagnons uit „Morgen ben ik ryk."
souvenir-EiffeltorentjesEen
gouden toekomst ligt open
Tot zover het begin van „The La-
vender Hill mob" de bende van
Lavender Hill, een keurige, oerdege-
ïyke Londense straat van brave bur
gerluitjes, waaraan ook het pension
van de twee samenzweerders staat.
De tientallen overrompelend geesti
ge verrassingen waarmee „Morgen
ben ik ryk" in onze bioscopen tri-
omphen viert, zult u hier niet verder
onthuld vinden: u moet die film zélf
gaan zien. Zélf gaan zien hoe ruees-
terlyk dit dwaze verhaal zich ont
wikkelt eerst als luchtige comedie
met een fyn-menselyk trekje, later
als kolderachtige dolle klucht
naar een onverwacht slot. Genieten
zult u dan van het briljante spel
van Alec Guinness en Stanley Hollo
way als die twee brave burgertjes
die tot goedsmoedse misdadigers
worden, op wie een hele politie
macht verbeten jacht maakt.
Bijzonder knap heeft regisseur
Charles Crighton dit scenario ver
filmd: prachtig van toon dat wat
getemperd humoristische begin, raak
van sfeer steeds, en telkens ook weer
kostelyk verrassend door de wyze
waarop hy in zyn beelden de over
vloedige en soms zeer dolle geestig
heden lanceert.
LONG-SHOT.
Dr. Muntendam over de
ziekenfondswet en de apothekers.
By de ingebruikneming van het
nieuwe gebouw der Kon. Ned. My. ter
bevordering der Pharmacïe heeft de
staatssecretaris van volksgezondheid,
dr. P. Muntendam, Dinsdag een rede
gehouden, waarin hij zoals hy het
noemde ..afgereageerd" heeft na de
van apothekerszyde geuite critiek op
het gepubliceerde ontwerp-Zieken-
fondswet. Dr. Muntendam ontkende,
dat in dit ontwerp een regeling voor
de verstrekking van genees- en ver
bandmiddelen zou zijn getroffen, wel
ke denigrerend voor de apothekers
zou zijn. Indien de mogelijkheid wordt
geopend, dat bepaalde genees- en ver
bandmiddelen ook door anderen dan
een apotheker mogen worden gele
verd, dan zal dit uitsluitend kunnen
geschieden. Indien daartegen uit
volksgezondheidsoogpunt geen be
zwaren bestaan.
Verbetering weg
Bergen op Zoom Putte.
De gevaarlyke bocht in de weg
Bergen op ZoomPutte, nabij <!e
steenfabriek „de Vijver" waar tal van
ongevallen plaats vonden: zal op ver
zoek van de K.N.A.C. nog dit jaar
worden verbeterd.
Aan de overgang van verkanting
naar tonrondte, zal, mede in verband
met het feit dat de ongevallen zich
op dit punt concentreerden, speciale
aandacht worden besteed.
Het ligt in de bedoeling tot volledi
ge reconstructie van de weg over te
gaan waarbij deze bocht geheel zal
worden afgesneden. Dc bocht zal ver
der, zo werd de K.N.A.C. op haar ver
zoek meegedeeld, worden voorzien
van borden „slipgevaar".