Ie Tholen en St. Maartensdijk
zijn de torens leeg...
Vecre en zijn carillon horen
bij elkaar.
Oudsle klok
van Zeeland
WALCHEREN'S OUDE WACHTER
WORDT WEER ZINGENDE TOREN
FOTOGRAAF KRUITHOF UIT
SOUBURG MAAKTE CONTRABAS
MAAR MEN KAN ZICH NOG
VERMAKEN IN INDONESIË
PROVINCIALE ZEEVWSE COVRANT
DINSDAG SO OCTOBER 1951
WAAR IS DE KLOK VAN YERSEKE
Diverse factoren belemmeren het herstel
DE KLOK VAN" YERSEKE was gebarsten zo vertelt een oud verhaal
en daarom besloot de vroedschap van dit dorp een nieuwe te laten gieten.
Het gerucht van deze bestelling bleef echter niet bewaard achter de dijken
van het vissersdorp, maar waaide over naar Sint Maartensdyk, dat sinds
lang in onmin met Yorseke leefde. De imvoners van het Thoolse stadje la
gen toon wekenlang niet hun bootjes te wachten op het scheepje, dat het
nieuwe torenlnstrument naar de „vijand" zou brengen. Eindelijk kwam de
boot do Schelde afzakken en onmiddellijk namen de „Smerdiekers" afdoen
de maatregelen: terwyi de Ye.rsekenaren vol verwachting op hun nieuwe
torenklok wachtten, werd deze onder groot plezier door de imvoners van
Sint Maartensdijk in hun eigen toren opgehangen. Sindsdien worden do
„Smcrdlokers" klokkendieven genoemd
Oude documenten tonen echter
aan, dat men in dit Thoolse plaatsje
alle klokken eerlijk gekocht en be
taald hoeft bij Peter van den Ghein,
de klokkengieter, Neon, er wonen
daar ga on klokkendieven, maar men
hoeft er wel mee te maken gehad,
toen tijdens de bezetting de Duit
sers bepaalden, dat ook de Neder
landse torens hun offer moesten bren
gen voor de „nieuwe orde." De bei
aard van Sint Maartcnsdyk werd in
die bange dagen uit de toren gehaald
en is er tot nu toe nog niet in te-
ruggekeord. Wol werden de klokken
gevonden met vele andere od de
bodem van de Zuiderzee maar
allerlei omstandigheden hebben het
tot nu toe onmogelijk gemaakt om ze
,üi i,, ivioni en ciaar op „magistrale - wmse
n Tp™,.?" aandeel in de feestvreugde ie-
hel! dat er sinds dfToorïog geen ve!de' 'A kan bete-r b« A^eh'ks
renmuziek over zijn gemeente heeft
geklonken. „We hopen, dat het nu
niet te lang meer duurt" zegt hij,
,,een klokkenspel behoort tenslotte
niet op de grond te staan."
Een van de oorzaken, die er toe
hebben geleid, dat het carillon nog
steeds niet op zijn plaats is aange
bracht, is de sléchte toestand van
de toren. De Duitsers hebben er
duchtig huisgehouden, braken er
stijlen uit én lieten een grote rava
ge achter. Restauratie is "thans drin
gend noodzakelijk, want de toren
vormt een gevaar voor de onmiddel
lijke omgeving, maar. helaas laten
de gemeentelijke financiën niet toe
om afdoende maatregelen te nemen.
Daarom wacht men in St. Maar
tensdijk op subsidie..,.,, en pas dan
kan er over gedacht worden om de
beiaard weer op te hangen. In dit
verband noemt de burgemeester het
jaar 1953. „Tot zolang moeten we
zeker vyachten", meent h\j.
BURGEMEESTER—
BEIAARDIER,
Voor de oorlog werd het/carillon,
dat uit achttien, klokken bestaat,
bespeeld door burgemeester Polder
man, die op feestdagen de toren be
klom en daar op „magistrale" wyze
Nooit zal hier het wonderlijk
ijle klokkenlied vervélen
DE SCHAT VAN VEERE kan vrij
elijk bewonderd worden door iedere
gelukkige, die over de keien van-de
oude Kade mag slenteren. Hoog in
het ranke stadhuistorentje glanzen de
36 kleine klokken, die tezamen niet
het indrukwekkendste, maar wel één
■der schoonste carillons vormen,
waarop Nederland zich mag laten
voorstaan. En waar elders treft ge
een klokkenspel aan, dat zo volko
men harmonieert met de sfeer van
het stadje, waarboven het zijn lied
mag 2ingen?
Veere en zijn beiaard zijn één, De
klokken begeleiden de ganse dag en
iedere dag opnieuw het leven der
Veerenaren: elk heel en elk half uur
dartelt een ontwapenend, rimpels
verdrijvend v/ijsje over de oude daken
en het is alsof die heldere klanken de
schoonheid van het stadje aan de
Oosterschei de nog beter doen uitko
men. En dan die stille zomeravonden,
wanneer beiaardier J. Kwist zijn we
kelijks concert geeft en tallozen naar
Veere komen óm zich over te geven
aan de bekoring van de klokkenzang,
wanneer de tovenaar in zijn torentje,
dat scherp afsteekt tegen de pastel-
kleuïige Zeeuwse avondlucht, kwistig
zilveren tonen als paarien over hén
uitstrooit
„Het markante van ons carillon,
waarover ik wel altijd verrukt zal
blijven, is, dat het zo wonderlijk Ijl
klinkt", vertelde ons burgemeester
Den Beef Pöortugael. „Die heel lich
te klokjes, bijna bellen, waaraan de
heer Kwist vooral bij het praeluderen
de heerlijkste muziek weet te ontlok
ken, klinken zo dicht bij het brede
water en onder onze wijde hemel toch
zo mooi, vooral op het Noordhoofd,
waar wij dan ook de klapbank, waar
mee de Zeeuwse studenten uit Leiden
ons verrasten, een plaatsje zullen ge
ven. Daar het torönlied te beluisteren
is een wekelijks terugkerend feest,
dat wel nooit zal Vervelen".
Mevrouw Vön Bernuth, die het
huis „Stil water" bewoont, hoort het
carillon alléöh bij Noordoosten wind,
maai- dan geniet zij er ook intens van.
„Weet U, ik vind hét haast té vol
maakt", Verklapte Zjj ons, „ik denk
soms nog mét weemoed terug aan het
kinderlijke, onbeholpen kllngeltje van
vroeger, dat ook héél lief en ontroe
rend was
De man, die zijn stadje niet alleen
met liet oog, maar ook met het hart
ziet, die begreep, dat Veere en het
carillon bij elkaar horen en aan wié
het voornamelijk te danken is, dat er
een nieuw klokkenspel kwam, is de
heer D. van Gelder, graficus. Hij ver
telde ons: „Toen ik In 1938 in Veere
kwam wonen, verkeerde de oude bei
aard in zeer déplorabcle staat. Van
die tyd af heD ik met de gedachte
rondgelopen: Hoe krijgen wy dat
weer in orde. Na de oorlog kwam de
kans om deze zaak aan te vatten ên
het nieuwe carillon is er gekomen.
De Stichting Veero had echter de
wind mee: kort na de bevrijding
voelde men veel voor dergelijke pro-
iecten"
„De 'bevolklhg lééft er op", zei de
schilderes ïna Rahussen, toen Wij
haar mening over het carillon vroe-
gen, „Wanneer het zou zwijgen. zou
alles in de war zijn, de arbeid in de
werkplaats, het koken van de aard
appels, de lessen op school en de af
spraakjes tussen verliefden. Ik voor
mil vind het aardigste van de bei
aard, dat liet speelt voor iedereen,
waardoor de saamhorigheid wordt
bevorderd. Is dat niet weldadig in de
ze tyd?".
Ook de toren van het Thoolse
stadhuis is nog leeg. Het carillon,
dat in 1627 door Michael Burger-
huys werd gegoten, werd eveneens
van de bodem van de Zuiderzee op
gevist, maar bleek niet meer ge
schikt om zonder meer in de toren
terug te keren. Van de vijftien klok
ken waren er slechts acht nog
enigszins bruikbaar en dat is te
weinig om als beiaard dienst te doen.
Het gemeentebestuur wilde het ca
rillon echter graag terug hebben en
Tholen was dan ook een van de eerste
getroffen „klokkengemeenten", die
na de oorlog overleg pleegde over
de restauratie. Ondanks deze voort
varendheid is echter, nog weinig be
reikt, want de hoge kosten' staken
een spaak in. het wiel. De gemeente
secretaris, de heer V. Laban, heeft
in de loop der jaren een kloklteh-
dossler gekregen, dat meer lijkt op
een zeer omvangrijk boekwerk, dan
gelegenheden rnet de beide benen
op de bègane grond biijven", meent
burgemeester Eouwense, „want ik
geloof niet, dat het erg fraai zou
zijn, als ik speeldeBovendien
zyri er liefhebbers genoeg, die hun
krachten op de klokken willen- be
proeven als ze er weer hangen."
Tjk, als ze er weer hangen
Wanneer ze dit in .Yerseke lezen,
wordt daar misschien een beetje ge
lachen want zelfs de oudste vete
komt by tijd en wijle nog wel eens
boven. En wellicht zegt een doorge
winterde Yersekenaar: „Laat wach
ten, de klokkendieven
Maar de „Smerdiekers" hebben de
Yersekse klok heus niet gestolen.
Dat staat in de papieren te lezen...
en wie weet neemt daarom de ge
meenteraad van Yerseke over enkele
jaren nog wel eens het besluit om
een deputatie naar de feestelijke In
gebruikneming van de beiaard te St.
Maartenadyk te zenden......
Zal dat even een verbroederings
feest worden?
IN THOLEN......
op een verzameling brievenTwin
tig duizend gulden moet het herstel
kosten, maar dan heeft Tholen ook
een beiaard, die er zijn mag: acht
oude klokken gestemd en twintig
nieuw gegoten plus een klavier, dat
vroeger ontbrak.
„Kleine geschiedenis van
het Vlissings klokkenspel"
„Kleine geschiedenis van het..
Vlissings klokkenspel" aldus,
de titel van een boekje, dat tel*
gelegenheid van de ingebruik
neming van de nieuwe beiaard
te Vlissingen werd samenge
steld door de gemeente-archi
varis dezer stad, de heer W. de
Bruine.
In de verantwoording Zegt' de
schrijver, dat hij heeft gemeend
zich niet te moeten bepalen tot
een opsomming van feitelijke
gegevens, maar dat hij een be
schrijving heeft willen geven
van die feiten en omstandighe
den, die als het ware het décor
vormen, waartegen de eigenlijk
lte handelingen zich afspelen.
Men vindt in het boekje in
derdaad dit décor terug in dé
vele aardige gegevens over do
Vlissingse klokkenspelen en
over Vlissingse beiaardiers.
Dat een groot deel van deze
bijzonderheden bekend zyn ge
bleven is voornamelijk te'/dan
ken aan het gelukkig toéval,
dat het enige brievenboek der
stad, dat bij de brand, van 1809
gespaard bleêf, juist over dé
periode loopt, waarin- het eer
ste carillon werd aangekocht.
Ongetwijfeld is het van. hét
Vlissingse gemeentebestuur
een zinvol, gebaar óm dit niet
zorg samengestelde boekje het
licht tedoen zien bij de inge
bruikneming van een beiaard,
die naar wij hopen, de burgers
van dë stad lange jaren de tijd
zal melden.
DE KLOKKEN WACHTEN....
In nieuwe beiaard van Lange Jan te Middelburg
leeft het oude voort
EERLIJK GEZEGD zyn de Middelburgers deze dagen een beetje jaloers
op Vlissingen. Zy benijden de Sclieldestad het voorrecht, dat Jacob Zater
dag weer gul blokkenspel-klanken kan laten klinken, terwijl hun eigen
Jan nog stommetje moet spelen. Want niet alleen letterlijk, maar ook fi
guurlijk heeft het carillon in de Zeeuwse hoofdstad altyd In hoog aanzien
gestaan: voor velen is de beiaard, die op 17 Mei 1940 met donderend geraas
in de vlammende toren naar beneden stortte, het symbool geworden van
iet oude Middelburg, waaraan zij soms met zoveel weemoed terugdenken.
Iet Middelburg met zyn smalle, kronkelige straatjes en zyn weelderige
>olworken, zijn piepend trammetje en zyn pittoreske botermarkt, zijn on
geschonden ryltdom aan monumenten uit het verleden en zjjn wonderlyk-
iere licht over de prachtige kaaien.
Gistermiddag heeft de eerste van d-
23 Nederlandse electrische locomotieven
bestemd voor de Nederlandse Spoorwegen
de Utrechtse werkplaatsen van „Werk
spoor" verlaten.
„Middelburg is Middelburg niet
.eer", zeggen sommigen. Wat een
.agische vergissing! Want ook zon
der Steenrotse en St. Joris, zonder
boterboerinnetjes en een ronde Markt
heeft de stad haar eigen vertrouwde
De gemeente-secretaris zucht maar
eens, als hij ons vertelt hoe de voort
varendheid Van zijn gemeentebestuur
strandde op zovele factoren: subsi
die, oorlogsschadevergoeding en wat
al niet meer,
„Ga maar eens mee boven kijken",;
zegt hij en langs vele trappen en
ladders komen we in de dakgoot van
het fraaie stadhuis, vlak onder de
toren. Zielig hangen daar een paar
verroeste klepels In het donkere gat,
waar klokken behoren. Verwaar
loosd ziet er alles uit en het. is te
begrijpen, dat de Tholenaars. vurig
hopen, dat hun klokkenspel weer iq;
ere wordt hersteld, want thans maftkt;
de prachtige oüde toren een- - zeer-
vervallen en trieste indruk. j
Twee lege torens wachten op liet
eiland Thoien op te terugkeer van
hun bronzen stemmen en met lien
wachten talloze bewoners van hét j
eiland. Eeuwenlang hebben immers j
dé carillons een vaste, plaats, in de
gemeenschap ingenomen.
Maar moedeloos, wordt men op
Tholen geenszins en daarom staat
dit vast: men zal daar aan de E&h-
dracht niet rusten,, voordat ook ..dé
torens van Tholen cn Sint Maar-
tensdyk weer gerekend kunnen wor
den tot de trotse „zingende torenè
van Zeeland"....,.
In de toren van Oosterland hangt
de oudste klolc. van Zeeland. Zij draagt
het jaartal 1424 en daarom staat ze
op tic tyst van Monumentenzorg.
Het randschrift vermeldt: Willam
Butèndic fecit int jaer ons Heere
MCCCC UIL
Er hangt in deze toren nog een
tweede klok, die waarschijnlijk uit
dezelfde tijd dateert. Het randschrift
van die. klok is echter ten dele uit
gewist.
Van de letters zijn nog de volgende
te ontcijferen:
„...Jam Butendió fecit. Ave Ma
ria gratia plena. Dominus rerum
Men mag wel aannemen, dat deze
klok door dezelfde klokkengieter is
gegoten als de klok van 1424.
De zevende November viert 'de harpspeelster Rosa Spier haar zestigste
verjaardag. Na het diploma van het Koninklyk Conservatorium, te Den i
Haag met hoogste onderscheiding behaald te hebben, studeerde zy bij Otto
Miilïer te Berlijn. In 1905 trad zy voor het eerst op als soliste in het ge
bouw van Kunsten en Wetenschappen en was enige jaren eerste solo-har
piste bij het Residentie-orkest. Rosa Spier was van 1932 tot 1946 verbonden
aan het Concertgebouworkest. Sedertdien speelt zy bij het Radiophilhar-
monisch Orkest en is tevens lerares aan de conservatoria van 's-Graven-
hage en Amsterdam en van de Muziekschool te Rotterdam.
karakter, haar intimiteit, haar
schoonheid behouden. De Duitsers
konden wél met hun bommen het
centrum met de grond geiyk maken,
doch daéraan viel niet te tornen.
En komt de kroon van Lange Jan
niet alweer boven het steiger-dwang
buis uitglüren? Staat het complete
carillon-arsenaal van klokken en kle
pels niet al gereed om straks, vol
vreugde naar boven, naar de inmid
dels gedeeltelijk gebouwde klokken
stoel te worden gehesen? Het is nog
maar een kwestie van tyd en dan
in Middelburg's jubileumjaar 1953
zal Walcheren's trouwe wachter weer
een zingende toren wezen!
Degenen, die zich met heimwee het
gezang van weleer herinneren, zullen
in. deze nieuwe beiaard de verloren
gegane terugvinden. Aan de voet van
de toren staat onverzettelyk en im
posant, met geen twee armen te om
vatten, een enorme luidklok de tijd te
verbeiden, dat zy hoog in de hemel
haar metalen mond weer mag roeren.
Zij is dezelfde, die vóór de ramp haar
I machtige bronzen stem over Middel
burg deed schallen, zy was de tong
van Lange Jan en zal dat weer wor
den, want, gelukkig deze luidklok,
die evenzeer bij Middelburg behoor
de als de toren, die haar torste, kon
nog hersteld worden. Het verhaal
wil, dat, toen de vlammen reeds hoog
opschoten in de Lange Jan, de hete
lucht het bronzen gevaarte tn bewe
ging bracht en het nog eenmaal zijn
roepstem deed horen. Het was een
aangry'pend afscheidslied, maar het
is geen afscheid voor eeuwig gewor
den.
Ja, de oude beiaard leeft voort in
de nieuwe! In de 48 nieuwe klokken
de kleinste welhaast een forse ta
felbel, de grootste nauwelijks door
vier kloeke mannen te tillen heb
ben de meester-gieters van Heilïger-
lee tien ton schroot van de oude ver
werkt. Het randschrift, dat zij op één
hunner meesterwerken hebben aan
gebracht, is dan ook niet misplaatst:
„17 Mei 1940 tot zwijgen gebracht,
verhef ik in 1953 mijn stem weer
met kracht".
Aeht-en-veertig nieuwe klokken en
een formidabele lüidbel -wachten bij
de toren op dat vreugdevolle moment.
Nog' tweë: jaren dan zal Lange
Jan Zyn houten jas hebben afgewor
pen en zullen vele bronzen stemmen,
zich verenigen in een blij en schoon
klokkenlied, dat het wijde Zeeuwse
land verkondigt: „Middelburg is her
rezen, in oude glorie!"
ALLE HOUT IS GEEN BASHOUT
Hij heeft nu de smaak te pakken: volgende
programmapunt is een cello
Er zijn mensen, die in hun vrij© tyd scheepsmodellen bouwen ert met al
lerlei materiaal soms een complete „Willem Ruys" in elkaar zetten.
Anderen brengen hun tijd door mét hét vervaardigen van mmiatuurdraai-
molens of van electrische spóórtretetjes, doch er zijn. maar weinig knut
selaars, dië na volbrachte dagtaak èëri contrabas ïn elkaar zetten
Fotograaf Kruithof van Souburg ls een van deze mensen en wie bij hem
op bezoek komt, zal in de hoek van de winkel een fraai instrument aan
treffen, door hérii in zijn vryé 'tyd: löét-grote-fOewijdihg vervétórdigd.
De óörlog is er de eij
igenlijke
Kruithof
deze eigenaardige hobby begon/. H'èt
herstel van zijn zaak, die door de oor
logshandelingen vrij ve.el. schade had-
opgelopén, bracht financiële conse
quenties met zich mee, zodat hlhziefr?
genoodzaakt zag zijn contrabas te ver
kopen. De heer Kruithofdeed het.
échter mét "een - blöèdèftd hért:
hij speelde er graag op en hield van
de fraaie, diepe klahk. „Maar tja'Vver?
telde hij ons „ik óaèht: misschien komt
er nog wel eens een bétere tijd én dan,
koop ik een nieuwe...."
Enige tijd ha de bevriidiag, toen al
les weer langzamerhand normhal b.e^
gon te worden en ook hét cülturele lef
ven van Souburg weer in oude banen
werd geleid, gaf het Souburgs'Man
nenkoor een uitvoering met mede
werking van een orkest en évenals
vroeger klopte men bij de heer Kruit
hof aan om zijn medewerking 'te vra
gen als bassist. Daar stond; echter de
Sóuburgsefotograaf zonder instru
ment.
Goede raad was duur, totdat èr een
nood-oplossing kwam: de gedupeerde
bassist kon voor een halfjaar de con
trabas van „Apöllo" in Wissekerke hu
ren, omdat deze vereniging dit instru»
ment tóch niet gebruikte.
Toen besloot de muzikale fotograaf
zélf een contrabas te. maken, in hét
half jaar, dat hij het instrument van
Wissekerke in buis had. Nóg,nooit had
hij zich met dergelijke precisiewerk
bezig gehouden, maar omdat hij oor
spronkelijk voor timmerman was öp«
geleid, meende hij het w.èl te kunnen
klaren. Het begon evénwel slecht,
want het bleek, dat dé. noodzakelijke
houtsoorten zoals vurenhout,niet, te
krijgen waren. „Dan maar ander, hout"
besliste de heer Kf uithof.maar he
laas is alle hout geen bashout. Na enig
zoeken besloot hij mahonie-trlplex ,'te
nemen en mét dit materiaal toog hij
aan de arbeid. Hij vond èen procédé
om het makkelijk te buigen, experi
menteerde met lijm en vèmis en ha
maanden lang werken was eindelijk
het omvangrijke instrument gereed.
Alleen de snaren ontbraken nog.
Toen kwam het grote moment.
Dé strijkstok lag aï gereed, de
snaren waren gekocht...... de vraag
was nu: zou öe bas een goed gé-
luid geven? Zorgvuldig monteerde
fotograaf Kruithof de lange sna
ren, stemde ze voorlopig, greep de
strijkstoken streek: een mooie
diepe bastoon'. Het werk was go-
lukt!
„En nu heb ik de smaak te pakken"
zegt de fotograaf, „ik wil er nog een
maken en verder mijn krachten eens
op een cello beproeven. Je kunt nooit
weten".
In elk geval strijkt de heer Kruithof
bij de uitvoeringen van het mannen
koor thans weer op een eigen instru
ment. Zijn huisvlijtklanken klinken
werkelijk niet slecht!
De 25.000 er int.
In de 514e staatsloterij, 3e klasse, 2e
lijst is op nummer 5012 een prijs van
25.000 gevallen.
Zesendertig Korea vrijwilligers, t.w
19 Nederlanders. 15 .Fransen en 2 Belgen,
zijn Donderdag met de „Generaal G. C.
Ballou" in Rotterdam aangekomen.
WEINIG CULTURELE EVENEMENTEN
De Ninety-Nine-Club te Medan
(Van onze correspondent).
.DJAKARTA, October. By alle nare en sombere berichten, die de lezer
tegenwoordig lilt Indonesië verneemt, zal men zich wel eens afvragen of
liet leven in het tropénland nog wel een „lichtere zijde" kent, die van gepast
vermaak en aangename afleiding. Welnu, In de grote centra der samenleving
ontbreekt, hét daar gelukkig niet aan, ook al mist men vele culturele evene
menten van vóór de oorlog, toén hier regelmatig bekende Nederlandse of
buitenlandse artisten optraden. Daar hebben dc deviezenmoeilykheden een
Stokje voor gestoken.
Alleen een lichaam, als de B.P.N. ia
nog wel in.staat een dergelyke luxe
voor haar personeel te permitteren,
en - dezeol iemaa tschappijis daarbij
dan zo vriendelijk, de door haar ge
organiseerde voorstellingen ook voor
anderen dan E.P.M.-ers toegankelijk
te stellen. Zo reist op het ogenblik
Chiel de Boer met enkele medewer
Iters .op kosten van de olie door Indo
nesië.' Maar dit zijn tegenwoordig
sléchts sporadische gebeurtenissen.
Wié. een drama of een „show" wil
zien, of muziek wil horen, is voorna
melijk op de bioscoop aangewezen, en
wat .dit betreft, heeft men wel een
fceer ruime keus. Er zijn vele en
prachtige bioscopen in dit land,
Behalve de bioscoop zijn er in de
fjrotere steden, eigenlyk voornamelijk
n Djakarta en Bandoeng, de grote
hotels, waar men eenmaal in de week
èn gedurende de weekends naar een
behoorlijk strijkje kan luisteren en
op het terras kan dansen, in het ro
mantische tropische maanlicht; en
dezelfde genoegens bieden uiteraard
de sociëteiten of de clubs, waarby de
Medanse Club nog een zekere faam
geniet om zijn uitstekende keuken en
zijn gezellige bar. Buiten de hotels en
deze sociëteiten zyn ér dan in Soera-
baja en Djakarta nog enkele nacht
clubs, waarvan de „Ninety,-Nine
Club" in de Indonesische.hoofdstad de
nieuwste is, die ook het meest exolu-
Contractering van
consumptie-aardappelen
(Van onze Haagse redacteur).
Het bedrijfschap voor aardappelen
heeft besloten, zo vernemen wy, even
als het vorig jaar de Stichting In
koop en Verkoop Aardappelen (S.ï.
V.A.) een hoeveelheid consumptie
aardappelen te doen aankopen van
zand- en kleigrond. De aan te kopen
hoeveelheid zal echter belangrijk
minder zijn dan vorig jaar, terwijl
van kleigrond alleen een kleine hoe
veelheid Alpha zal worden aange
kocht.
De pryzen, die naar gelang van de
soort aardappelen variëren, zullen
worden verhoogd met een bewaarver-
goedihg, die oploopt van 0.50 per
100 kg. bij aflevering midden Novem
ber tot 3 per 100 kg by aflevering
einde Mei 1952.
sief probeert fce zijn. De naam is te
danken aan 99 aandeelhouders, die
dit geval hebben opgezet: overigens
een neel keurige gelegenheid. In ver
band met de avondklok, die hier in
Indonesië nog overal geldt, dient men
al deze feestelijkheden echter vóór 12
uur des nachts te verinten wanneer
men de rest van die nacht niet op het
politiebureau wil doorbrengen. In de
Nlnety-Niüe-Club heeft men de keuze
om met middernacht naar hiiis te
gaan óf tot des morgens vijf uur te
blijven. Na vijf uur v.m. mag ieder
een weer op straat. En de muziek
speelt wel door.
SPORT.
En dan is er verder in Indonesië al
tijd een zeer opgewekt sportleven: er
wordt in de havens veel gezeild, er
zijn overal zwembaden, het tennisspel
wordt door mensen van alle landaar
den zeer druk beoefend, de voetbal
rolt.
Zo is er nog afleiding en vermaak
genoeg in dit land, en voor wie zijn
genoegens liever thuis zoekt zyn er
natuurlijk nog de beste vrienden van
de méns: boeken; èn de radio. Maar
van deze laatste is de aardigheid een
beetje af, sedert men te Djakarta alle
Westerse uitzendingen heeft stopge
zet. Des avonds echter zit iedereen
zenuwachtig aan de knopjes te draai
en, in de noop dat hij de PCJ goed
.krijgt", de stem van Nederland. En
wie een ommetje gemaakt heeft, en
langs een huis komend op de voor
galerij de luide en klare stem van de
omroeper inhet vaderland hoort,
blijft onwillekeurig staan en luistert
mee. En fluiBtert misschien: Amster
damLeeuwardenVlissin
gen... of noem U maar op, waar hij
vandaan komt. Want hoe Interessant
het leven hier ook kan zyn, en hoe
men zich ook aan indonesië's pracht
en praal van natuur en zonneschijn
mag hechtenhet hart trekt......
N (Nadruk verboden).