Ie Tholen en St. Maartensdijk zijn de torens leeg... Vecre en zijn carillon horen bij elkaar. Oudsle klok van Zeeland WALCHEREN'S OUDE WACHTER WORDT WEER ZINGENDE TOREN FOTOGRAAF KRUITHOF UIT SOUBURG MAAKTE CONTRABAS MAAR MEN KAN ZICH NOG VERMAKEN IN INDONESIË PROVINCIALE ZEEVWSE COVRANT DINSDAG SO OCTOBER 1951 WAAR IS DE KLOK VAN YERSEKE Diverse factoren belemmeren het herstel DE KLOK VAN" YERSEKE was gebarsten zo vertelt een oud verhaal en daarom besloot de vroedschap van dit dorp een nieuwe te laten gieten. Het gerucht van deze bestelling bleef echter niet bewaard achter de dijken van het vissersdorp, maar waaide over naar Sint Maartensdyk, dat sinds lang in onmin met Yorseke leefde. De imvoners van het Thoolse stadje la gen toon wekenlang niet hun bootjes te wachten op het scheepje, dat het nieuwe torenlnstrument naar de „vijand" zou brengen. Eindelijk kwam de boot do Schelde afzakken en onmiddellijk namen de „Smerdiekers" afdoen de maatregelen: terwyi de Ye.rsekenaren vol verwachting op hun nieuwe torenklok wachtten, werd deze onder groot plezier door de imvoners van Sint Maartensdijk in hun eigen toren opgehangen. Sindsdien worden do „Smcrdlokers" klokkendieven genoemd Oude documenten tonen echter aan, dat men in dit Thoolse plaatsje alle klokken eerlijk gekocht en be taald hoeft bij Peter van den Ghein, de klokkengieter, Neon, er wonen daar ga on klokkendieven, maar men hoeft er wel mee te maken gehad, toen tijdens de bezetting de Duit sers bepaalden, dat ook de Neder landse torens hun offer moesten bren gen voor de „nieuwe orde." De bei aard van Sint Maartcnsdyk werd in die bange dagen uit de toren gehaald en is er tot nu toe nog niet in te- ruggekeord. Wol werden de klokken gevonden met vele andere od de bodem van de Zuiderzee maar allerlei omstandigheden hebben het tot nu toe onmogelijk gemaakt om ze ,üi i,, ivioni en ciaar op „magistrale - wmse n Tp™,.?" aandeel in de feestvreugde ie- hel! dat er sinds dfToorïog geen ve!de' 'A kan bete-r b« A^eh'ks renmuziek over zijn gemeente heeft geklonken. „We hopen, dat het nu niet te lang meer duurt" zegt hij, ,,een klokkenspel behoort tenslotte niet op de grond te staan." Een van de oorzaken, die er toe hebben geleid, dat het carillon nog steeds niet op zijn plaats is aange bracht, is de sléchte toestand van de toren. De Duitsers hebben er duchtig huisgehouden, braken er stijlen uit én lieten een grote rava ge achter. Restauratie is "thans drin gend noodzakelijk, want de toren vormt een gevaar voor de onmiddel lijke omgeving, maar. helaas laten de gemeentelijke financiën niet toe om afdoende maatregelen te nemen. Daarom wacht men in St. Maar tensdijk op subsidie..,.,, en pas dan kan er over gedacht worden om de beiaard weer op te hangen. In dit verband noemt de burgemeester het jaar 1953. „Tot zolang moeten we zeker vyachten", meent h\j. BURGEMEESTER— BEIAARDIER, Voor de oorlog werd het/carillon, dat uit achttien, klokken bestaat, bespeeld door burgemeester Polder man, die op feestdagen de toren be klom en daar op „magistrale" wyze Nooit zal hier het wonderlijk ijle klokkenlied vervélen DE SCHAT VAN VEERE kan vrij elijk bewonderd worden door iedere gelukkige, die over de keien van-de oude Kade mag slenteren. Hoog in het ranke stadhuistorentje glanzen de 36 kleine klokken, die tezamen niet het indrukwekkendste, maar wel één ■der schoonste carillons vormen, waarop Nederland zich mag laten voorstaan. En waar elders treft ge een klokkenspel aan, dat zo volko men harmonieert met de sfeer van het stadje, waarboven het zijn lied mag 2ingen? Veere en zijn beiaard zijn één, De klokken begeleiden de ganse dag en iedere dag opnieuw het leven der Veerenaren: elk heel en elk half uur dartelt een ontwapenend, rimpels verdrijvend v/ijsje over de oude daken en het is alsof die heldere klanken de schoonheid van het stadje aan de Oosterschei de nog beter doen uitko men. En dan die stille zomeravonden, wanneer beiaardier J. Kwist zijn we kelijks concert geeft en tallozen naar Veere komen óm zich over te geven aan de bekoring van de klokkenzang, wanneer de tovenaar in zijn torentje, dat scherp afsteekt tegen de pastel- kleuïige Zeeuwse avondlucht, kwistig zilveren tonen als paarien over hén uitstrooit „Het markante van ons carillon, waarover ik wel altijd verrukt zal blijven, is, dat het zo wonderlijk Ijl klinkt", vertelde ons burgemeester Den Beef Pöortugael. „Die heel lich te klokjes, bijna bellen, waaraan de heer Kwist vooral bij het praeluderen de heerlijkste muziek weet te ontlok ken, klinken zo dicht bij het brede water en onder onze wijde hemel toch zo mooi, vooral op het Noordhoofd, waar wij dan ook de klapbank, waar mee de Zeeuwse studenten uit Leiden ons verrasten, een plaatsje zullen ge ven. Daar het torönlied te beluisteren is een wekelijks terugkerend feest, dat wel nooit zal Vervelen". Mevrouw Vön Bernuth, die het huis „Stil water" bewoont, hoort het carillon alléöh bij Noordoosten wind, maai- dan geniet zij er ook intens van. „Weet U, ik vind hét haast té vol maakt", Verklapte Zjj ons, „ik denk soms nog mét weemoed terug aan het kinderlijke, onbeholpen kllngeltje van vroeger, dat ook héél lief en ontroe rend was De man, die zijn stadje niet alleen met liet oog, maar ook met het hart ziet, die begreep, dat Veere en het carillon bij elkaar horen en aan wié het voornamelijk te danken is, dat er een nieuw klokkenspel kwam, is de heer D. van Gelder, graficus. Hij ver telde ons: „Toen ik In 1938 in Veere kwam wonen, verkeerde de oude bei aard in zeer déplorabcle staat. Van die tyd af heD ik met de gedachte rondgelopen: Hoe krijgen wy dat weer in orde. Na de oorlog kwam de kans om deze zaak aan te vatten ên het nieuwe carillon is er gekomen. De Stichting Veero had echter de wind mee: kort na de bevrijding voelde men veel voor dergelijke pro- iecten" „De 'bevolklhg lééft er op", zei de schilderes ïna Rahussen, toen Wij haar mening over het carillon vroe- gen, „Wanneer het zou zwijgen. zou alles in de war zijn, de arbeid in de werkplaats, het koken van de aard appels, de lessen op school en de af spraakjes tussen verliefden. Ik voor mil vind het aardigste van de bei aard, dat liet speelt voor iedereen, waardoor de saamhorigheid wordt bevorderd. Is dat niet weldadig in de ze tyd?". Ook de toren van het Thoolse stadhuis is nog leeg. Het carillon, dat in 1627 door Michael Burger- huys werd gegoten, werd eveneens van de bodem van de Zuiderzee op gevist, maar bleek niet meer ge schikt om zonder meer in de toren terug te keren. Van de vijftien klok ken waren er slechts acht nog enigszins bruikbaar en dat is te weinig om als beiaard dienst te doen. Het gemeentebestuur wilde het ca rillon echter graag terug hebben en Tholen was dan ook een van de eerste getroffen „klokkengemeenten", die na de oorlog overleg pleegde over de restauratie. Ondanks deze voort varendheid is echter, nog weinig be reikt, want de hoge kosten' staken een spaak in. het wiel. De gemeente secretaris, de heer V. Laban, heeft in de loop der jaren een kloklteh- dossler gekregen, dat meer lijkt op een zeer omvangrijk boekwerk, dan gelegenheden rnet de beide benen op de bègane grond biijven", meent burgemeester Eouwense, „want ik geloof niet, dat het erg fraai zou zijn, als ik speeldeBovendien zyri er liefhebbers genoeg, die hun krachten op de klokken willen- be proeven als ze er weer hangen." Tjk, als ze er weer hangen Wanneer ze dit in .Yerseke lezen, wordt daar misschien een beetje ge lachen want zelfs de oudste vete komt by tijd en wijle nog wel eens boven. En wellicht zegt een doorge winterde Yersekenaar: „Laat wach ten, de klokkendieven Maar de „Smerdiekers" hebben de Yersekse klok heus niet gestolen. Dat staat in de papieren te lezen... en wie weet neemt daarom de ge meenteraad van Yerseke over enkele jaren nog wel eens het besluit om een deputatie naar de feestelijke In gebruikneming van de beiaard te St. Maartenadyk te zenden...... Zal dat even een verbroederings feest worden? IN THOLEN...... op een verzameling brievenTwin tig duizend gulden moet het herstel kosten, maar dan heeft Tholen ook een beiaard, die er zijn mag: acht oude klokken gestemd en twintig nieuw gegoten plus een klavier, dat vroeger ontbrak. „Kleine geschiedenis van het Vlissings klokkenspel" „Kleine geschiedenis van het.. Vlissings klokkenspel" aldus, de titel van een boekje, dat tel* gelegenheid van de ingebruik neming van de nieuwe beiaard te Vlissingen werd samenge steld door de gemeente-archi varis dezer stad, de heer W. de Bruine. In de verantwoording Zegt' de schrijver, dat hij heeft gemeend zich niet te moeten bepalen tot een opsomming van feitelijke gegevens, maar dat hij een be schrijving heeft willen geven van die feiten en omstandighe den, die als het ware het décor vormen, waartegen de eigenlijk lte handelingen zich afspelen. Men vindt in het boekje in derdaad dit décor terug in dé vele aardige gegevens over do Vlissingse klokkenspelen en over Vlissingse beiaardiers. Dat een groot deel van deze bijzonderheden bekend zyn ge bleven is voornamelijk te'/dan ken aan het gelukkig toéval, dat het enige brievenboek der stad, dat bij de brand, van 1809 gespaard bleêf, juist over dé periode loopt, waarin- het eer ste carillon werd aangekocht. Ongetwijfeld is het van. hét Vlissingse gemeentebestuur een zinvol, gebaar óm dit niet zorg samengestelde boekje het licht tedoen zien bij de inge bruikneming van een beiaard, die naar wij hopen, de burgers van dë stad lange jaren de tijd zal melden. DE KLOKKEN WACHTEN.... In nieuwe beiaard van Lange Jan te Middelburg leeft het oude voort EERLIJK GEZEGD zyn de Middelburgers deze dagen een beetje jaloers op Vlissingen. Zy benijden de Sclieldestad het voorrecht, dat Jacob Zater dag weer gul blokkenspel-klanken kan laten klinken, terwijl hun eigen Jan nog stommetje moet spelen. Want niet alleen letterlijk, maar ook fi guurlijk heeft het carillon in de Zeeuwse hoofdstad altyd In hoog aanzien gestaan: voor velen is de beiaard, die op 17 Mei 1940 met donderend geraas in de vlammende toren naar beneden stortte, het symbool geworden van iet oude Middelburg, waaraan zij soms met zoveel weemoed terugdenken. Iet Middelburg met zyn smalle, kronkelige straatjes en zyn weelderige >olworken, zijn piepend trammetje en zyn pittoreske botermarkt, zijn on geschonden ryltdom aan monumenten uit het verleden en zjjn wonderlyk- iere licht over de prachtige kaaien. Gistermiddag heeft de eerste van d- 23 Nederlandse electrische locomotieven bestemd voor de Nederlandse Spoorwegen de Utrechtse werkplaatsen van „Werk spoor" verlaten. „Middelburg is Middelburg niet .eer", zeggen sommigen. Wat een .agische vergissing! Want ook zon der Steenrotse en St. Joris, zonder boterboerinnetjes en een ronde Markt heeft de stad haar eigen vertrouwde De gemeente-secretaris zucht maar eens, als hij ons vertelt hoe de voort varendheid Van zijn gemeentebestuur strandde op zovele factoren: subsi die, oorlogsschadevergoeding en wat al niet meer, „Ga maar eens mee boven kijken",; zegt hij en langs vele trappen en ladders komen we in de dakgoot van het fraaie stadhuis, vlak onder de toren. Zielig hangen daar een paar verroeste klepels In het donkere gat, waar klokken behoren. Verwaar loosd ziet er alles uit en het. is te begrijpen, dat de Tholenaars. vurig hopen, dat hun klokkenspel weer iq; ere wordt hersteld, want thans maftkt; de prachtige oüde toren een- - zeer- vervallen en trieste indruk. j Twee lege torens wachten op liet eiland Thoien op te terugkeer van hun bronzen stemmen en met lien wachten talloze bewoners van hét j eiland. Eeuwenlang hebben immers j dé carillons een vaste, plaats, in de gemeenschap ingenomen. Maar moedeloos, wordt men op Tholen geenszins en daarom staat dit vast: men zal daar aan de E&h- dracht niet rusten,, voordat ook ..dé torens van Tholen cn Sint Maar- tensdyk weer gerekend kunnen wor den tot de trotse „zingende torenè van Zeeland"....,. In de toren van Oosterland hangt de oudste klolc. van Zeeland. Zij draagt het jaartal 1424 en daarom staat ze op tic tyst van Monumentenzorg. Het randschrift vermeldt: Willam Butèndic fecit int jaer ons Heere MCCCC UIL Er hangt in deze toren nog een tweede klok, die waarschijnlijk uit dezelfde tijd dateert. Het randschrift van die. klok is echter ten dele uit gewist. Van de letters zijn nog de volgende te ontcijferen: „...Jam Butendió fecit. Ave Ma ria gratia plena. Dominus rerum Men mag wel aannemen, dat deze klok door dezelfde klokkengieter is gegoten als de klok van 1424. De zevende November viert 'de harpspeelster Rosa Spier haar zestigste verjaardag. Na het diploma van het Koninklyk Conservatorium, te Den i Haag met hoogste onderscheiding behaald te hebben, studeerde zy bij Otto Miilïer te Berlijn. In 1905 trad zy voor het eerst op als soliste in het ge bouw van Kunsten en Wetenschappen en was enige jaren eerste solo-har piste bij het Residentie-orkest. Rosa Spier was van 1932 tot 1946 verbonden aan het Concertgebouworkest. Sedertdien speelt zy bij het Radiophilhar- monisch Orkest en is tevens lerares aan de conservatoria van 's-Graven- hage en Amsterdam en van de Muziekschool te Rotterdam. karakter, haar intimiteit, haar schoonheid behouden. De Duitsers konden wél met hun bommen het centrum met de grond geiyk maken, doch daéraan viel niet te tornen. En komt de kroon van Lange Jan niet alweer boven het steiger-dwang buis uitglüren? Staat het complete carillon-arsenaal van klokken en kle pels niet al gereed om straks, vol vreugde naar boven, naar de inmid dels gedeeltelijk gebouwde klokken stoel te worden gehesen? Het is nog maar een kwestie van tyd en dan in Middelburg's jubileumjaar 1953 zal Walcheren's trouwe wachter weer een zingende toren wezen! Degenen, die zich met heimwee het gezang van weleer herinneren, zullen in. deze nieuwe beiaard de verloren gegane terugvinden. Aan de voet van de toren staat onverzettelyk en im posant, met geen twee armen te om vatten, een enorme luidklok de tijd te verbeiden, dat zy hoog in de hemel haar metalen mond weer mag roeren. Zij is dezelfde, die vóór de ramp haar I machtige bronzen stem over Middel burg deed schallen, zy was de tong van Lange Jan en zal dat weer wor den, want, gelukkig deze luidklok, die evenzeer bij Middelburg behoor de als de toren, die haar torste, kon nog hersteld worden. Het verhaal wil, dat, toen de vlammen reeds hoog opschoten in de Lange Jan, de hete lucht het bronzen gevaarte tn bewe ging bracht en het nog eenmaal zijn roepstem deed horen. Het was een aangry'pend afscheidslied, maar het is geen afscheid voor eeuwig gewor den. Ja, de oude beiaard leeft voort in de nieuwe! In de 48 nieuwe klokken de kleinste welhaast een forse ta felbel, de grootste nauwelijks door vier kloeke mannen te tillen heb ben de meester-gieters van Heilïger- lee tien ton schroot van de oude ver werkt. Het randschrift, dat zij op één hunner meesterwerken hebben aan gebracht, is dan ook niet misplaatst: „17 Mei 1940 tot zwijgen gebracht, verhef ik in 1953 mijn stem weer met kracht". Aeht-en-veertig nieuwe klokken en een formidabele lüidbel -wachten bij de toren op dat vreugdevolle moment. Nog' tweë: jaren dan zal Lange Jan Zyn houten jas hebben afgewor pen en zullen vele bronzen stemmen, zich verenigen in een blij en schoon klokkenlied, dat het wijde Zeeuwse land verkondigt: „Middelburg is her rezen, in oude glorie!" ALLE HOUT IS GEEN BASHOUT Hij heeft nu de smaak te pakken: volgende programmapunt is een cello Er zijn mensen, die in hun vrij© tyd scheepsmodellen bouwen ert met al lerlei materiaal soms een complete „Willem Ruys" in elkaar zetten. Anderen brengen hun tijd door mét hét vervaardigen van mmiatuurdraai- molens of van electrische spóórtretetjes, doch er zijn. maar weinig knut selaars, dië na volbrachte dagtaak èëri contrabas ïn elkaar zetten Fotograaf Kruithof van Souburg ls een van deze mensen en wie bij hem op bezoek komt, zal in de hoek van de winkel een fraai instrument aan treffen, door hérii in zijn vryé 'tyd: löét-grote-fOewijdihg vervétórdigd. De óörlog is er de eij igenlijke Kruithof deze eigenaardige hobby begon/. H'èt herstel van zijn zaak, die door de oor logshandelingen vrij ve.el. schade had- opgelopén, bracht financiële conse quenties met zich mee, zodat hlhziefr? genoodzaakt zag zijn contrabas te ver kopen. De heer Kruithofdeed het. échter mét "een - blöèdèftd hért: hij speelde er graag op en hield van de fraaie, diepe klahk. „Maar tja'Vver? telde hij ons „ik óaèht: misschien komt er nog wel eens een bétere tijd én dan, koop ik een nieuwe...." Enige tijd ha de bevriidiag, toen al les weer langzamerhand normhal b.e^ gon te worden en ook hét cülturele lef ven van Souburg weer in oude banen werd geleid, gaf het Souburgs'Man nenkoor een uitvoering met mede werking van een orkest en évenals vroeger klopte men bij de heer Kruit hof aan om zijn medewerking 'te vra gen als bassist. Daar stond; echter de Sóuburgsefotograaf zonder instru ment. Goede raad was duur, totdat èr een nood-oplossing kwam: de gedupeerde bassist kon voor een halfjaar de con trabas van „Apöllo" in Wissekerke hu ren, omdat deze vereniging dit instru» ment tóch niet gebruikte. Toen besloot de muzikale fotograaf zélf een contrabas te. maken, in hét half jaar, dat hij het instrument van Wissekerke in buis had. Nóg,nooit had hij zich met dergelijke precisiewerk bezig gehouden, maar omdat hij oor spronkelijk voor timmerman was öp« geleid, meende hij het w.èl te kunnen klaren. Het begon evénwel slecht, want het bleek, dat dé. noodzakelijke houtsoorten zoals vurenhout,niet, te krijgen waren. „Dan maar ander, hout" besliste de heer Kf uithof.maar he laas is alle hout geen bashout. Na enig zoeken besloot hij mahonie-trlplex ,'te nemen en mét dit materiaal toog hij aan de arbeid. Hij vond èen procédé om het makkelijk te buigen, experi menteerde met lijm en vèmis en ha maanden lang werken was eindelijk het omvangrijke instrument gereed. Alleen de snaren ontbraken nog. Toen kwam het grote moment. Dé strijkstok lag aï gereed, de snaren waren gekocht...... de vraag was nu: zou öe bas een goed gé- luid geven? Zorgvuldig monteerde fotograaf Kruithof de lange sna ren, stemde ze voorlopig, greep de strijkstoken streek: een mooie diepe bastoon'. Het werk was go- lukt! „En nu heb ik de smaak te pakken" zegt de fotograaf, „ik wil er nog een maken en verder mijn krachten eens op een cello beproeven. Je kunt nooit weten". In elk geval strijkt de heer Kruithof bij de uitvoeringen van het mannen koor thans weer op een eigen instru ment. Zijn huisvlijtklanken klinken werkelijk niet slecht! De 25.000 er int. In de 514e staatsloterij, 3e klasse, 2e lijst is op nummer 5012 een prijs van 25.000 gevallen. Zesendertig Korea vrijwilligers, t.w 19 Nederlanders. 15 .Fransen en 2 Belgen, zijn Donderdag met de „Generaal G. C. Ballou" in Rotterdam aangekomen. WEINIG CULTURELE EVENEMENTEN De Ninety-Nine-Club te Medan (Van onze correspondent). .DJAKARTA, October. By alle nare en sombere berichten, die de lezer tegenwoordig lilt Indonesië verneemt, zal men zich wel eens afvragen of liet leven in het tropénland nog wel een „lichtere zijde" kent, die van gepast vermaak en aangename afleiding. Welnu, In de grote centra der samenleving ontbreekt, hét daar gelukkig niet aan, ook al mist men vele culturele evene menten van vóór de oorlog, toén hier regelmatig bekende Nederlandse of buitenlandse artisten optraden. Daar hebben dc deviezenmoeilykheden een Stokje voor gestoken. Alleen een lichaam, als de B.P.N. ia nog wel in.staat een dergelyke luxe voor haar personeel te permitteren, en - dezeol iemaa tschappijis daarbij dan zo vriendelijk, de door haar ge organiseerde voorstellingen ook voor anderen dan E.P.M.-ers toegankelijk te stellen. Zo reist op het ogenblik Chiel de Boer met enkele medewer Iters .op kosten van de olie door Indo nesië.' Maar dit zijn tegenwoordig sléchts sporadische gebeurtenissen. Wié. een drama of een „show" wil zien, of muziek wil horen, is voorna melijk op de bioscoop aangewezen, en wat .dit betreft, heeft men wel een fceer ruime keus. Er zijn vele en prachtige bioscopen in dit land, Behalve de bioscoop zijn er in de fjrotere steden, eigenlyk voornamelijk n Djakarta en Bandoeng, de grote hotels, waar men eenmaal in de week èn gedurende de weekends naar een behoorlijk strijkje kan luisteren en op het terras kan dansen, in het ro mantische tropische maanlicht; en dezelfde genoegens bieden uiteraard de sociëteiten of de clubs, waarby de Medanse Club nog een zekere faam geniet om zijn uitstekende keuken en zijn gezellige bar. Buiten de hotels en deze sociëteiten zyn ér dan in Soera- baja en Djakarta nog enkele nacht clubs, waarvan de „Ninety,-Nine Club" in de Indonesische.hoofdstad de nieuwste is, die ook het meest exolu- Contractering van consumptie-aardappelen (Van onze Haagse redacteur). Het bedrijfschap voor aardappelen heeft besloten, zo vernemen wy, even als het vorig jaar de Stichting In koop en Verkoop Aardappelen (S.ï. V.A.) een hoeveelheid consumptie aardappelen te doen aankopen van zand- en kleigrond. De aan te kopen hoeveelheid zal echter belangrijk minder zijn dan vorig jaar, terwijl van kleigrond alleen een kleine hoe veelheid Alpha zal worden aange kocht. De pryzen, die naar gelang van de soort aardappelen variëren, zullen worden verhoogd met een bewaarver- goedihg, die oploopt van 0.50 per 100 kg. bij aflevering midden Novem ber tot 3 per 100 kg by aflevering einde Mei 1952. sief probeert fce zijn. De naam is te danken aan 99 aandeelhouders, die dit geval hebben opgezet: overigens een neel keurige gelegenheid. In ver band met de avondklok, die hier in Indonesië nog overal geldt, dient men al deze feestelijkheden echter vóór 12 uur des nachts te verinten wanneer men de rest van die nacht niet op het politiebureau wil doorbrengen. In de Nlnety-Niüe-Club heeft men de keuze om met middernacht naar hiiis te gaan óf tot des morgens vijf uur te blijven. Na vijf uur v.m. mag ieder een weer op straat. En de muziek speelt wel door. SPORT. En dan is er verder in Indonesië al tijd een zeer opgewekt sportleven: er wordt in de havens veel gezeild, er zijn overal zwembaden, het tennisspel wordt door mensen van alle landaar den zeer druk beoefend, de voetbal rolt. Zo is er nog afleiding en vermaak genoeg in dit land, en voor wie zijn genoegens liever thuis zoekt zyn er natuurlijk nog de beste vrienden van de méns: boeken; èn de radio. Maar van deze laatste is de aardigheid een beetje af, sedert men te Djakarta alle Westerse uitzendingen heeft stopge zet. Des avonds echter zit iedereen zenuwachtig aan de knopjes te draai en, in de noop dat hij de PCJ goed .krijgt", de stem van Nederland. En wie een ommetje gemaakt heeft, en langs een huis komend op de voor galerij de luide en klare stem van de omroeper inhet vaderland hoort, blijft onwillekeurig staan en luistert mee. En fluiBtert misschien: Amster damLeeuwardenVlissin gen... of noem U maar op, waar hij vandaan komt. Want hoe Interessant het leven hier ook kan zyn, en hoe men zich ook aan indonesië's pracht en praal van natuur en zonneschijn mag hechtenhet hart trekt...... N (Nadruk verboden).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1951 | | pagina 8