Geleerde onderzoekers legden
lang geleden al de grondslag
ROOZENBURG IN DE KLASSIEKE
PARTIJ STERKER DAN KELLER
.r
L0DEWIJK PINC0FFS, GENIE
EN BANKROETIER
EEN TELEFOONGESPREK MET
NORSAA
DE TELEVISIE HEEFT REEDS EEN GESCHIEDENIS
Zorg voor het „nieuwe oog der
mensheid"
Er Is niets nieuws onder de zon, zegt de Prediker en inderdaad, alles wat
de hicns aan nieuwigheid weet te scheppen, heeft eeuwenlang gesluimerd
in de natuur, maar was aanwezig en wordt alleen door voortschrijdende
wetenschap en techniek gerealiseerd. Het zelfde geldt uiteraard voor de
televisie en de leek staat verbaasd, als hy verneemt, hoever de deskundigen
teruggaan als zjj de geschiedenis van dc televisie gaan beschrijven. Dan
komen ze op zijn minst terecht bij Nipkow, die in 1884 oen aftastingsprin-
cipe ontwikkelde dat voor de televisie van fundamentele betekenis is of
bjj Campbell Swinton, die reeds in 1911 een geheel electronisch televisie
systeem beschreef, in een periode, das waarin kathodestraaibuizen nauwe
lijks bekend waren. Er bestaat zelfs een boek (van Richard W. Hubbel),
dat tot titel draagt: „4000 Years of Television".
Voor Nederland moet men de 'ge
schiedenis van de televisie zoeken in'
de archieven van het Philipsbèdrijf.
Op zichzelf is het merkwaardig, dat
een volledige televisieuitriisting op"
grond van de fudamentele reseaich
ontwikkeld werd door één enkele in
dustrie, waarbij elk detail en elk on
derdeel van de iconoscoop af tot de
zendantennen en het beeldscherm in
de huiskamer toe, door die maat
schappij werd ontworpen en vervaar
digd, waarbij men een gebalanceerd
geheel verkreeg van op elkaar afge
stemde onderdelen, met een ontwik
keling over de gehele linie.
Dc heer M, Leeuwin heeft daarom
trent, tijdens het televisie-forum, dat
in Hilversum door de Buitenlandse
Persvereniging in Nederland werd ge
organiseerd interessante dingen ver
teld. Eén aing maakte hij zeer dui
delijk: hoe hard er gewerkt moest
worden op wetenschappelijk en tech
nisch gebied, om deze wonderlijke
nieuwe vinding mogelijk te maken.
Terugkijkend in de Philips geschie
denis, vindt men daar een publicatie
in de „Onde Electrique" van 6 Sep
tember 1927, waarin een beschrijving
staat van enkele experimenten die
fundamenteel zyn voor televisie zoals
wy haar nu kennen. Daar wordt ge
sproken over een blok-oscillator in
zijn meest elementaire vorm, welke
oscillator heden ten dage in elke te
levisie apparatuur wordt gebruikt
voor het verkrijgen van aftastspan-
ningen. Er wordt in dat artikel
eveneens melding gemaakt van een
experiment dat betrekking had op
een nieuw soort trillingen, die later
relaxatie-trillingen" zyn genoemd.
Het waren vooral professor. Van der
Pol en de heer J. v. d. Mark, die de
aandacht der wetenschappelijke we
reld vestigden op deze relaxatie-tril
lingen, nu ook „zaagtand-stromen"
genoemd, en die een onderzoek in
stelden naar hun eigenschappen, wel
ke op markante wijze verschilden
van de eigenschappen der tot dan
toe bekende sinusvormige golven.
HARTSLAG.
De navorsers zochten naar het op-'
treden der gevonden trillings-ver-
schijnselen in de natuur, en ontdek
ten o.a. dat de hartslag kan worden
beschouwd als een systeem van re
laxatie-trillingen. Zij slaagden erin'
van het kloppende hart een electrisch
model te maken, waarvan de elec-
trocardiogrammen geheel overeen
kwamen met die van het echte hart.
Bovendien konden zij, door het wij*,
zigen van de electrisehe constanten,
bekende en onbekende hartslagaf
wijkingen te voorschijn brengen.
Veel later leidde dit researchwerk
tot de vervolmaking der tijdbasisscha-
kelingen. Natuurlijk beseften de ge
leerden destijds niet, dat zij de grond
slag legden voor de televisie en ja
renlang wisten zij niet, wat de juis
te toepassing zou worden van het
geen waaraan zij werkten.
Een andere bijdrage, die nader
hand van groot belang bleek te zijn
voor televisie, bestond uit het onder
zoek ingesteld naar de voortplanting
"Vair zeer korte radiogolven en naar
de eigenschappen van tweepolige
antennes.
Eeriiande/ onderwerp van diepgaand
onderzoek vormden, de fluirescerende
poeders, <die ?o; belangrijk zijn voor de
reproductie van het televisiebeeld.
Reeds vele'jaren geleden had men
beseft, dat het televisiebeeld betrek
kelijk groot zou moeten zijn om
blijvend te: kunnen voldoen. Aange
zien liet vervaardigen van grote di-
reCGzlcht btiizèn' in 'Europa op ern
stige industriële moeilijkheden stuit
te, werkte men reeds vanaf 1935
aan de ontvyiklceljng van een projec
tiesysteem dat tal van voordelen zou
bieden; dit systeem werd In 1937
voor de eerste keer in het openbaar
vertoond, namelijk op de Radio Ten
toonstelling te Londen.
Dit projectiesysteem is de laatste
jaren nog aanzienlijk verbeterd, me
de door de ontwikkeling van speci
ale schermen, die feitelyk uit milli-
oenen uiterst kleine Fresnel lenzen
bestaan.
DE BESTE METHODE.
Projectietelevisie is commercieel
reeds zeer succesvol gebleken en de
verwachting bestaat, dat deze tech
niek in de toekomst algemeen zal
worden, aanvaard als de beste metho
de van televisie-ontvangst. Philips
blijft echter met beide systemen
het directe systeem en het projec
tie-principe experimenteren.
Wat de practische toepassing be
treft: de laboratoria te Eindhoven be
gonnen reeds in 1934 met experimen
tele uitzendingen, welke duurden
tot het uitbreken van de oorlog in
1939. In 1936 werden de meeste Eu
ropese hoofdsteden, waaronder Boe
karest en Warschau, bezocht door
een televisiekaravaah, die met groot
succes openbare televisie-demonstra
ties gaf.
In 1948, het jaar waarin de zen
der Eindhoven in de aether ging,
vertrok een nieuwe televisie kara
vaan naar Brussel, Barcelona, Zu
rich, Parijs en andere Europese ste
den, om de moderne televisie-ont
wikkeling te demonstreren.
Bovendien werd een televisie-auto
ontwikkeld met ï-adioverbindingen op
zal het gebruik van televisie-apparaten uiteraard geïntensiveerd
len, waardoor eventuele reparaties en storingen meer veelvuldig
De Nederlandse Televisie Stichting zat 2 October a.s. beginnen met de
uitzending van de geregelde televisie-programma's in Nederland. Hler-
-door
worden,
zullen voorkomen.
Ten dienste van bezitters van Plüilps-televisietoesteUen heeft Philips
rijdende wagens, uitgerust met een Mobilifoon ingericht, zodat de tech
nicus oölc onderweg bereikbaar is. De wagen is voorzien van meetin
strumenten en materiaal om storingen zoveel mogelijk ter plaatse te ver
helpen, alsmede van een telescopisehe antenne van 10 meter lang, waar
mede de ontvangstcondities op een bepaald punt gecontróleerd kunnen
worden.
ONZE DAMRU
Bijzondere bijdrage voor de probleemliefhebbers
Wanneer a.s. Zaterdag naar alle
waarschijnlijkheid met de prolonga
tie van Roozenburgs wereldkampi
oenschap een einde zal zijn geko
men aan de strijd om de hoogste ti
tel, dan zal men niet kunnen terug
zien op een match, welke op de ver
beelding van het publiek heeft ge
werkt. Daarvoor waren beide spelers
teveel op de verdediging ingesteld.
Roozenburg speelde als een plotsfe.
ling oud en zeer wijs geworden man,
die zijn eigen brilliante systeem om
tactische redenen voor de duur van
deze match in de ban had gedaan.
Was dit voor Keiler zulk een verras
sing, dat hy vooral in het begin
van de match verzuimde hard toe
te slaan? Nu kan men terecht alle
bewondering hebben voor het oer-
degeiyke spel van Keiler, maar het
fijne raffinement van een Roozen
burg ontbreekt hem. Dit bleek ook
weer duidelijk in Roozenburgs twee
de winstpartij, waarbij hij Keiler
matador in het klassieke spel we
derom liet sneven in een tempo-
partij, zo verraderlijk als drijfzand.
Wit: R. C. Keiler, Amsterdam.
Zwart P. Roozenburg, Haarlem. Ge
speeld te Heerlen, 18 September '51.
1 32-28, 20-24; 2. 37-32, 14-20; 3.
34-29, 20-^5; 4. 29-20. 25-14; 5. 41-
37, 18-23; 6. 40-34, 14-20; 7. 33-29,
12-18: 8. 38-33, 16-21; 9. 42-38, 21-26;
10 45-40, 17-22; 11. 28x17, 11x22;
12.' 47-41, 7-12; 13. 32-28, 23x32; 14.
37x17, 12x21; 15. 29-24, 19x30; 16.
34x14, 10x19; 17. 40-34, 26x37; 18.
41x32, 21-26; 19. 35-30, 1-7; 20. 30-
25. 7-11: 21. 46-41, 11-17; 22. 41-37,
17-21; 23. 33-28, 6-11; 24. 29-33, 21-
27; 25. 32x21, 26x17: 26. 38-32, 8-12;
27. 43-38, 19-24; 28. 44-40. 13-19;
29. 40-35, 9-13; 30. 34-30, 18-23; 31.
36-31. 5-10; 32. 31-27, 10-14; 33. 49-
44. 11-16; 34. 37-31, 13-18; 35. 31-
26 23-29; 36. 44-40. 3-9; 37. 50-45,
9-i3; 38. 40-34, 29x40; 39. 45x34, 4-
9; 40. 48-42. 2-8; 41. 42-37, 17-21;
42. 26x17, 12x21; 43. 37-31, 8-12; 44.
31-26. 12-17; 45. 34-29, 18-22; 46. 27
xl8, 13x22; 47. 29x20, 15x24; 48. 28-
23 19x37; 49. 30x10, 9-14; 50. lOx
19, 37-41; 51. 25-20, 41-47; 52. 20-
14, 22-27.
Wit geeft op.
VOOR DE
PROBLEEMLIEFHEBBERS.
Van Nederlands grote man op het
gebied van problemen met name
van miniaturen de heer A. A.
Polman uit Bussum, ontvingen wij
niet minder dan 7 werkjes, als ex
clusieve bijdrage voor de lezers van
deze rubriek. Ook hier is commentaar
overbodig, omdat de schitterende in
houd voor zichzelf spreekt. De dia*
gram-stand geeft het beeld van pro
bleem no. I.
diagram!
Auteur: A. A. Polman, Bussum.-
I. Z. 7, 13, 14. 18, 25. 28 en 32.
W. 17, 29, 30, 34. 36. 37 en 39.
II. Z. 7. 13, i4. 21, 28/30 en 33.
W. 16, 27, 36, 37, 39, 40, 43 en 44.
III. Z. 10, 14, 20, 23, 28, 31 en 35.
W. 25, 32, 38, 39, 42, 44 en 50.
De overige 4 bijdragen volgen in
een latere rubriek.
Oplossing probleem C. M. van Poel
je uit de vorige rubriek:
24-30, 43-38, 30-35 en 38-32.
Ook van de heer van Poelje heb
ben wij nog een aantal problemen
In portefeuille, welke in de volgende
rubrieken een plaatsje zullen vinden.
zwart
Nu de televisie start.
Op 2 October komt het eer
ste televisie-programma der
gezamenlijke omroepverenigin
gen, die verenigd zijn in de Ne
derlandse Televisie Stichting,
in de lucht.
Des avonds om kwart over
acht gaan de beelden vanuit de
studio te Bussum de aether in
en zullen vla de zender té Lo-
Ëlk op de televisie-apparaten
zien zijn.
Nu de televisie officieel zijn
intrede doet in ons land, ls het
interessant te vernemen, dat
geleerden reeds lang geleden
grondslag legden voor de te-
visie, zonder dat zij het wis
ten. In bijgaand artikel wordt
hierover het één en ander ver
teld.
de korte en lange golf; deze auto
heeft reeds bij tal van gelegenheden
haar nut en betrouwbaarheid bewe
zen.
Gedurende de drie jaren, waarin
proefuitzendingen vanuit Eindhoven
werden gegeven, heeft men een stu
dio-techniek kunnen ontwikkelen; de
actieve en enthousiaste programma
staf heeft programma-mogelykheden
in alle richtingen kunnen onderzoe
ken, van voorstellingen met wilde die
ren tot wetenschappelijke voordrach
ten, van modeshows, kooklessen en
tclevaria tot televisie hersengymna
stiek, en vele andere onderwerpen,
te veel om op te sommen.
Het spreekt welhaast van zelf,
dat televisieuitzendingen niet wer
den verwaarloosd; met betrekkelijk
eenvoudige apparatuur werden wer
kelijk goede resultaten bereikt.
En toch, hoe schitterend de tech
nische kant van de televisie ook
moge zyn, de televisie op zichzelf is
slechts een methode om het publiek
op te voeden te vermaken en in te
lichten, waarbij het leven kan wor
den verrijkt en groter geluk kan
worden geschapen. Hier komt het
menselijke element naar voren; wan
neer televisie als een medium wordt
misbruikt, dan is niet de televisie
daaraan schuldig, doch het mense
lijk geweten. By de steeds groeiende
vraag naar vrije-tijds besteding,
waarbij televisie o.i. naast de radio,
ln de toekomst een belangrijke rol
zal spelen, komt een grote verant
woordelijkheid te rusten op diege
nen op wier schouders de zorg voor
dit „nieuwe oog der mensheid" nu
wordt gelegd.
HIJ MOEST VLUCHTEN NAAR AMERIKA.
Eens door zijn vaderstad Rotterdam op handen gedragen
(Van onze Haagse redactie)
Op 28 September zal het veertig jaar geleden z\jn, dat in New York een
Nederlander overleed, wie in zijn lange leven de hoogste verering en de
grootste verguizing ten deel viel, een man die door geheel Nederland, maar
bijzonder door zijn vaderstad Rotterdam op de handen werd gedragen we
gens zijn grote verdiensten en later werd bespot en gehekeld en gehaat om
zyn fouten, een groot organisator en pionier, doch tevens een bankroetier:
Lodewijk Pincoffs.
Lodewijk Pincoffs was de bouwer
van het nieuwe Rotterdam. Van zeer
eenvoudige komaf, klom hij dank zij
zijn grote talenten, enorme werk
kracht en voortvarendheid op tot de
hoogste posten. Hij wees een minis
terschap van de hand, was persoon
lijk bevriend met Prinsen en Konin
gen en stelde vriend en vijand teleur
toen hij in 1879 naar Amerika moest
vluchten, omdat zijn Afrikaanse Han
delsvereniging, die uiterlijk een flo
rerende millioenen-affaire scheen, in
wendig vals en voos bleek te zijn en
vanwege een millioenentekort, dat
door vervalste boeken en balansen
geheim was gehouden, de betalingen
moest staken. De verguizing, die na
zijn val zijn deel werd, was zo moge
lijk nog groter dan de eerbied die hem
tevoren was bewezen, tientallen
brochures, liedjes en spotprenten ge
tuigen er van en tientallen jaren is
de naam Pincoffs synoniem gebleven
met onbetrouwbaarheid en gemene
bedriegerij. Toen hij echter na dertig
jaar in Amerika een kommervol be
staante hebben geleid op 28 Sep
tember 1911 op 84-jarige leeftijd
overleed, trad een kentering in en
werd hij weer iets milder beoordeeld.
Men verheelde niet zijn fouten, doch
deed recht wedervaren aan de enor
me verdiensten, die hy zich voor de
stad Rotterdam heeft verworven.
Men dacht er in die dagen zelfs weer
aan, een standbeeld voor hem op te
richten.
Om de figuur van Lodewijk Pin
coffs te kunnen begrijpen moet men
zich 'n beeld kunnen vormen van het
Rotterdam zijner dagen. In het mid
den van de vorige eeuw had Rotter
dam nog geen 100.000 inwoners. Al
les woonde nog binnen de oude veste
en rondom was een wijds polderland,
doorsneden door lanen, met bleker ij-
en en kwekerijen en theetuinen. De
woningtoestanden en de „geurende"
grachten waren deplorabel.
AMSTERDAMS PODIUM
Varen, niet léven is noodzakelijk
Het was niet iets, dat men een restaurant kon noemen en 't Was ook
geen café. Het was geen cafetaria en geen snackbar. Geen tingeltangel en
geen lymkit. Het had geen mooie, romantische naam en evenmin een zin
vol uithangbord. Het bezat geen helverlichte vensters en geen portier. Het
was niet omgeven met een geur van misdaad. Er was beslist nog nooit een
moord gebeurd en het zag er evenmin naar uit, dat zoiets daar ooit zou
plaatsvinden. Het was alleen maar een grauw koffiezaakje, ergens op de
Prins Hendrikkade, en het enige bijzondere er aan was, dat het hoege
naamd niets byzonders bezat, 't Was volstrekt onpersoonlijk.
We zaten daar te wachten op
iemand die beloofd had te komen,
maar nog steeds niet kwam. Er was
weinig om de tijd te doden. Er lag
een Panorama van Juni 1948, een
nummer van Libelle van daaromtrent
en een bundel exemplaren van 't Dag
blad Scheepvaart, vies, goor en. be
duimeld. Beduimeld zag ook de baas
van dat zaakje er uit, die achter de
kleine, afgebladderde tapkast hing er
met een Denksport bezig was. De kof
fie was nauwelijks te drinken en de
teksten aan de wanden kenden we in
middels uit ons hoofd.
Wij bepeinsden de leeftijd van dat
zaakje en taxeerden die op een jaar
of veertig. Veertig jaar had het hier
in de rij gestaan, als tijdelijk onder
dak voor zeelui, die met een paar
kwartier geen raad weten. Er was
nóg een bezoeker, een man in een
trui. Hij lag voorover op het tafeltje
met zijn handen onder zijn hoofd. Hij
was niet dronken en niet aangescho
ten. Hij sliep alleen maar, omdat hij
niets anders te doen had, tussen de
vier bruingerookte, groezelige wan
den van net onpersoonlijkste aller
Amsterdamse koffiehuizen.
Toen we besloten toch maar 't Dag
blad Scheepvaart in te kyken, kwa
men ze binnen.
X
Het waren twee mannen, dertigers
en zeelui. Een grote en een kleine.
Tegelijk met hen kwam een stuk zee
binnen. Die hing aan en rond de
mannen, een barse, harde, stugge,
bitse zee. Niet de zee van Zandvoort
of Scheveningen. maar een andere.
Bitter en zout. En hopeloos groot. De
zee, waarvan men nooit iets in ge
dichten leest, tenzij van Slauerhoff.
De zee, die mensen soms vervloeken,
omdat- ze onontkoombaar is en vals.
Een grijze, listige heks, een loeder.
Ze stonken naar zout water en rode
roest, naar teer en muffe ruimen. Ze
zagen er uit of ze het niet bijster
breed hadden. Waarschijnlijk twee
matrozen, twee koelies van de zee,
voor een ogenblik uitgespuwd dooi
de zee en verdwaald in Amsterdam.
De eigenaar van het koffiehuis be
keek hen somber en critisch. Ze za
gen er niet naar uit dat ze veel méér
dan twee maal één kop koffie zou
den nemen. Hy kende dat. Eerst in
zjjn zaak koffie dringen en daar
na donker Amsterdam in.
H*J vroeg wat het zfc'n moest en ik
hoorde ze brabbelen. Een raar taal
tje, met hier pn daar een half-be-
kende klank. O ja....... Denen. Twee
Denen, op stap in Amsterdam by
avond.
Er werd steeds doorgepraat, om
dat de eigenaar er niet uit wys kon,
maar ten slotte slofte hy toch weg
en kwam even later terug met twee
koppen koffie en twee maal twee
sneedies brood.
Ik had niets anders te doen en aan
zag de scène. Ze deden iets, wat je
eigeniyk niet verwachtte in zo'n
zaakje. Ze vouwden allebei hun han
den en gingen bidden voor die kof
fie en dat brood. Toen ze klaar wa
ren met bidden, hapten ze gulzig in
het brood.
X
De baas was intussen naar de tele
foon gelopen en vroeg om interlocaal.
Toen de juffrouw zich meldde, hoordé
ik dat hij een gesprek moest hebben
met een plaats, waarvan ik de naam
nooit had gehoord. Norsaa, of zoiets,
in Denemarken. Een havenplaatsje,
zei hij erbij, om het de interlocale juf
frouw gemakkelyk te maken.
Het leek allemaal erg moeilijk en
omslachtig te gaan en toen het brood
en de koffie op waren, kwam er nóg
steeds geen gesprek door. Dat was
er óók nog niet toen de man kwam,
waarop ik zat te wachten.
Haast drie kwartier zaten we te
praten e nal die tyd wachtten de twee
Denen op het aangevraagde gesprek.
Ze zaten allebei kaarsrecht op hun
stoelen en zeiden geen woord tegen
elkaar. Ze zagen er tnoe en teleurge
steld uit en hoe langer hoe minder
geloofde ik aan hun feest van Am-
sterdam-bij-nacht. Het paste niet bij
bidden voor het brood en het aanvra
gen van dat plaatsje ergens in Dene
marken, 's avonds ^tegen negenen.
Ineens verscheurde de telefoonbel
de stilte. De twee Denen sprongen te
gelijk op, maar de eigenaar van de
zaak was het eerst by het apparaat.
Toen duurde het nog een volle tien mi
nuten en daarna spraken de mannen.
Eerst de grootste, toen de kleinere.
Ik verstond er geen woord van, van
dat half Wnnensmonds geprevelde ge
sprek. Ze'stonden met hun rug naar
me toe en het was alsof ze de hoorn
in hun jasje wilden stoppen om zó te
spreken, dat niemand het maar horen
zou. De eigenaar stond er duister en
haast dreigend by. Ten slotte moest
hij nog maar afwachten of hy zijn
geld kreeg. Zeelui zijn zeelui.
Toen de kleinste klaar was, hing
hy de hoorn heel voorzichtig op
De Baas vroeg de kosten aan de
interlocale juffrouw en de mannen
betaalden met opgerolde bruine bank
biljetjes. Er werd nu een beetje En-
fels gesproken en de zaak werd vj-y
uldelijk. Ze waren al een jaar van
huis en hadden gedacht over twee
weken thuis te zyn. Maar ze moesten
terug naar een Marokaanse haven en
het kon nu wel weer een half jaar
duren eer ze ln Norsaa kwamen.
Daarom hadden ze even de moeder
van de lange opgebeld; die had een
telefoon. Ze zou het vanavond aan
him vrouwen doorgeven.
En dat was alles.
En dat is niets byzonders. Twee
zeelui, die een adres in Denemarken
opbelden en zeiden dat ze nog niet
thuiskwamen. Later zouden ze ko
men, over een half jaar. Of nóg la
ter, als dat zo uitkwam met hun
schip. Ze vertrokken en we keken ze
Lodewyk Pincoffs
bespot en gehekeld,...
Men was conservatief en Stond af
wijzend tegen nieuwigheden, men
leefde in een kleine vriendschappelij
ke kring, had weinig omgang met
vreemden en miste de ruime, blik, die
voor een handelsstad zo nodig is.
Toen Lodewyk Pincoffs in 1856
toen er door de dood van de heer
Ezechiels een „Joodse plaats" vrij
kwam zyn intrede deed in de ge
meenteraad, was het met die geza-
penheid spoedig gedaan.
Overal bemoeide hy zich mee en
overal scheen hy verstand van te heb
ben van economische politiek tot en
met gezondheidszorg en zelfs van
sterrenkunde. Gaanaen
roter.
aeweg werd zyn
sterrenkunde,
macht L-- ----
In 1869, toen hy reeds grote Invloed
had naar binnen en naar buiten,
kocht hij met zyn zwager een facto-
de Westkust van Afrika en
;e de Afrikaanse Handélsvereni-
gingop.
DEBACLE
Geruime tijd floreerde deze zaak
uitstekend, doch later volgde tegen
slag op tegenslag.
Terwille van zyn naam, terwille
van zijn commissarissen, terwille van
Rotterdam en zyn hoge relaties pro
beerde Pincoffs de naderende debacle
te verbergen en in grenzenloos opti
misme heeft hy waarschynlyk steeds
in de vaste overtuiging geleefd, dat
hy deze kon voorkomen. In dat geval
zou lof en eer zyn deel geworden zijn
vanwege zijn moed en doorzettings
kracht en zijn vooruitziende blik, nu
het misliep was verguizing zyn (ver
diende) loon.
Ondertussen waren in Rotterdam
enorme werken en ondernemingen op
zijn initiatief tot stand gekomen en
zyn val betekende byna de val van
Rotterdam. Geheel Rotterdam had
het commercieel vertrouwen verloren
en op buitenlandse beurzen werd pa
pier op Rotterdam als onverkoopbaar
afgewezen. Grote credietverleningen
van de Nederlande Bank konden ech
ter een run op de kleinere banken
voorkomen.
Wie hem eerst hadden geëerd als
„de voorzienigheid van Rotterdam",
hadden nu nog slechts verwyten over
voor de man, die Rotterdam tot bloei
en grootheid had gebracht.
Een neef van Pincoffs, die in zijn
glorietijd trots was op zijn naam, ad
verteerde, dat hy „niets van doen had
met zekere Lodewijk Pincoffs".
De bezittingen van Pincoffs werden
openbaar verkocht, doch de mensen
„waren er vies van". Een album, dat
de burgerij van Rotterdam hem had
feschonken, werd door een bekend
urger aangekocht en verbrand.
HANDELTJE IN SIGAREN
De kranten brachten sensationele
berichten over de enorme bedragen,
die hy had „gestolen" en over 't luxe
leven, dat hij in Amerika leidde. In
werkelijkheid trachtte de man, die
over millioenen had beschikt, in de
nieuwe wereld de kost te verdienen
met een detailhandel in sigaren. Later
werd hij dank zy een erfenis van
zyn vrouw voor de ergste armoe
de in zijn ouderdom bespaard.
Heden ten dage is men zeker ge
neigd met inachtneming van zyn
fouten recht te laten wedervaren
aan zyn verdiensten. In ieder geval
is hij het geweest, die Rotterdam
wakker heeft geschud en het is wak
ker gebleven.
na (behalve de ene man, die alsmaar
dóórsliep).
De eigenaar slenterde naderby en
stak 'n cigaret op. „Armoedzaaiers",
zei hy en in dat woord lag heel zijn
minachting voor die twee Denen. Ên
nóg eens zei hy: „Armoedzaaiers".
Toen spuwde hy in de balie, die naast
de tapkast stond.
In de aristocratische vestibules en
de directiekamers van heel wat rede-
ryen staat dat oude, zinvolle woord
geschreven: „Navigare necesse est,
vlvere haud". Hetgeen zoveel wil zeg
gen als: „Niet léven, maar véren is
noodzakelijk". Een trots en sterk
woord.
Die avond leerden„wij de juistheid
van dat woord. Dat wil zeggen: bui
ten de vestibules en ver van de di
rectiekamers der scheepvaartmaat-
schappyen.
ANTHONY VAN KAMPEN