Geleerde onderzoekers legden lang geleden al de grondslag ROOZENBURG IN DE KLASSIEKE PARTIJ STERKER DAN KELLER .r L0DEWIJK PINC0FFS, GENIE EN BANKROETIER EEN TELEFOONGESPREK MET NORSAA DE TELEVISIE HEEFT REEDS EEN GESCHIEDENIS Zorg voor het „nieuwe oog der mensheid" Er Is niets nieuws onder de zon, zegt de Prediker en inderdaad, alles wat de hicns aan nieuwigheid weet te scheppen, heeft eeuwenlang gesluimerd in de natuur, maar was aanwezig en wordt alleen door voortschrijdende wetenschap en techniek gerealiseerd. Het zelfde geldt uiteraard voor de televisie en de leek staat verbaasd, als hy verneemt, hoever de deskundigen teruggaan als zjj de geschiedenis van dc televisie gaan beschrijven. Dan komen ze op zijn minst terecht bij Nipkow, die in 1884 oen aftastingsprin- cipe ontwikkelde dat voor de televisie van fundamentele betekenis is of bjj Campbell Swinton, die reeds in 1911 een geheel electronisch televisie systeem beschreef, in een periode, das waarin kathodestraaibuizen nauwe lijks bekend waren. Er bestaat zelfs een boek (van Richard W. Hubbel), dat tot titel draagt: „4000 Years of Television". Voor Nederland moet men de 'ge schiedenis van de televisie zoeken in' de archieven van het Philipsbèdrijf. Op zichzelf is het merkwaardig, dat een volledige televisieuitriisting op" grond van de fudamentele reseaich ontwikkeld werd door één enkele in dustrie, waarbij elk detail en elk on derdeel van de iconoscoop af tot de zendantennen en het beeldscherm in de huiskamer toe, door die maat schappij werd ontworpen en vervaar digd, waarbij men een gebalanceerd geheel verkreeg van op elkaar afge stemde onderdelen, met een ontwik keling over de gehele linie. Dc heer M, Leeuwin heeft daarom trent, tijdens het televisie-forum, dat in Hilversum door de Buitenlandse Persvereniging in Nederland werd ge organiseerd interessante dingen ver teld. Eén aing maakte hij zeer dui delijk: hoe hard er gewerkt moest worden op wetenschappelijk en tech nisch gebied, om deze wonderlijke nieuwe vinding mogelijk te maken. Terugkijkend in de Philips geschie denis, vindt men daar een publicatie in de „Onde Electrique" van 6 Sep tember 1927, waarin een beschrijving staat van enkele experimenten die fundamenteel zyn voor televisie zoals wy haar nu kennen. Daar wordt ge sproken over een blok-oscillator in zijn meest elementaire vorm, welke oscillator heden ten dage in elke te levisie apparatuur wordt gebruikt voor het verkrijgen van aftastspan- ningen. Er wordt in dat artikel eveneens melding gemaakt van een experiment dat betrekking had op een nieuw soort trillingen, die later relaxatie-trillingen" zyn genoemd. Het waren vooral professor. Van der Pol en de heer J. v. d. Mark, die de aandacht der wetenschappelijke we reld vestigden op deze relaxatie-tril lingen, nu ook „zaagtand-stromen" genoemd, en die een onderzoek in stelden naar hun eigenschappen, wel ke op markante wijze verschilden van de eigenschappen der tot dan toe bekende sinusvormige golven. HARTSLAG. De navorsers zochten naar het op-' treden der gevonden trillings-ver- schijnselen in de natuur, en ontdek ten o.a. dat de hartslag kan worden beschouwd als een systeem van re laxatie-trillingen. Zij slaagden erin' van het kloppende hart een electrisch model te maken, waarvan de elec- trocardiogrammen geheel overeen kwamen met die van het echte hart. Bovendien konden zij, door het wij*, zigen van de electrisehe constanten, bekende en onbekende hartslagaf wijkingen te voorschijn brengen. Veel later leidde dit researchwerk tot de vervolmaking der tijdbasisscha- kelingen. Natuurlijk beseften de ge leerden destijds niet, dat zij de grond slag legden voor de televisie en ja renlang wisten zij niet, wat de juis te toepassing zou worden van het geen waaraan zij werkten. Een andere bijdrage, die nader hand van groot belang bleek te zijn voor televisie, bestond uit het onder zoek ingesteld naar de voortplanting "Vair zeer korte radiogolven en naar de eigenschappen van tweepolige antennes. Eeriiande/ onderwerp van diepgaand onderzoek vormden, de fluirescerende poeders, <die ?o; belangrijk zijn voor de reproductie van het televisiebeeld. Reeds vele'jaren geleden had men beseft, dat het televisiebeeld betrek kelijk groot zou moeten zijn om blijvend te: kunnen voldoen. Aange zien liet vervaardigen van grote di- reCGzlcht btiizèn' in 'Europa op ern stige industriële moeilijkheden stuit te, werkte men reeds vanaf 1935 aan de ontvyiklceljng van een projec tiesysteem dat tal van voordelen zou bieden; dit systeem werd In 1937 voor de eerste keer in het openbaar vertoond, namelijk op de Radio Ten toonstelling te Londen. Dit projectiesysteem is de laatste jaren nog aanzienlijk verbeterd, me de door de ontwikkeling van speci ale schermen, die feitelyk uit milli- oenen uiterst kleine Fresnel lenzen bestaan. DE BESTE METHODE. Projectietelevisie is commercieel reeds zeer succesvol gebleken en de verwachting bestaat, dat deze tech niek in de toekomst algemeen zal worden, aanvaard als de beste metho de van televisie-ontvangst. Philips blijft echter met beide systemen het directe systeem en het projec tie-principe experimenteren. Wat de practische toepassing be treft: de laboratoria te Eindhoven be gonnen reeds in 1934 met experimen tele uitzendingen, welke duurden tot het uitbreken van de oorlog in 1939. In 1936 werden de meeste Eu ropese hoofdsteden, waaronder Boe karest en Warschau, bezocht door een televisiekaravaah, die met groot succes openbare televisie-demonstra ties gaf. In 1948, het jaar waarin de zen der Eindhoven in de aether ging, vertrok een nieuwe televisie kara vaan naar Brussel, Barcelona, Zu rich, Parijs en andere Europese ste den, om de moderne televisie-ont wikkeling te demonstreren. Bovendien werd een televisie-auto ontwikkeld met ï-adioverbindingen op zal het gebruik van televisie-apparaten uiteraard geïntensiveerd len, waardoor eventuele reparaties en storingen meer veelvuldig De Nederlandse Televisie Stichting zat 2 October a.s. beginnen met de uitzending van de geregelde televisie-programma's in Nederland. Hler- -door worden, zullen voorkomen. Ten dienste van bezitters van Plüilps-televisietoesteUen heeft Philips rijdende wagens, uitgerust met een Mobilifoon ingericht, zodat de tech nicus oölc onderweg bereikbaar is. De wagen is voorzien van meetin strumenten en materiaal om storingen zoveel mogelijk ter plaatse te ver helpen, alsmede van een telescopisehe antenne van 10 meter lang, waar mede de ontvangstcondities op een bepaald punt gecontróleerd kunnen worden. ONZE DAMRU Bijzondere bijdrage voor de probleemliefhebbers Wanneer a.s. Zaterdag naar alle waarschijnlijkheid met de prolonga tie van Roozenburgs wereldkampi oenschap een einde zal zijn geko men aan de strijd om de hoogste ti tel, dan zal men niet kunnen terug zien op een match, welke op de ver beelding van het publiek heeft ge werkt. Daarvoor waren beide spelers teveel op de verdediging ingesteld. Roozenburg speelde als een plotsfe. ling oud en zeer wijs geworden man, die zijn eigen brilliante systeem om tactische redenen voor de duur van deze match in de ban had gedaan. Was dit voor Keiler zulk een verras sing, dat hy vooral in het begin van de match verzuimde hard toe te slaan? Nu kan men terecht alle bewondering hebben voor het oer- degeiyke spel van Keiler, maar het fijne raffinement van een Roozen burg ontbreekt hem. Dit bleek ook weer duidelijk in Roozenburgs twee de winstpartij, waarbij hij Keiler matador in het klassieke spel we derom liet sneven in een tempo- partij, zo verraderlijk als drijfzand. Wit: R. C. Keiler, Amsterdam. Zwart P. Roozenburg, Haarlem. Ge speeld te Heerlen, 18 September '51. 1 32-28, 20-24; 2. 37-32, 14-20; 3. 34-29, 20-^5; 4. 29-20. 25-14; 5. 41- 37, 18-23; 6. 40-34, 14-20; 7. 33-29, 12-18: 8. 38-33, 16-21; 9. 42-38, 21-26; 10 45-40, 17-22; 11. 28x17, 11x22; 12.' 47-41, 7-12; 13. 32-28, 23x32; 14. 37x17, 12x21; 15. 29-24, 19x30; 16. 34x14, 10x19; 17. 40-34, 26x37; 18. 41x32, 21-26; 19. 35-30, 1-7; 20. 30- 25. 7-11: 21. 46-41, 11-17; 22. 41-37, 17-21; 23. 33-28, 6-11; 24. 29-33, 21- 27; 25. 32x21, 26x17: 26. 38-32, 8-12; 27. 43-38, 19-24; 28. 44-40. 13-19; 29. 40-35, 9-13; 30. 34-30, 18-23; 31. 36-31. 5-10; 32. 31-27, 10-14; 33. 49- 44. 11-16; 34. 37-31, 13-18; 35. 31- 26 23-29; 36. 44-40. 3-9; 37. 50-45, 9-i3; 38. 40-34, 29x40; 39. 45x34, 4- 9; 40. 48-42. 2-8; 41. 42-37, 17-21; 42. 26x17, 12x21; 43. 37-31, 8-12; 44. 31-26. 12-17; 45. 34-29, 18-22; 46. 27 xl8, 13x22; 47. 29x20, 15x24; 48. 28- 23 19x37; 49. 30x10, 9-14; 50. lOx 19, 37-41; 51. 25-20, 41-47; 52. 20- 14, 22-27. Wit geeft op. VOOR DE PROBLEEMLIEFHEBBERS. Van Nederlands grote man op het gebied van problemen met name van miniaturen de heer A. A. Polman uit Bussum, ontvingen wij niet minder dan 7 werkjes, als ex clusieve bijdrage voor de lezers van deze rubriek. Ook hier is commentaar overbodig, omdat de schitterende in houd voor zichzelf spreekt. De dia* gram-stand geeft het beeld van pro bleem no. I. diagram! Auteur: A. A. Polman, Bussum.- I. Z. 7, 13, 14. 18, 25. 28 en 32. W. 17, 29, 30, 34. 36. 37 en 39. II. Z. 7. 13, i4. 21, 28/30 en 33. W. 16, 27, 36, 37, 39, 40, 43 en 44. III. Z. 10, 14, 20, 23, 28, 31 en 35. W. 25, 32, 38, 39, 42, 44 en 50. De overige 4 bijdragen volgen in een latere rubriek. Oplossing probleem C. M. van Poel je uit de vorige rubriek: 24-30, 43-38, 30-35 en 38-32. Ook van de heer van Poelje heb ben wij nog een aantal problemen In portefeuille, welke in de volgende rubrieken een plaatsje zullen vinden. zwart Nu de televisie start. Op 2 October komt het eer ste televisie-programma der gezamenlijke omroepverenigin gen, die verenigd zijn in de Ne derlandse Televisie Stichting, in de lucht. Des avonds om kwart over acht gaan de beelden vanuit de studio te Bussum de aether in en zullen vla de zender té Lo- Ëlk op de televisie-apparaten zien zijn. Nu de televisie officieel zijn intrede doet in ons land, ls het interessant te vernemen, dat geleerden reeds lang geleden grondslag legden voor de te- visie, zonder dat zij het wis ten. In bijgaand artikel wordt hierover het één en ander ver teld. de korte en lange golf; deze auto heeft reeds bij tal van gelegenheden haar nut en betrouwbaarheid bewe zen. Gedurende de drie jaren, waarin proefuitzendingen vanuit Eindhoven werden gegeven, heeft men een stu dio-techniek kunnen ontwikkelen; de actieve en enthousiaste programma staf heeft programma-mogelykheden in alle richtingen kunnen onderzoe ken, van voorstellingen met wilde die ren tot wetenschappelijke voordrach ten, van modeshows, kooklessen en tclevaria tot televisie hersengymna stiek, en vele andere onderwerpen, te veel om op te sommen. Het spreekt welhaast van zelf, dat televisieuitzendingen niet wer den verwaarloosd; met betrekkelijk eenvoudige apparatuur werden wer kelijk goede resultaten bereikt. En toch, hoe schitterend de tech nische kant van de televisie ook moge zyn, de televisie op zichzelf is slechts een methode om het publiek op te voeden te vermaken en in te lichten, waarbij het leven kan wor den verrijkt en groter geluk kan worden geschapen. Hier komt het menselijke element naar voren; wan neer televisie als een medium wordt misbruikt, dan is niet de televisie daaraan schuldig, doch het mense lijk geweten. By de steeds groeiende vraag naar vrije-tijds besteding, waarbij televisie o.i. naast de radio, ln de toekomst een belangrijke rol zal spelen, komt een grote verant woordelijkheid te rusten op diege nen op wier schouders de zorg voor dit „nieuwe oog der mensheid" nu wordt gelegd. HIJ MOEST VLUCHTEN NAAR AMERIKA. Eens door zijn vaderstad Rotterdam op handen gedragen (Van onze Haagse redactie) Op 28 September zal het veertig jaar geleden z\jn, dat in New York een Nederlander overleed, wie in zijn lange leven de hoogste verering en de grootste verguizing ten deel viel, een man die door geheel Nederland, maar bijzonder door zijn vaderstad Rotterdam op de handen werd gedragen we gens zijn grote verdiensten en later werd bespot en gehekeld en gehaat om zyn fouten, een groot organisator en pionier, doch tevens een bankroetier: Lodewijk Pincoffs. Lodewijk Pincoffs was de bouwer van het nieuwe Rotterdam. Van zeer eenvoudige komaf, klom hij dank zij zijn grote talenten, enorme werk kracht en voortvarendheid op tot de hoogste posten. Hij wees een minis terschap van de hand, was persoon lijk bevriend met Prinsen en Konin gen en stelde vriend en vijand teleur toen hij in 1879 naar Amerika moest vluchten, omdat zijn Afrikaanse Han delsvereniging, die uiterlijk een flo rerende millioenen-affaire scheen, in wendig vals en voos bleek te zijn en vanwege een millioenentekort, dat door vervalste boeken en balansen geheim was gehouden, de betalingen moest staken. De verguizing, die na zijn val zijn deel werd, was zo moge lijk nog groter dan de eerbied die hem tevoren was bewezen, tientallen brochures, liedjes en spotprenten ge tuigen er van en tientallen jaren is de naam Pincoffs synoniem gebleven met onbetrouwbaarheid en gemene bedriegerij. Toen hij echter na dertig jaar in Amerika een kommervol be staante hebben geleid op 28 Sep tember 1911 op 84-jarige leeftijd overleed, trad een kentering in en werd hij weer iets milder beoordeeld. Men verheelde niet zijn fouten, doch deed recht wedervaren aan de enor me verdiensten, die hy zich voor de stad Rotterdam heeft verworven. Men dacht er in die dagen zelfs weer aan, een standbeeld voor hem op te richten. Om de figuur van Lodewijk Pin coffs te kunnen begrijpen moet men zich 'n beeld kunnen vormen van het Rotterdam zijner dagen. In het mid den van de vorige eeuw had Rotter dam nog geen 100.000 inwoners. Al les woonde nog binnen de oude veste en rondom was een wijds polderland, doorsneden door lanen, met bleker ij- en en kwekerijen en theetuinen. De woningtoestanden en de „geurende" grachten waren deplorabel. AMSTERDAMS PODIUM Varen, niet léven is noodzakelijk Het was niet iets, dat men een restaurant kon noemen en 't Was ook geen café. Het was geen cafetaria en geen snackbar. Geen tingeltangel en geen lymkit. Het had geen mooie, romantische naam en evenmin een zin vol uithangbord. Het bezat geen helverlichte vensters en geen portier. Het was niet omgeven met een geur van misdaad. Er was beslist nog nooit een moord gebeurd en het zag er evenmin naar uit, dat zoiets daar ooit zou plaatsvinden. Het was alleen maar een grauw koffiezaakje, ergens op de Prins Hendrikkade, en het enige bijzondere er aan was, dat het hoege naamd niets byzonders bezat, 't Was volstrekt onpersoonlijk. We zaten daar te wachten op iemand die beloofd had te komen, maar nog steeds niet kwam. Er was weinig om de tijd te doden. Er lag een Panorama van Juni 1948, een nummer van Libelle van daaromtrent en een bundel exemplaren van 't Dag blad Scheepvaart, vies, goor en. be duimeld. Beduimeld zag ook de baas van dat zaakje er uit, die achter de kleine, afgebladderde tapkast hing er met een Denksport bezig was. De kof fie was nauwelijks te drinken en de teksten aan de wanden kenden we in middels uit ons hoofd. Wij bepeinsden de leeftijd van dat zaakje en taxeerden die op een jaar of veertig. Veertig jaar had het hier in de rij gestaan, als tijdelijk onder dak voor zeelui, die met een paar kwartier geen raad weten. Er was nóg een bezoeker, een man in een trui. Hij lag voorover op het tafeltje met zijn handen onder zijn hoofd. Hij was niet dronken en niet aangescho ten. Hij sliep alleen maar, omdat hij niets anders te doen had, tussen de vier bruingerookte, groezelige wan den van net onpersoonlijkste aller Amsterdamse koffiehuizen. Toen we besloten toch maar 't Dag blad Scheepvaart in te kyken, kwa men ze binnen. X Het waren twee mannen, dertigers en zeelui. Een grote en een kleine. Tegelijk met hen kwam een stuk zee binnen. Die hing aan en rond de mannen, een barse, harde, stugge, bitse zee. Niet de zee van Zandvoort of Scheveningen. maar een andere. Bitter en zout. En hopeloos groot. De zee, waarvan men nooit iets in ge dichten leest, tenzij van Slauerhoff. De zee, die mensen soms vervloeken, omdat- ze onontkoombaar is en vals. Een grijze, listige heks, een loeder. Ze stonken naar zout water en rode roest, naar teer en muffe ruimen. Ze zagen er uit of ze het niet bijster breed hadden. Waarschijnlijk twee matrozen, twee koelies van de zee, voor een ogenblik uitgespuwd dooi de zee en verdwaald in Amsterdam. De eigenaar van het koffiehuis be keek hen somber en critisch. Ze za gen er niet naar uit dat ze veel méér dan twee maal één kop koffie zou den nemen. Hy kende dat. Eerst in zjjn zaak koffie dringen en daar na donker Amsterdam in. H*J vroeg wat het zfc'n moest en ik hoorde ze brabbelen. Een raar taal tje, met hier pn daar een half-be- kende klank. O ja....... Denen. Twee Denen, op stap in Amsterdam by avond. Er werd steeds doorgepraat, om dat de eigenaar er niet uit wys kon, maar ten slotte slofte hy toch weg en kwam even later terug met twee koppen koffie en twee maal twee sneedies brood. Ik had niets anders te doen en aan zag de scène. Ze deden iets, wat je eigeniyk niet verwachtte in zo'n zaakje. Ze vouwden allebei hun han den en gingen bidden voor die kof fie en dat brood. Toen ze klaar wa ren met bidden, hapten ze gulzig in het brood. X De baas was intussen naar de tele foon gelopen en vroeg om interlocaal. Toen de juffrouw zich meldde, hoordé ik dat hij een gesprek moest hebben met een plaats, waarvan ik de naam nooit had gehoord. Norsaa, of zoiets, in Denemarken. Een havenplaatsje, zei hij erbij, om het de interlocale juf frouw gemakkelyk te maken. Het leek allemaal erg moeilijk en omslachtig te gaan en toen het brood en de koffie op waren, kwam er nóg steeds geen gesprek door. Dat was er óók nog niet toen de man kwam, waarop ik zat te wachten. Haast drie kwartier zaten we te praten e nal die tyd wachtten de twee Denen op het aangevraagde gesprek. Ze zaten allebei kaarsrecht op hun stoelen en zeiden geen woord tegen elkaar. Ze zagen er tnoe en teleurge steld uit en hoe langer hoe minder geloofde ik aan hun feest van Am- sterdam-bij-nacht. Het paste niet bij bidden voor het brood en het aanvra gen van dat plaatsje ergens in Dene marken, 's avonds ^tegen negenen. Ineens verscheurde de telefoonbel de stilte. De twee Denen sprongen te gelijk op, maar de eigenaar van de zaak was het eerst by het apparaat. Toen duurde het nog een volle tien mi nuten en daarna spraken de mannen. Eerst de grootste, toen de kleinere. Ik verstond er geen woord van, van dat half Wnnensmonds geprevelde ge sprek. Ze'stonden met hun rug naar me toe en het was alsof ze de hoorn in hun jasje wilden stoppen om zó te spreken, dat niemand het maar horen zou. De eigenaar stond er duister en haast dreigend by. Ten slotte moest hij nog maar afwachten of hy zijn geld kreeg. Zeelui zijn zeelui. Toen de kleinste klaar was, hing hy de hoorn heel voorzichtig op De Baas vroeg de kosten aan de interlocale juffrouw en de mannen betaalden met opgerolde bruine bank biljetjes. Er werd nu een beetje En- fels gesproken en de zaak werd vj-y uldelijk. Ze waren al een jaar van huis en hadden gedacht over twee weken thuis te zyn. Maar ze moesten terug naar een Marokaanse haven en het kon nu wel weer een half jaar duren eer ze ln Norsaa kwamen. Daarom hadden ze even de moeder van de lange opgebeld; die had een telefoon. Ze zou het vanavond aan him vrouwen doorgeven. En dat was alles. En dat is niets byzonders. Twee zeelui, die een adres in Denemarken opbelden en zeiden dat ze nog niet thuiskwamen. Later zouden ze ko men, over een half jaar. Of nóg la ter, als dat zo uitkwam met hun schip. Ze vertrokken en we keken ze Lodewyk Pincoffs bespot en gehekeld,... Men was conservatief en Stond af wijzend tegen nieuwigheden, men leefde in een kleine vriendschappelij ke kring, had weinig omgang met vreemden en miste de ruime, blik, die voor een handelsstad zo nodig is. Toen Lodewyk Pincoffs in 1856 toen er door de dood van de heer Ezechiels een „Joodse plaats" vrij kwam zyn intrede deed in de ge meenteraad, was het met die geza- penheid spoedig gedaan. Overal bemoeide hy zich mee en overal scheen hy verstand van te heb ben van economische politiek tot en met gezondheidszorg en zelfs van sterrenkunde. Gaanaen roter. aeweg werd zyn sterrenkunde, macht L-- ---- In 1869, toen hy reeds grote Invloed had naar binnen en naar buiten, kocht hij met zyn zwager een facto- de Westkust van Afrika en ;e de Afrikaanse Handélsvereni- gingop. DEBACLE Geruime tijd floreerde deze zaak uitstekend, doch later volgde tegen slag op tegenslag. Terwille van zyn naam, terwille van zijn commissarissen, terwille van Rotterdam en zyn hoge relaties pro beerde Pincoffs de naderende debacle te verbergen en in grenzenloos opti misme heeft hy waarschynlyk steeds in de vaste overtuiging geleefd, dat hy deze kon voorkomen. In dat geval zou lof en eer zyn deel geworden zijn vanwege zijn moed en doorzettings kracht en zijn vooruitziende blik, nu het misliep was verguizing zyn (ver diende) loon. Ondertussen waren in Rotterdam enorme werken en ondernemingen op zijn initiatief tot stand gekomen en zyn val betekende byna de val van Rotterdam. Geheel Rotterdam had het commercieel vertrouwen verloren en op buitenlandse beurzen werd pa pier op Rotterdam als onverkoopbaar afgewezen. Grote credietverleningen van de Nederlande Bank konden ech ter een run op de kleinere banken voorkomen. Wie hem eerst hadden geëerd als „de voorzienigheid van Rotterdam", hadden nu nog slechts verwyten over voor de man, die Rotterdam tot bloei en grootheid had gebracht. Een neef van Pincoffs, die in zijn glorietijd trots was op zijn naam, ad verteerde, dat hy „niets van doen had met zekere Lodewijk Pincoffs". De bezittingen van Pincoffs werden openbaar verkocht, doch de mensen „waren er vies van". Een album, dat de burgerij van Rotterdam hem had feschonken, werd door een bekend urger aangekocht en verbrand. HANDELTJE IN SIGAREN De kranten brachten sensationele berichten over de enorme bedragen, die hy had „gestolen" en over 't luxe leven, dat hij in Amerika leidde. In werkelijkheid trachtte de man, die over millioenen had beschikt, in de nieuwe wereld de kost te verdienen met een detailhandel in sigaren. Later werd hij dank zy een erfenis van zyn vrouw voor de ergste armoe de in zijn ouderdom bespaard. Heden ten dage is men zeker ge neigd met inachtneming van zyn fouten recht te laten wedervaren aan zyn verdiensten. In ieder geval is hij het geweest, die Rotterdam wakker heeft geschud en het is wak ker gebleven. na (behalve de ene man, die alsmaar dóórsliep). De eigenaar slenterde naderby en stak 'n cigaret op. „Armoedzaaiers", zei hy en in dat woord lag heel zijn minachting voor die twee Denen. Ên nóg eens zei hy: „Armoedzaaiers". Toen spuwde hy in de balie, die naast de tapkast stond. In de aristocratische vestibules en de directiekamers van heel wat rede- ryen staat dat oude, zinvolle woord geschreven: „Navigare necesse est, vlvere haud". Hetgeen zoveel wil zeg gen als: „Niet léven, maar véren is noodzakelijk". Een trots en sterk woord. Die avond leerden„wij de juistheid van dat woord. Dat wil zeggen: bui ten de vestibules en ver van de di rectiekamers der scheepvaartmaat- schappyen. ANTHONY VAN KAMPEN

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1951 | | pagina 8