Helena Rubinstein werd rijk door schoonheidscrême WALCHERSE BOERDERIJNAMEN SUIKER NIET OP DE BON EN 00K NIET DUURDER SNEL GEBRUIK VAN LANDB0UW- WETENSCHAP NOODZAKELIJK VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1951 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 EEN SUCCESVOLLE ZAKENVROUW Naar Australië uit liefdessmart! (Van onze correspondent) Par\js, September Met ©en potje zelfgemaakte schoonheidscrême was Helena Rubinstein uit haar Poolse vaderland naar Australië gereisd, waar ze een ongelukkige liefde wilde vergeten; deze vlucht werd voor haar het begin van een sprookjesachtig materieel succes, dat haar op haar zeven tigste jaar nog steeds niet verlaten heeft. Helena Rubinstein heeft over de gehele wereld een net van schoonheidssalons opgericht, waaraan ze milli- oenen verdiend heeft. Toen ze eens jaren geleden in de trein tussen Mon treal en New York een conducteur een standje gaf wegens onbeleefdheid, zei deze: „IJ doet of de hele Fifth Avenue van U is". „En wie zegt, dat dit niet zo is?" antwoordde de oude dame. De conducteur wist niet, dat hy een meervoudige mlllionnaire voor zich had, die juist in deze New Yorkse rykelui's straat een salon had en bovendien zoveel geld, dat ze zonder eni ge moeite nog een paar blokken huizen In deze buurt had kunnen kopen. Toen iemand in haar omgeving eens vertelde, dat zij in 50 jaar 2o mil- lioen dollar verdiend had, zei ze: „Het was veel meer, maar ik zeg niet hoe veel"- Ze beweert, dat ze haar bui tengewoon succes aan drie principes te danken heeft: zich geestelijk en lichamelijk zo op te voeden, dat men alles kan verdragen; zich voor vele dingen te interesseren, maar alle kracht op één ding, dat men juist on der handen heeft, te concentreren; zich niet zo door de zaken in be slag te laten nemen, dat men geen oog meer heeft voor de schoonheden der aarde. WERKKRACHT. Helena Rubinstein heeft een onge looflijke werkkracht, ze slaapt niet meer dan een paar uur en schrijft 's- nachts brieven, die ze dan zelf naar de brievenbus brengt. Toen een vrien din de zeventigjarige vroeg, wanneer ze eindelijk wilde ophouden met ver ken, gaf ze ten antwoord: „Zodra er op de hele wereld geen lelijke vrouw meer is". Haar leven, dat zich tus sen de wereldsteden afspeelt, kent geen rust. Steeds weer bedenkt ze nieuwe schoonheidsmiddelen, richt nieuwe salons op of bezoekt kunst verzamelingen, waaraan ze haar hart en haar onuitputtelijke geldbuidel verpand heeft. Reeds als kind verza melde ze poppenhuizen en de waarde van haar collectie, die ze op een van haar Franse bezittingen onderge bracht heeft, wordt op 175 millioen francs geschat. Verder verzamelt ze kostbare stenen, moderne schilde rijen en negerkunst. SCHILDERIJEN. Ze bezit 28 Picasso's; eens kocht ze tegelijk 100 schilderijen van een on bekende schilder voor twee dollar per stuk. De schilder werd door haar be roemd en deze schilderijen van Jesys Reyes hebben nu een waarde van eni ge duizenden dollars. Ook Matise, Salvador Dali, Derain, Dufy en ande re beroemde namen komen in haar collectie voor. Helena Rubinstein heeft trouwens voor alle zaken en beleggingen een fijne neus. Kort voor het uitbreken van de economische crisis in Amerika omstreeks 1929 verkocht ze twee derde van haar hui zen in de V. S. aan een bankier voor meer dan 7 millioen dollar, om de huizen kort daarop voor 1.5 millioen terug te kopen. Aan het geniale grenst tenslotte ook haar voorspel ling, dat de vrouwen zich eens zou den opmaken en met kunstmatige middelen haar uiterlyk verfraaien, wat by het begin van deze eeuw al leen de demi-monde deed. ZE MAAKTE GELD! Helena Rubinstein stamde af van rijke kooplieden uit Krakau. Haar ouders wilden haar niet met een on bemiddelde jonge arts laten trouwen. Daarom scheepte ze zich in naar Australië, waar een tante van haar woonde. In Melbourne zag ze de da mes uit de beste kringen met ver brande huid rondlopen, die zonder enige bescherming aan de lucht blootgesteld was. Voor zichzelf had ze, op aanraden van een dokter in Krakau, een schoonheidscrême samengesteld en haar onberispelijke teint was haar beste reclame. Daar ze echter geen kapitaal bezat schreef een journalist, Edward Titus, die haar eerste man werd, een artikel over de wonder baarlijke werking van deze jeugdcrê- me en in een ommezien had ze 15.000 bestellingen ontvangen, die alle voor uitbetaald waren. Sindsdien heeft het haar nooit aan geld ontbroken om haar grote zaken te financieren; toen ze na een half jaar Australië verliet, bezat ze 20.000 pond. een heel vermo gen in de tijd vóór de eerste wereld oorlog! Ze liet haar zaak aan haar zuster over en ging naar Wenen, het middelpunt van de dermatologie, toen naar Londen, en dat leek nogal ge waagd, daar de Engelse aristocratie toendertyd niets scheen op te heb ben met dergelijke buitensporighe den. Helena Rubinstein kocht echter het luxueuze paleis van Lord Salisbu ry en gaf schoonheidsadviezen tegen een duizelingwekkend honorarium: 200 pond kostte een behandeling. Ze wist heel goed, dat de omgeving ver kwistend ingericht en de schoonheids middelen zo duur mogelijk moesten zijn om succes te hebben. De specu latie bleek volkomen juist te zijn. Na Londen was het voor haar een klei nigheid de veel minder conservatieve steden New York en Parijs te verove- ra. Helena Rubinstein is een zeer le vendige oude dame, slechts 1.50 m. groot, met edelstenen beladen als een Byzantijnse ikoon en vrij gezet. „Wie hard werkt moet ook eten; ik denk te veel aan de schoonheid van ande ren om op mijn eigen uiterlijk te. let ten". Bij alle luxe, die haar omgeeft, is ze eenvoudig gebleven en afkerig van overdreven drukte. 87 Euclides, de beroemde wiskundige, die omstreeks 300 jaar v. Chr. in Alexandrië leefde, was buitengewoon handig in het formuleren van begrip pen. Door de strenge wijze, waarop hij wiskundige eigenschappen woorden wist uit te drukken, wordt hij „de vader der meetkunde" ge noemd en zijn wetten worden aan al le schooljongens nóg onderwezen. Zijn definitie van de cirkel zullen we hier niet weergeven; zij berustte op de gelijkheid der stralen, gerekend van 't middelpunt tot omtrek. Dat is volkomen juist en in de practtjk doen we ook niets anders, wanneer we met een passer of een touwtje een lijn óm een punt cirkelen. Uit die gelijkheid der stralen moest de gelijkheid der middellijnen volgen, want de middellijn is twee maal zo groot als de straal. Populair uitge drukt zou men het als volgt kunnen zeggen; de cirkel is overal even dik. Ogenschijnlijk was daar niets tegen in te brengen. Leggen we een boek op twee ronde, gelijke, potloden, dan kunnen we dat gemakkelijk heen en weer rollen. Brengen we onder dit boek een derde potlood, dan zal dit alleen meerollen, als liet dezelfde, doorsnede heeft als de beide andere potloden. Is de doorsnede kleiner, dan rolt het niet mee; is de doorsnede daarentegen groter, dan past het niet onder het boek. Is het potlood zes- of achthoekig, dan rolt het natuurlijk helemaal niet mee, ivant een voor werp met hoeken kan niet gelijkma tig rollen, omdat de middellijn niet overal even lang is. Dat dacht men althans. Tót de wiskundige Reuleaux in 1875 ontdekte dat er vele figuren mo gelijk zijn die overal een gelijke mid dellijn hebben, maar een ongelijke straal bezitten. De eenvoudigste van deze figuren kan men zich denken als een gelijkzijdige driehoek, waar van de zijden zodanig worden uitge bogen, dat elk punt op dezelfde af stand van het tegenoverliggende hoek punt komt te liggen. Bij elke oneven veelhoek is zulks mogelijk en volgens de tot die tijd heersende begrippen zouden dit dus allemaal cirkels moe ten zijn. Cirkels met hoeken, wel te verstaan. Want legt men een potlood met een doorsnede van zo'n uitgebo gen gelijkzijdige driehoek onder het zoeven genoemde boek, dan rolt het rustig met de ronde potloden heen en weer, omdat de middellijn overal ge lijk is. Zou men 'n wiel aldus constru eren, dan werd het echter een fiasco, want het middelpunt bevindt zich bij lange na niet op gelijke afstand van de omtrek en de trein, die met deze wielen zou worden uitgerust, zou af grijselijk hobbelen. Ijlings is men derhalve teruggeko men van de meer dan 2000 jaar oude overtuiging dat een gelijke straal ook een gelijke middellijn impliceert en sedert 1875 zijn cirkels met hoeken dan ook niet meer mogelijk, omdat men zich sedert dien uitsluitend heeft gehouden aan de definitie waar bij de straal betrokken was. Misschien is dit alles voor de min der geschoolde wat moeilijk geweest. Laten wij daarom de volgende maal mogen vertellen van de 100 Inca priesteressen die 400 jaar geleden voor de ogen van de aanstormende Pizarro in het niet verdwenen zijn. H. Petition. UIT DE ZEEUWSE HISTORIE Zijn vaak honderden jaren oud De meeste boerderijen op Walcheren liebben een naam. wy zullen straks zien, dat de meeste namen niet willekeurig zijn gekozen, zoals wellicht gedacht wordt. Vele van die namen zjjn heel oud. In de loop der tijden Is het woonhuis of de schuur wel vernieuwd, maar de oude naam der hofstede is gebleven. De namen van de oude boerde rijen staan vaak op de hekpalcn. Toen bijna elke Walcherse boer nog een verenwagen had om ter markt te rijden of familie te bezoeken, stond de naam van zijn boerderij, vaak In mooie krulletters, op de achterzijde van de wagen en daaronder stonden zijn initialen, dikwijls ook nog die van zijn vrouw. Het schijnt wel, dat de inundatie al die verenwagens heeft weggespoeld; want men ziet ze zelden meer. Hierdoor is met de verdwijnende klederdracht het meest typische van Walcheren voor goed verloren gegaan. Elke boerderij heeft, op een enkele uitzondering na, een naam, waarme de de eerste bewoner of eigenaar iets wilde zeggen. In sommige streken van ons land, bijv. in Zuid-Holland, geven vele na men uitdrukking aan het geloof der vroegere of tegenwoordige bewoners, bijv. „Eben Haëzer" of „Aan Gods zegen is het al gelegen". Opmerke lijk, dat de Walcherse boer, die van oudsher toch zeer godsdienstig was en dus van de waarheid van dergelij ke namen ten volle overtuigd was, zulke namen niet voor zijn boerderij gebruikte. Blijkbaar wilde hij zijn ge loof niet te pronk stellen. HAARLEMMERMEER EN X.O.-POLDER Toen de Haarlemmermeer was drooggelegd in 1852 en er in het vol gende jaar boerderijen kwamen, heeft de burgemeester Amersfoort, die veel voor de nieuwe gemeente heeft gedaan, voor elke hofstede korte, krachtige Hollandse namen be dacht. Wie er niet mee tevreden was, kon zelf een andere naam kiezen. De meeste boeren accepteerden ech ter de namen. Voor de naamgeving der nieuwe boerderijen in de N.O.- Polder is een commissie gevormd, die de namen, welke de boeren aan hun hofsteden willen geven, zal be oordelen, dus precies omgekeerd als in de Haarlemmermeer is geschied, en zeker ook meer aan te bevelen. BUITENPLAATSEN Vele Walcherse boer dei-yen dragen de naam van de buitenplaats, waar voor zij in de plaats zijn gekomen. In de 17de en de 18de eeuw waren op Walcheren veel buitenplaatsen. Tijdens de Franse tijd en in de eerste helft der vorige eeuw zyn zy op en kele na alle verdwenen en die enkele zijn nu rusthuizen geworden. Meest al kwam voor het herenhuis een boer derij in de plaats. Soms bleef een deel van het oude herenhuis staan als woning voor de boer. Voor een onin gewijde schynt het daarom, dat vele boerderijen een wel wat te weidse naam hebben, vooral als deze eindigt op burg, zoals Popkensburg, Zwa nenburg, enz. In navolging hiervan werden ook aan andere boerderijen, die niets met een vroegere buitenplaats te maken hadden, namen gegeven, eveneens eindigende op burg, zoals Waaien- burg. Paulineburg. e-a. Ook zijn er enkele boerderijnamen, die eindigen op s t e 1 n, bijv. Arne- stein, Cranestein en Golstein. Voor heen stond daar een buitenplaats met die naam. Het woord stein doet den ken aan het gx-ote stenen gebouw, dat de indruk moet geven van een burcht of kasteel. Enkele buitenplaatsen, later boer derijen geworden, ontlenen hun naam aan die van een klooster, dat soms meer een lusthof geleek, dan een plaats der afzondering. Bij de omzet ting tot buitenplaats, na 1572, toen de Roomse geestelijkheid van Wal cheren was vertrokken, werd de om geving door de nieuwe eigenaars nog meer verfraaid, maar de oude naam van het klooster bleef. Wij noemen bijv. Zoetendale, Ryns- burg, St. Jan ten Heere, Munniken- hof en Waterlooswerve. De boerderij met de laatste naam wordt nog Het Klooster genoemd. Bij de boerderijen, die in de plaats van oude buitenplaatsen zijn geko men, zijn meestal nog overblijfsels van vroegere vijvers. (Wordt vervolgd). B. J. de Mejj PRINS BERNHARD BEZOEKT DEN HELDER. Vandaag zal Z. K. H. Prins Bern- hard in zijn functie van inspecteur- generaal der Koninklijke Marine een bezoek brengen aan een aantal in richtingen van de Kon. Marine te Den Helder. Oppositie tegen Perzische premier groeiende. De geruchten, als zou de oppositie tegen de Perzische premier, Mossa- deq. groeien, zijn toegenomen, aldus Reuter. De gewezen premier Sayed Zia Tabatabai, van wie gezegd wordt, dat hij pro-Brits is, trad na vijf jaar zwij gen weer in de politieke arena. Terwijl hij bewaakt werd door een lijfwacht van 200, met stokken, pisto len en messen gewapende mannen, richtte hij zich tot leden van zijn partij, de „partij van de nationale wil". Hij zeide. dat Perzië zich tegenover grote gevaren geplaatst zag. Het voornaamste gevaar bestond er in, dat het publiek „misleid en blind gehouden wordt voor de voornaamste oorzaak van onze ellende". Tabatabai heeft in de nationale vergadering 25 aanhangers. Waar nemers zyn echter van oordeel, dat bjj een keren van het getij de partij snel in macht zou toenemen. VERBOD AAN SCHEPEN. Engeland heeft alle Britse schepen, die schaarse goederen vervoeren, ver boden die naar Perzië te vervoeren. De ladingen zouden in de naastbij- zijnde havens gelost moeten worden. Drie weken straf voor „Keizer der voetbalpools" De kantonrechter te Rotterdam deed Donderdag uitspraak in de zaak te- Sen de voetbalprysvraag Een Nul uit >en Haag. De aanlegger, de 48-jarige W. van der L. uit Den Haag werd veroordeeld tot een hechtenis van drie weken, de 50-jarige journalist-uitgever C. H. G. uit Amsterdam tot een boete van f 250 subsidiair twee weken, alsmede een voorwaardelijke hechtenis van één maand met een proeftijd van twee jaar en de 37-jarige M. A. van der A. uit Loosduinen, de door de ambtenaar van het O. M. genoemde „Keizer der voetbalpools" tot drie weken hechte nis. Twee der verdachten werden van rechtsvervolging ontslagen, de overi gen werden veroordeeld tot geldboe ten variërend van 3500.— tot 30 GEEN REPEN VOOR ONGERUSTHEID Het zal voor de overheid wel moeite kosten de suikereindjes aan elkaar te knopen. Zoals gemeld, zal de oogat van suikerbieten dit Jaar minder zyn. dan die van voorgaande jaren. Of de productie van de komende oogat geheel toe reikend zal zyn voor de vraag binnen de grenzen, kan eerst ln de tweed helft van 1952 worden bekeken- tekenen. Men kan uit de verwachtin gen van de suikcrbletenoogst J951 on mogelijk de conclusie trekken, dat deze tot prijsstijging of zelfs tot dis tributie aanleiding zou kunnen geven. Het beleid ten aanzien van lonen en prijzen zal men niet dan in het uiter ste geval willen doorbreken en het opzetten van e«en distributiesysteem zou te veel tyd. moeite en geld ver gen om behoorlijk effect te kunnen sorteren, aldus de mening van enige Haagse deskundigen Voor ongerustheid is naar mening dezer deskundigen geen reden, ook al zal het waarschijnlijk enige moeite kosten de suikereindjes in de loo^van het volgende jaar aan elkaar Te kno pen. Dit hangt samen met de ontwikke ling van het verbruik door publiek en industrie. Eventueel zal een hoeveel heid suiker moeten worden ingevoerd, hetgeen in het licht van de betalings balans bezien, een tegenvaller zou De- In een gevecht van 10 ronden, dat door zestigduizend toeschouwer* werd gadegeslagen, heeft de Amerikaanse bokser Sugar Ray Robinson te New- York het wereldkampioenschap der middengewlchtboksers heroverd op de titelhouder, de Brit Randolp Turpin. De radiografisch overgebrachte foto toont het moment, waarop Turpin (rechts) in de tiende ronde door zyn tegenstander wordt neergeslagen. PROF. DR. G. MINDERHOUD BETOOGT: Viering 75-jarig bestaan van Rijkslandbouwonderwijs te Wageningen. De landbouwwetenschap staat niet stil. Nieuwe mogelijkheden worden dageiyks by wyze van spreken geopend. Nederland is het dichtst bevolkte land van Europa en de bevolking in ons land neemt op byna onrustbaren de wyze toe. Wil Nederland niet het India of China van Europa worden, dan Is het nodig, dat de landbouw een ruime bijdrage levert tot de welvaart van ons volk. Het is noodzakelijk, dat van de mogelijkheden, die de weten schap opent, snel en op ruime schaal gebruik wordt gemaakt. Jong en oud in de landbouw (die in ons land wordt beoefend door 200.000 zelfstandige mensen, meest eenvoudige ongeletterde liedenmoeten leren begrypen wat er tegenwoordig in hnn vak mogelijk is. Aldus prof. dr. G- Minderhoud, hoogleraar aan de Landbouwhogeschool te Wageningen, in een rede welke hU Donderdag in de aula van de hogeschool hield, ter gelegenheid van het "5-jarig jubileum van het Rijkslandbouwonderwys te Wageningen. Prof. Minderhoud schetste de toe stand van de landbouw in de tweede helft van de negentiende eeuw: Nog in 1810 werd het landbouwbedrijf vooral ln de Oostelijke en Zuidelijke delen van ons land op aartsvaderlijke manier uitgeoefend: De gevolgde methoden berustten louter op erva ring, gebaseerd op wat eeuw na eeuw door ae voorvaderen aan het jongere geslacht was overgedragen. De land bouwwetenschap kon in die dagen niets anders zyn dan een geordende ervaringswetenschap: het landbouw onderwijs had een basis nodig en mis te die grondslag vooralsnog. Die grondslagen werden in het midden van de vorige eeuw gelegd. Justus Liebig was in het byzonder degene, die zich buitengewoon ver- diensteiyk heeft gemaakt voor de natuurwetenschappen op het gebied van de landbouw na 1850. In ons land hadden pogingen, het landbouwonder wijs tot ontwikkeling te brengen, niet het gewenste succes gehad; men had geen behoefte aan het prijsgeven van ingeburgerde gewoonten en ge bruiken. Het ging de landbouw in die tyden (18501870) goed. Maar toen de graanproductie in de Verenigde Sta ten een enorme vlucht nam, nadat millloenen immigranten daar de uit gestrekte prairiegronden waren gaan bewerken en de Europese markten werden overstroomd met Amerikaan se landbouwproducten, kwam men noodgedwongen tot andere inzichten. Door de daling van de prijzen van akkerbouwgewassen tot een ongekend ontwikkelde techniek. laag niveau en de handhaving van de vrijhandel door de Nederlandse over heid heerste na 1880 nameloze ellen de op het platteland. LANGZAMERHAND Toen gevoelden de vooruitstreven- den onder de boeren, dat het gehele productieproces in de landbouw moest worden georganiseerd. Langzamerhand werden de gees ten rijp voor een beroep op de land bouwwetenschap. Hoe groot de ontwikkeling van de landbouw sinds de depresie van 1880 is, toonde prof. Minderhoud aan de hand van enkele cyfers: De productie van tarwe per ha. steeg met 80 de melkgiften der koeien steeg van 1910 tot 1950 met 50 de produc tiviteit van het bouwland ging over een reeks van jaren met circa 1 per jaar vooruit NIET DANKBAAR. Na prof. Minderhoud hield prof. dr. B. H. Slicher van Bath een rede over: „De landbouw en de geestesweten schappen". Als gevolg van de gedurende de laatste eeuwen sterk vermeerderde kennis van de landbouw zou men, al dus spr., een verhoogde dankbaarheid mogen verwachten, maar het omge keerde is het geval. De verklaring voor die ondank baarheid is volgens spr. te vinden in overmoed op de technische prestaties en in laksheid, deels echter ook in een zich ongelukkig voelen, in een verbijsterd staan tegenover de sterk Het wereldgebeuren Marshall-Lovett Het aftreden van Generaal Mars hall als Amerikaans minister van de fensie is wel zeer onverwacht geko men, maai- wanneer de eerste com mentaren in de wereldpers een zui ver beeld geven van de betekenis van deze ministerwisseling, zal er in de praktijk niet zo heel veel veranderen Marshall wordt immers opgevolgd door Robert A. Lovett. die reeds vele jaren zijn naaste medewerker en in tieme vriend was, en in deze omstan digheid ziet men algemeen een ga rantie, dat de politiek van Marshall m dezelfde lyn zal worden voortgezet. Het is wel merkwaardig, dat het aftreden van Marshall precies een jaar na diens benoeming wordt be kend gemaakt. Toen op 12 Sep tember 1950 volgde Marshall de minister van defensie Johnson op en deze wisseling betekende wel degelijk een wijziging van de koers. Voor liet eerst sinds Wereldoorlog I kwam immers een beroepsmilitair aan het hoofd van het departement te staan e.n v3? deze n,ao de generaal van de vyf sterren, zoals men hem wel eens noemde mocht men verwach ten, dat zijn beleid zich zou kenmer ken door een volkomen doelbewuste opbouw van het defensie-apparaat, niet alleen van de Ver. Staten zelf. maar van de gehele Westerse wereld. En de praktük heeft deze verwachting in het inmiddels verstreken jaar ook geenszins beschaamd. De 70-jarige George Marshall, wiens naam reeds onverbrekelijk was verbonden aan de organisatie van de economische hulp verlening aan het om zijn bestaan worstelende Europa, legde de grond slagen voor een militaire samenwer king alweer met belangrijke Ame- «rkaa"se steun natuurlijk die West-Europa de machtsmiddelen moet verschaffen om zich in geval van agressie uit het Oosten althans met enige kans op succes te verdedigen. Het zijn deze beide projecten, die het levenswerk van Marshall vormen en die hem in de historie der Westerse volken als staatsman èn als militair leider een ereplaats hebben doen ver krijgen. Dat zijn pogingen om in Chi na nationalisten en communisten met elkaar te verzoenen destijds schip breuk leden, doet hieraan niets af. Nu, precies een jaar na die 12e September 1950. is Marshall afgetre den om redenen, die weliswaar „van persoonlijke aard" zyn genoemd, maar die toch wel enige vragen doen rij zen. Volgens Reuter zou het gevolg van de mutaties kunnen zijn, dat meer druk op president Truman wordt uit geoefend om ook de minister van buitenlandse zaken Acheson te ver vangen. Acheson is nu eenmaal met populair in de Ver. Staten en men is onwillekeurig ook geneigd enig verband te leggen met de moeilijke positie, waarin het State-Department onder Achesons leiding is komen te verkeren, nu gebleken is, dat ook de tactiek der politici kan falen. Mac- Arthur moest destijds immers het veld ruimen om de politici gelegenheid te geven langs de weg van onderhande lingen met de Noord-Koreanen tot een accoord te komen en men weet. wat er van Kaesong is terecht geko men Toch lijkt ons het verstandig niet te veel vooruit te lopen op hetgeen er in de naaste toekomst met Acheson zou kunnen gebeuren. Op het ogen blik hebben we nog slechts te maken met een nieuwe figuur aan het hoofd van het Amerikaanse departement van defensie en het is in elk geval geruststellend te weten, dat deze Ro bert A. Lovett een man is, van wie men kan zeggen, dat hij geheel uit de (politieke) school van zijn voor ganger is voortgekomen. Hoewel oor spronkelijk afkomstig uit de bank wereld, speelt hij reeds tal van jaren een rol van betekenis in de Ameri kaanse politiek als een van de be langrijkste medewerkers van Mars hall. In de jaren 1947 en 1948 hadden zij immers samen, als minister en on der-minister, de leiding van het de partement van buitenlandse zaken en toen Marshall vorig jaar geroepen werd om dr» leiding van het departe ment van defensie op zich te nemen, werd Lovett al spoedig ook daar zijn eerste medewerker. Het is voor de politici van Europa, die juist op dit moment met hun Amerikaanse colle ga moeten spreken over de verdere uitbouw van de Europese defensie, onge.twijfeld een grote geruststelling, dat Marshall nu wordt opgevolgd door iemand, van wie zy het zelfde ruime begrip voor de moeilijkhedeh van Europa mogen verwachten. Marshall was zonder enige twijfel een vriend van Europa en wanneer het Franse spreekwoord, dat handelt over de ..vrienden van ónze vrienden" nog steeds waarheid bevat, zal Europa in Lovett eveneens een vriend vinden, die ook in zyn belangrijke nieuwe functie kan tonen het oude Europa een goed hart toe te dragen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1951 | | pagina 5