KAPPIE en de spook-steen rr~/ BATAVUS TOEN TELDE ONS LAND DRIE MILLIOEN INWONERS I Vereffende schuld I CPullman CYYlatraóózn TT ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1951 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT S HONDERD JAAR GELEDEN Men klaagde steen en been over...... de overbevolking. (Van onze Haagse redacteur). DEN HAAG, Augustus. „Overal schier hoort men klachten aanheffen over kwijning en stilstand in velerlei bedrijven, over de onevenredigheid tussen de gedurig toenemende bevolking en de middelen van bestaan". „Zo is het toch een waarheid, dat de steeds toenemende bevolking, waar voor de middelen van bestaan niet in evenredigheid vermeerderen, de mindere klasse drukt en bij dezelve gebrek doet ontstaan en het verdient alzo over weging, of, gelijk Duitsland zich jaarlijks van enige duizenden ingezetenen door verhuizing naar Noord-Amerlka ontdoet, voor de overbevolking in Nederland niet een uitweg naar een onzer overzeese bezittingen zou kun nen worden geopend. Ik waag het, dit meermalen ter sprake gebrachte denkbeeld aan Uwe Majesteit mede te delen, omdat de toestand van het armwezen een krachtige voorziening dringend vordert en een vermindering der overbevolking het enige middel schijnt, om aan de steeds toenemende armenlast tegemqct te komen". De stijl van deze twee citaten, waarop dr. A. Winsemius, de direc teur-generaal voor de industrialisatie, onlangs de aandacht heeft gevestigd, verraden, dat zij niet van deze tijd zjjn doch wat de feitelijke inhoud aangaat, speciaal wat de klacht over de overbevolking betreft, is het of zij nu geschreven zijn. Beide passages zijn ontleend aan de jaarverslagen van de toenmalige gouverneur (thans commissarissen der Koningin) over de toestand in hun provincie aan Koning Willem n. De eerste uitspraak is van de gouver neur van Groningen en geschreven op 1 Maart 1844 in zijn verslag over 1843. De tweede is van zijn ambtege- noot van Zuid-Holland en komt voor in diens jaarverslag over 1844. De citaten stemmen tot voorzich tigheid bij de beoordeling van de huidige toestand en waarschuwen zoals de Stichting van de Arbeid in haar maandblad schryft tegen een ongemotiveerd pessimisme. In de populaire discussie van deze dagen is de gedachte van een overbe volkt Nederland een gangbare voor stelling van zaken. Bij een nauwkeu rige, dus wetenschappelijke bezin ning op het begrip overbevolking blijkt er evenwel zoveel aan vast te zitten dat er alle reden bestaat te betwijfelen of het verantwoord is Nederland een overbevolkt land te noemen. De sterke toeneming van de bevolking stelt ons weliswaar voor moeilijke vraagstukken, maar het is nog niet gebleken, dat zij onoplos baar zouden zijn. De ervaringen der laatste jaren op het gebied van de arbeidsmarkt in het algemeen en in Een boot met 47 leerlingen uit Hei delberg en omgeving is ter hoogte van Naekenheim op de Rijn iir botsing ge komen met een motor-vrachtschip. De boot zonk onmiddellijk. Op een acht-ja- rige jongen na, zijn alle opvarenden ge red. ZON EN MAAN. 19 Augustus Zon: Op 5.28 Onder 19.59 Maan: Op 20.42 Onder 8.26 ZON EN MAAN. 20 Augustus Zon: Op 5.30 Onder 19,57 Maan: Op 20.53 Onder 9.49 de industrialisatie in het bijzonder, wtfzen eerder in tegengestelde rich ting. Wie zich zo gemakkelijk aan een pessimistische visie omtrent de om vang der Nederlandse bevolking overgeeft, doet er daarom goed aan zich rekenschap te geven van het feit, dat precies dezelfde visie reeds meer dan honderd jaar geleden werd verkondigd. Toen telde Nederland ongeveerdrie millioen inwoners tegen nu ruim tien millioen! Thans weten wij, hoezeer men zich indertijd op de toestand verkeken heeft. 28. „Ze mèg me niet her kennen!" zei de acteur Anadalucius tot zichzel- ve. „Ik moet mij opnieuw vermommen!" Hjj boog zich over de geopende koffer en trok er nerveus enige valse baarden uit en paste die om beurten voor. „Nee, dat is het niet!" mom pelde hy. „Die pruik heeft ze al ontdekt... een baard is té riskant! Ik moet iets héél anders doen! Wacht, ik weet het al! Waarom heb ik daar niet eerder aan gedacht? Mjjn allerbeste vermom ming!" „Zyn er werkelijk spo. ken en heksen op de „Kraak" vroeg de maat met een sidderende stem aan Madame Mirabelle, want die gedachte liet hem maar niet met rust. „Er hangt ongeluk en dreiging boven dit schip!" riep Madame Mirabelle. „Het omvat het schip als een koude, doordringende mist! Ik voel het... grauwe geesten zwermen om ons heen als gieren om een prooi! Ik zie ze bijna! Daar! Horrieble" Ze wees naar de maat. die nu bijna stikte van angst. Hij keek schichtig om zich heen en Bidderde van hoofd tot voeten. HOUG WATER LAAG WATER 19 Augustus U. NAP U. NAP U.—NAP U.NAP Vlissingen 3.12 2.37 15.22 2.27 9.22 2.00 22.00 2.38 Terneuzen 3.41 2.54 15.56 2.42 10.02 1.26 22.38 2-55 Hansweert 4.35 2.55 16.42 2.44 10.45 2.32 23.20 2.70 Zierikzee 4.55 1.72 17.05 154 10.03 1.40 22.32 1.80 Wemeldinge 5.05 1.99 17.21 1.80 10.34 1.66 23.00 2.10 20 Augustus Vlissingen 3.54 2.28 16.06 2.15 10.03 1.99 22.41 2-33 Terneuzen 4.22 2.43 16.39 2.30 1041 2.14 23.18 2.51 Hansweert 5.14 2.47 17.20 232 11.25 2.29 Zierikzee 5.34 1.66 17.44 1.45 10.41 1.42 23.12 1.81 Wemeldinge 5.54 1.92 18.02 1.71 11.17 1.67 23.43 2-09 door Barbara Cartland 30 Serena stond haastig op en maak te een buiging. De markiezin bleef even staan, alsof ze alle bijzonderhe den van kamer en bewoners nauw keurig opnam. Toen wees ze met een ivoren, aan de knop rijk van juwelen voorziene wandelstok naar Torqo en zei bits: „Die hond kan niet in 't huis slapen". „Hij is gewend te slapen in een hondenhok, mevrouw", antwoordde Serena, „maar overdag is hy altijd by my". „Zorg dan, dat hij zich behoorlijk gedraagt", hernam de markiezin, „anders moet hij in zijn hok blijven. Hy is te groot voor in huis". Voor Serena nog verder iets kon zeggen, wendde haar gastvrouw zich tot Eu- dora. „Ik wil met je meesteres spre ken. Wacht buiten". Eudora ging heen. Toen ze een bui ging maakte vormde haar arme ver schrompelde lichaam een vreemde te genstelling mét de mooie, hoog boven haar uitrijzende, bevelende gestalte van de markiezin. „Ga zitten", zei deze tot Serena, toen ze alleen waren en nam zelf een stoel aan de andere kant van het haardvuur. „Ik heb met zoon gesproken. Hij heeft me vreemde omstandigheden, waaronder "S jelui elkaar hebt ontmoet, verteld. Ik heb uit zijn mededelingen begre pen, dat je bij je huwelijk een ver mogen van tachtigduizend pond erft. Is dat juist „Dat was het bedrag door mijn grootvader voor mij in beheer gege ven", antwoordde Serena. „Het is een vermogenmaar niet zo buitengewoon groot", merkte de markiezin, met iets afgunstigs in haar stem, op. Serena zweeg, zich afvragend, waar haar zonderlinge gastvrouw heen wilde. „Mijn zoon wenst, dat je hier blijft", ging de markiezin na een ogenblik voort, „althans voor het ogenblik. Je zult begrypen, dat je komst enigszins een verrassing voor me was. Justin is altijd een gezworen vrijgezel geweest. Hij heeft steeds verklaard, nooit te zullen trouwen". „Ik begryp het", zei Serena, die in deze verklaring een soort excuus voor het optreden van zoeven zag en vermoedde, dat Lord Vulcan dit ex cuus had uitgelokt. „Mijn zoon wenst voorlopig geen schikkingen omtrent een huwelijk te treffen", zei de markiezin. „Is dat jouw wens of de zyne?" „Ik kan alleen voor mezelf spre ken", gaf Serena kalm ten antwoord. „Ik ben niet verlangend, met Iemand te trouwen, die ik gisteren voor 't eerst ontmoet heb". „Tachtigduizend pond", herhaalde de markiezin, alsof ze tot zichzelf sprak. „Het is niet zo'n groot fortuin en tochZe haalde de schouders op. „Hoe dan ook, we behoeven nu nog niets te besluiten. Ik zal je dus niet aan mijn gasten voorstellen als de verloofde van mijn zoon. Wel heb ik gehoord, dat heel Londen over die kaartpartij spreekt, maar op Man drake behoeven we ons niet met hun gebabbel bezig te houden. Je zult dus een gewone gast in mijn huis zijn. Is dat goed begrepen?" „Ik verlang absoluut geen andere positie", verzekerde Serena, enigszins geraakt door de jegens haar aange slagen toon. „Dat is alles wat ik te zeggen had", zei de markiezin opstaande. Een ogenblik bleef ze nog voor het haardvuur op haar ivoren wandelstok leunen, terwijl de vlammen weerkaat sten in de grote smaragden en dia manten ring om haar spitse vingers. „Je bent in de rouw merkte ze kortaf op. „Dat moeten we niet ver geten". „Ik heb het niet vergeten", ant woordde Serena kalm. De markiezin keek haar zwijgend aan, maar Serena voelde, dat de moe der van Lord Vulcan iets op 't hart had, zonder 't nog onder woorden te kunnen brengen. Wat was ze mooi en tóch: hoe angstwekkend! In haar jeugd moest het een schoonheid zon der weerga zijn geweest en zelfs n£i kon ze bijna elke vergelijking door staan, met dien verstande, dat ze al lerminst een liefelijke maar eer een onheilspellende atmosfeer om zich ïchlr (Wordt vervolgd.) heen scniep. fGEZONDE SLAAP:] LEZERS SCHRIJVEN... RUNDVEESTAPEL IN ZEELAND In uw blad van 13 Augustus komt een artikel voor onder het opschrift „Rundveestapel in Zeeland kan wor den uitgebreid", waarin verweer ge leverd wordt tegen stellingen, welke ik zou hebben geuit in een vergade ring van Rundveefokkers te Axel, gehouden ter gelegenheid van de jongste fokdag aldaar. Alhoewel ik het als winst be schouw dat mjjn uitlatingen de aan dacht op dit probleem hebben geves tigd, meen ik toch te moeten vast stellen. dat het verweer in Uw artikel niet gaat tegen de door mij op die vergadering geponeerde stellingen, doch tegen door de verweerder zelf gecreëerde. Het is m(j natuurlijk best, indien iemand wat overhoop wenst te liggen met zich zelf; maar dan mag men niet doen alsof die aangevochten stel lingen van mij zijn. De stellingen welke lk ln de be- le. 2e. wuste vergadering heb geponeerd wa ren: Er kan in Zeeland meer veevoe der worden verworven dan mo menteel het geval is: a. door intensiever beweiding der graslanden: b. door het meer winnen van hooi van wegbermen en sloot kanten; c. door het Combine-stro te win nen voor veevoeder. Al deze handelingen te beschou wen in het kader van de gehele financiële bedrijfsvoering. 3e. Door bovengenoemde maatrege len kan de randveefokkerfl een vastere basis verwerven: a. de intensievere zorg voor het vee zal de liefde er voor en de zin tot veredeling stimuleren; b. het ln voorraad zijn van meer wintervoer schept dc mogelijk heid van langer aanhouden, als mede het grotere belang bij dc kwaliteit van het vee. Een discussie over deze stellingen kan m.i. zeer nuttig zijn. mits men hierbij geen ..leeuwen en beren" op de weg gaat toveren. C. HAMELINK. lid Ged. Staten, Axel. (Naschrift. Wij beschikten slechts over een beknopt verslug van de be doelde vergadering, maar meenden toch dat het aanbeveling verdiende om hetgeen de heer Hamclink te ber de bracht, te publiceren. De toelich ting van de heer Hamclink zal deze zaak ongetwijfeld verduidelijken. Red.) D* «ets met de 5 pi. I T Verkrijgbaar bij v. d. DRIEST, Herenstr. 12, Middelburg, Tel. 2410 krijgt visite Mies kreeg van Kanariepietje, Eens een hele leuke brief. Zorg je voor een kopje koffie?", Schreef ze, „dag hoor, muisje lief!" Vaders opvolger Frits draaide zich om en om in zyn bed. Kon hy nu niet slapen? Jawel hoor, maar Frits wilde niet sla pen. Hij zou het liefst naar de huiskamer gegaan zyn, waar hy zijn vader en moe der vrolijk hoorde lachen om de verhalen die oom Prop vertelde. Oom Prop was helemaal geen oom Frits, maar de beste vriend van z\jp. vader, en ook heet te hÖ eigenlyk geen Prop of propeller, maar zo hadden vader en moeder hem ge noemd, omdat het zo'n goe de vliegenier was. Net zo goed als Flits zyn vader. Déétrom kon Frits niet sla pen, want hjj wilde óók vliegen en zou het liefst maar met vader en oom de lucht in gaan. Plots sloeg de jongen de dekens van ach af en deed de kamerdeur open. Vader, moeder en oom Prop keken vreemd op, toen de jongen ineens in pyama voor hen stond. „Ik kan niet slapen!" stotterde hy. „Waarom niet?" vroeg oom „Dat is aardig zeg, van Pietje, Lekker babbelen met haar. Wacht, ik maak al vast de koffie Dan is dat tenminste klaar!" Prop. „Omdat ik zo graag eens wil vliegen!" sprak Frits moedig. Oom Prop krabde eens achter zijn oor en gaf moeder een knip oogje. „Dat's jammer!" sprak hy, „ik had juist met je moeder afgesproken, dat je morgenochtend met me mee de lucht in mocht, maarnu is het veel te laat voor je geworden...!!" „Wwat zegt U hakkelde Frits ongelovig, „m...maar ik slaap al Frits rende naar bed en sliep een moment later ln. De volgende dag reed hy met vader en oom Prop naar het vliegveld. Er stond een twee-persoons lestoestel klaar en oom zette de jon gen achterin tussen al de in strumenten, deed hem de koptelefoon van de radio om zyn hoofd en kroop toen ook zelf achter de knuppels. „Nergens aankomen hoor!" waarschuwde zyn vader „ik zal wat met je praten als je in de lucht bent". Brom mend verhief het vliegtuig zich van de grond en was weldra hoog boven de wei landen. En die Frits genoot. Hy hoorde zyn vader door de radio praten en hy gaf hem een verslag van alles, Toen Mies klaar was, ging ze zitten Als maar wachten op die Piet. Een kwartier, één half uur zelfs, De kanarie kwam maar niet. vliegtuig op vaders aanwy- zingen keurig landen. Ieder een stormde op de jongen af. Maar Frits zyn knieën knikten en grote tranen rol den over zijn wangen, nu hij de veilige grond weer onder zich voelde. „Vaderik ikikstotter de hy, maar vader lachte gelukkig. „Jy" sprak hy „jy wordt een waardig opvolger van je vader!!" HIJ WIST HET Met vreemde woorden hadden de leerlingen van de derde klas nogal wat moei lijkheden. Maar meester Stufstra had een eindeloos geduld, om zjjn pupillen de nodige wijsheid by te bren gen. „Kyk eens, als Iemand alleen speelt, noemt men dat een solo, met z'n tweeën een duet, met zyn drieën een trio en met zyn vie ren „Kruisjassenklonk er plotseling ergens achter- In de klas En de koffie rook zó lekker En de muis had zó een zin, Dat ze dacht: „ik wacht niet langer, lk schenk vast een kopje in!" Miesje dronk et kopje leeg, At ook een taartje. 't Smaakte wat! En de muis vond het Dat ze ook de rest op at. Plots, daar kwam Mies haar visite, Maar Kanarie wat een strop, Want de koffie was verdwenen waren op. zó lekker, En de taartjes. wat hy zag. Maar plots be gon het vliegtuig te slinge ren en een lange glyvlucht naar beneden te maken. Angstig keek Frits naar oom Prop en tot zyn ont steltenis zag hy, dat oom voorovergebogen, met geslo ten ogen in zijn stoel hing. „Vaderschreeuwde Frits radeloos door de mi crofoon. „VaderOom is bewusteloos!!" Vader, die beneden voor de radio zat, had tot zyn schrik ook de vreemde bewegingen van 't toestel gezien. Hy dacht even na en nam een radi caal besluit. „Frits sprak hy kalm door de mi crofoon, „trek langzaam de linker-stuurknuppel naar je toe!" Frits zyn tanden klap perden op elkaar. „Dat durf ik niet!" riep hy. „Je moet het!" zei vader beslist. „Langzaam naar achteren trekken!" Wat er verder allemaal gebeurde, wist Frits later niet meer te ver tellen. Hy had de stuur- knuppels gepakt en precies gedaan, wat zyn vader hem zei. Hy besefte haast niet meer in wat voor groot ge vaar hy verkeerde. Hy hield alleen de stuurknuppel styf in zyn handen en liet het We gaan samen een boerderij bouwen Daarvoor moet je een niet te dun stuk carton nemen van 33 x 33 cm. en trek hierop ruitjes van 1% cm. hoog en breed. Nu begin je de tekening, die hier naast afgebeeld staat op de ruitjes over te brengen, maar denk er om, dat je het precies doet, anders past het huis later niet in elkaar. Langs de buitenkant knip je nu de boerdery, de schuur en de koe uit. Nu nemen we het uitgeknipte huis voor ons en na de ïynen eerst met een bot mesje te hebben inge- kerfd, vouwen we alle plak- lipjes om, ook de drie hoe ken van het huis Inkerven (C.-D. en E.). Nu ga je de lipjes en de rand van het dak (G) met plaksel Insmeren en de boerdery in elkaar plakken (zie F). Met het schuurtje doen we hetzelfde en plak ken ook dit ln elkaar en als dat gebeurd is, wordt 't schuurtje tegen de boerderij geplakt (op vakje H.). Nu „Zo, de koffie is gereed hoor! Nu heb ik een aardig plan, Ik maak fijn twee slagroomtaartjes Want daar houdt die Piet zo van!" nemen we weer een stevig stuk carton van 20x20 cm. en plakken nu de boerdery met het schuurtje hierop vast. Het huls zelf en de ra men kun je nu mooi beschil deren en ook de tuin krygt natuuriyk een kleur. Ook Is het daarby nog erg leuk om er paadjes op te maken en hier en daar een koe neer te zetten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1951 | | pagina 7