Tweeduizend-jarige zonder rimpels WIJ ZITTEN OP ZWART ZAAD Van Vrouw toi Vrouw I schotjes i f omlaag 'V, MAGGIE HIGGINS, AMERIKA'S BEKENDSTE JOURNALISTE VRIJDAG 15 JUNI 1951 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 7 NIETS NIEUWS ONDER DE ZON.. Marianne maakt toilet voor het grote feest Eigenlijk is Parijs al 2300 jaar oud. (Van onze correspondent). Parijs, JunL Parijs zal op 8 Juli zijn tweeduizendste verjaardag vieren. En ln alle wijken, op alle boulevards, in de Avenues, op de pleinen en in de straatjes 1» de Franse hoofdstad nu bezig toilet te maken. Er worden fees ten aan de lopende band georganiseerd, ieder „quartier" heeft z(jn étalage wedstrijd, züQ gecostumeerde bals, zyn historische optochten en ofschoon allee een beetje met de Franse slag georganiseerd is, toch voelt men overal, dat het leest Is ln Parijs. D't neemt niet weg, dat die twee duizend jaren van Parijs eigenlijk maar een enigszins vaag begrip zijn. Parijs is eigenlijk 2300 jaar oud. Maar men viert die 2000ste verjaar dag nt mdat het juist twintig eeuwen geleiden ls, dat men in de geschiedenis voor het eerst over de Parisii sprak. En wel naar aanleiding van het feit, dat die Parisii door een van de luitenants van Caesar ver slagen werden. Dus viert men eigen lijk de verjaardag van een neder laag. Voordien heette het dorp, dat op het eiland He de la Cité lag Lu- tece, of Lutetia. Lat eilandje, waar nu de Notre Dame opstaat, is dus het oudste gedeelte van Parjjs. De eerste koningen bouwden er ook hun paleis; tegenwoordig is dit het Paleis van Justitie. Laten we onmiddellijk vaststellen, dat er in heel Parijs met uitzon dering van de Arena's van Lutetia en de pilaren in het oude kerkje St. Pierre op Montmartre geen enke le steen ouder is dan 1000 jaar. De kerk St. Germain des Prés is het oudste gebouw van heel de Franse hoofdstad. De wijle rondom deze kerk is voor al na de oorlog plotseling in de mode gekomen. Maar nu moet men niet denken, dat die existentialisten, die daar op de caféterrasjes schijnen te leven, die zich op een bijzonder vreemde manier kleden en een spek- Feestgangers. De zaak, die ons vanochtend bezig hield, was ingewikkelder dan de Vel- ser-affaire en duisterder dan het on derzoek naar de daders van de zelf moord op Schallenberg. Iedereen be- schudigde iedereen en een iegelijk dekte de ander. Het stond tien tegen tien en het was helder als de zee bij Capri, dat er op zijn minst vijf kapi tale meineden werden geproduceerd. Maar het bleef de vraag van Pilatus: wat is waarheid? Het kwam allemaal door de brui loft van Franciscus en Gerdien, die temidden van vriend en magen zich moed hadden ingedronken voor de vaart op de woelige levenszee. En was die drinkerrj nu maar beperkt geble ven tot het echtpaar dat samen honderd lentes telde dan zou het zijn geëindigd met twee katers en een beetje glasschade, want de jong gehuwden hadden om tien uur het café verlaten, vermoeid van de span ning op deez* hoogtijdag en van zins zich vroeg ter sluimering te begeven. De gasten hadden het lawjjt ver volgd met allerlei rondjes en dat ging best, tot Jilles van Kneel van Arie zei, dat Franciscus wel gauw zou ril len van de vlooien, omdat Gerdien d'r ganse leven nog niks was geweest als een ellebel-van-'n-wijf. En aan gezien Gerdien d'r zus, de koningin der woonwagens, Alida G., deze ver klaring hoorde, had zij een diploma tieke nota van antwoord geleverd, die (met het oog op geloof en goede zeden) niet voor herhaling per druk pers vatbaar is. Ge zoudt haar woord keus trouwens in geen enkele diction- naire verklaard vinden Enfin, er was een veldslag ont staan, waarbij het biljart diende als achtendertigste breedtegraad. Het slagwerk was verzorgd met stoelpo ten en biljartqueuen en het aantal ka- potgegooide bierflessen had de zaal eigenaar later (volgens een recon structie van de schervenmassa) op zeventig getaxeerd. Er was gegooid met een fiets, en in het gangetje had Rooie Jaap kans gezien Dikke Mien van Gertje Druppel zo'n oplawaai te geven, dat haar kunstgebit in twee gelijke delen was gesplitst. Toen de politie arriveerde, hadden beide legers zich juist, ter hergroepéring, naar de tuin begeven, alwaar een kippenhok gesloopt werd tot veiligstelling van de amunitievoorraacL Kneel Puist had verzet gepleegd bij de arrestatie en de oude Wimple Mot- tebal had 'n agent met een plank in zijn nek geslagen. Maar dit waren dan ook voorlopig de enige feiten, die wettelijk en overtuigend bewezen wa ren. De rest was precies als de nieu we regeling voor de paspoorten: een duister land vol kuilen en rampen en de rechter besteedde er anderhalf uur van de nationale tijd aan, om het allemaal uit te zoeken. Er werd ge logen met een bekwaamheid, die aan het geniale grensde. Op de tribune klonk van tijd tot tijd gesis en ge brom Kneel Puist en ouwe Wimpie wer den voor twee maanden uit logeren gestuurd; Rooie Jaap kreeg zes we ken schuurtje en de verdere toewij zingen varieerden van tien dagen tot dertig gulden boete. Over de beledigingen werd niet ge sproken; vermoedelijk hadden de feestgangers die niet als zodanig her kend. Er was, by het afscheid van het ge rechtsgebouw, enig rumoer in de gang, maar een stoere agent veegde kordaat het portaal schoon. Toen daalde er een verheven rust neer. En de rechter begon aan de volgen de zaak. Want het kwaad is einde loos, eindeloos takel kunnen maken, eigenlijk iets nieuws gevonden hebben. Want in 1410 kwamen de jonge mensen al bij elkaar voor de toren van St. Ger main des Prés om over politiek en kunst te praten en om %s nachts heel de boel op stelten te zetten. Dit nam de volgende eeuw zulke vormen aan, dat de kerkelijke autoriteiten zich er mee zijn gaan bemoeien. De jonge knapen met hun opzichtige buizen en hun veel te lange haren, die St. Germain des Prés onveilig maakten en die veel te vrij met het zwakke geslacht omsprongen, moch ten de kerkelijke processies niet meer volgen. DE STAD DER VROUW. Parjjs is nog altijd de stad, waar de mode "oor heel de wereld wordt aangegeven. Parijs leeft van de vrouw en heel het leven in die stad draait ook om de vrouw. Met enige overdrijving kan men zeggen, dat de man er alleen is om de vrouw te be geleiden, om geld te verdienen en om haar te zeggen dat ze mcfoi is. Maar dit is door de eeuwen zo ge weest. Omstreeks 1200 waren er al zeven en vijftig modemagazijnen in Parijs. De naaistertjes uit die dagen hebben gezorgd voor een van de eerste sociale wetten. Zij beweerden wat voor die dagen bijzonder op standig leek dat zij na het vallen van de avond niet meer in staat wa ren te werken. By het slechte lamplicht bedierven zij immers hun ogen en hun fijne werk zou daar zeker onder lijden. En zij trokken in optocht naar de provoost die hierop decreteerde dat het erk gestaakt moest worden, als het geheel donker was. De rue de la Lingerie was zeven eeuwen voor de Parisiennes net zo belangrijk als nu de avenue Matignon (waar men de belangrijkste maisons de haute cou ture vindt). SMULPAPEN KREGEN VORF CADEAU. Ook de Franse keuken was in de middeleeuwen al zeer geraffineerd. Wanneer men leest, wat de Parrjze- naars tijdens de bouw van de Notre Dame voor maaltjjdcn konden ver orberen dan slaat iemand de schrik om het hart. De restaurants kwamen onder Lodewijk XIII in de mode. De Tour d'Argent, het sjiekste en duur ste restaurant, dat Parjjs thans heeft, werd door Koning Hendrik de Tweede gesticht. In die tijd at ieder een nog met zjjn handen. De Tour d'Argent werd beroemd omdat de directie een bijzonder vreemd Instru ment, de vork, in de mode bracht. Iedere klant van het restaurant kreeg een vork cadeau. Zonder café's is het leven in Pa rijs nog maar nauwelijks1 voor te stellen. Toch zjjn de publieke drink- frelegenheden nog maar 250 jaar oud. Het eerste café heette Procope en het bevond zich tegenover de Co- medie Framjaise. De bekende acteurs uit die tjjd gingen er een nieuw brouwsel proeven, dat men koffie noemde. En de dure dames lieten hun karossen voor deze wonderlijke instelling stoppen om dat schouw spel eens gade te slaan. Twee en een halve eeuw later is er nog maar weinig veranderd; de karossen heb ben plaats gemaakt voor Amerikaan se auto's, die nu een kilometer ver der stoppen om het wonderlijke schouwspel der existentialisten te komen bekijken. DE EERSTE OMNIBUS. Over Montmartre begint men in de zestiende eeuw te praten. Op de heuvel lag toen een abdij, die veel pelgrims trok. Die pelgrims waren vaak dorstig van de klimpartij. De abdij gaf hun eerst wijn cadeau, maar later kwam er zoveel vraag, dat men de dranken ging verkopen. Zo ontstonden de eerste café's op Montmartre. Ben handige man kwam vervolgens op het idee paarden te verhuren aan mensen, die de butte wilden beklimmen. Uit die paarden- verhuurderij ontstond de eerste om nibus, die de reizigers van het Lu xembourg naar de top van Montmar tre bracht. Zo zijn er nog heel wat geschiede nissen te vertellen over dat tweedui zendjarig bestaan van Parijs. Dat Lodewijk de XTVde de eerste was, die op de gedachte kwam, dat de toekomstige lichtstad toch eigenlijk wel een straatverlichting moest heb ben. Dat Lodewijk 14 Juli 1789, dus bij het begin van de Franse Revo lutie, in zijn dagboek schreef: Van daag valt er niets te melden. Dat... Maar laten we vooral niet de in druk vestigen dat het 2000-jarige Parijs een oude stad is. Op het ge zicht van Marianne kan men min der rimpels ontdekken dan op de Seine bij een windloze dag. Parijs bezit het geheim van de eeuwige jeugd. Laten we het dus bij zijn 2000ste verjaardag vooral met deze eeuwige jeugd feliciteren. Waarnemende Zweedse i consul in Athene dood gevonden. De waarnemende Zweedse consul in Athene is dood in zijn hotelkamer aangetroffen. Zijn echtgenote, die hem in het hotel opzocht, vond hem op bed liggen met een pistool in zijn hand. De Zweed, zekere Risberg. was tevens sinds 26 jaar vertegenwoordiger van een Zweedse firma in Griekenland. Hij zou in het hotel een bespreking hebben met andere vertegenwoordi gers van deze firma. Risberg zou de conferentiekamcr plotseling hebben verlaten en in zijn kamer zelfmoord hebben gepleegd. Volgens de Atheense politie zou hij hebben vernomen, dat hij door zijn firma ontslagen was. Hagenaars zijn eerlijk. Een Haagse ijscoman zag al twee weken lang iets schitteren tussen de straatstenen vóór de trouwzaal aan de 1 Javastraat. Omdat hij invalide is en het verkeer ter plaatse zeer druk is. durfde hij geen verder onderzoek in te stellen, totdat hjj Dinsdag zijn kans schoon zag. Hij vond ccn met edel stenen bezet gouden medaillon, dat hij bij de politie heeft afgeleverd. De nieuwe I"landria-boot (dienst AntwerpenYllssingen) ln de Voorhaven te VllssLngen. De deviezen-cijfers van minister Lieftinck liegen niet. (Door onze economische medewerker) De vooruitzichten voor 1951 zijn somber. Met deze woorden karakteri seerde de regering In haar laatste Devlezennota de stand van zaken van ons deviezenbezit. VVÜ geloven, dat het bijvoeglijke naamwoord somber nog te fraai is om de werkelijkheid aan te geven. Beter ware geweest: allerbedroevendst, on heilspellend of iets dergelijks. Nemen wij de stand van ons de- j Dit mag allemaal waar zijn. Maar vlezenbezit op 21 Mei volgens de wij menen, dat het juister is om je weekstaat van de Nederlandse Bank, i niet rijker te tellen dan je bent en dan blijkt dat wij 1193 millioen aan I dus om netjes je schulden af te foud en zilver bezitten eneen trekken. eviezenschuld hebben van 189 mil- lioen. M.a.w., aan buitenlandse va luta bezitten wij in feite geen cent meer. Tellen wij beide posten op (omdat wij onze schuLd aan het bui tenland natuurlijk ook met goud kunnen betalen), dan blijken wij nog 1004 millioen aan voor het buiten land waardevolle middelen rijk te zijn. Op 2 Januari was dit bedrag echter nog 1469 millioen, zodat wy na een kleine 5 maanden 465 mil lioen zijn kwijtgerraakt oftewel 31 Nu weten wij wel, dat de verdedi- fers door dik en dun zullen zeggen, at het in feite niet zó slim is, om dat wij tot het negatieve saldo van ons deviezenbezit zijn gekomen door ons bezit te verminderen met onze (grotere) schuld. Dit mag dan vol gens deze pleitbezorgers niet, aange- Sr? Want die enorme aankoop van zien die schulden op lange termnn coederen gelden en dus voorlopig niet betaald 6 bel" «hoeven te worden. Er prikt ergens, in een hoekje van Thijn geweteneen angeltje dat mij hardnekkig aan een ver zuim poogt te herinneren. Ik heb dat angeltje noodgedwon gen moeten laten prikken omdat er de laatste tijd zovéél andere onderwerpen om de voorrang kibbelden. Maar nu grabbel ik toch eens schuldbewust i» het archief en vis daaruit enige brieven met het opschrift: Wat toeten wij van elkaar? Dikke brieven, die op echt vrouwelij ke manier op dit motief voort borduren en langs allerlei sier lijke slingerslaglijnen tot de meest uiteenlopende conclusies komen. De een besluit: „Niets. Want wij hebben niet geleerd naar elkaar te luisteren". De ander: „Zou een arbeidersvrouw het werkelijk prettig vinden, om op intieme voet te verkeren met een (b.v.) doktersvrouw, bij elkaar thuis op bezoek te komen enz.? Ik vermoed dat geen van beiden dit zou wen sen, al zou de doktersvrouw helemaal niet verwaand" zijn. Zij hebben beiden in door snee totaal andere interessen en ontwikkeling en raken daar door gauw „uitgepraat" Er is echter één terrein, waarop dlle goede, goedwillende en verstandige vrouwen elkaar ontmoeten kunnen en begrijpen. Dat is op het terrein van de kinderen, het gezin". Deze le zeres bedoelt het ongetwijfeld voortreffelijk, en zij redeneert over dit thema: de band van het moederschap, nog een tijdje door, een paar kantjes lang. Ik weet zeker, dat vele lezeressen bij haar woorden instemmend en zelfs enigszins plechtstatig aan het knikken zullen slaan, en onmiddellijk met enige ontroe ring terugdenken aan de wacht kamer van de kinderarts, waar zij, zonder enig onderscheid van rang of stand, zulke verkwik kende gesprekken van hart tot hart hebben gevoerd met an dere moeders over de diverse slapeloze nachten die hoestende Jantjes, tandenkrijgende Pietjes en slecht etende Klaasjes haar hebben bezorgd Maar uw dienstwillige onder getekende heeft bij deze, arge loos goedgemeende conclusies bijna een lelijk woord gezegd, „schoon haar vader het haar verbood". Want och, had ik honderd blocnote-vellen tot mijn beschikking. Ik zou mis schien erin slagen een kiezel steentje van de berg dezes'mis verstands, die ons vrouwen het uitzicht belemmert, op zij te schuiven Met de moed der wanhoop zal ik dus nogmaals proberen al thans een bescheiden kijkgaatje in die berg te boren. Ik vrees, dat het ondankbaar werk is. Het is oneindig veel eenvoudi ger en bevorderijker voor de gemoedsrust, om maar met die vertedering over dat gemeen schappelijk trefpunt: de kinde ren, mee te dwepen. Om een traantje weg te pinken bij de schildering van het idyllische tafereeltje in voorzeide wacht kamer: Die kring van naar elk aar toegewende hoofden, ge tooid met modieuze hoedjes, al pinopetjes of bonte zakdoeken, die zo eensgezind en heerlijk vrij van fnaatschappelijke voor oordelen elkaar toeknikken: Als m o e d e r ben je tenslot te allemaal gelijk, daarin be grijp je elkaar volkomen, xxx Maar de nood is mij opgelegd om die idijlle te verstoren. Niet, dat het feit op zichzelf niet waar zou zijn. Maar het zet geen zoden aan de dijk. En aange- I Haal de j :je zien het getij met de dag wast, en eerlang tot een springvloed kan stijgen die de dijk om ons veilig bestaan doorbreekt en overspoelt is het ons geraden ons knusse gesprek, dat wij nu al eeuwen over dat thema voe ren, eindelijk eens te onderbre ken om op te staan en uit te zien of er voor ons volk ook geen andere taak is weggelegd. Let wel: ik wil in genen dele beweren, dat het moederschap geen belangrijke functie is. Misschien is het wel de verant- woordelijkste en moeilijkste junctie die een mens te bekle den krijgt. En het belang van de kinderen behoren wij altijd en overal primair te stellen. Maar dat houdt niet in, dat wij ons als alleen-maar-moe der moeten beschouwen. Dat wij ons zelf permanent moeten op sluiten binnen dat kneuterige Ugusterhaagje van luiers spoe len, pap voeren, neusjes snuiten, temperatuur opnemen, speel goed knutselen en jurkjes naai en. Dat wij voor onze buur vrouw binnen liódr liguster haagje alleen maar belangstel ling kunnen hebben voor zover haar luiers witter, haar pap smakelijker, haar verkoudheids- therapie doeltreffender en haar jurkjes snoeziger zijn. Want wij, en die. buurvroitw links en rechts en aan de over kant hebben óók nog zoiets als een taak tegenover de samen leving, een mede-verantwoor delijkheid voor wat er in die wereld van ons gebeurt. En als vrij over het heggetje blijven keuvelen maar er nooit aan denken dat heggetje radicaal weg te knippen dan zal iets of iemand anders het wel voor ons doen. In Oost-Europa is het al zover. Daar zijn de vrouwen, dlle vrouwen, ingeschakeld ten bate van het algemeen belang. Zij hebben puin geruimd en huizen gebouwd, zij werken op het land en in de fabrieken, om zoveel mogelijk mannen vrij te maken. En naar rang of stand wordt daarbij niet gevraagd. Zou het nu werkelijk zó onmo gelijk zijn dat de vrouwen van West-Europa hieruit een les trokken? Dat zij vrijwillig, eensgezind, de schotjes en heg getjes neerhaalden die vrouw van vrouw scheiden (kunstma tige omheiningen nog wel, te gen beter wéten in overeind gehoudenen probeerden geza menlijk een front te vormen? Waarom is het zo absurd ie veronderstellen, dat een dok- iersvrouw en een arbeiders vrouw elkaar zouden kun nen begrijpen als de goede wil er maar was? Men zou bijna gaan verlangen naar een soort „arbeidsdienst" voor dlle jonge vrouwen, waarin zij enige tijd leerden werken en omgaan met leeftijdsgenoten uit alle lagen van de maatschappij, voordat zij haar eigenlijke beroepsar beid aanvingen. Het zit hem niet in schoolop leiding, milieu, afkomst of le vensgewoonten. Het zit hem in de gaven van hart en verstand, in karakter en wilskracht, in fijnheid van gevoel en rijpheid van oordeel. En al die goede eigenschap pen zijn niet het voorrecht van een bepaalde stand, maar lig gen als edelstenen verborgen in de grote akker van de gehe le samenleving. Hebt u nooit eens met belangstelling en waardering een foto bekeken van de eerste vrouw van Frank- ryk: Madame la Présidente? Zij geniet het respect en de bewon dering van de natie, die op het punt: vrouw zo buitengewoon critisch is. Niet alleen omdat zij een gala-toilet weet te dra gen, maar ook omdat zij bij al le gelegenheden de charmante natuurlijkheid in eigen persoon is. Welnu: Madame la Présiden te, die gekroonde hoofden waar dig weet te ontvangen, is de dochter van een glasblazer. SASKIA De oorzaken voor dit in sneltrein vaart verminderen van ons bezit, vinden wij in onze handelsbalans. Van Januari tot en met Maart is er 780 millioen meer ingevoerd dan wij uitvoerden. In plaats van onze invoer te verminderen is dit gat juist aan het groter worden in de over eenkomstige drie maanden van 1950 toch was er „maar" een verschil van 603 millioen. Er is nog een ander gevolg van deze ontwikkeling. En wel, dat onze geldcirculatie steeds kleiner wordt. Zo op het oog krijgen dus zij gelijk, die zeggen dat er van inflatie-vrees geert sprake behoeft te zijn. Men zij echter gewaarschuwd. Dat de circu latie aan bankbiljetten en girale sal di bij de banken terugloopt, is juist, ja. dit is zelfs heel logisch. ln het buitenland wil zeg- :en, dat kooplieden en fabrikanten by de bank deviezen moeten kopen, welke zij moeten betalen met guldens. Dus hoe meer deviezen er gekocht worden, hoe meer banksaldi er wor den aangesproken of bankbiljetten er terugvloeien naar de bank. Die vermindering van de geldcircu latie zegt dus op zichzelf nietzij is eenvoudig een gevolg van de enor me. veel grotere invoer dan uitvoer. Natuurlijk moet hier een einde aan komen. Hetzij doordat wij volkomen aan de grond zitten en dus geen sou meer bezitten (als wij op de huidige De Führer ontbrak. De neo-fascistische rijkspartij wilde op een partybetoging in Essen, Hitler's favoriete mars Badenweiler laten spelen. De burgemeester van Essen redde zich uit de moeilijke situatie, door een oude wet te voorschijn te halen, welke niet officieel is ingetrokken. In deze wet wordt bepaald, dat de mars slechts ln aanwezigheid van de „Führer" ten gehore mag worden ge bracht. voet doorgaan, dan is dat zo tegen December a.s.hetzij dat er straffe maatregelen worden genomen. Een eerste stap werd enige tijd ge leden door De Nederlandse Bank ge zet door de invoering van de credlet- restrictle en door de verhoging van de discontovoet, waardoor het lenen van kapitaal duurder moet worden. Daar is bijgekomen de maatregel, dat voortaan 25 van op termyn ge kochte valuta's by het afsluiten van de transactie direct in guldens moet worden terugbetaald, terwijl nu voorts toestemming nodig is voor het vooruit betalen van ln het buitenland gekochte goederen. Men wil m.a.w. het kopen ln het buitenland moeilijker maken, waar door de koopman en fabrikant wor den afgeschrikt om veel te kopen. Of het zal helpen? Volgens de theorie wel. Maar het is maar al te dikwerf gebleken, dat de practijk niet wil wat de theorie voorschryft. Doch laten wij het hopen. Op ditzelfde vlak liggen natuur lijk ook de maatregelen om de con sumptie door de prijzen te laten stijgen en de lonen ten dele te laten meegaan. Het wordt vervelend om het te zeggen: wij kunnen nu eenmaal niet verder springen dan onze polsstok lang is. Of minder con sumeren en minder invoeren. Of meer voortbrengen en proberen meer uit te voeren. Terwijl wij dan ter overbrug ging va., de Kloof altijd nog by Uncle Sam om verlenging van de Mar shallhulp kunnen aankloppen. (Nadruk verboden.) PULITZER PRIJS VOOR MARGUERITE. Haar verslagen uit Korea worden gretig gelezen. De eerste vrouw, die een Pulitzer-prijs ontving voor Internationale be richtgeving, is de 3I-jarige Marguerite Higgins, de bekende schrijfster en overzeese correspondente van de New York Herald Tribne. Haar werd ook de George Polk-prijs van de Overzeese Persclub van Amerika toegekend, omdat z(j meer moed, onkreukbaarheid en ondernemingsgeest getoond heeft dan van haar verwacht kon worden. De Pulitzer-iirjjzen voor journalistiek en letteren die ln de Verenigde Staten tot de hoogste onderscheidingen op dit gebied gerekend worden werden in 1917 ingesteld door wijlen de Amerikaanse krantenuitgever .Josef Pulitzer. De Polk-prys die de nagedachtenis eert van de corres pondent van het Columbia Broadcasting System, die in 1948 in Grieken land vermoord werd is de hoogste prijs van de Overzeese Pereclub. De artikelen die door (Maggie) Higgins in het afgelopen jaar op de slagvelden van Korea geschreven zijn, waren het dagelijks onderwerp van gesprek in het Amerikaanse gezin. Toen zij slechts 40 uur na de com munistische inval in de kleine repu bliek arriveerde, gaven de bevelheb bers van het front haar bevel naar Tokio terug te keren. De jonge schryfster bepleitte haar geval bij generaal Douglas MacAr- thur, de toenmalige opperbevelhebber van de Geallieerde Strijdmacht ln de Stille Zuidzee. Toen zij er op wees dat ze in Korea was als correspondente van een krant en niet als vrouw, kreeg zij spoedig speciale instructies welke haar in staat stelden naar Korea te rug te keren om verslag uit te bren gen over de gevechten aan het front. In het gehele land stelde men be lang in haar verslagen van de gebeur tenissen in Korea en deze verslagen werden dan ook al spoedig in vele dagbladen gepubliceerd. Zij werd ver geleken met de bekende Amerikaan se oorlogscorrespondent Ernie Pyle, die in de tweede wereldoorlog aan het front de dood vond. Behalve dat zy zelf verslag uitbracht over het Kore aanse conflict, werd zij geroemd om haar dapperheid bij het helpen van gewonden die onder vuur lagen. Een soldaat schreef naar huis dat haar berichten onvolledig waren omdat zy niet schreef over haar eigen daden. Het eerste boek van de schryfster, dat getiteld is „Oorlog in Korea" het verslag van een oorlogscorrespon dente is onlangs in de Verenigde Staten verschenen. ONZE „MOOIE CONCURRENTE". De boekenrecensent van de Time» noemt de schryfster „onze mooie, be kwame en succesvolle concurrente, Marguerite Higgins". De blondine, die een welluidende stem en blauwe ogen heeft, ls de dochter van een Iers' Amerikaanse vader en een Franse moeder. Mej. Higgins werd te Hong Kong geboren en sprak slechts Frans en Chinees tot zy 12 jaar oud was. Haar eerste onderwijs heeft zy op scholen in Engeland en Frankryk ge noten. Toen haar familie naar de Verenig de Staten terugkeerde, ging zy naar de Universiteit van Califomië. Later studeerde ze voor een diploma ln de journalistiek aan de Columbia Uni versity te New York. Reeds toen ze nog college liep werd ze universiteitscorresponaente van de New York Herald Tribune. Dank zij haar vloeiend Frans werd zij ln 1944 Europees correspondente van deze krant. Door haar verhalen over de bevrij ding van Dachau en de verovering van Berchtesgaden won de schryfster de prijs voor 1945 van de New Yorkse Newspaper Women's Club. In hetzelf de jaar werd ze belast met de leiding van het Beriynse bureau van de Tlr- bune. In het begin van 1950 besloot ze naar Tokio te gaan als verslaggeef ster. Dank zij haar opleiding in het Verre Oosten wist zij haar krant over te halen om haar naar Japan over te plaatsen. Ze werd daar hoofd van het Bureau te Tokio toen de communisten de Koreaanse republiek binnenvielen. Toen eens een kolonel van het leger haar zeide: „U zult terug moeten, er zouden wel eens moeilijkheden kunnen ontstaan", antwoordde de onver schrokken journaliste: „Mociiykheden betekenen nieuws en van nieuws moet ik het hebben".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1951 | | pagina 7