Tweeduizend-jarige zonder rimpels
WIJ ZITTEN OP ZWART ZAAD
Van Vrouw toi Vrouw
I schotjes i
f omlaag
'V,
MAGGIE HIGGINS, AMERIKA'S
BEKENDSTE JOURNALISTE
VRIJDAG 15 JUNI 1951
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
NIETS NIEUWS ONDER DE ZON..
Marianne maakt toilet voor het
grote feest
Eigenlijk is Parijs al 2300 jaar oud.
(Van onze correspondent).
Parijs, JunL Parijs zal op 8 Juli zijn tweeduizendste verjaardag vieren.
En ln alle wijken, op alle boulevards, in de Avenues, op de pleinen en in de
straatjes 1» de Franse hoofdstad nu bezig toilet te maken. Er worden fees
ten aan de lopende band georganiseerd, ieder „quartier" heeft z(jn étalage
wedstrijd, züQ gecostumeerde bals, zyn historische optochten en ofschoon
allee een beetje met de Franse slag georganiseerd is, toch voelt men overal,
dat het leest Is ln Parijs.
D't neemt niet weg, dat die twee
duizend jaren van Parijs eigenlijk
maar een enigszins vaag begrip zijn.
Parijs is eigenlijk 2300 jaar oud.
Maar men viert die 2000ste verjaar
dag nt mdat het juist twintig
eeuwen geleiden ls, dat men in de
geschiedenis voor het eerst over de
Parisii sprak. En wel naar aanleiding
van het feit, dat die Parisii door een
van de luitenants van Caesar ver
slagen werden. Dus viert men eigen
lijk de verjaardag van een neder
laag. Voordien heette het dorp, dat
op het eiland He de la Cité lag Lu-
tece, of Lutetia. Lat eilandje, waar
nu de Notre Dame opstaat, is dus
het oudste gedeelte van Parjjs. De
eerste koningen bouwden er ook hun
paleis; tegenwoordig is dit het Paleis
van Justitie.
Laten we onmiddellijk vaststellen,
dat er in heel Parijs met uitzon
dering van de Arena's van Lutetia
en de pilaren in het oude kerkje St.
Pierre op Montmartre geen enke
le steen ouder is dan 1000 jaar. De
kerk St. Germain des Prés is het
oudste gebouw van heel de Franse
hoofdstad.
De wijle rondom deze kerk is voor
al na de oorlog plotseling in de mode
gekomen. Maar nu moet men niet
denken, dat die existentialisten, die
daar op de caféterrasjes schijnen te
leven, die zich op een bijzonder
vreemde manier kleden en een spek-
Feestgangers.
De zaak, die ons vanochtend bezig
hield, was ingewikkelder dan de Vel-
ser-affaire en duisterder dan het on
derzoek naar de daders van de zelf
moord op Schallenberg. Iedereen be-
schudigde iedereen en een iegelijk
dekte de ander. Het stond tien tegen
tien en het was helder als de zee bij
Capri, dat er op zijn minst vijf kapi
tale meineden werden geproduceerd.
Maar het bleef de vraag van Pilatus:
wat is waarheid?
Het kwam allemaal door de brui
loft van Franciscus en Gerdien, die
temidden van vriend en magen zich
moed hadden ingedronken voor de
vaart op de woelige levenszee. En was
die drinkerrj nu maar beperkt geble
ven tot het echtpaar dat samen
honderd lentes telde dan zou het
zijn geëindigd met twee katers en
een beetje glasschade, want de jong
gehuwden hadden om tien uur het
café verlaten, vermoeid van de span
ning op deez* hoogtijdag en van zins
zich vroeg ter sluimering te begeven.
De gasten hadden het lawjjt ver
volgd met allerlei rondjes en dat ging
best, tot Jilles van Kneel van Arie
zei, dat Franciscus wel gauw zou ril
len van de vlooien, omdat Gerdien
d'r ganse leven nog niks was geweest
als een ellebel-van-'n-wijf. En aan
gezien Gerdien d'r zus, de koningin
der woonwagens, Alida G., deze ver
klaring hoorde, had zij een diploma
tieke nota van antwoord geleverd,
die (met het oog op geloof en goede
zeden) niet voor herhaling per druk
pers vatbaar is. Ge zoudt haar woord
keus trouwens in geen enkele diction-
naire verklaard vinden
Enfin, er was een veldslag ont
staan, waarbij het biljart diende als
achtendertigste breedtegraad. Het
slagwerk was verzorgd met stoelpo
ten en biljartqueuen en het aantal ka-
potgegooide bierflessen had de zaal
eigenaar later (volgens een recon
structie van de schervenmassa) op
zeventig getaxeerd. Er was gegooid
met een fiets, en in het gangetje had
Rooie Jaap kans gezien Dikke Mien
van Gertje Druppel zo'n oplawaai te
geven, dat haar kunstgebit in twee
gelijke delen was gesplitst. Toen de
politie arriveerde, hadden beide legers
zich juist, ter hergroepéring, naar de
tuin begeven, alwaar een kippenhok
gesloopt werd tot veiligstelling van
de amunitievoorraacL
Kneel Puist had verzet gepleegd bij
de arrestatie en de oude Wimple Mot-
tebal had 'n agent met een plank in
zijn nek geslagen. Maar dit waren
dan ook voorlopig de enige feiten, die
wettelijk en overtuigend bewezen wa
ren. De rest was precies als de nieu
we regeling voor de paspoorten: een
duister land vol kuilen en rampen
en de rechter besteedde er anderhalf
uur van de nationale tijd aan, om het
allemaal uit te zoeken. Er werd ge
logen met een bekwaamheid, die aan
het geniale grensde. Op de tribune
klonk van tijd tot tijd gesis en ge
brom
Kneel Puist en ouwe Wimpie wer
den voor twee maanden uit logeren
gestuurd; Rooie Jaap kreeg zes we
ken schuurtje en de verdere toewij
zingen varieerden van tien dagen tot
dertig gulden boete.
Over de beledigingen werd niet ge
sproken; vermoedelijk hadden de
feestgangers die niet als zodanig her
kend.
Er was, by het afscheid van het ge
rechtsgebouw, enig rumoer in de
gang, maar een stoere agent veegde
kordaat het portaal schoon. Toen
daalde er een verheven rust neer.
En de rechter begon aan de volgen
de zaak. Want het kwaad is einde
loos, eindeloos
takel kunnen maken, eigenlijk iets
nieuws gevonden hebben. Want in
1410 kwamen de jonge mensen al
bij elkaar voor de toren van St. Ger
main des Prés om over politiek en
kunst te praten en om %s nachts
heel de boel op stelten te zetten. Dit
nam de volgende eeuw zulke vormen
aan, dat de kerkelijke autoriteiten
zich er mee zijn gaan bemoeien. De
jonge knapen met hun opzichtige
buizen en hun veel te lange haren,
die St. Germain des Prés onveilig
maakten en die veel te vrij met het
zwakke geslacht omsprongen, moch
ten de kerkelijke processies niet
meer volgen.
DE STAD DER VROUW.
Parjjs is nog altijd de stad, waar
de mode "oor heel de wereld wordt
aangegeven. Parijs leeft van de
vrouw en heel het leven in die stad
draait ook om de vrouw. Met enige
overdrijving kan men zeggen, dat de
man er alleen is om de vrouw te be
geleiden, om geld te verdienen en
om haar te zeggen dat ze mcfoi is.
Maar dit is door de eeuwen zo ge
weest. Omstreeks 1200 waren er al
zeven en vijftig modemagazijnen in
Parijs. De naaistertjes uit die dagen
hebben gezorgd voor een van de
eerste sociale wetten. Zij beweerden
wat voor die dagen bijzonder op
standig leek dat zij na het vallen
van de avond niet meer in staat wa
ren te werken.
By het slechte lamplicht bedierven
zij immers hun ogen en hun fijne
werk zou daar zeker onder lijden.
En zij trokken in optocht naar de
provoost die hierop decreteerde dat
het erk gestaakt moest worden, als
het geheel donker was. De rue de la
Lingerie was zeven eeuwen voor de
Parisiennes net zo belangrijk als nu
de avenue Matignon (waar men de
belangrijkste maisons de haute cou
ture vindt).
SMULPAPEN KREGEN
VORF CADEAU.
Ook de Franse keuken was in de
middeleeuwen al zeer geraffineerd.
Wanneer men leest, wat de Parrjze-
naars tijdens de bouw van de Notre
Dame voor maaltjjdcn konden ver
orberen dan slaat iemand de schrik
om het hart. De restaurants kwamen
onder Lodewijk XIII in de mode. De
Tour d'Argent, het sjiekste en duur
ste restaurant, dat Parjjs thans
heeft, werd door Koning Hendrik de
Tweede gesticht. In die tijd at ieder
een nog met zjjn handen. De Tour
d'Argent werd beroemd omdat de
directie een bijzonder vreemd Instru
ment, de vork, in de mode bracht.
Iedere klant van het restaurant
kreeg een vork cadeau.
Zonder café's is het leven in Pa
rijs nog maar nauwelijks1 voor te
stellen. Toch zjjn de publieke drink-
frelegenheden nog maar 250 jaar oud.
Het eerste café heette Procope en
het bevond zich tegenover de Co-
medie Framjaise. De bekende acteurs
uit die tjjd gingen er een nieuw
brouwsel proeven, dat men koffie
noemde. En de dure dames lieten
hun karossen voor deze wonderlijke
instelling stoppen om dat schouw
spel eens gade te slaan. Twee en
een halve eeuw later is er nog maar
weinig veranderd; de karossen heb
ben plaats gemaakt voor Amerikaan
se auto's, die nu een kilometer ver
der stoppen om het wonderlijke
schouwspel der existentialisten te
komen bekijken.
DE EERSTE OMNIBUS.
Over Montmartre begint men in
de zestiende eeuw te praten. Op de
heuvel lag toen een abdij, die veel
pelgrims trok. Die pelgrims waren
vaak dorstig van de klimpartij. De
abdij gaf hun eerst wijn cadeau,
maar later kwam er zoveel vraag,
dat men de dranken ging verkopen.
Zo ontstonden de eerste café's op
Montmartre. Ben handige man kwam
vervolgens op het idee paarden te
verhuren aan mensen, die de butte
wilden beklimmen. Uit die paarden-
verhuurderij ontstond de eerste om
nibus, die de reizigers van het Lu
xembourg naar de top van Montmar
tre bracht.
Zo zijn er nog heel wat geschiede
nissen te vertellen over dat tweedui
zendjarig bestaan van Parijs. Dat
Lodewijk de XTVde de eerste was,
die op de gedachte kwam, dat de
toekomstige lichtstad toch eigenlijk
wel een straatverlichting moest heb
ben. Dat Lodewijk 14 Juli 1789, dus
bij het begin van de Franse Revo
lutie, in zijn dagboek schreef: Van
daag valt er niets te melden. Dat...
Maar laten we vooral niet de in
druk vestigen dat het 2000-jarige
Parijs een oude stad is. Op het ge
zicht van Marianne kan men min
der rimpels ontdekken dan op de
Seine bij een windloze dag. Parijs
bezit het geheim van de eeuwige
jeugd. Laten we het dus bij zijn
2000ste verjaardag vooral met deze
eeuwige jeugd feliciteren.
Waarnemende Zweedse i
consul in Athene
dood gevonden.
De waarnemende Zweedse consul in
Athene is dood in zijn hotelkamer
aangetroffen. Zijn echtgenote, die hem
in het hotel opzocht, vond hem op bed
liggen met een pistool in zijn hand.
De Zweed, zekere Risberg. was tevens
sinds 26 jaar vertegenwoordiger van
een Zweedse firma in Griekenland.
Hij zou in het hotel een bespreking
hebben met andere vertegenwoordi
gers van deze firma. Risberg zou de
conferentiekamcr plotseling hebben
verlaten en in zijn kamer zelfmoord
hebben gepleegd. Volgens de Atheense
politie zou hij hebben vernomen, dat
hij door zijn firma ontslagen was.
Hagenaars zijn eerlijk.
Een Haagse ijscoman zag al twee
weken lang iets schitteren tussen de
straatstenen vóór de trouwzaal aan de 1
Javastraat. Omdat hij invalide is en
het verkeer ter plaatse zeer druk is.
durfde hij geen verder onderzoek in
te stellen, totdat hjj Dinsdag zijn kans
schoon zag. Hij vond ccn met edel
stenen bezet gouden medaillon, dat hij
bij de politie heeft afgeleverd.
De nieuwe I"landria-boot (dienst AntwerpenYllssingen) ln de Voorhaven
te VllssLngen.
De deviezen-cijfers van minister Lieftinck liegen niet.
(Door onze economische medewerker)
De vooruitzichten voor 1951 zijn somber. Met deze woorden karakteri
seerde de regering In haar laatste Devlezennota de stand van zaken van ons
deviezenbezit.
VVÜ geloven, dat het bijvoeglijke naamwoord somber nog te fraai is om
de werkelijkheid aan te geven. Beter ware geweest: allerbedroevendst, on
heilspellend of iets dergelijks.
Nemen wij de stand van ons de- j Dit mag allemaal waar zijn. Maar
vlezenbezit op 21 Mei volgens de wij menen, dat het juister is om je
weekstaat van de Nederlandse Bank, i niet rijker te tellen dan je bent en
dan blijkt dat wij 1193 millioen aan I dus om netjes je schulden af te
foud en zilver bezitten eneen trekken.
eviezenschuld hebben van 189 mil-
lioen. M.a.w., aan buitenlandse va
luta bezitten wij in feite geen cent
meer. Tellen wij beide posten op
(omdat wij onze schuLd aan het bui
tenland natuurlijk ook met goud
kunnen betalen), dan blijken wij nog
1004 millioen aan voor het buiten
land waardevolle middelen rijk te
zijn. Op 2 Januari was dit bedrag
echter nog 1469 millioen, zodat wy
na een kleine 5 maanden 465 mil
lioen zijn kwijtgerraakt oftewel
31
Nu weten wij wel, dat de verdedi-
fers door dik en dun zullen zeggen,
at het in feite niet zó slim is, om
dat wij tot het negatieve saldo van
ons deviezenbezit zijn gekomen door
ons bezit te verminderen met onze
(grotere) schuld. Dit mag dan vol
gens deze pleitbezorgers niet, aange-
Sr? Want die enorme aankoop van
zien die schulden op lange termnn coederen
gelden en dus voorlopig niet betaald 6
bel"
«hoeven te worden.
Er prikt ergens, in een hoekje
van Thijn geweteneen angeltje
dat mij hardnekkig aan een ver
zuim poogt te herinneren. Ik
heb dat angeltje noodgedwon
gen moeten laten prikken omdat
er de laatste tijd zovéél andere
onderwerpen om de voorrang
kibbelden. Maar nu grabbel ik
toch eens schuldbewust i» het
archief en vis daaruit enige
brieven met het opschrift: Wat
toeten wij van elkaar? Dikke
brieven, die op echt vrouwelij
ke manier op dit motief voort
borduren en langs allerlei sier
lijke slingerslaglijnen tot de
meest uiteenlopende conclusies
komen.
De een besluit: „Niets. Want
wij hebben niet geleerd naar
elkaar te luisteren". De ander:
„Zou een arbeidersvrouw het
werkelijk prettig vinden, om
op intieme voet te verkeren
met een (b.v.) doktersvrouw,
bij elkaar thuis op bezoek te
komen enz.? Ik vermoed dat
geen van beiden dit zou wen
sen, al zou de doktersvrouw
helemaal niet verwaand" zijn.
Zij hebben beiden in door
snee totaal andere interessen
en ontwikkeling en raken daar
door gauw „uitgepraat"
Er is echter één terrein,
waarop dlle goede, goedwillende
en verstandige vrouwen elkaar
ontmoeten kunnen en begrijpen.
Dat is op het terrein van de
kinderen, het gezin". Deze le
zeres bedoelt het ongetwijfeld
voortreffelijk, en zij redeneert
over dit thema: de band van het
moederschap, nog een tijdje
door, een paar kantjes lang. Ik
weet zeker, dat vele lezeressen
bij haar woorden instemmend
en zelfs enigszins plechtstatig
aan het knikken zullen slaan, en
onmiddellijk met enige ontroe
ring terugdenken aan de wacht
kamer van de kinderarts, waar
zij, zonder enig onderscheid van
rang of stand, zulke verkwik
kende gesprekken van hart tot
hart hebben gevoerd met an
dere moeders over de diverse
slapeloze nachten die hoestende
Jantjes, tandenkrijgende Pietjes
en slecht etende Klaasjes haar
hebben bezorgd
Maar uw dienstwillige onder
getekende heeft bij deze, arge
loos goedgemeende conclusies
bijna een lelijk woord gezegd,
„schoon haar vader het haar
verbood". Want och, had ik
honderd blocnote-vellen tot
mijn beschikking. Ik zou mis
schien erin slagen een kiezel
steentje van de berg dezes'mis
verstands, die ons vrouwen het
uitzicht belemmert, op zij te
schuiven
Met de moed der wanhoop zal
ik dus nogmaals proberen al
thans een bescheiden kijkgaatje
in die berg te boren. Ik vrees,
dat het ondankbaar werk is.
Het is oneindig veel eenvoudi
ger en bevorderijker voor de
gemoedsrust, om maar met die
vertedering over dat gemeen
schappelijk trefpunt: de kinde
ren, mee te dwepen. Om een
traantje weg te pinken bij de
schildering van het idyllische
tafereeltje in voorzeide wacht
kamer: Die kring van naar elk
aar toegewende hoofden, ge
tooid met modieuze hoedjes, al
pinopetjes of bonte zakdoeken,
die zo eensgezind en heerlijk
vrij van fnaatschappelijke voor
oordelen elkaar toeknikken:
Als m o e d e r ben je tenslot
te allemaal gelijk, daarin be
grijp je elkaar volkomen,
xxx
Maar de nood is mij opgelegd
om die idijlle te verstoren. Niet,
dat het feit op zichzelf niet
waar zou zijn. Maar het zet geen
zoden aan de dijk. En aange-
I Haal de j
:je
zien het getij met de dag wast,
en eerlang tot een springvloed
kan stijgen die de dijk om ons
veilig bestaan doorbreekt en
overspoelt is het ons geraden
ons knusse gesprek, dat wij nu
al eeuwen over dat thema voe
ren, eindelijk eens te onderbre
ken om op te staan en uit te
zien of er voor ons volk ook
geen andere taak is weggelegd.
Let wel: ik wil in genen dele
beweren, dat het moederschap
geen belangrijke functie is.
Misschien is het wel de verant-
woordelijkste en moeilijkste
junctie die een mens te bekle
den krijgt. En het belang van
de kinderen behoren wij altijd
en overal primair te stellen.
Maar dat houdt niet in, dat wij
ons als alleen-maar-moe
der moeten beschouwen. Dat wij
ons zelf permanent moeten op
sluiten binnen dat kneuterige
Ugusterhaagje van luiers spoe
len, pap voeren, neusjes snuiten,
temperatuur opnemen, speel
goed knutselen en jurkjes naai
en. Dat wij voor onze buur
vrouw binnen liódr liguster
haagje alleen maar belangstel
ling kunnen hebben voor zover
haar luiers witter, haar pap
smakelijker, haar verkoudheids-
therapie doeltreffender en haar
jurkjes snoeziger zijn.
Want wij, en die. buurvroitw
links en rechts en aan de over
kant hebben óók nog zoiets als
een taak tegenover de samen
leving, een mede-verantwoor
delijkheid voor wat er in die
wereld van ons gebeurt. En als
vrij over het heggetje blijven
keuvelen maar er nooit aan
denken dat heggetje radicaal
weg te knippen dan zal iets
of iemand anders het wel voor
ons doen. In Oost-Europa is het
al zover. Daar zijn de vrouwen,
dlle vrouwen, ingeschakeld ten
bate van het algemeen belang.
Zij hebben puin geruimd en
huizen gebouwd, zij werken op
het land en in de fabrieken, om
zoveel mogelijk mannen vrij te
maken. En naar rang of stand
wordt daarbij niet gevraagd.
Zou het nu werkelijk zó onmo
gelijk zijn dat de vrouwen van
West-Europa hieruit een les
trokken? Dat zij vrijwillig,
eensgezind, de schotjes en heg
getjes neerhaalden die vrouw
van vrouw scheiden (kunstma
tige omheiningen nog wel, te
gen beter wéten in overeind
gehoudenen probeerden geza
menlijk een front te vormen?
Waarom is het zo absurd ie
veronderstellen, dat een dok-
iersvrouw en een arbeiders
vrouw elkaar zouden kun
nen begrijpen als de goede wil
er maar was? Men zou bijna
gaan verlangen naar een soort
„arbeidsdienst" voor dlle jonge
vrouwen, waarin zij enige tijd
leerden werken en omgaan met
leeftijdsgenoten uit alle lagen
van de maatschappij, voordat
zij haar eigenlijke beroepsar
beid aanvingen.
Het zit hem niet in schoolop
leiding, milieu, afkomst of le
vensgewoonten. Het zit hem in
de gaven van hart en verstand,
in karakter en wilskracht, in
fijnheid van gevoel en rijpheid
van oordeel.
En al die goede eigenschap
pen zijn niet het voorrecht van
een bepaalde stand, maar lig
gen als edelstenen verborgen
in de grote akker van de gehe
le samenleving. Hebt u nooit
eens met belangstelling en
waardering een foto bekeken
van de eerste vrouw van Frank-
ryk: Madame la Présidente? Zij
geniet het respect en de bewon
dering van de natie, die op het
punt: vrouw zo buitengewoon
critisch is. Niet alleen omdat
zij een gala-toilet weet te dra
gen, maar ook omdat zij bij al
le gelegenheden de charmante
natuurlijkheid in eigen persoon
is. Welnu: Madame la Présiden
te, die gekroonde hoofden waar
dig weet te ontvangen, is de
dochter van een glasblazer.
SASKIA
De oorzaken voor dit in sneltrein
vaart verminderen van ons bezit,
vinden wij in onze handelsbalans. Van
Januari tot en met Maart is er
780 millioen meer ingevoerd dan
wij uitvoerden. In plaats van onze
invoer te verminderen is dit gat juist
aan het groter worden in de over
eenkomstige drie maanden van 1950
toch was er „maar" een verschil van
603 millioen.
Er is nog een ander gevolg van
deze ontwikkeling. En wel, dat onze
geldcirculatie steeds kleiner wordt.
Zo op het oog krijgen dus zij gelijk,
die zeggen dat er van inflatie-vrees
geert sprake behoeft te zijn. Men zij
echter gewaarschuwd. Dat de circu
latie aan bankbiljetten en girale sal
di bij de banken terugloopt, is juist,
ja. dit is zelfs heel logisch.
ln het buitenland wil zeg-
:en, dat kooplieden en fabrikanten by
de bank deviezen moeten kopen,
welke zij moeten betalen met guldens.
Dus hoe meer deviezen er gekocht
worden, hoe meer banksaldi er wor
den aangesproken of bankbiljetten er
terugvloeien naar de bank.
Die vermindering van de geldcircu
latie zegt dus op zichzelf nietzij
is eenvoudig een gevolg van de enor
me. veel grotere invoer dan uitvoer.
Natuurlijk moet hier een einde aan
komen. Hetzij doordat wij volkomen
aan de grond zitten en dus geen sou
meer bezitten (als wij op de huidige
De Führer ontbrak.
De neo-fascistische rijkspartij
wilde op een partybetoging in
Essen, Hitler's favoriete mars
Badenweiler laten spelen. De
burgemeester van Essen redde
zich uit de moeilijke situatie,
door een oude wet te voorschijn
te halen, welke niet officieel is
ingetrokken. In deze wet wordt
bepaald, dat de mars slechts ln
aanwezigheid van de „Führer"
ten gehore mag worden ge
bracht.
voet doorgaan, dan is dat zo tegen
December a.s.hetzij dat er straffe
maatregelen worden genomen.
Een eerste stap werd enige tijd ge
leden door De Nederlandse Bank ge
zet door de invoering van de credlet-
restrictle en door de verhoging van de
discontovoet, waardoor het lenen van
kapitaal duurder moet worden. Daar
is bijgekomen de maatregel, dat
voortaan 25 van op termyn ge
kochte valuta's by het afsluiten van
de transactie direct in guldens moet
worden terugbetaald, terwijl nu
voorts toestemming nodig is voor het
vooruit betalen van ln het buitenland
gekochte goederen.
Men wil m.a.w. het kopen ln het
buitenland moeilijker maken, waar
door de koopman en fabrikant wor
den afgeschrikt om veel te kopen.
Of het zal helpen? Volgens de
theorie wel. Maar het is maar al te
dikwerf gebleken, dat de practijk niet
wil wat de theorie voorschryft. Doch
laten wij het hopen.
Op ditzelfde vlak liggen natuur
lijk ook de maatregelen om de con
sumptie door de prijzen te laten
stijgen en de lonen ten dele te
laten meegaan. Het wordt vervelend
om het te zeggen: wij kunnen nu
eenmaal niet verder springen dan
onze polsstok lang is. Of minder con
sumeren en minder invoeren. Of meer
voortbrengen en proberen meer uit te
voeren. Terwijl wij dan ter overbrug
ging va., de Kloof altijd nog by Uncle
Sam om verlenging van de Mar
shallhulp kunnen aankloppen.
(Nadruk verboden.)
PULITZER PRIJS VOOR MARGUERITE.
Haar verslagen uit Korea worden gretig gelezen.
De eerste vrouw, die een Pulitzer-prijs ontving voor Internationale be
richtgeving, is de 3I-jarige Marguerite Higgins, de bekende schrijfster en
overzeese correspondente van de New York Herald Tribne. Haar werd ook
de George Polk-prijs van de Overzeese Persclub van Amerika toegekend,
omdat z(j meer moed, onkreukbaarheid en ondernemingsgeest getoond heeft
dan van haar verwacht kon worden.
De Pulitzer-iirjjzen voor journalistiek en letteren die ln de Verenigde
Staten tot de hoogste onderscheidingen op dit gebied gerekend worden
werden in 1917 ingesteld door wijlen de Amerikaanse krantenuitgever
.Josef Pulitzer. De Polk-prys die de nagedachtenis eert van de corres
pondent van het Columbia Broadcasting System, die in 1948 in Grieken
land vermoord werd is de hoogste prijs van de Overzeese Pereclub.
De artikelen die door (Maggie)
Higgins in het afgelopen jaar op de
slagvelden van Korea geschreven zijn,
waren het dagelijks onderwerp van
gesprek in het Amerikaanse gezin.
Toen zij slechts 40 uur na de com
munistische inval in de kleine repu
bliek arriveerde, gaven de bevelheb
bers van het front haar bevel naar
Tokio terug te keren.
De jonge schryfster bepleitte haar
geval bij generaal Douglas MacAr-
thur, de toenmalige opperbevelhebber
van de Geallieerde Strijdmacht ln de
Stille Zuidzee. Toen zij er op wees dat
ze in Korea was als correspondente
van een krant en niet als vrouw, kreeg
zij spoedig speciale instructies welke
haar in staat stelden naar Korea te
rug te keren om verslag uit te bren
gen over de gevechten aan het front.
In het gehele land stelde men be
lang in haar verslagen van de gebeur
tenissen in Korea en deze verslagen
werden dan ook al spoedig in vele
dagbladen gepubliceerd. Zij werd ver
geleken met de bekende Amerikaan
se oorlogscorrespondent Ernie Pyle,
die in de tweede wereldoorlog aan het
front de dood vond. Behalve dat zy
zelf verslag uitbracht over het Kore
aanse conflict, werd zij geroemd om
haar dapperheid bij het helpen van
gewonden die onder vuur lagen. Een
soldaat schreef naar huis dat haar
berichten onvolledig waren omdat zy
niet schreef over haar eigen daden.
Het eerste boek van de schryfster,
dat getiteld is „Oorlog in Korea"
het verslag van een oorlogscorrespon
dente is onlangs in de Verenigde
Staten verschenen.
ONZE „MOOIE CONCURRENTE".
De boekenrecensent van de Time»
noemt de schryfster „onze mooie, be
kwame en succesvolle concurrente,
Marguerite Higgins". De blondine,
die een welluidende stem en blauwe
ogen heeft, ls de dochter van een Iers'
Amerikaanse vader en een Franse
moeder. Mej. Higgins werd te Hong
Kong geboren en sprak slechts Frans
en Chinees tot zy 12 jaar oud was.
Haar eerste onderwijs heeft zy op
scholen in Engeland en Frankryk ge
noten.
Toen haar familie naar de Verenig
de Staten terugkeerde, ging zy naar
de Universiteit van Califomië. Later
studeerde ze voor een diploma ln de
journalistiek aan de Columbia Uni
versity te New York.
Reeds toen ze nog college liep werd
ze universiteitscorresponaente van de
New York Herald Tribune. Dank zij
haar vloeiend Frans werd zij ln 1944
Europees correspondente van deze
krant.
Door haar verhalen over de bevrij
ding van Dachau en de verovering
van Berchtesgaden won de schryfster
de prijs voor 1945 van de New Yorkse
Newspaper Women's Club. In hetzelf
de jaar werd ze belast met de leiding
van het Beriynse bureau van de Tlr-
bune.
In het begin van 1950 besloot ze
naar Tokio te gaan als verslaggeef
ster. Dank zij haar opleiding in het
Verre Oosten wist zij haar krant over
te halen om haar naar Japan over te
plaatsen. Ze werd daar hoofd van het
Bureau te Tokio toen de communisten
de Koreaanse republiek binnenvielen.
Toen eens een kolonel van het leger
haar zeide: „U zult terug moeten, er
zouden wel eens moeilijkheden kunnen
ontstaan", antwoordde de onver
schrokken journaliste: „Mociiykheden
betekenen nieuws en van nieuws moet
ik het hebben".