Trekkingszaal Staatsloterij is een sobere residentie van Vrouwe Fortuna VREEMDl JIMMY BROWN, sportheld no. 1 WANHOPIGE STRIJD VAN EEN NEDERLANDS ESKADER DINSDAG 3 APRIL 1951 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT DE HONDERDDUIZEND VALT Zeven kalme mannen op een rij (Van onze Haagse redacteur). Men beeft net zo veel kans op het winnen van de honderd-duizend als er kans ls, dat een meeuw zijn gelukje ln een fles laat vallen." Dat zegt de heer Monnik en hg mag als een autoriteit op dit gebied be schouwd worden, want reeds dertig jaar vervult hy een taak bfl de trek king van de staatsloterij ln de smalle sombere Kazernestraat ln Den Haag. Bovendien kijkt de heer Monnik al 79 jaar ln deze wereld rond en hij heeft geleerd, dat geen wezen zo grillig van aard is als Vrouwe Fortuna. Die grilligheid komt ook tot uiting in de keuze van haar residentie voor de Staatsloterij. De trekkingszaal Inkt meer op de wachtkamer van een heel ouderwets stationnetje dan op het vertrek waar de zo begeer de duiten in ae zakken van enkele gelukkige mensenkinderen rollen Enig versiersel of opsmuk valt er niet te bespeuren. De planken vloer kraakt onder de voetstappen van de enkele aanwezigen, de grote pot kachel staat er koud en onaandoen lijk bij. Achter een hek op een po dium staan twee trommels, een grote en een kleine, ieder met een koperen bakje eraan. Daar tussen in zitten zes heren op een rijtje, ter wijl een zevende met een pandjesjas aan hg draagt hem heus niet, omdat het er zo deftig toegaat als een schoolmeester uit de oude doos voor hen zit. Op een teken van de directeur van de Staatsloterij begint de trek king. Van enige spanning in de zaal de honderdduizend kan vallen is niets te merken, tenminste niet bij de heren achter het hekje. De man die naast de kleine trommel zit heeft zijn hand in het koperen bah je gestoken en er een prijs de kleine trommel bevat de prijzen ende nieten uitgehaald. Te gelijkertijd maakte zijn collega aan de andere zijde hetzelfde gebaar. Hij pakte een briefje waarop het num mer van een lot staat. Hiermee is hun taak afgelopen, want zij geven de briefjes opgevouwen door aan de man, die naast hen zit. Deze vouwt het snel open, bekijkt het nummer of het bedrag van de prijs en geeft het briefje weer door. De derde man, die prijs en lot passeren roept luid en duidelijk het bedrag of net nummer af. Dat gaat eento nig en zonder enige poespas onaf- febroken door. Nunjmero 11380 0 gulden, nummero 16119niet, enzovoort, enzovoort. Het gaat alle maal prozaïsch, totdat de handelin gen van het hooggezeten zevental plotseling plechtig worden. Wij luis teren en kijken gespannen. Jawel hoor, een vette" prijs nummero 31215vijftig duizend gulden. De directeur zelf contróleert het nog eens en roept dan: „Op nummero 31215 is de prijs van vijftigduizend gulden gevallen." Dan gaat het monotone gedoe op het podium weer verder. Lot en prijs uit de trommels, openvouwen, aflezen, op elkaar leggen en vast prikken op een stalen pen, drie maal, twintig maal, hondera maal, een en veertig honderd maal. Maar voor de laatste maal gekomen is, valt de honderd duizend. In wiens schoot? Dat weet men hier niet, dat weet slechts één van de collectrices van de Nederlandse Staatsloterij. In de trekkingszaal is deze gelukkige slechts een nummer, één nummer uit de twintig duizend, die de mannen in handen hebben gehad en horen afroepen. Het jaar 1726 zag de geboorte van de Staatsloterij. In die tijd waren de Staten krap bij kas en zij beslo ten de nood te lenigen door een lo terij. De trekking van de Generaliteits- loterg, zoals zij toen nog heette, ge schiedde in de Ridderzaal, tegen woordig een oord waar plechtiger gebeurtenissen plaats hebben. De Staten van Holland mogen veel baat bij de loterij gehad hebben, in onze dagen zal de opbrengst, groot twee millloen gulden per jaar, 's lands schatkist wel niet noemens waard verzwaren. Sombere vooruitzichten export naar Duitsland Omvangrijke doordraai van jonge groenten verwacht. De vooruitzichten voor de Neder landse agrarische export naar Duitsland, zijn bij de huidige stand van zaken uiterst somber, aldus verneemt het A.N.P. in leidende Ne derlandse handelskringen. Welis waar is bereikt, dat lopende con tracten voor agrarische producten ook na April nog mogen worden ge realiseerd, doch dat is slechts een druppel op een gloeiende plaat. Met de West-Duitse regering is eindeloos onderhandeld om leverin gen op crediet of langs bilaterale weg mogelijk te maken. Bonn heeft echter steeds nul op het request ge geven. De Nederlandse tuinbouw zal'dus waarschijnlijk reeds dezer dagen de rampzalige gevolgen van een totale stopzetting van de Duitse import gaan ondervinden. Grote kapitalen zijn in het kweken met kostbare verwarming van jonge voorjaars groenten geïnvesteerd. Indien de Duitse deur dicht gaat hij stond tot dusverre nog op een kiertje moet met aanzienlijke kapitaalver spilling rekening worden gehouden. Indien geen andere exportmogelijk heden opdoemen, verwacht men omvangrijke doordraai van het jon ge, dure goed op de veilingen en aangezien conservering er van niet mogelijk is, zullen de kwekers dan met grote stroppen blijven zitten. Te Costa Rica is een samenzwering ontdekt om de regering omver te wer pen. aldus heeft de president van oeze republiek op een persconferentie in de 'hoofstad San José meegedeeld. De trommel van de loterij draait Vriendschapsverdrag tussen Birma en Indonesië. Birma heeft een vriendschapsver drag voor vijf jaar met Indonesië ge tekend. Met dit verdrag beoogt men „nauwere samenwerking en handha ving van de vrede tussen beide lan den tot versterking van de bestaande vriendschappelijke banden en bevor dering van het wederzijds welzijn". Hoorspelprijsvraag 1951. In April 1952 wordt het feit her dacht, dat Jan van Riebeeck in 1652 de volksplanting aan de Kaap sticht te. De Nederlandse radio unie heeft een prijsvraag uitgeschreven voor een hoorspel, dat dit feit dramati seert. Het hoorspel, dat de beoordelings commissie als het beste aanwijst, zal worden bekroond met een prijs van 750.Deze beoordelingscommissie bestaat uit de heren E. Bomli. E. Kellenaers, L. Lutz, A. van Nierop en D. Verel. Het bekroonde werk zal worden uitgezonden op een nader te bepalen datum in April van het vol gend jaar. De inzendingen dienen vóór 1 November 1951 in het bezit van de secretaris van de beoorde lingscommissie te zijn. DE SLAG OP DE JAVA-ZEE Beschreven door Piet Bakker De ondergang van het Nederlandse imperium heeft zijn literaire roman tisering nog niet gevonden, tenzy men met tiie neerslag ervan in de vorm van het grotendeels pessimistische, en zelfsSanderige proza onzer heden daagse belletrie daarvoor genoegen neemt, al handelt dit over andere za ken. Als symptoom kan dat voor de latere historie- en kunsthistorie- schrijver zijn betekenis hebben. Daar een der oorzaken van de ondergang gelegen is in het overheersende gebrek aan belangstelling van de Neder landers voor de overzeese gebiedsdelen en hun betekenis voor onze volks gemeenschap evenzeer als voor de betekenis welke Nederland voor de overzeese volksgemeenschappen had kunnen hebben is het uitblijven van Indische „oorlogsromans" wel verklaarbaar. Maar bovendien - een nederlaag vormt nu eenmaal geen dankbaar onderwerp tot romantisering, en een nederlaag wès het, welke we in Indonesië geleden hebben. En er is niet, zoals ln ons land, een herstel op gevolgd. de pathetische bombast uitbazuinen die vroegere geslachten onafscheide lijk met vaderlandsliefde achtten. Maar het mysterie hoe een ganse vloot zich ln letterlijke zin welbe wust dood vocht tegen een opper machtige vijand, wordt door het pro za van Piet Bakker toch nog niet verklaard. DE HEER MUNNIK de meeuw en de fles! v. VERHALEN Tijdens de première van „Hamlet" door de speelgroep Limburg in de Maastrichtse stadsschouwburg, had dr. Gabriël Beckers, de vertolker van de titelrol, een wel zeer zeldzaam on gelukje te incasseren. Een groot aan tal toeschouwers zag in het tweede bedrijf plotseling iets uit de mond van Hamlet wegschieten, waarna het „ding" kletterend op de planken viel. Gabriël Beckers deed natuurlijk alsof er niets gebeurd was, en speelde door. Enkele ogenblikken later kreeg hij gelegenheid het „ding" op te rapen, voor zijn medespelerszijn stift- tand zouden kapot trappen. Tijdens de pauze reed Hamlet met bekwame spoed en ln nolle toneeluitrusting naar een tandarts, die in een minimum van tijd de losgeraakte stifttand weer op ■zijn plaats vasthechtte. Toen na het verstrijken van de pauze het doek werd opgehaald, was Gabriël Beckers weer als Hamlet present. Een bakker in Oostende moest mid den in de nacht met bekwame spoed vaar een ziekenhuis worden overge bracht, omdat de goede man zijn gebit had ingeslikt. Tijdens zijn slaap kreeg hij zo'n nare droom, dat hij van schrik inslikte. In het ziekenhuis heeft hij een behandeling ondergaan, die in de beste omstandigheden ver Tenslotte de „Indische kwestie" verkeert wel heel sterk in de sfeer der politiek, en die sfeer is aller minst vruchtbaar voor de kunst. Ze is te polemisch, teveel vervuld van belangen en gevoeligheden. Slechts op lange afstand laat zulk een po litieke gebeurtenis zich door middel van een kunstwerk projecteren. Men zal er Piet Bakker dan ook moeilijk een verwijt van kunnen ma ken dat, toen hy zich zette tot het geven van een geromantiseerd ver haal over de ondergang der Neder landse marine in Indonesië, daar geen .groot kunstwerk uit te voor- 3chijn is gekomen. Daartoe is hij bo vendien tezeer journalist, en ooit de journalistiek staat met de kunst niet op al te goede voet. Men moet de schrijver overigens beoordelen naar wat hy verklaart te hebben nagestreefd en dat was „de mannen die „de Javazee" streden, gestalte te geven." Het leek hem „een ere schuld, aan hun nagedachtenis, aan hun weduwen en wezen ook om hun in dit boek het respect te betuigen, waarop zy zo ten volle recht heb ben." TE VEEL. Natuurlijk het in proza gestal te geven aan personen inhaereert li teratuur, en dus kunst. Het bezwaar is echter, dat Piet Bakker in zijn aandrang om zoveel mogelijk aspec ten van de Marine en de Marine Luchtvaart Dienst te laten zien, wat veel hooi op zijn vork heeft geno men. Toen destyds de beroemde En gelse zee-schrijver Forester zijn boek over de moderne zee-oorlog „The Ship" schreef, handelde hij over één enkele lichte kruiser in convooivaart op Malta en liet slechts enkele le den van de bemanning voor den le zer leven, maar dan ook werkelijk leven, mèt hun schip. Bij Piet Bak ker, die toch wel door dit voorbeeld geïnspireerd was, krijgt men te ma ken met zware en lichte kruisers, torpedojagers, duikboteir vliegtuigen, en de administratie. Officieren en leden van de bemanning behorende tot al die diensten treden op in zgn boek en dit is het bedexxkelgkste ze zyn allemaal overgoten met het zelfde sausie, de sauce la Bakker, die ongetwyfeld smakeiyk is, maar waarvan men toch ook wel eens te veel kan krggen. De spraak van al deze mensen heeft dezelfde, humo ristische, gemeenzaamheid en teken achtigheid welke men in het andere oeuvre van de schrgver aantreft. Ze lach°n zolang ze kunnen hun angst en hun weerzin weg door er de spot mee te drijven. In werkelgkheid zal dat ook veelal wel het geval zijn geweest: geen mens, en zeker geen Nederlander, kan lang achter elkaar ALLE FEITEN. Het boek omvat de periode van 7 December tot 27 Februari, de datum van de slag in de Java Zee. Het doet zoveel mogelgk eer aan alle in die tijd gepleegde wapenfeiten. Daar het aan èlle betrokkenen eer wil be wijzen, en de fantasie van de schrij ver tevens een zekere vrijheid nodig had, zijn de namen van schepen en officieren gefingeerd, maar ieder le zer zal ze voor zichzelf wel thuis kunnen brengen. Het procédé dat Piet Bakker volgt brengt de lezer nu eens aan boord van een vliegboot, dan op een krui ser, vervolgens in een onderzeeër, dan weer op een torpedojager, daartus sendoor nu hier dan daar aan de wal. in een mess, een officierswoning, op de sociëteit en in het hoofdkwartier. Allengs ziet men ae verschillende de len van Insulinde verloren gaan. Wel worden hier en daar successen ge boekt, maar de tegenslagen zgn gro ter. De mannen raken steeds meer uitgeput, het ene schip na het ande re krijgt a verg of zinkt; tenslotte is er dan de laatste, wanhopige poging om de invasie-vloot, die op weg is naar Java te onderscheppen, een po ging welke door gebrek aan vlieg tuigen tot hopeloosheid was gedoemd en waarbij onze vloot dan totaal ten onder gaat. Dat is dan „de Slag." GEEN HULP- Het gebrek aan hulp van de zgde der grote geallieerden is een telkens wederkerend thema in het boek, en aan de Amerikaanse gezagvoerder van een der vier torpedobootjes die naar Australië konden uitwijken wordt het overgelaten, zgn woede te uiten wanneer hij bg het binnenva ren van Fremantle op de blinkende vleugels van honderd gevechtsklare vliegtuigen blikt. Men kan de vraag stellen, of gevechtsklare oorlogs vliegtuigen blinkende vleugels heb ben en voorts opperen, dat het ge brek aan vliegtuigen bg de strijd in de Pacific wel overèl in den begin ne werd gevoeld en de oorzaak der Japanse" successen was. Maar hoe dit zg: het spreekwoord, dat het met frote heren kwaad kersen eten is eeft Nederland tussen 1940 en '4o èn later, toe den huidigen dag toe! wel ervaren. GESTALTEN. Enkele der mannen krggen in de verwarrende veelheid der personen toch wel wat gestalte. Zo de officier vlieger Ducardus, een luchthartig fuifnummer, maar na 't uitbreken van de oorlog 'n verbeten vechter, die en passant toch nog een, overigens serieus wordend, avontuurtje komt te beleven met een verpleegster, die hij weet te ontvoeren als versteke- lingc uit Balik Papan, net voor het door de Jappen wordt bezet. Veel aandacht is ook besteed aan twee Friezen, de luitenant ter zee Tjebbe Jaarsma, notariszoon uit Irnsum, en de „rode" matroos Douwe Bernsma, zoon van een zeilmaker te Grouw. beiden aan boord van een torpedo jager. Het lot drgft hen nauwer en nauwer samen; Bernsma, die kenne- ïyk ingelast is om te demonstreren hoe een vurig" socialist een even vu rig vechter kan worden, redt na de ondergang van hun schip zgn Stichting Het Radio programma thans gedagvaard. De Nederlandse radio-omroepver enigingen hebben nu de stichting „Het Radioprogramma" doen dag vaarden voor een kort geding, dat zal dienen voor de president van de Am sterdamse rechtbank op Woensdag Mr. dr. P. J. Witteman zal als pro cureur van de omroepverenigingen eisen dat de gedaagde stichting op straffe van betaling ener dwangsom, groot f 10.000.verboden wordt de Nederlandse radioprogramma's te publiceren in haar olad, waarvan j.L Zaterdag het derde nummer is ver schenen. officier. Weken zitten ze op een strandje onder de steile kust van een eiland, houden zich in leven met uit zee gevangen rauwe vis en dis cuteren in het aangezicht van de dcod over de vraag, of het nieuwe k ïal bg Grouw de dood van het do.p zal worden of niet. Er komen tal van dergelgke trekjes ln het boek voor, en herhaaldelgk wordt één kantje van een karakter even scherp ncergetekend. „Gestalte ge ven" is dit nog niet, maar zo'n flits is dan toch wel knap en respectabel. De beschrgvingen van de gevech ten zgn dusdanig dat niemand aan de indruk zal ontkomen, dat het dan ook index-daad zó geweest kan zijn. Een enkele keer misschien iets te mooi, iets te veel van boven be keken zoals op een ouderwetse schil derij met niets dan heldhaftige dé tails van een slag. Maar over het lgemeen toch gezien zo als een in dividu zulle een gevecht ervaart, als een reeks beperkte handelingen in een voor hem onoverzienbaar vex-band. En over de aspecten van het raadselachtige begrip „moed" worden merkwaardige en zuivere dingen gezegd. TRAGEDIE. De grote ti-agedie, het verloren gaan van Indonesië voor Nederland, speelt door het hele boek heen. Tal van persoon er in zien, vrgwel van den aanvang af. dat een door Japan overweldigd Indië voor immer ver loren zal gaan voor het moederland, hoe de oorlog ook moge eindigen. Ettelijken betogen dat de geallieer den. in wier gelederen Nederland ls gaan strijden, ons aan het eind met de gebakken peren zullen laten zit ten. Dat is inderdaad zo uitgekomen, maar het kan betwgfeld worden of men dat destgds zo tamelijk alge meen, zelfs in de hogere regionen inzag. Het doet aan als achteraf pra ten en deze politieke kant is zeker niet de sterkste van het boek, is te veel „bedacht." WARM HART. Maar al moge Piet Bakkers jong ste boek dan al geen groots monu ment zijn geworden voor de tragi sche doodsstrijd van Nederlands-In- dië, al moge het alle gebreken ver tonen waartoe het voorbestemd was toen déze schrijver zich aan deze materie zette het zal er niette min toe bijdragen, dat dit stuk nood lottige historie voor velen toch wat meer gestalte kreeg dan het tot dus ver had. De sentimentaliteit, die er ook niet in ontbreekt, spreekt ge makkelijk aan, en voor het overige geraakt men, al lezende, er toch wel van doox-drongen, dat iemand met een warm hart gepoogd heeft, een posthuum huldebetoon te brengen aan de duizenden, die voor de eer van het land gevallen zijn. Een hul debetoon, dat in zichzelf toch wel overtuigend is en dat bovendien in zeer leesbare vorm is geschreven, vooral voor hen, die Piet Bakkers populaire stijl door dik en dun be wonderen. W*. E- 36. Toen Jimmy in Calais de trein verliet, heerste er op het perron een geweldige drukte. De Kanaalzwemmers en -zwemsters stroomden namelgk van alle kanten toe voor de grote wed- strgd, die over drie dagen zou worden gehouden en waaraan wel veertig beroemde zwemmers en zwemsters zouden deelnemen. Uit Egypte en Hon- garge, uit Zweden en Nieuw-Zeeland en uit nog veel meer landen waren de zwemmers naar Ca lais getrokken om zich met elkaar te meten in de grootste zwemwedstrijd ooit ter wereld gehou den. Het ging bovendien om 'n prys van honderd duizend gulden, die door de burgemeester van Dover in eigen persoon was uitgeloofd. Jimmy informeerde eens waar hg zich moest aanmelden en toen hg vernam dat het „bureau" was geves tigd in het Majestic-hotel, begaf hy zich daar zon der verwglen heen. Hg werd daar ontvangen door een dikke meneer met een olgk gezicht, die nauw gezet Jimmy's naam opschreef, hem een linnen band overreikte waarop het nummer 39 prgkte die moet u om uw rechter arm binden als U het water in gaat, zei hy en die hem daarna vroeg wie zgn trainer en wie zijn schipper was. Hei wereldgebeuren Echec van de vrije economie „De Britten hebben zich gezond ge hongerd, wij echter hebben ons ziek gegeten". Deze uitspraak van de Duitse socialistische professor Noel- ting begint in Bonn gevleugeld te worden en terecht. De Westduitsera hebben de laatste jaren op grote schaal potverteerd en zich een be trekkei gke luxe veroorloofd, die in geen verhouding stond tot de werke lijke situatie. Onze correspondent in Bonn heeft daar enige dagen geleden een aardige beschouwing aan gewijd. De schuld wordt algemeen gegeven aan professor Erhard, de kampioen der vrge economie, die als minister van Economische Zaken verantwoor delijk is voor de gevolgde lijn. Als li beraal van de ouae stempel heeft hg, zoals dat heet, de economische krach ten vrij spel gelaten in de verwach ting, dat daarmee vanzelf een gezon de en evenwichtige toestand zou ont staan. Een politiek dus, die het te gendeel is van het in Engeland ge volgde beleid met straffe leiding van consumptie en productie van over heidswege. Het resultaat? In Engeland zijn de voornaamste moeilijkheden te boven gekomen zodat zelfs van verdere Marshall-hulp kon worden afgezien. In West-Duitsland is een economi sche crisis ontstaan, die zich steeds gevoeliger openbaart in stagnaties ln de productie en broeiende sociale on- i-ust. En dat niettegenstaande de Duitsers geen enorme sommen be hoeven op te brengen voor militaire doeleinden. Het regent de laatste tyd in Bonn Jobstgdingen, die de vraag doen rg- zen of de gebeurtenissen de regering niet over het hoofd groeien. De Volkswagenfabriek te Wolfsburg heeft bg gebrek aan staal de produc tie moeten stopzetten, by de Opelfa- brieken te Rlisselsheim is hetzelfde gebeurd. In het Ruhrgebied zgn zelf» een aantal hoogovens gedoofd moe ten worden. In het vooruitzicht van een drei gende boerenstaking zag de regering zich genoodzaakt de prijzen van een aantal levensmiddelen drastisch tc verhogen. De prgsstggingen hebben ernstige onrust onder de bevolking doen ont staan. Deze uit zich in demonstraties in steden in alle provincies van dc bondsrepubliek, waarby vaak op spandoeken de eis „weg met Adenau er" wordt meegedragen. Arbeiders en ambtenaren zijn in het gehele gebied der republiek met loonacties begon nen, waarbij in sommige gevallen een duurtetoeslag van liefst dertig pro cent werd geëist. Gedeeltelgke sta kingen zgn aan de orde van de dag en looncontracten worden in reeksen opgezegd. Het lijkt uitgesloten, dat stakingen op grote schaal kimnen worden voox-komen, indien de rege ring niet aan de drang tot aanzienlij ke loonsverhogingen zal toegeven. Zelfs de vakbond der ambentaren heeft een dreigbrief aan dr. Adenauer gezonden, waaxin de kanselier gewe zen wordt op de groeiende stakin^s- drang, die onder deze meest rustige categorie der loontrekkendén bestaat. De regering heeft nu reeds enkele maanden zonder zichtbaar resultaat aan noodvoorzieningen gedokterd en zij is daarbij overstelpt geworden door reeksen al dan niet gevraagde adviezen. Aanzienlgke vertraging is ingetreden door het feit, dat in de regering geen overeenstemming be stond over.de te volgen koers. De mi nisters Erhard van Economische Za ken en Schaffer van Financiën heb ben scherp tegenover elkaar gestaan en eerst thans in principe overeen stemming bereikt. De vakbonden verzetten zich scherp tegen een daling van het le venspeil. Zij dringen er op aan, dat vooral de gefortuneerde kringen zich beperken en de winsten van produ centen en handelaren worden vermin derd teneinde het prgspeil te druk ken. Dr. Semler, de voorganger van Ex-hard en mogelgk in de toekomst diens opvolger, heeft Zondag in een rede te Wiesbaden de zienswijze van de vakbonden als ten dele juist er kend. De ondernemers, zeide hg. heb ben milliarden-winsten gemaakt en zo weinig oog gehad voor sociale po litiek, dat zij nu gevaar lopen hun eigen graf te graven. Semler eiste de volle medewerking van de bedrijfs leiders om de prijsstggingen te stop pen. Algemeen wordt nu de roep ge- hoox-d naar straffere „planning" in de Duitse economie naar het Britse voorbeeld. Zelfs Erhard heeft toege geven, dat zonder een reeks rege ringsmaatregelen de crisis niet het hoofd geboden kan worden. Kortom, de volledig vrije economie heeft een échec geleden. Feeslpenning voor Rijkspostspaarbank-personeel. Ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan van de Rgkspostspaarbank te Amsterdam, heeft het personeel 760 man tien gulden als „feestpen- ning" ontvangen. Dit bedrag zal om het bedrijfssparen tevens te pro pageren worden bggesch reven op een snaarrekening van elk perso neelslid. De directeur, de heer L. Neher, hield Maandagmorgen een toespraak tot het personeel via de huisomroep. In een intieme bijeenkomst van direc tie en naaste medewerkers bood een „ongeorganiseerde vrijetgd-zolder- werker", zoals een ambtenaar zich noemde, zgn directeur een klooster tafel aan, gemaakt van afbraakhout uit de verbouwde raadzaal van de R.P.S. BONDSRAADSVERGADERING CHR. BEDRIJFSGROEPEN CENTRALE GEOPEND. In Driebergen werd Maandagmid dag de bondsraadsvergadering van de Chr Bedi-gfsgroepencentrale in Nederland, dat is de voortzetting van de Ned. Bond van Chr. Fabrieks- en Transportarbeiders, geopend door de voorzitter, de heer C. van Baren Jr. Spr. behandelde uitvoerig de sociale positie van de arbeiders en betoogde, dat de Christen-arbeiders de taak hebben, alle krachten in te spannen om de vgandelrjke machten, die dt vrijheid belagen, te weerstaan.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1951 | | pagina 5