Trekkingszaal Staatsloterij is een
sobere residentie van Vrouwe Fortuna
VREEMDl
JIMMY BROWN, sportheld no. 1
WANHOPIGE STRIJD VAN EEN
NEDERLANDS ESKADER
DINSDAG 3 APRIL 1951
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
DE HONDERDDUIZEND VALT
Zeven kalme mannen op een rij
(Van onze Haagse redacteur).
Men beeft net zo veel kans op het winnen van de honderd-duizend
als er kans ls, dat een meeuw zijn gelukje ln een fles laat vallen."
Dat zegt de heer Monnik en hg mag als een autoriteit op dit gebied be
schouwd worden, want reeds dertig jaar vervult hy een taak bfl de trek
king van de staatsloterij ln de smalle sombere Kazernestraat ln Den
Haag. Bovendien kijkt de heer Monnik al 79 jaar ln deze wereld rond
en hij heeft geleerd, dat geen wezen zo grillig van aard is als Vrouwe
Fortuna.
Die grilligheid komt ook tot uiting
in de keuze van haar residentie voor
de Staatsloterij. De trekkingszaal
Inkt meer op de wachtkamer van
een heel ouderwets stationnetje dan
op het vertrek waar de zo begeer
de duiten in ae zakken van enkele
gelukkige mensenkinderen rollen
Enig versiersel of opsmuk valt er
niet te bespeuren. De planken vloer
kraakt onder de voetstappen van de
enkele aanwezigen, de grote pot
kachel staat er koud en onaandoen
lijk bij. Achter een hek op een po
dium staan twee trommels, een
grote en een kleine, ieder met een
koperen bakje eraan. Daar tussen
in zitten zes heren op een rijtje, ter
wijl een zevende met een pandjesjas
aan hg draagt hem heus niet,
omdat het er zo deftig toegaat
als een schoolmeester uit de oude
doos voor hen zit.
Op een teken van de directeur
van de Staatsloterij begint de trek
king. Van enige spanning in de zaal
de honderdduizend kan vallen
is niets te merken, tenminste niet
bij de heren achter het hekje. De
man die naast de kleine trommel
zit heeft zijn hand in het koperen
bah je gestoken en er een prijs
de kleine trommel bevat de prijzen
ende nieten uitgehaald. Te
gelijkertijd maakte zijn collega aan
de andere zijde hetzelfde gebaar. Hij
pakte een briefje waarop het num
mer van een lot staat. Hiermee is
hun taak afgelopen, want zij geven
de briefjes opgevouwen door aan
de man, die naast hen zit. Deze
vouwt het snel open, bekijkt het
nummer of het bedrag van de prijs
en geeft het briefje weer door. De
derde man, die prijs en lot passeren
roept luid en duidelijk het bedrag
of net nummer af. Dat gaat eento
nig en zonder enige poespas onaf-
febroken door. Nunjmero 11380
0 gulden, nummero 16119niet,
enzovoort, enzovoort. Het gaat alle
maal prozaïsch, totdat de handelin
gen van het hooggezeten zevental
plotseling plechtig worden. Wij luis
teren en kijken gespannen. Jawel
hoor, een vette" prijs nummero
31215vijftig duizend gulden. De
directeur zelf contróleert het nog
eens en roept dan: „Op nummero
31215 is de prijs van vijftigduizend
gulden gevallen."
Dan gaat het monotone gedoe op
het podium weer verder. Lot en
prijs uit de trommels, openvouwen,
aflezen, op elkaar leggen en vast
prikken op een stalen pen, drie maal,
twintig maal, hondera maal, een en
veertig honderd maal. Maar voor
de laatste maal gekomen is, valt de
honderd duizend. In wiens schoot?
Dat weet men hier niet, dat weet
slechts één van de collectrices van
de Nederlandse Staatsloterij. In de
trekkingszaal is deze gelukkige
slechts een nummer, één nummer uit
de twintig duizend, die de mannen
in handen hebben gehad en horen
afroepen.
Het jaar 1726 zag de geboorte van
de Staatsloterij. In die tijd waren
de Staten krap bij kas en zij beslo
ten de nood te lenigen door een lo
terij.
De trekking van de Generaliteits-
loterg, zoals zij toen nog heette, ge
schiedde in de Ridderzaal, tegen
woordig een oord waar plechtiger
gebeurtenissen plaats hebben.
De Staten van Holland mogen
veel baat bij de loterij gehad hebben,
in onze dagen zal de opbrengst,
groot twee millloen gulden per jaar,
's lands schatkist wel niet noemens
waard verzwaren.
Sombere vooruitzichten
export naar Duitsland
Omvangrijke doordraai van jonge
groenten verwacht.
De vooruitzichten voor de Neder
landse agrarische export naar
Duitsland, zijn bij de huidige stand
van zaken uiterst somber, aldus
verneemt het A.N.P. in leidende Ne
derlandse handelskringen. Welis
waar is bereikt, dat lopende con
tracten voor agrarische producten
ook na April nog mogen worden ge
realiseerd, doch dat is slechts een
druppel op een gloeiende plaat.
Met de West-Duitse regering is
eindeloos onderhandeld om leverin
gen op crediet of langs bilaterale
weg mogelijk te maken. Bonn heeft
echter steeds nul op het request ge
geven.
De Nederlandse tuinbouw zal'dus
waarschijnlijk reeds dezer dagen de
rampzalige gevolgen van een totale
stopzetting van de Duitse import
gaan ondervinden. Grote kapitalen
zijn in het kweken met kostbare
verwarming van jonge voorjaars
groenten geïnvesteerd. Indien de
Duitse deur dicht gaat hij stond
tot dusverre nog op een kiertje
moet met aanzienlijke kapitaalver
spilling rekening worden gehouden.
Indien geen andere exportmogelijk
heden opdoemen, verwacht men
omvangrijke doordraai van het jon
ge, dure goed op de veilingen en
aangezien conservering er van niet
mogelijk is, zullen de kwekers dan
met grote stroppen blijven zitten.
Te Costa Rica is een samenzwering
ontdekt om de regering omver te wer
pen. aldus heeft de president van oeze
republiek op een persconferentie in de
'hoofstad San José meegedeeld.
De trommel van de loterij draait
Vriendschapsverdrag tussen
Birma en Indonesië.
Birma heeft een vriendschapsver
drag voor vijf jaar met Indonesië ge
tekend. Met dit verdrag beoogt men
„nauwere samenwerking en handha
ving van de vrede tussen beide lan
den tot versterking van de bestaande
vriendschappelijke banden en bevor
dering van het wederzijds welzijn".
Hoorspelprijsvraag 1951.
In April 1952 wordt het feit her
dacht, dat Jan van Riebeeck in 1652
de volksplanting aan de Kaap sticht
te.
De Nederlandse radio unie heeft
een prijsvraag uitgeschreven voor
een hoorspel, dat dit feit dramati
seert.
Het hoorspel, dat de beoordelings
commissie als het beste aanwijst, zal
worden bekroond met een prijs van
750.Deze beoordelingscommissie
bestaat uit de heren E. Bomli. E.
Kellenaers, L. Lutz, A. van Nierop
en D. Verel. Het bekroonde werk zal
worden uitgezonden op een nader te
bepalen datum in April van het vol
gend jaar. De inzendingen dienen
vóór 1 November 1951 in het bezit
van de secretaris van de beoorde
lingscommissie te zijn.
DE SLAG OP DE JAVA-ZEE
Beschreven door Piet Bakker
De ondergang van het Nederlandse imperium heeft zijn literaire roman
tisering nog niet gevonden, tenzy men met tiie neerslag ervan in de vorm
van het grotendeels pessimistische, en zelfsSanderige proza onzer heden
daagse belletrie daarvoor genoegen neemt, al handelt dit over andere za
ken. Als symptoom kan dat voor de latere historie- en kunsthistorie-
schrijver zijn betekenis hebben. Daar een der oorzaken van de ondergang
gelegen is in het overheersende gebrek aan belangstelling van de Neder
landers voor de overzeese gebiedsdelen en hun betekenis voor onze volks
gemeenschap evenzeer als voor de betekenis welke Nederland voor de
overzeese volksgemeenschappen had kunnen hebben is het uitblijven
van Indische „oorlogsromans" wel verklaarbaar. Maar bovendien - een
nederlaag vormt nu eenmaal geen dankbaar onderwerp tot romantisering,
en een nederlaag wès het, welke we in Indonesië geleden hebben. En er is
niet, zoals ln ons land, een herstel op gevolgd.
de pathetische bombast uitbazuinen
die vroegere geslachten onafscheide
lijk met vaderlandsliefde achtten.
Maar het mysterie hoe een ganse
vloot zich ln letterlijke zin welbe
wust dood vocht tegen een opper
machtige vijand, wordt door het pro
za van Piet Bakker toch nog niet
verklaard.
DE HEER MUNNIK
de meeuw en de fles!
v.
VERHALEN
Tijdens de première van „Hamlet"
door de speelgroep Limburg in de
Maastrichtse stadsschouwburg, had
dr. Gabriël Beckers, de vertolker van
de titelrol, een wel zeer zeldzaam on
gelukje te incasseren. Een groot aan
tal toeschouwers zag in het tweede
bedrijf plotseling iets uit de mond
van Hamlet wegschieten, waarna het
„ding" kletterend op de planken viel.
Gabriël Beckers deed natuurlijk alsof
er niets gebeurd was, en speelde door.
Enkele ogenblikken later kreeg hij
gelegenheid het „ding" op te rapen,
voor zijn medespelerszijn stift-
tand zouden kapot trappen. Tijdens
de pauze reed Hamlet met bekwame
spoed en ln nolle toneeluitrusting naar
een tandarts, die in een minimum van
tijd de losgeraakte stifttand weer op
■zijn plaats vasthechtte. Toen na het
verstrijken van de pauze het doek
werd opgehaald, was Gabriël Beckers
weer als Hamlet present.
Een bakker in Oostende moest mid
den in de nacht met bekwame spoed
vaar een ziekenhuis worden overge
bracht, omdat de goede man zijn gebit
had ingeslikt. Tijdens zijn slaap kreeg
hij zo'n nare droom, dat hij van schrik
inslikte. In het ziekenhuis
heeft hij een behandeling ondergaan,
die in de beste omstandigheden ver
Tenslotte de „Indische kwestie"
verkeert wel heel sterk in de sfeer
der politiek, en die sfeer is aller
minst vruchtbaar voor de kunst. Ze
is te polemisch, teveel vervuld van
belangen en gevoeligheden. Slechts
op lange afstand laat zulk een po
litieke gebeurtenis zich door middel
van een kunstwerk projecteren.
Men zal er Piet Bakker dan ook
moeilijk een verwijt van kunnen ma
ken dat, toen hy zich zette tot het
geven van een geromantiseerd ver
haal over de ondergang der Neder
landse marine in Indonesië, daar
geen .groot kunstwerk uit te voor-
3chijn is gekomen. Daartoe is hij bo
vendien tezeer journalist, en ooit de
journalistiek staat met de kunst
niet op al te goede voet. Men moet
de schrijver overigens beoordelen
naar wat hy verklaart te hebben
nagestreefd en dat was „de mannen
die „de Javazee" streden, gestalte
te geven." Het leek hem „een ere
schuld, aan hun nagedachtenis, aan
hun weduwen en wezen ook om hun
in dit boek het respect te betuigen,
waarop zy zo ten volle recht heb
ben."
TE VEEL.
Natuurlijk het in proza gestal
te geven aan personen inhaereert li
teratuur, en dus kunst. Het bezwaar
is echter, dat Piet Bakker in zijn
aandrang om zoveel mogelijk aspec
ten van de Marine en de Marine
Luchtvaart Dienst te laten zien, wat
veel hooi op zijn vork heeft geno
men. Toen destyds de beroemde En
gelse zee-schrijver Forester zijn boek
over de moderne zee-oorlog „The
Ship" schreef, handelde hij over één
enkele lichte kruiser in convooivaart
op Malta en liet slechts enkele le
den van de bemanning voor den le
zer leven, maar dan ook werkelijk
leven, mèt hun schip. Bij Piet Bak
ker, die toch wel door dit voorbeeld
geïnspireerd was, krijgt men te ma
ken met zware en lichte kruisers,
torpedojagers, duikboteir vliegtuigen,
en de administratie. Officieren en
leden van de bemanning behorende
tot al die diensten treden op in zgn
boek en dit is het bedexxkelgkste
ze zyn allemaal overgoten met het
zelfde sausie, de sauce la Bakker,
die ongetwyfeld smakeiyk is, maar
waarvan men toch ook wel eens te
veel kan krggen. De spraak van al
deze mensen heeft dezelfde, humo
ristische, gemeenzaamheid en teken
achtigheid welke men in het andere
oeuvre van de schrgver aantreft. Ze
lach°n zolang ze kunnen hun angst
en hun weerzin weg door er de
spot mee te drijven. In werkelgkheid
zal dat ook veelal wel het geval zijn
geweest: geen mens, en zeker geen
Nederlander, kan lang achter elkaar
ALLE FEITEN.
Het boek omvat de periode van 7
December tot 27 Februari, de datum
van de slag in de Java Zee. Het
doet zoveel mogelgk eer aan alle in
die tijd gepleegde wapenfeiten. Daar
het aan èlle betrokkenen eer wil be
wijzen, en de fantasie van de schrij
ver tevens een zekere vrijheid nodig
had, zijn de namen van schepen en
officieren gefingeerd, maar ieder le
zer zal ze voor zichzelf wel thuis
kunnen brengen.
Het procédé dat Piet Bakker volgt
brengt de lezer nu eens aan boord
van een vliegboot, dan op een krui
ser, vervolgens in een onderzeeër, dan
weer op een torpedojager, daartus
sendoor nu hier dan daar aan de wal.
in een mess, een officierswoning, op
de sociëteit en in het hoofdkwartier.
Allengs ziet men ae verschillende de
len van Insulinde verloren gaan. Wel
worden hier en daar successen ge
boekt, maar de tegenslagen zgn gro
ter. De mannen raken steeds meer
uitgeput, het ene schip na het ande
re krijgt a verg of zinkt; tenslotte is
er dan de laatste, wanhopige poging
om de invasie-vloot, die op weg is
naar Java te onderscheppen, een po
ging welke door gebrek aan vlieg
tuigen tot hopeloosheid was gedoemd
en waarbij onze vloot dan totaal ten
onder gaat. Dat is dan „de Slag."
GEEN HULP-
Het gebrek aan hulp van de zgde
der grote geallieerden is een telkens
wederkerend thema in het boek, en
aan de Amerikaanse gezagvoerder
van een der vier torpedobootjes die
naar Australië konden uitwijken
wordt het overgelaten, zgn woede te
uiten wanneer hij bg het binnenva
ren van Fremantle op de blinkende
vleugels van honderd gevechtsklare
vliegtuigen blikt. Men kan de vraag
stellen, of gevechtsklare oorlogs
vliegtuigen blinkende vleugels heb
ben en voorts opperen, dat het ge
brek aan vliegtuigen bg de strijd in
de Pacific wel overèl in den begin
ne werd gevoeld en de oorzaak der
Japanse" successen was. Maar hoe dit
zg: het spreekwoord, dat het met
frote heren kwaad kersen eten is
eeft Nederland tussen 1940 en '4o
èn later, toe den huidigen dag
toe! wel ervaren.
GESTALTEN.
Enkele der mannen krggen in de
verwarrende veelheid der personen
toch wel wat gestalte. Zo de officier
vlieger Ducardus, een luchthartig
fuifnummer, maar na 't uitbreken
van de oorlog 'n verbeten vechter, die
en passant toch nog een, overigens
serieus wordend, avontuurtje komt
te beleven met een verpleegster, die
hij weet te ontvoeren als versteke-
lingc uit Balik Papan, net voor het
door de Jappen wordt bezet. Veel
aandacht is ook besteed aan twee
Friezen, de luitenant ter zee Tjebbe
Jaarsma, notariszoon uit Irnsum, en
de „rode" matroos Douwe Bernsma,
zoon van een zeilmaker te Grouw.
beiden aan boord van een torpedo
jager. Het lot drgft hen nauwer en
nauwer samen; Bernsma, die kenne-
ïyk ingelast is om te demonstreren
hoe een vurig" socialist een even vu
rig vechter kan worden, redt na
de ondergang van hun schip zgn
Stichting Het Radio
programma thans
gedagvaard.
De Nederlandse radio-omroepver
enigingen hebben nu de stichting
„Het Radioprogramma" doen dag
vaarden voor een kort geding, dat zal
dienen voor de president van de Am
sterdamse rechtbank op Woensdag
Mr. dr. P. J. Witteman zal als pro
cureur van de omroepverenigingen
eisen dat de gedaagde stichting op
straffe van betaling ener dwangsom,
groot f 10.000.verboden wordt de
Nederlandse radioprogramma's te
publiceren in haar olad, waarvan j.L
Zaterdag het derde nummer is ver
schenen.
officier. Weken zitten ze op een
strandje onder de steile kust van
een eiland, houden zich in leven met
uit zee gevangen rauwe vis en dis
cuteren in het aangezicht van de
dcod over de vraag, of het nieuwe
k ïal bg Grouw de dood van het
do.p zal worden of niet. Er komen
tal van dergelgke trekjes ln het
boek voor, en herhaaldelgk wordt
één kantje van een karakter even
scherp ncergetekend. „Gestalte ge
ven" is dit nog niet, maar zo'n flits
is dan toch wel knap en respectabel.
De beschrgvingen van de gevech
ten zgn dusdanig dat niemand aan
de indruk zal ontkomen, dat het
dan ook index-daad zó geweest kan
zijn. Een enkele keer misschien iets
te mooi, iets te veel van boven be
keken zoals op een ouderwetse schil
derij met niets dan heldhaftige dé
tails van een slag. Maar over het
lgemeen toch gezien zo als een in
dividu zulle een gevecht ervaart,
als een reeks beperkte handelingen
in een voor hem onoverzienbaar
vex-band. En over de aspecten van
het raadselachtige begrip „moed"
worden merkwaardige en zuivere
dingen gezegd.
TRAGEDIE.
De grote ti-agedie, het verloren
gaan van Indonesië voor Nederland,
speelt door het hele boek heen. Tal
van persoon er in zien, vrgwel van
den aanvang af. dat een door Japan
overweldigd Indië voor immer ver
loren zal gaan voor het moederland,
hoe de oorlog ook moge eindigen.
Ettelijken betogen dat de geallieer
den. in wier gelederen Nederland ls
gaan strijden, ons aan het eind met
de gebakken peren zullen laten zit
ten. Dat is inderdaad zo uitgekomen,
maar het kan betwgfeld worden of
men dat destgds zo tamelijk alge
meen, zelfs in de hogere regionen
inzag. Het doet aan als achteraf pra
ten en deze politieke kant is zeker
niet de sterkste van het boek, is te
veel „bedacht."
WARM HART.
Maar al moge Piet Bakkers jong
ste boek dan al geen groots monu
ment zijn geworden voor de tragi
sche doodsstrijd van Nederlands-In-
dië, al moge het alle gebreken ver
tonen waartoe het voorbestemd was
toen déze schrijver zich aan deze
materie zette het zal er niette
min toe bijdragen, dat dit stuk nood
lottige historie voor velen toch wat
meer gestalte kreeg dan het tot dus
ver had. De sentimentaliteit, die er
ook niet in ontbreekt, spreekt ge
makkelijk aan, en voor het overige
geraakt men, al lezende, er toch wel
van doox-drongen, dat iemand met
een warm hart gepoogd heeft, een
posthuum huldebetoon te brengen
aan de duizenden, die voor de eer
van het land gevallen zijn. Een hul
debetoon, dat in zichzelf toch wel
overtuigend is en dat bovendien in
zeer leesbare vorm is geschreven,
vooral voor hen, die Piet Bakkers
populaire stijl door dik en dun be
wonderen. W*. E-
36. Toen Jimmy in Calais de trein verliet,
heerste er op het perron een geweldige drukte.
De Kanaalzwemmers en -zwemsters stroomden
namelgk van alle kanten toe voor de grote wed-
strgd, die over drie dagen zou worden gehouden
en waaraan wel veertig beroemde zwemmers en
zwemsters zouden deelnemen. Uit Egypte en Hon-
garge, uit Zweden en Nieuw-Zeeland en uit nog
veel meer landen waren de zwemmers naar Ca
lais getrokken om zich met elkaar te meten in de
grootste zwemwedstrijd ooit ter wereld gehou
den. Het ging bovendien om 'n prys van honderd
duizend gulden, die door de burgemeester van
Dover in eigen persoon was uitgeloofd. Jimmy
informeerde eens waar hg zich moest aanmelden
en toen hg vernam dat het „bureau" was geves
tigd in het Majestic-hotel, begaf hy zich daar zon
der verwglen heen. Hg werd daar ontvangen door
een dikke meneer met een olgk gezicht, die nauw
gezet Jimmy's naam opschreef, hem een linnen
band overreikte waarop het nummer 39 prgkte
die moet u om uw rechter arm binden als U
het water in gaat, zei hy en die hem daarna
vroeg wie zgn trainer en wie zijn schipper was.
Hei wereldgebeuren
Echec van de
vrije economie
„De Britten hebben zich gezond ge
hongerd, wij echter hebben ons ziek
gegeten". Deze uitspraak van de
Duitse socialistische professor Noel-
ting begint in Bonn gevleugeld te
worden en terecht. De Westduitsera
hebben de laatste jaren op grote
schaal potverteerd en zich een be
trekkei gke luxe veroorloofd, die in
geen verhouding stond tot de werke
lijke situatie. Onze correspondent in
Bonn heeft daar enige dagen geleden
een aardige beschouwing aan gewijd.
De schuld wordt algemeen gegeven
aan professor Erhard, de kampioen
der vrge economie, die als minister
van Economische Zaken verantwoor
delijk is voor de gevolgde lijn. Als li
beraal van de ouae stempel heeft hg,
zoals dat heet, de economische krach
ten vrij spel gelaten in de verwach
ting, dat daarmee vanzelf een gezon
de en evenwichtige toestand zou ont
staan. Een politiek dus, die het te
gendeel is van het in Engeland ge
volgde beleid met straffe leiding van
consumptie en productie van over
heidswege.
Het resultaat? In Engeland zijn de
voornaamste moeilijkheden te boven
gekomen zodat zelfs van verdere
Marshall-hulp kon worden afgezien.
In West-Duitsland is een economi
sche crisis ontstaan, die zich steeds
gevoeliger openbaart in stagnaties ln
de productie en broeiende sociale on-
i-ust. En dat niettegenstaande de
Duitsers geen enorme sommen be
hoeven op te brengen voor militaire
doeleinden.
Het regent de laatste tyd in Bonn
Jobstgdingen, die de vraag doen rg-
zen of de gebeurtenissen de regering
niet over het hoofd groeien. De
Volkswagenfabriek te Wolfsburg
heeft bg gebrek aan staal de produc
tie moeten stopzetten, by de Opelfa-
brieken te Rlisselsheim is hetzelfde
gebeurd. In het Ruhrgebied zgn zelf»
een aantal hoogovens gedoofd moe
ten worden.
In het vooruitzicht van een drei
gende boerenstaking zag de regering
zich genoodzaakt de prijzen van een
aantal levensmiddelen drastisch tc
verhogen.
De prgsstggingen hebben ernstige
onrust onder de bevolking doen ont
staan. Deze uit zich in demonstraties
in steden in alle provincies van dc
bondsrepubliek, waarby vaak op
spandoeken de eis „weg met Adenau
er" wordt meegedragen. Arbeiders en
ambtenaren zijn in het gehele gebied
der republiek met loonacties begon
nen, waarbij in sommige gevallen een
duurtetoeslag van liefst dertig pro
cent werd geëist. Gedeeltelgke sta
kingen zgn aan de orde van de dag
en looncontracten worden in reeksen
opgezegd. Het lijkt uitgesloten, dat
stakingen op grote schaal kimnen
worden voox-komen, indien de rege
ring niet aan de drang tot aanzienlij
ke loonsverhogingen zal toegeven.
Zelfs de vakbond der ambentaren
heeft een dreigbrief aan dr. Adenauer
gezonden, waaxin de kanselier gewe
zen wordt op de groeiende stakin^s-
drang, die onder deze meest rustige
categorie der loontrekkendén bestaat.
De regering heeft nu reeds enkele
maanden zonder zichtbaar resultaat
aan noodvoorzieningen gedokterd en
zij is daarbij overstelpt geworden
door reeksen al dan niet gevraagde
adviezen. Aanzienlgke vertraging is
ingetreden door het feit, dat in de
regering geen overeenstemming be
stond over.de te volgen koers. De mi
nisters Erhard van Economische Za
ken en Schaffer van Financiën heb
ben scherp tegenover elkaar gestaan
en eerst thans in principe overeen
stemming bereikt.
De vakbonden verzetten zich
scherp tegen een daling van het le
venspeil. Zij dringen er op aan, dat
vooral de gefortuneerde kringen zich
beperken en de winsten van produ
centen en handelaren worden vermin
derd teneinde het prgspeil te druk
ken.
Dr. Semler, de voorganger van
Ex-hard en mogelgk in de toekomst
diens opvolger, heeft Zondag in een
rede te Wiesbaden de zienswijze van
de vakbonden als ten dele juist er
kend. De ondernemers, zeide hg. heb
ben milliarden-winsten gemaakt en
zo weinig oog gehad voor sociale po
litiek, dat zij nu gevaar lopen hun
eigen graf te graven. Semler eiste de
volle medewerking van de bedrijfs
leiders om de prijsstggingen te stop
pen.
Algemeen wordt nu de roep ge-
hoox-d naar straffere „planning" in
de Duitse economie naar het Britse
voorbeeld. Zelfs Erhard heeft toege
geven, dat zonder een reeks rege
ringsmaatregelen de crisis niet het
hoofd geboden kan worden. Kortom,
de volledig vrije economie heeft een
échec geleden.
Feeslpenning voor
Rijkspostspaarbank-personeel.
Ter gelegenheid van het 70-jarig
bestaan van de Rgkspostspaarbank
te Amsterdam, heeft het personeel
760 man tien gulden als „feestpen-
ning" ontvangen. Dit bedrag zal
om het bedrijfssparen tevens te pro
pageren worden bggesch reven op
een snaarrekening van elk perso
neelslid.
De directeur, de heer L. Neher,
hield Maandagmorgen een toespraak
tot het personeel via de huisomroep.
In een intieme bijeenkomst van direc
tie en naaste medewerkers bood een
„ongeorganiseerde vrijetgd-zolder-
werker", zoals een ambtenaar zich
noemde, zgn directeur een klooster
tafel aan, gemaakt van afbraakhout
uit de verbouwde raadzaal van de
R.P.S.
BONDSRAADSVERGADERING
CHR. BEDRIJFSGROEPEN
CENTRALE GEOPEND.
In Driebergen werd Maandagmid
dag de bondsraadsvergadering van
de Chr Bedi-gfsgroepencentrale in
Nederland, dat is de voortzetting van
de Ned. Bond van Chr. Fabrieks- en
Transportarbeiders, geopend door de
voorzitter, de heer C. van Baren Jr.
Spr. behandelde uitvoerig de sociale
positie van de arbeiders en betoogde,
dat de Christen-arbeiders de taak
hebben, alle krachten in te spannen
om de vgandelrjke machten, die dt
vrijheid belagen, te weerstaan.