De achtergrond van het proces
tegen de Herv. Kerk
JIMMY BROWN, sportheld
VALDA
haar noodlot
DE FIJNSTE CHOCOLADE DRANK
P§/dÖIS
PROV IN Cl ALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1951
STEMMEN UIT DE KERKEN
Poging om de gemeenten los van
de Kerk te maken
Eigenaardige processen zyn er tegenwoordig. De Staat wordt gedagvaard.
Van elkaar gescheiden kerken liggen in conflict over de bezittingen waar
op ze beide aanspraak maken. Dit wordt gebracht voor de burgerlijke
rechter. En nu is de Ned. Herv. Kerk gedagvaard door een groep mensen,
leden van deze Kerk, voor het grootste deel zelfs ambtsdragers. 55e komen
voornamelijk uit de uiterst linkse en rechtse groeperingen, met een enkele
verdwaalde vogel daartussen. Deze hebben elkaar gevonden om gezamen
lijk de Kerk waartoe zy behoren, een proces aan te doen. Het is iets als
een eigen moedor die men een proces aandoet. De nieuwe kerkorde moet
ongeldig worden verklaard
ipalingen, beho-
"kerkorde. Gedeeltelijk
Het besluit, dat door de Generale
Synode der Ned. Herv. Kerk op 7
December van het vorige jaar geno
men is, tot invoering van de nieuwe
kerkorde op 1 Mei van dit jaar, zou
een onwettig besluit zijn, omdat het
in strijd is met de reglementen der
Ned. Herv. Kerk. Daarom eisen zij
dat het besluit de kerkorde in te voe
ren, daar het onrechtmatig genomen
is, ongeldig en onverbindend zal wor
den verklaard. Indien de Ned. Herv.
Kerk toch de nieuwe kerkorde zou in
voeren, wordt voor iedere poging
daartoe 100.000 geëist als dwang
som. Dit is niet malsIndien de
rechtbank te 's-Gravenhage deze eis
toewijst, zal de Ned. Herv. Kerk aan
handen en voeten gebonden zijn en
machteloos wezen, zoals dat nog nooit
het geval is geweest.
WELKE ZIJN DE GRONDEN
WAAROP DIT WORDT GE-
EIST
In het bericht dat in de dagbladen
verschenen is, staan drie redenen ver
meld, op grond waarvan deze groep,
in kort geding, de Ned. Herv. Kerk
heeft gedagvaard.
Ie. Omdat het besluit tot invoering
van de kerkorde ten onrechte zou ge
nomen zijn, daar art. 20 van de in
voeringsbepalingen, in verband met
hetgeen er staat in art. 62 van het
Algemeen Reglement (n.l. v. d. N. H.
Kerk) niet in acht zou zijn genomen.
2e. Omdat in art. X van de kerk
orde van de belijdenisgeschriften ver
klaard is, dat zij slechts de belijdenis
der vaderen zouden zijn. De Ned.
Herv. Kerk zou dus niet bereid zijn
de zuivere verkondiging van het
Evangelie te handhaven.
3e. Omdat de goedkeuring van een
beroep wordt vastgekoppeld aan fi
nanciële verplichtingen, die eerstvol-
daan moeten zijn. Bovendien omdat
alleen die lidmaten, die voldaan heb
ben aan hun kerkelijke betalingen,
stemgerechtigd zouden zijn.
Dit alles heeft men in de dagbladen
kunnen lezen. Sommigen hebben het
gezet op een in het oog lopende
plaats, met een flinke kop, als zijnde
zeer belangrijk nieuws.
NIET DIEP
De rechtbank te 's-Gravenhage zal
vermoedelijk wel niet diep ingaan op
hetgeen onder ten 2e en 3e genoemd
is. Sinds het begin van de vorige
eeuw was de belijdenis in de Ned.
Herv. Kerk op non-actief gesteld en
er was in het geheel geen leertucht
mogelijk. Daarin is nu verandering
gekomen. Deze Kerk zal nu moeten
voortgaan „in gemeenschap met de
belydenis der vaderen". Hetgeen on
der ten 2e genoemd is, zal wel niq,t
zo zeer een bezwaar zijn van ds. Van
Lunzen en de zijnen, maar meer van
prof. Severijn, Ds. Zandt en de hun
nen. Zij zouden liefst de belydenis
hanteren als een wetboek om daar
mee uit de kerk te verwijderen, allen,
die, volgens hen, niet in overeen
stemming zijn met de belydenis.
We vermoeden ook niet, dat de
rechtbank het 3e bezwaar al te ern
stig zal nemen. Datgene waarom het
hier gaat is, zij het onder andere om
standigheden, al eens meer ter sprake
geweest, ook voor een rechtbank.
Zo blijft dan van deze dagvaarding
over voornamelijk het le punt, dat
de invoering van de kerkorde on
reglementair zou zyn, in verband met
art. 62 van het Algemeen Reglement.
Dit heeft dan voornamelijk betrek
king op de overgangsbepalingen.
We vermoeden, dat deze nummers
van artikelen zelfs een behoorlijk
meelevend kerklid niet veel zullen
zeggen. Misschien heeft hij de ge
dachte dat er een spitsvondigheidje
achter zal zitten.
WAT I» HIER DE ZAAK
We moeten, tot goed verstaan van
deze kwestie, wel onderscheiden
A. het Algemeen Reglement voor
de Herv. Kerk. Dit is 1 Mei 1852 in
werking gekomen.
B. de additionele artikelen bij het
Alg. Rgl. (A) en de bij de additionele
artikelen behorende invoeringsbepa
lingen, die in Sept. 1945 in werking
zijn getreden. Sindsdien heeft de Ned.
Herv. Kerk onder de „werkorde" ge
leefd, om te komen tot een „kerk
orde"'.
C. de overganj
rende bij de
zijn deze reeds nu in werking getre
den. Deze overgangsbepalingen zullen
er voor moeten zorgen dat de over
gang van de reglementen naar de
kerkorde geleidelijk verloopt.
In art. 20 van de invoersbepalin-
gen van de additionele artikelen (B
dus), wordt het tot stand komen van
de nieuwe kerkorde geregeld. In een
later art. vinden we hier nog de be
paling, dat bij geschillen over de uit
leg, de Commissie voor de Recht
spraak van de Generale Synode be
slist.
In dit art. 20 wordt nu ook verwe
zen naar art. 62 van het Alg. 'Regl.,
waarin staat„De Synode neemt in
haar vergaderingen van het volgende
jaar kennis van de consideratiën (nh
van Classicalc vergaderingen en Prov.
Kerkbesturen) en maakt daarvan
naar eigen oordeel gebruik". Het
punt, dat nu in het geding is, is: het
volgend jaar. Vóór 1940 vergaderde
de Synode maar éénmaal per jaar,
n.l. in JuliAugustus.
Nu zijn de overgangsbepalingen
van de kerkorde (C.) in 1950 behan
deld in de Synode, zowel in le als in
2e lezing. Dit zou in strijd zijn met
het Alg. Regl. Daarom moet de nieu
we kerkorde ongeldig worden ver
klaard en een wel zeer hoge boete
gesteld, indien toch een poging wordt
gedaan haar in te voeren.
De Commissie voor de Rechtspraak
van de Generale Synode heeft deze
zaak liet vorige jaar reeds onder
ogen gezien en op 16 Juni een uit
spraak gedaan. Volgens haar is de
gevolgde gang van zaken met deze
overgangsbepalingen wel mogelijk.
De volgende week zal dan de recht
bank van 'g-Gravenhage hierover
moeten beslissen.
ER IS MEER.
Er zit hier natuurlijk meer achter
dan een juridische kwestie en be
zorgdheid voor de reglementsartike
len. Dit is alleen maar het scherm,
waarachter zich iets anders verbergt.
De kerkorde is aangenomen. De
meerderheid van de Classicale verga
deringen en Provinciale Kerkbesturen,
heeft haar begeerd. In de verdubbel
de Synode was het aantal voorstem
mers ver over de vereiste twee-derde
heen. Er is en blijft echter in de Kerk
een groep die deze kerkorde niet wil.
Het is natuurlijk haar goed recht er
tegen te zijn. Maar het is niet meer
haar goed recht een grote meerder
heid door de rechterlijke macht te
willen dwingen. Juridisch mag dit
misschien mogelijk zyn. Dit willeq we
helemaal in het midden laten. Kerke-
Advertentie.
5. Jimmy Brown lag spartelend in liet water van
het Noorderkanaal. Zijn hengel dreef ergens naast
hem en hy spande zich in luidkeels en dringend
om hulp te schreeuwen telkens als hy met zyn
hoofd een ogenblik boven kwam. Op de wallekant
ontspon zich intussen een druk gesprek over de
onverantwoordelijkheid van sommige mensen, die
het vertikten zwemmen te leren, „Dat zie je nou
maar weer", zei een heer met grote, rode neus.
„Als deze man zou kunnen zwemmen, dan was er
nou geen vuiltje aan de lucht. Dan stak hij zijn
armen en benen uit en dan was hij in een paar se
conden aan de wal. Maar de sufferd kan niet
zwemmen. Hij is misschien te lui geweest om het
te leren of misschien was hij wel bang voor water.
En wat is het gevolg, dat hij nu van één van ons
verlangt dat wij hem naspringen. Nog wel met
ons goeie goed aanMaar zó zijn we niet ge
trouwd. Wie vergoedt my m'n nieuwe costuum,
dat m'n vrouw de vorige week nog ontvlekt heeft,
als ik die sufferd naspring?" „Hellüp, hellüp!!!!",
schreeuwde Jimmy intussen.
Neem een doos echte
P»AS T ILLES
TEGEN
VERKOUDHEID
lijk gedacht is, wat hier geëist wordt,
abnormaal. Het is ongeestelijk een
treurig geval.
Achter de»nieuwe kerkorde ligt na
tuurlijk een zeker kerkbegrip. De
plaatselijke gemeenten zijn gebonden
aan het geheel der Kerk. Hoe ver
kan en moet nu die gebondenheid
gaan? De groep die de Ned. Herv.
Kerk heeft gedagvaard, is van me
ning dat deze band zo los moet zijn
dat iedere gemeente op haar terrein
practisch geheel vrij is. Van finan
ciële verplichtingen (zie punt 3) te
genover het geheel der Kerk, wil zij
niet weten. Het liefst zou zij zien dat
de Ned, Herv. Kerk als eenheid uit
elkaar spatte. Dan zouden de plaat
selijke gemeenten meer armslag krij
gen om te doen wat haar behaagt.
NAUWERE BAND.
De nieuwe kerkorde bindt de ge
meenten met een nauwere band. Dit
komt tot uiting in alle delen van de
kerkorde. Op de meeste punten kan
een gemeente, als zij dat wil, er langs
heen gaan. Op het punt van de finan
ciën, de tractementen en pensioenen
enz., kan zij er niet langs heen gaan.
Wanneer zij dit doet, brengt het mee
een blijvende vacature,
In de dagvaarding vinden we nu
een poging om de gemeenten van de
Ned. Herv. Kerk los te maken van al
le binding aan de hogere organen der
Kerk, voor zover zij dit zelf niet be
geert. Zo tracht men te verkrijgen,
wat men langs normale kerkelijke
weg niet heeft kunnen verkrijgen.
Dinsdag a.s. dient deze zaak in Den
Haag. Ze wordt, voor de eisers, ver
dedigd door een Middelburgse advo
caat, zo meldde een nader bericht.
Het is nog wel iemand met een ker
kelijke functie, de secretaris van het
Prov. College van Toezicht.
H.
DOOR
FEUILLETON
F. C O P P E
R S M I T H
Tegen de middag was Claïre klaar
met haar japon, alleen de knopen
ontbraken er nog aan. Snel greep zij
de twee korven met gerst om de kip
pen te gaan voeren, toen ze buiten
plotseling hoefgetrappel hoorde.
Egilson kon het niet zijn. En de an
deren op de farm waren in de buurt
bezig.
Ze opende haastig de voordeur,
maar zij moest steun zoeken tegen
de deurpost, toen ze het bekende ro
de soldatenuniform ontwaarde. Hilty
kwam toelopen, om de sergeant bij
het afstijgen behulpzaam te zijn,
doch de sergeant schudde zijn hoofd
alsof hij zeggen wilde: „Geen tijd".
Hij haalde uit zijn zadeltas een gele
enveloppe met rode lakstempels en
zei: „Een brief voor Juffrouw Mur-
ner". Hilty nam de brief aan, zei dat
hij iets te'drinken zou halen, en over
handigde Claire de brief.
Het juichte in haar. Gerard had
haar dus toch niet vergeten. Of ja,
de brief kon ook van de heer Collin
komen. Ook van hem had ze nog
niets gehoord sedert haar vertrek uit
Bedfort.
Neen, zij had zich toch niet vergist.
De brief was uit Amsterdam. Snel
zocht ze een rustig plekje.om de brief
ongestoord te kunnen lezèn. Ze haal
de enige keren diep adem alsof zy
van een zware last bevrijd werd en
verbrak de rode zegels. Haar handen
trilden. Eerst keek zij naar de onder
tekening, want het was de eerste
brief van Gerard. Toen las zij:
„Liefste Claire".
Zy herhaalde deze woorden fluiste
rend, met tranen van geluk in de
ogen.
„Een boosaardig noodlot heeft ons
van elkaar gescheiden, slechts enkele
uren na de dag, die voor my de ge
lukkigste van mijn leven was.
Direct nadat ik hoorde van het ver
trek van de „Meermin" schrijf ik je
deze brief, de wens uitsprekend, dat
je in goede gezondheid de nieuwe we
reld hebt bereikt met je vader,-die
ik zoveel achting toedraag".
Claire zuchtte diep en liet de brief
zinken. Weer stroomden de tranen
over haar wangen.
„Ik wil je eerst verzekeren, dat ik
niets wist van het vervroegde tijd
stip van het vertrek van de „Meer
min", ook hoorde ik pas later, dat jij
en je vader verplicht waren om te
werken. Waarom heb je me daarvan
niets verteld Ik had je stellig niet
laten vertrekken als ik dat geweten
had, of ik zou ervoor gezorgd hebben
dat jullie een dergelijke verplichting
niet hadden behoeven te aanvaarden.
Ik ben blij, dat je voor je vertrek
nog bij mij thuis bent geweest. Niet
lang nadat je deze brief ontvangt zul
je hier wonen als mijn echtgenote,
tenminste, wanneer je vader zyn toe
stemming voor ons huwelijk geeft.
Met mijn oom heb ik al menige
woordenwisseling gehad. Ik heb ge
probeerd hem ervan te overtuigen,
dat hij ongelijk heeft. Zijn antwoord
was, dat elke reder zo zou handelen.
Ik heb onmiddellijk stappen geno
men om het laatste examen, dat mijn
studie besluit, uitgesteld te krijgen,
omdat ik van plan ben eerst jou te
komen halen. Uitsluitsel heb ik nog
niet gekregen, zodat ik je nog geen
definitieve datum kan opgeven van
mijn komst. Ik zal echter moeite noch
kosten sparen om zo snel mogelijk
over te komen.
Deze brief heb ik op 20 April aan
de postmeester in Amsterdam ter
hand gesteld en richt hem aan de ge
broeders Peperill, wier adres ik niet
zonder moeite van mijn oom kreeg.
Ik heb hun tegelijk geschreven, dat
zy, indien nodig, jou en je vader voor
mijn rekening geheel terzijde moeten
staan.
(Wordt vervolgd)
r
1® (SI
\JL\
3
DE HANDIGE HUZAAR
Er leefde lang geleden een
boer die ergr rijk was. Hij
had grote landerijen, een
prachtige boerderij en stal
len vol met vee. Zijn trotste
bezit was echter wel zyn
paarden die beroemd waren
in heel de omtrek.
Toen de boer stierf wer
den zijn bezittingen onder
zyn drie zoons verdeeld. De
boer had in zyn testament
precies beschreven wat elk
der zoons toekwam. De een
kreeg de boerderij, de ander
de landerijen en de derde
het vee en de stallen.
Voor de verdeling van zyn
lievelingspaarden had de
boer echjer een vreemde
weg gevolgd. In het testa
ment stond namelijk dat de
oudste zoon de helft kreeg,
zyn tweede zoon een derde
gedeelte en zijn jongste zoon
een negende van het totaal.
De moeilijkheid echter was
dat er totaal 17 paarden wa
ren en dat de zoons dit aan
tal dus nooit konden verde
len zoals hun vader dat wil
de of ze moesten de paarden
in tweeën snijden.
Er werd door de drie jon
gens lang over gepraat en
ten einde raad besloten ze
maar in de herberg een bier
tje te gaan drinken. Daar
troffen ze echter een huzaar
aan die ze het probleem
voorlegden.
„Kom maar mee", sprak
deze, toen hij het verhaal had
aangehoord. „Dat is zo op
gelost." Ze gingen naar de
stal waar de 17 paarden ston
den. De huzaar nam toen
zijn eigen paard en zette dit
bij de andere. „Zo", sprak
hij. „Nu zijn er 18 paarden.
Piet, jij krijgt de helft dat
is negen, neem maar mee!"
De oudste zoon nam zijn ne
gen paarden, er bleYen er
dus nog negen over. „Jan",
sprak de huzaar, „jij krijgt
een derde dat is zes stuks,
neem maar mee. Ook Jan
verdween met zijn zes paar
den, er bleven er dus nog
drie staan. „Nu Gerrit nog",
sprak de huzaar, „jij krijgt
een negende deel dat is 2
stuks, neem maar mee. Van
de drie öyergebleven paar
den nam Gerrit er twee mee,
Krulswoord-puzzle
Vul de ontbrekende woor
den in. Links naar rechts:
1. de slaap6. niet
vast maar 8. een kleine
10. mi-fa-sol-11. Jan is
een14. hou je
15. een wet waarin staat dat
alles gekeurd moet worden
heet18. een Engels
man zegt niet „nee" maar
21maar dapper.
zodat precies het paard van
de huzaar zelf overbleef. „In
orde, heren?" vroeg de hu
zaar lachend aan de drie
zoons. „Ja", knikten ze alle
drie, maar snappen doen ze
het nog steeds niet.
Een kleine kunstenaar
Zijn jullie bang voor spin
nen? Och, als je het bent is
het je te vergeven, hoor,
want echt vriendelijk zien
die beestjes er nu niet uit.
Toch is b.v. een gewone
kruisspin erg mooi en.
het zijn kleine kunstenaars
want ze spinnen hun web
ben zó mooi en zó verstan
dig alsof ze er voor op een
hogeschool hebben gezeten.
Mies je ging op theevisite
Bij de juffrouw van de
klas,
Maarxe viel over
een steen en.
Rolde in een modderplas.
„Kijk nu toch, mijn
mooie kleren
Zijn met stof en slijk
besmeurd!"
Miesje huilde dikke
tranen,
Dat zo iets nu juist
gebeurd!"
„Nee," riep Mies, „het
is niet netjes
Als ik me zó vies
vertoon!"
En ze waste en ze boende
Heel haar leuke jurk
weer schoon.
Je weet natuurlijk dat 'n
spin zijn draden zelf maakt.
Ze hebben daartoe steeds
een voorraad kleverige stof
bij zich die door een heel,
heel klein gaatje achter in
hun lijf als een uiterst dun
ne draad naar bulten komt.
Meestal spinnen ze hun
webben tussen twee strui
ken. De spin zit op een van
de struiken (A) en begint
rustig een mooie lange
draad te maken die door de
wind wordt meegenomen.
Deze draad blijft dan wel
ergens aan vast zitten (B)
en nu is meteen de verbin
ding met de andere struik
tot stand gebracht. Voor
zichtig gaat de spin langs
deze draad enkele keren op
en neer, zodat tenslotte de
verbinding wel uit drie, vier
draden bestaat en sterk ge
noeg is om het gehele web te
dragen. Nu laat de spin zich
bij C naar de grond zakken,
klimt dan, langs de zelfde
draad, weer omhoog tot D
en legt daar een flinke
Boven naar beneden:
2. daar is hij3. poppen
5. maak een
aan dat touw. 7. en muis.
9. een potje10. zal ik
je hier13. Alg. Sein.
Wezen. 15. en schotel.
16. ik heb een en een
zweep. 19. Ik ben hiereen
tijd. 20. een kippen
W etenswaardigheden
Een bunder ls een vlakte
maat. De boeren spreken
maar zelden van zoveel
hectaren bouw- en weiland,
maar hebben het alfijd over
bunders. De Nederlandse
bunder is gelijk aan een
h.a. (hectare).
„Als het nu maar gauw
wil drogen,
Aan een lijntje in ae wind.
Is er niet veel tijd verloren
En ben ik weer goed
gezind".
Toen Mies jurkje
eindelijk droog was,
Ging de bout er over heen
En ze zuchtte toen ze
klaar was:
„Wat een pech toch door
zo'n steen!"
Maar.die steen lag
steeds op straat nog
En dat kwam haar duur
te staan,
Wantze viel wéér
in de modder,
Miesje kan wéér
wassen gaan.
knoop. Al spinnend klimt hij
daarna verder tot boven aan
toe en vervolgens langs de
dikke verbindingsdraad naar
E. De draad die hij bij D. had
vastgeknoopt trekt hij nu
strak. Nu is een grote drie-
hoek gereed waarin het web
komt te hangen. De spin
gaat naar F. en laat zich tot
G. naar beneden zakkeif.
Hier legt hij weer een dikke
knoop en zakt dan door naar
H. waar de draad wordt
vastgeknoopt. Dan gaat hij
naar I, knoopt de draad
vast, Iqopt om naar J. en
trekt de draad weer aan.
Handig hè? Zo maakt de
spin alle, naar het midden
toe lopende draden in het
web. Tenslotte gaat hij in
het middenpunt zitten en
begint, als spinnende, ln
steeds grotere kringen in de
rondte te lopen tot tenslotte
het web gereed is.
Ja, meneer de kruisspin,
al zie je er dan ook een
beetje griezelig uit, je bent
toch een kunstenaar.