CL
Schiller zou in Aarle-Rixtel
bitter teleurgesteld worden
Den Haag is niet alleen maar zetel
van landsregering
VREEMDE
Van Vrouw tot Vrouw
niet gezien
ZATERDAG 10 FEBRUARI 1951
PROVINCIAL!; ZEEÜWSE COÜRANT
S
BIJ DE KLOKKENGIETERS VAN BRABANT
Leem en hout zijn vervangen door
beton en olie.
Het oude ambacht is echter gelijk gebleven.
r (Van een eigen redacteur)
„Lees Schiller's „Lied von der Glocke" er nog maar eens op na", zei de
hoofdredacteur, „daar staat wei iets In, dat je citeren kunten de man,
die over klokkengieten zou schreven, knikte instemmend. Dat was geen gek
ideeHoe begon dat gedicht ook weer? Was het niet iets met „fest ge-
rnauert" en „gebrande leem"? Aan het andere eind van de redactiekamer
begon een welwillende collega pathetisch te declameren: „Fest gemauert ln
der Erden, Steht die Form, aus Lehm gebrannt". Het klonk ln elk geval
goed en leek best geschikt om er een stukje mee op te sieren. Zo trok vorige
week een Zeeuws journalist in gezelschap van een frisse blocnote en een
stoffige dichtbundel naar het land van Hertog Jan, waar sinds eeuwen
bronzen torenstemmen worden gegoten. Daar maakte h|j kennis met het
oude klokkengietersambacht, dat nog altijd als ln de dagen van Schiller
bijzonder Interessant ls voor een buitenstaander. Voor Schiller zelf zou ech
ter een bezoek aan Aarle-Rixtel ln deze dagen een bittere teleurstelling be
tekend hebben, want t|jd en techniek lieten ook dit ambacht niet onberoerd...
„Steht die Form, aus Lehm ge
brannt", schreef de Duitse poëet en
de nieuwsgierige journalist, die in de
klokkengieterij grote vormen ziet
staan, roept verheugd: „Ha! Daar
hebben we het leem van Schiller".
„Neen, meneer, dat was vroeger,
tegenwoordig gebruiken we beton",
zegt z|jn begeleider zakelijk
Wat een slag voor de romantiek.
Hoe moet beton nu in een gedicht
van Schiller worden gepast? Maar
wacht, daar is de gietoven. Hier zal
alles wel beter kloppen: „Nehmet
Holz von Fichtenstamme..." staat er
in ,Das Lied von der Glocke" en ja,
daar staan grote klampen hout en
een grijze man is bezig om met lange
blokken de oven op temperatuur te
brengen. „Tjamompelt de be
geleider verontschuldigend, „dat is
nog een beetje ouderwets, we probe
ren wel een goede oliestookinrichting
te krijgen. Die hebben we al voor
kleinere klokken".
Patsdie slag is voldoende om
Schiller totaal van de kaart te vegen.
Beton en olie zgn andere zaken dan
hout en leem en zij passen immers
niet bij hem.
Niet zo haastig echter, want al is
er dan veel veranderd en al zijn dan
sommige materialen aangepast aan
de 20e eeuw, het handwerk zelf
wordt nog precies zo beoefend als
honderden jaren geleden, toen reizen
de klokkengieters zich vestigden in
het Brabantse dorpje Aarle-Rixtel.
En bovendien: door de eeuwen heen
is de klokkenkiank onveranderd ge
bleven. Dat merkt de bezoeker van
dit bedrijf geheel onverwacht.
Plotseling valt hier midden op de
dag alle werk stil. De moderne draai
banken worden uitgeschakeld, de
mannen, die met vijlen krassend een
klokkenlichaam schuren, staken hun
arbeid er de loopkraan in de nok
van het dak wordt niet meer ge
hoord: een klok, pas uit de vorm en
vluchtig schoongemaakt moet gepro
beerd worden. Er is spanning in de
grote hal, waar reeds duizenden
klokken werden geboren en waar al
tijd weer opnieuw iedereen vol ver
wachting luistert naar het nieuwe
geluid.
op de achtergrond ziet men de don
kere en besmeurde gezichten van de
klokkengieters, die nauwkeurig acht
slaan op de wilde stroom van koper
en tin.
De vorm ls volde klok is gebo
ren. Morgen zal z|j voor het eerst tot
klinken worden gebracht. De mannen
gaan na het gieten weer door met
ander werk. Z|j vijlen en poetsen. Z\]
stemmen en modelleren. De ene klok
na de andere maken z|j gereed. Ge
reed om te beieren hoog ln torens
van steden en dorpen. Vivos Voco.
Mortuos Plango. De levenden roep ik,
De doden beween ik.
Op de scheepswerf „De Dollard" te Landsmeer wordt het Instructievaartulg
„Prins Hendrik" flink onder handen genomen. Er wordt een nieuw dek
aangebracht, een nieuw stuurhuis en nieuwe mastkokers. Een fris verfje
aan de buitenkant zal de restauratie voltooien.
VERHALEN
Op Sicilië gebeuren nog al eens
vreemde dingen, maar het verhaal,
dat nu uit Palermo tot ons kwam,
spant wellicht toch de kroon. In het
dorpje San Giusseppe Jato woont An
na Cipollaro, een wondermooi meisje,
en op haar had een 28-jarige dorpe
ling, Onofrio Terranova, zijn zinnen
gezet. Enkele dagen geleden drong hij
haar ouderlijke woning binnen. Anna
zat alleen in de kamer en zij borduur
de, zoals een eenzaam meisje, ook op
Sicilië, betaamt. En toen zij daar zo
plotseling de vurige Onofrio voor zich
zag, die niets minder wilde dan haar
terstond maar meenemen, gaf ze een
gilze stootte haar kaars
om en verdween ijlings in de slaap
kamer, waar Papa Cipollaro juist een
tukje deed. Anna vluchtte onder het
bed, maar haar vervolger, die door
twee makkers geholpen werd, meende
dat zij onder de dekens gedoken was,
pakte de dekens bij elkaar en droeg
zo vader Cipollaro de deur uit
Een dag later kwam Papa weer
thuis. Hij was boos en liep naar de
politie: „Ze wilden mij niet hebben,
vertelde hij daar. Het was om Anna
te doen. Maar ik zweer dat ze haar
nooit of te nimmer zullen krijgen
Arme Onofrio
Heel Oxford U weet wel: de be
roemde Engelse universiteitsstad
is in beroering gebracht, want de zwa
nen in de Theems worden met de
dood bedreigd. Zwanen zijn immers
heldere dieren, die prijs stellen op een
smetteloos verenkleed. Toen dezer da
gen nu de grote gashouder van Oxford
explodeerde, kwamen grote hoeveel
heden teer in het water van de
Theems terecht. Er zijn nu speciale
ploegen gevormd om de di ren te rei
nigen, want als zij dit zelf doen en zo
te veel teer in hun zwanenmagen krij
gen, zou het wel eens verkeerd met
hen kunnen aflopen.
Daar is de meester, een jonge man
nog. Hij zal dit laatste werkstuk on
derzoeken. Even betast h|j de zwart
uitziende klok. Dan slaat h\j met een
grote hamer op de metalen reus
De werkplaats is op eens vol van
het machtige geluid. De zware klan
ken van de bronzen Bourdon golven
door de hal, waar alles l|jkfc te tril
len onder de gigantische klokken-
stem, die bromt en zoemt en zingt
als haar voorgangers deden. Noemde
Schiller de klok niet „die Nachbarin
des Donners", de buurvrouw van de
donder
De tonen zijn nog niet verklonken
of het werk gaat weer voort
EEN GEWONE PLANK.
Alles in dit bedrijf hangt eigenlijk
af van een doodgewone plank, waar
in het profiel van de inwendige klok-
kenvorm is uitgezaagd. Deze plank
wordt verticaal bevestigd aan een as
en kan daarom heen draaien. Rond
de as bouwt de klokkengieter nu met
behulp van stenen de kern van de
klokkenvorm, die hij opvult met be
ton. Door het steeds laten draaien
van de plank wordt het overtollig
beton weggestreken en ontstaat de
zuivere vorm. Is dit eenmaal ge
beurd dan stookt hij onder de kern
een turfvuur, waardoor alles goed
droog wordt.
De plank wordt nu volgens het bui
tenprofiel der klok uitgezaagd, waar
na op de droge kern een z.g. „valse
klok wordt gemodelleerd, alweer
met behulp van de steeds draaiende
plank. Op deze „valse klok" worden
met teer en was de versieringen en
de opschriften aangebracht, waarna
het geheel met vet wordt ingesmeerd.
Over de valse klok brengt de klok
kengieter tenslotte opnieuw een laag
beton aan, de z.g. „mantel" waarna
alles weer met een turfvuurtje wordt
drooggestookt.
Dan licht men met kettingen de
mantel van de kern en wordt de „val
se klok" voorzichtig kapotgeslagen
en verwijderd. De mantel wordt weer
op de kern geplaatst en de vorm is
gereed voor het gieten
HET GIETEN.
Tja, dat gieten. Het schijnt nog het
meest romantische van dit oude am
bacht, maar het is een korte roman
tiek. Als de klokkenvorm in de giet-
kuil vastgestampt is met zand en
grond en de klokkenspijs op tempe
ratuur is gebracht (1200° C.), wordt
heel eenvoudig een schuif openge
trokken
Wït-gloeiend spat het vloeibare
metaal door de goten en zoekt zich
een weg naar de vorm. De zwarte
berookte muur van de gieterij wordt
grillig verlicht door de vlammen, die
uit het kokende metaal springen en
Als ik de geestdriftige be
richten geloven mag zijn wij
dan nu eindelijk bijna zover,
dat wij onze schrikbarende
achterstand bij de rest van de
beschaafde wereld hebben in
gehaald. Nog even geduld en
wij kunnen blijmoedig het
hoofd opheffen en verzuchten:
Gelukkig, daar heb je nu ein
delijk de televisie.
Wij vrouwen, conservatief als
altijd, zijn er misschien nog
niet zo dadelijk wild verrukt
van. Maar wij nemen grif aan
dat al dat gedoe met masten en
kabels en beeldgolven machtig
interessant is, en wij kloppen
de grote jongens die dat voor
elkaar gedokterd hebben goe
dig op de schouders. Het is
nu eenmaal de aard van het
beestje: knutselen moeten zij en
laten wij maar blij zijn als het
blijft bij iets dat alleen maar
bekeken behoeft te worden. Als
wij dat niet haastig mooi vin
den gaan zij misschien weer
aan iets zitten prutsen dat op
een kwade dag uit elkaar ploft
en alleen maar enige kilome
ters woestijn overlaat.
Goed, wij vinden dus die te
levisie ontzet-tend knap ge
daan van hen, toy bekennen
eerlijk dat wij er geen steek
van begrijpen en dat zij
ook maar niet moeten pro
beren het ons uit te leggen
waarop hun ogen eens te meer
gaan glimmen en ons verzocht
wordt stil op onze stoel te gaan
zitten en goed te kijken, want
nu komt wel niet het vogeltje
uit het doosje maar dan toch
het juffertje op het schermpje
En wij zijn maar weer eens
zoet en leggen ons breiwerk
neer, laten de lamp uitdraaien
en kijken precies zoals wij
vroeger, toen zij nog klein wa
ren, ons breiwerk neerlegden en
de lamp lieten uitdraaien om
naar hun gehaspel met een
kaars en een paar uitgeknipte
poppetjes op een laken te sta
ren.
Als het voorbij is zeggen wij,
precies als toen: Gunst, wat
leuk: dat hebben jullie maar
knap verzonnen. Waarop wij
ons breiwerk weer opnemen en
stilzwijgend ons wijze hoofd
schudden.
Want dit nieuwe televisie
spelletje ligt ons niet best, en
ondanks alle opgewonden ge
jubel erover hebben wij er een
zwaar hoofd in.
Om te beginnen hebben wij
er wel zoveel van begrepen dat
het een dure grap wordt, alleen
al om het zaakje aan te leggen,
als wij het zo eens mogen uit
drukken. En zo'n ontvangtoestel
kost ook wel iets meer dan een
paar tientjes. Het is niet dat wij
vervelend willen worden, maar
eh: Wie zal dat betalen, heren.
De kykers met elkaar o
juist. Die zender en zo voort
dan altijd. De ontvangtoestellen
blijven natuurlijk een privé ge
noegen.
Wij houden ons hart vast voor
ffl de ontredderde huishoudbud
getten die van die laatste aan
schaf weer het gevolg zullen
zijn. Schulden bij de huisbaas,
de melkboer en de kruidenier
en als het op afbetaling gaat
is de boot helemaal aan. Goed,
dat moet ieder voor zich we
ten, wij leven nog in een vrij
land en schulden maken is een
particuliere liefhebberij. Maar
als al die kijkers met elkaar die
uitzendingen moeten betalen
dan zullen die uitzendingen wel
weer afgestemd moeten worden
op de gemiddelde smaak van al
die kijkers.
En dan houden wij met alle
bei onze handen ons hart vast
want dat belooft voor het peil
■jan de televisie-programma's
weer weinig verheffends. Wij
hebben in dezen leergeld be
taald met de film en de radio:
in de allemansgading koopt
men in de regel weinig merk
artikelen.
Wie dus alvast enthousiast
begint te juichen van: Nu krij
gen wij eindelijk Shakespaere
en Vondel in de huiskamer
heeft wel een heel naïeve kijk
op de commerciële kant van de
zaak. Hij moet maar eens de
benen opnemen en langs de
huizen gaan kuieren, als een
of andere omroep het waagt, op
Zondagmiddag de volledige Mid
zomernachtsdroom. met een uit
stekende bezetting en perfecte
orkestbegeleiding te doen op
voeren. De enthousiasteling zal
in acht van de tien huiskamers
een gemelijk .gezelschap bij een
stomme luidspreker aantreffen:
Wat een sof, geef ons maar een
voetbalwedstrijd.
Ach nee, televisie zal ons
geen Shakespaere, geen Vondel,
geen Molière, geen Ibsen, zelfs
geen Heyermans of Coward in
onze huiskamers brengen. Zij
zal ons de ervaring in Ame
rika en Engeland heeft het ge
leerd vooral vergasten op
revue, variété, cabaret, actueel
nieuws, sportwedstrijden en
desnoods toneelstukken met
véél actie. Zij zal dus weer ap
pelleren aan het kinderlijke
plaatsjes-kijken-instinct van de
mens, en alleen by hoge uit
zondering en doodvoorzichtig
eens een voorstelling geven
waarbij ook nog gedacht moet
worden.
En nu moeten we maar niet
eens praten over de enorme
kosten aan montering en sala
rissen die één zo'n revue bij
voorbeeld meebrengt waar
bij men tevens bedenken moet
dat zo'n uitzending niet her
haaldwordt, want daar houdt
het verwende Televisie-kijker
kind niet van.
Maar ook dat is nog niet het
ergste. Veel bedenkelijker is 't
feit, dat de ménselijke geest
langzaamaan het stadium van
volslagen verlamming zal be
reiken. Bij de radio zijn wij, als
goede luisteraars dan, altijd nog
actief bezig. Wij horen een paar
geschoolde, aangename stem
men, benevens het geluid van
een dichtslaande deur, voet
stappen op kiezel, een gonzen
de motor. Onze geest neemt de
ze elementen op en maakt er
iets van, dat er in werkelijk
heid niét is: een verlichte ves
tibule, waarin een man van zijn
vrouw afscheid neemt om daar
na het tuinpad af te lopen en in
zijn auto weg te rijden..... Onze
fantasie is werkzaam, aldoor,
zonder dat wij het beseffen, en
dat houdt onze geest actief en
levendig.
Bij televisie is dat niet nodig:
wij zien alles, echt, ten voeten
uit, zo duur en „mooi" mogelijk.
Wij kunnen er niet bij fantase
ren, zelfs niet meer bij haken
of breien of een kous stoppen.
Wij kunnen alleen maar kijken,
willoos en werkeloos, in het
donker.
En nu zwijgen wij nog van de
slechte invloed op de kinderen,
die bij zo'n geestdodend appa
raat opgroeien. Van de Voort
schrijdende vervlakking en. ver
uiterlijking van het leven: een
omroepstertje was ons tot nu
toe sympathiek om haar pretti
ge, welluidende en hartelijke
stem, haar uiterlijk fantaseer
den wij erbij. Nu zal het niet
meer gaan om haar stemkwali-
teiten, maar om de vraag of zij
het wel „doet" op het scherm
en gaan wij dus weer de cultus
van hetJcnappe cliché-snoetje
en het mbde figuurtje tegemoet.
Neen, het spijt ons dat wij al
weer reactionnair rdet in het
eten moeten gooien, maar wat
de televisie betreft: ons niet ge
zien.
SASKIA.
Bij ons in Den Haag
Stadsbestuur heeft grootse plannen
MINIATUURSTAD EN BLOEMENFEEST.
(Van onze Haagse redacteur)
DEN HAAG, Januari Wanneer men waar ook in het land in het algemeen
apreekt van Den Haag; wanneer men het heeft over beslissingen van Den
Haag of over de opvattingen, die in Den Haag leven, dan bedoelt men met
dat Den Haag de regering. Wanneer een handelaar zich boos maakt, omdat
Den Haag de omzetbelasting neeft verhoogd, dan geldt z|jn ontstemming
minister Lieftinck. Als een provincie ontevreden op Den Haag is, omdat zjj
het toegewezen bouwvolume te gering acht, dan is zjj ontevreden op minister
In 't Veld.
Den Haag is in de meeste gevallen de regering. In de schaduw daarvan
leeft het Haagse stadsbestuur. Het raakt wel eens een beetje op de achter
grond. Dat aanvaarden de gemeenteraad en burgemeester en wethouders
desnoods, maar kom niet aan hun stad. Z\J wensen, dat die stad met haar
schoonheden en haar attracties, met haar bezienswaardigheden en haar zee
en strand in de onmiddellijke omgeving gezien en gekend wordt door land
genoot en vreemdeling. Zü willen ieder ervan doordringen, dat Den Haag
meer en meer een nationaal en een cultureel centrum van ons land wordt.
De burgemeester, mr. Schokking,
heeft ons daarover gesproken en ver
teld van enkele plannen. In gesprek
ken, die wij voerden met enige wet
houders kregen w|j nadere bijzonder
heden te horen. En wel zoveel is
daaruit duidelijk geworden, dat het
onverstandig zal zijn deze zomer
niet een bezoek aan Den Haag te
brengen.
De gemeente kocht van de toneel
speler Cruys Voorbergh een unieke
collectie oud-Nederlandse costuums
met alles wat daarb|j en aan hoort.
Den Haag is daardoor een costuum-
museum rijk geworden, dat ongetwij
feld zeer velen zullen willen bezich
tigen.
MINIATUURSTAD
Er komt voorts een miniatuurstad
van een hectare groot. Hoewel de
plaats nog niet definitief bepaald
13, heeft men gedacht aan een terrein
aan de oude Scheveningse weg ter
hoogte van de Kerkhoflaan. In deze
miniatuurstad, die een getrouwe co-
pie wordt van een echte stad met
vliegveld, sportvelden, stations, rij
dende treinen, huizenblokken, stra
ten, parken, enz. zal men kunnen
rondwandelen om alles op z|jn ge
mak te bekijken. De huizen zullen
hoogstens tot de knie reiken. De
toeschouwers zullen er dus door heen
stappen als moderne Gullivers.
De bouw van deze miniatuurstad
is uiteraard een kostbare geschiede
nis, doch men rekent op een 120.000
betalende bezoekers per jaar, waar
door het geheel exploitabel wordt.
In de Engelse plaats Beaconscot, on
geveer drie kwartier sporen van Lon
den. heeft men ook een dergelijke
stad gebouwd. Zij trok in één zomer
200.000 bezoekers
BLOEMENTENTOONSTELLING
In de Houtrusthallen komt In het
voorjaar een grote bloemententoon
stelling en enige tijd later beleeft
Den Haag het sprookje van een bloe-
menweek, met versierde gebouwen,
straten, enz., met een bloemencorso,
een bloemenvuurwerk en nog meer
attracties. Zelfs zal aan ieder, die
van buiten de stad aan een der sta
tions in Den Haag aankomt, gratis
een corsage worden aangeboden
Ook Rotterdam heeft geprobeerd
zo'n bloemenfeest te organiseren,
maar het is niet aar de Maasstad,
doch wel aan de residentie gelukt.
Velen mogen in deze tijd een bij
zondere belangstelling tonen voor
Den Haag, voor de regeringsstad,
omdat daar energieke pogingen aan
gewend worden ons land weer een
nieuwe regering te bezorgen, het ge
meentebestuur zal zijn zomergasten
tonen, dat Den Haag ook een eigen
stedelijk leven leidt, dat Den Haag
als toeristisch centrum een bevoor
rechte plaats inneemt.
HAAG-LUX
Nog dit jaar hoopt de stad, zo deel
de de burgemeester ons mede, nau
we relaties aan te knopen met de
stad Luxemburg. De plaatsen zullen
meer interesse voor elkaar gaan to
nen en vermoedelijk zal het wel tot
kunst-, sport- en andere uitwisselin
gen komen.
Nationaal, maar ook internationaal
het Holland-festival zal daartoe
veel bijdragen zal het stadsbe
stuur Den Haag een steeds grotere
bekendheid trachten te geven.
Siem greep honderd gulden
uit de lucht.
Toen de revue-artist Siem
Nieuwenhuijzen Donderdag op
-de hoek van de Plaats en de
Kneuterdijk te 's Gravenhage
tegen de wind optornde, zag hij
op straat een biljet van 100
liggen. Nauwelijks had hij het
biljet opgeraapt of hij vond een
biljet van 20. Even later
greep hij een biljet van 100,
dat in de lucht dwarrelde.
Nieuwenhu|fze deponeerde
zijn vondst bij de politie, waar
inmiddels aangifte was gedaan
dat een klerk van een reisbu
reau, die met een bedrag van
620 naar een bank was ge
gaan om hiervoor deviezen te
halen, b|j aankomst op de bank
bemerkt had, dat hij het geld
verloren had. Kort daarna
werd door een dame nog een
biljet van 100 bij de politie
gedeponeerd.
De politie zoekt nu naar het
resterende bedrag.
Inbrekers stichtten brand
met lasapparaat.
Inbrekers hebben Donderdagnacht
een „kraakje gezet" in het kantoor
van een metaalmaatschappij te
Vlaardingen. Met behulp van een las
apparaat hebben z|j een flink gat ge
sneden in de brandkast. Hierbij z|jn
z|j nogal slordig te werk gegaan en
hebben de vloer naast de safe in
brand gestoken. Toen de brandweer
arriveerde bleek, dat de brand zich
had uitgebreid tot de bureaux en het
daarachter gelegen kantoor. In de
brandkast nevond zich slechts een
gering bedrag aan geld. De boeken,
die zich in de brandkast bevonden,
z|jn echter voor een groot gedeelte
verbrand.
Alle K.N.I.L.-Ambontiezen
uit Soerabaja naar
Nederland.
Volgens een Aneta-bericht uit Dja
karta, zullen alle te Soerabaja ge
legerde ex-KNIL-leden naar Neder
land reizen, in totaal 4500 personen,
nJ. 1300 militairen, 1000 vrouwen er.
2200 kinderen. Zij zullen scheep gaan
aan boord van de „Kota Inten", die
dezer dagen vertrekt. In de andere
kampen op Java is de keuze nog niet
bepaald.
Herbert Hoover, ge wezen president
der Ver. Staten, heeft te New York ver
klaard. dat er in Europa „niet een der
gelijke oorlogshysterie heerst als in de
Ver. Staten".
Het wereldgebeuren
Labour en de
biefstuk.
Ook Churchill's tweede aanval op
de Labour-regering is met 306 tegen
298 stemmen afgeslag en daar de
motie van wantrouwen dit keer ge
richt was op de vleesvoorzieningspo-
litiek is het belangwekkend hier nog
even op in te gaan. De zaak heeft
namelijk ook enige algemene aspec
ten.
De conservatieven hadden zich dit
keer voor het karretje van proteste
rende huisvrouwen gespannen, huis
vrouwen die ontevreden zijn over het
steeds slinkende vleesrantsoen, dat
nu op 114 gram per week is beland.
De „New York Times" stelde vast:
De Engelsen zijn bezig van een vlees-
etend volk een vegetarisch volk te
worden. De conservatieve afgevaar
digde Crookshand verweet de rege
ring, dat zij van de vleesvoorziening
een warboel had gemaakt. Hij eiste,
dat men weer zou terugkeren naar
de particuliere handel, wat betreft
het vlees, „daar het staatsingrijpen
het onmogelijk heeft gemaakt het
voedsel te krijgen".
Wat is in werkelijkheid het pro
bleem, waar het om draait? De
grootste vleesleverancier van Enge
land is Argentinië. De laatste maan
den z|jn besprekingen gaande ge
weest over een nieuw vleescontract
met dat land, die echter zijn mislukt.
De Argentijnen stelden hun prijzen
te scherp en aangezien de Britse
schatkist niet overloopt aan deviezen,
weigerden de regeringsafgevaardig
den op de koop in te gaan. Op zich
zelf zou het natuurlijk eenvoudig zijn
huisvrouwen en Conservatieven te
vreden te stellen. Daartoe zouden de
grenzen moeten worden opengesteld
voor een vrije en onbelemmerde in
voer van Argentijns vlees, dat dan
tegen vr|je dus hoge prijzen in En
geland kan worden verkocht. Met
welk gevolg? Dat alleen de Britten
met behoorlijke inkomens elke dag
hun biefstukje op tafel krijgen, niet
echter de gewone Britse huisvrou
wen, die eenvoudig de pr|jzen niet
zouden kunnen bijhouden. De La-
bourregering heeft de gereglemen
teerde invoer gekozen met rantsoe
nering en vastgestelde prijzen. Het
vlees is hier eigenlijk slechts een on
derdeel van een algemeen probleem,
waarvoor Engeland en ook andere
West-Europese landen zich gesteld
zien. De enorme uitgaven voor be
wapening moeten hoe dan ook, er
gens vandaan komen. Het lijkt wel
alsof hier alleen algemene verlaging-
van het levenspeil uitkomst kan bie
den en daar kan geen regering toe
overgaan zonder op ernstig verzet te
stuiten, in het bijzonder van de kant
der vakbeweging. Bespiegelingen
over de regeringscrisis in ons land
kunnen aan de parlementaix-e redac
teuren worden overgelaten. Hoe lan
ger hoe meer blijkt echter, dat de
achtergrond van de crisis is: hoe
moeten de lasten van de herbewape
ning worden opgevangen zonder
drastische verlaging van het levens
peil. Eén der middelen is: zwaardere
belastingen op de ondernemingswins-
ten en hoge inkomens, welvaarts
spreiding dus of billijker verdeling
van de armoede. Het bezwaar is, dat
de sociale toplaag waarschijnlijk dan
niet op uitgaven zal bezuinigen, maar
op besparingen, nog afgezien van de
sterke weerstanden, waarop een der
gelijke belastingverzwaring zal stui
ten.
Een tweede middel is: Inflatie, het
langzaam doen oplopen van de prij
zen om op deze wijze de consumptie
te drukken. Inflatie heeft geen voor
stander, omdat hierdoor juist de min
der bedeelde sociale groepen het
zwaarst getroffen worden.
Een derde middel is: rantsoenering
van die grondstoffen en artikelen, die
uit het buitenland, vooral uit Ameri
ka, worden ingevoerd. Op deze wijze
wordt door overheidsingrijpen, de
consumptie beperkt van alles, waar
voor wij op het buitenland zijn aan
gewezen. De besteding van het inko
men wordt dan ten dele door de
overheid geleid. Eigenlijk is dit de
soberheidspolitiek, waarvan destijds
sir Stafford Cripps de apostel was.
Zulk een politiek kan tot toestan
den leiden zoals thans in de Engelse
vleesvoorziening: geen vlees bij de
aardappelen, omdat het uit het bui
tenland moet komen.
De schuld van de regering? Goe-
ring zei bruut en platvoers militair
liever kanonnen dan boter. In West-
Europa was het voor kort: liever bo
ter dan kanonnen. Wat men nu zou
willen is: kanonnen èn toch evenveel
boter. En dat vereist economische
goochelkunst.