CL Schiller zou in Aarle-Rixtel bitter teleurgesteld worden Den Haag is niet alleen maar zetel van landsregering VREEMDE Van Vrouw tot Vrouw niet gezien ZATERDAG 10 FEBRUARI 1951 PROVINCIAL!; ZEEÜWSE COÜRANT S BIJ DE KLOKKENGIETERS VAN BRABANT Leem en hout zijn vervangen door beton en olie. Het oude ambacht is echter gelijk gebleven. r (Van een eigen redacteur) „Lees Schiller's „Lied von der Glocke" er nog maar eens op na", zei de hoofdredacteur, „daar staat wei iets In, dat je citeren kunten de man, die over klokkengieten zou schreven, knikte instemmend. Dat was geen gek ideeHoe begon dat gedicht ook weer? Was het niet iets met „fest ge- rnauert" en „gebrande leem"? Aan het andere eind van de redactiekamer begon een welwillende collega pathetisch te declameren: „Fest gemauert ln der Erden, Steht die Form, aus Lehm gebrannt". Het klonk ln elk geval goed en leek best geschikt om er een stukje mee op te sieren. Zo trok vorige week een Zeeuws journalist in gezelschap van een frisse blocnote en een stoffige dichtbundel naar het land van Hertog Jan, waar sinds eeuwen bronzen torenstemmen worden gegoten. Daar maakte h|j kennis met het oude klokkengietersambacht, dat nog altijd als ln de dagen van Schiller bijzonder Interessant ls voor een buitenstaander. Voor Schiller zelf zou ech ter een bezoek aan Aarle-Rixtel ln deze dagen een bittere teleurstelling be tekend hebben, want t|jd en techniek lieten ook dit ambacht niet onberoerd... „Steht die Form, aus Lehm ge brannt", schreef de Duitse poëet en de nieuwsgierige journalist, die in de klokkengieterij grote vormen ziet staan, roept verheugd: „Ha! Daar hebben we het leem van Schiller". „Neen, meneer, dat was vroeger, tegenwoordig gebruiken we beton", zegt z|jn begeleider zakelijk Wat een slag voor de romantiek. Hoe moet beton nu in een gedicht van Schiller worden gepast? Maar wacht, daar is de gietoven. Hier zal alles wel beter kloppen: „Nehmet Holz von Fichtenstamme..." staat er in ,Das Lied von der Glocke" en ja, daar staan grote klampen hout en een grijze man is bezig om met lange blokken de oven op temperatuur te brengen. „Tjamompelt de be geleider verontschuldigend, „dat is nog een beetje ouderwets, we probe ren wel een goede oliestookinrichting te krijgen. Die hebben we al voor kleinere klokken". Patsdie slag is voldoende om Schiller totaal van de kaart te vegen. Beton en olie zgn andere zaken dan hout en leem en zij passen immers niet bij hem. Niet zo haastig echter, want al is er dan veel veranderd en al zijn dan sommige materialen aangepast aan de 20e eeuw, het handwerk zelf wordt nog precies zo beoefend als honderden jaren geleden, toen reizen de klokkengieters zich vestigden in het Brabantse dorpje Aarle-Rixtel. En bovendien: door de eeuwen heen is de klokkenkiank onveranderd ge bleven. Dat merkt de bezoeker van dit bedrijf geheel onverwacht. Plotseling valt hier midden op de dag alle werk stil. De moderne draai banken worden uitgeschakeld, de mannen, die met vijlen krassend een klokkenlichaam schuren, staken hun arbeid er de loopkraan in de nok van het dak wordt niet meer ge hoord: een klok, pas uit de vorm en vluchtig schoongemaakt moet gepro beerd worden. Er is spanning in de grote hal, waar reeds duizenden klokken werden geboren en waar al tijd weer opnieuw iedereen vol ver wachting luistert naar het nieuwe geluid. op de achtergrond ziet men de don kere en besmeurde gezichten van de klokkengieters, die nauwkeurig acht slaan op de wilde stroom van koper en tin. De vorm ls volde klok is gebo ren. Morgen zal z|j voor het eerst tot klinken worden gebracht. De mannen gaan na het gieten weer door met ander werk. Z|j vijlen en poetsen. Z\] stemmen en modelleren. De ene klok na de andere maken z|j gereed. Ge reed om te beieren hoog ln torens van steden en dorpen. Vivos Voco. Mortuos Plango. De levenden roep ik, De doden beween ik. Op de scheepswerf „De Dollard" te Landsmeer wordt het Instructievaartulg „Prins Hendrik" flink onder handen genomen. Er wordt een nieuw dek aangebracht, een nieuw stuurhuis en nieuwe mastkokers. Een fris verfje aan de buitenkant zal de restauratie voltooien. VERHALEN Op Sicilië gebeuren nog al eens vreemde dingen, maar het verhaal, dat nu uit Palermo tot ons kwam, spant wellicht toch de kroon. In het dorpje San Giusseppe Jato woont An na Cipollaro, een wondermooi meisje, en op haar had een 28-jarige dorpe ling, Onofrio Terranova, zijn zinnen gezet. Enkele dagen geleden drong hij haar ouderlijke woning binnen. Anna zat alleen in de kamer en zij borduur de, zoals een eenzaam meisje, ook op Sicilië, betaamt. En toen zij daar zo plotseling de vurige Onofrio voor zich zag, die niets minder wilde dan haar terstond maar meenemen, gaf ze een gilze stootte haar kaars om en verdween ijlings in de slaap kamer, waar Papa Cipollaro juist een tukje deed. Anna vluchtte onder het bed, maar haar vervolger, die door twee makkers geholpen werd, meende dat zij onder de dekens gedoken was, pakte de dekens bij elkaar en droeg zo vader Cipollaro de deur uit Een dag later kwam Papa weer thuis. Hij was boos en liep naar de politie: „Ze wilden mij niet hebben, vertelde hij daar. Het was om Anna te doen. Maar ik zweer dat ze haar nooit of te nimmer zullen krijgen Arme Onofrio Heel Oxford U weet wel: de be roemde Engelse universiteitsstad is in beroering gebracht, want de zwa nen in de Theems worden met de dood bedreigd. Zwanen zijn immers heldere dieren, die prijs stellen op een smetteloos verenkleed. Toen dezer da gen nu de grote gashouder van Oxford explodeerde, kwamen grote hoeveel heden teer in het water van de Theems terecht. Er zijn nu speciale ploegen gevormd om de di ren te rei nigen, want als zij dit zelf doen en zo te veel teer in hun zwanenmagen krij gen, zou het wel eens verkeerd met hen kunnen aflopen. Daar is de meester, een jonge man nog. Hij zal dit laatste werkstuk on derzoeken. Even betast h|j de zwart uitziende klok. Dan slaat h\j met een grote hamer op de metalen reus De werkplaats is op eens vol van het machtige geluid. De zware klan ken van de bronzen Bourdon golven door de hal, waar alles l|jkfc te tril len onder de gigantische klokken- stem, die bromt en zoemt en zingt als haar voorgangers deden. Noemde Schiller de klok niet „die Nachbarin des Donners", de buurvrouw van de donder De tonen zijn nog niet verklonken of het werk gaat weer voort EEN GEWONE PLANK. Alles in dit bedrijf hangt eigenlijk af van een doodgewone plank, waar in het profiel van de inwendige klok- kenvorm is uitgezaagd. Deze plank wordt verticaal bevestigd aan een as en kan daarom heen draaien. Rond de as bouwt de klokkengieter nu met behulp van stenen de kern van de klokkenvorm, die hij opvult met be ton. Door het steeds laten draaien van de plank wordt het overtollig beton weggestreken en ontstaat de zuivere vorm. Is dit eenmaal ge beurd dan stookt hij onder de kern een turfvuur, waardoor alles goed droog wordt. De plank wordt nu volgens het bui tenprofiel der klok uitgezaagd, waar na op de droge kern een z.g. „valse klok wordt gemodelleerd, alweer met behulp van de steeds draaiende plank. Op deze „valse klok" worden met teer en was de versieringen en de opschriften aangebracht, waarna het geheel met vet wordt ingesmeerd. Over de valse klok brengt de klok kengieter tenslotte opnieuw een laag beton aan, de z.g. „mantel" waarna alles weer met een turfvuurtje wordt drooggestookt. Dan licht men met kettingen de mantel van de kern en wordt de „val se klok" voorzichtig kapotgeslagen en verwijderd. De mantel wordt weer op de kern geplaatst en de vorm is gereed voor het gieten HET GIETEN. Tja, dat gieten. Het schijnt nog het meest romantische van dit oude am bacht, maar het is een korte roman tiek. Als de klokkenvorm in de giet- kuil vastgestampt is met zand en grond en de klokkenspijs op tempe ratuur is gebracht (1200° C.), wordt heel eenvoudig een schuif openge trokken Wït-gloeiend spat het vloeibare metaal door de goten en zoekt zich een weg naar de vorm. De zwarte berookte muur van de gieterij wordt grillig verlicht door de vlammen, die uit het kokende metaal springen en Als ik de geestdriftige be richten geloven mag zijn wij dan nu eindelijk bijna zover, dat wij onze schrikbarende achterstand bij de rest van de beschaafde wereld hebben in gehaald. Nog even geduld en wij kunnen blijmoedig het hoofd opheffen en verzuchten: Gelukkig, daar heb je nu ein delijk de televisie. Wij vrouwen, conservatief als altijd, zijn er misschien nog niet zo dadelijk wild verrukt van. Maar wij nemen grif aan dat al dat gedoe met masten en kabels en beeldgolven machtig interessant is, en wij kloppen de grote jongens die dat voor elkaar gedokterd hebben goe dig op de schouders. Het is nu eenmaal de aard van het beestje: knutselen moeten zij en laten wij maar blij zijn als het blijft bij iets dat alleen maar bekeken behoeft te worden. Als wij dat niet haastig mooi vin den gaan zij misschien weer aan iets zitten prutsen dat op een kwade dag uit elkaar ploft en alleen maar enige kilome ters woestijn overlaat. Goed, wij vinden dus die te levisie ontzet-tend knap ge daan van hen, toy bekennen eerlijk dat wij er geen steek van begrijpen en dat zij ook maar niet moeten pro beren het ons uit te leggen waarop hun ogen eens te meer gaan glimmen en ons verzocht wordt stil op onze stoel te gaan zitten en goed te kijken, want nu komt wel niet het vogeltje uit het doosje maar dan toch het juffertje op het schermpje En wij zijn maar weer eens zoet en leggen ons breiwerk neer, laten de lamp uitdraaien en kijken precies zoals wij vroeger, toen zij nog klein wa ren, ons breiwerk neerlegden en de lamp lieten uitdraaien om naar hun gehaspel met een kaars en een paar uitgeknipte poppetjes op een laken te sta ren. Als het voorbij is zeggen wij, precies als toen: Gunst, wat leuk: dat hebben jullie maar knap verzonnen. Waarop wij ons breiwerk weer opnemen en stilzwijgend ons wijze hoofd schudden. Want dit nieuwe televisie spelletje ligt ons niet best, en ondanks alle opgewonden ge jubel erover hebben wij er een zwaar hoofd in. Om te beginnen hebben wij er wel zoveel van begrepen dat het een dure grap wordt, alleen al om het zaakje aan te leggen, als wij het zo eens mogen uit drukken. En zo'n ontvangtoestel kost ook wel iets meer dan een paar tientjes. Het is niet dat wij vervelend willen worden, maar eh: Wie zal dat betalen, heren. De kykers met elkaar o juist. Die zender en zo voort dan altijd. De ontvangtoestellen blijven natuurlijk een privé ge noegen. Wij houden ons hart vast voor ffl de ontredderde huishoudbud getten die van die laatste aan schaf weer het gevolg zullen zijn. Schulden bij de huisbaas, de melkboer en de kruidenier en als het op afbetaling gaat is de boot helemaal aan. Goed, dat moet ieder voor zich we ten, wij leven nog in een vrij land en schulden maken is een particuliere liefhebberij. Maar als al die kijkers met elkaar die uitzendingen moeten betalen dan zullen die uitzendingen wel weer afgestemd moeten worden op de gemiddelde smaak van al die kijkers. En dan houden wij met alle bei onze handen ons hart vast want dat belooft voor het peil ■jan de televisie-programma's weer weinig verheffends. Wij hebben in dezen leergeld be taald met de film en de radio: in de allemansgading koopt men in de regel weinig merk artikelen. Wie dus alvast enthousiast begint te juichen van: Nu krij gen wij eindelijk Shakespaere en Vondel in de huiskamer heeft wel een heel naïeve kijk op de commerciële kant van de zaak. Hij moet maar eens de benen opnemen en langs de huizen gaan kuieren, als een of andere omroep het waagt, op Zondagmiddag de volledige Mid zomernachtsdroom. met een uit stekende bezetting en perfecte orkestbegeleiding te doen op voeren. De enthousiasteling zal in acht van de tien huiskamers een gemelijk .gezelschap bij een stomme luidspreker aantreffen: Wat een sof, geef ons maar een voetbalwedstrijd. Ach nee, televisie zal ons geen Shakespaere, geen Vondel, geen Molière, geen Ibsen, zelfs geen Heyermans of Coward in onze huiskamers brengen. Zij zal ons de ervaring in Ame rika en Engeland heeft het ge leerd vooral vergasten op revue, variété, cabaret, actueel nieuws, sportwedstrijden en desnoods toneelstukken met véél actie. Zij zal dus weer ap pelleren aan het kinderlijke plaatsjes-kijken-instinct van de mens, en alleen by hoge uit zondering en doodvoorzichtig eens een voorstelling geven waarbij ook nog gedacht moet worden. En nu moeten we maar niet eens praten over de enorme kosten aan montering en sala rissen die één zo'n revue bij voorbeeld meebrengt waar bij men tevens bedenken moet dat zo'n uitzending niet her haaldwordt, want daar houdt het verwende Televisie-kijker kind niet van. Maar ook dat is nog niet het ergste. Veel bedenkelijker is 't feit, dat de ménselijke geest langzaamaan het stadium van volslagen verlamming zal be reiken. Bij de radio zijn wij, als goede luisteraars dan, altijd nog actief bezig. Wij horen een paar geschoolde, aangename stem men, benevens het geluid van een dichtslaande deur, voet stappen op kiezel, een gonzen de motor. Onze geest neemt de ze elementen op en maakt er iets van, dat er in werkelijk heid niét is: een verlichte ves tibule, waarin een man van zijn vrouw afscheid neemt om daar na het tuinpad af te lopen en in zijn auto weg te rijden..... Onze fantasie is werkzaam, aldoor, zonder dat wij het beseffen, en dat houdt onze geest actief en levendig. Bij televisie is dat niet nodig: wij zien alles, echt, ten voeten uit, zo duur en „mooi" mogelijk. Wij kunnen er niet bij fantase ren, zelfs niet meer bij haken of breien of een kous stoppen. Wij kunnen alleen maar kijken, willoos en werkeloos, in het donker. En nu zwijgen wij nog van de slechte invloed op de kinderen, die bij zo'n geestdodend appa raat opgroeien. Van de Voort schrijdende vervlakking en. ver uiterlijking van het leven: een omroepstertje was ons tot nu toe sympathiek om haar pretti ge, welluidende en hartelijke stem, haar uiterlijk fantaseer den wij erbij. Nu zal het niet meer gaan om haar stemkwali- teiten, maar om de vraag of zij het wel „doet" op het scherm en gaan wij dus weer de cultus van hetJcnappe cliché-snoetje en het mbde figuurtje tegemoet. Neen, het spijt ons dat wij al weer reactionnair rdet in het eten moeten gooien, maar wat de televisie betreft: ons niet ge zien. SASKIA. Bij ons in Den Haag Stadsbestuur heeft grootse plannen MINIATUURSTAD EN BLOEMENFEEST. (Van onze Haagse redacteur) DEN HAAG, Januari Wanneer men waar ook in het land in het algemeen apreekt van Den Haag; wanneer men het heeft over beslissingen van Den Haag of over de opvattingen, die in Den Haag leven, dan bedoelt men met dat Den Haag de regering. Wanneer een handelaar zich boos maakt, omdat Den Haag de omzetbelasting neeft verhoogd, dan geldt z|jn ontstemming minister Lieftinck. Als een provincie ontevreden op Den Haag is, omdat zjj het toegewezen bouwvolume te gering acht, dan is zjj ontevreden op minister In 't Veld. Den Haag is in de meeste gevallen de regering. In de schaduw daarvan leeft het Haagse stadsbestuur. Het raakt wel eens een beetje op de achter grond. Dat aanvaarden de gemeenteraad en burgemeester en wethouders desnoods, maar kom niet aan hun stad. Z\J wensen, dat die stad met haar schoonheden en haar attracties, met haar bezienswaardigheden en haar zee en strand in de onmiddellijke omgeving gezien en gekend wordt door land genoot en vreemdeling. Zü willen ieder ervan doordringen, dat Den Haag meer en meer een nationaal en een cultureel centrum van ons land wordt. De burgemeester, mr. Schokking, heeft ons daarover gesproken en ver teld van enkele plannen. In gesprek ken, die wij voerden met enige wet houders kregen w|j nadere bijzonder heden te horen. En wel zoveel is daaruit duidelijk geworden, dat het onverstandig zal zijn deze zomer niet een bezoek aan Den Haag te brengen. De gemeente kocht van de toneel speler Cruys Voorbergh een unieke collectie oud-Nederlandse costuums met alles wat daarb|j en aan hoort. Den Haag is daardoor een costuum- museum rijk geworden, dat ongetwij feld zeer velen zullen willen bezich tigen. MINIATUURSTAD Er komt voorts een miniatuurstad van een hectare groot. Hoewel de plaats nog niet definitief bepaald 13, heeft men gedacht aan een terrein aan de oude Scheveningse weg ter hoogte van de Kerkhoflaan. In deze miniatuurstad, die een getrouwe co- pie wordt van een echte stad met vliegveld, sportvelden, stations, rij dende treinen, huizenblokken, stra ten, parken, enz. zal men kunnen rondwandelen om alles op z|jn ge mak te bekijken. De huizen zullen hoogstens tot de knie reiken. De toeschouwers zullen er dus door heen stappen als moderne Gullivers. De bouw van deze miniatuurstad is uiteraard een kostbare geschiede nis, doch men rekent op een 120.000 betalende bezoekers per jaar, waar door het geheel exploitabel wordt. In de Engelse plaats Beaconscot, on geveer drie kwartier sporen van Lon den. heeft men ook een dergelijke stad gebouwd. Zij trok in één zomer 200.000 bezoekers BLOEMENTENTOONSTELLING In de Houtrusthallen komt In het voorjaar een grote bloemententoon stelling en enige tijd later beleeft Den Haag het sprookje van een bloe- menweek, met versierde gebouwen, straten, enz., met een bloemencorso, een bloemenvuurwerk en nog meer attracties. Zelfs zal aan ieder, die van buiten de stad aan een der sta tions in Den Haag aankomt, gratis een corsage worden aangeboden Ook Rotterdam heeft geprobeerd zo'n bloemenfeest te organiseren, maar het is niet aar de Maasstad, doch wel aan de residentie gelukt. Velen mogen in deze tijd een bij zondere belangstelling tonen voor Den Haag, voor de regeringsstad, omdat daar energieke pogingen aan gewend worden ons land weer een nieuwe regering te bezorgen, het ge meentebestuur zal zijn zomergasten tonen, dat Den Haag ook een eigen stedelijk leven leidt, dat Den Haag als toeristisch centrum een bevoor rechte plaats inneemt. HAAG-LUX Nog dit jaar hoopt de stad, zo deel de de burgemeester ons mede, nau we relaties aan te knopen met de stad Luxemburg. De plaatsen zullen meer interesse voor elkaar gaan to nen en vermoedelijk zal het wel tot kunst-, sport- en andere uitwisselin gen komen. Nationaal, maar ook internationaal het Holland-festival zal daartoe veel bijdragen zal het stadsbe stuur Den Haag een steeds grotere bekendheid trachten te geven. Siem greep honderd gulden uit de lucht. Toen de revue-artist Siem Nieuwenhuijzen Donderdag op -de hoek van de Plaats en de Kneuterdijk te 's Gravenhage tegen de wind optornde, zag hij op straat een biljet van 100 liggen. Nauwelijks had hij het biljet opgeraapt of hij vond een biljet van 20. Even later greep hij een biljet van 100, dat in de lucht dwarrelde. Nieuwenhu|fze deponeerde zijn vondst bij de politie, waar inmiddels aangifte was gedaan dat een klerk van een reisbu reau, die met een bedrag van 620 naar een bank was ge gaan om hiervoor deviezen te halen, b|j aankomst op de bank bemerkt had, dat hij het geld verloren had. Kort daarna werd door een dame nog een biljet van 100 bij de politie gedeponeerd. De politie zoekt nu naar het resterende bedrag. Inbrekers stichtten brand met lasapparaat. Inbrekers hebben Donderdagnacht een „kraakje gezet" in het kantoor van een metaalmaatschappij te Vlaardingen. Met behulp van een las apparaat hebben z|j een flink gat ge sneden in de brandkast. Hierbij z|jn z|j nogal slordig te werk gegaan en hebben de vloer naast de safe in brand gestoken. Toen de brandweer arriveerde bleek, dat de brand zich had uitgebreid tot de bureaux en het daarachter gelegen kantoor. In de brandkast nevond zich slechts een gering bedrag aan geld. De boeken, die zich in de brandkast bevonden, z|jn echter voor een groot gedeelte verbrand. Alle K.N.I.L.-Ambontiezen uit Soerabaja naar Nederland. Volgens een Aneta-bericht uit Dja karta, zullen alle te Soerabaja ge legerde ex-KNIL-leden naar Neder land reizen, in totaal 4500 personen, nJ. 1300 militairen, 1000 vrouwen er. 2200 kinderen. Zij zullen scheep gaan aan boord van de „Kota Inten", die dezer dagen vertrekt. In de andere kampen op Java is de keuze nog niet bepaald. Herbert Hoover, ge wezen president der Ver. Staten, heeft te New York ver klaard. dat er in Europa „niet een der gelijke oorlogshysterie heerst als in de Ver. Staten". Het wereldgebeuren Labour en de biefstuk. Ook Churchill's tweede aanval op de Labour-regering is met 306 tegen 298 stemmen afgeslag en daar de motie van wantrouwen dit keer ge richt was op de vleesvoorzieningspo- litiek is het belangwekkend hier nog even op in te gaan. De zaak heeft namelijk ook enige algemene aspec ten. De conservatieven hadden zich dit keer voor het karretje van proteste rende huisvrouwen gespannen, huis vrouwen die ontevreden zijn over het steeds slinkende vleesrantsoen, dat nu op 114 gram per week is beland. De „New York Times" stelde vast: De Engelsen zijn bezig van een vlees- etend volk een vegetarisch volk te worden. De conservatieve afgevaar digde Crookshand verweet de rege ring, dat zij van de vleesvoorziening een warboel had gemaakt. Hij eiste, dat men weer zou terugkeren naar de particuliere handel, wat betreft het vlees, „daar het staatsingrijpen het onmogelijk heeft gemaakt het voedsel te krijgen". Wat is in werkelijkheid het pro bleem, waar het om draait? De grootste vleesleverancier van Enge land is Argentinië. De laatste maan den z|jn besprekingen gaande ge weest over een nieuw vleescontract met dat land, die echter zijn mislukt. De Argentijnen stelden hun prijzen te scherp en aangezien de Britse schatkist niet overloopt aan deviezen, weigerden de regeringsafgevaardig den op de koop in te gaan. Op zich zelf zou het natuurlijk eenvoudig zijn huisvrouwen en Conservatieven te vreden te stellen. Daartoe zouden de grenzen moeten worden opengesteld voor een vrije en onbelemmerde in voer van Argentijns vlees, dat dan tegen vr|je dus hoge prijzen in En geland kan worden verkocht. Met welk gevolg? Dat alleen de Britten met behoorlijke inkomens elke dag hun biefstukje op tafel krijgen, niet echter de gewone Britse huisvrou wen, die eenvoudig de pr|jzen niet zouden kunnen bijhouden. De La- bourregering heeft de gereglemen teerde invoer gekozen met rantsoe nering en vastgestelde prijzen. Het vlees is hier eigenlijk slechts een on derdeel van een algemeen probleem, waarvoor Engeland en ook andere West-Europese landen zich gesteld zien. De enorme uitgaven voor be wapening moeten hoe dan ook, er gens vandaan komen. Het lijkt wel alsof hier alleen algemene verlaging- van het levenspeil uitkomst kan bie den en daar kan geen regering toe overgaan zonder op ernstig verzet te stuiten, in het bijzonder van de kant der vakbeweging. Bespiegelingen over de regeringscrisis in ons land kunnen aan de parlementaix-e redac teuren worden overgelaten. Hoe lan ger hoe meer blijkt echter, dat de achtergrond van de crisis is: hoe moeten de lasten van de herbewape ning worden opgevangen zonder drastische verlaging van het levens peil. Eén der middelen is: zwaardere belastingen op de ondernemingswins- ten en hoge inkomens, welvaarts spreiding dus of billijker verdeling van de armoede. Het bezwaar is, dat de sociale toplaag waarschijnlijk dan niet op uitgaven zal bezuinigen, maar op besparingen, nog afgezien van de sterke weerstanden, waarop een der gelijke belastingverzwaring zal stui ten. Een tweede middel is: Inflatie, het langzaam doen oplopen van de prij zen om op deze wijze de consumptie te drukken. Inflatie heeft geen voor stander, omdat hierdoor juist de min der bedeelde sociale groepen het zwaarst getroffen worden. Een derde middel is: rantsoenering van die grondstoffen en artikelen, die uit het buitenland, vooral uit Ameri ka, worden ingevoerd. Op deze wijze wordt door overheidsingrijpen, de consumptie beperkt van alles, waar voor wij op het buitenland zijn aan gewezen. De besteding van het inko men wordt dan ten dele door de overheid geleid. Eigenlijk is dit de soberheidspolitiek, waarvan destijds sir Stafford Cripps de apostel was. Zulk een politiek kan tot toestan den leiden zoals thans in de Engelse vleesvoorziening: geen vlees bij de aardappelen, omdat het uit het bui tenland moet komen. De schuld van de regering? Goe- ring zei bruut en platvoers militair liever kanonnen dan boter. In West- Europa was het voor kort: liever bo ter dan kanonnen. Wat men nu zou willen is: kanonnen èn toch evenveel boter. En dat vereist economische goochelkunst.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1951 | | pagina 5