Stemming onder de Nederlanders
in Korea is best
In Spanje zijn de dokters rijk en
de „onsterfeIiiken"arm
VREEMDE
JIMMY BROWN, sportheld no.1
Spaanse zigeuners zijn listige lieden
Twintig uur in een trein
Praten met
Moskou
Een gedwongen
Huwelijk
VRIJDAG 3 JANUARI 1951
PROVINCMLÏ ZEEUWSE COURANT
„Academicos" spijbelt even graag als zijn kleinzoon.
(Van onze correspondent).
MADRID, Januari. Als men vroeger In Spanje van iemand wilde zeg
gen da> hij het geld maar voor het opscheppen had. dan zei men: „Die ver
dient meer dan een Torero". Dat is nog steeds zo. Maar sinds de tUden zo
ongezond zijn geworden, pleegt men tegenwoordig te zeggen: „HU verdient
meer dan een chirurg'. Geen wonder, zou men zeggen, want de Spanjaar
den leven nog minder gezond dan andere volkeren. BU een hoog alcohol
gebruik. weinig sport, onregelmatige dagindeling, onmogelijke etenstijden
laat opstaan en nog later naar-bed-gaan, moeten de artsen wel veel werk
hebben. Meestal hebben degenen onder hen, die naam gemaakt hebben, het
ook wel to< een vorstelijke levensstijl gebracht, met auto's, een villa in een
park en uitgebreid personeel zoals de beroemde en nog jonge professor
Zamel die een van de bekenste chirurgen van het land is.
Als men echter met doktoren over geld spreekt, dan hoort men de klacht,
dat het hen niet half zo goed gaat als hun patiënten. Dit is natuurlUk een
liedje, dat ook de beoefenaars van andere beroepen graag aanheffen. Nieuw
is echter wat de chirurg onlangs over zijn ervaringen met een Zigeuner
wist te vertellen. De zigeuner had het aan zUn lever en de professor knapte
hem met ztfn mes weer op.
Wat hun bankrekening betreft pie-1
gen Spaanse Zigeuners, als ze geen
Torero's zijn, zich niet met doktoren
te kunnen meten. Wel echter, als het
op listigheid en grappige onbe
schaamdheid aankomt, op dit punt
doen ze voor niemand onder. Zo ook
die arme Zigeuner met zijn lever
ziekte, die door Zumel gratis was ge
opereerd. Na zijn genezing vertrok
hij met duizend bedankjes, om na
enige maanden terug te komen met
de aankondiging: „Professor, we heb
ben nog een rekening te vereffenen".
„Maar ik heb toch gezegd, dat u me
niets schuldig bent".
„Dat klopt", verzekerde de Zigeu
ner, „maar U bent mij iets schuldig.
Vroeger had ik geen geld om te eten.
Maar omdat ik vóór uw operatie nooit
trek had, gaf ik er niet om. Sinds u
mijn lever, of hoe dat ding heet, in
orde gebracht hebt, rammel ik iedere
dag van de honger. Dat gaat zo niet
langer; óf u maakt me weer zoals
vroeger, óf u geeft me 't geld om elke
dag te eten".
Dit verhaal heeft het bijzondere
kenmerk wéar te zijn. Met een paai
peseta's en enige goede adviezen, die
Zumel de listige nakomeling der Pha
rao's gaf, kwam hij er nog goed van
af, want de dankbare patiënt wilde
25'.000 peseta's van hem hebben om
een groentewinkel te beginnen.
Wie minder dan honderd keer deel
genomen heeft aan de vergaderingen
die sinds generaties elke Donderdag
door de Academie gehouden worden,
ontvangt per keer 30 peseta's, wat
overeenkomt met het „vorstelijke ho
norarium" van ongeveer 3 gulden. Bij
meer dan nonderd vergaderingen be
hoort men tot de bijzondere scholie
ren. die vier gulden krijgen. Wie meer
dan 2000 vergaderingen bijgewoond
heeft, krijgt zijn geld zelfs zonder dat
hij zijn stoei bij de huiselijke haard
behoeft te verlaten. Maar om het op
2000 punten te brengen, mag men 38
jaar lang geen enkele van de beroem
de Donderdag-vergaderingen gemist
hebben en nooit ziek geweest zijn. Dat
heeft tot nu toe alleen de inmiddels
gestorven Don Ramon Campoamor ge
presteerd, van wie boze tongen be
weerden, dat hij na het bereiken van
de 2000ste vergadering bijna nooit
meer op de Academie te zien was.
Toen was 40 peseta's ook nog wat
waard Natuurlijk zijn de „onsterfe-
lijken" niet alleen op hun inkomsten
van de Academie aangewezen Een
van hen is zelfs de Hertog van Alba,
die zijn mede-Olympiërs wel niet aan
wijsheid, maar zeer zeker aan legen
darische rijkdom en nog meer legen
darische adeltrots overtreft.
(Nadruk verboden).
Libye, de vroegere Italiaanse kolonie in Noord Afrika, bereidt zich met
behulp van de Verenigde Naties voor, om als een vrUe staat, op zelfbestuur
over te gaan. Leden van de bevolking zijn hier in een levendige discussie
gewikkeld, tijdens de verkiezingsstrijd bU lokale verkiezingen ln Tobroek.
DE „ACADEMICOS"
Evenals de rijkdom van Torero's en
doktoren spreekwoordelijk geworden
is, geldt het tegengestelde -voor de
doorluchtige „Academicos" Hun roem
wordt maar karig gehonoreerd, hoe
wel de Academie een rijke instelling
is. Een Spaans „onsterfelijke" heeft
weliswaar in zijn hoedanigheid van
lid van de Academie bepaalde inkom
sten, maar hij verdient minder dan
een loopjongen. Hij heeft geen recht
op een vast salaris, doch slechts op
zittingsgeld, dat alleen uitbetaald
wordt voor vergaderingen, waaraan
hij deelgenomen heeft. Zulke premies
voor vlijt schijnen voor de schare der
grijsbaardige, waardige Olympiërs niet
overbodig te zijn, want van hun hoog
geëerde klasse spijbelen ze niet min
der graag dan him kleinzonen van
de lagere school.
VERHALEN
Het is in Ooes geschiedDaar
stuurde een mevrouw haar meisje
si aar een uitverkoop om een buiten
gewoon goedkoop japonnetje op de
kop te tikken. Voor mevrouw natuur
lijk. De maagd kwam terug. Zonde
japonnetje. Door de winkelier voor
openingstijd verkocht, aldus Treesje.
Mevrouw razend. Holt naar de win
kelier. Japon inderdaad verkocht,
maar niet voor de openingstijd en
aan niemand minder dan Treesje!
Mevrouw naar huis. WoedendRuzie
met Treesje. En nu: geen koopje
engeen dienstmaagd meer,.... Zo
gaat het in onze behaaglijke wereld.
Wie het in ieder geval behaaglijker
schijnt te hebben, dan enige tijd ge
leden is signor Stalin, die volgens het
Paryse weekblad ParisMatch on
langs hertrouwd is met een vroege
re Sowjet pilote, Raskovaz genaamd.
Dat is dus de derde echtgenote van
de Sowjetdietator. En behagelij-
leer voelt zich ook Erma Leach in
New York, die op Oudejaarsdag het
wereldrecord paalzitten bracht van
13S op 152 dagen. Al die tijd zat zij
51 voet boven de grond. Zij zag er
niet bepaald fris uit toen zij beneden
kwam en kroop onmiddellijk in een
bad. Maar z\j was een bontmantel,
een auto en 7500 dollar rijker. En dat
verdient niet iedereen in 152 dagen
Een Londense rechtbank heeft op
grond van de nieuwe wetgeving een
afdeling voor verkeersovertredingen
'ingesteld. Een dame, die een par
keerverbod had overtreden, was kort
geleden de eerste „klant".
Zy bekende schuld. Toen stond tot.
haar verbazing de voorzitter op en
sprak haar als volgt toe: Mevrouw,
het hof heeft het genoegen V als
eregast tot een lunch uit te nodigen,
de boete van vijf shilling, die we u
moeten opleggen, zal het hof betalen,
want u bent de eerste klant van de
ze nieuwe kamer".
By de lunch zaten 85 personen aan.
Tot de gasten behoorden ook vier
stokoude mannetjes uit een tehuis
voor ouden van dagen. Zy zijn na
melijk dagelijkse gasten op de pu
blieke tribune van de rechtbank,
icaar zij hun verveling trachten te
verdrijven.
„Home on the range" en „Kleine Greetje uit de Polder".
(Bijzondere correspondentie)
Wat zou U denken, lezer, van een reisje door een met sneeuw bedekt
land, een dag en een nacht lang, ln een niet verwarmde trein, die voor drie
kwart geen ramen heeft, ja waarvan sommige wagens zelfs helemaal geen
banken hebben Ik stel me zo voor, dat U dat niet prettig zoudt vinden, te
meer als die reis door een gebied gaat, dat nu niet bepaald „veilig" ge
noemd kan worden.
Maar laat ik bg het begin begin
nen en dat was in Taegu, in het Uni
ted Nations' Reception Center, waar
we op de kop af negen dagen hebben
gezeten. Wat we in die negen dagen
zoal hebben gedaan? Uitrusting ont
vangen, een marsje maken en onze
wapens inschieten op de zogenaamde
„Rifle Range". Administrateurs
trachtten hun bureaux in te richten,
koks gingen him keukens opzetten,
de doktoren openden hun gelukkig
steeds schaars bezette ziekenzalen,
ja zélfs dacht de facteur er over post
uit te. gaan reiken. (De goede man
heeft daar in Taegu slechts één keer
de gelegenheid voor gekregen).
UITPAKKEN
Enfin, U begrgpt wat ik bedoel:
we pakten uit. Of een legeronderdeel
te velde nu ergens één uur dan wel
drie maanden bltjft zitten, uitgepakt
wórdt er. En dus kwamen ook bg ons
de spullen voor de dag. En juist be
gon de boel een beetje te draaien,
toen er op die bewuste negende dag,
een Zaterdagavond nog wel, het be
richt binnenkwam: „Alles inpakken
en morgenochtend om zes uur weg,
naar het Noorden". Wég was de illu
sie van één klein beetje Zondagsrust
(ofschoon we tot nu toe altijd door
hebben gewerkt, is er toch altijd wel
Iets, dat je aan de Zondag doet den
ken). Wég de gedachte van een klein
half uurtje later opstaan, een kerk-
~mg en een extra briefje schrgven.
pakken!
ZATERDAGAVOND
De Zaterdagavondsfeer, die we, als
rechtgeaarde Nederlanders toch
overal mee naar toe schgnen te ne
men, was verdwenen. Iedereen greep
naar bullen, iedereen rende, haastte
en jachtte om op tijd klaar te ko
men. Gelukkig werd de soep zoals
zo vaak ook hier niet zo heet ge
geten, als ze wel werd opgediend,
want het bleek algauw, dat het ver
trek 24 uur werd uitgesteld en be
paald werd op Maandagmorgen 4
December. Dit nam echter niet weg,
dat er haast gemaakt diende te wor
den!
Jeeps en trucks reden af en aan
door het stoffige kamp en zelfs gedu
rende de nacht was er nauwelijks
iets merkbaar van verminderde acti
viteit. En zo werd het Maandagmor
gen, het tijdstip van vertrek van het
grootste gedeelte van het detache
ment. Van te voren waren er name
lijk drie convooien vertrokken per
auto. Eén kwartiermakers-convooi
en twee jeeps- en truckconvooien, die
respectievelijk tot taak hadden lege
ring te zoeken en het wagenmate
riaal over te brengen. De rest ging
dus, zoals gezegd, pé!- trein. En wat
voor trein!
DE TREIN
Onze eerste gedachte bg het zien
van de fraaie verzameling wagons
was: „Op de dump er mee Het ge
val bleek echter wel degelijk voorbe
stemd om ons „naar het hoge Noor
den" te transporteren en onder veel
hilariteit werd de wankele massa
gzer en hout beklommen. Bepaald
schoon was het interieur ook niet en
de typische knoflooklucht die in
heel Korea hangt was ook hier
duidelijk merkbaar.
U had die „trein" eens moeten zien
met haar fraaie opschriften als:
„Restauratie", „Alleen le klasse",
„Gereserveerd tot Den Haag" enz. De
tocht met deze „Oriënt-expresse"
heeft bijna twintig uren geduurd. We
waren op een lange tocht voorbereid.
Er waren rantsoenen; er was muziek
en er was een goede stemming. Mis
schien denkt u, dat alleen rantsoenen
van belang zijn en dat dat andere op
de tweede plaats komt. Ik geloof dat
niet. Niemand gelooft dat. Neem een
wagen, een veewagen, die tocht door
al zijn kieren en spleten. Zet er een
stel soldaten in met een doos „Ra
tions" en 'n guitaar. De koekjes, de
sigaretten en de zuurtjes uit het
rantsoen zgn zó op, maar van de
guitaar en de stemming, die er alt yd
is, leven ze drie dagen
IN DE KOU
Ge moet eens een avond meema
ken in zo'n duistere trein, die zich
hortend en stotend door bergen, da
len en passen een weg zoekt.
Ge moet eens een avond gezeten
hebben met een deken om U heen en
een vuurtje aan uw voeten, waarop
ge „white potatoes" opwarmt.
Ge moet eens met zgn allen in een
goederenwagen hebben gelegen, kris,
kras door en over elkaar en dan eens
luisteren naar die troep.
Die troep, die op weg is naar het
Urn-deksel was al drie
maanden weg.
DRONKEN ZEEMAN MAAKTE HET
STUK.
Het raadsel van het verdwenen urn
deksel uit het Nationaal Monument
op De Dam te Amsterdam is opge
lost. De politie, die op de dag van de
verdwijning ijverig aan het speuren
is geweest, kwam tot de ontdekking,
dat de urn, die de aarde uit Limburg
bevat, al geruime tijd zonder deksel
staat.
Ongeveer drie maanden geleden
was een dronken buitenlandse zee
man het parkje bij het nationaal mo
nument binnengestapt en had per on
geluk het deksel vernield.De man was
daarvoor opgepakt en had de veroor
zaakte schade vergoed. Daarop was
de beeldhouwer, die destijds de ur
nen vervaardigde, opdracht gegeven
een nieuwe deksel te maken. Deze
beeldhouwer vertoefde echter in het
buitenland en daardoor is de opdracht
nog altijd niet volvoerd.
Noorden, naar het gevaar, dat toch
eigenlgk steeds dichter bg komt.
Als ge U dat kunt voorstellen, dan
zult ge haast niet willen geloven, dat
men daar „Home on the range" zingt
en „Oh, give me land, lots of land"
en „Kleine Greetje uit de Polder".
Dan zult ge niet willen geloven, dat
de humor hoogtij viert, dat de ene
mop na de andere verteld wordt.
En de trein slingert voort, station
na station. Even ryden, even stop
pen. Want al is het hier koud, al ligt
de sneeuw op de velden en op de sa-
wahs, al vriest het hier soms, dat het
kraakt: ge zijt hier in het Oosten en
alles gaat er langzaam.
DE AANKOMST
Maar we zijn er j^ekomen. Zingen
de en kleumende. Rations etende en
aan het eindstation de kachel
dovende, die vindingrijke kou-lijders
gefabriekt hadden.
's Morgens om een uur of acht
stonden we op het eindstation en kon
iedereen zijn benen wat strekken en
zijn dekens weer oprollen. We waren
twintig uur sporens „opgerukt".
Zuinig met Industriekolen.
De onzekerheid betreffende een
voldoende en tijdige aanvoer van ko
len uit het buitenland maakt het drin
gend noodzakelijk, aldus de minister
van Econ. Zaken, vooral bij het ver
bruik van industriekolen de grootst
mogelijke zuinigheid in acht te ne
men.
Tante Pos kreeg meer
brieven en minder
drukwerken te bezorgen.
De P.T.T. heeft een boekje, getiteld
.Enkele cijfers en feiten over het
dienstjaar 1950" het licht doen zien.
Hieruit blijkt o.m. dat in het binnen
land in 1950 interlocaal 341 millioen
brieven werden verzonden (in 1949
329 millioen) en 76 millioen briefkaar
ten (vorig jaar 72 millioen). Het aan-
ta verzonden postpakketten nam toe
van 10.9 millioen in 1949 tot 13.5 mil
lioen in 1950. De verzending van
dienststukken liep achteruit van 156
tot 140 «millioen en die van drukwer
ken van 719 tot 715 millioen. Het uit
gaand brief-postverkeer naar het bui
tenland liep met 267.000 kg. (ca. 5
terug, voor Indonesië was dit percen
tage echter 27 een daling die in
verband met de terugkeer van mili
tairen verklaarbaar is.
De verzending van gewone telegram
men in het binnenland is de laatste
jaren achteruit gelopen. In 1948, 1949
en 1950 werden resp. 4.117.000, 3,8 mil
lioen telegrammen verzonden. Het te-
iegraafverkeer met het buitenland
nam echter toe. In de genoemde jaren
werden resp. 1.731.000, 1,9 millioen en
2.2 millioen telegrammen naar het bui
tenland verzonden en ongeveer even
veel uit het buitenandl ontvangen.
Er zijn thans 510.000 (v. j. 4770.643)
teefoonaansluitingen, terwijl er 51.000
aanvragen (v. j. 62.469) op een wacht
lijst staan. In 1950 werden 556 millioen
locale (v. j. 512 milioen) en 158 milli
oen interlocale (v. j. 442 millioen) ge
sprekken gevoerd.
Het totale personeel van de P.T.T.
bedroeg eind December 50.190 (vorig
jaar 49.132).
Het wereldgebeuren
In December vorig jaar hebben de
drie Westelijke bezetters van Duits
land zich bereid verklaard nogmaals
met de Russen te confereren, mits
niet uitsluitend de Duitse kwestie aan
de orde zou komen. Deze week is
daarop -het Russische antwoord geko
men. WU willen wel confereren, zo
was ongeveer de tekst van de nota.
maar niet in New York en niet dan
nadat op een voorbereidende bijeen
komst de agenda is vastgesteld voor de
werkelijke conferentie. Verder zijn aan
de nota de gebruikelhke beschuldigin
gen vastgekoppeld, dat de Westelijke
mogendheden openlijk West-Duitsla nd
bewapenen, waar tegenover de Russen
zich de handen in onschuld wassen
wat betreft bewapening van de Oost-
Duitsers.
Indien het tot stand komen van een
conferentie al zoveel voeten in de aar
de heeft, valt van het resultaat al
heel weinig te verwachten. Er zijn to
taal geen aanwijzingen, dat een van
beide partijen bereid is de ander te
gemoet te komen en eigen plannen
voor een deel op te geven, teneinde
ontspanning teweeg te brengen. Inte
gendeel, de inschakeling van West-
Duitsland in het Atlantische verdedi
gingsstelsel is pas begonnen en Mos
kou zal wel zeer verregaande conces
sies moeten doen willen de Amerika
nen zich bereid tonen de jongste be
sluiten over West-Duitsland ongedaan
te maken.
Waarom dan de uitnodiging om te
praten? Deze is verzonden op aan
dringen van de Fransen en merkwaar
dig genoeg ook van de Duitsers zelf.
De Duitsers staan zeer terughoudend
tegenover herbewapening. Zij hebben
zeer zwakke Westeuropese staten ach
ter zich en vóór zich de grootste land
macht ter wereld, die dreigend her
haalt geen Duitse herbewapening to
zullen dulden. Men kan beweren, dat,
indien de Russen oorlog riskeren,
niets hen zal weerhouden, ook niet
toegeven. Doch het is zeer goed moge
lijk en zelfs waarschijnlijk, dat zij een
grote, openlijke oorlog willen vermij
den.
Een herbewapening van Duitsland
kan dan inderdaad de Poolse, Tsje
chische en Russische vrees aanwakke
ren, dat Bonn tenslotte een centrum
van militaire kracht zal worden ter
herovering van Oosteuropese gebieden.
Wagen de Sowjet-staten een preven
tieve oorlog, dan moeten zij die voe
ren voor Duitsland is hersteld. Dit nu
duchten de Fransen en zij niet alleen.
Vandaar de wens, om eerst nog met
de Russen te praten, in de veronder
stelling, dat zij ook zullen terugdein
zen voor wederzijdse verschrikkelijke
verwoestingen, met grote kans op
uiteindelijke overwinning van de zee
mogendheden. West-Europa is boven
dien bevreesd voor de sociale- en eco
nomische gevolgen van een langduri
ge bewapeningswedloop.
Bezien in dit licht zijn de reacties
op het Russische antwoord in de diver
se Westelüke hoofdsteden kenmer
kend.. In Parijs: Niet negatief. Deur
open voor een viermogendhedenconfe-
renMe. In Washington: Sceptisch ver
zet tegen Russische voorwaarden voor
een conferentie der Grote Vier. De
Fransen zoeken naarstig naar elk
lichtpunt in de Russische houding, de
Amerikanen voelen daar minder be
hoefte aan. Het wachten is nu op een
nieuwe Westerse nota.
„Eiliott, hou je... hou je van me?"
„Natuurlgk. Heb ik dat nog niet
gezegd?"
„Niet vóór dit ogenblik. En nu ook
nog niet rechtstreeks".
„Goed dan". HU kuste haar en
glimlachte naar haar. „Hier komt
het: Ik hou van je. Ik aanbid je. Ik
vind je het liefste, dierbaarste, mooi
ste wezen dat een onwaardige kerel
als ik ooit tot vrouw heeft* gehad.
Kan dat volstaan?"
„Ja, dat kan volstaan. Als je me
ook nog zoudt willen zeggen... sinds
wanneer weet je dit allemaal?"
„O, Teresa" lachte hg proteste
rend dat weet ik niet. Een groot
gedeelte er van ligt in mijn onderbe-
wustznn, sedert het ogenblik, dat je
me hebt aangekeken met je blauwe
ogen, in het licht van mgn aanste
ker, geloof ik. Maar ik wilde toen
niet in die'zin aan je denken. Ik had
me voorgenomen... niet weer door 'n
vrouw mön kop op hol te laten
brengen. Daarom heb ik getracht 't
door:
Mary Burchelt
zo theoretisch en aangenaam en on
belangrijk mogelijk te maken".
„Juist, ja".
„Ben ie niet boos op me?" vroeg
hU nieuwsgierig.
„Nee". Ze schudde glimlachend
haar hoofd. „Ik ben te gelukkig om
op wie ook boos te kunnen zijn, en
dus zeker niet op jou".
„Ben je werkelijk gelukkig, lieve
ling?" HU drukte zijn lippen op de
zachte ronding van haar wang. „Heb
ik niet alles bedorven?"
„O, néé, Elliott! Alles moet nog be
ginnen", verzekerde ze hem tevreden.
Hg zag haar vragend aan.
„Natuurlgk, dat is zo", zei hU
langzaam. „Alles begint nu pas voor
jou cn mij".
Ze glimlachte en lag lange tUd
zwUgend en gelukkig tegen hem aan.
Toen, op haar neerziende, merkte hg
dat ze sliep.
Uiterst voorzichtig legde hg haar
neer en trok de dekens over haar
heen. Hg' voelde zich gelukkig, omdat
ze zo zacht en rustig ademde, geluk-
67. Eerst door donkere straten, daarna langs
donkere wegen reed de auto van Mike Moker in
snelle vaart een onbekend doel tegemoet. Pat
Poot zat achter het stuur en achterin zaten Mike
en Jimmy. Mike hield Jimmy goed in de gaten en
telkens als deze aanstalten maakte weer een
beetje bg te komen, liet hU hem weer even ruiken
aan de doek met chloroform
Intussen was de verdwg'ning van Jimmy Brown
in het restaurant van het Odeon niet onopge
merkt gebleven. Meneer Goochem was de eerste
geweest, die in de gaten kreeg, dat Jimmy er
niet meer was. DadelUk besloop hem een gevoel
van ongerustheid. Jimmy, waar is Jimmy geble
ven? vroeg hU- Maar niemand kon hem er een
antwoord op geven. Op een holletje liep hg naar
de portier om hem te vragen of deze ook een
glimp van Jimmy had gezien. Zeker meneer, zei
deze, die heeft hier even staan praten met een
paar heren en is toen met hen mee gegaan. Ik heb
hem nog niet terug zien komen. Meneer Goochem
was héél bleek geworden. HU mompelde een ver
wensing en rende op zg'n beurt naar buiten.
klg omdat haar lange wimpers zo
aandoenlgk vredig op haar ronde
wangen rustten en omdat ze van
hem was.
Toen zoende hU haar licht cn ging
naar beneden.
Mevrouw Clark en haar beide
dochters keken vol verwachting op,
toen hU binnenkwam.
„Ze slaapt nu. Het gaat goed met
haar", zei hg met een glimlach. Jk
kan u niet genoeg danken, voor wat
u voor ons beiden gedaan hebt".
„Dat was een vreugde voor ons",
mompelden de dames Clark in koor.
Maar de oude mevrouw Clark zei:
„U zult in het vervolg goed op haar
moeten letten".
„Dat zal ik", zei Elliott Burdern
ongewoon ernstig.
„Moeder, dat had u die arme mUn-
heer Burdern heus niet behoeven te
zeggen", zei juffrouw Matilda, toen
hun bezoek verdwenen was. „Het is
duidelUk genoeg hoe hU al aan haar
gehecht is".
„Het kan een man nooit kwaad doen
te horen, dat hU zich nog meer moet
hechten", zei mevrouw Clark scherp.
„Maar we zullen hem niet meer in de
auto van Marcia Vaylon zien rond
rennen. En als je het mg vraagt"
grinnikte de nu eenmaal niet zo voor
name mevr. Clark „zal dat aardig
kind daar boven, hier binnen het jaar
baby-wol komen kopen".
EINDE.
Nieuw, onafhankelijk
radioblad op stapel.
Medio Januari zal een nieuw radio-
blad worden uitgegeven, dat wordt
verzorgd door de vereniging „Comité
Radioluisteraars" en is getiteld: „Het
Radioprogramma". De vereniging
heeft aangekondigd, dat het nieuwe
blad „een volledige radioprogram
magids" zal zgn.
Zoals bekend berusten de auteurs
rechten op de radioprogramma's bg
de omroeporganisaties. Over de
vraag, hoe het „Comité Radioluister
aars" er in zal kunnen slagen de ra
dioprogramma's van deze omroepor
ganisaties af te drukken, wilde men
zich niet uitlaten. BU de omroepor
ganisaties ziet men de nieuwe uitga
ve met gemengde gevoelens tege
moet.
Van de zijde van het Comité Radio
luisteraars zeide men eventuele moei-
lgkheden met de omroepverenigingen
over de publicatie van de program
ma's niet uit de weg te zullen gaan.
Een proces over deze kwestie wordt
zelfs verwacht, doch als het zover
mocht komen, zou het Comité zich
niet ontzien om de kostprUs van een
eenvoudig programmablad te publi
ceren.
„De abonné's op de bestaande ra
diobladen betalen te veel en daaraan
willen wij een eind maken", aldus het
standpunt van het Comité.