Stemming onder de Nederlanders in Korea is best In Spanje zijn de dokters rijk en de „onsterfeIiiken"arm VREEMDE JIMMY BROWN, sportheld no.1 Spaanse zigeuners zijn listige lieden Twintig uur in een trein Praten met Moskou Een gedwongen Huwelijk VRIJDAG 3 JANUARI 1951 PROVINCMLÏ ZEEUWSE COURANT „Academicos" spijbelt even graag als zijn kleinzoon. (Van onze correspondent). MADRID, Januari. Als men vroeger In Spanje van iemand wilde zeg gen da> hij het geld maar voor het opscheppen had. dan zei men: „Die ver dient meer dan een Torero". Dat is nog steeds zo. Maar sinds de tUden zo ongezond zijn geworden, pleegt men tegenwoordig te zeggen: „HU verdient meer dan een chirurg'. Geen wonder, zou men zeggen, want de Spanjaar den leven nog minder gezond dan andere volkeren. BU een hoog alcohol gebruik. weinig sport, onregelmatige dagindeling, onmogelijke etenstijden laat opstaan en nog later naar-bed-gaan, moeten de artsen wel veel werk hebben. Meestal hebben degenen onder hen, die naam gemaakt hebben, het ook wel to< een vorstelijke levensstijl gebracht, met auto's, een villa in een park en uitgebreid personeel zoals de beroemde en nog jonge professor Zamel die een van de bekenste chirurgen van het land is. Als men echter met doktoren over geld spreekt, dan hoort men de klacht, dat het hen niet half zo goed gaat als hun patiënten. Dit is natuurlUk een liedje, dat ook de beoefenaars van andere beroepen graag aanheffen. Nieuw is echter wat de chirurg onlangs over zijn ervaringen met een Zigeuner wist te vertellen. De zigeuner had het aan zUn lever en de professor knapte hem met ztfn mes weer op. Wat hun bankrekening betreft pie-1 gen Spaanse Zigeuners, als ze geen Torero's zijn, zich niet met doktoren te kunnen meten. Wel echter, als het op listigheid en grappige onbe schaamdheid aankomt, op dit punt doen ze voor niemand onder. Zo ook die arme Zigeuner met zijn lever ziekte, die door Zumel gratis was ge opereerd. Na zijn genezing vertrok hij met duizend bedankjes, om na enige maanden terug te komen met de aankondiging: „Professor, we heb ben nog een rekening te vereffenen". „Maar ik heb toch gezegd, dat u me niets schuldig bent". „Dat klopt", verzekerde de Zigeu ner, „maar U bent mij iets schuldig. Vroeger had ik geen geld om te eten. Maar omdat ik vóór uw operatie nooit trek had, gaf ik er niet om. Sinds u mijn lever, of hoe dat ding heet, in orde gebracht hebt, rammel ik iedere dag van de honger. Dat gaat zo niet langer; óf u maakt me weer zoals vroeger, óf u geeft me 't geld om elke dag te eten". Dit verhaal heeft het bijzondere kenmerk wéar te zijn. Met een paai peseta's en enige goede adviezen, die Zumel de listige nakomeling der Pha rao's gaf, kwam hij er nog goed van af, want de dankbare patiënt wilde 25'.000 peseta's van hem hebben om een groentewinkel te beginnen. Wie minder dan honderd keer deel genomen heeft aan de vergaderingen die sinds generaties elke Donderdag door de Academie gehouden worden, ontvangt per keer 30 peseta's, wat overeenkomt met het „vorstelijke ho norarium" van ongeveer 3 gulden. Bij meer dan nonderd vergaderingen be hoort men tot de bijzondere scholie ren. die vier gulden krijgen. Wie meer dan 2000 vergaderingen bijgewoond heeft, krijgt zijn geld zelfs zonder dat hij zijn stoei bij de huiselijke haard behoeft te verlaten. Maar om het op 2000 punten te brengen, mag men 38 jaar lang geen enkele van de beroem de Donderdag-vergaderingen gemist hebben en nooit ziek geweest zijn. Dat heeft tot nu toe alleen de inmiddels gestorven Don Ramon Campoamor ge presteerd, van wie boze tongen be weerden, dat hij na het bereiken van de 2000ste vergadering bijna nooit meer op de Academie te zien was. Toen was 40 peseta's ook nog wat waard Natuurlijk zijn de „onsterfe- lijken" niet alleen op hun inkomsten van de Academie aangewezen Een van hen is zelfs de Hertog van Alba, die zijn mede-Olympiërs wel niet aan wijsheid, maar zeer zeker aan legen darische rijkdom en nog meer legen darische adeltrots overtreft. (Nadruk verboden). Libye, de vroegere Italiaanse kolonie in Noord Afrika, bereidt zich met behulp van de Verenigde Naties voor, om als een vrUe staat, op zelfbestuur over te gaan. Leden van de bevolking zijn hier in een levendige discussie gewikkeld, tijdens de verkiezingsstrijd bU lokale verkiezingen ln Tobroek. DE „ACADEMICOS" Evenals de rijkdom van Torero's en doktoren spreekwoordelijk geworden is, geldt het tegengestelde -voor de doorluchtige „Academicos" Hun roem wordt maar karig gehonoreerd, hoe wel de Academie een rijke instelling is. Een Spaans „onsterfelijke" heeft weliswaar in zijn hoedanigheid van lid van de Academie bepaalde inkom sten, maar hij verdient minder dan een loopjongen. Hij heeft geen recht op een vast salaris, doch slechts op zittingsgeld, dat alleen uitbetaald wordt voor vergaderingen, waaraan hij deelgenomen heeft. Zulke premies voor vlijt schijnen voor de schare der grijsbaardige, waardige Olympiërs niet overbodig te zijn, want van hun hoog geëerde klasse spijbelen ze niet min der graag dan him kleinzonen van de lagere school. VERHALEN Het is in Ooes geschiedDaar stuurde een mevrouw haar meisje si aar een uitverkoop om een buiten gewoon goedkoop japonnetje op de kop te tikken. Voor mevrouw natuur lijk. De maagd kwam terug. Zonde japonnetje. Door de winkelier voor openingstijd verkocht, aldus Treesje. Mevrouw razend. Holt naar de win kelier. Japon inderdaad verkocht, maar niet voor de openingstijd en aan niemand minder dan Treesje! Mevrouw naar huis. WoedendRuzie met Treesje. En nu: geen koopje engeen dienstmaagd meer,.... Zo gaat het in onze behaaglijke wereld. Wie het in ieder geval behaaglijker schijnt te hebben, dan enige tijd ge leden is signor Stalin, die volgens het Paryse weekblad ParisMatch on langs hertrouwd is met een vroege re Sowjet pilote, Raskovaz genaamd. Dat is dus de derde echtgenote van de Sowjetdietator. En behagelij- leer voelt zich ook Erma Leach in New York, die op Oudejaarsdag het wereldrecord paalzitten bracht van 13S op 152 dagen. Al die tijd zat zij 51 voet boven de grond. Zij zag er niet bepaald fris uit toen zij beneden kwam en kroop onmiddellijk in een bad. Maar z\j was een bontmantel, een auto en 7500 dollar rijker. En dat verdient niet iedereen in 152 dagen Een Londense rechtbank heeft op grond van de nieuwe wetgeving een afdeling voor verkeersovertredingen 'ingesteld. Een dame, die een par keerverbod had overtreden, was kort geleden de eerste „klant". Zy bekende schuld. Toen stond tot. haar verbazing de voorzitter op en sprak haar als volgt toe: Mevrouw, het hof heeft het genoegen V als eregast tot een lunch uit te nodigen, de boete van vijf shilling, die we u moeten opleggen, zal het hof betalen, want u bent de eerste klant van de ze nieuwe kamer". By de lunch zaten 85 personen aan. Tot de gasten behoorden ook vier stokoude mannetjes uit een tehuis voor ouden van dagen. Zy zijn na melijk dagelijkse gasten op de pu blieke tribune van de rechtbank, icaar zij hun verveling trachten te verdrijven. „Home on the range" en „Kleine Greetje uit de Polder". (Bijzondere correspondentie) Wat zou U denken, lezer, van een reisje door een met sneeuw bedekt land, een dag en een nacht lang, ln een niet verwarmde trein, die voor drie kwart geen ramen heeft, ja waarvan sommige wagens zelfs helemaal geen banken hebben Ik stel me zo voor, dat U dat niet prettig zoudt vinden, te meer als die reis door een gebied gaat, dat nu niet bepaald „veilig" ge noemd kan worden. Maar laat ik bg het begin begin nen en dat was in Taegu, in het Uni ted Nations' Reception Center, waar we op de kop af negen dagen hebben gezeten. Wat we in die negen dagen zoal hebben gedaan? Uitrusting ont vangen, een marsje maken en onze wapens inschieten op de zogenaamde „Rifle Range". Administrateurs trachtten hun bureaux in te richten, koks gingen him keukens opzetten, de doktoren openden hun gelukkig steeds schaars bezette ziekenzalen, ja zélfs dacht de facteur er over post uit te. gaan reiken. (De goede man heeft daar in Taegu slechts één keer de gelegenheid voor gekregen). UITPAKKEN Enfin, U begrgpt wat ik bedoel: we pakten uit. Of een legeronderdeel te velde nu ergens één uur dan wel drie maanden bltjft zitten, uitgepakt wórdt er. En dus kwamen ook bg ons de spullen voor de dag. En juist be gon de boel een beetje te draaien, toen er op die bewuste negende dag, een Zaterdagavond nog wel, het be richt binnenkwam: „Alles inpakken en morgenochtend om zes uur weg, naar het Noorden". Wég was de illu sie van één klein beetje Zondagsrust (ofschoon we tot nu toe altijd door hebben gewerkt, is er toch altijd wel Iets, dat je aan de Zondag doet den ken). Wég de gedachte van een klein half uurtje later opstaan, een kerk- ~mg en een extra briefje schrgven. pakken! ZATERDAGAVOND De Zaterdagavondsfeer, die we, als rechtgeaarde Nederlanders toch overal mee naar toe schgnen te ne men, was verdwenen. Iedereen greep naar bullen, iedereen rende, haastte en jachtte om op tijd klaar te ko men. Gelukkig werd de soep zoals zo vaak ook hier niet zo heet ge geten, als ze wel werd opgediend, want het bleek algauw, dat het ver trek 24 uur werd uitgesteld en be paald werd op Maandagmorgen 4 December. Dit nam echter niet weg, dat er haast gemaakt diende te wor den! Jeeps en trucks reden af en aan door het stoffige kamp en zelfs gedu rende de nacht was er nauwelijks iets merkbaar van verminderde acti viteit. En zo werd het Maandagmor gen, het tijdstip van vertrek van het grootste gedeelte van het detache ment. Van te voren waren er name lijk drie convooien vertrokken per auto. Eén kwartiermakers-convooi en twee jeeps- en truckconvooien, die respectievelijk tot taak hadden lege ring te zoeken en het wagenmate riaal over te brengen. De rest ging dus, zoals gezegd, pé!- trein. En wat voor trein! DE TREIN Onze eerste gedachte bg het zien van de fraaie verzameling wagons was: „Op de dump er mee Het ge val bleek echter wel degelijk voorbe stemd om ons „naar het hoge Noor den" te transporteren en onder veel hilariteit werd de wankele massa gzer en hout beklommen. Bepaald schoon was het interieur ook niet en de typische knoflooklucht die in heel Korea hangt was ook hier duidelijk merkbaar. U had die „trein" eens moeten zien met haar fraaie opschriften als: „Restauratie", „Alleen le klasse", „Gereserveerd tot Den Haag" enz. De tocht met deze „Oriënt-expresse" heeft bijna twintig uren geduurd. We waren op een lange tocht voorbereid. Er waren rantsoenen; er was muziek en er was een goede stemming. Mis schien denkt u, dat alleen rantsoenen van belang zijn en dat dat andere op de tweede plaats komt. Ik geloof dat niet. Niemand gelooft dat. Neem een wagen, een veewagen, die tocht door al zijn kieren en spleten. Zet er een stel soldaten in met een doos „Ra tions" en 'n guitaar. De koekjes, de sigaretten en de zuurtjes uit het rantsoen zgn zó op, maar van de guitaar en de stemming, die er alt yd is, leven ze drie dagen IN DE KOU Ge moet eens een avond meema ken in zo'n duistere trein, die zich hortend en stotend door bergen, da len en passen een weg zoekt. Ge moet eens een avond gezeten hebben met een deken om U heen en een vuurtje aan uw voeten, waarop ge „white potatoes" opwarmt. Ge moet eens met zgn allen in een goederenwagen hebben gelegen, kris, kras door en over elkaar en dan eens luisteren naar die troep. Die troep, die op weg is naar het Urn-deksel was al drie maanden weg. DRONKEN ZEEMAN MAAKTE HET STUK. Het raadsel van het verdwenen urn deksel uit het Nationaal Monument op De Dam te Amsterdam is opge lost. De politie, die op de dag van de verdwijning ijverig aan het speuren is geweest, kwam tot de ontdekking, dat de urn, die de aarde uit Limburg bevat, al geruime tijd zonder deksel staat. Ongeveer drie maanden geleden was een dronken buitenlandse zee man het parkje bij het nationaal mo nument binnengestapt en had per on geluk het deksel vernield.De man was daarvoor opgepakt en had de veroor zaakte schade vergoed. Daarop was de beeldhouwer, die destijds de ur nen vervaardigde, opdracht gegeven een nieuwe deksel te maken. Deze beeldhouwer vertoefde echter in het buitenland en daardoor is de opdracht nog altijd niet volvoerd. Noorden, naar het gevaar, dat toch eigenlgk steeds dichter bg komt. Als ge U dat kunt voorstellen, dan zult ge haast niet willen geloven, dat men daar „Home on the range" zingt en „Oh, give me land, lots of land" en „Kleine Greetje uit de Polder". Dan zult ge niet willen geloven, dat de humor hoogtij viert, dat de ene mop na de andere verteld wordt. En de trein slingert voort, station na station. Even ryden, even stop pen. Want al is het hier koud, al ligt de sneeuw op de velden en op de sa- wahs, al vriest het hier soms, dat het kraakt: ge zijt hier in het Oosten en alles gaat er langzaam. DE AANKOMST Maar we zijn er j^ekomen. Zingen de en kleumende. Rations etende en aan het eindstation de kachel dovende, die vindingrijke kou-lijders gefabriekt hadden. 's Morgens om een uur of acht stonden we op het eindstation en kon iedereen zijn benen wat strekken en zijn dekens weer oprollen. We waren twintig uur sporens „opgerukt". Zuinig met Industriekolen. De onzekerheid betreffende een voldoende en tijdige aanvoer van ko len uit het buitenland maakt het drin gend noodzakelijk, aldus de minister van Econ. Zaken, vooral bij het ver bruik van industriekolen de grootst mogelijke zuinigheid in acht te ne men. Tante Pos kreeg meer brieven en minder drukwerken te bezorgen. De P.T.T. heeft een boekje, getiteld .Enkele cijfers en feiten over het dienstjaar 1950" het licht doen zien. Hieruit blijkt o.m. dat in het binnen land in 1950 interlocaal 341 millioen brieven werden verzonden (in 1949 329 millioen) en 76 millioen briefkaar ten (vorig jaar 72 millioen). Het aan- ta verzonden postpakketten nam toe van 10.9 millioen in 1949 tot 13.5 mil lioen in 1950. De verzending van dienststukken liep achteruit van 156 tot 140 «millioen en die van drukwer ken van 719 tot 715 millioen. Het uit gaand brief-postverkeer naar het bui tenland liep met 267.000 kg. (ca. 5 terug, voor Indonesië was dit percen tage echter 27 een daling die in verband met de terugkeer van mili tairen verklaarbaar is. De verzending van gewone telegram men in het binnenland is de laatste jaren achteruit gelopen. In 1948, 1949 en 1950 werden resp. 4.117.000, 3,8 mil lioen telegrammen verzonden. Het te- iegraafverkeer met het buitenland nam echter toe. In de genoemde jaren werden resp. 1.731.000, 1,9 millioen en 2.2 millioen telegrammen naar het bui tenland verzonden en ongeveer even veel uit het buitenandl ontvangen. Er zijn thans 510.000 (v. j. 4770.643) teefoonaansluitingen, terwijl er 51.000 aanvragen (v. j. 62.469) op een wacht lijst staan. In 1950 werden 556 millioen locale (v. j. 512 milioen) en 158 milli oen interlocale (v. j. 442 millioen) ge sprekken gevoerd. Het totale personeel van de P.T.T. bedroeg eind December 50.190 (vorig jaar 49.132). Het wereldgebeuren In December vorig jaar hebben de drie Westelijke bezetters van Duits land zich bereid verklaard nogmaals met de Russen te confereren, mits niet uitsluitend de Duitse kwestie aan de orde zou komen. Deze week is daarop -het Russische antwoord geko men. WU willen wel confereren, zo was ongeveer de tekst van de nota. maar niet in New York en niet dan nadat op een voorbereidende bijeen komst de agenda is vastgesteld voor de werkelijke conferentie. Verder zijn aan de nota de gebruikelhke beschuldigin gen vastgekoppeld, dat de Westelijke mogendheden openlijk West-Duitsla nd bewapenen, waar tegenover de Russen zich de handen in onschuld wassen wat betreft bewapening van de Oost- Duitsers. Indien het tot stand komen van een conferentie al zoveel voeten in de aar de heeft, valt van het resultaat al heel weinig te verwachten. Er zijn to taal geen aanwijzingen, dat een van beide partijen bereid is de ander te gemoet te komen en eigen plannen voor een deel op te geven, teneinde ontspanning teweeg te brengen. Inte gendeel, de inschakeling van West- Duitsland in het Atlantische verdedi gingsstelsel is pas begonnen en Mos kou zal wel zeer verregaande conces sies moeten doen willen de Amerika nen zich bereid tonen de jongste be sluiten over West-Duitsland ongedaan te maken. Waarom dan de uitnodiging om te praten? Deze is verzonden op aan dringen van de Fransen en merkwaar dig genoeg ook van de Duitsers zelf. De Duitsers staan zeer terughoudend tegenover herbewapening. Zij hebben zeer zwakke Westeuropese staten ach ter zich en vóór zich de grootste land macht ter wereld, die dreigend her haalt geen Duitse herbewapening to zullen dulden. Men kan beweren, dat, indien de Russen oorlog riskeren, niets hen zal weerhouden, ook niet toegeven. Doch het is zeer goed moge lijk en zelfs waarschijnlijk, dat zij een grote, openlijke oorlog willen vermij den. Een herbewapening van Duitsland kan dan inderdaad de Poolse, Tsje chische en Russische vrees aanwakke ren, dat Bonn tenslotte een centrum van militaire kracht zal worden ter herovering van Oosteuropese gebieden. Wagen de Sowjet-staten een preven tieve oorlog, dan moeten zij die voe ren voor Duitsland is hersteld. Dit nu duchten de Fransen en zij niet alleen. Vandaar de wens, om eerst nog met de Russen te praten, in de veronder stelling, dat zij ook zullen terugdein zen voor wederzijdse verschrikkelijke verwoestingen, met grote kans op uiteindelijke overwinning van de zee mogendheden. West-Europa is boven dien bevreesd voor de sociale- en eco nomische gevolgen van een langduri ge bewapeningswedloop. Bezien in dit licht zijn de reacties op het Russische antwoord in de diver se Westelüke hoofdsteden kenmer kend.. In Parijs: Niet negatief. Deur open voor een viermogendhedenconfe- renMe. In Washington: Sceptisch ver zet tegen Russische voorwaarden voor een conferentie der Grote Vier. De Fransen zoeken naarstig naar elk lichtpunt in de Russische houding, de Amerikanen voelen daar minder be hoefte aan. Het wachten is nu op een nieuwe Westerse nota. „Eiliott, hou je... hou je van me?" „Natuurlgk. Heb ik dat nog niet gezegd?" „Niet vóór dit ogenblik. En nu ook nog niet rechtstreeks". „Goed dan". HU kuste haar en glimlachte naar haar. „Hier komt het: Ik hou van je. Ik aanbid je. Ik vind je het liefste, dierbaarste, mooi ste wezen dat een onwaardige kerel als ik ooit tot vrouw heeft* gehad. Kan dat volstaan?" „Ja, dat kan volstaan. Als je me ook nog zoudt willen zeggen... sinds wanneer weet je dit allemaal?" „O, Teresa" lachte hg proteste rend dat weet ik niet. Een groot gedeelte er van ligt in mijn onderbe- wustznn, sedert het ogenblik, dat je me hebt aangekeken met je blauwe ogen, in het licht van mgn aanste ker, geloof ik. Maar ik wilde toen niet in die'zin aan je denken. Ik had me voorgenomen... niet weer door 'n vrouw mön kop op hol te laten brengen. Daarom heb ik getracht 't door: Mary Burchelt zo theoretisch en aangenaam en on belangrijk mogelijk te maken". „Juist, ja". „Ben ie niet boos op me?" vroeg hU nieuwsgierig. „Nee". Ze schudde glimlachend haar hoofd. „Ik ben te gelukkig om op wie ook boos te kunnen zijn, en dus zeker niet op jou". „Ben je werkelijk gelukkig, lieve ling?" HU drukte zijn lippen op de zachte ronding van haar wang. „Heb ik niet alles bedorven?" „O, néé, Elliott! Alles moet nog be ginnen", verzekerde ze hem tevreden. Hg zag haar vragend aan. „Natuurlgk, dat is zo", zei hU langzaam. „Alles begint nu pas voor jou cn mij". Ze glimlachte en lag lange tUd zwUgend en gelukkig tegen hem aan. Toen, op haar neerziende, merkte hg dat ze sliep. Uiterst voorzichtig legde hg haar neer en trok de dekens over haar heen. Hg' voelde zich gelukkig, omdat ze zo zacht en rustig ademde, geluk- 67. Eerst door donkere straten, daarna langs donkere wegen reed de auto van Mike Moker in snelle vaart een onbekend doel tegemoet. Pat Poot zat achter het stuur en achterin zaten Mike en Jimmy. Mike hield Jimmy goed in de gaten en telkens als deze aanstalten maakte weer een beetje bg te komen, liet hU hem weer even ruiken aan de doek met chloroform Intussen was de verdwg'ning van Jimmy Brown in het restaurant van het Odeon niet onopge merkt gebleven. Meneer Goochem was de eerste geweest, die in de gaten kreeg, dat Jimmy er niet meer was. DadelUk besloop hem een gevoel van ongerustheid. Jimmy, waar is Jimmy geble ven? vroeg hU- Maar niemand kon hem er een antwoord op geven. Op een holletje liep hg naar de portier om hem te vragen of deze ook een glimp van Jimmy had gezien. Zeker meneer, zei deze, die heeft hier even staan praten met een paar heren en is toen met hen mee gegaan. Ik heb hem nog niet terug zien komen. Meneer Goochem was héél bleek geworden. HU mompelde een ver wensing en rende op zg'n beurt naar buiten. klg omdat haar lange wimpers zo aandoenlgk vredig op haar ronde wangen rustten en omdat ze van hem was. Toen zoende hU haar licht cn ging naar beneden. Mevrouw Clark en haar beide dochters keken vol verwachting op, toen hU binnenkwam. „Ze slaapt nu. Het gaat goed met haar", zei hg met een glimlach. Jk kan u niet genoeg danken, voor wat u voor ons beiden gedaan hebt". „Dat was een vreugde voor ons", mompelden de dames Clark in koor. Maar de oude mevrouw Clark zei: „U zult in het vervolg goed op haar moeten letten". „Dat zal ik", zei Elliott Burdern ongewoon ernstig. „Moeder, dat had u die arme mUn- heer Burdern heus niet behoeven te zeggen", zei juffrouw Matilda, toen hun bezoek verdwenen was. „Het is duidelUk genoeg hoe hU al aan haar gehecht is". „Het kan een man nooit kwaad doen te horen, dat hU zich nog meer moet hechten", zei mevrouw Clark scherp. „Maar we zullen hem niet meer in de auto van Marcia Vaylon zien rond rennen. En als je het mg vraagt" grinnikte de nu eenmaal niet zo voor name mevr. Clark „zal dat aardig kind daar boven, hier binnen het jaar baby-wol komen kopen". EINDE. Nieuw, onafhankelijk radioblad op stapel. Medio Januari zal een nieuw radio- blad worden uitgegeven, dat wordt verzorgd door de vereniging „Comité Radioluisteraars" en is getiteld: „Het Radioprogramma". De vereniging heeft aangekondigd, dat het nieuwe blad „een volledige radioprogram magids" zal zgn. Zoals bekend berusten de auteurs rechten op de radioprogramma's bg de omroeporganisaties. Over de vraag, hoe het „Comité Radioluister aars" er in zal kunnen slagen de ra dioprogramma's van deze omroepor ganisaties af te drukken, wilde men zich niet uitlaten. BU de omroepor ganisaties ziet men de nieuwe uitga ve met gemengde gevoelens tege moet. Van de zijde van het Comité Radio luisteraars zeide men eventuele moei- lgkheden met de omroepverenigingen over de publicatie van de program ma's niet uit de weg te zullen gaan. Een proces over deze kwestie wordt zelfs verwacht, doch als het zover mocht komen, zou het Comité zich niet ontzien om de kostprUs van een eenvoudig programmablad te publi ceren. „De abonné's op de bestaande ra diobladen betalen te veel en daaraan willen wij een eind maken", aldus het standpunt van het Comité.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1951 | | pagina 5