Nieuwe „veegboot" voor bestrijding van waterplanten Minister v. d. Brink tevreden over de vorderingen der industrialisatie JIMMY BROWN, sportheld no. 1 Zeeuwse polderdeskundigen maakten excursie naar Wadenoyen Zeeuwse Almaoak Een gedwongen Huwelijk Arbeidsproductiviteit in anderhalf jaar met 14% gestegen DONDERDAG 28 SEPTEMBER 1950 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 Vinding van T. Vinik in Sliedrecht. (Van onze speciale verslaggever). Langs de Linge onder Tiel, September. Het Is nog geen 50 jaar gele den, nauwkeuriger: het was in 1940, dat aan de Merwede de eerste Slle- drechtse fabriek voor reparatie van baggermolens en zandschuiten door de oude heer Teunink begonnen werd. Hij, noch zijn zoon, de huidige di recteur, noch ztfn kleinzoon, allen luisterend naar dezelfde voornaam, zyn academisch gevormde werktuigkundige ingenienrs en evenmin M. T. S.-ers. Wt} verklappen geen geheim en beledigen stellig niemand, indien wy mededelen, dat de beide oudere generaties eigenlijk alleen uit de prac- tjjk hun grote en veelomvattende kennis van motoren en de vele geheimen daarvan hebben opgestoken. „Och", zo redeneert de huidige directeur, wanneer w|j met hem In zyn kantoortje boven de werkplaats praten en onze blik laten gaan over het fraaie, bedrijvige rivierlandschap, terwijl onder ons het geluld van de ar beid staag klinkt, „theorie is heel mooi, maar de. practjjk weet u, die moet het toch maar doen." En ze heeft dat hier gedaan, want achter de grote metalen naamaanduiding: T. Vink en Zoon, Scheepsmotoren-, Repa ratie- en Inbouwlnrichting op de poort aan het water, ligt één dier vele kleine bloeiende bedrijven, waarop ons land trots mag zijn, omdat daar zonder veel drukte en met een personeel van enkele tientallen nijveren veel werk voor onze belangrijke scheepvaartindustrie verzet wordt. Nog iets anders echter leert ons dit bezoek of vormde eigenlijk uitsluitend de aanleiding daartoe: dat de geest menig keer sterker kan wezen dan het lichaam. Want hoewel de heer Vink Sr. een drietal jaar geleden een licha melijke handicap trof, waarvan hij slechts langzaam en gedeeltelijk dan nog aan het herstellen is, zodat hij in zijn bewegingen zeer belemmerd wordt, bleef hij met zijn vaardige en vindingrijke geest aan het werk, zo als hij ook nog de dagelijkse leiding van zijn bedrijf voert. Die geest was het, welke hem bracht tot een nieuwe vinding, waarvoor bij vele water- schaps- en polderbesturen in ons land niet alleen, maar bij die grote catego rie Nederlanders ook, die belang heb ben of stellen in onze kleine rivieren, grote interesse bestaat. De heer Vink heeft namelijk een vaartuigje geconstrueerd ter grootte van een flinke roeiboot, speciaal be stemd om op de binnenwateren de strijd aan te binden tegen de te welig tierende waterplanten. Het is een zes meter lange veegboot, die toegerust is met een 10 PK Dieselmotor, welke zich door-middel van twee scheprade ren door het water voortbeweegt, waarbij één man het werk af kan. Een twee meter lange maaibalk maait de waterplanten tot de bodem toe af en verwijdert de. slierten..aan weerszijden van de boot. Deze maai balk nu. die vooraan de boot is aange bracht, kan zakken op verschillende diepten tot 1.75 meter toe en heeft een maaibreedte van 1.85 meter. De lange slierten waterplanten schieten omhoog en zouden voor de boot vastlopen, wa re het niet. dat een rechtopstaande maaibalk al het vuil, dat voor de boot komt, weer doorsnijdt en het vuil aan weerszijden van de boot wegvoert. De snelheid van de boot ligt tussen 4 en 5 km. per uurt en zelfs dikke Kalmoes-wortels, zware riet- en lies- zanen en allerhand algen sneuvelen gemakkelijk. De twee schepraderen zijn zodanig aangebracht achter aan de boot, dat daartussen het riviervuil niet kan ko men. Op de werkplaats zagen wij een mo del der sleepboot, zoals deze reeds na besteld is door de Nederlandse Heide maatschappij voor Valkenswaard, een bootje van anderhalve ton gewicht. Maar van vele kanten blijkt de daadwerkelijke belangstelling voor de ze interessante nieuwe vinding. En zo waren wij in de gelegenheid met eni ge Zeeuwse belangstellenden en des. kundlgen een excursie te maken naar de Linge by Wadenoyen onder Tiel. Het waren de loco.burgemeester van Yerseke, Wethouder P. de Koeyer, het gemeenteraadslid dier gemeente, de heer J. C. van 't Westeinde, beiden in hun kwaliteit van bestuursleden BOM. Het verhaal van de mannen daar in Breskens, die vyf jaar lang op een aambeeld hebben gehamerd, waaron- der een bom lag, is om van te grieze len. Er kunnen van officiële zijde nóg zoveel raadgevingen de wereld in worden gestuurd, om niet te peuteren aan projectielen, die zo hier en daar nog in het land rondzwerven, als ge op een aambeeld staat te hameren, terwijl er zonder dat ge het weet een bom onder ligt, dan helpen al die of ficiële adviezen niets. En het komt toch nog al eens voor, dat zoiets gebeurt. In de dagen van de droogmaking van Walcheren is het voorgekomen, dat er een arbeidersba rak gezet werd in een veld, dat be zaaid lag met anti-tankmijnen. Wat zou er gebeurd zijn, als toen een van de arbeiders eens uit zijn bed was ge rold? Het hele kamp had de lucht in kun nen vliegen. Edoch: het vloog de lucht niet in. Omdat er geen arbeider uit zijn bed viel. Maar toen er op een ge geven moment een kaart werd gevon den, waarop met rode inkt het mijnen veld was ingetekend, toen heeft men het veilige toch maar voor het onvei lige gekozen, de barak ontruimd, be hoedzaam afgebroken en ergens an ders neergepoot. De droogmaking is lang achter de rug. Maar in Breskens lag nog een bom van 500 pond onder een aam beeld! Vyf jaar lang is daarop geha merd en er is niets gebeurd. Een mens moet zich niet voorstellen, wat er had künnen gebeuren! van het Waterschap De Brede Wate ring Bewesten Yerseke, met de tech- insche hoofdambtenaar van het Wa terschap, de heer G. Beenhakker uit Wemeldinge en de machinist van het electrisch gemaal te Yerseke, de heer A. Snoep. Daar in het schilderachtige riviertje de Linge knorde het eigenaardige veegbootje, dat zulk een geduchte op ruiming houdt onder de millioenen waterplanten, die de oorzaak plegen te vormen van overstromingen. Vroe ger voer men met een schuit langs de oevers en maaide dan met lange zeisen het riet tot de bodem af. Het behoeft wel geen betoog, dat zulks een zeer tijdrovende kostbare en op de duur weinig effectieve bestrijdingswijze vormde. Thans kan een bootje met een éénmansbediening van April tot Octo ber 4 tot 6 maal de Linge over de ge hele lengte en breedte afvaren en met succes het euvel bestrijden, dat de vervuiling onze binnenwateren ook in hygiënisch opzicht stellig betekent! Hoewel het probleem ln Zeeland met zijn brakke binnenwateren en brede taluds ietwat anders ligt en veranderingen aan de maatbalken no dig zullen wezen, om deze ook daar doelmatig te kunnen laten werken, be toonden zy zich zeer tevreden met de resultaten welke met des heren Vinks vinding bereikt worden. (Nadruk verboden) Bijna 62 millioen meer voor Wederopbouw en Volkshuisvesting. Ingediend is de Rijksbegroting 1951 van het departement van wederop bouw eri volkshuisvesting. Het totaal van gewone dienst en buitengewone dienst geeft in 1951 ten opzichte van 1950 een verhoging van rond f 61.8 millioen, terwijl de kapitaalsuitgaven een verlaging te zien geven van rond f 29.5 millioen. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door een toeneming van de uitgaven voor bij dragen in exploitatietekorten van wo ningwet- en particuliere bouw in voor gaande jaren, alsmede voor directe ka- pitaalsbijdragen bij de bouw van wo ningen op grond van de premierege ling woningbouw 1950. Het aantal tot en met 31 December 1949 gereed gekomen particuliere wo ningen, gebouwd met steun op grond van de financieringsregeling woning bouw 1947 of 1948, bedraagt 17.500. 400.000 is opgenomen voor herstel van oorlogsschade aan monumenten. D.U.W. Aan de geestelijke verzorging van de D.U.W.-arbeiders waarbij zowel de bij het I.K.OJL aangesloten kerken als de R.K. kerken zijn ingeschakeld, zal als regel een avond per week per bezet kamp worden besteed, waarbij zoveel mogelijk de plaatselijke geeste lijkheid wordt ingeschakeld. Voor dit onderdeel wordt voor 1951 een bedrag van f 100.000 geraamd. Het ligt voorts in het voornemen het werk. met het oog op het groeiend aantal werklozen, in toenemende mate te leiden in soci aal-culturele zin, o.a. door meer lezin gen van ontwikkelende en voorlich tende aard te doen houden. Nieuwe veegboot op de Linge onder Tiel. door: Mary Burchell 42 Clarks de winkel, die zich mocht verheugen in tante Lydia's bescher ming werd gehouden door twee ongehuwde dames, juffrouw Sophia Clark en juffrouw Matilda Clark, beiden van onkreukbare fatsoenlijk heid. Hun vader was kolonel geweest, die zijn vaderland in verschillende de len van de wereld dapper gediend had, naar de dames Clark haar klan ten toevertrouwden. Wat ze er niet bijvertelden was, dat hij, na uit de dienst te zrjn gegaan, zich op vrij jeugdige leeftijd doodgedronken had door middel van de kostbaarste soor ten alcohol. Tengevolge hiervan was er weinig overgebleven voor het on derhoud van zijn weduwe en beide dochters en na met hun gemoed, en mogelijk niet minder met het bank saldo te rade te zijn gegaan, hadden de dochters besloten een winkel te beginnen. Na een snoep- en sigarenwinkel verworpen te hebben als „ordinair" en zelfs de gedachte aan een banket bakkerszaak als „toch niet helemaal" te hebben laten varen, hoewel de bei de dames, ongeacht de spotternijen* Er zal nog meer geïnvesteerd moeten worden. De minister van economische zaken, prof. dr. J. R. M. v. d. Brink, heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen een tweede nota inzake de indu strialisatie. De bedoeling van deze nieuwe nota is enerzijds een overzicht te geven van hetgeen op het gebied van de industriële ontwikkeling in de afgelopen 2 jaar, voorzover daarover al statistisch materiaal beschik baar is, is bereikt. Anderzijds dienden de ramingen, die de eerste indu strialisatie-nota het vorige jaar gaf, op talryke punten herzien te worden. ken), alsmede van de productie in de gehele bouwnijverheid, gemaakte be rekening wijst uit. dat er in 1% jaar (van 1948 tot 1949/'50) een stijging is geweest van 14 Wat de werkgelegenheid betreft, het vorige jaar was geraamd, dat het aan tal in de industrie werkzame arbei ders in 4Vz jaar met 95.000 zou moe ten worden vergroot. Dit aantal is thans pp 125.000 geraamd. Daarbij Op grond van de ramingen in de eerste industrialisatienota zou in de periode 19481952/'53 gemiddeld per kwartaal iets minder dan f 320 min. moeten worden geïnvesteerd. (Volgens de nieuwe ramingen is dit bedrag thans iets meer dan 320 hiln.). In de bedrijven, waarin 10 of meer personen werkten, nam de personeels bezetting van midden 1948 tot einde Maart 1950 (dus in 1% jaar) toe van o 793.000 op 860.000 personen, dus met komt, dat als gevolg van de noodza- 67.000 personen. Daarbij wordt er op kelijke stijging der arbeidsproductivi- gewezen, dat de arbeidsproductiviteit in deze periode met ca. 10% steeg, hetgeen naar schatting 35.000 arbei ders in hun oorspronkelijke functie overbodig moet hebben gemaakt. Deze 35.000 arbeiders zijn echter in de in dustrie werkzaam gebleven, zodat het aantal nieuw geschapen arbeidsplaat sen ca. 100.000 heeft bedragen. STIJGENDE PRODUCTIVITEIT. Voorts wordt nog een beschouwing gegeven van het verloop van de ar beidsproductiviteit. Dit is tot dusver zodanig, dat het vertrouwen gewettigd is. dat omstreeks 1952/'53 weer het vooroorlogse peil gehaald zal worden. Slechts als de arbeidsproductiviteit in Nederland voort gaat te stijgen, zal het mogelijk zijn de levensstandaard van de Nederlandse bevolking te hand haven en in de toekomst te verhogen Een aan de hand van het verloop der omzetten in de industrie (bedrij ven waarin 10 of meer personen wer- Schippers contra de Staat Een aantal Rijnschippers heeft, zo als gemeld, de Staat der Nederlanden in civiele procedure gedagvaard. Zij willen wel eens weten of bepaalde mi nisteriële beschikkingen rechtmatig zijn. Zo is bepaald .dat alle ruim 7000 particuliere Rijnschippers aangesloten moeten zyn bij de Nederlandse Parti culiere Rijnvaart Centrale en een be wijs van lidmaatschap bij de vaart op Duitsland te Lobith moeten kunnen to nen. Heeft men dit bewijs niet. dan kan vertrek naar Duitsland geweigerd worden. Dit geschiedde op 16 Juni met de sleepboot „Tromp". Deze wei gering was voor de eigenaars aanlei ding de Staat aansprakelijk te stellen voor de kosten. Zij verzocht de Haag. se rechtbank de beschikking onverbin dend te verklaren en een dwangsom van f 10.000 voor elke weigering tot 1 uitkering vast te stellen. teit naar schatting voor 120.000 arbei ders een nieuwe arbeidsplaats beschik baar moet komen. Bij elkaar genomen zullen zodoende volgens de nieuwe ra ming 245.000 nieuwe arbeidsplaatsen in de industrie geschapen moeten worden. Aangenomen, dat 80.000 arbeiders door intensivering van het gebruik van het bestaande apparaat nieuwe werkgelegenheid kunnen vinden, dan zal voor 165.000 arbeiders werkgele genheid moeten worden gevonden door nieuwe investeringen. Blijkens het in de nota opgenomen industriali satieschema eist dit t.o.v. 1952/'53 een bedrag aan nieuwe investeringen van rond f 2.900 min. INDUSTRIALISATIE SCHEMA. De hierboven geresumeerde beschou wingen monden uit in een nieuw In dustrialisatieschema. Berekend wordt, dat in 4% jaar in totaal aan nieuwe investeringen f 2.900 min. zal moeten worden besteed (oude raming f 2.700 min.), voor vervanging en modernise ring van het reeds aanwezige prodnc- tie-apparaat wordt eveneens f 2.900 min. geraamd (f 100 min. minder dan de oude raming)zodat in totaal f 5.800 min. geïnvesteerd zal moeten worden. ONZE AFZET. Inzake het af zet-vraagstuk wijst de nota er op. dat het grootste deel van de vergroting van onze industriële productie, hetzij in het buitenland zal moeten worden afgezet, hetzij import- vervangend zal moeten zijn. Hoewel de ontwikkeling op dit punt tot dus ver niet onbevredigend is, volgt uit de terzake gemaakte analyse, dat de af- zetvergroting in de gewenste omvang alleen verkregen kan worden door een verbetering in de concurrentiepositie. De devaluatie van September 1949 heeft hiertoe een belangrijke mogelijk heid geschapen, die echter nog niet volledig is gerealiseerd. Geconcludeerd wordt, dat wat de arbeidsproductiviteit betreft, de ach terstand in vergelyking tot voor de oorlog in Nederland groter is dan in de andere landen (behalve West- Duitsland). De nota waarschuwt der halve tegen optimisme omtrent het huidige Nederlandse kostenpeil en her haalt, dat het afzetvraagstuk slechts opgelost kan worden als een relatieve daling van de Nederlandse aanbod- prijzen op de internationale markt (dank zy verlaging ran de productie, kosten) plaatsvindt. De nota wijst er vervolgens op, dat naast het kostenpeil de vrUheid van het internationale goe derenverkeer van eminent belang is voor het afzetvraagstuk. ONTWIKKELINGSPLANNEN. Tenslotte worden de regionale as pecten van het industrialisatieprobleem besproken. Afgezien van het ontwik kelingsplan voor Z.O. Drenthe, dat reeds bij de Tweede Kamer is inge diend, zijn momenteel ontwikkelings plannen in voorbereiding voor de vol gende gebieden: het Zuidelijk Westér- kwartier in Z.W. Groningen; de Ka naalstreek en Westerwolde in Z.O. Groningen; het Oostelijk deel van Friesland; de N.O. hoek van Overijs sel; Oostelijk West-Friesland in Noord- Holland; Zuid-Westelijk Noord-Bra bant; Noord-Oostelijk Noord-Brabant. VERTROUWEN. In een korte slotbeschouwing ver klaart de minister' het vertrouwen te hebben zülks op grond van de in dustriële ontwikkeling der afgelopen periode dat de grote nog voor ons volk liggende taak inzake de industri alisatie met succes kan en zal worden volbracht. Dit zal echter een grote zelfbeheersing en krachtinspanning van alle lagen van ons volk vergen. Hoewel het moeilijkste deel van de af te leggen weg nog voor ons ligt, is door de gezamenlijke inspanning van het Nederlandse volk naar de mening van de minister aan de primaire voor waarde voor het welslagen van de in dustrialisatie voldaan. van de wufte kolonel voortreffelijke kokkinnen waren geworden, besloten ze tenslotte tot 'n „kunst-naaldwerk studio", die ze nu al vijftien of twin tig jaar bezaten en met grote zake lijkheid dienden, zonder schade voor haar fatsoen. Zijzelf spraken nooit over de zaak als over een winkel, behalve in ver band met de inkomsten-belasting. Voor haar bleef het een „studio" en ze gaven hier nog wat kleur aan, door de oude mevrouw Clark des win ters bij een mooi open vuur te plaat sen en 's zomers naast een enorme vaas met bloemen en haar toe te staan aldaar met een uitgelezen bor duurwerkje bezig te zijn. Haarzelf kon men, als de tijd het toeliet, in lavendel-kleurige smock- jurken aan borduurramen zien zitten. Maar de „studio" was zo'n succes ge worden, dat er voor de dames maar weinig tyd per dag overschoot, om te gaan zitten met een handwerk. Naar deze studio ging Teresa dus om wol voor haar tante te kopen. Ze was er al eerder geweest, eens ge durende dit verblijf en verscheidene malen vroeger en de dames, die er 'n koninklijke eer in stelden, nooit een gezicht te vergeten, groetten haar met de juiste hoeveelheid eerbied, ver schuldigd aan een nichtje van me vrouw Vaylon. Toevallig was Teresa de enige klant op dit moment en ter wijl ze haar wol uitzocht, legde de oude mevrouw Clark haar werk neer en keek naar haar vanaf haar verre plaats bij het vuur. Ze hield ervan te weten wat er gaande was en daar zy de laatste tijd heel oud werd, was ze meer nieuwsgierig en minder voor naam dan haar dochters. Daarom vroeg ze; toen ze Teresa niet her kende, met een hoge, heldere stem: „Wie is dat meisje met de blauwe muts, Mattie?" Juffrouw Matilda ging snel naar haar moeder toe en zei vriendelijk, maar onderdrukt: „Dat is het nicht je van mevrouw Vaylon, moeder. Juf frouw Teresa Vaylon". „Ze kon wel eens hier komen en me begroeten", zei de oude dame. Juffrouw Matilda mompelde iets. Maar Teresa legde dadelijk haar wol neer, die ze aan het uitzoeken was en ging naar het vuur. „Hoe gaat het u, mevrouw Clark?" Ze keek glimlachend op de oude da me neer. „Wat is het hier prettig en gezellig bij uw vuur". „Ja, het is gezellig. Oude mensen houden van gezelligheid, zie je?" „Jonge mensen ook soms", zei Te resa lachend en ze strekte haar han den uit naar de vlammen. „Dus jij bent het nichtje van me vrouw Vaylon?" Mevrouw Clark be studeerde haar critisch. „Je lijkt niet op haar". „O, ik ben alleen maar aangetrouw de familie", legde Teresa uit. „Moeder, dit is juffrouw Vaylon. Zij heet ook Vaylon", verklaarde juf frouw Matilde verwijtend, alsof er, door TereSa bij de verkeerde kant van de Vaylons in te delen, iets onbehoor lijks gebeurd was. (Wordt vervolgd» Het Wereldgebeuren Duitslands vrijheid Toen de Grote Drie in New York bijeen vorige week via Frankfort een communiqué uitgaven over de toekomst van Duitsland, waarin de Duitsers heel wat vryheden beloofd werden (o.a. de beëindiging van de oorlogstoestand tussen de geallieer den en Duitsland), merkte Adenauer, de Bondskanselier, fijntjes op dat men het document heel zorgvuldig moest lezen om precies te weten wel ke consequenties de beloften inhiel den. Inderdaad staat er zo veel in het communiqué, dat er nog menig woordje over gesproken zal moeten worden. Adenauer zelf is er thans mede begonnen. Zaterdagmiddag heeft hij een conferentie gehad met de drie Hoge Commissarissen in West Duitsland. En het resultaat van dit eerste contact is dat gemengde geallieerde-Duitse commissies in net leven zullen worden geroepen om de consequenties van de minister-confe rentie te New York te bespreken. Volgens een verklaring van Aden auer zelf liggen „langdurige en moei lijke onderhandelingen in het ver schiet". Adenauer was niet geheel ontevreden over het verloop van deze besprekin gen met de Hoge Commissarissen, waarbij men de grote lijnen van het ministerbesluit onder ogen had ge zien om de details over te laten aan de in» te stellen commissies. Aden auer verklaarde niet verzocht te heb ben om een onmiddellijke herziening van het bezettingsstatuut. En verder wilde Adenauer zich niet over deze bespreking uitlaten. Maar de F Malversaties in legerkamp Oldebroek De Legervoorlichtingsdienst heeft bevestigd, dat op het ogenblik een officieel onderzoek wordt ingesteld naar eventuele onregelmatigheden in het legerkamp Oldebroek, waar over reeds enige tijd geruchten de ronde doen. Resultaten van dit on derzoek zyn echter nog niet bekend gemaakt. Franse Hoge Commissaris Poncet heeft wèl iets meer gezegd en veel wijst er op, dat er voor Duits land nog vérstrekkende bepalingen opgemaakt zullen worden. Want hij onthulde dat een „tweede accoord van Petersberg" waarschynlijk was (het eerste accoord kwam het vorige jaar tot stand en maakte voor een groot deel een einde aan de ontman teling). Dit tweede accoord zou ener zijds „zekere verzachtingen van de bestaande controle-maatregelen" in houden. Verder bevestigde Poncet dat de Hoge Commissarissen Adenauer van het geallieerde besluit om Duits land een mobiel politiecorps van 30.000 man toe te staan, in kennis hadden gesteld. De bezettingstroepen, aldus Pon cet, zijn thans niet langer troepen als zodanig, maar troepen voor de bescherming van het Duitse federale gebied. Niettemin hebben de gealli eerden de gezaghebbende aard van de bezetting niet gewijzigd in een „con tractueel regiem". Zij zouden echter in de toekomst met de Duitse rege ring tot overeenstemming trachten te komen. De conferentie van New York had een nieuw stadium ingeluid in de ontwikkeling van het proces van de toetreding van Duitsland tot de ge meenschap van landen als gelykbe- rechtigd deelgenoot. „Op deze stap zal een volgende en wellicht de laat ste volgen", voorspelde Poncet. Want de studiegroep in Londen was zelfs reeds geïnstrueerd voor deze laatste stap, althans over de voorbereiding er van. Over de staalproductie zeide Pon cet nog, dat onmiddellijke verlichting van de geallieerde controlemaatrege len zoals de vergunning om de staalproductie op te voeren tot boven de huidige limiet van 11.100.000 ton per jaar, indien staal wordt geprodu ceerd voor dé Westerse defensie, ten slotte maar „interim-maatregelen" waren. Want men overweegt thans een verdere herziening van de pro ductielimieten. Bovendien zou Duitsland er op kun nen rekenen, dat althans volgens Poncet de staats- en federale wet ten onmiddellijk, zonder voorafgaan de goedkeuring van de geallieerden, van kracht worden. Hiermede zou dan het veto van de Hoge Commissie ver-vallen, het veto dat reeds tot tweemaal toe geleid heeft tot ernsti ge meningsverschillen tussen de Hoge Commissie en de West Duitse rege ring. C.N.V. blijft prijsstop verlangen Woensdagochtend begon in Den Haag een bespreking van vertegenwoordi gers van de Raad van Vakcentralen met de regering. Waarschijnlijk houdt deze bespreking verband met de door de Raad geuite verontrusting over het geveerde prijzenbeleid. Een woordvoerder van het bestuur van het Chr. Nat. Vakverbond deelde het ANP mede. dat dit verbond blijft vasthouden aan de wens. dat de rege ring een prijzenstop zal afkondigen. Het ANP verneemt nog, dat de rege ring het vraagstuk van de loon- en prijspolitiek in studie heeft gegeven aan de Sociaal-economische Raad. De 15-jarige Italiaanse dirigent Ple- rino Gamba zal in December een tournee door Nederland maken. De regeringen van India en Indone sië hebben in beginsel overeenstemming bereikt voor een handelsverdrag tussen beide landen. 96. Op dat ogenblik kwamen in een zijspan- motor aangereden inspecteur Viebel van de ver keerspolitie en de agent IJskil. Zy keken met grote ogen naar Jimmy met dat vreemde vracht je op z^jn rug en daarna zagen zy elkaar veelbe tekenend aan. Omdraaien IJsbrand, zei de In specteur tot de agent IJskil, die van voren IJs brand heette. Daar is iets niet pluis! Een aap op een racefiets met een heer in een netje op z'n rug. Daar moeten wij méér van weten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 5