Indonesische arbeiders weten niet waarom zij staken JIMMY BROWN, sportheld no. 1 Thuis blijven" is het parool Zeeuwse Almanak Heeft Australische makelaar een echte Van Dijck HEKSENKETEL DER DIEPZEE Derde front? DINSDAG 26 SEPTEMBER 1950 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 Vernielingen en diefstallen en machteloze ondernemers. (Van onze correspondent). SOERABAJA, September. Ze zaten by elkaar op het drabberige pleintje van de dessa, op Oosterse wyze gehurkt, ln afwachting van de redevoering. Er was een anto gekomen met enkele Sarbuprl afgevaar digden. In het Kalibarus (Oost Java) werden deze afgevaardigden verge zeld door een locale politie commandant of de heer Reeidl, Ass. Wedana van Kallbaru en tevens actief bestuurslid van de Sarbuprl. De redevoering was luid en enthousiast. Echter ln de Bahasa Indo nesia, dus voor de Mandoerees en Javaan nagenoeg cnbegrypeiyk. In hoofdzaak kwam het hier op neer: „Willen jullie R 3.50 per dag gaan verdienen?" Instemming; je zal zo maar elke dag R 3.50 in je schoot geworpen krygen. „Dan moeten jullie van 20 Augustus af staken." Daarna wederom een onbegrijpelij ke toespraak, waarin «meesterlijk werd gejongleerd met „Pemerintah". In dit woord schuilt „Perintah" (bevel) en ..Pemerintah" geeft volgens het woor denboek ..regering" aan. De auto ging weer weg, met de po litie commandant en de Ass. Wedana, die door alleen maar te verschijnen het woord pemerintah kracht hadden bijgezet. Vandaar, dat we qp de vraag „Waar om' staken jullie?" tot antwoord kre gen „Pemerintah doro", „Regerings (bevel) Heer". ,,We koken, we dweilen, we wassen en we schrobben. Let maar niet op de rotzooi, we doen ons best, maar wat wil je van mannen alleen verwachten", hiermede begroetten ons de planters van de ondernemingen. Ondanks het diep sombere van de toestand lachen ons een paar opgewekte gezichten toe. Slechts eén loopt met een bloedende vinger om verband te schreeuwen. In een droevig gevecht tussen opener en melkblikje moest de vinger het on derspit delven. Omdat koffie te om slachtig is. zitten we 's morgens om tien uur achter een lauw glas bier. De fles is achteloos op de hoop geworpen. Waar nog een enkele vrouw op de onderneming is achtergebleven (en dat zijn er niet veel), klopt de zaak iets beter. Zij veegt enkele haarslier- ten uit het bezwete gelaat, veegt haar handen aan een schort af en zegt „Aangenaam". Het enige verschil met Nederland voor deze vrouw ligt in het feit, dat zij zich niet verontschuldigt voor de rommel, omdat de ..werkster" niet binnen is gekomen. Niet alleen de arbeiders van de tui nen zijn in staking gegaan. Het bevel van de SARBUPRI luidde: „Thuisblij ven, over de gehele linie". Dit geeft aan deze staking van de ondernemingsarbeiders wel een zeer eigenaardig aspect. Wat hebben het huispersoneel, de administratieve krachten, de technici van electriciteit en waterleiding, de chauffeurs en ondernemingswachters, allen werkne mers op maandsalaris, met deze sta king te maken. Toch dwong een ge raffineerde intimidatie hen het werk neer te leggen. Deze mensen zijn op geen enkele manier voor hun daad verantwoordelijk te stellen. Zij zijn nauwelijks op de hoogte van de bete kenis van het conflict. De meest won derlijke verhalen doen op verschillen de tuinen de ronde. Lichtgelovig en bijgelovig als men in het binnenland is, is het een kleine moeite de mensen over te halen tot staking. Dit alles brengt vervelende consequenties met zich mee. VERWARRING. Bij de vernielingen als plotseling uitgelopen lagers van machines, on klaar gemaakte waterzuiveringsinstaL laties. doorsnijden van telefoonverbin dingen, motoren met water in olie en benzine, komt nog het toenemend aantal diefstallen: koffie goedangs ge- DUIZEND MAAL Mijne moeder schonk mij ter gele genheid van mijn tweede verjaardag, nadat ik een dag te voren in de voor vaderlijke bakkerij met mijn tere bil len op een plaat beschuitebollen was terecht gekomen, dewelke zojuist de gloeiend hete oven had verlateneen een meziekskedat men thans def tig „mondaccordeon" noemt. Toen de blaren van mijne derriere waren ge nezen, en ik voor de honderdvijftig- ste keer op mijn „meziekske" blies, riep mijne moeder: „Zo is 't genogt! Zij greep het meziekske en keilde het met ene sierlijke boog liet venster uit, de straat op. En hoe ik nadien ook zocht, het meziekske was en bleef weg En nu meldt daar ons lijfblad, De P.Z.C., daar onverhoeds, dat meneer Ventevogel de duizendste repetitie heeft geleid van Crescendo in Vlissin- gen en Crescendo is een accordeon vereniging. Daaruit valt af te leiden, dat of de heer Ventevogel meer geduld heeft dan mijne moeder had, óf dat Cres cendo uit de meziekskes meer schoon heid weet te puren, dan ik destijds, toen ik twee jaar was. Laat ons het op het laatste houden. Dat is vleiend, voor de heer Vente vogel. En voor my. Want wie weet, hoe schoon ik nu op een meziekske blazen zoude. En voor de muse. Want de Muse der muziek is een nederig meiske. Zij huist niet alleen in schuif trompetten en hobo's, maar ook in blokfluiten en mondaccordeons. En menig mondaccordeongezelschap, of accordeongezelschap als de mond dan met alle geweld weg moet, speelt zo schoon, dat ge telkens de Muse om de hoek ziet kijken. Zoals Eduard van Beinum en bij Albert van Raalte en by zovele anderen. Maar zelfs dan! Duizend repetities. Het is veel, bijna te veel van het goe de. Nevermind. Excelsior, heer Ventevo gel! En nog duizend malen! forceerd; op Djatorono 150 quintaal koffie gestolen; op Glenn Fellow een hele goedang leeggehaald (men had zelfs de moeite genomen de vloer aan te vegen); suikerriet (midden in de campagnetijd) in brand gestoken; rub ber uit de tuinen getapt. De Engelse onderneming Kali Redjo is volledig leeggeroofd. Hierbij zij opgemerkt, dat nu de ondernemingswacht in staking is, de politie in de meeste gevallen zijn vol ledige medewerking verleent. Maar 't corps staat voor een hopeloze taak, In het Bangjoewangische ging 16 procent van de koffie-productie door diefstal verloren. TOEKOMST. De lachende gezichten van de plan ters vertrekken, wanneer na het vijfde biertje hun toekomst ter sprake komt. In zekere zin is de huidige toestand debet aan hun gebrek aan vertrouwen in de toekomst. Maar ook alle moei lijkheden van vóór de staking als de monotaire maatregelen en de onzekere verwachtingen hebben de grootste op timist aan het twijfelen gebracht. Van daar: „Emigreren, nog een jaartje trekken en dan verlof; we zullen wel zien: Nederland, Australië en Nieuw Zeeland. Op het ogenblik kost me een ontslag nog te veel. Maar zodra het contractje me een vrije overtocht geeft, dan ben ik gevlogen". De oude ren hebben het over: „Mijn pensioen tje volmaken en dan terug". Zodra echter de vooruitzichten maar iets opklaren en een weinig kleur krijgen, kan de Indonesische regering op deze mensen rekenen. Mensen, die vergroeid zijn met hun tuin. Jonge Wageningers. die het over hun proef- tuintje zus en proeftuintje zo hebben. Die leven bij een edel stekje of een machtig stukje riet. Maar bij het rinkelen van het zo veelste bierflesje op de hoop zijn ze somber gestemd over de toekomst. We kunnen het hun niet kwalijk nemen. De lach zegeviert echter weer, als een lange employé uit de huiskamer komt en droevig vertelt, dat-ie zich verdien stelijk wilde maken met een kopje koffie te zetten. Maar hij had per on geluk bruine bonen gemalen. Hij ver ontschuldigde zich met „Ik kom ook uit de rubber". Tijdens liet hippisch feest, waarmede Zaterdag- te Zaltbommel de viering van het 1100-jarig bestaan der stad werd ingezet kwamen de prinsesjes Beatrix en Irene de verrichtingen der ruiters, onder wie zich ook Haar vader, Z.K.H. Prins Bernhard bevond, gadeslaan. Aandachtig volgen prinses Beatrix en prinses Irene de gebeurtenissen op het sportterrein. 94. Intussen stond meneer Babbel duizend ang sten uit op de rug van Jimmy. Eerst hield hij zich koest, want hij besefte amper wat er met hem gebeurde, maar toen tot hem begon door te dringen dat de aap wel eens kwade bedoelingen kon hebben, sloeg de vrees hem om het hart en hij begon zó te jammeren en te weeklagen, dat een brok bazalt er week van zou zyn geworden. Niet aldus Jimmy, die grijnsde eens verachtelijk en begon nog harder te trappen. Drie portretten van Cornell's van der Geest. (Van onze correspondent). SYDNEY, September. - De Australische kunstwereld is in hevige beroering gebracht door een schildery in de kleine, doch uitstekende prlvé-collectie van een eenvoudig makelaar in onroerende goederen in de Sydneyse voorstad Manley. Deze makelaar, de heer A. G. Dunlop, is er namelijk van overtuigd, dat hy naast het pronkstuk van zyn verzame ling, een echte Velasquez, een 17e eeuws Vlaams meesterwerk heeft: het originele portret van Cornells van der Geest, geschilderd door één van Rubens' beste leerlingen, de meester Antoon van Dyck (15991641). van generaal Wauchope op het land goed van de hertog van Buccleuch stond dezelfde hertog, die een van de geregistreerde portretten van Cornelius van der Geest in zijn bezit heeft of heeft gehad. De hertog houdt zich echter koest, zodat uit die richting verder niets te leren valt. Wat voor de echtheid van de Australische Van Dijck niet pleit, is dat vast is komen te staan, dat drie kwart van het schildery in het Lon- dense museum nagemaakt is. Dus hoeveel vertrouwen kan men verder nog in dat laatste kwart stuk heb ben? Hel Wereldgebeuren Steeds heeft men gemeend, dat dit meesterwerk van Van Dijck, die zo'n grote invloed hefeft gehad op de Haagse school van portretschilders, in het Nationale Museum in Londen hing. Deze Londense Van Dijck be staat in feite uit twee stukken waarschijnlijk gemutileerd als de Nachtwacht van Rembrandt en later weer aan elkaar geplakt. Bij een kort geleden gehouden Röntgen-onderzoek is echter gebleken, dat alleen het middenstuk van het schildery in het Londense museum een echte Van Dijck is. Het boeiende van de geschiedenis is nu echter, hoe dit 17e eeuwse meesterwerk in een badplaats bij Sydney terecht is gekomen. Op het eerste gezicht lijken de Van Dijcks uit Manley en uit Londen als twee druppels water op elkaar. Alleen is het schildery van de Manley-make- laar ovaal en wat donkerder. Dit laatste is te wyten aan het feit, dat het hard een schoonmaak nodig heeft. Een andere "complicatie is, dat.er drie portretten van Cornelius van der Geest geregistreerd zijn, die alle van de grote Van Dyck afkomstig he ten te zijn. Het ene is dat in het Lon dense Nationale Museum, het andere was het eigendom van de Engelse hertog van Buccleuch en het derde De reusachtige kerkhoven der zeeën. Het idee, dat de bodem der zee een geiykmatige vlakte zou zijn, is door de talryke expedities, die zich met de raadselen der diepzee bezighielden, volkomen achterhaald. De diepzee-bodem ziet er net eender uit als de op pervlakte van de aarde: doorboord, doorkloofd en door bergketens uiteen- gescheurd. Als de mens het landschap der diepzee kon zien, zou hy een waarlyk indrukwekkende en bizarre wereld ontdekken. Toch bestaat er nog een belangryk verschil tussen de bodem der zee en die van de aarde: de diepte of hoogte biyft niet steeds gelyk. Op sommige plaatsen is deze diep te aan voortdurende schommelingen onderhevig, soms van 150 tot 5.000 meter en weer terug. Een onderaardse heksenketel borrelt daar in de diep te en de krachten, die daar vormend en bewegend aan het werk zyn, heb ben een voor onze begrippen onvoorstelbare sterkte. plaats vindt Byna een derde gedeelte van de gehele zeebodem, ongeveer 100 millioen vierkante kilometer, is met een kalklaag bedekt. De kalk- houdende modder verbindt zich met de groeiende koraalriffen en schel- penbanken tot machtige rotsblokken. Welke enorme hoeveelheden dode zeedieren in de diepte zinken, be wijst de berekening van een Ameri kaanse onderzoeker, die een opper vlakte van ongeveer 10.000 vierkan te kilometer tot op twee meter hoog te met dode zeedieren bedekt vond. Warm water is arm aan zuurstof en de meeste vissen kunnen er niet in leven. Daardoor vormt ieder punt, waar de warme golfstroom de koude zeeën kruist, een plaats van vernieti ging voor alle waterbewoners. Onop houdelijk zinken daar dode vissen naar de bodem der zee en voeden de enorme benzinkingsplaatsen. Op deze diepte kan geen rottings proces plaats vinden. De cadavers vallen uiteen en onder de hoge druk, die hierop rust, ontstaan nieuwe mi nerale producten (aardolie)! Men mag dus als zeker aannemen, dat er Een van deze onderaardse heksen ketels is het gebied ten Westen van de Azoren. In 1858 werd daar een diepte van 5.000 meter gepeild. In '32 was het nog maar 200 meter en drie jaar later leverden de metingen weer een resultaat op van meer dan 3.000 meter. Kort geleden moest echter ook deze diepte op de zeekaarten weer geschrapt worden, want de laatste resultaten lagen by 150 meter. Aangezien de verschillende metin gen steeds jaren uiteen laten, kan men niet zeggen, op welke tijds*;~ pen en vooral met welke snelheid zeebodem in deze heksenketel op en neer gegaan is. Tot nog toe is het geen mens ge lukt, om af te dalen in de zwijgende diepten waar steile bergtoppen, die pe kloven, aardscheuren en krater- wanden elkaar afwisselen, wilder dan het landschap van de maan door een verrekijker onthuld wordt. Maar de bodem der zee is ook niets anders dan een reusachtig kerkhof. Alle zeedieren, die in de loop van dui' zenden jaren gestorven zijn, alle overblijfselen van planten en ander vuil, dat door de rivieren de zee in- gespoeld is. vormt daar in de diepte een reusachtige modderlaag, waarop een geweldige waterdruk rust. Ontel bare zeedieren, van de kleinste orga nismen tot de grootste monsters toe, hebben op dit grootste kerkhof ter wereld hun laatste rust gevonden. Wat er inmiddels aan mensenwerk op de bodem der zee is gezonken, om in de modder daar beneden voor altijd aan het gezicht der mensen onttrok ken te blijven, zyn slechts onbedui dende stukjes er tussen. Kerkhoven der zeeën zyn niets on bekends. De geweldige kalkgebergten zyn tenslotte op dezelfde wyze in een tyd ontstaan, toen de zee nog het grootste gedeelte van de tegenwoor dige werelddelen bedekte. Zolang de wereld bestaat, zyn de grenzen der zeeën steeds veranderd en is er nau welijks een plekje aarde dat niet eens onder watermassa's bedolven is ge weest. Hoe warmer de zeeën zijn, des te groter is de kalkafscheiding, die erin Regeling voor loonderving en reiskosten. VOOR VRIJWILLIGERS BIJ KON. LANDMACHT. Bij K. B. is een regeling .getroffen tot het toekennen van een vergoeding voor loonderving en reiskosten aan personen, die zich voor vrijwillige dienstneming bij de Koninklijke Land macht hebben aangemeld. Er wordt vergoeding gegeven voor loonderving ten bedrage van het noodzakelijk ge derfde netto-loon tot een maximum bedrag van 8.— per dag,, alsmede op vervoer voor rijksrekening van hun woon- of verblijfplaats naar de plaats, waar het onderzoek wordt gehouden, en terug, indien de afstand tussen be doelde plaatsen meer dan vijf km. be draagt. Deze bepaling geldt met terug werkende kracht tot 1 Januari 1948. onder de zeeën grote hoeveelheden van deze begeerde grondstof aanwe zig zijn. Of de exploitatie hiervan mo gelijk is voor zover ze op grote diepte liggen is een kwestie van technische ontwikkeling. Wy willen hier niet spreken over de diepzeemonsters, over de veelvul dige wezens, die zich aan de hoge wa terdruk aangepast hebben en die blijkbaar tot in de diepste diepten le ven. Deze wezens, wier schaduwen over de reusachtigste kerkhoven ter >uf wereld glijden, totdat hun cadavers zelf een van deze zelf een nietig steentje tot de groei van deze kerkhoven zullen bijdragen, dze monsters zijn de spoken aer diep zee. De ontdekkers, die dit leven eens zullen onthullen, kunnen de mens heid en de wetenschap nog vele ver rassingen bereiden. De bewering, dat er op de aardbol geen witte plekken meer bestaan, gaat alleen op voor de werelddelen, aoch de reusachtige kerkhoven der diepzee zyn nog steeds onbekend en ondoorgrond. N.C.R.V.-wfaiter- programma bekend. De N.C.R.V. heeft voor de komen de winter haar programma bekend gemaakt. In dit programma wordt speciale aandacht geschonken aan de kerkmuziek. Er komt een rubriek „Hoogtepunten van kerkmuziek" met opnamen van grote koren uit de ka thedralen als Westminster Abdey, Dom van Bremen, St. Giles Edin burgh, Saint Pierre Genève, enz. Voorts komt er een serie „Bybel en muziek", een reeks uitzendingen ge vrijd aan het Psalter 1949 van ds. Hasper, een rubriek „Op de orgel- bank", uitvoeringen van Anthems v. H&ndel en een volledige radio-uit voering van Bach's Mattheus-Pas- sion. Ook staan op het programma 'n Bartok-herdenking, een Ravel-cyclus en een Verdi-herdenking. Wat de luisterspelen betreft komt er o.a. een bewerking van het boek „De prijs der vrijheid" van H. Sturm. Op het gebied van de ontspanning zal weer een aantal steravonden wor den gegeven, die echter geheel nieuw worden opgezet. Onder de titel: „De Gilde viert" wordt n.l. elke week een gezellige avond gewijd aan een be roep or bedrijf. Dan zijn er wedstrij den onder de titel „Over en Weer", een wedstrijd voor luisteraars ten ba te van de kankerbestrijding, enz. Zweeds schip liep op een mij'n. Minstens tien personen zyn om het leven gekomen, doordat een schip van een Zweedse maatschappij in de Aland zee op een mijn liep, aldus is te Stockholm medegedeeld. Zes overlevenden werden door een vissersboot opgepikt en naar een zie kenhuis te Stockholm overgebracht. Twaalf personen worden vermist. De ramp gebeurde Donderdag. De passagiers waren Baltische vluchte lingen. was in het bezit van een Franse graaf. Nu copiëren meesters nooit hun eigen werk, zodat een van de drie de echte Van Dijck naoet zijn. De an dere zijn of copieën gemaakt door zyn leerlingen in de 17e eeuw, of pro ducten van een nieuw Han van Mee geren drama. De Australische kunst kenners achten dit laatste echter on waarschijnlijk, hetgeen natuurlijk nauwelijks een bewijs is, want hoe- velen hebben zich niet door de pro ducten van wijlen Han van Meegeren in de luren laten leggen. De Australische Van Dijck is op de volgende wijze naar het vrjfde we relddeel gekomen: de vader van ma kelaar Dunlop kocht het stuk in En geland op een veiling van de verza meling van een generaal Wauchope. Overtuigd als hij was, dat hij voor een krats (500 gulden) een 17e eeuws meesterwerk op de kop had getikt, hield hij echter styf zijn kaken op elkaar en praatte er met niemand over. Zijn Australische zoon is echter niet zo terughoudend geweest. Hij heeft zijn doek grondig laten onder zoeken en is gaan delven naar de herkomst. Daarby bleek, dat het huis NA TWEE MA; NA DRIE MAANDEfv Ijöo' Het is langzamerhand wel duide lijk geworden dat Joego-Slavië in de strijd tussen Amerika en Rusland om de macht niets liever wenst dan neutraal te blijven. Maar dan een neutraliteit met een bepaald accent. In de Veiligheidsraad vorige week bv. heeft de Joego-Slavische verte genwoordiger, Bebler, zwygend naai de polemiek tussen Oost en West geluisterd. Zodra het echter om de vertegenwoordiging van China ging, onderbrak dr. Bebler zijn zwijgen en ondersteunde nadrukkelijk Mao-Tse- toengs toelating tot de Veiligheids raad. De hoop dat Mao zich nog eens tot een „tweede Tito" zou ont wikkelen, heeft men in Belgrado nog steeds niet opgegeven. Joego slavië wil niet in een conflict tus sen Washington en MoskoiT betrok ken worden, maar het verlangt ook niet naar een zege van het Krem lin. Zijn neutraliteit is derhalve door drenkt van welwillendheid zover als dat kan t tegenover het Wes ten. Er gaan thans wel geruchten dat Tito toenadering tot Moskou zoekt (of andersom?); men zegt zelfs dat hij geheime samenkomsten heeft met Cominform-prominenten op een der vele eilandjes in de Adriatische Zee. Zijn terugkeer als berouwvolle „ver loren zoon" zou echter wel aan be paalde voorwaarden gebonden zijn. Het is altijd mogelijk dat geruchten een grond van betrouwbaarheid hebben, maar het wil iedere waarne mer toch wel voorkomen dat Mos kou Joego-Slavië's dwaling nog wel wil vergeven, maar dat Tito onder geen beding vergiffenis zal worden geschonken: hy is tenslotte de be lichaming van een nationaal-commu- nisme. En Tito zelf is oud en wijs genoeg geworden in de Kremlin- methoden om te weten wat een te rugkeer naar Moskou voor hem kan betekenen Tito moest uit de boycot van de Cominform-landen de consequenties trekken. Zijn land. dat economisch op het Oosten was ingesteld, diende plotseling handelsbetrekkingen met het Westen aan te knopen. Het vijf jarenplan van Belgrado, opgebouwd op het idee van industrialisatie door import van machines, was na het uit- I vallen van leveranciers als Tsjecho- Slowakije in zijn uitvoering bedreigd. De productie van de kopermijnen te Bor een der belangrijkste devie- zenbronnen bv. loopt thans sterk achteruit, omdat de reparaties der machines, om nog maar niet te spre ken van vervanging door nieuwe te wensen overlaat. De droogte heeft de vooruitzichten van de graanexport dit jaar grotendeels te niet gedaan. In October, zo zijn sommige berekenin gen, zit Joego-Slavië met zijn devie zenpot totaal aan de grond. Nu is echter de toestand de laatste tijd wel enigszins ontspannen door het Duits-Joego-Slavische handelsaccoord. waarbij de Joego-Slaven een crediet op korte termijn van 35 millioen dol lar verleend wordt, en door een nieuw crediet van 15 millioen dollar op lange termijn van de Amerikaanse Export- Import-Bank. Misschien zal de Inter nationale Bank. welker president mr. Black kort geleden een bezoek heeft gebracht aan Belgrado in haar Sep- tember-zitting eveneens een crediet verlenen. Bovendien is het gelukt tot een economisch accoord te komen met Oostenrijk. Wat haast nog belangrijker is dan het voorkomen van de uitputting van de deviezenreserve, zijn de structuur veranderingen van de communistische economie in Joego-Slavië zelf. Het be treft hier de decentralisatie van het bestuur, de veranderingen van de be- drijfswetten in de industrie en het stopzetten van de collectieverings koers in de landbouw. De hoge kosten van de bureaucratie der geleide economie dwongen tot de uiterste bezuiniging. In de twee jaar sinds de breuk met Moskou is Tito een weg gegaan die hem steeds verder van zijn vroegere voorbeeld verwijderd heeft. Hii kan niet meer terug, zelfs al zou het Krem lin tot een verzoening bereid zijn. Hij kan alleen maar hopen, dat zich in de wereld steeds duidelijker een „derde front" zal vormen, waartoe thans reeds Nehroe, morgen misschien Mao en vertegenwoordigers van andere lan den, behoren die genoeg hebben van de rivaliteit tussen beide wereldmach ten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 5