Een drijvende stad bevaart
de
oceanen
ALL THE KINGS MEN
Er is voor twee maanden leeftocht
voor 1500 personen aan boord
r
100.000 KATTEN VERDEDIGEN
EEN ZUIDZEE-EÏLAND
liiemand wil er wonen
DE EER VAN DE „KAL00T"
WERD GERED
ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1950
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Zeventig duizend eieren, drie duizend blikjes baby-
voedsel en 175 verschillende dranken. Civiele dienst
waakt over het wel en wee van passagiers en bemanning
ROTTERDAM, September. Een kleine 1000 passagiers reizen met
het vlaggeschip van de Koninklijke Rotterdamse Lloyd, de „Willem
Ruys" van Indonesië naar Nederland. Wij treffen ze aan, als we van
Southampton naar Rotterdam meevaren, in alle delen van het schip, dat
rustig ztfn weg zoekt door Het Kanaal langs de Engelse kost, waar de
krijtrotsen In de zon liggen te blikkeren en door het Nauw van Calais
en de Noordzee, die zich langzamerhand in een ondoordringbaar duister,
waardoorheen slechts de verre lichtjes van de vuurschepen en van voor
bijgaande vaartuigen pieken, hullen.
Drie weken zijn zij reeds aan boord, al deze passagiers, die door de
gangen dwalen; die over de dekken wandelen of zich daar in gemakke
lijke stoelen uitstrekken; die in het koele water van het zwembassin dui
ken of op een rustig plekje aan een lessenaar zitten te schrijven; die zich
in hun hut voorbereiden op de aanstaande debarkatie die in de grote
salons converseren of er een kaartje leggen; die aan de bar een verfris
sende dronk gebruiken enZij allen geven zich vol vertrouwen aan de
goede zorgen van kapitein en bemanning over evenals op vorige reizen
ontelbare anderen dat gedaan hadden en zoals op andere schepen, die
de oceanen bevaren, leder rustig zijn tijd passeert In de veilige weten
schap, dat hij feilloos op de plaats van bestemming zal aankomen en dat
het hem aan niets ontbreken zal.
rolmopsen te wachten op hun onder
gang in de kelen van hen, die een
vrolijke avond gehad hebben met rij
kelijk alcohol. Ook voor haring is
gezorgd; 250 blikken met elk 60
stuks haringfilet.
BLIKJES.
Men vindt op de „Willem Ruys"
alles op het gebied van groenten en
verse vruchten, voor zover zij al
thans op een bepaald ogenblik te
krijgen zijn. Er waren op de laatste
reis 7000 k 8000 kg. appelen aan
boord, 1200 ingeblikte bloemkolen,
1600 blikken van 5 kg. tomatenpu
ree, heel veel komkommers in blik,
13000 blikken compöte, 2000 kg. jam
behalve de 500 kg. oranjemarme
lade. Voorts een paar honderd kg.
honing, 80.000 theeballetjes, 2000 kg.
koffie. 7000 kg. suiker, 16.000 kg.
tarwemeel, 7000 kg. rjjst, 3.500 kg.
erwten en bonen en 60.000 a 70.000
kg. aardappelen.
Van zuivelproducten was het
schip trouwens ook goed voorzien:
9000 kg. boter en vetten, 2000 kg.
kaas, 45.000 blikjes melk en 1000 kg.
melkpoeder, gelijkstaande met nog
eens 8000 kg. melk. De babies be
hoeven ook niet van honger om té
komen er zijn wel eens een paar
honderd kinderen aan boord want
voor hen zijn er 3000 blikjes baby-
voedsel. Uit 1000 blikkenbiscüits valt
voorts heel wat uit te delen.
NEGENTIG DUIZEND
BORRELTJES.
Van de dranken is het bier het
belangrijkst. Als de trossen van de
Willem Ruys" in Rotterdam wor
den losgemaakt, zijn er een paar
honderd vaten en tienduizenden fles
sen bier aan boord om dorstige ke
len te laven. De 31.000 flessen limo
nade en overeenkomstige dranken
zijn ook geen peuleschilletje. En 1500
flessen champagne zijn stellig vol
doende om op gezette tijden de
feestvreugde van fuifende passa
giers te verhogen.
Een borrel behoeft men op de lan-
;e zeereis evenmin te ontberen. Uit
Ie 36 hl. jenever, die aan boord ge
sjouwd wordt, kunnen er 90.000 ge
schonken worden.
LIJSTJE!
Het is merkwaardig te horen, wat
de heer Moussault allemaal op zijn
lijstje heeft staan. Er zijn 15 ver
schillende soorten lepels op het
schip, tezamen 9.386 stuks; 648 hors
d'oeuvre-bakjes; 7.317 vorken in ver-
De grote passagiersschepen zijn
drijvende hotels; het zijn zich ver
plaatsende steden met het gehele
ingewikkelde, maatschappelijke ra
derwerk, dat alle moderne gemeen
schappen eigen is. Ook op deze sche
pen de Willem Ruys" met onge
veer 1000 passagiers en 500 koppen
bemanning zyn rangen en stan
den, een eerste, tweede en derde
klasse. Doch alle verblijven zijn
smaakvol en comfortabel ingericht,
in de eerste klasse de grote salons
zelfs met een zekere luxe en artis
ticiteit en aan niemand ontbreekt
het nodige. Ieder krygt zyn natje en
zijn droogje op tijd, de diongos
het Indonesische bedienende perso-
Ruim 1500 kostgangers.
Dageljjks bevaren de reus
achtige Nederlandse passa
giersschepen de wereldzeeën.
Wie wel eens zo'n schip be
keken heeft, weet dat het drij
vende luxe-hotels zijn, waarin
men zonder gids verdwaalt.
Gedurende de reis moeten de
talrijke passagiers en de be
manning - dagelijks verzorgd
worden. Dat wil zeggen, dat
er enorme voorraden voedsel,
eetgerei, linnengoed en aller
hande artikelen meegenomen
moeten worden.
Daarvoor zorgt de civiele
dienst. Wat er bij deze dienst
omgaat, heeft onze speciale
verslaggever gezien aan boord
van de „Willem Ruys" en in
de voorraadkamers op de wal
van dé Koninklijke Rotterdam
se Lloyd in Rotterdam. In
enkele xrtikelen geeft hij zijn
bevindingen weer.
neel staan klaar om hulp te bie
den; men kan zich aan boord ver
maken met sport of spelletjes, kort
om de scheepvaartmaatschappijen
beijveren zich om het hun gasten
gedurende de overtocht zo aange
naam mogelijk te maken.
VIJFTIEN HONDERD BEDDEN
,.Je maakt zelr je bed maar op",
zegt de huismoeder in een normaal
gezin tegen haar opgroeiende doch
ter, „en je steekt je handen ook
maar eens uit de mouwen om het
huishouden te beredderen". De heer
Moussault. hoofd van de civiele
dienst van de Rotterd. Lloyd zegt
dat niet tot zijn gasten. Die maken
hun bedden niet op: die verrichten
geen huishoudelijk werk.
Per dag moeten op de „Willem
Ruys" circa 1500 bedden worden op
gemaakt en moet voor 1500 mensen
gekookt, gebakken en gebraden
worden. De huisvrouw stapt des Za
terdags naar de kruidenier en haalt
er haar boodschappen voor een week.
Maar schepen als de „Willem
Ruys" moeten alle proviand en alle
ingrediënten voor de maaltijden voor
een reis heen en terug naar Indo
nesië dat is voor twee maanden
meenemen.
Men moet er niet mis over den
ken, wat er allemaal vóór het ver
trek van het schip in de proviand-
ruimen wordt opgeslagen. Alleen al
wat de levensmiddelen betreft, zijn
dat 400 artikelen. De „Willem Ruys"
neemt 20 ton, dat is dus 20.000 kg.
rundvlees mee voor een heen- en
terugreis. De gewoonte om elders te
provianderen Destaat tegenwoordig
niet meer. In Nederland wordt het
schip van het nodige voorzien en
alleen, wanneer in een van de aan
loophavens primeurs te krijgen zijn,
die men de verwende passagiers
graag wil voorzetten, worden deze
in het buitenland gekocht. Trou
wens. de Lloyd heeft zelf genoeg
buitenlandse artikelen in voorraad,
zo bijvoorbeeld 175 verschillende
•soorten dranken.
PASSAGIERS MET EEN KATER.
Met de laatste reis van de „Wil
lem Ruys" gingen 1% millioen siga
retten mee en 30.000 sigaren. Wild
en gevogelte is er te kust en te keur
te krijgen. Alleen al 1200 braadkip
pen voeren mee het zeegat uit. AÜe
vleeswaren, die er zijn, zijn op het
schip aanwezig, van „sterven op
straat" een boordterm voor cer-
velaatworst af tot lekkere carbo-
naatjes van de hals toe.
Men beschikt over alle soorten
vlees en visconserven en bij het
vertrek van het schip liggen... 5000'
schillende soorten; 13.500 glazen
van allerlei model: 9050 borden;
8000 koppen met bijpassende scho
tels; in de keuken 130 pannen van
alle maten en soorten; 150.000 pa
pieren servetjes; 60.480 papieren
taartrandjes; 47.000 onbedrukte me
nukaarten, 600 blikjes schoensmeer
en men permittere ons 210.000
meter closetpapier. Als de „Willem
Ruys" daarlangs moest varen met
een snelheid van 22 mijl per uur,
zou hij 5 k 6 uur nodig hebben
Tenslote om het beeld volledig te
maken: wat zegt men van 125.000
stuks linnengoed in 84 soorten, van
40 km. tijk en van ongeveer 3500 de
kens die gezamenlijk een oppervlak
te beslaan van I's ha?
Dat alles geldt nog maar één
schip. Een grote scheepvaartmaat
schappij heeft er echter meer in de
vaart: passagiersschepen, -vracht
schepen en vrachtschepen met pas-
sagiersaccomodatie
(Van een medewerker).
De Franse koloniale autoriteiten in Tahiti bieden een eiland ten ge
schenke aan. Het ligt op enkele kilometers afstand van Tahiti en is een
klein Zuidzeeparadijs, geschikt om alle wensen te vervullen van degenen,
die genoeg hebben van de wereld. Bovendien biedt het eiland alles wat
noodzakelijk is om er een vruchtbare copra-plantage aan te leggen.
KATTEN IMPORT.
Eep Fransman, die dit bericht
Toch heeft men tot nog toe geen
liefhebber voor dit geschenk kunnen
vinden. Niet eens inboorlingen wo
nen er op dit idyllische plekje. Waar
om? De reden hiervoor klinkt erg
vreemd en is zeker enig in de we
reld: 100.000 katten verdedigen dit
eiland en ieder, die het waagt er
een voet op te zetten, dreigt ver-
scheurd te worden. De katten zijn
de heersers over dit eiland en voor
lopig weet niemand raad, hoe ze er
af te krijgen.
RATTEN.
Het is niet de eerste keer, dat dit
eiland ten geschenke aangeboden
wordt. Vroeger, reeds tientallen ja
ren geleden, was er echter een an
dere reden voor. Van een met copra
beladen en van ratten wemelende
vrachtboot waren enige van deze
knaagdieren aan land gezwommen,
toen het schip voor het eiland het
anker liet vallen om met de inboor
lingen ruilhandel te drijven. Ratten
waren destijds nog onbekend op het
eiland en de inboorlingen letten ver
der niet op de vreemde knaagdieren
tot het op een dag te* laat was.
De ratten, die er uitstekende levens
voorwaarden hadden gevonden, be
gonnen zich snel te vermeerderen;
niets was meer voor hen veilig en
alle pogingen van de inboorlingen
om zich van hun ongewenste indrin
gers te ontdoen, bleven vergeefs. Er
bleef hun niets anders over dan hun
schamele have te pakken en naar
een ander eiland te' verhuizen. Hét
'eiland Was verlaten.
De Franse autoriteiten namen de
zaak in de hand en zonden enige
expedities uit, die de stryd met ae
knaagdieren moesten aanbinden.
Maar ook deze mislukten. Er scheen
geen middel te bestaan om het eiland
van zijn plaag te bevrijden. Toen
bood men het eenvoudigweg ten ge
schenke aan voor diegene, die de
ratten zou verdrijven.
las, bezat weliswaar geen fluit, zo
als de historische rattenvanger van
Hanieln, maar hij had wèl een ander
goed idee: hy* importeerde zonder
aarzelen 500 katten. Hij wreef zich
al in de handen bij de gedachte, op
zo'n eenvoudige manier goedkoop
aan eén heel eiland te zijn gekomen.
Want de katten stelden zijn hoop
niet teleur; na enkele weken hadden
ze reeds een geweldige opruiming
fehouden .onder de ratten. Ook /oor
e katten was het eiland een para
dijs. waarin ze naar hartelust hun
vleeshonger konden stillen.
De Fransman vestigde zich op het
eiland en begon een copra-plantage,
die zich prachtig ontwikkelde. Een
tijd lang ging alles goed. Maar toen
werden de ratten steeds schaarser
en de katten steeds talrijker. Al gauw
was er op het hele eiland geen vo
gel meer te bekennen geen en
kel ander diér dan katten. Niets
wasmeer voor hen veilig. Ze hiel
den opruiming in de provisiekamer
van.de Franse planter, ze klommen
aan boord van. voor anker liggende
schepen en het kwam zo ver, dat de
Fransman niet meer uit zijn huis
kon gaan zonder geweer in de hand,
omdat de katten hem aanvielen, zo
dra ze hem in het oog kregen. De
inboorlingen, die met de Fransman
teruggekeerd waren, vluchtten voor
de tweede maal van hun iiu door
k&tten bedreigd paradijs. Tenslotte
Verdween ook de Fransman, omdat
hjj de uitgaven voor de munitie, die
hij nodig nad om ook maar een ge
deelte van de katten dood te schie
ten, niet meer kon betalen.
VERWILDERD.
Sindsdien zijn tientallen jaren
voorbij gegaan. De katten verwil
derden steeds meer en werden ten
slotte echte kleine roofdieren. Bo-
Barend Zwerfmans op speurtocht onder Borssele.
De nazomer kenmerkt zich vaak door schone dagen, buitengewoon ge
schikt tot het ondernemen van een speurtochtje, omdat het drukkend
warme van de echte zomerdagen als onaangename factor \s weggevallen.
Zwerfmans verheugde zich al bij voorbaat op zo'n uitgezochte dag, toen
hy op de vooravond van een beraamde tocht naar de Kaloot, de wonder
schone avondhemel bestudeerde.
Wat een teleurstelling, toen de daaropvolgende morgen de hemel „dicht
zat als een pot", een miezerig bultje daaraan een waarschuwing schee*
toe te voegen en zo van een volvoering van het plan niets scheen te kun
nen komen.
Toch, de regen zette niet door; een
goed zwerver kan bovendien tegen
een buitje en daar de eer van onze
Kaloot op het spel stond bevond
Zwerfmans (de tocht verliep met
sprongen) zich enkele uren later,
wel nat. maar nog ganselijk niet
doorweekt, op de strekdam, die de
Zuidzijde van de Kaloot begrenst. In
afwachting van de vriend, die langs
andere weg, daar eveneens hoopte
aan te komen. En... die inderdaad
ook kw&m.
Ook al om de eer van ons enig en
beroemd schorreduinterrein. waar
over ergens in ons vaderland volgens
mijn medezwerver, iemand voor een
geleerd gezelschap had beweerd, dat
er slechts een 15-tal planten zou
voorkomen.
Dat konden wij niet op ons laten
zitten en hoewel bleek, dat reeds in
Juli een ander tweetal van dit ter
rein een 25-tal planten had genoemd,
scheen het ons toe, dat wjj (het ter
rein kennende) daar nog wel een
aantal aan toe konden voegen.
Voor wie de Kaloot niet kent, moet
ik even vertellen, dat dit terrein
ligt in de nabyheid van het dorp
Borssele, dat het bestaat uit een uit
gestrekte schorre, waartoe de zee
toegang heeft door enkele diepe kre
ken, terwijl de Westzyde wordt be
schermd door een rij van lage duin-
tjes. De laatste worden echter door
de sterke aanvechting van het voor
terrein zelve met ondergang be
dreigd.
Er zijn slechts enkele toegangswe
gen, die bij hoog water kunnen wor
den afgesneden door verraderlijk
langs de dijk stromend vloedwater.
De hoog- en laagwatertabel moet er
dus aan te pas komen, wil men de
juiste tijd van een bezoek bepalen.
vendien werden ze steeds talryker,
hoewel ze niet allen meer voedsel
vonden en elkaar opvraten. Volgens
de schattingen leven er tegenwoor
dig niet minder dan 100.000 katten
op de weinige vierkante kilometers
van dit Zuidzee-paradys.
Iedereen, die nog getracht heeft
het geschenk ondanks de katten aan
te nemen en Heer van het Eiland te
worden, heeft reeds by de landing
of hoogstens enige dagen later de
benen genomen. Want de 100.0Ó0
katten staan met alle middelen klaar
om hun eiland te verdedigen.
De kosten om ze uit te roeien
zouden zó hoog zijn, dat er nog nie
mand is komen opdagen, die er dit
voor over heeft. Het eiland biyft
dus onder de onbestreden heerschap-
py van de katten een klein para-
dys in de Zuidzee. Er worden nog
steeds liefhebbers gezocht voor dil
geschenk!
/-■-
V..
Een film, die drie onderscheidingen kreeg
In de wereld van de film is de „Oscar" byzonder belangryk: een gou
den beeldje, waarvan er ieder Jaar een aantal uitgereikt worden door
de Academy of Motion Pictures als hoogste onderscheiding voor pres
taties op het gebied der film. Nu is het wel zo, dat buitenlandse fUms vry
zelden naar deze onderscheidingen met een „Oscar" de Academy
Award kunnen meedingen, maar ook al blyft deze jaarlijkse bekro
ning een Amerikaans onderonsje: van enige betekenis is ze toch zeker,
al zou het alleen maar zyn omdat ze tussen t vele kaf aan Amerikaanse
films een handjevol koren aanwyst. Eén film heeft het zelfs bestaan
drie ,,Oscars" In de wacht te slepen: „All the king's men". Ze werd al-
dan door demagogische redevoeringen,
blijft enigszirxs duister. Groter zou de
kracht van deze film geweest zijn,
wanneer zij zich niet tot een algemene
aanval op de dictatuur bepaald had,
doch duidelijk had weten te maken te
gen welke methoden van dictatoriale
machtsmisbruik de democratie zich
y moet wapenen en met welke middelen.
Het hoofdthema van de film wordt bo
vendien wat vertroebeld door enkele
waarmee hy de verkiezingsstrijd be- bijkomstige intriges (het gezinsleven
gon, blijken geweken te zijn voor per- van Willie Stark en zijn vriendschap
soonlijke eerzucht en behoelte aan l™'
macht. En hij ontwikkelt een terreur,
waarvan hij tenslotte zelf het slacht
offer wordt: een kogel maakt een eind
aan zijn glorie.
Om haar tendenz mag „All the king'
met een journalist, die zichzelf en de
klasse, waaruit hij voortkomt met
Starks politiek te gronde richt). De
motieven en innerlijke conflicten blij
ven hier uiterst vaag en daardoor krij
gen de verschillende karakters in de
ons wel bijzonder sympathiek fifm niet steeds voldoende gestalte,
zijn: zij wil waarschuwen tegen de ex- Al deze critiek neemt niet weg dat
cessen van de democratie, wanneer All the king's men", die deze maand
persoonlijke eerzucht het streven voor haar Nederlandse première beleeft, ze-
het algemeen belang gaat overwoeke- ker aandacht verdient. Een werkelijk
ren. In de uitwerking van deze ten- grootse film. zoals „Fietsendieven"
lereerst bekroond als de beste film van 1949 en ontving bovendien nog twee denz echter is de maker van de film die voor ons toch in elk geval de beste
Academy Awards voor de beste manneUike hoofdrol van dat jaar en eniger™ate steken. Waarin de füm Van vele jaren blijft is „AU
j corruptie schuilt, waaraan de eertijds the lane's men" niet maar in vele on-
voor de beste vrouweiyke byrol. En in deze reeks van bekroningen valt trouwhartige politicus Willie Stark derdSen vertoont M uitSnderlijke
ook nog te vermelden, dat „Ail the king's men" een verfilming is van zjch,schuldig maakt, wordt hier kwaliteiten. Behalve de zo al niet gaaf
slechts in het vage aangeduid. In welk uitgewerkte dan toch zeker uiterst
opzicht hij de kiezers bedriegt, behalve sympathieke tendentie valt hier vooral
op de bijzonder imponerende, alles
een roman van Robert Penn Warren, die er een Pulitzerprys mee won.
„All the king's men" is een film,
die aanzienlyk boven de middelmaat
uitsteekt. Ze werd heel vakkundig
en klaarbiykelijk dikwyls ook met
frote bezetenheid gemaakt door Ro
ert Rossen, die hierin een pleidooi
wil voeren tegen de dictatuur. Hét
verhaal is voor een groot deel aan
de fantasie ontsproten, maar in zijn
algemene lynen herkent men toch,
dat het geïnspireerd moet zyn op de
gebeurtenissen, die nog niet zo heel
lang. geleden plaats vonden in Flori
da, waar de gouverneur Huey Long
de democratie om zeep bracht en na
een tyd van terreur als slachtoffer
viel van zyn eigen dictatuur.
Hoofdfiguur In „AU the king's
men" is Willie Stark, een dorpspoliti
cus, die tegen alle politieke geïntrigeer
in naar een rechtvaardiger sociaal be
stuur streeft. In de verkiezingsstrijd
wordt hij door zijn tegenstanders ver
slagen. Maar Willie Stark geeft de
strijd niet op en na enige jaren werpt
hij zich weer op als candidaat in de
verkiezingen. Maar hij heeft de tac
tiek van zijn tegenstanders leren ken
nen. en hij bestrijdt hen nu met gelij
ke middelen. Zijn zuivere idealen
staan nog maar vaag op de achter
grond en voor corruptie deinst ook
Stark niet meer terug om aan de
macht te komen. Wanneer hij eenmaal
gewonnen en't tot gouvem. van zyn
staat gebracht heeft, dan heeft hij dat
wel te danken aan de kiezersmassa.
overheersende vertolking, die Brode-
rick Crawford als Willie Stark ten
beste geeft: keihard, raak genuanceerd
en met telkens toch ook weer voor
treffelijke menselijke accenten. Voor
deze hoofdrol won hij een „Oscar";
Mercedes MacCambridge won de hare
voor de beste vrouwelijke bijrol van
1949. in een messcherpe typering van
een politieke intrigante. En behalve
deze beide spelers verdient ook John
Ireland genoemd te worden, die in de
rol van de journalist die met zijn
geloof in Willie Stark alles op één
kaart gezet heeft vrijwel steeds be
klemmend overtuigend weet te zijn.
Naast hen komen er in de film ver
schillende figuren voor, die door 'n on
voldoende behandeling misplaatst wer
den en in de sentimenteel-romantische
hoek terecht kwamen (vrijwel alle fi
guren. die met het persoonlijke leven
van Stark in verband staan), maar
over het algemeen heeft regisseur Ro
bert Rossen toch een bijzonder krach
tige, realistische spelregie weten te be
reiken: op het stuk van massa-regie
toont hij hier verbluffende staaltjes en
aan de figuur van Willie Stark als po
liticus heeft hij. dank zij deze massa
regie. een voortreffelyk relief weten te
verlenen.
Wanneer u verder nog weet, dat
„AU the king's men" mede gesteund
wordt door een uitzonderlijk goed ver
zorgde, zeer realistische fotografie, die
soms een overrompelende dramatische
werking heeft, dan zal het u duidelijk
Mercedes MacCambridge, John Ireland en Broderiek Crawford in de film feworden dat u bier met een film
sa is in feite door hem verraden en
bedrogen. Zijn oprechte bedoelingen.
„All the king's men."
te doen heeft, die u geenszins moogt
missen. LONG-SHOT.
Die tabel was ons zo gunstig, dat
we graag een regenbuitje riskeer
den.
Met de plantennotities verliep het
uitnemend. Vóór myn kameraad ver
scheen stonden reeds 15 planten te
boek voor de kleine schor, links van
de strekdam, een plekje met weinig
zand en veel slik, de vegetatie van
het duinterreintje rechts zou genoeg
opleveren om ons het beruchte getal
te doen overschrijden.
Intussen verandert de hemel, er
komen lichte plekken in het grauw.
Gaan de donkere er daardoor meer
dreigend uitzien? Een feit is. dat bo
ven Vlissingen een looderyze lucht
hangt, die weinig goeds belooft.
Eenmaal tezamen laten we geen
gras groeien over onze plannen, al
vertoeven we nog even bij de strek
dam en stuiten daar op verrassingen
van aangename aard. Daar staat een
moerasandoorn, maar als ik hem van
naby bezie biykt het... de bastaard
tussen moeras- en bosandoorn,
een plant met. de gesteelde bladeren
van de éne soort en de lila bloemen
van de andere.
EEN ZONNEBLOEM
En daareen zonnebloem te
midden van zyn zoutminnende vrien
den. Ja, werkeiyk, de sterke stengel
wortelend in dat gedeelte tussen
dyk en schor, waar zyn voet gere
geld door zout water wordt over
spoeld.
Daar ga ik patent op vragen. Zit
men nletrte springen om planten, die
de eerste laren als gewas op een
p is ingepolderd gebiedTn cultuur kun
nen worden gebracht? Heb ik daar
zo maar een nieuw vóórgewas ont
dekt? Als hier in de rommelige slik-
rand zonnebloemen kunnen opgroei
en, zuUen ze het waarschyniyk zéker
doen in bewerkte grond. Byna droom
ik al van een stroom van octrooi-
gelden vloeiende via het bureau Wal-
straat. Om van te watertanden.
Van water gesproken, de Vlissin-
fer bui (een andere!) nadert zien
erogen en er vallen al weer drop
pels. We zullen ons moeten haasten
om ons werk af te krygen. Toch bly-
ven we nog even staan by een paar
zaaddragende bietenplanten. Ver
wilderd? Of echt wild? Is dat mis
schien de zeebiet, de oorsprong van
onze suikerbiet? We noteren hem,
niet voor de schor maar voor de
strekdam, en trekken langs een om
weg de eigeniyke Kaloot op.
ZEEDISTEL
Het meest interesseert ons het zan
dige gedeelte, waar we inderdaad
telkens naar ons notitieboekje moe
ten grypen. De blauwe zeedistel (wat
is Zeeland toch rijk) is er nog niet
verdwenen; ook de duinwinde vin
den we er terug. Zeepostelein heeft
er zich gehandhaafd en ook de
bleek-lila zeeraket heeft er zich ge
nesteld.
Prachtig ziet men de hoogtever-
schillenafgebeeld in de plantensoor
ten, die zich om elkaar groeperen.
Planten, die het op een bepaalde
plaats naar hun zin hebben over
heersen; sommige soorten bezetten
zulk een terreintje zonder ook maar
een enkele mededinger. Tussen vege
taties van bietentarwegras, strand-
tarwegras en ronde rus treffen we
echter ook allerlei binnengeslopen
materiaal, vaak slechts by heel
nauwkeurig speuren. Daar is het
heel kleine vlasachtige plantje, het
feelhartje (Linum catharcticum).
Ir staat ook al duinsterretjesmos en
heel gelukkig zyn we een laag groen
gevalletje te kunnen aanduiden als
„de eerste boomgroei". 't Is nog niet
veel meer dan een kiemplant en het
is een iepensoort, maar welke
En dan moeten we vluchten, want
de bui is eindeiyk doorgekomen. Al3
we hollend de dyk bereiken, waar
we vergeefs pogen te schuilen, min
dert hy even plotseling en zien we
't ergste langs ons schuiven.
Dat we nog eens terugkeren legt
ons geen windeieren; langzaam
breekt de lucht, 't zonnetje komt, in
secten gaan zich vertonen; we van
gen een paar vrij zeldzame sprink
haantjes, wier namen nog gecontro
leerd worden, een byzonder lieven
heersbeestje wordt als „oogvlekken-
lievenheersbeestje" herkend, we
zien een haas over de schorre vluch
ten, begluren een paar wiekende kie
kendieven en begeven ons tot ver
trek naar de dijk met het drievoud
van het gewraakte plantenaantal op
onze notitielyst vastgesteld.
Als buitenkansje prykt daarop ook
een fraaie rose schermbloem, nog
zonder naam, die thuis de Koriander
blykt te wezen, met z.z.z. in de flora
gemerkt; de plant, waarvan het zaad
in de Bybel met het Manna wordt
vergeleken. Een echt adventief dus.
Zo ls de eer van de Kaloot dan
weer gered. De nu krachtige zonne-
schyn beloont ons voor onze vast
houdendheid, door onze jassen onder
handen te nemen en zo komt Zwerf
mans, reeds nat by 't vertrek, toch
nog „droge thuis".
Barend Zwerfmans.