Een drijvende stad bevaart de oceanen ALL THE KINGS MEN Er is voor twee maanden leeftocht voor 1500 personen aan boord r 100.000 KATTEN VERDEDIGEN EEN ZUIDZEE-EÏLAND liiemand wil er wonen DE EER VAN DE „KAL00T" WERD GERED ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1950 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Zeventig duizend eieren, drie duizend blikjes baby- voedsel en 175 verschillende dranken. Civiele dienst waakt over het wel en wee van passagiers en bemanning ROTTERDAM, September. Een kleine 1000 passagiers reizen met het vlaggeschip van de Koninklijke Rotterdamse Lloyd, de „Willem Ruys" van Indonesië naar Nederland. Wij treffen ze aan, als we van Southampton naar Rotterdam meevaren, in alle delen van het schip, dat rustig ztfn weg zoekt door Het Kanaal langs de Engelse kost, waar de krijtrotsen In de zon liggen te blikkeren en door het Nauw van Calais en de Noordzee, die zich langzamerhand in een ondoordringbaar duister, waardoorheen slechts de verre lichtjes van de vuurschepen en van voor bijgaande vaartuigen pieken, hullen. Drie weken zijn zij reeds aan boord, al deze passagiers, die door de gangen dwalen; die over de dekken wandelen of zich daar in gemakke lijke stoelen uitstrekken; die in het koele water van het zwembassin dui ken of op een rustig plekje aan een lessenaar zitten te schrijven; die zich in hun hut voorbereiden op de aanstaande debarkatie die in de grote salons converseren of er een kaartje leggen; die aan de bar een verfris sende dronk gebruiken enZij allen geven zich vol vertrouwen aan de goede zorgen van kapitein en bemanning over evenals op vorige reizen ontelbare anderen dat gedaan hadden en zoals op andere schepen, die de oceanen bevaren, leder rustig zijn tijd passeert In de veilige weten schap, dat hij feilloos op de plaats van bestemming zal aankomen en dat het hem aan niets ontbreken zal. rolmopsen te wachten op hun onder gang in de kelen van hen, die een vrolijke avond gehad hebben met rij kelijk alcohol. Ook voor haring is gezorgd; 250 blikken met elk 60 stuks haringfilet. BLIKJES. Men vindt op de „Willem Ruys" alles op het gebied van groenten en verse vruchten, voor zover zij al thans op een bepaald ogenblik te krijgen zijn. Er waren op de laatste reis 7000 k 8000 kg. appelen aan boord, 1200 ingeblikte bloemkolen, 1600 blikken van 5 kg. tomatenpu ree, heel veel komkommers in blik, 13000 blikken compöte, 2000 kg. jam behalve de 500 kg. oranjemarme lade. Voorts een paar honderd kg. honing, 80.000 theeballetjes, 2000 kg. koffie. 7000 kg. suiker, 16.000 kg. tarwemeel, 7000 kg. rjjst, 3.500 kg. erwten en bonen en 60.000 a 70.000 kg. aardappelen. Van zuivelproducten was het schip trouwens ook goed voorzien: 9000 kg. boter en vetten, 2000 kg. kaas, 45.000 blikjes melk en 1000 kg. melkpoeder, gelijkstaande met nog eens 8000 kg. melk. De babies be hoeven ook niet van honger om té komen er zijn wel eens een paar honderd kinderen aan boord want voor hen zijn er 3000 blikjes baby- voedsel. Uit 1000 blikkenbiscüits valt voorts heel wat uit te delen. NEGENTIG DUIZEND BORRELTJES. Van de dranken is het bier het belangrijkst. Als de trossen van de Willem Ruys" in Rotterdam wor den losgemaakt, zijn er een paar honderd vaten en tienduizenden fles sen bier aan boord om dorstige ke len te laven. De 31.000 flessen limo nade en overeenkomstige dranken zijn ook geen peuleschilletje. En 1500 flessen champagne zijn stellig vol doende om op gezette tijden de feestvreugde van fuifende passa giers te verhogen. Een borrel behoeft men op de lan- ;e zeereis evenmin te ontberen. Uit Ie 36 hl. jenever, die aan boord ge sjouwd wordt, kunnen er 90.000 ge schonken worden. LIJSTJE! Het is merkwaardig te horen, wat de heer Moussault allemaal op zijn lijstje heeft staan. Er zijn 15 ver schillende soorten lepels op het schip, tezamen 9.386 stuks; 648 hors d'oeuvre-bakjes; 7.317 vorken in ver- De grote passagiersschepen zijn drijvende hotels; het zijn zich ver plaatsende steden met het gehele ingewikkelde, maatschappelijke ra derwerk, dat alle moderne gemeen schappen eigen is. Ook op deze sche pen de Willem Ruys" met onge veer 1000 passagiers en 500 koppen bemanning zyn rangen en stan den, een eerste, tweede en derde klasse. Doch alle verblijven zijn smaakvol en comfortabel ingericht, in de eerste klasse de grote salons zelfs met een zekere luxe en artis ticiteit en aan niemand ontbreekt het nodige. Ieder krygt zyn natje en zijn droogje op tijd, de diongos het Indonesische bedienende perso- Ruim 1500 kostgangers. Dageljjks bevaren de reus achtige Nederlandse passa giersschepen de wereldzeeën. Wie wel eens zo'n schip be keken heeft, weet dat het drij vende luxe-hotels zijn, waarin men zonder gids verdwaalt. Gedurende de reis moeten de talrijke passagiers en de be manning - dagelijks verzorgd worden. Dat wil zeggen, dat er enorme voorraden voedsel, eetgerei, linnengoed en aller hande artikelen meegenomen moeten worden. Daarvoor zorgt de civiele dienst. Wat er bij deze dienst omgaat, heeft onze speciale verslaggever gezien aan boord van de „Willem Ruys" en in de voorraadkamers op de wal van dé Koninklijke Rotterdam se Lloyd in Rotterdam. In enkele xrtikelen geeft hij zijn bevindingen weer. neel staan klaar om hulp te bie den; men kan zich aan boord ver maken met sport of spelletjes, kort om de scheepvaartmaatschappijen beijveren zich om het hun gasten gedurende de overtocht zo aange naam mogelijk te maken. VIJFTIEN HONDERD BEDDEN ,.Je maakt zelr je bed maar op", zegt de huismoeder in een normaal gezin tegen haar opgroeiende doch ter, „en je steekt je handen ook maar eens uit de mouwen om het huishouden te beredderen". De heer Moussault. hoofd van de civiele dienst van de Rotterd. Lloyd zegt dat niet tot zijn gasten. Die maken hun bedden niet op: die verrichten geen huishoudelijk werk. Per dag moeten op de „Willem Ruys" circa 1500 bedden worden op gemaakt en moet voor 1500 mensen gekookt, gebakken en gebraden worden. De huisvrouw stapt des Za terdags naar de kruidenier en haalt er haar boodschappen voor een week. Maar schepen als de „Willem Ruys" moeten alle proviand en alle ingrediënten voor de maaltijden voor een reis heen en terug naar Indo nesië dat is voor twee maanden meenemen. Men moet er niet mis over den ken, wat er allemaal vóór het ver trek van het schip in de proviand- ruimen wordt opgeslagen. Alleen al wat de levensmiddelen betreft, zijn dat 400 artikelen. De „Willem Ruys" neemt 20 ton, dat is dus 20.000 kg. rundvlees mee voor een heen- en terugreis. De gewoonte om elders te provianderen Destaat tegenwoordig niet meer. In Nederland wordt het schip van het nodige voorzien en alleen, wanneer in een van de aan loophavens primeurs te krijgen zijn, die men de verwende passagiers graag wil voorzetten, worden deze in het buitenland gekocht. Trou wens. de Lloyd heeft zelf genoeg buitenlandse artikelen in voorraad, zo bijvoorbeeld 175 verschillende •soorten dranken. PASSAGIERS MET EEN KATER. Met de laatste reis van de „Wil lem Ruys" gingen 1% millioen siga retten mee en 30.000 sigaren. Wild en gevogelte is er te kust en te keur te krijgen. Alleen al 1200 braadkip pen voeren mee het zeegat uit. AÜe vleeswaren, die er zijn, zijn op het schip aanwezig, van „sterven op straat" een boordterm voor cer- velaatworst af tot lekkere carbo- naatjes van de hals toe. Men beschikt over alle soorten vlees en visconserven en bij het vertrek van het schip liggen... 5000' schillende soorten; 13.500 glazen van allerlei model: 9050 borden; 8000 koppen met bijpassende scho tels; in de keuken 130 pannen van alle maten en soorten; 150.000 pa pieren servetjes; 60.480 papieren taartrandjes; 47.000 onbedrukte me nukaarten, 600 blikjes schoensmeer en men permittere ons 210.000 meter closetpapier. Als de „Willem Ruys" daarlangs moest varen met een snelheid van 22 mijl per uur, zou hij 5 k 6 uur nodig hebben Tenslote om het beeld volledig te maken: wat zegt men van 125.000 stuks linnengoed in 84 soorten, van 40 km. tijk en van ongeveer 3500 de kens die gezamenlijk een oppervlak te beslaan van I's ha? Dat alles geldt nog maar één schip. Een grote scheepvaartmaat schappij heeft er echter meer in de vaart: passagiersschepen, -vracht schepen en vrachtschepen met pas- sagiersaccomodatie (Van een medewerker). De Franse koloniale autoriteiten in Tahiti bieden een eiland ten ge schenke aan. Het ligt op enkele kilometers afstand van Tahiti en is een klein Zuidzeeparadijs, geschikt om alle wensen te vervullen van degenen, die genoeg hebben van de wereld. Bovendien biedt het eiland alles wat noodzakelijk is om er een vruchtbare copra-plantage aan te leggen. KATTEN IMPORT. Eep Fransman, die dit bericht Toch heeft men tot nog toe geen liefhebber voor dit geschenk kunnen vinden. Niet eens inboorlingen wo nen er op dit idyllische plekje. Waar om? De reden hiervoor klinkt erg vreemd en is zeker enig in de we reld: 100.000 katten verdedigen dit eiland en ieder, die het waagt er een voet op te zetten, dreigt ver- scheurd te worden. De katten zijn de heersers over dit eiland en voor lopig weet niemand raad, hoe ze er af te krijgen. RATTEN. Het is niet de eerste keer, dat dit eiland ten geschenke aangeboden wordt. Vroeger, reeds tientallen ja ren geleden, was er echter een an dere reden voor. Van een met copra beladen en van ratten wemelende vrachtboot waren enige van deze knaagdieren aan land gezwommen, toen het schip voor het eiland het anker liet vallen om met de inboor lingen ruilhandel te drijven. Ratten waren destijds nog onbekend op het eiland en de inboorlingen letten ver der niet op de vreemde knaagdieren tot het op een dag te* laat was. De ratten, die er uitstekende levens voorwaarden hadden gevonden, be gonnen zich snel te vermeerderen; niets was meer voor hen veilig en alle pogingen van de inboorlingen om zich van hun ongewenste indrin gers te ontdoen, bleven vergeefs. Er bleef hun niets anders over dan hun schamele have te pakken en naar een ander eiland te' verhuizen. Hét 'eiland Was verlaten. De Franse autoriteiten namen de zaak in de hand en zonden enige expedities uit, die de stryd met ae knaagdieren moesten aanbinden. Maar ook deze mislukten. Er scheen geen middel te bestaan om het eiland van zijn plaag te bevrijden. Toen bood men het eenvoudigweg ten ge schenke aan voor diegene, die de ratten zou verdrijven. las, bezat weliswaar geen fluit, zo als de historische rattenvanger van Hanieln, maar hij had wèl een ander goed idee: hy* importeerde zonder aarzelen 500 katten. Hij wreef zich al in de handen bij de gedachte, op zo'n eenvoudige manier goedkoop aan eén heel eiland te zijn gekomen. Want de katten stelden zijn hoop niet teleur; na enkele weken hadden ze reeds een geweldige opruiming fehouden .onder de ratten. Ook /oor e katten was het eiland een para dijs. waarin ze naar hartelust hun vleeshonger konden stillen. De Fransman vestigde zich op het eiland en begon een copra-plantage, die zich prachtig ontwikkelde. Een tijd lang ging alles goed. Maar toen werden de ratten steeds schaarser en de katten steeds talrijker. Al gauw was er op het hele eiland geen vo gel meer te bekennen geen en kel ander diér dan katten. Niets wasmeer voor hen veilig. Ze hiel den opruiming in de provisiekamer van.de Franse planter, ze klommen aan boord van. voor anker liggende schepen en het kwam zo ver, dat de Fransman niet meer uit zijn huis kon gaan zonder geweer in de hand, omdat de katten hem aanvielen, zo dra ze hem in het oog kregen. De inboorlingen, die met de Fransman teruggekeerd waren, vluchtten voor de tweede maal van hun iiu door k&tten bedreigd paradijs. Tenslotte Verdween ook de Fransman, omdat hjj de uitgaven voor de munitie, die hij nodig nad om ook maar een ge deelte van de katten dood te schie ten, niet meer kon betalen. VERWILDERD. Sindsdien zijn tientallen jaren voorbij gegaan. De katten verwil derden steeds meer en werden ten slotte echte kleine roofdieren. Bo- Barend Zwerfmans op speurtocht onder Borssele. De nazomer kenmerkt zich vaak door schone dagen, buitengewoon ge schikt tot het ondernemen van een speurtochtje, omdat het drukkend warme van de echte zomerdagen als onaangename factor \s weggevallen. Zwerfmans verheugde zich al bij voorbaat op zo'n uitgezochte dag, toen hy op de vooravond van een beraamde tocht naar de Kaloot, de wonder schone avondhemel bestudeerde. Wat een teleurstelling, toen de daaropvolgende morgen de hemel „dicht zat als een pot", een miezerig bultje daaraan een waarschuwing schee* toe te voegen en zo van een volvoering van het plan niets scheen te kun nen komen. Toch, de regen zette niet door; een goed zwerver kan bovendien tegen een buitje en daar de eer van onze Kaloot op het spel stond bevond Zwerfmans (de tocht verliep met sprongen) zich enkele uren later, wel nat. maar nog ganselijk niet doorweekt, op de strekdam, die de Zuidzijde van de Kaloot begrenst. In afwachting van de vriend, die langs andere weg, daar eveneens hoopte aan te komen. En... die inderdaad ook kw&m. Ook al om de eer van ons enig en beroemd schorreduinterrein. waar over ergens in ons vaderland volgens mijn medezwerver, iemand voor een geleerd gezelschap had beweerd, dat er slechts een 15-tal planten zou voorkomen. Dat konden wij niet op ons laten zitten en hoewel bleek, dat reeds in Juli een ander tweetal van dit ter rein een 25-tal planten had genoemd, scheen het ons toe, dat wjj (het ter rein kennende) daar nog wel een aantal aan toe konden voegen. Voor wie de Kaloot niet kent, moet ik even vertellen, dat dit terrein ligt in de nabyheid van het dorp Borssele, dat het bestaat uit een uit gestrekte schorre, waartoe de zee toegang heeft door enkele diepe kre ken, terwijl de Westzyde wordt be schermd door een rij van lage duin- tjes. De laatste worden echter door de sterke aanvechting van het voor terrein zelve met ondergang be dreigd. Er zijn slechts enkele toegangswe gen, die bij hoog water kunnen wor den afgesneden door verraderlijk langs de dijk stromend vloedwater. De hoog- en laagwatertabel moet er dus aan te pas komen, wil men de juiste tijd van een bezoek bepalen. vendien werden ze steeds talryker, hoewel ze niet allen meer voedsel vonden en elkaar opvraten. Volgens de schattingen leven er tegenwoor dig niet minder dan 100.000 katten op de weinige vierkante kilometers van dit Zuidzee-paradys. Iedereen, die nog getracht heeft het geschenk ondanks de katten aan te nemen en Heer van het Eiland te worden, heeft reeds by de landing of hoogstens enige dagen later de benen genomen. Want de 100.0Ó0 katten staan met alle middelen klaar om hun eiland te verdedigen. De kosten om ze uit te roeien zouden zó hoog zijn, dat er nog nie mand is komen opdagen, die er dit voor over heeft. Het eiland biyft dus onder de onbestreden heerschap- py van de katten een klein para- dys in de Zuidzee. Er worden nog steeds liefhebbers gezocht voor dil geschenk! /-■- V.. Een film, die drie onderscheidingen kreeg In de wereld van de film is de „Oscar" byzonder belangryk: een gou den beeldje, waarvan er ieder Jaar een aantal uitgereikt worden door de Academy of Motion Pictures als hoogste onderscheiding voor pres taties op het gebied der film. Nu is het wel zo, dat buitenlandse fUms vry zelden naar deze onderscheidingen met een „Oscar" de Academy Award kunnen meedingen, maar ook al blyft deze jaarlijkse bekro ning een Amerikaans onderonsje: van enige betekenis is ze toch zeker, al zou het alleen maar zyn omdat ze tussen t vele kaf aan Amerikaanse films een handjevol koren aanwyst. Eén film heeft het zelfs bestaan drie ,,Oscars" In de wacht te slepen: „All the king's men". Ze werd al- dan door demagogische redevoeringen, blijft enigszirxs duister. Groter zou de kracht van deze film geweest zijn, wanneer zij zich niet tot een algemene aanval op de dictatuur bepaald had, doch duidelijk had weten te maken te gen welke methoden van dictatoriale machtsmisbruik de democratie zich y moet wapenen en met welke middelen. Het hoofdthema van de film wordt bo vendien wat vertroebeld door enkele waarmee hy de verkiezingsstrijd be- bijkomstige intriges (het gezinsleven gon, blijken geweken te zijn voor per- van Willie Stark en zijn vriendschap soonlijke eerzucht en behoelte aan l™' macht. En hij ontwikkelt een terreur, waarvan hij tenslotte zelf het slacht offer wordt: een kogel maakt een eind aan zijn glorie. Om haar tendenz mag „All the king' met een journalist, die zichzelf en de klasse, waaruit hij voortkomt met Starks politiek te gronde richt). De motieven en innerlijke conflicten blij ven hier uiterst vaag en daardoor krij gen de verschillende karakters in de ons wel bijzonder sympathiek fifm niet steeds voldoende gestalte, zijn: zij wil waarschuwen tegen de ex- Al deze critiek neemt niet weg dat cessen van de democratie, wanneer All the king's men", die deze maand persoonlijke eerzucht het streven voor haar Nederlandse première beleeft, ze- het algemeen belang gaat overwoeke- ker aandacht verdient. Een werkelijk ren. In de uitwerking van deze ten- grootse film. zoals „Fietsendieven" lereerst bekroond als de beste film van 1949 en ontving bovendien nog twee denz echter is de maker van de film die voor ons toch in elk geval de beste Academy Awards voor de beste manneUike hoofdrol van dat jaar en eniger™ate steken. Waarin de füm Van vele jaren blijft is „AU j corruptie schuilt, waaraan de eertijds the lane's men" niet maar in vele on- voor de beste vrouweiyke byrol. En in deze reeks van bekroningen valt trouwhartige politicus Willie Stark derdSen vertoont M uitSnderlijke ook nog te vermelden, dat „Ail the king's men" een verfilming is van zjch,schuldig maakt, wordt hier kwaliteiten. Behalve de zo al niet gaaf slechts in het vage aangeduid. In welk uitgewerkte dan toch zeker uiterst opzicht hij de kiezers bedriegt, behalve sympathieke tendentie valt hier vooral op de bijzonder imponerende, alles een roman van Robert Penn Warren, die er een Pulitzerprys mee won. „All the king's men" is een film, die aanzienlyk boven de middelmaat uitsteekt. Ze werd heel vakkundig en klaarbiykelijk dikwyls ook met frote bezetenheid gemaakt door Ro ert Rossen, die hierin een pleidooi wil voeren tegen de dictatuur. Hét verhaal is voor een groot deel aan de fantasie ontsproten, maar in zijn algemene lynen herkent men toch, dat het geïnspireerd moet zyn op de gebeurtenissen, die nog niet zo heel lang. geleden plaats vonden in Flori da, waar de gouverneur Huey Long de democratie om zeep bracht en na een tyd van terreur als slachtoffer viel van zyn eigen dictatuur. Hoofdfiguur In „AU the king's men" is Willie Stark, een dorpspoliti cus, die tegen alle politieke geïntrigeer in naar een rechtvaardiger sociaal be stuur streeft. In de verkiezingsstrijd wordt hij door zijn tegenstanders ver slagen. Maar Willie Stark geeft de strijd niet op en na enige jaren werpt hij zich weer op als candidaat in de verkiezingen. Maar hij heeft de tac tiek van zijn tegenstanders leren ken nen. en hij bestrijdt hen nu met gelij ke middelen. Zijn zuivere idealen staan nog maar vaag op de achter grond en voor corruptie deinst ook Stark niet meer terug om aan de macht te komen. Wanneer hij eenmaal gewonnen en't tot gouvem. van zyn staat gebracht heeft, dan heeft hij dat wel te danken aan de kiezersmassa. overheersende vertolking, die Brode- rick Crawford als Willie Stark ten beste geeft: keihard, raak genuanceerd en met telkens toch ook weer voor treffelijke menselijke accenten. Voor deze hoofdrol won hij een „Oscar"; Mercedes MacCambridge won de hare voor de beste vrouwelijke bijrol van 1949. in een messcherpe typering van een politieke intrigante. En behalve deze beide spelers verdient ook John Ireland genoemd te worden, die in de rol van de journalist die met zijn geloof in Willie Stark alles op één kaart gezet heeft vrijwel steeds be klemmend overtuigend weet te zijn. Naast hen komen er in de film ver schillende figuren voor, die door 'n on voldoende behandeling misplaatst wer den en in de sentimenteel-romantische hoek terecht kwamen (vrijwel alle fi guren. die met het persoonlijke leven van Stark in verband staan), maar over het algemeen heeft regisseur Ro bert Rossen toch een bijzonder krach tige, realistische spelregie weten te be reiken: op het stuk van massa-regie toont hij hier verbluffende staaltjes en aan de figuur van Willie Stark als po liticus heeft hij. dank zij deze massa regie. een voortreffelyk relief weten te verlenen. Wanneer u verder nog weet, dat „AU the king's men" mede gesteund wordt door een uitzonderlijk goed ver zorgde, zeer realistische fotografie, die soms een overrompelende dramatische werking heeft, dan zal het u duidelijk Mercedes MacCambridge, John Ireland en Broderiek Crawford in de film feworden dat u bier met een film sa is in feite door hem verraden en bedrogen. Zijn oprechte bedoelingen. „All the king's men." te doen heeft, die u geenszins moogt missen. LONG-SHOT. Die tabel was ons zo gunstig, dat we graag een regenbuitje riskeer den. Met de plantennotities verliep het uitnemend. Vóór myn kameraad ver scheen stonden reeds 15 planten te boek voor de kleine schor, links van de strekdam, een plekje met weinig zand en veel slik, de vegetatie van het duinterreintje rechts zou genoeg opleveren om ons het beruchte getal te doen overschrijden. Intussen verandert de hemel, er komen lichte plekken in het grauw. Gaan de donkere er daardoor meer dreigend uitzien? Een feit is. dat bo ven Vlissingen een looderyze lucht hangt, die weinig goeds belooft. Eenmaal tezamen laten we geen gras groeien over onze plannen, al vertoeven we nog even bij de strek dam en stuiten daar op verrassingen van aangename aard. Daar staat een moerasandoorn, maar als ik hem van naby bezie biykt het... de bastaard tussen moeras- en bosandoorn, een plant met. de gesteelde bladeren van de éne soort en de lila bloemen van de andere. EEN ZONNEBLOEM En daareen zonnebloem te midden van zyn zoutminnende vrien den. Ja, werkeiyk, de sterke stengel wortelend in dat gedeelte tussen dyk en schor, waar zyn voet gere geld door zout water wordt over spoeld. Daar ga ik patent op vragen. Zit men nletrte springen om planten, die de eerste laren als gewas op een p is ingepolderd gebiedTn cultuur kun nen worden gebracht? Heb ik daar zo maar een nieuw vóórgewas ont dekt? Als hier in de rommelige slik- rand zonnebloemen kunnen opgroei en, zuUen ze het waarschyniyk zéker doen in bewerkte grond. Byna droom ik al van een stroom van octrooi- gelden vloeiende via het bureau Wal- straat. Om van te watertanden. Van water gesproken, de Vlissin- fer bui (een andere!) nadert zien erogen en er vallen al weer drop pels. We zullen ons moeten haasten om ons werk af te krygen. Toch bly- ven we nog even staan by een paar zaaddragende bietenplanten. Ver wilderd? Of echt wild? Is dat mis schien de zeebiet, de oorsprong van onze suikerbiet? We noteren hem, niet voor de schor maar voor de strekdam, en trekken langs een om weg de eigeniyke Kaloot op. ZEEDISTEL Het meest interesseert ons het zan dige gedeelte, waar we inderdaad telkens naar ons notitieboekje moe ten grypen. De blauwe zeedistel (wat is Zeeland toch rijk) is er nog niet verdwenen; ook de duinwinde vin den we er terug. Zeepostelein heeft er zich gehandhaafd en ook de bleek-lila zeeraket heeft er zich ge nesteld. Prachtig ziet men de hoogtever- schillenafgebeeld in de plantensoor ten, die zich om elkaar groeperen. Planten, die het op een bepaalde plaats naar hun zin hebben over heersen; sommige soorten bezetten zulk een terreintje zonder ook maar een enkele mededinger. Tussen vege taties van bietentarwegras, strand- tarwegras en ronde rus treffen we echter ook allerlei binnengeslopen materiaal, vaak slechts by heel nauwkeurig speuren. Daar is het heel kleine vlasachtige plantje, het feelhartje (Linum catharcticum). Ir staat ook al duinsterretjesmos en heel gelukkig zyn we een laag groen gevalletje te kunnen aanduiden als „de eerste boomgroei". 't Is nog niet veel meer dan een kiemplant en het is een iepensoort, maar welke En dan moeten we vluchten, want de bui is eindeiyk doorgekomen. Al3 we hollend de dyk bereiken, waar we vergeefs pogen te schuilen, min dert hy even plotseling en zien we 't ergste langs ons schuiven. Dat we nog eens terugkeren legt ons geen windeieren; langzaam breekt de lucht, 't zonnetje komt, in secten gaan zich vertonen; we van gen een paar vrij zeldzame sprink haantjes, wier namen nog gecontro leerd worden, een byzonder lieven heersbeestje wordt als „oogvlekken- lievenheersbeestje" herkend, we zien een haas over de schorre vluch ten, begluren een paar wiekende kie kendieven en begeven ons tot ver trek naar de dijk met het drievoud van het gewraakte plantenaantal op onze notitielyst vastgesteld. Als buitenkansje prykt daarop ook een fraaie rose schermbloem, nog zonder naam, die thuis de Koriander blykt te wezen, met z.z.z. in de flora gemerkt; de plant, waarvan het zaad in de Bybel met het Manna wordt vergeleken. Een echt adventief dus. Zo ls de eer van de Kaloot dan weer gered. De nu krachtige zonne- schyn beloont ons voor onze vast houdendheid, door onze jassen onder handen te nemen en zo komt Zwerf mans, reeds nat by 't vertrek, toch nog „droge thuis". Barend Zwerfmans.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 7