In de laatste minuut ontsnapt
aan liquidatie door de S.D.
Een volkslied, dat niet goed
te zingen is
JIMMY BROWN, sportheld
De spanning bleef tot het einde
Zeeuwse Almanak
Een gedwongen
Huwelijk
Belgen hebben moeilijkheden met
hm Brahanqonne
Ruslands zwakke
punten
WOENSDAG 13 SEPTEMBER 1950
PROVINCIALS ZEEUWSE COURANT
3
DE AVONTUREN VAN PAYNE BEST (Slot)
(Slot.)
Plotseling begon de evacuatie. Vrachtwagens vol geselecteerde ge
vangenen onder wie ook ons groepje reden over de Alpen naar het
Zuiden. Voorby Innsbrück stopten wfl bij het politie-opvoedingskamp
Keichenau. Dat betekende dat de politie hier zorgde voor de „opvoeding."
Do kribben zaten er vol wandluizen. De vertrekken stonken. De meeste
gevangenen schenen half verhongerde Fransen te zyn, die tot de Maquis
behoord hadden. Er waren Amerikaanse vliegers die erg slecht behandeld
waren. Er was ook een groep in lompen gehulde Franse partisanenmeis-
jes, waar echter nog genoeg leven in zat. Ze waren brutaal tegen de be
wakers en bespraken voortdurend ons uiterlijk. Met autobussen werden de
Schussnigs, de Blums en de Thyssens binnengebracht, met nog anderen,
die tegelijk met mij in Dachau geweest waren. Bij hen waren ook man
nen, vrouwen en kinderen uit Iiegensburg, die de enige overgeblevenen
waren na executies op grote schaal. De SS-officier Stiller zei ons dat wy
naar een hotel in het Italiaanse Tirol gebracht zouden worden om daar
te wachten „op de bevryding door onze eigen troepen."
Ik geloofde vriend Stiller niet; ik
had nl. gezien dat een zwarte truck
zich aan het einde van de colonne
had aangesloten. Hij bevatte een
peloton SD-mannen onder aanvoering
van luitenant Bader, die berucht was
als „liquidateur" van ongewenste ge
vangenen. Als wij inderdaad bevrijd
moesten worden, wat kwam hij dan
eigenlijk doen?
Op de Brennerpas bleef het con-
vooi een paar uur staan. De lucht
was bewolkt; overal schenen de ge
bouwen in puin te liggen. We ont
dekten later dat we op deze verla
ten plaats gestopt hadden omdat
onze bewakers op een luchtaanval
wachtten, want dat geschiedde daar
elke nacht. Gedurende de aanval
zouden we dan worden doodgescho
ten en onze dood zou geweten zijn
aan het bombardement door onze
eigen mensen. Gelukkig kwam er
geen luchtaanval.
Voorzover ik kon zien scheep de
SS-off icier Stiller onze voornaamste
kans te zyn om er levend af te ko
men. Hij was een wat schuchtere
kerel. Ik ging naar Schacht en
Thyssen, van onze groep de mannen
die over het meeste geld beschikten.
„Ik geloof dat nu de tijd is gekomen
voor een beetje omkoperij", zei ik.
Wij kwamen overeen Stiller een be
drag van honderduizend Zwitserse
francs aan te bieden, als hij ons vei
lig naar de Zwitserse grens zou bren
gen. De heren wilden echter niet
met mij meegaan om Stiller dit aan
bod te doen. De trucks reden door.
Bij het dorp Niederhof vjerd Von
Schussnig herkend door een Itali
aans partisaan, die dit rapporteer
de aan de plaatselijke verzetsleider,
dr. Ducia. We stopten buiten het
dorp en dr. Ducia kwam op ons af
om ons gastvrijheid aan te bieden.
Bader en Stiller aarzelden eerst,
doch daarna stemden ze toe. Zij wa
ren zelf ook hongerig en vermoeid,,
Wij werden allen in het hotel ge
propt dat omring was door wacht
posten, maar toen wij eenmaal bin
nen waren konden ze ons niet be
letten door het gebouw rond te
zwerven. Laat in de avond ging ik
naar de keuken en vond daar wat ik
gehoopt had te zullen vinden: er wa
ren daar twee SS-ers en ze waren
stomdronken. Eén van hen was in
het peloton van Bader, zijn ogen wa
ren glazig en hy zwaaide op zijn
benen.
„Kom bij my zitten, Herr Best",
stamelde hij, „we zullen „Bruder-
schaft" drinken." Plechtig vulde hij
twee wijnglazen en wij dronken elk
aar op Duitse wijze broederschap
HET IS NIET DE EERSTE!
De tijding, dat de Middelburgse ge
meenteraad op 18 September bijeen
zal komen in het gerestaureerde Stad
huis, deed ons in. een onbewaakt ogen
blik schrijven, dat dit de eerste ver
gadering wordt sedert 17 Mei 1940,
de zwarte dag van Middelburgs on
dergang.
En nu liggen daar de verwijten. Bij
onafzienbare reeksen. Wij zijn onna
denkend, wij missen de noodzakelijke
historische kennis, wij hebben onze
archieven niet in orde en dienen ieder
bericht, dat in de krant verschijnt
vooraf aan een nauwkeurig onderzoek
te onderwerpen. Wij lichten de mens
heid verkeerd voor en zouden meer èn
beter gebruik moeten maken van de
vele mogelijkheden om zelf grondig
voorgelicht te worden
Zo gaat het, als er een bericht in de
krant komt, dat niet volledig juist is.
Dat is een typisch Zeeuws verschijn
sel. Terwijl men elders in den lande
dan dikwijls zegt: Ze weten niet
beter, die pennelikkers, laat ze maar
tobbenof er onder elkaar een
gezellig brokje op los kankert, grijpt
men hier in Zeeland naar de telefoon
of klimt in de penhouder jzn laat de
verwijten linea recta neerdalen op het
hoofd der nederige krantenschrijvers.
Lazen ze de kranten maar wat min
der goed, mopperen we dan. En die
„ze" zijn dan de scharen abonné's.
Maar dat duurt meestal niet lang.
Want wat kan een krantenman zich
beter wensen dan een levend, zich nu
eens door spontane bijval, dan weer
door frisse critiek uitend medeleven
?net het merkwaardige, altijd precies
gevulde, altijd precies op tijd in de
brievenbus geschoven resultaat van
zijn zwoegen, dat dagblad heet.'
Ter zake! De gemeenteraad van
Middelburg is na de noodlottige 17de
Mei 1940 nog éénmaal bijeen geweest
in liet gothische stadhuis. Dat was op
de 17de Mei 1941. In de voormalige
Vierschaar, die met zeildoek en plan
ken provisorisch bruikbaar was ge
maakt.
Er viel een gewichtig besluit: het
besluit om Middelburgs schoonste
huis in oude glorie weer te doen her
rijzen.
Dank aan de velen, die ons op de
vingers tikten. Mogen zij bedenken,
dat ook journalisten mensen zijn en
dat niets menselijks hen vreemd is.
Ook het Zich vergissen niet.
toe. „Je bent. een beste vent Fritz",
zei ik. „ik zal een goed woordje
voor je doen als de geallieerden hier
komen." Hy begon te snoeven en
te pochen hoeveel Tommies hy voor
zijn rekening zou nemen eer zij hem
zelf te pakken zouden krygen. „Ja,
ik weet wel dat u mijn vriend bent
en my zou helpen als u in leven was."
BEVEL TOT EXECUTIE.
Hij haalde een papier uit zijn zak.
„Hier is het bevel voor uw executie.
Morgen zal het uw laatste dag zijn."
Hij wuifde met het papier voor' mijn
gezicht. Ik kon het niet goed lezen,
maar ik zag een lyst van namen,.
Het was een bevel van het hoofd
kwartier van de Sipo in Berlijn en
ik kon het volgende lezen: „De vol-
fende gevangenen mogen niet in
anden van de vijand vallen en
moeten zonodig geliquideerd wor
den." Ik zag de namen van Schuss
nig, Blum, Niemöller, Schacht, Fal-
kenhausen, Halder, Stevens en myn
eigen naam.
„Maar dat is onzin", zei ik. „Stil
ler zou zo gek niet zijn."
De dronken SS-er leefde weer op.
„Schiet ze allemaal neer. Pang,
pang, pang, allemaal koud maken,
da's het beste." Hij wriemelde aan
zijn pistoolholster, terwijl Fritz mij
aankeek en zei: „Ach wat, Stiller,
Bader heeft hier de teugels in han
den. Hij heeft al drie maanden ge
leden orders gekregen om jullie al
lemaal te liquideren en hij voert zijn
orders altijd uit. Nu, Herr Best, u
bent mijn vriend, nogmaals: „Bru-
derschaft."
Luister naar wat ik zal doen: mor
gen zullen jullie allen doodgescho
ten worden en daarna in brand ge
stoken. Ik weet wat het is, mensen
doodschieten met machinepistolen.
De helft van hen is niet - goed dood,
zodat er ook veel. van jullie niet
dood zullen zijn als We het bergho-
tel in brand steken, waar we jullie
straks heen brengen. Daarom moet
u dicht bij mij komen staan, dan zal
ik u door het hoofd schieten. Dat
is de beste manier om te sterven en
ik mis nooit."
„Heb je dat al vaak gedaan?"
vroeg ik. Fritz werd melancholiek:
„Mijn vrouw en kinderen hebben er
geen idee van. Ik heb er honderden
vermoord, misschien wel duizenden."
Mompelend wankelde hij de kamer
uit. Zyn compagnon zat nog steeds
met zyn pistool te spelen terwijl hij
lalde: ,,Pang pang, maak ze maar
af." Ik ging terug naar myn mede
gevangenen.
DE REDDING IS IN ZICHT.
Kolonel Von Bonin wachtte mij
glimlachend op: „Wy zijn gered,
Herr Best. De plaatselijke Duitse
commandant, generaal Von Vieting-
hof, is een oude kameraad van my
en ik heb een boodschap van hem
gekregen. Hy wenst geen wreedhe
den in het gebied van zijn troepen,
zegt hij en hij zal ons morgen solda
ten zenden." Dat scheen alles in het
reine te brengen en wy sliepen rus
tig die nacht. De volgende dag kwa
men vijftien bestofte Wehrmachtsol-
daten en een nogal geaffecteerd,
zelfbewust officiertje het dorp bin
nen marcheren: Vietinghofs „troe
pen om ons te ontzetten." Het hart
zonk mij in de schoenen. Bader en
zyn mannen zouden deze jonge of
ficier met zijn groepje spoedig op de
vlucht drijven.
Samen met Falkenhausen, Bonin
en Liedig ging ik op zoek naar Stil
ler. Wij hadden geluk, er waren geen
wachtposten in de buurt. ,,U moet
uw mensen gebruiken om Bader te
gen te houden", zei ik tegen Stiller.
„Het is in uw eigen belang". Hij
haalde zijn schouders op: „Gister
avond heeft Bader gedreigd ook mij
om zeep te helpen. Hy behoort tot
het speciale detachement van ma
joor Stavisky, dat niets anders doet
dan liquideren. Hij heeft orders u al
len te doden, ik kan hem niet tegen
houden."
Plotseling zei ik: „Dan nioet u
het commando aan mij overdragen,
dan zal ik hem tegenhouden." Hy
keek naar onze vastberaden gezich
ten; hy was alleen en wij waren
vastbesloten. Nerveus likte hij zijn
lippen en zei: ,,Ja, dat is goed." Er
was geen tijd te verliezen. Door het
raam konden wij Bader en zijn man
nen hun machine-pistolen gereed
zien maken terwijl zy in de richting
van het hotel keken. Wij spraken
tot de jonge officier die door gene
raal Von Vietinghof gezonden was.
Hy zag bleek en stamelde: „Maar ik
kan zo'n verantwoordelijkheid niet
nemen." Zyn blik ging naar Bader's
vrachtwagen en zijn groep beroeps
moordenaars.
Toen blafte kolonel Von Bonin:
„Dan zal ik als uw meerdere het
bevel van u overnemen. Richt die
twee machinegeweren op die truck."
De jonge luitenant verstarde, maar
de Duitse gewoonte om te gehoorza
men was sterker dan al het andere:
„Jawel overste." Hy schi'eeuwde een
bevel naaf zijn Wehrmachtsoldaten
en de twee lopen van de mitrailleurs
werden omgezwaaid in de richting
van Bader's truck.
DE MOED DER WANHOOP.
Von Bonin en ik liepen over het
kleine plein ,ik voelde mij alsof ik
naakt was en de dood nabij. „Laat
die wapens vallen", beval ik, „of
jullie zullen zelf neergeschoten wor
den." Tot mijn verrassing lieten Ba
der's mannen zonder te aarzelen hun
machinepistolen op de grond vallen.
De Italiaanse partisanen van dr. Du
cia, met hun rode halsdoeken, kwa
men uit de toekijkende dorpelingen
opduiken en raapten elk wapen op
dat op de keien viel. Bader kwam
op ons af met een a^kleurig gelaat:
„Herr Best, geeft u ons benzine, dan
zal ik weggaan met mijn mannen.
Wij zullen u niet meer lastig val
len." En dat deden ze ook niet. Vier
dagen later rukte de „S"-compagnie
van het tweede bataljon van het
339-ste Amerikaanse regiment infan
terie het dorp binnen en ontwapen
de de Duitse soldaten.
De arme kleine Kokorin, de neef
van Molotof. leefde niet lang genoeg
om de bevrijding te beleven. Met Ita-
Kolonel Bogislav von Bonin, vocht
met Rommel in Afrika en werd later
chef-operaties onder Guderian in
Hitlers hoofdkwartier.
liaanse partisanen was hy op zijn
eigen houtje over de bergen de vrij
heid tegemoet gegaan. Door zyn be
vroren voeten kreeg hij koudvuur.
Hij zou bij ons veilig geweest zyn,
maar zijn Russische opvattingen de
den hem dit anders zien.
EINDELIJK NAAR HUIS.
Op 22 Mei 194.5 werd ik, na een
paar dagen in een ziekenhuis gele
gen te hebben, in een vliegtuig ge
zet, richting Engeland. Ik voelde mij
plotseling ziek van zenuwen en
spanning. Ik ging naar een Enge
land dat ik niet kende. Ik zelf was
waarschijnlijk zo veranderd dat men
my niet meer zou herkennen. Ik
vroeg mezelf af of ik het recht had
om terug te gaan, ik had het gevoel
alsof ik op de verlieslijsten voor
kwam.
Maar toen wij het Kanaal over
staken, hing er een grote wolk bo
ven de Engelse kust en in die wolk
zag ik het gezicht van May, mijn
vrouw. En toen wist ik dat er ten
minste één mens op aarde naar my
verlangde en geduld met mij zou
hebben, terwijl ik.de strijd ging uit
vechten, die iedere terugkerende
vangene te strijden heeft.
de ge-
Feuilleton
door:
Mary Burchell
29
Dit was het huis van mensen, die
veel geld verdiend hadden en er van
hielden het uit te geven. Geen won
der dat ze ontzet waren geweest,
door het dilemma, waarvoor oom
Chad hen geplaatst had. En geen
wonder dat, teneinde het familiefor
tuin te behouden, elke oplossing, hoe
fantastisch ook, hun welkom was.
Behalve misschien Anthony, moes
ten ze een leven zonder geld onbe
staanbaar achten.
En toen, by de gedachte aan An-
thonj', keerde Teresa in de geest te
rug'naar het gesprek, dat ze juist
met hem gehouden had. Zij was bui
tengewoon eerlijk tegen hem ge
weest. Zo eerlijk, dat ze haar wangen
voelde gloeien, nu ze zich haar woor
den te binnen bracht. Het was
naïef en niet erg verstandig geweest
zo openhartig met een vreemde te
spreken. Hij leek, niettegenstaande
zyn makkelijke en vrolijke aard, geen
klikspaan maar men kon nooit
weten.
Stel je voor. dat hii iets van wat
ze gezegd had, aan Elliott verkoos
over te brengen.
Ze sprong ontzet op uit het lage
stoeltje, waar ze was gaan zitten en
ging naar de deur, met een onbe
stemd plan Anthony ergens te vinden
en hem te vragen haar in geen ge
val te verraden. Maar de onmoge
lijkheid van dit voornemen werd
haar, zodra zij het overdacht, duide
lijk. Besluiteloos stond ze midden in
de kamer, trachtend te vergeten, dat
Anthony met de beste bedoelingen
toch in ieder geval een toespeling
zou maken, al was het alleen om zyn
broer een zeker verantwoordelyk-
heidsgevoel in te prenten voor wat
hij ondernam.
Ik wens niet. dat Elliot het weet
Ik zou het eenvoudig niet kunnen
verdragen dat hij het wist, tenzij
Ze kwam niet toe aan de formule
ring, wanneer het wel te verdragen
zou zijn, dat Elliott van haar, lief de
wist, want op dat moment hoorde ze
voetstappen naderen door de gang.
Het moesten vrijwel zeker die van
Anthony zijn. En zonder een ogen
blik te aarzelen, rende ze naar de
deur en rukte die open.
Woorden en muziek kloppen niet helemaal.
(Van onze correspondent).
BRUSSEL, September. Vóór het begin van een voetbalwedstrijd tus
sen Nederland en België zingen alle Nederlanders het Wilhelmus mee.
De Belgen gaan voor him volkslied, de Brabangonne, staan, doch het
wordt vrijwel niet meegezongen. Dat verschil pleegt elk Belgisch sport
journalist te signaleren en hy doet daarbij van afgunst blijken. Inderdaad,
door niet mee te zingen missen de Belgen iets. Er is een tekort en het
wordt sterk gevoeld, wanneer by een massa de behoefte bestaat om aan
een allen verbindende emotie op collectieve wyze uiting te geven. Te
genover andere vólksliederen maakt het Belgische geen grote indruk.
Dat de Belg maar zo zelden zfjn volkslied meezingt, is te wtften èn aan
de melodie, èn aan de woorden.
Het mist het revolutionnaire élan van de Marseillaise, het heeft ook niet
de plechtige gedragenheid, die sterke innerlijke ontroering meebrengt,
van God Save the King of Wilhelmus.
De tekst van de oorspronkelijke
Brabangonne dateert uit de' dagen
van de Belgische Revolutie, waarin
de Brabanders een groot aandeel
hadden. Vandaar de naam: Braban
gonne. De melodie is van de Belgi
sche zanger Van Campenhout; de
woorden komen van een Frans to
neelspeler. Doch alle coupletten van
de oorspronkelijke tekst eindigen met
byzonaer onvriendelijke uitspraken
over het Huis van Oranje. Toen de
gemoederen wat bedaard waren,
stelde de staatsman Rogier derhal
ve een nieuwe tekst voor, die aan
vaard werd. Maar Rogier had met
zijn nieuwe woorden te weinig met
de muziek rekening gehouden. Rhyth-
me en accenten van de muziek van
Van Campenhout kloppen niet met
rhythme en accenten van Rogier.
Daarom is het heel moeilijk de
Brabangonne goed te zingen; het
vierde couplet is wel 't lastigst. Dit
vierde couplet echter kwam steeds
meer op de voorgrond, terwijl er
voortdurend aan de muziek werd ge
dokterd om het meezingen en spe-
"jker te maken. Minls-
en 1926 mi-
len gemakkelijker te m
ter Lippens, die in 1925
nister van onderwijs was, poogde
orde te schéppen en hy schreef de
openbare scholen voor by plechtig
heden het vierde couplet te gebrui
ken. Het episcopaat is de minister
gevolgd en verordineerde hetzelfde
voor de bijzondere scholen. Maar het
bleef moeilijk te zingen.
Er viel bovendien meer te doen.
Zolang de Vlamingen in de Belgi
sche staat tweede rangs burgers wa
ren, bestond er bij hen al heel wei
nig belangstelling voor de Braban
gonne. Er waren uiteenlopende ver
talingen, de een nog lelijker en ba
naler dan de ander. „Juicht Belgen,
juicht in vreugdevoll' accoorden" of
„O dierbaar België, edel land der
Belgen" die al even moeilijk te zin
gen waren als de Franse tekst.
Toen de Vlamingen de positie gin-
Sen innemen, waarop ze recht had-
en en de Vlaamse Beweging het
anti-Belgische standpunt overwon,
viel het samenzingen met de Walen
dubbel moeilijk, want de meeste
Vlaamse teksten hebben regels met
meer versvoeten dan de overeen
komstige Franse regels!
Nadat minister Lippens dus het
83. Er ontstond grote opwinding op de tribunes,
want, zo vroeg men zich af, wat ging er nu ge
beuren? Zette de aap de wedstrijd voort met dat
vrachtje op zyn rug? En zou hij het dan nog
kunnen bolwerken? Ondanks dat voorval met
het net lag Jimmy nog steeds een ronde voor,
maar zou hij dat kunnen blijven? Vol spanning
wachtte men af.
vierde en inderdaad beste couplet
voorrang had verleend, werd een
commissie benoemd van musicologen
en kenners van de Franse taal- en
letterkunde om twee teksten, een
Franse en een Nederlandse, te ma-
kep en een melodie vast te stellen,
dfe samenzingen mogelijk zou ma
ken en het einde zou betekenen van
veel verwarring. Die commissie werd
het eens over teksten, die in beide
landstalen evenveel versvoeten per
regel tellen, die beter met de melo
die overeenkomen dan wat tot dus
ver bestond en die niet te veel af
wijken van de tekst van Rogier.
Maar verschil met de woorden van
Rogier was er en dat was de oor
zaak, dat het probleem niet werd
opgelost. De uit het compromis ge
boren teksten werden aan de scho
len voorgeschreven (Pays d'honneur,
Belgique ma patrie O dierbaar
België, heilig land der vadren),
doch daarbij is het gebleven. De mi
nisterraad werd het niet eens en aan
het leger kwam men niet toe. Want
aan liberale kant (Rogier was één
van de voormannen van de liberale
partij geweest) wilde men niet, dat
aan de tekst van Rogier werd ge
raakt.
Soms probeert een Kamerlid of
Senator nog eens, of de minister
van Onderwijs aan de onenigheid
een einde wil maken. Het antwoord
luidt dan gewoonlijk, dat de zaak
nog „in studie" is. Daarom blijft
men de verwarring maar wegmoffe
len: het volkslied aan het muziek
corps overlaten en niet meezingen.
(Nadruk verboden).
Hij wil schoenpoetser of
minister worden.
Malino-studenten zoeken werk.
(Van onze Haagse redacteur).
De Indonesische regering betaalt
niet langer meer de studietoelage
voor de uit Indonesië afkomstige
studenten, die hier te lande aan uni
versiteiten en hogescholen hun op
leiding ontvangen.
Dat is niet erg prettig voor de
heren, want nu zullen zy hiin stu
die óf uit eigen middelen moeten
betalen, óf moeten terugkeren. Voor
een aantal dezer zogenaamde Mali
no-studenten bleef slechts dit laat
ste over. Met de „Willem Ruys" van
de Rotterdamse Lloyd vertrekken ei-
Dinsdag 35. Andere jongelui willen
kost wat het kost in Nederland blij
ven, maar zrj zullen dan zelf moeten
gaan verdienen om hun levensonder
houd en hun collegegelden te kun
nen betalen.
Dat zij daarvan niet afkerig zijn
en zich bereid tonen hun handen uit
de mouwen te steken, bewy'st een
advertentie, die wy in één der Haag
se bladen aantroffen, een teken des
tyds en een wrange schildering van
de situatie.
Een Malino-student zoekt werk
staat in deze annonce om studie
voort te zetten. Onverschillig wat,
van schoenpoetser tot minister.
De jongeman blijkt H.B.S. met
vijfjarige cursus genoten te hebben
en radio-techniek te hebben gestu
deerd. Zyn leeftijd is 29 jaar. En
dan volgt: Landaard: Nederlander.
Huidskleur bruin
Ook E.V.C. voor prijsstop.
De algemene raad van de E.V.C.
heeft aangekondigd een actie te ont
wikkelen tegen de prijsverhogingen
en voor het instellen van een prijs
stop.
Deze actie zal zich in 't bijzonder
richten tegen de huurverhoging, te
gen iedere belastingverhoging, voor
drastische vermindering van de mili
taire uitgaven en voor beknotting
van ondernemerswinsten.
„Anthony, kom alsjeblieft hier. Ik
moet je iets zeggen". Zrj fluisterde
dringend en hij ging ogenblikkelijk
naar haar toe.
„Teresea, wat is er Hy keek be
zorgd.
„Er iser is niets bijzonders.
Alleenje weet wat ik vanavond
zeizal je dat niet aan Elliot zegf
gen
„Aan Elüot zeggen? Natuurlijk
niet. Waarom dacht je dat Hij
fronste licht.
„Ik bedoel, zelfs niet wanneer je
meent dat het voor mijn bestwil zijn
zou; of zo".
„Lieve kind, het zou onmogelijk
voor je bestwil kunnen zijn", zei hij
droog. „Er is maar één mens, die
Elliott zou moeten zeggen dat ze
van hem houdt en dat ben jij
zelf. En als ik je een raad mag ge
ven, zeg jij het hem dan ook niet,
voor je er heel zeker van bent. dat
hij meer van jou houdt dan jij van
hem."
(Wordt vervolgd).
Het Wereldgebeuren
De koude oorlog tussen de beide
grote wereldmogendheden wordt in
de eerste plaats met informaties en
inlichtingen gevoerd. Toch biedt de
nuchtere werkelijkheid niet veel
plaats voor de romantische ideeën,
die het onderwerp vormen van vele
spionagefilms. Negen tiende van alle
inlichtingen, die een land over zijn
tegenstander verzamelt, wordt ver
kregen door nauwkeurig uitpluizen
van algemeen toegankelijk materi
aal, zoals officiële publicaties, kran
ten, technische tijdschriften e.d.
Maar de rollen zyn hier wel erg
ongelijk verdeeld: de Westelijke we
reld schijnt geen geheim te maken
van mededelingen betreffende sterk
te en uitrusting, terwijl de Sovjet-
Unie het degenen, wier taak het is
inlichtingen over haar te verzame
len, erg moeilijk maakt.
De officiële vertegenwoordigers
van de Geallieerden in Rusland le
ven onder strenge bewaking en vol
komen afgescheiden van het land
zelf. Zij beschikken niet meer, zoals
vóór de oorlog en tijdens de korte
periode van 19451947, over offi
ciële gegevens, mededelingen van
de commissariaten, statistieken, enz.
Ze mogen zelfs geen provincie-kran
ten meer kopen en het Russische
Staatsblad krygen buitenlandei's
niet meer in handen. In technische
tijdschriften, die in Moskou te krij
gen zyn, staat niets, waar ook maar
iets uit te halen zou zyn. Natuurlijk
worden ook in geen enkel blad be
richten gepubliceerd over de indu
striële ontwikkeling, de toestand
van de landbouw of cijfers over be
volkingsbewegingen. Het eigenlijke
gebied van de bewapening is hele
maal potdicht. En toch weten de
Amerikanen meer over Rusland dan
het Kremlin wil zelfs meer dan
het*beseft.
Ten eerste is het Uzeren Gordijn
niet zó dicht, of er druppelen voort
durend wel informaties doorheen.
Uit ontelbare berichten en infor
maties wordt door uiterst zorgvuldi-
fe berekeningen een betrouwbaar
eeld van de sterkte der Russen sa
mengesteld. - Amerikaanse deskundi
gen hebben o.a. uitgerekend dat de
Russische bevolking vorig jaar boven
de 200 millioen gekomen is. Op de
zelfde wijze is men tot de conclusie
gekomen, dat de staalproductie min
stens de 25 millioen ton moet heb
ben bereikt. De Sovjet-Unie produ
ceert per jaar 260 millioen ton ko
len, 75 80 milliard kilowattuur
electriciteit, 35 "millioen ton ruwe
olie. Dit betekent, dat de Russische
staalproductie ongeveer gelijk staat
met de Europese en dus een kwart
van de Amerikaanse bedraagt.
Toch zijn de Amerikanen er van
overtuigd, dat het Russische indu
striële potentieel tot nog toe hoog
stens een vijfde van het Amerikaan
se bedraagt.
In de oorlog met Duitsland moest
de Russische industrie uit de Oekra-
ine, het Donbekken en de omgeving
van Leningrad geëvacueerd worden.
Sindsdien zijn deze fabrieken nog
steeds niet teruggebracht en zij
zullen ook niet meer teruggebracht
worden. Mensen en machines blijven
waar ze zijn. De industriële weder
opbouw van de door de oorlog ver
woeste gebieden geschiedt slechts
zeer langzaam. Zestig percent van
de middelen van het Vijfjarenplan
worden besteed aan de nieuwe in
dustriecentra in Azië, dat reeds het
grootste gedeelte van de Europees-
Russische industrie opgeslokt heeft.
De grote steden ten Westen van de
Oeral hebben daardoor behalve
Moskou hun vroegere aantal in
woners niet meer bereikt. Witrus-
land is vrijwel ontvolkt en de bevol
king van de Oekraïne is gelijk geble
ven.
De Amerikaanse deskundigen ge
loven enige zwakke punten in de
Russische oorlogsberekeningen te
hebben ontdekt. Daar is ten eerste
het ontbreken van een verkeersnet,
dicht genoeg om het risico van
luchtaanvallen te kunnen verdragen,
Duitsland kon alleen daardoor zo
lang weerstand bieden aan de bom
bardementen, omdat het over een
fijnverdeeld net van spoorlijnen,
auto- en landwegen beschikte. Een
tweede probleem is de schaarste van
o.a. benzine en smeerolie. In hun olie
bronnen in eigen land hebben de
Russen zich sterk vergist. De pro
ductie loopt langzaam terug; vorig
jaar is er 6,9 minder geproduceerd
dan men geschat had. Met het oog op
de eisen van de gemotoriseerde oor
log, maar ook die van de gemotori
seerde landbouw, acht men dit ge
brek zeer belangrijk.
Dat de Russen de atoombom be
zitten, daarvan is de Amerikaanse
inlichtingendienst zeker. Wat de ver-
Vaardiging hiervan betreft, neemt
men aan, dat Rusland momenteel
tussen de 15 en 50 bommen bezit en
per maand tussen de 3 en 6 bommen
maakt.