Gouddorst Per fiets door Nederland KAPPIE eti «le Vliegende Betekenis der rijwiei zlpaden KLANKEN uit DE AETHER UIT PARIJS CeZwxCeta-SeWi HetotJfraMMan v!eJJuz*uvdkr DE „ZELFBEDIENINGSWINKEL" WERKT MET GROTE OMZET 4 'PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT MAANDAG 7 AUGUSTUS 1990 (Van onze Haagse redacteur). DEN HAAG, Augustus. Nederland telt stellig enige inillioenen fietsers. Precies kunnen wy u het getal niet vertellen, omdat de rywicl- belasting onzaliger nagedachtenis gelukkig niet meer bestaat. Maar zowel landgenoot als vreemdeling is het overduidelijk, dat de fiets te genwoordig het populairste en meest democratische vervoermiddel by uitnemendheid is. Hadtlfen dit onze sportieve ouders en grootouders van het einde der vorige eeuw met hun liefde en bewondering voor de blin kende vélocipède kunnen denken? De fiets is ook gedurende de va- cantie veler trouwe metgezel. Ook de spoorwegen kunnen daarvan mee spreken en het kost vele stations chefs heel wat hoofdbrekens, de massa fietsen, die ter verzending- worden aangeboden, te verwerken, hetzij in de bagagewagens der trei nen van de normale dienstregeling, hetzij in speciale rijwieltreinen, die de stalen rossen des nachts naar de plaats van bestemming hunner berij ders en eigenaars brengen, waar deze tochten gaan maken door dit mooie land, dat zo talrijke streken én plekjes kent, welke voor velen onzer volkomen onbekend terrein zijn. Bij de huidige verkeersintensiteit op de hoofdwegen, de aanzienlijke toeneming van het auto- en auto- busvervoer, zou van een genieten van de natuur door de uiteraard, zelfs wanneer zij met hulpmotoren toegerust zijn, langzamer rijwielen weinig terecht komen, indien er geen Erachtig rrjwielpadennet in ons land estond. Beseft iedere fietser, die zich zo licht en gemakkelijk oyer zulke welverzorgde paden beweegt, wel de betekenis en het nut van die rijwielpaden RIJWIELPADEN. Wij hebben het in deze vacantie- dagen nuttig geacht en ook wel in teressant voor de niet-fietsers (want die bestaan er heus ook nog!) ons licht op te steken bij de Kon. Ned. Toeristenbond A.N.W.B., die prach tige en terecht zo populaire organi satie, die zich op het stuk van het aanleggen van rijwielpaden een uit stekende naam en veler bijzondere sympathie verworven -heeft. Wist gij, dat reeds in 1890 het eerste rijwielpad in Nederland ont stónd, toen ae Gemeenteraad van Utrecht een der wandelpaden van de Maliebaan als rijwielpad aanwees voor die pioniers der rijwielsport, de vélocipedisten uit die dagen? In 1899 werd een proefvak van overheidswegen aangelegd langs de Rijksweg BredaTilburg. Maar het duurde tot 1906, totdat in Meppel de vereniging „Het Fietspad" ge sticht werd met het doel rijwielpa den ten algemenen nutte aan te leg gen en te onderhouden. Enige jaren bloeide deze Meppelse vereniging, om daarna ter ziele te gaan. In 1913 werd de vereniging „Gooi- en Eem- land" gesticht, die tot heden be staat en thans een net van 110 km. in beheer heeft. Maar tevoren had de A.N.W.B. zelf reeds rywielpaden aangelegd. Nu is die aanleg op zichzelf niet zo moeilijk, doch het komt op het goe de onderhoud aan, hetwelk dagelijks vakkundig toezicht vereist en snel herstel, wanneer zich oneffenheden in de weg voordoen. Dies gaf de A. N. W. B. na de oprichting van „Gooi en Eemland" de voorkeur aan streekrijwielpadverenigingen, Thans bestaat er in ons land een tiental van zulke bloeiende vereni gingen met in totaal 2000 km. rij wielpad in beheer. Het zijn, behalve de reeds genoemde: „Twenthe", „Noord-Veluwe", „Utrecht met Om streken", „Noord-Kennemerland", „Walcheren", „West-Veluwe", „Bond van Rywielpadverenigingen in Oos- telyk Gelderland", „Vereniging Rij wielpaden- in de Gelderse Achter hoek" en „Vereniging Rijwielpaden Zuid-Veluwe." WERKVERSCHAFFING. Tot 1930 heeft het particulier ini tiatief de stoot gegeven tot de op richting dezer verenigingen. In de vorm van een geschikte werkver schaffing heeft de overheid na 1930 steun aan dit mooie toeristische streven verleend. De provinciale be sturen zagen het eerst in, dat de particuliere verenigingen niet voor de staag stijgende lasten konden blijven opdraaien. De provincies Utrecht, Gelderland en Overijssel gingen op bescheiden wijze subsidie- DINSDAG. Hilversum I; 7. 8. 13, 18, 20 en 23 Nws. 7.15 Operetteklanken. 8.15 Gram. 9 Oeh- tendeoncert. 9.35 Aubade. 10 Morgenwij ding. 10.15 Arbeidsvitaminen: 11 Piano recital. 11.30 De wekker. 12 Vioolspel. 12.40 Pianospel. 13.15 Financiële kroniek. 13.25 Theater-orkest. 14 Cabaret. 14.CI) „Werther", opera. 16.30 Voor de jeugd. 17.30 Amerikaanse muziek. 18.15 Piano spel. 18.30 Koorzang. 18.55 Musette-ork. 19.30 Gram. 20.15 Lichte muziek. 21.05 Buitenlands overzicht. 21.20 Amerikaanse vocalisten. 21,50 „Doorlopende voorstel ling". hoorspel. 22.30 Oude muziek. 23.15— 24 Avondconcert. Hilversum II: 7. 8, 13. 19. 20 en 23 Nws. 7.15 Ochtendgymnastiek. 7.30 Fragmenten. 7.45 Morgengebed. 8.15 Pluk de dag. 9 Moeders wil is wet. 9.35 „Lichtbaken". 10 Voor de kinderen. 10.15 Muziek houdt fitl 11 Onder ons. 11.30 Gram, 12.03 Lunch concert. 12.33 Lunchconcert. 13.20 Lunch concert. 14 Ja. zo was 't15 Orkestwer ken. 16 De zonnebloem, 16.30 Ziekenlof. 17 Voor de kinderen. 17.45 Regeringsuit zending. 18 Lichte muziek. 18.20 Sport- praatje. 18.30 Voor de strijdkrachten. 19.25 „Dit is leven". 19.40 Amusementsmuziek. 20.05 „De gewone man". 20.12 Symphonie- orkest. 20.40 „Als de ziele luistert", hoorspel. 21.55 Pianovoordracht. 22.40 Godsdienstige causerie. 23.15—24 Kamer muziekprogramma. ZON EN MAAN. 8 Augustus Zon: Op 5,11 Onder 20.19 Maan: Op 23.56 Onder 17.24 ren met bedragen variërend tussen 7,50 en 25,per km. rijwielpad. De Gemeentebesturen beperkten zich tot gestes van10— subsidie per jaar. De Duitse bezetting heeft de nood der particuliere verenigingen doen toenemen: de schade aan de rijwiel paden toegebracht bedroeg 200.000. De vergoeding dezer oorlogsscha de evenals van alle andere gaat uiterst langzaam in haar werk. Maar ook in het sentiment van het pu bliek is na de oorlog een wijziging fekomen. Men voelde vrij algemeen, at hier geen louter particuliere, maar een zuivere overheidstaak lag. De onderhoudskosten zijn tot 't drie- ciale Waterstaten in te schakelen. Het is toch inderdaad zo, dat rj| vvielpaden een ontlasting der Rijks- en Provinciale wegen van het rijwiel- verkeer bewerkstelligen en ten twee de van onschatbare waarde geble ken zijn voor de recreatie van ons zo dicht bevolkte land. DE PROVINCIE'S. De besturen onzer provincies heb ben zich deze ministeriële tip ter harte genomen, in zoverre het be treft de rijwielpaden voor doorgaand verkeer. Daarvoor is een provinciaal rijwielpadenplan ontworpen. De van zuiver plaatselijk belang zijnde pa den zijn en blijven uitsluitend zaak der plaatselijke belanghebbende par ticuliere en gemeentelijke overheden. De provincie Zuid-Holland met haar vele grote steden en betrekke lijk weinig recreatie-terrein bekos tigt zelf de weinige en zeer ver spreide en dus kostbare paden. In de andere provincies met netten van 500 tot 1000 km. rijwielpaden is dit financieel onuitvoerbaar voor de pro vinciale besturen. De provincie Gelderland stelde de lengte van het provinciale rrjwiel padennet op *800 km., bepaalde de jaarlijkse onderhoudssubsidie op 75 der onderhoudskosten met een vniuïim J a i maximum van 75 per km. en be- SLS n f i de .in.kom- sloot jaarlijks een som van 60.000 sten der particuliere verenigingen te storten in ppti Provinciaal Rij- particuliere verenigingen konden met moeite op vooroorlogs peil gehouden worden. De provincia le bestuursorganen hebben begrepen, dat subsidieverhoging noodzakelijk was. En by de gemeenten wordt thans een bijdrage gevraagd naar maatstaven van het aantal inwoners en in de gemeenten gelegen kilome ters rijwielpad. Zo heeft Amsterdam „Gooi- en Eemland" een subsidie van 1000 's jaars toegekend. Andere, maar nog lang niet voldoende, gemeenten volgden. HET RIJK. Maar ook het Rijk dient zijn taak te verstaan. Dies hebben A.N.W.B. en de in 1933 ontstane Federatie van Nederlandse Rijwielpaden-vere nigingen de minister van Verkeer en Waterstaat een subsidie van 50.000 gevraagd, datniet verleend is. Maar in plaats daarvan en als hoop gevend teken naar echt-Nederlandse trant de kwestie in handen van een commissie gesteld! In dit geval de Rijksdienst voor het Nationale Plan, die hetprobleem moet bezien als facet van het recreatievraagstuk. Bovendien is aan de provinciale be sturen gevraagd de Provinciale Pla nologische Diensten en de Provin- te storten in een Provinciaal wielpadénfonds. In 1949 ontstond het Comité Rij wielpaden Zuid-Veluwe, opgericht dooh zes gemeenten, gesubsidieerd door de provincie Gelderland, met een net van 103 km. De zes gemeen ten financieren lVs cent per inwo ner en 25 per kilometer pad in hun gemeente gelegen. Zo zullen in ver schillende streken van ons land streekorganisaties kunnen komen, die grote gebieden kunnen ontslui ten. Zo kunnen de toeristische lan delijke rijwielpaden door particulier initiatief ontstaan met mede- en samenwerking van de overheid in het kader der streekgedachte een goede toekomst tegemoet gaan. „Fiets en geniet", zo is de leus, welke de A.N.W.B. en de Federatie van Nederlandse Rijwielpadenvereni gingen aanheffen in 'n prachtig ge ïllustreerd boekje van tal van kaar ten voorzien. Maar dat men fietsen en genieten kan in ons land, dat heeft men te danken aan de vooruitziende, wak kere initiatiefnemers van ons voor treffelijk rijwielpadennet in ons mooie, nog te weinig door onszelf ontdekte Nederland! (Nadruk verboden). Een Loudens confectiebedrijf vervaardigde dit wollen deux-pièees naar het ontwerp van het bekende Franse huis Lanvin. Het vest is van wit katoenen piqué. Alle uiterlijke glans ten spijt, gaan in de Parijse modehuizen de zaken niet zo bijster goed. Niet iedereen heeft namelijk voortdurend de con tanten over om zich door de grote qouturiers te laten kleden met japon nen van zes, zevenhonderd gulden en meer. Wanneer dan de vrouwen niet meer naar de modekoningen komen gaan de modekoningen tot de vrou wen: zij gooien het op een accoord met de prijzen en maken confectie. Modeiconfectie weliswaar, die trots het naam etiket draagt van de ont werper. Maar in elk geval confectie. Toen de vijf bekende couturiers Carven, Dessèns Fath, Patou en Pi- guet /mlangs besloten tot dit plan, betekende ait sensatienieuws van de eerste rang voor de Parijse pers. Toch is de omstandigheid dat Parijs op confectie overgaat in hoofdzaak van belang voor Parijs alleen. In Amerika worden de Parijse model len al lang geconfectionneerd, en in Londen kennen wij een confectiebe drijf, dat voor het schappelijk prijs je van 120 gulden al een japon levert naar het ontwerp van het Parijse huis Lanvin. Ook verscheidene Lon- dense ontwerpers verschuilen zich van tijd tot tyd achter de fantasie- naam 'van bekende confectiebedrijven en thans vernemen wy, dat ook het over heel de wereld bekende stoffen- huis Jacqmar een atelier heeft inge richt waar haute couture modellen worden vervaardigd tegen voor een grotere groep van koopsters bereik bare prijzen. In New York en zelfs in Londen gaan dergelijke nieuwtjes er echter gemakkelijker in dan in Parijs. De Parisienne heeft nu eenmaal een natuurlijke afkeer van alles dat con fectie lieet. Else Danah. Rijke Amerikaan wil Noord-lerland kopen. De Amerikaan John Hanley, die zich de „baron van Broadway" noemt, wil de zes Noordelijke pro vincies van Ierland kopen. Enige weken geleden poogde hy vergeefs een onderhoud met de Britse minis ter-president, Attlee, te krijgen om een bod te doen. Nu heeft hij Attlee, vanuit Ierland, schriftelijk om een- onderhoud gevraagd. Hanley is Ier van geboorte. Hij begon zijn carrière als nachtklerk in een Londens hotel om te sparen voor zijn overtocht naar de V.S. in 1912. 45 cf-. per Flacon door David Dodye 73 Wij dronken de koffie en gingen naar de aanlegsteiger terug. De ser geant trok zich niets aan van de klach ten, dat de boot niet op tijd zou afva ren en ging rustig met zijn werk door. „Hier kunnen we niets meer doen. Ik ga kijken hoe die huiszoeking ver loopt. Ga je mee?" vroeg de coman- dante aan mij. Hij had de bus in de buurt. En dus reden wij naar de stad en voegden ons bij de eerste troep guardias. die elk huis op het centrale plein onderzoch ten. Behalve enkele openbare gebouwen, zoals het station en het postkantoor, het hotel. etc. bestaat Puno voorname lijk uit een- en tweekamer-hutten van stro en modder gebouwd. Twee guar dias gingen met geveld geweer iedere hut binnen, terwijl.de rest van de pa trouille. buiten bïeef staan. Dan klon ken er enige verontwaardigde Indiaan se keelklanken in de hut en het vol gend dgenblik kwamen de twee man schappen weer naar buiten en voegden zich bij hun kameraden. Daarna split ste de groep zich in tweeën, zódat zij de hut aan beide kanten- passeerden en begaf men zich naar de volgende hut, stal of kippenren, of wat er verder maar op de weg lag. De comandante en ik slenterden er achteraan. De zon ging op boven het meer en zond haar rode en gouden stralen dooi de over het water hangende mist, Bal sas van vissers, lompe boten van riet gemaakt, sommige met zeilen staken het meer over. De stad lag aan het diepste punt van een inham. Aan weerszijden van de baai strekten zich lage heuvels uit en de vissèrs in de balsas peddelden langzaam naar de monding van de inham, om zo in het diepe water te komen, waar zij konden vissen. „Worden die balsas gecontroleerd?" vroeg ik. ..Natuurlijk". De zon rees hoger aan de hemel. De huiszoeking ging onverstoorbaar door; het ene huis na het andere. Vanaf de steiger klonk de fluit van de boot. Een serie ongeduldige stoten. De comandante keek op zijn horloge. Een ordonnans kwam op een ezel de straat afdraven, hield voor de coman dante stil. salueerde zonder van zijn rijdier af te stijgen en zei: ..De boot is gereed, senor comandante. Kan zij ver trekken?" „Is alles nagekeken?" „Alles. De sargento rapporteert, dat allés in orde is". „Goed. Zeg hem, om met twee man bij de steiger te blijven en de rest hierheen te zenden, zodra de boot ver trokken is". De man salueerde opnieuw en ver trok, De comandante beet zich op de lippen. ..Ik maak me zenuwachtig", zei hij openhartig. ..ik heb het hier niet op begrepen. We komen te dicht bij het centrum van de stad". „Geen kans, dat hij aan boord ge glipt is?" „Uitgesloten. Dat is een goede ser geant". „Die balsas. ..Iedere man, die er in zit. moet zijn papieren tonen. Het is vijf en dertig mijlen over het meer naar het dichtst bijzijnde punt. Zelgs een Indiaan zou dat niet in een balsa proberen". „Jeff is geen Indiaan". De comandante schudde het hoofd. „Het is onmogelijk. Hij is hier er gens". Hij keerde zich om en volgde de gu ardias, die inmiddels twee hutten ver der gekomen waren. Ik zag. dat de boot de aanlegsteiger verlaten had. een scherpe kring had gemaakt en nu met volle kracht op de monding van de inham afstoomde. Het was een vrij snelle boot en zij zou de monding bereiken voor de balsas dat konden doen. De mensen in de balsas wisten dat en toen de boot waarschu wend haar fluit deed horen, zag ik hen ophouden met peddelen en waarschu wende gebaren tegen elkaar maken. Zij konden niet door de opening ko men voor de boot en zij wisten, dat als zij in dat nauwe kanaal door de boot gepasseerd werden, hun schuitjes te veel water zouden binnenkrijgen. Zij gingen als een troep verschrikte een den uit elkaar, om de boot vrije door gang te verlenen. En dat verried Jeff. Omdat de boot de monding van de inham vrijwel schoon veegde, was er geen scherm van vissersboten meer, om de enkele bal6a te verbergen. die van de landtong afstak, terwijl de man. die er in zat peddelde, zo hard hij maar kon, om de boot de weg af te snijden. Hij moet wanhopig geweest zijn, toen de vissersboten, die zijn vlucht mas keerden op het laatste ogenblik om keerden. Maar het was zijn enige kans en speler tot het laatste nam hij die; liever dan op de landtong aan zijn buit vastgeankerd te blijven zitten wachten tot de guardias met hun on derzoek in de stad klaar waren en zich over het omliggende land zouden ver spreiden. Ik schreeuwde tegen de comandante, die een halve straat verder was. „Wat is er?" schreeuwde hij. „Jeff. Maak voort!" Hardlopen was moeilijk met dit gipsverband. Ik had al mijn adem nodig. „Waar?" ..Balsa. Bij de landtong". Hij l^eek over zijn schouder terwijl hij doorliep en zag de man in de klei ne boot peddelen als een razende, om de boot af te snijden. Verdere vragen deed hij niet. Hij was voor mij bij de bus en had de motor al lopen "toen ik er bij kwam. Wij reden naar de aan legsteiger met een voortdurend gillen de claxon, die Indianen, ezels en lama's ln doodsangst opzij deed springen. „Is er een motorboot te krijgen", vroeg ik. (Wordt vervolgd). 8 Augustus. Vlissingen Terneuzen Hansweert Zierikzee Wemeldinge HOOG WATER u.+NAP u.+NAP LAAG WATER U.—NAP u.—NAP 9.23 9.51 10.10 10.29 10.47 1.34 1.54 1.70 1.09 1.27 21.55 22.19 22.39 23.02 23.17 1.29 1.49 1.64 1.02 1.21 3.01 3.29 4.02 3.44 4.05 1.56 1.75 1.90 15.30 15.58 16.31 16.35 16.36 1.36 1.56 1.71 1.16 1.36 Het devies is Help U zelf. (Van onze economische medewerker.) Voor onze welvaart is het niet alleen belangrijk, dat er veel goederen met weinig kosten worden voortgebracht, doch ook d,at de distributie van die goederen onder de bevolking economisch plaats vindt. Dus snel en voordelig. Tegen deze achtergrond, tegen de in werkelijkheid vaak bestaande on economische distributie met haar hoge kosten in de detailhandel, moeten wij de veranderingen zien, die in de loop der tjjden in de detailhandel plaats vonden: warenhuizen, grootwinkelbedrijven met filialen, grote magazijnen, het vrijwillige filiaalbedrijf en inkoopcombinaties zijn voor beelden om de distributiekosten te drukken. Een ander voorbeeld is de zelfbedieningswinkel, die de laatste jaren in het buitenland grote opgang maakt (in de V.S. wordt ca. 60 van alle voedingsmiddelen in dit soort winkels gekocht) en die nu ook ln Nederland bekendheid gaat verwerven: Amsterdam, Velsen, Nijmegen, Utrecht, Bussum, bezitten al zelfbedieningswinkels en als wjj ons niet vergissen, dan zullen er in ons land nog wel meer bijkomen. Het principe van deze winkel is, dat de koper niet meer te maken heeft met personeel, dat de goede ren aanbiedt, aanprijst, afweegt ènz.. maar dat hy zich zelf bedient: er iS eenvoudig geen verkopend personeel. De klant kan dus vrijelijk zoeken en betasten, hij wordt niet lastig gevallen door vragen van het per soneel. Om het zoeken te helpen, ja, te stimuleren, ligt bij deze „super market" (de Amerikaanse term voor deze winkel) de nadruk op het éta leren en op het assortiment. In bak ken of op toonbanken moet alles zó aantrekkelijk gerangschikt zijn (en van prijs voorzien), dat de klant ge makkelijk alles kan vinden, doch bo vendien dat hij een prikkel krijgt om meer te kopen dan hy bij het binnen komen eigenlijk had willen doen. Of dit lukt, hangt geheel af van het étaleren en de keuze van het assortiment. VAKKENNIS. Hier blijkt dus duidelijk, dat de vakkennis van de winkelier een har tig woordje meespreekt; hij moet gróte voorraden hebben, hy moet de juiste merkartikelen kopen, hij moet letten op een aantrekkelijke verpak king. Als deze zelfbedieningswinkels in ons land succes zullen hebben, zal dit ook voor de merkartikelen-fabri kanten belangrijk worden, omdat hun verkoop er door bevorderd zal worden. Een teer punt is hierbij evenwel de prijsbepaling, want veel- Nieuwe spoorbrug over de Oude Maas gelegd. In de nacht van Zaterdag op Zon dag heeft men de noodbrugdelen, die tussen Zwijndrecht en Dordrecht la gen, vervangen door een nieuwe spoorbrug, die met ingang van de nieuwe winterdienstregeling van de N.S. in gebruik zal worden genomen. Voorlopig is de nieuwe brug nog en- kelsporig. Dit zal echter vóór 8 Octo ber verholpen zijn. al stelt de fabrikant voor zijn pro duct de prijs vast, die de consument moet betalen; de winkelier krijgt dan als beloning voor zijn vérkoopdiens ten een rabat of korting. De gehele opzet van de zelfbedie ningswinkel is evenwel om de klant goedkoper te kunnen leveren. Want, er is geen verkopend personeel, de loonkosten zijn dus een stuk lager (volledigheidshalve zy vermeld, aat alleen bij de uitgang, waar de cas- sa staat, personeel aanwezig is voor de betaling) en dit maakt het de winkelier mogelijk te concurreren resp. goedkoper te verkopen. Dit streven komt echter in botsing met de politiek der merken-artikelfabri- kanten, die tegen vaste prijzen leve ren. De consument heeft dus belang bij een zelfbedieningswinkel als inder daad dank zij de lagere kosten voor de winkelier de verkoopprij zen gedrukt kunnen worden. Een tweede voordeel ligt hierin, dat hij niet behoeft te wachten, omdat de verkoper een ander helpt, terwijl hij zich ook vrijer in de winkel kan bewegen. GROTERE OMZETTEN. Een mogelijk nadeel is, dat hy zich laat verleiden meer te kopen dan zijn bedoeling was, omdat de artike len er zo aantrekkelijk uitzagen. Dat dit gevaar niet denkbeeldig is, bewijzen de veel grotere omzetten, die de zelfbedieningswinkels beha len (natuurlijk is deze grotere om zet ook te danken aan het aantrek ken van meer. klanten). Uiteraard is dit verschijnsel, dit impulsieve aankopen, voor de winke lier aantrekkelijk. Temeer daar zijn grotere omzetten gepaard gaan met lagere personeelskosten. Deze nieu we winkelvorm is dus belangrijk voor de merkartikelen-fabrikant, de consument en de winkelier. De toe komst zal leren of de opgang hier even groot zal zijn als in het bui tenland. v (Nadruk verboden). 8. Tenslotte zuchtte de maat heel diep en stond op. Hij ging de kombuis uit, en liep met langzame stap pen naar de brug, waar Kappie nog steeds aan het stuur rad stond, hoewel er hiets meer te sturen viel, want de „Kraak" lag immers stil, om dat er geen vuur meer was. Met een verlegen gezicht ging de maat naast Kap pie staan, en mom pelde binnensmonds: „Zal ik het stuur weer nemen?" Kappie keek de maat niet aan. „Dit is de allerlaatste keer, dat ik je een kans geef!" zei hij tenslotte .„Wanneer er weer zo iets gebeurd, ben je op staande voet ontslagen, begrepen? Ik houd niet van zo'n bult onzin!" Kappie liep druipend de brug af, en de maat keek hem met een hoogrode kleur na. Toen stond hij dus weer alleen op de brug. Het duurde niet lang, of hy bemerkte, dat de „Kraak" weer begon te varen, en dit was het bewijs, dat de meester een nieuw vuur had gemaakt. Het regende nog steeds, maar het was opge houden met onweer, en de lucht was nog steeds donker en onheilspellend. Toen hoorde de maat ineens iets. Hy wist in het begin niet zeker of het weer opnieuw be gon te onweren, maar nadat hy een poosje scherp geluisterd had, wist hij, dat dat niet het geval was. Het was iets anders! Het was een fyn, hoog geluid, dat steeds aanhield een soort piepen een geluid, dat steeds sterker werd. De maat voelde het in zijn oren. „Wat zou dat zyn?" vroeg hy zichzelf ver schrikt af. „Het is niet gewoonhet is iets heel vreemdswat moet ik doen!!!"

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 4