Bingham pleegde geen verraad
Het plan Holland mislukte
door het England-Spiel
Van der Waals legde voor zijn
executie bekentenis af
De organisatie Jam broes
Wantrouwen in Londen.
Was Londen tijdig
gewaarschuwd
ZATERDAG 15 JULI 1950
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
9
(Vervolg van pag. 3. Artikel „Hoe: het spel gespeeld werd".)
De commissie is van oordeel, dat, zoals men te Londen indertijd ook wel
degeljjk heeft begrepen, 't zwakke punt van het plan-Holland hierin was
gelegen, dat de gehele uitvoering ervan in handen werd gelegd van één
persoon, nl. Jambroes, instede, dat men een aantal agenten met partiële
opdrachten uitzond met de bedoeling om na het welslagen daarvan ver
band tot stand te brengen tussen de aldus gevormde afzonderlijke groe
pen. Wanneer Jambroes door de Duitsers gevangen genomen zou worden,
zou de vijand de centrale figuur in handen hebben en van de aldus verkre
gen wetenschap voor zijn doeleinden gebruik kunnen maken. Vooral wan
neer men bedenkt, dat de parachutering van Jambroes zou worden aan
gekondigd over een lijn, waarmede S.O.E. reeds enige tijd met Nederland
verbinding onderhield, springt het gevaarlijke van deze operatie in het
oog. De noodlottige gevolgen van een en ander hadden wellicht enigerma
te beperkt kunnen worden, indien consequent was vastgehouden aan de
eis, dat Jambroes binnen zeer korte tijd persoonlijk naar Engeland zou
terugkeren.
Gezien het feit. dat Jambroes, zoals
aan het B.V.T. bekend was, over een
bestaande S.O.E.-verbinding met Ne
derland zou worden gedropt en de om
standigheid. dat Jambroes een centrale
opdracht had ter uitvoering van het
plan-Holland, is het duidelijk, dat aan
gezien Jambroes in handen van de vij
and viel. het gehele plan-Holland van
de aanvang af tot mislukking was ge
doemd. De organisatie-Jambroes werd
in de loop van de tijd door de Duitsers
op papier opgebouwd, terwijl telkens
met de z.g. voortgang van deze organi
satie agenten en materiaal werden ge
parachuteerd®» die in handen van de
Duitsers vielen. In de tweede helft van
1942 werden de Nederlandse geheime
diensten in Engeland tot spoed aange
zet door de chef staf van de Imperial
Staff sir Allan Brooke, om hun orga
nisatie snel op te bouwen. Men zag
toen blijkbaar in het begin van 1943
een grote mogelijkheid van een over
eenkomst met Duitsland, althans van
een terugtrekken van de troepen uit
Nederland. Zodoende werd sindsdien
grote spoed betracht om de organisatie
in Nederland gereed te maken.
Een van de eerste agenten, die na
Jambroes en Bukkens in de nacht
van 24 op 25 September 1942 werd
geparachuteerd, was de marine-pffi-
cier Jongeüe (codenaam Arie),
wiens houding van dien aard was,
dat de Duitsers niets uit hem kon
den krijgen, hoewel zij terecht ver
moedden, dat hij een speciale op
dracht had; om deze reden lieten zy
hem in het seinspel zg. aan een her
senschudding overlijden.
Met Jongelie, die een opdracht van
de minister-president meebracht, in
houdende, dat de regering een sa
mengaan van de O.D. met de politie
ke part\jen wenste, kwam nog een
drietal andere agenten voor de Jam-
broes-örganisatie. In totaal werden
37 agenten in het kader van deze
organisatie geparachuteerd; de laat
ste drie in de nacht van 21 op 22
Mei 1943 Al deze agenten vielen on
middellijk in handen van de vijand,
waardoor het hun onmogelijk was
hun taak te volvoeren.
Toen men de agenten Zembsch-
Schreve, Cnoops, van Schelle en
Grün (Brutus) uitzond, was men te
Londen reeds wantrouwend gewor
den met betrekking tot de S.O.E.-
verbindingen in Nederland. Zembsch-
Schreve werd dan ook in Frankrijk
geparachuteerd op 22 Juli 1943 even
als Cnoops op 23 September 1943.
Tenslotte werden van Schelle en
Grün op 18 October 1943 in België
gedropt. De beide laatsten hadden
rende het gehele England-Spiel op
alle mogelijke manieren getracht
aannemelijke redenen te vinden om
te bereiken, dat Jambroes niet, zo
als zijn opdracht luidde, binnen be
trekkelijk korte tijd naar Engeland
zou behoeven terug te keren. Men
zou tenslotte Jambroes z.g. door het
bezette Frankrijk laten terugkeren
langs een door een der in het Eng-
land-Spiel betrokken agenten fictief
opgebouwde passeurslijn. Deze terug
keer werd door de Duitsers „gespeeld"
en eindigde, gelipt vanzelf sprak,
met een mislukking. Op gelijke wijze
werd door hen gehandeld met be
trekking tot de door Londen geëiste
terugkeer van de opvolgers van Jam
broes, Beukema toe Water en Droog
lever Fortuyn.
Op deze wijze was het inmiddels
ongeveer Juli 1943 geworden. Blijk
baar vertrouwde men te Londen de
zaak ook niet meer, daar reeds
sinds 21 Mei 1943 geen agenten meer
werden uitgezonden voor het plan-
Holland.
Teneinde tenslotte gehoor te geven
aan de aandrang van Londen om ie
mand verslag van de werkzaamhe
den in Nederland te doen uitbren
gen, zonden de Duitsers Knoppers,
z.g. de tweede man van de O.D.
(Orde Dienst). Knoppers was een
illegale werker en hij was te goe
der trouw; door middel van de pene
tratie-agent Ridderhof werd hij door
de Duitsers benaderd. Knoppers
kwam inderdaad in Engeland aan,
doch het bleek, dat hij niets van de
O.D. wist. Hoewel is overwogen hem
naar Nederland terug te zenden om
opnieuw contact op te nemen met
de illegale organisaties aldaar hij
is zelfs ter elfder ure met een vlieg
tuig boven Nederland geweest, doch
moest wegens weersomstandigheden
terugkeren is de uitzending van
Knoppers tenslotte niet doorgegaan,
nadat de Engelsen op het laatste
ogenblik gemerkt hadden, dat hij via
een gepenetreerde verbinding in En-
feland was gekomen. Reeds eerder
ad Ridderhof via deze verbinding
neergeschoten Amerikaanse en En-
HERMAN GISKES
leider van de Duitse Abwehr
(contraspionnage) ln Nederland.
echter een eveneeens gepenetreerd
contact-adres te Brussel gekregen,
dat uitliep bij de V-Mann George
Ridderhof.
De in de nacht van 1 October 1942
geparachuteerde agent Aat van der
Giessen (zoon van de bekende
scheepsbouwer te Krimpen a/d Lek)
had geen opdracht in het verband
van ae organisatie Jambro^s, doch
een sabotage-opdracht, geljjk de
vroeger uitsluitend door S.O.E. uit
gezonden agenten. Hg zou samen
werken met de reeds gearresteerde
Van Rietschoten. Ook van der Gies
sen werd over een gepenetreerde lijn
aangekondigd; hij werd bij zijn pa
rachutering gearresteerd. Doordat
hy geld moest brengen naar de nog
steeds in vrijheid werkende agent van
de Centrale Inlichtingen Dienst (C.
L D.) Niermeyer, werd ook deze op
6 October 1942 (door verraad van V.
d. Waals) gearresteerd. Zijn verbin
ding met Engeland hebben de Duit
sers slechts zeer korte tijd kunnen
gebruiken; deze lnlichtingenagent
paste niet in het England-Splel.
Langs de lijn van Niermeyer zijn
geen agenten en materiaal aange
kondigd. m
Onderwijl begon men van Enge
land uit reeds omstreeks de laai-wis-
seling 1942'43 over de zendlyn van
de marconist Jambroes aan te drin
gen op diens terugkeer. De Duitsers
nebben uit do aard dor zaak gedu-
gelse piloten naar Spanje geloodst.
Dit alles gebeurde om de echtheid
van het door de Duitsers gespeelde
radio-seinspel te suggereren.
Het spel loopt ten einde.
In het najaar van 1943, vooral na
dat Ridderhof alias George van Vliet
als een verrader was ontmaskerd,
was het England-Spiel van weinig
betekenis meer voor de Duitsers.
Nadat men in Engeland reeds om
streeks Mei 1943 argwaan had ge
kregen, werd het tegen het einde
van 1943 volkomen duidelijk, dat de
dienst van de S. O. E. in Nederland
door de Duitsers om de tuin was
geleid. Ook de Duitsers gaven toe,
dat het in het najaar 1943 duidelijk
bleek, dat het England-Spiel zijn ein
de naderde, daar ook de droppings
sterk verminderden en tegen het
einde van het jaar geheel ophielden.
Wel werd er tot 1 April 1944 over
bepaalde lijnen nog een weinig be
tekenend verkeer onderhouden. Gis-
kes maakte op 1 April 1944 defini
tief een einde aan het seinspel met
het volgende telegram:
„Messrs. Blunt Bingham and Succs
Ltd. London.
In the last time you are trying to
make business in Netehrlands with
out our assistance stop we think
this rather unfair in view our long
and succesful cooperation as your
sole agents stop But never mind
whenever you will come to pay a
visit tot the continent you may be
assured that you will be received
with same care en result as all those
you sent us before stop so long."
(In de laatste tijd probeert u za
ken in Nederland te doeri zonder
onze medewerking. We vinden dit,
gezien onze lange en succesvolle
samenwerking, als uw enige agen
ten erg unfair. Desondanks kunt u
verzekerd zijn, dat u, mocht u een
bezoek willen brengen aan het vas
teland, met dezelfae zorg en gevol
gen ontvangen zult worden als al
len, die u ons tot nu toe stuurde.
Tot ziens).
Opmerking verdient nog, dat om
streeks Augustus 1943 S. O. E. via
enige lijnen opdracht heeft gegeven
een aantal vooraanstaande N. S. B.-
ers uit de weg te ruimen. Het is ge-
Tijdens de rechtszitting tegen v. d. Waals: burgemeester Oud van Rot
terdam in discussie met Schreieder.
Slechte verhouding tussen twee diensten
(Van ónze parlementaire redacteur).
Aan het bureau M. V. T. (Militaire Voorbereiding Terugkeer), de Ne
derlandse dienst, die in Engeland werkte, is het verwyt gemaakt, dat het
zich niet gestoord zou hebben aan de waarschuwingen, die het heeft ont
vangen over het England-Spiel. De commissie heeft deze aangelegenheid
uitvoerig onderzocht, daar immers op kolonel Db Bruyne als hoofd van
bleken, dat mén dit eenvoudig heeftdit bureau een zware verantwoordelijkheid zou drukken, indien hy inder-
gedaan in de wetenschap, dat deze daad ondanks duidelijke waarschuwingen was doorgegaan met het ult-
berichten bij de Duitsers terecht zou
den komen. Op deze wijze wilde S.
O. E. hen in een moeilijke positie
zenden van agenten.
Gebleken is, dat de heer De Bruyne vóór Mei 1943, toen hy de laatste
brengen en zien. hoever de Duitsers <,r"' agenten voor de organisatie-Jambroes heeft uitgezonden, geen zo-
Vtono.ri tt-ovon ha»- cnni dnnn Va Mmmn fiiinicc wsuir^chiiwTnirpn heeft ontvanren. waaruit ook maar bu benade-
Het verraad eiste vele slachtoffers. Nederland herdenkt hen met eerbied.
bereid waren het spel door te blijven
j spelen.
I Eén van de oorzaken, welke ten
1 gevolge gehad heeft, dat het Eng-
land-Spiel ten einde liep, was een
waarschuwing, die Engeland op 23
Juni 1943 had bereikt, hoewel reeds
eerder een gevoel van onbehagen
bestond. Deze waarschuwing was
afkomstig van Dourlein en Boogaert
uit de gevangenis te Haaren.
Carnaval der Desperado's" weinig meer
dan „Poppenkast der Fantasten"
Theorie van majoor de Graaf verworpen
(Van onze parlementaire reditaeur).
Wat de débacle van het England-Spiel betreft, ls van sommige zyden
de mogelijkheid van verraad geopperd. Naar de mening van majoor K.
de Graaf, die over het England-Spiel een boek „Carnaval der Despera
do's" publiceerde, zyn er sterke aanwyzingen, die in dit opzicht in de
richting van de heer Seymour Bingham, sinds Maart 1943 chef van de
Nederlandse sectie van de Engelse dienst „Special Operations Executi
ve" (S.O.E.) wyzen. Diens naam kwam o.a. voor in een rapport van de
ontvluchte agenten Dourlein en Ubbink en werd ook genoemd in de ge
vangenis te Haaren.
De commissie heeft de heren Dourlein en Ubbink hierover gehoord,
doch dezen hebben geen enkele concrete aanwijzing in deze richting kun
nen geven, behalve dat de Duitsers de naam Bingham weinig noemden,
doch tegelijkertijd de Indruk gaven contact te hebben met personen in
Engeland, waardoor het hun mogelijk was hun spel te spelen. Het is dui
delijk, dat de Duitsers door de indruk te wekken, dat zy met een ver
rader in Engeland samenwerkten, getracht hebben de agenten te beïn
vloeden om zodoende de weinige gegevens, welke hun nog onbekend wa
ren, te weten te komen. Het verwondert de commissie dan ook niet, dat
de gedachte aan verraad by de agenten is opgekomen, daar liet hun on
mogelijk was een andere verklaring te vinden voor het feit, dat de Duit
sers de ene agent na de andere bij zyn parachutering konden arresteren.
De commissie heeft de mogelyk-
heid van verraad ernstig onder ogen
fezien. Het is echter duidelijk, aat
aarvoor deugdelijke gronden dienen
te worden aangevoerd.
De commissie heeft een zeer uitge
breid onderzoek ingesteld naar de
Een fantaserend psychiater
(Van onze parlementaire
redacteur.)
De Parlementaire Enquête
commissie is in haar conclu
sies niet Ingegaan op de fan
tastische verklaringen van de
psychiater dr. Van der Wey-
den, die voor de commissie
o.a. beweerd heeft, dat hy ge
ruime tyd in verbinding ge
staan en samengewerkt heeft
met een zevental Engelse ge
heime agenten, van wier aan
wezigheid in Nederland de Ne
derlandse geheime dienst in
Londen onkundig gelaten was
en dat via deze agenten te
vergeefs waarschuwingen over
het England-Spiel naar Enge
land zijn gestuurd.
Wel heeft de commissie deze
speculatie onderzocht, doch de
weinige controleerbare feitelij
ke gegevens, die dr. Van der
Weyden verstrekt had, bleken
by eerste onderzoek reeds da-
deiyk onjuist te zyn. Te Lon
den werd aan de voorzitter
der commissie van Engelse
zijde met nadruk verzekerd,
dat de mededelingen van de
heer Van der Weyden geheel
in stryd waren met de waar
heid. Nadat een nader onder
zoek was ingesteld, erkende
de heer Van der Weyden, dat
hy alleen maar had gefanta
seerd.
De commissie heeft, gezien
de ernst van de poging om
haar op dit belangrijke punt te
misleiden, de stukken, op deze
zaak betrekking hebbende, in
handen van de justitie gesteld.
juistheid van de mededelingen van
de heer De Graaf. Hierbij is geble
ken, dat van Duitse zijde geen enkele
verklaring is verkregen, die ook
maar enigszins steun geeft aan de
mededelingen van de heer De Graaf.
Ook door de officieren van het bu
reau M. V. T. (Militaire Voorberei
ding Terugkeer) is de theorie van de
heer De Graaf verworpen.
BINGHAM WAS NIET IN
AMSTERDAM.
De commissie Is by haar onder
zoek gestuit op een getuige, die
heeft gezegd, dat zy in het najaar
van 1943, zy het dan gedurende de
sehemertyd en by miezerig weer, de
Londense Bingham te Amsterdam
heeft gezien. Een andere getuige,
die aan haar destyds gezegd zou
hebben Bingham eveneens aldaar
gezien te hebben, heeft dit feit, zo
wel als de hem daaromtrent toege
schreven mededeling, voor de com
missie positief ontkend. Nog een an
dere getuige, van wie beweerd werd,
dat zy tydens de bezettingstijd de
Londense Bingham eens in Neder
land gezien zou hebben, heeft ver
klaard, dat deze bewering onjuist is.
Van „de Nederlandse Bingham",
die volgens de heer De Graaf voor
de Sicnerheitspolizel gewerkt zou
hebben, heeft de commissie geen
spoor kunnen ontdekken.
Voorts is haar gebleken, dat de
Londense Bingham m Nederland be
halve zyn vader geen manneiyke
verwanten heeft. Twee van de broers
van zyn vader hebben na hun meer
derjarigheid niet meer in Nederland
fewoond en hadden geen zoons. De
erde broer is in 1908 naar Ameri
ka vertrokken en woont evenals zHn
kinderen daar. Hy heeft twee doch
ters en een aangenomen zoon.
Geen van de vroegere ambtenaren
van het inmiddels opgeheven Bu
reau Nationale Veiligheid heeft in
de „heel grote kist", welke de heer
De Graaf op 28 Februari 1946 naar
het B. N. V. (Bureau Nationale
Veiligheid) heeft laten brengen, iets
kunnen vinden, dat een aanwijzing
laat staan een bewys zou kun
nen opleveren, dat de Bingham-the-
danige waarschuwingen heeft ontvangen, waaruit ook maar by benade-
ring geconcludeerd kon worden, dat de Duitsers alle tot de organisatie-
Jambroes behorende agenten hadden gearresteerd.
j'inour Bingham, wiens naam
door onverantwoordelijke publicisten
genoemd werd in verband met zoge
naamd „in Engeland gepleegd ver
raad." Het rapport heeft deze Engel
se officier volkomen van iedere
blaam gezuiverd.
orie van de heer De Graaf, zoals hy
deze aan de commissie heeft voor
gedragen, kan steunen.
De neer De Graaf heeft later toe
gegeven, dat de feiten, die voor de
commissie zyn gebleken, inderdaad
aan zijn theorie niet veel steun ge
ven.
Kolonel dr. J. Somer heeft medege
deeld, dat het eerste alarmerende te
legram bij hem is binnengekomen op
10 Mei 1943 (via Zwitserland). Dit
telegram luidde: „Groot Gestapo-
contingent in actie, daar kennelijk
contact met overzijde, daarom veilig
heidshalve contact beperken". Daar
op volgde, aldus de heer Somer, een
telegram van 13 Mei luidende: „Kent
u De Wilde, hier optredende namens
u". Deze berichten waren voor de
heer Somer en voor iedereen van het
B. I. (Bureau Inlichtingen) volkomen
onbegrijpelijk. De chef van het bu-
eau M.V.T. moet echter, aldus de
leer Somer, geweten hebben, wat er
van de hand was; de heer De Bruyne
.jende de naam De Wilde.
De commissie kan niet inzien, dat
de heer De Bruyne uit deze, in hun
algemeenheid weliswaar alarmeren
de, berichten, de gevolgtrekking kon
maken, dat zijn gehele organisatie of
een gedeelte daarvan door de Duit-
sers was gepenetreerd. Het enige, dat
tot voorzichtigheid aanleiding moest
I gèvén, was de mededeling, dat de
Gestapo volgens dit telegram kenne
lijk contact had met Engeland en te
vens, dat een zekere De Wilde in Ne
derland namens het B. I. optrad.
Evenmin als de heer Sómer wist de
heer De Bruyne, dat De Wilde iden
tiek was met Van der Waals. Boven
dien moest deze mededeling hem op
een zyspoor leiden, daar de heer De
Bruyne een tweetal agenten had uit
gezonden die van der Wilden heetten.
Naar het oordeel van de commissie
kan uit deze mededelingen echter
bezwaarlyk de gevolgtrekking ge
maakt worden, dat er gevaar bestond,
dat eventueel uit te zenden agenten
onmiddellijk in handen van de Duit
sers zouden vallen. Nog afgezien
hiervan was de figuur van Van der
Waals te Londen in die tijd volkomen
onbekend. Dat De Wilde identiek was
Emile Verhagen was een product van zijn fantasie
(Van onze parlementaire redacteur).
„Het is niet waar, dat er een zekere Verhagen is geweest, op wiens
last ik zou hebben gewerkt. Deze Verhagen was een product van mQn
eigen fantasie. Nimmer heb ik gedacht, dat Schreieder eigeniyk voor de
Engelsen, of behalve voor de Duitsers óók voor de geallieerden heeft ge
werkt.
Van het England-Spiel wist ik by zonder weinig af; in ieder geval was
ik in het England-Spiel geen insider. Ik heb nooit enig contact met En
geland onderhouden en in de England-Spiel-affaire ben ik alleen aan de
buitenkant opgetreden en wel in deze zin, dat Schreieder en zyn mensen
de gegevens, die zy door hun Engiand-Spiel verkregen, gebruikten om
mjj met meer succes te kunnen laten optreden als penetratie-agent.
Op enkele detailpunten verschil ik ook nu nog van mening met mr.
Van Doorn (deze was destyds advocaat-fiscaal by het Byzonder Gerechts
hof in Den Haag en heeft de vervolging tegen Van der Waals geleld),
maar dit doet niet af aan de hoofdzaken en wat de hoofdzaak betreft,
heeft mr. Van Doorn het geheel by het rechte eind gehad. De gehele be
schuldiging, dat ik, voor Schreieder en de Duitsers werkende, in zeer
veel gevallen mensen verraden en in handen van de Duitsers heb gespeeld,
is volkomen juist."
Dit alles verklaarde Van der Waals
op de avond van de 25ste Januari 1950
dat is de avond, voordat hij op 26
Januari des morgens om acht uur te
rechtgesteld werd in zijn cel in de
BUzondere Strafgevangenis in Scheve-
ningen aan mr. Van Doorn. Van der
Waals had namelijk aan mr. Van
Doorn laten verzoeken hem in zyn
cel te bezoeken, omdat hij hem nog
graag enige dingen wilde zeggen.
Het gesprek werd gevoerd in tegen
woordigheid van ds. Syvrandy, de do
minee van de strafgevangenis en van
diens assistent, de heer Van Riessen.
met Van der Waals, kon eerst duide
lijk zyn na ontvangst op het Minis
terie van Buitenlandse Zaken op 4
Augustus 1943 van een codetelegram
uit Bern, waarin medegedeeld werd,
dat De Wilde geïdentificeerd moest
worden met Antonius van der Waals
en waarbij een signalement van Van
der Waals werd overgeseind.
Verder in haar rapport zegt de Parle
mentaire Enquête-commissie echter, de
indruk te hebben, dat de officieren van
het bureau M.V.T. over de waarschuwin
gen, die zij daarna ontvingen, tegenover
andere instanties wel een zeer grote te
rughoudendheid hebben betracht, wel
licht omdat zij zich tegenover personen,
buiten het bureau M.V.T. staande, niet
wensten bloot te geven. Wanneer het bu
reau M.V.T. dit niet had gedaan, zou
het b.v. ongetwijfeld van de mededelin
gen van iemand als de heer Leen Pot pro
fijt hebben kannen trekken om een juist
inzicht te verkrijgen in de Duitse pene
tratie in Nederland.
De vele strubbelingen, die er tus
sen het B. I. en het bureau M.V.T.
in het najaar van 1943 geweest zyn
over de Duitse penetratie in Neder
land, mag men, op grond van het
bovenstaande, naar het oordeel van
de commissie, dan ook niet zo zien.
dat het bureau M.V.T. geweigerd
heeft aan de waarschuwingen vaf
het BI aandacht te schenken. Deze
strubbelingen waren veeleer een ge
volg van de jammerlijk slechte ver-
houdixjg tussen beide bureaux. Onge-
twyfeld ware het verstandiger ge
weest, indien het bureau M.V.T. en
het B.I. op zakelyke basis in deze
aangelegenheden hadden samenge
werkt. Hoewel het in hoge mate te
betreuren valt, dat dit niet het geval
is geweest, mag op grond van het
bovenstaande hieruit zeker niet de
conclusie getrokken worden, dat de
heer De Bruyne geweigerd heeft uit
de waarschuwingen, die hem bereik
ten, de nodige consequenties te trek
ken.
BEVESTIGDE BEKENTENIS.
Even later is, toen bleek dat Van der
Waalt daartegen geen bezwaar had,
ook m*. T. Semeijns de Vries van
Doesburgh, officier van Justitie in
Rotterdam, op de kamer van Van der
Waals gekomen. Mr. Van Doesburgh
vertegenwoordigde min of meer off-
cieel de Justitie.
Ook tegenover deze zeide Van der
Waals, dat hy het op prys stelde om
te bevestigen, dat het oordeel van de
rechter over hem in grote trekken
juist was. HU wenste te erkennen, dat
de gehele persoon van Emile Verha
gen een fictie was geweest en voorts
in te trekken omdat dit niet juist
was de gedachte, dat Schreieder
eigeniyk in geallieerde dienst zou heb
ben gewerkt en dat hy (Van der
Waals) door de orders van Schreieder
ANTOON VAN DER WAALS
uit te voeren, dus in een zeer inge
wikkeld spel ten behoeve van de ge
allieerden zou hebben gewerkt.
Mr. Van Doesburgh had de indruk,
dat Van der Waals, hoewel deze enige,
zins zenuwachtig was in het vooruit
zicht van zyn spoedige executie, volko.
men normaal was en inderdaad behoef,
te had zich te ontlasten van een zwaro
schuld.
Door deze late. volledige, tegenover
officiële personen afgelegde bekente
nis- is dus niets overgebleven van
Van der Waals' aanvankelijke en hard
nekkig volgehouden verklaring, dat hy
agent was van de Britse geheime
dienst, samen met een zekere John,
alias Emile Verhagen, zulks met mede
weten en medewerking van Schreie
der. Een Verhagen is trouwens nooit
gevonden en Schreieder heeft steeds
ontkend.