Parlementaire Enquête-Commissie oordeelt over het England-Spiel^ Hoe het spel gespeeld werd door de Duitsers Ernstige fouten - geen opzet of verraad Het England-Spiel verklaard Ernstige critiek op het regeringsbeleid ZATERDAG 15 JULI 1950 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 In rapport van 2019 bladzijden (Van onze parlementaire redacteur). Een van de vele punten van de opdracht aan de Parlementaire En- ciuete-commissie luidde in korte bewoordingen „een onderzoek in te stellen naar de verbindingen met het bezette Nederlandse gebied, in het bijzonder de militaire en de civiele inlichtingendiensten." Dat. was gemakkelijk gezegd. De vervulling van deze opdracht heeft de commissie echter voor een zeer omvangrijke taak gesteld. Doordat de te onderzoeken stof buitengewoon ingewikkeld was, moest een veel groter aantal verhoren worden afgenomen dan bij enig ander punt van het Enquetebesluit. Over een tijdvak van twee jaren verdeeld, zijn niet minder dan 232 personen verhoord, van wie in totaal 306 verhoren werden afgenomen, welker volledige publicatie 2019 bladzijden van 't vierde deel van het rapport der commissie in beslag neemt. De lange duur van het onderzoek, de uitvoerigheid en de nauwkeu righeid daarvan waren nodig, omdat het mede tot de taak van de commissie behoorde zo mogelijk een afdoende verklaring te geven van het zogenaamde England-Spiel. Verschillende in de loop der jaren ge opperde theorieën zyn onderzocht en getoetst. De organisatie en de werkwijze der geheime diensten zijn met de uiterste zorgvuldigheid bestudeerd, aangezien elk détail in beginsel van belang kon blijken te zijn. Tal van speculatieve theorieën, die reeds waren opgesteld zo werd duidelijk brachten niet de gewenste verheldering. Het zeer uitgebreide onderzoek naar de feitelijke gebeurtenissen in de noodlottige jaren 1942 en 1943 heeft er tenslotte toe geleid, dat de commissie inderdaad een afdoende verklaring heeft kunnen geven voor het feit, dat een England-Spiel mogelijk is geweest. Over een aantal vragen van technische aard heeft zij zich laten voorlichten door een commissie van drie deskundigen, bestaande uit de heren H. Koot, re serve generaal-majoor b.d., J. A. Verkuyl, kolonel van 't K.^'.I.L. b.d. en A. N. baron de Vos van Steenwyk, luitenant ter zee le klasse. Speculatieve theorieën. Iten van de déb&cle hebben de revue gepasseerd; alle mogelijkheden zijn diepgaand besproken. Van Engelse Spiel Detrert, is ae commissie cue zijdejs itjriet grote^ openhartigheid een oordeel gekomen, waarbij vele. vaak louter aan de fantasie van de auteurs ervan ontsproten, speculatie ve theorieën (die meestal uitgingen van de gedachte aan veri-aad of an dere onoirbare bedoelingen, hetzij bij de Engelse hetzij bij de Nederlandse autoriteiten), worden afgewezen. Het is verheugend, dat de com- het aandeel missie tot deze conclusie is kunnen komen, omdat tal van publicaties op dit gebied vaak op weinig of niets gebaseerd en desniettemin de ergste beschuldigingen inhoudend het vertrouwen in de Nederlandse en de Engelse overheid op ernstige wijze dreigden te ondermijnen; immers poogden zij de opvatting gemeen goed te maken, dat in de oorlog by het werk der geheime diensten alleen de laagste menselijke instinc ten, ook bij de overheid, de doorslag geven. Daarmede wil geenszins gezegd zijn, dat wat de loop der gebeurte nissen bij het England-Spiel aangaat, geen critiek te leveren zou zijn. In tegendeel, de commissie heeft in het vierde deel van haar rapport uitvoe rig aangetoond dat zowel bij de Ne derlandse als by de Engelse dienst ernstige fouten zijn gemaakt. Ook het beleid van de Nedei-landse rege ring op dit punt ontkomt niet aan haar critiek. Doch het maken van fouten ligt op een ander niveau dan het handelen met een misdadige op zet. In het bijzonder voor de nage dachtenis van de gevallenen en voor hun nagelaten betrekkingen maakt het een of het ander een groot ver schil. De slachtoffers keren niet weer tot het leven terug, maar do gedachten over het offer van hun le ven, dat zij voor het vaderland ge bracht hebben, kunnen een andere en gezuiverde wending nemen. Te meer geldt dit, daar het onderzoek van de commissie mede heeft uitge wezen, dat de gemaakte fouten, hoe ernstig deze ook mogen zijn, voor een deel hun oorzaak hebben gevon den in de bijzondere omstandigheden, waaronder de diensten, die belast waren met de uitzending der agen ten, hun werk in de eerste oorlogs jaren moesten aanvangen en de schier onoverkomelijke moeilijkhe den, dxe zy hadden te overwinnen. 'dienst, het „Bureau voorbereiding van de terugkeer naar Nederlanden het herstel van het wettig gezag aldaar" (B. V. T.) en later het bu reau „Militaire voorbereiding terug keer" (M. V. T.) in de débéicle van het England-Spiel. Hoewel de Ne derlandse dienst in sterke mate af hankelijk was van de Engelse, het geen zijn verantwoordelijkheid onge twijfeld vermindert, stelde de com missie ook vele tekortkomingen van deze bui*eau's vast. Van opzet of kwade trouw is intussen ook aan Nederlandse zijde in geen enkel op zicht sprake. Niet alleen bij de diensten, die be last waren met het contact met het ^ondergrondse verzet, maar ook bij ae inlichtingendiensten, die in En geland aan Nederlandse zijde verbin ding met bezet Nederland zochten en onderhielden, heeft de commissie gedurende de eerste jaren grote te kortkomingen geconstateerd. Zij is tot de conclusie gekomen, dat het beleid der Nederlandse re geling op het gehele tei*rein der ge heime diensten in Londen in de eer jaren van de oorlog veel te wen sen heeft overgelaten. De organisa tie en het algemene beleid der ge heime diensten hadden in stérkere mate dan onder normale omstandig heden onderdeel van het regerings beleid moeten uitmaken, zo zegt zij. Een grote verantwoordelijkheid drukt in deze dan ook op het Kabi net en vooral op de ministers, die meer in het bijzonder met de zorg voor de geheime diensten belast wa ren. Hulde aan de helden De in 't vierde deel van 't Verslag opgenomen verhoren bevatten een schat van documenten over de bele venissen der uitgezonden agenten en over de werkzaamheden van in het bezette Nederland werkzaam ge weest zijnde inlichtingen- en andere verzetsgroepen. In vele van deze ver horen kan men lezen over de onge ëvenaarde moed en toewijding, over de ongekende zelfopoffering en va derlandsliefde van velen van de bes ten van ons volk. Het kwam de com missie noodzakelyk voor, .dat het grootste werk van deze vaderlan ders. dat aan ons volk veel te wei nig bekend is, beschreven zou wor den en dat hun op deze wijze als- nog de hulde vaak een posthume vroegere publicaties bevestigd. Nu het rapport van de Parle mentaire Enquête-commissie no. pens het England-Spiel is ver schenen, blijkt duidelijk, dat van alle „verklaringen" en the orieën, die in de loop der jaren door allerlei schrijvers zijn ge publiceerd, alleen en uitsluitend de artikelenreeks, die in ons blad werd opgenomen, zéér dicht aansluit, zowel wat de verkla ring als de conclusies betreft, bij wat de Enquête-commissie aan het licht bracht. In onze publicaties is destijds iedere theorie, die uitging van verraad hetzij bij de Engel, sen, hetzij bij de leiders der Ne derlandse diensten volstrekt afgewezen. De publicaties van majoor De Graaf en mr. Van der Starp worden in het rapport der Parlementaire Enquête-commis. sie op precies zo volstrekte wij ze „afgekraakt" als ruim ander half jaar geleden in ons blad ge. beurde. Dat bjj de verklaring van het drama ook door de Parlemen taire Enquête-commissie lang wordt stilgestaan bij de figuur van de agent Willem van der Reyden (die bijzonder vlot vrij wel alle gegevens aan de Duit sers ter beschikking stelde), be. hoeft niemand te verbazen, die onze artikelen las. Hetzelfde geldt voor de theo rie, dat zowel Schreicder als Van der Waals in dienst van En. geland zouden hebben gestaan. Wij hebben steeds met de mees te nadruk deze mogelijkheid ontkend en onze beweringen worden door het thans versche nen deel van het rapport volko men ondersteund. Het is bevredigend en het vervult ons met zekere trots dat ons blad méér dan anderhalf jaar geleden publicaties kon brengen, die thans op alle pun ten door de commissie uit het Nederlandse parlement na drie honderd en zes verhoren worden bevestigd. geschied, geen enkele vraag is ont weken. De Britse regering verklaar de zich bovendien bereid in een „statement" een aantal door haai en de voorzitter der commissie be- langrijk geoordeelde punten vast te hulde zou worden gebracht, waar- leggen. op zij recht hebben. De commissie heeft ook onderzocht Over de organisatie en de werkwij- de commissie pas volledige opening van zaken gegeven na nauwkeurig overwogen te hebben, of daarmede geen schade aan dit werk in de toe komst- zou worden gedaan en na de deskundigen hierover te hebben ge raadpleegd. Zij kwam daarbij tot de slotsom, dat de gebruikte middelen niet 'alleen bij de geallieerden bekend waren, doch over het algemeen ook bjj de vijand, die zijnerzijds met zijn geheime diensten op ongeveer de zelfde w|jze werkte. Voorts zal een nieuwe oorlog weer onder geheel an dere omstandigheden en met geheel andere middelen gevoerd worden dan De verantwoordelijkheid van de regering (Van onze parlementaire redacteur). De Parlementaire Enquêtecommissie heeft, zoals zij In de slotbeschou wing van het vierde deel van haar rapport letterlijk zegt, „ernstige kri tiek op het beleid van de Nederlandse Regering te Londen ten aanzien van de geheime diensten. De verantwoordelijkheid daarvoor wordt in zo verre door het Kabinet gedragen, dat dit zich afzijdig heeft gehouden van de kernproblemen van de geheime diensten en dat deze niet ln de Ministerraad zijn besproken." In het bijzonder echter wordt de verant woordelijkheid gedragen door bepaalde bewindslieden. Engelse medewerking. Voor goed maakt het verslag eeu eind aan het verwijt, dat wel tot de Engelsen gericht is, als zouden zij geen volledige opening van zaken hebben willen geven en dat zij niet de inlichtingen wensten te verschaf fen, die tot opheldering van het Eng- land-Spiel zouden kunnen leiden. De Britse regering heeft erin toege stemd, dat de voorzitter van de commissie, mr. L. A. Donker, bespre kingen had met een aantal gewezen officieren van de Britse geheime diensten, Special Operations Execu tive (S. O. E.) en Secret Intelligen ce Service (S. I. S.), die in de oor logsjaren bemoeienis hadden met de verbindingen met het bezette Neder landse gebied. In tegenwoordigheid van de grif fier der commissie, mr. G. Duister- deze besprekingen in October 1949 in Londen gevoerd. Er een tiental Britse functiona- u*e °orlogstyd uitvoerig van gedachten gewisseld. Alle aspec- van de Nederlandse I ze van de geheime diensten heeft de vorige. Van der Reyden en Lauwers gaven geheimen prijs De oprichting van de Centrale In lichtingendienst, met betrekking tot welke oprichting de commissie zeer ernstige critiek heeft, komt voor ver- antwoordelykheid van de ministers van Justitie, van Defensie en van Buitenlandse Zaken, derhalve van de heren Gerbrandy, Dijxhoorn en Van Klef fens. De slechte gang van zaken bij de Centrale Inlichtingendienst, nadat deze was opgericht, komt voor de verantwoordelijkheid achtereen volgens van de ministers van Justi tie, van Binnenlandse Zaken en van Marine, derhalve van de heren Ger brandy, Van Boeyen en Furstner. De topbezetting van de Centrale In lichtingendienst is onder deze drie bewindslieden, ten tijde dat deze dienst achtereenvolgens onder hen ressorteerde, onvoldoende geweest, de uitzending van de agenten was minimaal en er bestond een volkomen afhankelijkheid van de Engelsen. Nadat de Centrale Inlichtingendienst op 28 November 1942 was vervangen door het Bureau Inlichtingen, kwam er een nieuwe en betere periode voor het inlichtingenwerk. De topbezet ting van dit bureau was goed, het was actief bij het uitzenden van agenten en het heeft grote succes sen geboekt by het verkrijgen van in lichtingen uit het bezette gebied. Deze dienst was van de aanvang af in mindere mate afhankelijk van de Engelse dienst S.LS.Secret Intelli gence Service) en heeft kunnen be reiken, dat hij in de loop van de tyd een zelfstandiger positie ten opzichte van de Engelsen ging innemen. Ver antwoordelijk voor het beleid van de ze dienst was dadminister van Oorlog, de heer Van Lidth de Jeude. ONVOLDOENDE BEZETTING Het contact met het bezette gebied ter stimulering van het verzet was de taak van het. Bureau Voorbereiding Terugkeer (B.V.T.), dat op 1 Juli 1942 werd jgereorganiseerd tot het bureau Militaire Voorbereiding Te rugkeer (M.V.T.). De topbezetting van deze bureaux was onvoldoende. Geen der officieren had de vereiste deskundigheid en er bestond een vol ledige afhankelijkheid ten opzichte van de Engelse dienst S.O.C. (Spe cial Operation Executive). Het plan-Holland is door dit bureau op gezet. De uitvoering hiervan is to taal mislukt, daar de agenten tenge- volge van het Engeland-Spiel allen onmiddellijk na hun dropping in han den van de Duitsers vielen. De uitzending van agenten ter stimu lering van het verzet in Nederland werd later overgenomen door het op 15 Maart 1944 opgerichte Bureau Bijzondere Opdrachten. De topbezet ting van dit bureau bestond uit des kundigen. het bureau had een behoor lijke positie ten opzichte van de En gelsen en de uitzending van agenten heeft in het algemeen met succes plaats gevonden. Een en ander is ge schied ond-- r verantwoordelijkheid van de minister van Oorlog, de heer Van Lidth de Jeude. Ook de Minister-President, de heer Gerbrandy, hoewel hij in die kwali teit niet verantwoordelijk is geweest voor de gang van zaken bij de ver schillende geheime diensten, is, zoals hij zelf heeft medegedeeld, in alle belangrijke zaken, betrekking heb bende op bovengenoemde diensten gemoeid geweest. Het oordeel over 't beleid van de ministers, die verant woordelijk waren voor de geheime diensten, geldt derhalve, voorzover zijn bemoeienis ging, ook voor hem. Samenvattend kan worden gezegd dat het beleid van de Regering ten opzichte van de geheime diensten te Londen gedurende de eerste jaren niet zodanig is geweest als het had moe ten zyn. Men dient hierby echter niet te vergeten, dat dit probleem een van de moeilijkste was, waarvoor de Regering, nadat zy zonder enige voorbereiding op dit gebied ln En geland was aangekomen, wérd ge steld. Zy bevond zich in een vreemd land en was geheel afhankelijk van de Engelsen. Verzetsplan-Holland mislukte volkomen (Van onze parlementaire redacteur). Het England-Spiel is, globaal gezegd, het seinspel, dat door de Duit se Abwehr, de Sicherheitspolizei en dc Ordnungpoüzei in Nederland in onderlinge samenwerking van 13 Maart 1942 tot formeel 1 April 1944 tegenover de in Engeland werkende Britse en Nederlandse geheime diensten gespeeld is. De Duitsers waren gedurende deze tyd volledig op de hoogte van alle telegrafische verbindingen, die men van Engeland uit met geheime agen ten in Nederland onderhield. Zy konden, doordat zij. alle aankondigingen van de parachutering van geheime agenten opvingen, een groot aantal hunner gevangen nemen en door het zenden van telegrammen aan En geland, waarvan zjj het deden voorkomen, dat zij van de zogenaamd nog in vrijheid verkerende, gedropte agenten afkomstig waren, volledig in zicht verkrijgen in do Nederlandse ondergrondse activiteit. Hoe dat mogeljjk geweest is, hoe het met name mogelijk was, dat de Engelsen zeer geruime tyd niet gemerkt hebben, dat zy door de Duitsers om de tuin geleid werden hetgeen talrijke slachtoffers heeft gekost onthult het vierde en zeer belangwekkende deel van het rapport van de Parlementaire Enquête-commissie. Het stelt tevens de verantwoordelijk heid voor de gemaakte, ernstige fouten vast. Van opzet of verraad, zo als wel is verondersteld of beweerd, was volgens de commissie geen sprake. Uitdrukkelijk stelt het rapport vast, dat weliswaar het seinspel de Duitsers in staat heeft gesteld de Engelse sabotage in Nederland gedu rende geruime tjjd lam te leggen, een aantal nog in Nederland werkzame agenten te arresteren, waardoor ook het inlichtingenwerk werd lamgelegd, voorts een aantal groepen van de illegaliteit op te rollen en tenslotte de Nederlands-Engelse poging, door middel van de organisatie-Jambroes ter stimulering van het verzet ondernomen, in de kiem te smoren, doch dat het hoofddoel van het seinspel, nl. de beantwoording van de vraag: „Wat zyn de militaire plannen van de geallieerden ten aanzien van de in vasie in West-Europa en met name in Nederland?" door de Abwehr niet is bereikt. Een al te vlotte Van der Reyden. Voordat het England-Spiel begon, hadden de Duitsers reeds een aan tal uit Engeland overgekomen agen ten gearresteerd. Onder hen bevond zich de tegen de zin van het tijdelijk hoofd der Centrale Inlichtingen Dienst (C.LD.), mr. Derksema, door de Engelsen uitgezonden inlichtin genagent Van der Reyden, die op 13 Februari 1942 werd gevangen geno men. Van deze hebben de Duitsers veel inlichtingen ontvangen over het eren van in Nederland werkende in lichtingenagenten. Hij moest hun het double trahspositlon-systeem leren, een systeem, dat later ook werd ge bruikt door de agenten van de En- gélse „Special Operations Executive" (S.O.E.), met wier codes het Duitse seinspel zou worden gespeeld. Van der Reyden heeft na zijn arrestatie nagenoeg al zijn wetenschap op code- technisch gebied aan de Duitsers medegedeeld. Hij is daarbij wel zeer vlot gegaan tot de uiterste grens, welke geoorloofd was, gezien zyn in Engeland ontvangen instructies. Overeenkomstig die instructies heeft codesysteem "der Engelsen. Deze h(j zjjn security check (ïierkennings- agent had o.m. tot taak het instru- teken) niet afgegeven, doch zijn an dere gegevens heeft hij wel snel en volledig prijsgegeven. Een behoorlij ke selectie van de uit te zenden agen ten had misschien de uitzending van Van der Reyden kunnen voorkomen. De Engelse S.I.S. (Secret Intélli- gence Service) heeft hem blijkbaar uitgezonden uitsluitend op grond van het feit, dat hy een uitnemend mar conist was. Hoewel geenszins gezegd kan wor den. dat ae houding van Van der Reyden de beslissende factor is ge weest, die het England-Spiel heeft mogelijk gemaakt, is zijn aiTestatie wel een van de factoren geweest, welke er toe hebben medegewerkt, dat de Duitsers het spel met succes hebben kunnen opzetten. OOK LAUWERS SPREEKT... Voorts is de arrestatie van de op 7 November 1941 geparachuteei-de en op 6 Maart 1942 gearresteerde* S.O.E.-agent Lauwers van groot be lang geweest voor het England- Spiel. Hy en zijn chef-saboteur Taco nis vormden een agenten-team. Voordat Lauwers en Taconis resp. op 6 en 9 Maart 1942 werden gear resteerd, hebben zij een tijdlang in vryheid gewerkt. Hun organisatie werd echter gepenetreei'd door een V-Mann van de Abwehr (Ridderhof) en een van de Sicherheitspolizei (Johnny den Droog), terwijl de uit zendingen van Lauwers werden ge peild door de peilgroep van de Ord- nungspolizei. Dientengevolge werden zij kort na elkaar gearx-esteerd. Hier mede hadden de Duitsers de eerste sabotage-kern van de Special Ope rations Executieve (de sabotage- dienst) in Nederland buiten gevecht gesteld. Deze oprolling vond zo gron dig plaats, dat een bericht hierover Engeland niet bereikte. De marconist Lauwers gaf, niet in strijd met de te Londen gegeven instructies, zyn code af en verklaar de zich bereid voor de Duitsers te gaan seinen. Hij gaf echter in over eenstemming met zijn instructies zyn security check niet af. Dit laat ste staat, gegeven de mededelingen van Lauwers en de mededelingen van Engelse zijde, vast. Behalve op deze pagina vindt de lezer in dit blad op pag. 9 nog artikelen over het jongste rapport der Parlementaire En quêtecommissie ERNST MAY de codespecialist van de S.D., die zoveel kwaad aanrichtte door zjjn intelligentie. Het England-Spiel begint Op 12 Maart 1942 vond de eerste uitzending van Lauwers onder Duit se controle plaats, waarmede het England-Spiel een aanvang nam. 't Seinen over de verbinding van Lau wers werd midden October 1942 door een marconist van de Ordnungs- polizei overgenomen, zonder dat dit enige invloed in voor de Duitsers ongunstige zin had op de loop van het seinspel. In de nacht van 27/28 Maart 1942 werd als eerste de agent Baatsen, die voor de sabotagegroep van Ta conis kwam en die over de zendver- binding van Lauwers was aange kondigd. onmiddellijk bij de dropping gevangen genomen. Daarna arres teerden de Duitsers nog een aantal door S.O.E. buiten het England-Spiel om reeds tevoren geparachuteerde agenten. Toen het gehele S.O.E.-netwerk, dat in radiografische verbinding stond met Engeland, in Duitse han den was, zijn, aangekondigd langs de door de Duitsers gecontróleerde lijnen, nog vijf S.O.E.-agenten naar Nederland gezonden. Het waren: Parlevliet en Van Steen, die op 29 Mei 1942, Van Rietschoten en .Bui- zer, die op 22 Juni 1942 werden ge parachuteerd en Van Hemert, die op 23 Juli 1942 werd gedropt Zij wer den allen by hun dropping gearres teerd. ONDERSCHEIDING VOOR VAN DER WAALS! Van Hemert bracht een opdracht mede voor de groep-Taconis om de zender Kootwijk te vernielen. De Duitsers ensceneerden een aanval op de zender, zonden een verslag van I de z.g. mislukte operatie naar Enge land en publiceerden een dienover eenkomstig verhaal in de pers. Men was in Engeland dermate tevreden over het optreden van de groep-Ta conis, dat een der z.g. medewerkers van Taconis, Antoon van der Waals, een onderscheiding kreeg en naar Engeland werd ontboden. Op de door de Duitsers „gespeelde" tocht van Antoon via Frankrijk werd deze te Parijs in het bijzijn van illegale wer kers z.g. gearresteerd. In de nacht van 26 op 27 Juni '42 werd de agent van het B. V. T. (Bu reau voorbereiding van de terugkeer naar Nederland en het herstel van het wettig gezag) Jambroes (een voormalig leraar uit Zaandam) uit gezonden met de marconist Bukkens. Het doel van hun uitzending was 'n organisatie op te bouwen om het plan-Holland ten uitvoer te brengen. De strekking van dit plan was het inrichten van een verzetsorganisatie in Nederland en het verschaffen van wapens aan deze organisatie. Nederland was met het oog op de uitvoering van het plan verdeeld in zeventien districten, terwijl het aan tal deelnemers aan het plan-Holland 1070 zou bedragen. De bedoeling was een aantal kleine groepen van door tastende mannen in Nederland te vormen, die, geïnstrueerd en van de nodige hulpmiddelen uit Engeland voorzien, by een invasie in de rug van de vijand een zo groot mogelijke desorganisatie moesten veroorzaken en het aanvoeren van versterkingen en reserves moesten trachten te voorkomen. Hiertoe dienden o.m. de vei'bindingen tussen Duitsland en Nederland en die tussen België en Nederland op het ogenblik van de invasie gedurende minstens 72 uur te worden verbroken. De 1070 leden van deze organisatie moesten door de O.D. (Orde Dienst) ter beschik king worden gesteld. (Voor vervolg van dit art. zie pag. 9) JOSEPH SCHREIEDER de man van de S.D., die zoveel voortreffelijke Nederlanders wist te arresteren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 3