Parlementaire Enquête-Commissie oordeelt
over het England-Spiel^
Hoe het spel gespeeld werd
door de Duitsers
Ernstige fouten - geen opzet of verraad
Het England-Spiel verklaard
Ernstige critiek op het
regeringsbeleid
ZATERDAG 15 JULI 1950
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
In rapport van 2019 bladzijden
(Van onze parlementaire redacteur).
Een van de vele punten van de opdracht aan de Parlementaire En-
ciuete-commissie luidde in korte bewoordingen „een onderzoek in te
stellen naar de verbindingen met het bezette Nederlandse gebied, in
het bijzonder de militaire en de civiele inlichtingendiensten."
Dat. was gemakkelijk gezegd. De vervulling van deze opdracht heeft
de commissie echter voor een zeer omvangrijke taak gesteld. Doordat
de te onderzoeken stof buitengewoon ingewikkeld was, moest een veel
groter aantal verhoren worden afgenomen dan bij enig ander punt van
het Enquetebesluit.
Over een tijdvak van twee jaren verdeeld, zijn niet minder dan 232
personen verhoord, van wie in totaal 306 verhoren werden afgenomen,
welker volledige publicatie 2019 bladzijden van 't vierde deel van het
rapport der commissie in beslag neemt.
De lange duur van het onderzoek, de uitvoerigheid en de nauwkeu
righeid daarvan waren nodig, omdat het mede tot de taak van de
commissie behoorde zo mogelijk een afdoende verklaring te geven van
het zogenaamde England-Spiel. Verschillende in de loop der jaren ge
opperde theorieën zyn onderzocht en getoetst. De organisatie en de
werkwijze der geheime diensten zijn met de uiterste zorgvuldigheid
bestudeerd, aangezien elk détail in beginsel van belang kon blijken te
zijn. Tal van speculatieve theorieën, die reeds waren opgesteld zo
werd duidelijk brachten niet de gewenste verheldering.
Het zeer uitgebreide onderzoek naar de feitelijke gebeurtenissen in
de noodlottige jaren 1942 en 1943 heeft er tenslotte toe geleid, dat de
commissie inderdaad een afdoende verklaring heeft kunnen geven voor
het feit, dat een England-Spiel mogelijk is geweest. Over een aantal
vragen van technische aard heeft zij zich laten voorlichten door een
commissie van drie deskundigen, bestaande uit de heren H. Koot, re
serve generaal-majoor b.d., J. A. Verkuyl, kolonel van 't K.^'.I.L. b.d.
en A. N. baron de Vos van Steenwyk, luitenant ter zee le klasse.
Speculatieve theorieën.
Iten van de déb&cle hebben de revue
gepasseerd; alle mogelijkheden zijn
diepgaand besproken. Van Engelse
Spiel Detrert, is ae commissie cue zijdejs itjriet grote^ openhartigheid
een oordeel gekomen, waarbij vele.
vaak louter aan de fantasie van de
auteurs ervan ontsproten, speculatie
ve theorieën (die meestal uitgingen
van de gedachte aan veri-aad of an
dere onoirbare bedoelingen, hetzij bij
de Engelse hetzij bij de Nederlandse
autoriteiten), worden afgewezen.
Het is verheugend, dat de com- het aandeel
missie tot deze conclusie is kunnen
komen, omdat tal van publicaties op
dit gebied vaak op weinig of niets
gebaseerd en desniettemin de ergste
beschuldigingen inhoudend het
vertrouwen in de Nederlandse en de
Engelse overheid op ernstige wijze
dreigden te ondermijnen; immers
poogden zij de opvatting gemeen
goed te maken, dat in de oorlog
by het werk der geheime diensten
alleen de laagste menselijke instinc
ten, ook bij de overheid, de doorslag
geven.
Daarmede wil geenszins gezegd
zijn, dat wat de loop der gebeurte
nissen bij het England-Spiel aangaat,
geen critiek te leveren zou zijn. In
tegendeel, de commissie heeft in het
vierde deel van haar rapport uitvoe
rig aangetoond dat zowel bij de Ne
derlandse als by de Engelse dienst
ernstige fouten zijn gemaakt. Ook
het beleid van de Nedei-landse rege
ring op dit punt ontkomt niet aan
haar critiek. Doch het maken van
fouten ligt op een ander niveau dan
het handelen met een misdadige op
zet. In het bijzonder voor de nage
dachtenis van de gevallenen en voor
hun nagelaten betrekkingen maakt
het een of het ander een groot ver
schil. De slachtoffers keren niet
weer tot het leven terug, maar do
gedachten over het offer van hun le
ven, dat zij voor het vaderland ge
bracht hebben, kunnen een andere
en gezuiverde wending nemen. Te
meer geldt dit, daar het onderzoek
van de commissie mede heeft uitge
wezen, dat de gemaakte fouten, hoe
ernstig deze ook mogen zijn, voor
een deel hun oorzaak hebben gevon
den in de bijzondere omstandigheden,
waaronder de diensten, die belast
waren met de uitzending der agen
ten, hun werk in de eerste oorlogs
jaren moesten aanvangen en de
schier onoverkomelijke moeilijkhe
den, dxe zy hadden te overwinnen.
'dienst, het „Bureau voorbereiding
van de terugkeer naar Nederlanden
het herstel van het wettig gezag
aldaar" (B. V. T.) en later het bu
reau „Militaire voorbereiding terug
keer" (M. V. T.) in de débéicle van
het England-Spiel. Hoewel de Ne
derlandse dienst in sterke mate af
hankelijk was van de Engelse, het
geen zijn verantwoordelijkheid onge
twijfeld vermindert, stelde de com
missie ook vele tekortkomingen van
deze bui*eau's vast. Van opzet of
kwade trouw is intussen ook aan
Nederlandse zijde in geen enkel op
zicht sprake.
Niet alleen bij de diensten, die be
last waren met het contact met het
^ondergrondse verzet, maar ook bij
ae inlichtingendiensten, die in En
geland aan Nederlandse zijde verbin
ding met bezet Nederland zochten
en onderhielden, heeft de commissie
gedurende de eerste jaren grote te
kortkomingen geconstateerd.
Zij is tot de conclusie gekomen,
dat het beleid der Nederlandse re
geling op het gehele tei*rein der ge
heime diensten in Londen in de eer
jaren van de oorlog veel te wen
sen heeft overgelaten. De organisa
tie en het algemene beleid der ge
heime diensten hadden in stérkere
mate dan onder normale omstandig
heden onderdeel van het regerings
beleid moeten uitmaken, zo zegt zij.
Een grote verantwoordelijkheid
drukt in deze dan ook op het Kabi
net en vooral op de ministers, die
meer in het bijzonder met de zorg
voor de geheime diensten belast wa
ren.
Hulde aan de helden
De in 't vierde deel van 't Verslag
opgenomen verhoren bevatten een
schat van documenten over de bele
venissen der uitgezonden agenten en
over de werkzaamheden van in het
bezette Nederland werkzaam ge
weest zijnde inlichtingen- en andere
verzetsgroepen. In vele van deze ver
horen kan men lezen over de onge
ëvenaarde moed en toewijding, over
de ongekende zelfopoffering en va
derlandsliefde van velen van de bes
ten van ons volk. Het kwam de com
missie noodzakelyk voor, .dat het
grootste werk van deze vaderlan
ders. dat aan ons volk veel te wei
nig bekend is, beschreven zou wor
den en dat hun op deze wijze als-
nog de hulde vaak een posthume
vroegere publicaties
bevestigd.
Nu het rapport van de Parle
mentaire Enquête-commissie no.
pens het England-Spiel is ver
schenen, blijkt duidelijk, dat
van alle „verklaringen" en the
orieën, die in de loop der jaren
door allerlei schrijvers zijn ge
publiceerd, alleen en uitsluitend
de artikelenreeks, die in ons
blad werd opgenomen, zéér dicht
aansluit, zowel wat de verkla
ring als de conclusies betreft, bij
wat de Enquête-commissie aan
het licht bracht.
In onze publicaties is destijds
iedere theorie, die uitging van
verraad hetzij bij de Engel,
sen, hetzij bij de leiders der Ne
derlandse diensten volstrekt
afgewezen. De publicaties van
majoor De Graaf en mr. Van der
Starp worden in het rapport der
Parlementaire Enquête-commis.
sie op precies zo volstrekte wij
ze „afgekraakt" als ruim ander
half jaar geleden in ons blad ge.
beurde.
Dat bjj de verklaring van het
drama ook door de Parlemen
taire Enquête-commissie lang
wordt stilgestaan bij de figuur
van de agent Willem van der
Reyden (die bijzonder vlot vrij
wel alle gegevens aan de Duit
sers ter beschikking stelde), be.
hoeft niemand te verbazen, die
onze artikelen las.
Hetzelfde geldt voor de theo
rie, dat zowel Schreicder als
Van der Waals in dienst van En.
geland zouden hebben gestaan.
Wij hebben steeds met de mees
te nadruk deze mogelijkheid
ontkend en onze beweringen
worden door het thans versche
nen deel van het rapport volko
men ondersteund.
Het is bevredigend en het
vervult ons met zekere trots
dat ons blad méér dan anderhalf
jaar geleden publicaties kon
brengen, die thans op alle pun
ten door de commissie uit het
Nederlandse parlement na drie
honderd en zes verhoren worden
bevestigd.
geschied, geen enkele vraag is ont
weken. De Britse regering verklaar
de zich bovendien bereid in een
„statement" een aantal door haai
en de voorzitter der commissie be-
langrijk geoordeelde punten vast te hulde zou worden gebracht, waar-
leggen. op zij recht hebben.
De commissie heeft ook onderzocht Over de organisatie en de werkwij-
de commissie pas volledige opening
van zaken gegeven na nauwkeurig
overwogen te hebben, of daarmede
geen schade aan dit werk in de toe
komst- zou worden gedaan en na de
deskundigen hierover te hebben ge
raadpleegd. Zij kwam daarbij tot de
slotsom, dat de gebruikte middelen
niet 'alleen bij de geallieerden bekend
waren, doch over het algemeen ook
bjj de vijand, die zijnerzijds met zijn
geheime diensten op ongeveer de
zelfde w|jze werkte. Voorts zal een
nieuwe oorlog weer onder geheel an
dere omstandigheden en met geheel
andere middelen gevoerd worden dan
De verantwoordelijkheid van de regering
(Van onze parlementaire redacteur).
De Parlementaire Enquêtecommissie heeft, zoals zij In de slotbeschou
wing van het vierde deel van haar rapport letterlijk zegt, „ernstige kri
tiek op het beleid van de Nederlandse Regering te Londen ten aanzien
van de geheime diensten. De verantwoordelijkheid daarvoor wordt in zo
verre door het Kabinet gedragen, dat dit zich afzijdig heeft gehouden
van de kernproblemen van de geheime diensten en dat deze niet ln de
Ministerraad zijn besproken." In het bijzonder echter wordt de verant
woordelijkheid gedragen door bepaalde bewindslieden.
Engelse medewerking.
Voor goed maakt het verslag eeu
eind aan het verwijt, dat wel tot de
Engelsen gericht is, als zouden zij
geen volledige opening van zaken
hebben willen geven en dat zij niet
de inlichtingen wensten te verschaf
fen, die tot opheldering van het Eng-
land-Spiel zouden kunnen leiden. De
Britse regering heeft erin toege
stemd, dat de voorzitter van de
commissie, mr. L. A. Donker, bespre
kingen had met een aantal gewezen
officieren van de Britse geheime
diensten, Special Operations Execu
tive (S. O. E.) en Secret Intelligen
ce Service (S. I. S.), die in de oor
logsjaren bemoeienis hadden met de
verbindingen met het bezette Neder
landse gebied.
In tegenwoordigheid van de grif
fier der commissie, mr. G. Duister-
deze besprekingen in
October 1949 in Londen gevoerd. Er
een tiental Britse functiona-
u*e °orlogstyd uitvoerig
van gedachten gewisseld. Alle aspec-
van de Nederlandse I ze van de geheime diensten heeft de vorige.
Van der Reyden en Lauwers gaven
geheimen prijs
De oprichting van de Centrale In
lichtingendienst, met betrekking tot
welke oprichting de commissie zeer
ernstige critiek heeft, komt voor ver-
antwoordelykheid van de ministers
van Justitie, van Defensie en van
Buitenlandse Zaken, derhalve van de
heren Gerbrandy, Dijxhoorn en Van
Klef fens. De slechte gang van zaken
bij de Centrale Inlichtingendienst,
nadat deze was opgericht, komt voor
de verantwoordelijkheid achtereen
volgens van de ministers van Justi
tie, van Binnenlandse Zaken en van
Marine, derhalve van de heren Ger
brandy, Van Boeyen en Furstner.
De topbezetting van de Centrale In
lichtingendienst is onder deze drie
bewindslieden, ten tijde dat deze
dienst achtereenvolgens onder hen
ressorteerde, onvoldoende geweest,
de uitzending van de agenten was
minimaal en er bestond een volkomen
afhankelijkheid van de Engelsen.
Nadat de Centrale Inlichtingendienst
op 28 November 1942 was vervangen
door het Bureau Inlichtingen, kwam
er een nieuwe en betere periode voor
het inlichtingenwerk. De topbezet
ting van dit bureau was goed, het
was actief bij het uitzenden van
agenten en het heeft grote succes
sen geboekt by het verkrijgen van in
lichtingen uit het bezette gebied.
Deze dienst was van de aanvang af
in mindere mate afhankelijk van de
Engelse dienst S.LS.Secret Intelli
gence Service) en heeft kunnen be
reiken, dat hij in de loop van de tyd
een zelfstandiger positie ten opzichte
van de Engelsen ging innemen. Ver
antwoordelijk voor het beleid van de
ze dienst was dadminister van Oorlog,
de heer Van Lidth de Jeude.
ONVOLDOENDE BEZETTING
Het contact met het bezette gebied
ter stimulering van het verzet was de
taak van het. Bureau Voorbereiding
Terugkeer (B.V.T.), dat op 1 Juli
1942 werd jgereorganiseerd tot het
bureau Militaire Voorbereiding Te
rugkeer (M.V.T.). De topbezetting
van deze bureaux was onvoldoende.
Geen der officieren had de vereiste
deskundigheid en er bestond een vol
ledige afhankelijkheid ten opzichte
van de Engelse dienst S.O.C. (Spe
cial Operation Executive). Het
plan-Holland is door dit bureau op
gezet. De uitvoering hiervan is to
taal mislukt, daar de agenten tenge-
volge van het Engeland-Spiel allen
onmiddellijk na hun dropping in han
den van de Duitsers vielen.
De uitzending van agenten ter stimu
lering van het verzet in Nederland
werd later overgenomen door het op
15 Maart 1944 opgerichte Bureau
Bijzondere Opdrachten. De topbezet
ting van dit bureau bestond uit des
kundigen. het bureau had een behoor
lijke positie ten opzichte van de En
gelsen en de uitzending van agenten
heeft in het algemeen met succes
plaats gevonden. Een en ander is ge
schied ond-- r verantwoordelijkheid
van de minister van Oorlog, de heer
Van Lidth de Jeude.
Ook de Minister-President, de heer
Gerbrandy, hoewel hij in die kwali
teit niet verantwoordelijk is geweest
voor de gang van zaken bij de ver
schillende geheime diensten, is, zoals
hij zelf heeft medegedeeld, in alle
belangrijke zaken, betrekking heb
bende op bovengenoemde diensten
gemoeid geweest. Het oordeel over 't
beleid van de ministers, die verant
woordelijk waren voor de geheime
diensten, geldt derhalve, voorzover
zijn bemoeienis ging, ook voor hem.
Samenvattend kan worden gezegd
dat het beleid van de Regering ten
opzichte van de geheime diensten te
Londen gedurende de eerste jaren niet
zodanig is geweest als het had moe
ten zyn. Men dient hierby echter niet
te vergeten, dat dit probleem een
van de moeilijkste was, waarvoor de
Regering, nadat zy zonder enige
voorbereiding op dit gebied ln En
geland was aangekomen, wérd ge
steld. Zy bevond zich in een vreemd
land en was geheel afhankelijk van
de Engelsen.
Verzetsplan-Holland mislukte volkomen
(Van onze parlementaire redacteur).
Het England-Spiel is, globaal gezegd, het seinspel, dat door de Duit
se Abwehr, de Sicherheitspolizei en dc Ordnungpoüzei in Nederland in
onderlinge samenwerking van 13 Maart 1942 tot formeel 1 April 1944
tegenover de in Engeland werkende Britse en Nederlandse geheime
diensten gespeeld is.
De Duitsers waren gedurende deze tyd volledig op de hoogte van alle
telegrafische verbindingen, die men van Engeland uit met geheime agen
ten in Nederland onderhield. Zy konden, doordat zij. alle aankondigingen
van de parachutering van geheime agenten opvingen, een groot aantal
hunner gevangen nemen en door het zenden van telegrammen aan En
geland, waarvan zjj het deden voorkomen, dat zij van de zogenaamd nog
in vrijheid verkerende, gedropte agenten afkomstig waren, volledig in
zicht verkrijgen in do Nederlandse ondergrondse activiteit.
Hoe dat mogeljjk geweest is, hoe het met name mogelijk was, dat de
Engelsen zeer geruime tyd niet gemerkt hebben, dat zy door de Duitsers
om de tuin geleid werden hetgeen talrijke slachtoffers heeft gekost
onthult het vierde en zeer belangwekkende deel van het rapport van de
Parlementaire Enquête-commissie. Het stelt tevens de verantwoordelijk
heid voor de gemaakte, ernstige fouten vast. Van opzet of verraad, zo
als wel is verondersteld of beweerd, was volgens de commissie geen
sprake.
Uitdrukkelijk stelt het rapport vast, dat weliswaar het seinspel de
Duitsers in staat heeft gesteld de Engelse sabotage in Nederland gedu
rende geruime tjjd lam te leggen, een aantal nog in Nederland werkzame
agenten te arresteren, waardoor ook het inlichtingenwerk werd lamgelegd,
voorts een aantal groepen van de illegaliteit op te rollen en tenslotte
de Nederlands-Engelse poging, door middel van de organisatie-Jambroes
ter stimulering van het verzet ondernomen, in de kiem te smoren, doch
dat het hoofddoel van het seinspel, nl. de beantwoording van de vraag:
„Wat zyn de militaire plannen van de geallieerden ten aanzien van de in
vasie in West-Europa en met name in Nederland?" door de Abwehr
niet is bereikt.
Een al te vlotte
Van der Reyden.
Voordat het England-Spiel begon,
hadden de Duitsers reeds een aan
tal uit Engeland overgekomen agen
ten gearresteerd. Onder hen bevond
zich de tegen de zin van het tijdelijk
hoofd der Centrale Inlichtingen
Dienst (C.LD.), mr. Derksema, door
de Engelsen uitgezonden inlichtin
genagent Van der Reyden, die op 13
Februari 1942 werd gevangen geno
men. Van deze hebben de Duitsers
veel inlichtingen ontvangen over het
eren van in Nederland werkende in
lichtingenagenten. Hij moest hun het
double trahspositlon-systeem leren,
een systeem, dat later ook werd ge
bruikt door de agenten van de En-
gélse „Special Operations Executive"
(S.O.E.), met wier codes het Duitse
seinspel zou worden gespeeld. Van
der Reyden heeft na zijn arrestatie
nagenoeg al zijn wetenschap op code-
technisch gebied aan de Duitsers
medegedeeld. Hij is daarbij wel zeer
vlot gegaan tot de uiterste grens,
welke geoorloofd was, gezien zyn
in Engeland ontvangen instructies.
Overeenkomstig die instructies heeft
codesysteem "der Engelsen. Deze h(j zjjn security check (ïierkennings-
agent had o.m. tot taak het instru- teken) niet afgegeven, doch zijn an
dere gegevens heeft hij wel snel en
volledig prijsgegeven. Een behoorlij
ke selectie van de uit te zenden agen
ten had misschien de uitzending van
Van der Reyden kunnen voorkomen.
De Engelse S.I.S. (Secret Intélli-
gence Service) heeft hem blijkbaar
uitgezonden uitsluitend op grond van
het feit, dat hy een uitnemend mar
conist was.
Hoewel geenszins gezegd kan wor
den. dat ae houding van Van der
Reyden de beslissende factor is ge
weest, die het England-Spiel heeft
mogelijk gemaakt, is zijn aiTestatie
wel een van de factoren geweest,
welke er toe hebben medegewerkt,
dat de Duitsers het spel met succes
hebben kunnen opzetten.
OOK LAUWERS SPREEKT...
Voorts is de arrestatie van de op
7 November 1941 geparachuteei-de
en op 6 Maart 1942 gearresteerde*
S.O.E.-agent Lauwers van groot be
lang geweest voor het England-
Spiel. Hy en zijn chef-saboteur Taco
nis vormden een agenten-team.
Voordat Lauwers en Taconis resp.
op 6 en 9 Maart 1942 werden gear
resteerd, hebben zij een tijdlang in
vryheid gewerkt. Hun organisatie
werd echter gepenetreei'd door een
V-Mann van de Abwehr (Ridderhof)
en een van de Sicherheitspolizei
(Johnny den Droog), terwijl de uit
zendingen van Lauwers werden ge
peild door de peilgroep van de Ord-
nungspolizei. Dientengevolge werden
zij kort na elkaar gearx-esteerd. Hier
mede hadden de Duitsers de eerste
sabotage-kern van de Special Ope
rations Executieve (de sabotage-
dienst) in Nederland buiten gevecht
gesteld. Deze oprolling vond zo gron
dig plaats, dat een bericht hierover
Engeland niet bereikte.
De marconist Lauwers gaf, niet
in strijd met de te Londen gegeven
instructies, zyn code af en verklaar
de zich bereid voor de Duitsers te
gaan seinen. Hij gaf echter in over
eenstemming met zijn instructies
zyn security check niet af. Dit laat
ste staat, gegeven de mededelingen
van Lauwers en de mededelingen van
Engelse zijde, vast.
Behalve op deze pagina vindt
de lezer in dit blad op pag. 9
nog artikelen over het jongste
rapport der Parlementaire En
quêtecommissie
ERNST MAY
de codespecialist van de S.D., die
zoveel kwaad aanrichtte door zjjn
intelligentie.
Het England-Spiel begint
Op 12 Maart 1942 vond de eerste
uitzending van Lauwers onder Duit
se controle plaats, waarmede het
England-Spiel een aanvang nam. 't
Seinen over de verbinding van Lau
wers werd midden October 1942
door een marconist van de Ordnungs-
polizei overgenomen, zonder dat dit
enige invloed in voor de Duitsers
ongunstige zin had op de loop van
het seinspel.
In de nacht van 27/28 Maart 1942
werd als eerste de agent Baatsen,
die voor de sabotagegroep van Ta
conis kwam en die over de zendver-
binding van Lauwers was aange
kondigd. onmiddellijk bij de dropping
gevangen genomen. Daarna arres
teerden de Duitsers nog een aantal
door S.O.E. buiten het England-Spiel
om reeds tevoren geparachuteerde
agenten.
Toen het gehele S.O.E.-netwerk,
dat in radiografische verbinding
stond met Engeland, in Duitse han
den was, zijn, aangekondigd langs
de door de Duitsers gecontróleerde
lijnen, nog vijf S.O.E.-agenten naar
Nederland gezonden. Het waren:
Parlevliet en Van Steen, die op 29
Mei 1942, Van Rietschoten en .Bui-
zer, die op 22 Juni 1942 werden ge
parachuteerd en Van Hemert, die op
23 Juli 1942 werd gedropt Zij wer
den allen by hun dropping gearres
teerd.
ONDERSCHEIDING VOOR
VAN DER WAALS!
Van Hemert bracht een opdracht
mede voor de groep-Taconis om de
zender Kootwijk te vernielen. De
Duitsers ensceneerden een aanval op
de zender, zonden een verslag van I
de z.g. mislukte operatie naar Enge
land en publiceerden een dienover
eenkomstig verhaal in de pers. Men
was in Engeland dermate tevreden
over het optreden van de groep-Ta
conis, dat een der z.g. medewerkers
van Taconis, Antoon van der Waals,
een onderscheiding kreeg en naar
Engeland werd ontboden. Op de door
de Duitsers „gespeelde" tocht van
Antoon via Frankrijk werd deze te
Parijs in het bijzijn van illegale wer
kers z.g. gearresteerd.
In de nacht van 26 op 27 Juni '42
werd de agent van het B. V. T. (Bu
reau voorbereiding van de terugkeer
naar Nederland en het herstel van
het wettig gezag) Jambroes (een
voormalig leraar uit Zaandam) uit
gezonden met de marconist Bukkens.
Het doel van hun uitzending was 'n
organisatie op te bouwen om het
plan-Holland ten uitvoer te brengen.
De strekking van dit plan was het
inrichten van een verzetsorganisatie
in Nederland en het verschaffen van
wapens aan deze organisatie.
Nederland was met het oog op de
uitvoering van het plan verdeeld in
zeventien districten, terwijl het aan
tal deelnemers aan het plan-Holland
1070 zou bedragen. De bedoeling was
een aantal kleine groepen van door
tastende mannen in Nederland te
vormen, die, geïnstrueerd en van de
nodige hulpmiddelen uit Engeland
voorzien, by een invasie in de rug
van de vijand een zo groot mogelijke
desorganisatie moesten veroorzaken
en het aanvoeren van versterkingen
en reserves moesten trachten te
voorkomen. Hiertoe dienden o.m. de
vei'bindingen tussen Duitsland en
Nederland en die tussen België en
Nederland op het ogenblik van de
invasie gedurende minstens 72 uur
te worden verbroken. De 1070 leden
van deze organisatie moesten door
de O.D. (Orde Dienst) ter beschik
king worden gesteld.
(Voor vervolg van dit art. zie pag. 9)
JOSEPH SCHREIEDER
de man van de S.D., die zoveel
voortreffelijke Nederlanders wist
te arresteren.