Prins Bernhards laatste uren op
Nederlandse grond
VOOR NEDERLANDSE MARINE
GEEN ZELFSTANDIGE TAAK
MOOI RODE KRUISWERK IN
MEI 1940 TE TERNEUZEN
EEN VLUCHTELINGE VERTELT
DE KRIJGSKUNDE IN THEORIE
EN PRAKTIJK
ZATERDAG 27 MEI 1950
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
Tien jaar geleden
Droeve momenten in Sluis en Sint Anna
Op 28 Mei capituleerde ook Zeeuwsch-Viaanderen.
Op een vroege, morgen, zo vertelt ons oud-burgemeester A. F. J.
Aernoudts van Sluis, kwam de gemeenteveldwachter my waarschuwen,
dat ik bp Prins Bernhard moest komen. Ik wist helemaal niet, dat de
Prins in Zeeuwsch Vlaanderen vertoefde, dus was ik stomverbaasd, maar
ik haastte my om aan het bevel te voldoen.
Dit alles gebeurde om kwart voor zeven, op de zeventiende Mei, de
dag, waarop Middelburg verwoest werd. De Prins zat in het café van
Sanders—de Pauw aan een tafeltje toen ik binnen kwam. Hy had een
kop koffie voor zich.
Het spyt my, dat uw eerste bezoek aan Sluis onder zo droeve om
standigheden moet plaats vinden, Koninklijke Hoogheid, stamelde ik.
De Prins haalde gelaten zijn schouders op.
Er is niets aan te doen, luidde zijn antwoord,
Even gaf ik my rekenschap van het feit, dat ik vermoedelijk de
laatste burgemeester was, die de Prins, het laatste lid van het Ko-
ninklyk gezin, op Nederlandse bodem zou zien. Het was, als In de Fran
se tijd, toen de Oranjes ook moesten wijken. Maar de zorgen van het
ogenblik vroegen om aandacht.
Prins Bernhard was voornemens om, nu de capitulatie van België on-
vermydeiyk scheen, vla Duinkerken naar Engeland te vertrekken. Hij
moest daartoe een passeerbewijs hebben. Ilc vermoed, dat de Prins via
Engeland naar België en vandaar naar Zeeuwsch Vlaanderen was ge
komen. De Franse commandant van Sluis, die de Prins niet herkend had,
maakte echter bezwaren. Pas toen hem erop gewezen werd, dat de een
voudige officier der huzaren Prins. Bernhard was, en generaal Beaufrere,
die het comando voerde, aan de Prins was voorgesteld, was alles snel te
regelen.
Toen brak er een bewogen moment aan. De Prins stond op en wendde
zich tot my.
Ik moet u een laatste groet van Koningin Wilhelmina overbrengen
aan het Nederlandse volk, dat zij liefheeft en bemint, zeide hy. Doe dat
na de middag, als ik reeds ver hier vandaan ben. Tot weerziens!
De Prins stapte in een gereed staande militaire auto.
Leve de Prins! riepen de enkele omstanders en de militairen.
Toen reed de auto weg ln de richting van Sint Anna ter Muiden. Aan
de grens sloegen enkelen zyn vertrek gade. Zy hadden tranen in hun
ogen. De laatste groet van de Koningin heb ik in Sluis bekend gemaakt.
Of zy het Nederlandse volk ooit bereikt heeft, ik weet het niet.
Aldus het sobere verhaal van oud-burgemeester Aernoudts, die er nog
aan toevoegde, dat voor zover hy wist de Prins de nacht van 16 op 17
Mei had doorgebracht in de Marechausseekazerne te Sluis. Wel was er
in hotel Sanders—de Pauw een kamer gereserveerd voor eenj hoogge
plaatst Nederlands officier, maar toen de adjudant van de Prins zich des
avonds daar vervoegde, is er sprake geweest van misverstand. De kamer
bleed ongebruikt
Ziedaar eigenlijk het meest bewogen
moment in de strijd om Zeeuwsch
Vlaanderen. In het verdere verhaal
zijn eigenlijk alleen de data van be
lang.
Op de tiende Mei arriveerden de
eerste Fransen al in Sluis, op weg naar
Walcheren. De bevolking was enthou
siast en voortdurend klonken de kre
ten Vive la France! en Vive la Hollan-
de! Spoedig veranderde de situatie.
De vluchtelingen en de terugtrekkende
Nederlandse troepen arriveerden ook
in Zeeuwsch Vlaanderen. De Fransen
behandelden de teruggetrokken Neder
landers met een minachtend schouder
ophalen, schenen vastbesloten zelf ver
beten 'te vechten. De zeventiende ver
trok Prins Bernhard en zag men Mid
delburg in vlammen staan. De hemel
zag des avonds rood.
Verder gebeurde er niets in Sluis, al
leen kwamen er voortdurend civiele en
militaire vluchtelingen aan, die zo
goed mogelijk geholpen werden.
Op 23 Mei werd de Franse bezetting
van Sluis opgeheven. Nu kwam er een
Belgische voorpostenafdeling, van de
troepen, die het Leopoldkanaal zouden
verdedigen. Beweerd wordt, dat in de
nacht van 23 op 24 Mei ook Koning
Leopold nog in Sluis is geweest. Nie
mand schijnt hem echter te hebben ge
sproken, noch Prins Karei, die in zijn
gezelschap zou hebben vertoefd.
De volgende dagen waren voor Sluis
nog al benauwend. De Belgen waren
namelijk van plan om de torens op te
blazen. Burgemeester Aernoudts heeft
dit weten te voorkomen, gelukkig,
want het zou geen enkel nut hebben
gehad.
Op 27 Mei verlieten ook de Belgen
Sluis en een dag later capituleerde het
r
Nog altijd is aan slechts zeer
weinigen een aantal bijzonderhe
den bekend over de laatste uren,
die Z.K.H. Prins Bernhard in de
Meidagen van 1940 doorbracht
op Nederlandse bodem, bij de
Nederlandse troepen in
Zeeuwsch Vlaanderen.
Oud-burgemeester A. F. J.
Aernoudts van Sluis was een der
weinigen, die toen met de Prins
gesproken hebben. Hy vertelt
van zijn ervaringen in bijgaand
interview, dat nog nimmer ge
publiceerde feiten bevat.
y
Belgische leger en daarmede ook
Zeeuwsch Vlaanderen.
Op Zaterdag 1 Juni kwamen de eer
ste Duitsers.
Tot zover de heer Aernoudts.
De heer Hoolhorst, directeur der
R.H.B.S. te Oostburg, die zich in de
oorlogsdagen van 1940 onderscheiden
heeft door zijn menslievend, rustig en
doeltreffend optreden, vertelde
nog iets over de oorlogsdagen in Oost
burg. Beweerd wordt, zo deelde hij
mede, dat Prins Bernhard ook nog
even in Oostburg is geweest. Nimmer
is dit echter officieel vastgesteld. Wel
heeft op 17 Mei de Commissaris der
Koningin, jhr. mr. J. W. Quarles van
Ufford zich in Oostburg gevestigd. De
ze legde eveneeens een grote kalmte
aan de dag en toondé zich vastbera
den. Zo lang mogelijk wenste de Com
missaris in onbezet gebied te blijven.
Ook in Oostburg heerste bij velen
neel van het Gasthuis had in de H.B.S.
een noodziekenhuis ingericht, kon daar
niet blijven. Het St. Anthoniuszieken-
huis werd later ontruimd. Een jonge
Middelburgse verpleegster, zr. Grof-
fen. heeft toen' geheel alleen drie
kraamvrouwen bijgestaan, rustig, zich
aan geen verwarring en gevaren sto
rend. De heer Hoolhorst noemt haar
optreden een lichtend voorbeeld te
midden van een chaos.
Ongeveer op dezelfde dagen ais Sluis
werd ook Oostburg door de Fransen
ontruimd en door de Belgen bezet en
weer ontruimd. Ook hier kwamen op
1 Juni de eerste Duitsers. De dertiende
vertrokken zij weer. Op 17 Augustus
kwamen zij terug om niet meer te ver
dwijnen voor het einde van 1944.
Generaal MacArthur als
schatbewaarder.
Thdens een getuigenis van de voor
malige Amerikaanse minister van
oorlog, Robert Patterson, voor een
sub-commissie van het Congres af
gelegd, is gebleken, dat generaal
Mac. Arthur, de geallieerde opperbe
velhebber in Japan, een schatkist
van Oosterse makelij onder onze be
heer heeft, waarin zich kostbare ju
welen, goud en buitenlands geld van
onschatbare waarde bevinden. De
kist werd na de capitulatie van Ja
pan in het bezit van Japanners aan
getroffen.
De Amerikaanse regering moet
generaal Mac. Arthur nog instruc
ties geven, hoe met de kist en
haar inhoud te handelen. De kist be
vindt zich in Tokio. Patterson wil
de geen schatting geven van de
waarde der kostbaarheden.
Na de Japanse capitulatie zyn ook
in Indonesië dergelijke kisten met
kostbaarheden in het bezit van Ja
panners aangetroffen. Deze waren
Te klein voor „Task force"
„Nederlands eeuwenoude maritieme traditie Is waardevol, en daar
van moet in de ruimste mate gebruik worden gemaakt by het bepalen
van de functies, die de wapenen van de verschillende landen bmnen het
kader van de gecombineerde strijdmacht van de samenwerkende Noord-
Atlantische mogendheden zullen vervullen", aldus verklaarde een Ame
rikaanse militaire autoriteit tegenover Aneta's diplomatieke correspon
dent te Washington.
Hy ontkende echter ten stelligste, dat
er bij 't Amerikaanse departement
van defensie plannen bestaan zoals, die
waarop de Amerikaanse persorganen
dezer dagen hebben gezinspeeld en
die zouden neerkomen op specialise
ring van de bewapening der ver
dragspartners, zodat een land of een
over het algemeen door de Japanners j groep van landen zich in het bijzon-
gestolen, of door oplichting en afper- der op de landmacht zou toeleggen,
sing van de Nederlanders verwor- j die andere groep (waarbij Neder-
ven. land) op de zeemacht en een derde
Terugblik op emotievolle dagen.
Terneijzen moge dan in de Meidagen van 1940 voor grote verwoestin
gen gespaard zyn gebleven, een emotievolle tijd is het toen voor vele
inwoners der stad ongetwijfeld geweest en zeker niet in het minst voor
burgemeester mr. P. H. W. F. Tellcgen, die in de moeilyke uren trouw
op zijn post bleef en ons dezer dagen een en ander vertelde over wat hij
daarbij meemaakte.
In de middag van de 10e Mei be
reikten Franse troepen Terneuzen en
gedurende de daarop volgende nacht
werd een onafgebroken stroom van
militairen en oorlogstuig ingescheept,
met bestemming Zuid Beveland.
Aan de Franse troepen, die door de
bevolking enthousiast werden ont
vangen, bewaart de burgemeester de
beste herinneringén, zij het dan ook
dat hij een der eerste oorlogsdagen
van zeer nabij betrokken werd bij een
drama, waarvan een Frans officier de
oorzaak was.
AMOKMAKER
Die dag bracht de heer Tellcgen in
gezelschap van een Nederlands kapi
tein een bezoek aan een Franse kolo
nel, die zijn bureau gevestigd had in
het later verwoeste bootsliedenhuis
bij de Westsluis.
Tijdens de besprekingen trad een
Frans luitentant het vertrek binnen,
die a bout portant de Nederlandse ka
pitein neerschoot, toen deze op een
stoel zat welke de heer Teilegen even
tevoren verlaten had. Later bleek, dat
deze officier, die kort daarop eveneens
het leven liet, door zenuwstoornissen
totzijn daad gekomen was. Tenge
volge van de consternatie welke door
de schietpartij ontstond, vielen onder
de buiten het bureau wachtende bur
gers, van wie enigen in een nabijgele
gen aardappelveld vluchtten, door 't
vuur der schildwachten ook nog en
kele slachtoffers,
GRETCHEN KWAM
Van prettige aard zijn de herinne
ringen aan de eerste Duitsers, die op
27 Mei Terneuzen bezetten, natuur
lijk niet. Al gedroegen deze zich vrij
correct, er ontstond zo nu en dan her
rie, omdat de heren zich voor wat be
treft legering enz. tamelijk veeleisend
toonden.
Een inwoonster van Sluiskil, die met haar gezin in de Meidagen van 1940
als zovelen moest vluchten voor het oorlogsgeweld, schreef de volgende
korte aantekeningen over haar belevenissen in die droeve dagen. Wy Ia-
ten de aantekeningen hier volgen, precies zoals ze neergeschreven werden.
en draad komt lenen.'" Weer weg.
Luchtgevecht, kogels rollen over
het dak. In de verte ontploft een
paddestoelbom. In Ostende eerste
bombardement meegemaakt. Fiet
sen, dekens achterop, verschoning in
de tas. Leopold-Kanaal. Ik meen dat
er 69 bruggen ondermijnd zijn. Ze
laten ze springen om 9 uur.
Passencontróle op de bruggen.
Middenop een hoop zand, waaronder
de lading. „Gisteren werden vanuit
de lucht de passanten gemitrailleerd"
zegt de wachtpost. Aan de overzyde
van het kanaal. „Qui est la?" „Refu-
gés „Attends, j'arrive". Een offi
cier komt en klopt een waard op.
Onderdak voor 4 personen en vlug.
De Belgen zitten opgesloten in hun
eigen huizen. Geen deuren of ramen
mogen open.
De Koning is in Brugge horen wij
later. Mochten Brugge niet in! Heb
zelf ook vrouw en twee kinderen,
zegt de officier. Wy danken en krij
gen stromatrassen. De man zelf
moet 's morgens vroeg weg. Een
kom koffie en naar buiten.
Militaire toebereidselen gaan voort.
En zonder vragen trekken de solda
ten af. 't Hollandse geld is niks en
men weigert eten te verkopen. Dan
komen we karren tegen, vol Holland
se soldaten. Nederland.heeft gccapi-
tuleex-d en ze moeten terug. Wij ook.
De Belgen, die nè, de Fransen kwa
men, worden in groepen opgesloten.
Een loopt alleen. „A manger." „Je
hebt genoeg bij ons gestolen" roe
pen de wouwen en geven niets. Hy
krygt van mijn zoon een paar sne
den droog brood. Dat kregen wU
zelfs niet.
De Meidagen 1940 in
O. Z. Vlaanderen.
Van Nantes, St. Nazaire en ande
re plaatsen: te voet kwamen de Fran
se bondgenoten; twee aan iedere
zijde van de weg. Eindeloos, die rflen
marcherende soldaten. Een jonge
luitenant ziet enkele tulpen bloeien,
springt over de omheining en plukt
zich er één en steekt die op.
„Tulipe d'Hollande" zegt hij en
toont een prachtige rij tarfden. Place
pour dix hommes Paille? Non; il
faut le require!" Zy gaan loopgra
ven maken langs de grote weg. „Ma
dame, a boire s.v.p. nous pouvons
rien acheter en Hollande!" Combien
avez vous? Un franc jour. Les
soldats fr. 0.65."
En dat in een tijd, dat wij 3 frs.
kregen voor 1 dubbeltje! Een grote
pot koffie en een doos gebak ver
schijnt. 's Namiddags nogmaals kof
fie. „Reveille. Nous devons partir".
Ik blij, dat ik myn logé's niet hoef
te hebben en ik geef ieder een si
naasappel en een rolletje drop. Stelt
U dit voor. De dood tegemoet ge
stuurd a 0,03 en minder per dag.
Over de Schelde wordt de soldij ge
lijk geschakeld met de Hollandse.
TERUGTOCHT
Hollandse soldaten! Ordeloos, ge
bogen over de sturen. Terugtocht
uit de Peel. Te stijf om van de fiets
te kunnen stappen. Krijgen glas li
monade en versnaperingen. Sinaasap
pelen en rollen drops. Een klein
groepje met de luitenant voorop. Ik
klap in de handen, en ieder ontvangt
in het voorby ryden een sinaasappel.
„God zegene U, juffrouw X." Ver
rast kijk ik op, bij 't horen van
myn naam. Ze gaan naar België ver
zamelen! Och arme, in België lopen
ze verloren. Dan worden ze zelf ge-
evacueerd.
's Nachts slapen we in een fruit-
schuur en worden met een zaklamp
belicht. „Qui est la? Places pour
combien?"
Geen antwoord! 's Morgens meer
dan 1000 Belgen. Keurkorps van Ko-
v „V ningin Elizabeth. Wjj gaan alles ra-
verwarnng in die dagen. Het perso- sieren zegt een ordonnans, die naald
Tweede Kamer stelde kosten
van Regentschap vast
De Tweede Kamer heeft zich ver
enigd met het wetsontwerp tot bepa
ling van de som voor de kosten van
het regentschap.
Ook werd het verdrag inzake intra-
Europese betalingen en compensaties
voor 19491950 zonder beraadslaging
aanvaard.
Veel last had men met een Duitse
juffrouw, die zwaar bewapend met pa
pieren der Sicherheits Polizei, een on
derzoek kwam instellen naar het lot
der een of twee zolderschuitladingen
minder betrouwbare vaderlanders
die kort voor de bezetting op door
reis naar Noord Frankrijk de sluizen
waren gepasseerd.
De dame maakte veel spektakel en
uitte vreselijke bedreigingen, doch ten
lange leste moest zij onverrichterzake
naar de „Heimat" terugkeren. De wei
nige ingewijden hadden zich tegen
over haar van den domme gehouden.
HULDE AAN HET RODE KRUIS
Met veel lof sprak burgemeester
Tellegen tenslotte over de transport
colonne van het Ned. Rode Kruis, die
onder commando van dr. A. C. S. van
Breda Vriesman, ook na de evacuatie
steeds op haar post is gebleven en
tijdens de hevige beschieting van Ter
neuzen door de Belgische artillerie,
de vuurdoop glanrijk heeft doorstaan.
Bij verscheidene gelegenheden heeft
de collonne vriend en vijand doeltref
fend hulp geboden, niet in de laatste
plaats bij het tot zinken brengen van
een Engelse torpedojager in de nabij
heid van de haven, door 'n Duits vlieg
tuig, dat 'n voltreffer wist te plaatsen.
Een zeer groot aantal gewonden moest
toen hulp worden verleend, onder ui
teraard bijzonder moeilijke omstan
digheden.
„Gele rijders" blijven langer
op de weg.
De A.N.W.B. deelt mede, dat er
met ingang van Maandag 5 Juni a.s.
een wijziging komt in de diensttijden
van de Wegenwacht.
De „gele rijders" zullen van die
datum af 's avonds tot zeven uur in
plaats van tot zes uur op de weg
zyn. Daarentegen wordt hun rusttijd
tussen de middag ook een uiu* ver
lengd, zodat zy van half één tot half
drie hun route zullen verlaten.
De A.N.W.B. nam dit besluit op
grond vein de uitslag ener enquête
onder de W.W.-leden, waaruit bleek
dat verreweg de meeste automobilis
ten veel prijs stellen op dé aanwezig
heid van de Wegenwacht tijdens het
spitsuur tussen zes en zeven uur 's
avonds. In het middaguur is het ver
keer aanzienlijk minder intensief.
LEZERS SCHRIJVEN
Repliek van dokter Mazzola
aan generaal-majoor Nierstrasz.
In het ingezonden stuk van Gene-
raal-Majoor Nierstrasz in uw blad
van gisteren treft mij allereerst, dat
deze oud-opperofficier mij verwyst
naar de vakliteratuur, teneinde mij
beter inzicht bij te brengen in oor
zaken en gevolgen van de houding
der Nederlandse troepen in de oor
logsdagen van Mei 1940. Voor mij,
die inderdaad behoort, tot de officie
ren van gezondheid, die zich weinig
plegen bezig te houden met de mili
taire vakliteratuur en die als zoda
nig in het oude militaire apparaat
weinig geschoold werd, kan het zijn
nut hebben om van deze literatuur
kennis te nemen. Ik zal dit daarom
zeker doen. hoewel ik by voorbaat
er van overtuigd ben, dat boekde
len theoretisch strategische nabe
schouwingen mij niet tot een milder
oordeel zullen brengen over de jam
merlijke toestanden in de Meidagen
van 540. Ik ben zeer benieuwd, hoe
men daarin theoretisch-strategisch de
chaos verklaart en vooral of men
daarin eigen fouten zal erkennen...
of verdoezelen.
Niettemin doet het mij groot ge
noegen, dat ook generaal-majoor
Nierstrasz waardering heeft voor 't
büzondere werk van de Franse troe
pen in Zeeland tijdens de Meidagen.
Theoretisch-strategisch moge het
dan mogelijk zijn, de Franse actie
mislukt te noemen, in de praktijk is
gebleken, dat de Fransen zeer held-
aftig hebben gestreden. Theoretisch-
strategisch schijnt men echter maar
weinig waardering te kunnen hebben
voor het optreden van de Fransen.
Generaal-majoor Nierstrasz heeft b.
v. voor de parlementaire Enquête
Commissie verklaard, dat de Fran
sen het slechts één dag langer heb
ben uitgehouden dan de Nederlan
ders en daarna in paniek zijn terug-
fetrokken. Het komt mij echter voor,
at er geen vergelijking te maken
is tussen het moreel van de Neder
landse troepen in die dagen en dat
van de Fransen. Deze mensen moes
ten immers vechten in een ander
vreemd land onder buitenge
woon moeilijke omstandigheden en
zy troffen hier troepen aan, die niet
in staat bleken een goede verdedi
ging te voeren. Mede daarom moe
ten we er ons goed van bewust zyn,
dat de Fransen een voorbeeld heb
ben gegeven van heldenmoed en of
fervaardigheid.
Het schijnt dat de beroeps-strate
gen wel zeer sterk op de theorie
van de oorlog zyn ingesteld. Gene
raal-majoor Nierstrasz heeft zelfs
aan de Parlementaire Enquête Com
missie verklaard, dat de Franse
troepen „zeer hinderlijk zijn opge
treden." Wie de militaire gebeurte
nissen in Zeeland van naby heeft
meegemaakt, kan zich voorstellen,
dat de Franse officieren zich wel
eens geeërgd en daarom niet veel
aandacht geschonken zullen hebben
aan de opinie van hun Nederlandse
collega's. Theoretisch-strategisch zal
de uitdrukking „hinderlyk optreden"
weer wel verantwoord zijn, maar de
bittere praktyk uit de dagen kwam
er op neer zoalf*. ik in de P. Z. C.
van 16 Mei schreef dat de Fran
sen de kastanjes uit het vuur' moes
ten halen. En zij hebben ze uit het
vuur gehaald!
Generaal-majoor Nierstrasz meent,
dat miin critiek op het Commando
Zeeland niet verantwoord is, omdat
ik onvoldoende op de hoogte zou zyn
geweest van het beleid van dit com
mando en deelt tenslotte mede met
de verdediging van Zeeland nooit
enige bemoeienis te hebben gehad.
Dit laatste acht ik zeer belangryk,
omdat slechts zy, die in de Meida
gen de verdediging van Zeeland
op hoger plan van nabij hebben
medegemaakt, weten hoe groot de
chaos was. Ik voel geen behoefte om
hier voorbeelden te noemen, omdat
zy te beschamend zijn. Ik ben ech
ter bereid om mijn ervaringen in een
persoonlijk onderhoud aan Generaal-
majoor Nierstrasz mede te delen.
Toch »weet hij wel iets van de chao
tische toestand, die er in die drama
tische dagen in Zeeland heerste. Als
voorzitter van de Commissie van
Onderzoek van het Hoofdkwartier
van de Generale Staf heeft hij in een
memorandum het volgende geschre
ven:
„In Zeeland heeft zich de toestand
voorgedaan, dat door de geruchten
van de doortrekkende gedemorali
seerde PeeldivSsie en het vertrek van
H.M. de Koningin en de Regering
het moreel reeds was gezakt, toen
14 Mei 1940 de capitulatie van Ne
derland met uitzondering van Zee
land bekend werd, die daarna tegen
gesproken en later weer werd be
vestigd.
De troep, inclusief officieren
militair historisch niet geschoold
begreep er niets van. Bereidheid om
voor een hopeloos geachte situatie
door te vechten, was er niet meer.
Het overwicht van de officieren ver
dween en zelfs ontstond de mening,
dat men voor de Fransen (in Zee
land aanwezig) vocht. Uit deze om
standigheden valt te verklaren, dat
reeds Dij het begin van de Duitse
aanval, die gepaard £ing aan een
luchtaanval, de verdediging ineen
stortte."
Euphemistisch uitgedrukt, in fraaie
zinnen staat hier bijna hetzelfde,
wat ik heb betoogd; het wa3 een
chaos.
Generaal-majoor Nierstrasz acht
het ergerlijk, dat ik als oud-reserve
hoofd-officier een verwijt richt tot
het Commando Zeeland. Ik richt dit
verwyt tot ons gehele verouderde
militaire apparaat waarvan ik
zelf ook deel uitmaakte, zodat ik mij
zelf niet uitschakel en in het
bijzonder tot het Commando Zeeland,
omdat ik woorden als „mislukt",
„tot niets geleid", „hinderlyk", ge
richt tot de Fransen, gezien in het
licht van de jammerlijkste toestan
den op militair gebied in Zeeland zo
ergerlijk vond (om geen sterker
woord te gebruiken), dat ik in een
spontane opwelling naar de pen heb
gegrepen. Iedere, zelfs niet-ontwik-
kelde leek, die de waarheid lief heeft,
op de luchtmacht. Gezien de geringe
mate van de bestaande West-Euro-
pese bewapening, aldus Aneta's zegs
man, zou het dwaasheid zijn thans
geoefende manschappen en de aan
wezige installaties en uitrusting niet
zo volledig mogelijk in te schakelen.
Hoewel het juist is, dat het accent
in het ene land op een andere de-
fensievorm zal vallen dan elders, be
tekent dit niet dat de specialisatie
zover zal gaan, dat West-Europa uit-
eindelyk zou worden verdedigd door
Franse en Belgische infanterie, Brit
se, Nederlandse en Noorse marine
en Amerikaanse vliegtuigen, zoals
genoemde gissingen in sommige de
len van de Amerikaanse pers zou
den doen vermoeden.
Wat Nederland betreft Is het
wel degeiyk de bedoeling van de
Amerikaanse plannenmakers, dat
de nadruk op een maritieme
deelneming in de strijdmacht zal
vallen, doch zonder verwaarlo
zing van wat Nederland te land
en in de lucht kan bydragen.
Functionarissen van het departe
ment van defensie geloven evenwel
niet, dat het mogelijk zal znn de Ne
derlandse marine als zelfstandige
groep te doen optreden, daar zy vol
gens hen niet voldoet aan de eisen,
welke thans aan een zogenaamde
„task force" moeten worden gesteld
en aanvulling van de Nederlandse
marine met Amerikaanse eenheden,
zoals bijvoorbeeld slagschepen en
zware kruisers, niet tot een bevre
digend resultaat zou leiden.
GERINGE DIEPGANG.
Zy wijzen er op, dat bij de bouw
van de Nederlandse marine ln be
langrijke mate Is rekening gehouden
met de mogelijkheid van optreden
in tropische wateren, waardoor de
schepen veel beter bestand zijn tegen
hitte dan tegen koude en gebruik in
het Noordelijke deel van de Atlan
tische Oceaan. Voorts hebben de
Nederlandse oorlogsschepen in het
algemeen een geringere diepgang
van de Amerikaanse, hetgeen even
eens bezwaren zou meebrengen. Er
kenning van deze feiten, aldus werd
tegenover de correspondent van Ane-
ta met nadruk verklaard, houdt ech
ter geenszins in, dat men in Ameri
ka de Nederlandse marine als „quan-
tité négligeable" beschouwt.
AANVULLING.
Integendeel, op het departement
van defensie wordt thans ijverig ge
zocht naar een methode, waarby de
bestaande problemen zodanig zouden
kunnen worden opgelost, dat de
waarde van de Nederlandse marine
zo volledig mogeiyk tot haar recht
kan komen. Aanvulling van de Ne
derlandse maritieme strijdkrachten
met Amerikaanse bodems zoals fre-
fatten (waarvan dé eerste twee nu
efinitief aanstaande Donderdag aan
de Nederlandse marine zullen worden
overgedragen) geschiedt dan ook met
bijzondere aandacht voor de moge
lijkheid om hierdoor het Nederland
se aandeel in de zeemacht van de
Noord-Atlantische mogendheden niet
alleen groter, maar ook meer effec
tief te maken.
Deanne Durbin gaat voor
derde maal trouwen.
De zingende filmspeelster Deanna
Durbin heeft aan het Franse blad
„France Soir" meegedeeld, dat zij
met de Franse filmtechnicus Char
les David in het huwelijk wil tre
den. Deanna, die zich op het ogen
blik met haar vierjarig dochtertje
Jessica Louise en met David in
Frankryk bevindt, denkt omstreeks
October van haar tweede echtgenoot
Felix Jackson te kunnen scheiden.
Deanna bekende verder, dat zij
steeds dikker wordt.
Bejaarde „displaced persons"
krijgen gastvrijheid.
Ruim 1400 bejaarde verplaatste
personen, die thans verblijf houden
in kampen van de internationale
vluchtelingenorganisatie, zijn perma
nent toegelaten in Frankryk, België,
Nederland, Israël en de Ver. Staten.
In Nederland worden dertig bejaar
de verplaatste personen toegelaten,
tien hunner bloedverwanten wonen
reeds in Nederland.
Moe-admiraal Waiter F. Roone van
de Amerikaanse marine, die beweerd
mheeft, dat een oorlog eerder zou
zal mijn spontaniteit kunnen begrij- kunnen uitbreken, dan velen ver
pen. Hogere Krijgskunde heeft mei
dit alles niets tö maken.
Middelburg. W. J. Mazzola
•wachten. Zou het zover komen, dan
wil Roone Singapore als basis voor
de Amerikaanse marine gebruiken.