Prins Bernhards laatste uren op Nederlandse grond VOOR NEDERLANDSE MARINE GEEN ZELFSTANDIGE TAAK MOOI RODE KRUISWERK IN MEI 1940 TE TERNEUZEN EEN VLUCHTELINGE VERTELT DE KRIJGSKUNDE IN THEORIE EN PRAKTIJK ZATERDAG 27 MEI 1950 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 7 Tien jaar geleden Droeve momenten in Sluis en Sint Anna Op 28 Mei capituleerde ook Zeeuwsch-Viaanderen. Op een vroege, morgen, zo vertelt ons oud-burgemeester A. F. J. Aernoudts van Sluis, kwam de gemeenteveldwachter my waarschuwen, dat ik bp Prins Bernhard moest komen. Ik wist helemaal niet, dat de Prins in Zeeuwsch Vlaanderen vertoefde, dus was ik stomverbaasd, maar ik haastte my om aan het bevel te voldoen. Dit alles gebeurde om kwart voor zeven, op de zeventiende Mei, de dag, waarop Middelburg verwoest werd. De Prins zat in het café van Sanders—de Pauw aan een tafeltje toen ik binnen kwam. Hy had een kop koffie voor zich. Het spyt my, dat uw eerste bezoek aan Sluis onder zo droeve om standigheden moet plaats vinden, Koninklijke Hoogheid, stamelde ik. De Prins haalde gelaten zijn schouders op. Er is niets aan te doen, luidde zijn antwoord, Even gaf ik my rekenschap van het feit, dat ik vermoedelijk de laatste burgemeester was, die de Prins, het laatste lid van het Ko- ninklyk gezin, op Nederlandse bodem zou zien. Het was, als In de Fran se tijd, toen de Oranjes ook moesten wijken. Maar de zorgen van het ogenblik vroegen om aandacht. Prins Bernhard was voornemens om, nu de capitulatie van België on- vermydeiyk scheen, vla Duinkerken naar Engeland te vertrekken. Hij moest daartoe een passeerbewijs hebben. Ilc vermoed, dat de Prins via Engeland naar België en vandaar naar Zeeuwsch Vlaanderen was ge komen. De Franse commandant van Sluis, die de Prins niet herkend had, maakte echter bezwaren. Pas toen hem erop gewezen werd, dat de een voudige officier der huzaren Prins. Bernhard was, en generaal Beaufrere, die het comando voerde, aan de Prins was voorgesteld, was alles snel te regelen. Toen brak er een bewogen moment aan. De Prins stond op en wendde zich tot my. Ik moet u een laatste groet van Koningin Wilhelmina overbrengen aan het Nederlandse volk, dat zij liefheeft en bemint, zeide hy. Doe dat na de middag, als ik reeds ver hier vandaan ben. Tot weerziens! De Prins stapte in een gereed staande militaire auto. Leve de Prins! riepen de enkele omstanders en de militairen. Toen reed de auto weg ln de richting van Sint Anna ter Muiden. Aan de grens sloegen enkelen zyn vertrek gade. Zy hadden tranen in hun ogen. De laatste groet van de Koningin heb ik in Sluis bekend gemaakt. Of zy het Nederlandse volk ooit bereikt heeft, ik weet het niet. Aldus het sobere verhaal van oud-burgemeester Aernoudts, die er nog aan toevoegde, dat voor zover hy wist de Prins de nacht van 16 op 17 Mei had doorgebracht in de Marechausseekazerne te Sluis. Wel was er in hotel Sanders—de Pauw een kamer gereserveerd voor eenj hoogge plaatst Nederlands officier, maar toen de adjudant van de Prins zich des avonds daar vervoegde, is er sprake geweest van misverstand. De kamer bleed ongebruikt Ziedaar eigenlijk het meest bewogen moment in de strijd om Zeeuwsch Vlaanderen. In het verdere verhaal zijn eigenlijk alleen de data van be lang. Op de tiende Mei arriveerden de eerste Fransen al in Sluis, op weg naar Walcheren. De bevolking was enthou siast en voortdurend klonken de kre ten Vive la France! en Vive la Hollan- de! Spoedig veranderde de situatie. De vluchtelingen en de terugtrekkende Nederlandse troepen arriveerden ook in Zeeuwsch Vlaanderen. De Fransen behandelden de teruggetrokken Neder landers met een minachtend schouder ophalen, schenen vastbesloten zelf ver beten 'te vechten. De zeventiende ver trok Prins Bernhard en zag men Mid delburg in vlammen staan. De hemel zag des avonds rood. Verder gebeurde er niets in Sluis, al leen kwamen er voortdurend civiele en militaire vluchtelingen aan, die zo goed mogelijk geholpen werden. Op 23 Mei werd de Franse bezetting van Sluis opgeheven. Nu kwam er een Belgische voorpostenafdeling, van de troepen, die het Leopoldkanaal zouden verdedigen. Beweerd wordt, dat in de nacht van 23 op 24 Mei ook Koning Leopold nog in Sluis is geweest. Nie mand schijnt hem echter te hebben ge sproken, noch Prins Karei, die in zijn gezelschap zou hebben vertoefd. De volgende dagen waren voor Sluis nog al benauwend. De Belgen waren namelijk van plan om de torens op te blazen. Burgemeester Aernoudts heeft dit weten te voorkomen, gelukkig, want het zou geen enkel nut hebben gehad. Op 27 Mei verlieten ook de Belgen Sluis en een dag later capituleerde het r Nog altijd is aan slechts zeer weinigen een aantal bijzonderhe den bekend over de laatste uren, die Z.K.H. Prins Bernhard in de Meidagen van 1940 doorbracht op Nederlandse bodem, bij de Nederlandse troepen in Zeeuwsch Vlaanderen. Oud-burgemeester A. F. J. Aernoudts van Sluis was een der weinigen, die toen met de Prins gesproken hebben. Hy vertelt van zijn ervaringen in bijgaand interview, dat nog nimmer ge publiceerde feiten bevat. y Belgische leger en daarmede ook Zeeuwsch Vlaanderen. Op Zaterdag 1 Juni kwamen de eer ste Duitsers. Tot zover de heer Aernoudts. De heer Hoolhorst, directeur der R.H.B.S. te Oostburg, die zich in de oorlogsdagen van 1940 onderscheiden heeft door zijn menslievend, rustig en doeltreffend optreden, vertelde nog iets over de oorlogsdagen in Oost burg. Beweerd wordt, zo deelde hij mede, dat Prins Bernhard ook nog even in Oostburg is geweest. Nimmer is dit echter officieel vastgesteld. Wel heeft op 17 Mei de Commissaris der Koningin, jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford zich in Oostburg gevestigd. De ze legde eveneeens een grote kalmte aan de dag en toondé zich vastbera den. Zo lang mogelijk wenste de Com missaris in onbezet gebied te blijven. Ook in Oostburg heerste bij velen neel van het Gasthuis had in de H.B.S. een noodziekenhuis ingericht, kon daar niet blijven. Het St. Anthoniuszieken- huis werd later ontruimd. Een jonge Middelburgse verpleegster, zr. Grof- fen. heeft toen' geheel alleen drie kraamvrouwen bijgestaan, rustig, zich aan geen verwarring en gevaren sto rend. De heer Hoolhorst noemt haar optreden een lichtend voorbeeld te midden van een chaos. Ongeveer op dezelfde dagen ais Sluis werd ook Oostburg door de Fransen ontruimd en door de Belgen bezet en weer ontruimd. Ook hier kwamen op 1 Juni de eerste Duitsers. De dertiende vertrokken zij weer. Op 17 Augustus kwamen zij terug om niet meer te ver dwijnen voor het einde van 1944. Generaal MacArthur als schatbewaarder. Thdens een getuigenis van de voor malige Amerikaanse minister van oorlog, Robert Patterson, voor een sub-commissie van het Congres af gelegd, is gebleken, dat generaal Mac. Arthur, de geallieerde opperbe velhebber in Japan, een schatkist van Oosterse makelij onder onze be heer heeft, waarin zich kostbare ju welen, goud en buitenlands geld van onschatbare waarde bevinden. De kist werd na de capitulatie van Ja pan in het bezit van Japanners aan getroffen. De Amerikaanse regering moet generaal Mac. Arthur nog instruc ties geven, hoe met de kist en haar inhoud te handelen. De kist be vindt zich in Tokio. Patterson wil de geen schatting geven van de waarde der kostbaarheden. Na de Japanse capitulatie zyn ook in Indonesië dergelijke kisten met kostbaarheden in het bezit van Ja panners aangetroffen. Deze waren Te klein voor „Task force" „Nederlands eeuwenoude maritieme traditie Is waardevol, en daar van moet in de ruimste mate gebruik worden gemaakt by het bepalen van de functies, die de wapenen van de verschillende landen bmnen het kader van de gecombineerde strijdmacht van de samenwerkende Noord- Atlantische mogendheden zullen vervullen", aldus verklaarde een Ame rikaanse militaire autoriteit tegenover Aneta's diplomatieke correspon dent te Washington. Hy ontkende echter ten stelligste, dat er bij 't Amerikaanse departement van defensie plannen bestaan zoals, die waarop de Amerikaanse persorganen dezer dagen hebben gezinspeeld en die zouden neerkomen op specialise ring van de bewapening der ver dragspartners, zodat een land of een over het algemeen door de Japanners j groep van landen zich in het bijzon- gestolen, of door oplichting en afper- der op de landmacht zou toeleggen, sing van de Nederlanders verwor- j die andere groep (waarbij Neder- ven. land) op de zeemacht en een derde Terugblik op emotievolle dagen. Terneijzen moge dan in de Meidagen van 1940 voor grote verwoestin gen gespaard zyn gebleven, een emotievolle tijd is het toen voor vele inwoners der stad ongetwijfeld geweest en zeker niet in het minst voor burgemeester mr. P. H. W. F. Tellcgen, die in de moeilyke uren trouw op zijn post bleef en ons dezer dagen een en ander vertelde over wat hij daarbij meemaakte. In de middag van de 10e Mei be reikten Franse troepen Terneuzen en gedurende de daarop volgende nacht werd een onafgebroken stroom van militairen en oorlogstuig ingescheept, met bestemming Zuid Beveland. Aan de Franse troepen, die door de bevolking enthousiast werden ont vangen, bewaart de burgemeester de beste herinneringén, zij het dan ook dat hij een der eerste oorlogsdagen van zeer nabij betrokken werd bij een drama, waarvan een Frans officier de oorzaak was. AMOKMAKER Die dag bracht de heer Tellcgen in gezelschap van een Nederlands kapi tein een bezoek aan een Franse kolo nel, die zijn bureau gevestigd had in het later verwoeste bootsliedenhuis bij de Westsluis. Tijdens de besprekingen trad een Frans luitentant het vertrek binnen, die a bout portant de Nederlandse ka pitein neerschoot, toen deze op een stoel zat welke de heer Teilegen even tevoren verlaten had. Later bleek, dat deze officier, die kort daarop eveneens het leven liet, door zenuwstoornissen totzijn daad gekomen was. Tenge volge van de consternatie welke door de schietpartij ontstond, vielen onder de buiten het bureau wachtende bur gers, van wie enigen in een nabijgele gen aardappelveld vluchtten, door 't vuur der schildwachten ook nog en kele slachtoffers, GRETCHEN KWAM Van prettige aard zijn de herinne ringen aan de eerste Duitsers, die op 27 Mei Terneuzen bezetten, natuur lijk niet. Al gedroegen deze zich vrij correct, er ontstond zo nu en dan her rie, omdat de heren zich voor wat be treft legering enz. tamelijk veeleisend toonden. Een inwoonster van Sluiskil, die met haar gezin in de Meidagen van 1940 als zovelen moest vluchten voor het oorlogsgeweld, schreef de volgende korte aantekeningen over haar belevenissen in die droeve dagen. Wy Ia- ten de aantekeningen hier volgen, precies zoals ze neergeschreven werden. en draad komt lenen.'" Weer weg. Luchtgevecht, kogels rollen over het dak. In de verte ontploft een paddestoelbom. In Ostende eerste bombardement meegemaakt. Fiet sen, dekens achterop, verschoning in de tas. Leopold-Kanaal. Ik meen dat er 69 bruggen ondermijnd zijn. Ze laten ze springen om 9 uur. Passencontróle op de bruggen. Middenop een hoop zand, waaronder de lading. „Gisteren werden vanuit de lucht de passanten gemitrailleerd" zegt de wachtpost. Aan de overzyde van het kanaal. „Qui est la?" „Refu- gés „Attends, j'arrive". Een offi cier komt en klopt een waard op. Onderdak voor 4 personen en vlug. De Belgen zitten opgesloten in hun eigen huizen. Geen deuren of ramen mogen open. De Koning is in Brugge horen wij later. Mochten Brugge niet in! Heb zelf ook vrouw en twee kinderen, zegt de officier. Wy danken en krij gen stromatrassen. De man zelf moet 's morgens vroeg weg. Een kom koffie en naar buiten. Militaire toebereidselen gaan voort. En zonder vragen trekken de solda ten af. 't Hollandse geld is niks en men weigert eten te verkopen. Dan komen we karren tegen, vol Holland se soldaten. Nederland.heeft gccapi- tuleex-d en ze moeten terug. Wij ook. De Belgen, die nè, de Fransen kwa men, worden in groepen opgesloten. Een loopt alleen. „A manger." „Je hebt genoeg bij ons gestolen" roe pen de wouwen en geven niets. Hy krygt van mijn zoon een paar sne den droog brood. Dat kregen wU zelfs niet. De Meidagen 1940 in O. Z. Vlaanderen. Van Nantes, St. Nazaire en ande re plaatsen: te voet kwamen de Fran se bondgenoten; twee aan iedere zijde van de weg. Eindeloos, die rflen marcherende soldaten. Een jonge luitenant ziet enkele tulpen bloeien, springt over de omheining en plukt zich er één en steekt die op. „Tulipe d'Hollande" zegt hij en toont een prachtige rij tarfden. Place pour dix hommes Paille? Non; il faut le require!" Zy gaan loopgra ven maken langs de grote weg. „Ma dame, a boire s.v.p. nous pouvons rien acheter en Hollande!" Combien avez vous? Un franc jour. Les soldats fr. 0.65." En dat in een tijd, dat wij 3 frs. kregen voor 1 dubbeltje! Een grote pot koffie en een doos gebak ver schijnt. 's Namiddags nogmaals kof fie. „Reveille. Nous devons partir". Ik blij, dat ik myn logé's niet hoef te hebben en ik geef ieder een si naasappel en een rolletje drop. Stelt U dit voor. De dood tegemoet ge stuurd a 0,03 en minder per dag. Over de Schelde wordt de soldij ge lijk geschakeld met de Hollandse. TERUGTOCHT Hollandse soldaten! Ordeloos, ge bogen over de sturen. Terugtocht uit de Peel. Te stijf om van de fiets te kunnen stappen. Krijgen glas li monade en versnaperingen. Sinaasap pelen en rollen drops. Een klein groepje met de luitenant voorop. Ik klap in de handen, en ieder ontvangt in het voorby ryden een sinaasappel. „God zegene U, juffrouw X." Ver rast kijk ik op, bij 't horen van myn naam. Ze gaan naar België ver zamelen! Och arme, in België lopen ze verloren. Dan worden ze zelf ge- evacueerd. 's Nachts slapen we in een fruit- schuur en worden met een zaklamp belicht. „Qui est la? Places pour combien?" Geen antwoord! 's Morgens meer dan 1000 Belgen. Keurkorps van Ko- v „V ningin Elizabeth. Wjj gaan alles ra- verwarnng in die dagen. Het perso- sieren zegt een ordonnans, die naald Tweede Kamer stelde kosten van Regentschap vast De Tweede Kamer heeft zich ver enigd met het wetsontwerp tot bepa ling van de som voor de kosten van het regentschap. Ook werd het verdrag inzake intra- Europese betalingen en compensaties voor 19491950 zonder beraadslaging aanvaard. Veel last had men met een Duitse juffrouw, die zwaar bewapend met pa pieren der Sicherheits Polizei, een on derzoek kwam instellen naar het lot der een of twee zolderschuitladingen minder betrouwbare vaderlanders die kort voor de bezetting op door reis naar Noord Frankrijk de sluizen waren gepasseerd. De dame maakte veel spektakel en uitte vreselijke bedreigingen, doch ten lange leste moest zij onverrichterzake naar de „Heimat" terugkeren. De wei nige ingewijden hadden zich tegen over haar van den domme gehouden. HULDE AAN HET RODE KRUIS Met veel lof sprak burgemeester Tellegen tenslotte over de transport colonne van het Ned. Rode Kruis, die onder commando van dr. A. C. S. van Breda Vriesman, ook na de evacuatie steeds op haar post is gebleven en tijdens de hevige beschieting van Ter neuzen door de Belgische artillerie, de vuurdoop glanrijk heeft doorstaan. Bij verscheidene gelegenheden heeft de collonne vriend en vijand doeltref fend hulp geboden, niet in de laatste plaats bij het tot zinken brengen van een Engelse torpedojager in de nabij heid van de haven, door 'n Duits vlieg tuig, dat 'n voltreffer wist te plaatsen. Een zeer groot aantal gewonden moest toen hulp worden verleend, onder ui teraard bijzonder moeilijke omstan digheden. „Gele rijders" blijven langer op de weg. De A.N.W.B. deelt mede, dat er met ingang van Maandag 5 Juni a.s. een wijziging komt in de diensttijden van de Wegenwacht. De „gele rijders" zullen van die datum af 's avonds tot zeven uur in plaats van tot zes uur op de weg zyn. Daarentegen wordt hun rusttijd tussen de middag ook een uiu* ver lengd, zodat zy van half één tot half drie hun route zullen verlaten. De A.N.W.B. nam dit besluit op grond vein de uitslag ener enquête onder de W.W.-leden, waaruit bleek dat verreweg de meeste automobilis ten veel prijs stellen op dé aanwezig heid van de Wegenwacht tijdens het spitsuur tussen zes en zeven uur 's avonds. In het middaguur is het ver keer aanzienlijk minder intensief. LEZERS SCHRIJVEN Repliek van dokter Mazzola aan generaal-majoor Nierstrasz. In het ingezonden stuk van Gene- raal-Majoor Nierstrasz in uw blad van gisteren treft mij allereerst, dat deze oud-opperofficier mij verwyst naar de vakliteratuur, teneinde mij beter inzicht bij te brengen in oor zaken en gevolgen van de houding der Nederlandse troepen in de oor logsdagen van Mei 1940. Voor mij, die inderdaad behoort, tot de officie ren van gezondheid, die zich weinig plegen bezig te houden met de mili taire vakliteratuur en die als zoda nig in het oude militaire apparaat weinig geschoold werd, kan het zijn nut hebben om van deze literatuur kennis te nemen. Ik zal dit daarom zeker doen. hoewel ik by voorbaat er van overtuigd ben, dat boekde len theoretisch strategische nabe schouwingen mij niet tot een milder oordeel zullen brengen over de jam merlijke toestanden in de Meidagen van 540. Ik ben zeer benieuwd, hoe men daarin theoretisch-strategisch de chaos verklaart en vooral of men daarin eigen fouten zal erkennen... of verdoezelen. Niettemin doet het mij groot ge noegen, dat ook generaal-majoor Nierstrasz waardering heeft voor 't büzondere werk van de Franse troe pen in Zeeland tijdens de Meidagen. Theoretisch-strategisch moge het dan mogelijk zijn, de Franse actie mislukt te noemen, in de praktijk is gebleken, dat de Fransen zeer held- aftig hebben gestreden. Theoretisch- strategisch schijnt men echter maar weinig waardering te kunnen hebben voor het optreden van de Fransen. Generaal-majoor Nierstrasz heeft b. v. voor de parlementaire Enquête Commissie verklaard, dat de Fran sen het slechts één dag langer heb ben uitgehouden dan de Nederlan ders en daarna in paniek zijn terug- fetrokken. Het komt mij echter voor, at er geen vergelijking te maken is tussen het moreel van de Neder landse troepen in die dagen en dat van de Fransen. Deze mensen moes ten immers vechten in een ander vreemd land onder buitenge woon moeilijke omstandigheden en zy troffen hier troepen aan, die niet in staat bleken een goede verdedi ging te voeren. Mede daarom moe ten we er ons goed van bewust zyn, dat de Fransen een voorbeeld heb ben gegeven van heldenmoed en of fervaardigheid. Het schijnt dat de beroeps-strate gen wel zeer sterk op de theorie van de oorlog zyn ingesteld. Gene raal-majoor Nierstrasz heeft zelfs aan de Parlementaire Enquête Com missie verklaard, dat de Franse troepen „zeer hinderlijk zijn opge treden." Wie de militaire gebeurte nissen in Zeeland van naby heeft meegemaakt, kan zich voorstellen, dat de Franse officieren zich wel eens geeërgd en daarom niet veel aandacht geschonken zullen hebben aan de opinie van hun Nederlandse collega's. Theoretisch-strategisch zal de uitdrukking „hinderlyk optreden" weer wel verantwoord zijn, maar de bittere praktyk uit de dagen kwam er op neer zoalf*. ik in de P. Z. C. van 16 Mei schreef dat de Fran sen de kastanjes uit het vuur' moes ten halen. En zij hebben ze uit het vuur gehaald! Generaal-majoor Nierstrasz meent, dat miin critiek op het Commando Zeeland niet verantwoord is, omdat ik onvoldoende op de hoogte zou zyn geweest van het beleid van dit com mando en deelt tenslotte mede met de verdediging van Zeeland nooit enige bemoeienis te hebben gehad. Dit laatste acht ik zeer belangryk, omdat slechts zy, die in de Meida gen de verdediging van Zeeland op hoger plan van nabij hebben medegemaakt, weten hoe groot de chaos was. Ik voel geen behoefte om hier voorbeelden te noemen, omdat zy te beschamend zijn. Ik ben ech ter bereid om mijn ervaringen in een persoonlijk onderhoud aan Generaal- majoor Nierstrasz mede te delen. Toch »weet hij wel iets van de chao tische toestand, die er in die drama tische dagen in Zeeland heerste. Als voorzitter van de Commissie van Onderzoek van het Hoofdkwartier van de Generale Staf heeft hij in een memorandum het volgende geschre ven: „In Zeeland heeft zich de toestand voorgedaan, dat door de geruchten van de doortrekkende gedemorali seerde PeeldivSsie en het vertrek van H.M. de Koningin en de Regering het moreel reeds was gezakt, toen 14 Mei 1940 de capitulatie van Ne derland met uitzondering van Zee land bekend werd, die daarna tegen gesproken en later weer werd be vestigd. De troep, inclusief officieren militair historisch niet geschoold begreep er niets van. Bereidheid om voor een hopeloos geachte situatie door te vechten, was er niet meer. Het overwicht van de officieren ver dween en zelfs ontstond de mening, dat men voor de Fransen (in Zee land aanwezig) vocht. Uit deze om standigheden valt te verklaren, dat reeds Dij het begin van de Duitse aanval, die gepaard £ing aan een luchtaanval, de verdediging ineen stortte." Euphemistisch uitgedrukt, in fraaie zinnen staat hier bijna hetzelfde, wat ik heb betoogd; het wa3 een chaos. Generaal-majoor Nierstrasz acht het ergerlijk, dat ik als oud-reserve hoofd-officier een verwijt richt tot het Commando Zeeland. Ik richt dit verwyt tot ons gehele verouderde militaire apparaat waarvan ik zelf ook deel uitmaakte, zodat ik mij zelf niet uitschakel en in het bijzonder tot het Commando Zeeland, omdat ik woorden als „mislukt", „tot niets geleid", „hinderlyk", ge richt tot de Fransen, gezien in het licht van de jammerlijkste toestan den op militair gebied in Zeeland zo ergerlijk vond (om geen sterker woord te gebruiken), dat ik in een spontane opwelling naar de pen heb gegrepen. Iedere, zelfs niet-ontwik- kelde leek, die de waarheid lief heeft, op de luchtmacht. Gezien de geringe mate van de bestaande West-Euro- pese bewapening, aldus Aneta's zegs man, zou het dwaasheid zijn thans geoefende manschappen en de aan wezige installaties en uitrusting niet zo volledig mogelijk in te schakelen. Hoewel het juist is, dat het accent in het ene land op een andere de- fensievorm zal vallen dan elders, be tekent dit niet dat de specialisatie zover zal gaan, dat West-Europa uit- eindelyk zou worden verdedigd door Franse en Belgische infanterie, Brit se, Nederlandse en Noorse marine en Amerikaanse vliegtuigen, zoals genoemde gissingen in sommige de len van de Amerikaanse pers zou den doen vermoeden. Wat Nederland betreft Is het wel degeiyk de bedoeling van de Amerikaanse plannenmakers, dat de nadruk op een maritieme deelneming in de strijdmacht zal vallen, doch zonder verwaarlo zing van wat Nederland te land en in de lucht kan bydragen. Functionarissen van het departe ment van defensie geloven evenwel niet, dat het mogelijk zal znn de Ne derlandse marine als zelfstandige groep te doen optreden, daar zy vol gens hen niet voldoet aan de eisen, welke thans aan een zogenaamde „task force" moeten worden gesteld en aanvulling van de Nederlandse marine met Amerikaanse eenheden, zoals bijvoorbeeld slagschepen en zware kruisers, niet tot een bevre digend resultaat zou leiden. GERINGE DIEPGANG. Zy wijzen er op, dat bij de bouw van de Nederlandse marine ln be langrijke mate Is rekening gehouden met de mogelijkheid van optreden in tropische wateren, waardoor de schepen veel beter bestand zijn tegen hitte dan tegen koude en gebruik in het Noordelijke deel van de Atlan tische Oceaan. Voorts hebben de Nederlandse oorlogsschepen in het algemeen een geringere diepgang van de Amerikaanse, hetgeen even eens bezwaren zou meebrengen. Er kenning van deze feiten, aldus werd tegenover de correspondent van Ane- ta met nadruk verklaard, houdt ech ter geenszins in, dat men in Ameri ka de Nederlandse marine als „quan- tité négligeable" beschouwt. AANVULLING. Integendeel, op het departement van defensie wordt thans ijverig ge zocht naar een methode, waarby de bestaande problemen zodanig zouden kunnen worden opgelost, dat de waarde van de Nederlandse marine zo volledig mogeiyk tot haar recht kan komen. Aanvulling van de Ne derlandse maritieme strijdkrachten met Amerikaanse bodems zoals fre- fatten (waarvan dé eerste twee nu efinitief aanstaande Donderdag aan de Nederlandse marine zullen worden overgedragen) geschiedt dan ook met bijzondere aandacht voor de moge lijkheid om hierdoor het Nederland se aandeel in de zeemacht van de Noord-Atlantische mogendheden niet alleen groter, maar ook meer effec tief te maken. Deanne Durbin gaat voor derde maal trouwen. De zingende filmspeelster Deanna Durbin heeft aan het Franse blad „France Soir" meegedeeld, dat zij met de Franse filmtechnicus Char les David in het huwelijk wil tre den. Deanna, die zich op het ogen blik met haar vierjarig dochtertje Jessica Louise en met David in Frankryk bevindt, denkt omstreeks October van haar tweede echtgenoot Felix Jackson te kunnen scheiden. Deanna bekende verder, dat zij steeds dikker wordt. Bejaarde „displaced persons" krijgen gastvrijheid. Ruim 1400 bejaarde verplaatste personen, die thans verblijf houden in kampen van de internationale vluchtelingenorganisatie, zijn perma nent toegelaten in Frankryk, België, Nederland, Israël en de Ver. Staten. In Nederland worden dertig bejaar de verplaatste personen toegelaten, tien hunner bloedverwanten wonen reeds in Nederland. Moe-admiraal Waiter F. Roone van de Amerikaanse marine, die beweerd mheeft, dat een oorlog eerder zou zal mijn spontaniteit kunnen begrij- kunnen uitbreken, dan velen ver pen. Hogere Krijgskunde heeft mei dit alles niets tö maken. Middelburg. W. J. Mazzola •wachten. Zou het zover komen, dan wil Roone Singapore als basis voor de Amerikaanse marine gebruiken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 7