Een handelsvloot in een cassette
JIMMY BROWN, sportheld no. 1
LETTY'S moeilijke
KEUZE
Zeeuwse Almanak
In Scheveningen lopen schepen
aan de lopende band van stapel
EEN MILDE LENTE IN OUDE
AMSTERDAMSE STRAAT
[W.
Joliot Curie
WOENSDAG 3 MEI 1950
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
Liefhebberij groeide tot een goedbeldant bedrijf.
(Van onze speciale verslaggever)
SCHEVENINGEN, April In een tempo als nergens anders in Nederland
lopen in Scheveningen de schepen van stapel: grote en kleine; vrachtsche
pen, passagiersschepen, reddingsboten en oorlogsschepen. Er wordt soms
gewerkt aan enige tegelijk en de ene boot is nog niet afgeleverd, of aan de
andere wordt al weer begonnen.
Toch zal men in Nederlands grootste badplaats tevergeefs een reusachtige
scheepswerf zoeken. Men hoort er het ruisen van de zee, maar niet het ge
ratel van de stoomhamers. De wieg van al die vaartuigen treft men aan in
een eenvoudige werkplaats in het enig overgebleven stukje oud-Schevenln-
gen.
Daar hanteert de heer R. W. van
Dijk de zaag, de hamer en de bijtel,
daar schaaft en boort hij en daar
peutert hg met behulp van enkele
krachten dagelijks aan de houten en
metalen onderdelen van zijn modellen.
Want de heer Van Dijk is modellen
bouwer met een drukke practijk. Met
talrijke opdrachten van grote scheep
vaartmaatschappijen en van de Ne
derlandse Marine!
De heer van Dijk, een jonge, ener
gieke en technisch aangelegde man,
knutselde vroeger uit liefhebberij, zo
als een ander er. in zijn vrije tgd op
uittrekt om te vissen of zoals sommi
gen over postzegelalbums gebogen
zitten. Hij maakte bij voorkeur mo
dellen van zeilschepen en andere vaar
tuigen en hij bleef dat doen, toen hij
voor de militaire dienst werd opgeroe
pen. Gedurende de tijd, dat hij het sol
datenpak droeg, bekwaamde hg zich
meer en meer.
Evenals zeer veel andere Neder
landse militairen wist ook de heer
van Dijk niet, wat hij na de beëindi
ging van zijn diensttijd moest gaan
doen om aan de kost te komen. Knut
selen is een aardige bezigheid, maar
het levert geen geld op. Een psycho
technisch onderzoek wees uit, dat hij
aanleg had voor het vervaardigen van
scheepsmodellen en dat hij zo goed
op de hoogte was van de techniek
ervan en zo ver in deze kunst was ge
vorderd, dat hij er gerust zijn beroep
van kon maken.
De omstandigheden waren hem
gunstig en al spoedig kreeg hij op
dracht van de Marinevoorlichtings-
diënst om een model van een Neder
lands oorlogsschip te maken. Toen er
één schaap over de dam was of
liever: toen er één schip officieel van
stapel was gelopen volgden er
meer en op het ogenblik verlatm pas
sagiers-, vracht- en oorlogsschepen
aan de lopende band zijn werkplaats.
De heer van Dijk en zijn medewer
kers komen bijkans handen tekort om
de vele opdrachten uit te voeren.
Het maken van een scheepsmodel
is een zeer precies werk. Het is na
melijk niet de bedoeling een scheepje
te maken, dat enigzins gelijkt op zijn
grote broer, die in werkelijkheid
de oceanen bevaart, maar wel om het
grote schip tot in alle onderdelen
nauwkeurig en in de juiste verhou
dingen na te maken.
HOUT IS SCHAARS
Daar komt heel wat voor Kijken!
"Van een bepaald schip wordt eerst
een uitgebreide tekening op schaal ge
maakt en van deze tekening vervaar
digt de modellenbouwer nauwkeurig
uit hout de romp en alles wat er ver
der op of aan dit model van hout ge
maakt kan worden. „Het is moeilijk
om op het ogenblik de goede hout
soort te bemachtigen", zegt de heer
van Dijk ons als wij zijn „werf" be
zoeken. Over het algemeen wordt
Afrikaans wit of mahoniehout ge
bruikt.
Hg vervaardigt verschillende soor
ten modellen: 1. een volledig mod d,
dat is het gehele schip op het droge;
2. het waterlijnmodel, dat is het ge
deelte van het schip, dat boven water
te zien is en 3. het blokmodel, vaart-p
niet alle details zijn aangebracht.
Voor de Koninklijke Nederlandse
Stoomboot Maatschappij is de heer
Van Dgk op het ogenblik bezig een
copie te maken van alle schepen dezer
maatschappij. In totaal zijn net er
ongeveer zeventig. Alle onderdelen,
hoe klein ook, worden nagemaakt.
Bij deze circa zeventig schepen beho
ren 250 reddingsboten, die per stuk
zeker niet langer zgn dan 2 cm, 500
davits, 700 laadbomen en 700 laad-
lieren. Wanneer deze vloot gereed is,
gaan de boten keurig netjes in 'n cas
sette. Zoals de gegoede burger al zgn
tafelzilver in een cassette opbergt,
bewaart de K.N.S.M. haar miniatuur-
vloot in een kistjeDit is trou
wens reeds de derde cassette, die de
heer Van Dijk vervaardigd heeft.
MIJLPAAL 1950
Een van zijn eerste opdrachten
kwam in 1946 van de Noord-Zuid-
Hollandse Redding Maatschappij, na
melijk voor een model van een der
reddingboten. Ook particulieren laten
modellen van zeilschepen en jachten
bij hem vervaardigen. Het laatste
schip, dat kortgeleden gereed kwam,
is Hr. Ms. „Karei Doorman." Het
zal te zien zijn op de tentoonstelling
„Mijlpaal 1950" in Arnhem.
Meestal zijn de modellen bestemd
voor tentoonstellingen in binnen- en
buitenland of voor reclame, wanneer
Geen minimumprijzen voor
suiker en margarine.
Minister Mansholt heeft besloten
geen gevolg te geven aan het verzoek
van de belanghebbende detailhandel
minimum kleinhandelsprijzen voor
suiker en margarine vast te stellen.
De Economische Raad heeft desge
vraagd een uitvoerig advies opgesteld.
Na ampele overwegingen heeft de eco
nomische Raad geadviseerd geen ge
volg te geven aan het verzoek van de
detailhandel. Slechts indien een be
paalde branche in haar geheel in een
noodsituatie zou dreigen te geraken,
kan hierin aanleiding worden gevon
den de onderhavige materie alsnog te
bezien. Van een zodanige situatie is
naar de mening van de Economische
Raad en van de minister geen sprake,
het schepen van particulieren zijn.
Ook dienen zg voor instructie bij de
Marine.
Niet alleen 'loten maakt de heer
van Dgk, maar ook diorama's en
maquettes. Zo vervaardigde hg voor
de Hollandse Stoomboot Maatschappij
een nauwkeurige maquette van het
etablissement dezer maatschappij op
de kop van de Handelskade in Am
sterdam.
Toen de heer van Dgk vroeger uit
liefhebberij met zijn modellenbouw
begon, zal hij vellicht niet gedroomd
hebben, dat deze hobby nog eens zou
uitgroeien tot een bedrijfje, dat bijna
uniek is in Nederland.
(Nadruk ve. oden)
Opbrengst der Rijksmiddelen.
Het ministerie van financiën deelt om
trent de stand der Rijksmiddelen over
Maart 1950 o.m. het volgende mede:
Het voor de gezamenlijke kohierbelas
tingen opgelegde bedrag, inclusief opcen
ten en vermenigvuldigingsfactor voor de
Gemeentefondsbelastingen, beliep in
Maart netto f 189.8 min, tegenover in
Januari resp. Februari van dit jaar
f 187.2 en f 235.6 min. De daüng ten op
zichte van de vorige maand kan groten
deels worden verklaard uit de omstan
digheid, dat in de afgelopen maand voor
de vennootschapsbelasting een lager be
drag aan aanslagen werd opgelegd.
Het kohierbedrag van de Inkomsten
belasting, boekingstijdvak 1949/50, vor
derde bevredigend, nl. met f 120.2 min. en
kwam daarmede op f 337.7 min., in het
laatste bedrag is bruto ca. f 314 min., be
grepen aan voorlopige aanslagen 1949.
Het belastingjaar 1947 van de inkomsten
belasting, waarvan de aanslagregeling de
voltooiing nadert, heeft thans bruto ruim
f 660 min. opgeleverd. i
De opbrengst van de vermogensbelas
ting (boekingstijdvak 1949/50) bedroeg in
Maart f 14.6 min., (v.m. 13.9 min). Het
kohierbedrag heeft thans een totaal van
f 37.7 min. bereikt, waarvan bruto ca.
f 29 min. betrekking heeft op voorlopige
aanslagen over 1949. De definitieve aan
slagregeling over 1947 en 1948. welke
thans grotendeels is voltooid, heeft tot
dusverre resp. f 62. en f 58 min. opge
bracht .Voorts worden monenteel de de
finitieve aanslagen over 1945 en 1946 af
gewikkeld.
Voor de vennootschapsbelasting,
boekingstijdvak 1950/51, werd f 20,6 min.
aan aanslagen opgelegd waarmede het
totale kohierbedrag vorderde tot f 123.4
min., in de maanden Januari en Februari
bedroegen de opgelegde aanslagen resp.
f 56.7 en f 46.0 min. Het voor dit
boekingstijdvak bereikte totaal heeft voor
bruto ca. f 106 min. betrekking op aan
slagen over de boekjaren 1948 en 1948/49.
waarmede het totaal van het over deze
boekjaren opgelegde bruto-bedrag op
f 296 min. is gekomen. Ook de bruto aan
slagen over de boekjaren 1947 en 1947/48
hebben thans de f 300 min. nagenoeg be
reikt.
"■'/s&t--
QHHB
Dc Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij moge haar schepen
op vele wereldzeeën hebben, z(j zal u haar gehele vloot tonen, wanneer
u daarvoor belangstelling hebt. Al haar schepen bewaart zg namelijk in
eencassette, zoals de foto Iaat zien. De modellenbouwer R. W. van
Dijk vervaardigde de cassette en de scheepjes.
Foto: Henk Schuitvlot.
FEUILLETON
door
MARY BURCHELL
100
't Was geen wonder, dat Christine
na deze tamelijk duistere verklaring
ietwat verbaasd keek. Intussen drukte
ze Letty's hand stevig en zei: Nu, ik
hoop, dat je naar Londen kunt gaan
en hem ontmoeten en dat alles zal te
recht komen. En, denk er aan, Letty.
zelfs als hij Londen al verlaten heeft,
kun je altijd een telegram naar New
York sturen, om hem terug te laten
komen".
Letty glimlachte en zei, dat ze dit
ook wel dacht, 't Was haar immers
juist nu onmogelijk, Christine uit te
leggen, dat ze met Rufus niet op deze
voet stond. Nu niet, neen, nadat ze
hem verteld had, dat ze de voorkeur
HET MOOISTE VAN DE
BOERDERIJ
Het lag in de wei naast een paard
op een van de stralende lentedagen
van deze week: een onopvallend bun
deltje bruin. Er kwam een boer uit
een deur. Met brede stappen liep hij
over zijn erf, de wei in, regelrecht op
het zware paard af. Hij stak zijn ar
men uit naar het bundeltje bruin en
toen kwam de verrassing. Het bun
deltje bleek een kop te hebben, een
staart en vier poten. Het was een
veulen, drie dagen oud en voor het
eerst in de wijde, wijde wereld.
Het moederpaard vond het gesjor
aan de jonge zoon maar zozo.
Het trok aan het touw, waarmee 'n
knecht het vasthield. En toen het veu
len, waggelend op de malle poten met
de veel te dikke kniëen, wat al te
dicht bij een slootrand kwam, rukte
het zich los en drong de zoon de wei
weer in.
Het veulen keek verbaasd naar de
verre horizon, waar de zon de kartel
rand der duinen naderde.
Naar stal, zei de boer. Het moe
derpaard liep gehoorzaam in de goe
de richting. Het veulen aarzelde, had
weinig zin.
Toen sloeg de boer zijn arm om de
nek van het veulen en zo, in de late
middagzon, bracht hij uit die bloemi-
ge wei het veulen naar de donkere
staldeur, waar de boerin en de knecht
al stonden te wachten.
Zo'n veulen, meneer, zei hij trots,
het mooiste van mijn boerderij!
Zo was het.
Variaties op „Prélude l'après-midi d'un faune".
Mild, aandoenlijk mild, lag die dag de lente over Amsterdam. Ze be
stond uit wat zoele landwind, aangevoerd uit wie weet welk veraf tro
pisch of subtropisch stuk van de aardbol. En uit de zon, die recht uit een
helblauw hemeldak boven het stokoud Amsterdam naar beneden trech-
terde, gul en onvoorstelbaar overvloedig. En uit wat aanwaaiende geur
van narcissen en hgachinten uit de verroeste blikken van een bloemen-
koopraan ergens op de Dam, hoek Kalverstraat. En uit een stel dwaze,
springerige» meisjes losgelaten om te luchten uit wie weet welk muf,
somber en donker atelier-hol. En uit de tros karmijnrode en knalgele
ballonnen waarmee een ballonnenman liep te drentelen daar op de Dam,
en die maar één ding wilden: zich ldsscheuren van hun laatste beletsel
en die zon tegemoet gaan.
Ja, 't was lente in Amsterdam, die dag. Niets bijzonders. Net zo'n len
te als het vorige jaar. En het jaar dé&rvoor. En zo steeds maar terug.
En het zal het volgend jaar ook wel weer lente worden. En in '52. En
in '58. Met precies dezelfde wind, precies dezelfde zon en precies dezelf
de stoelerige meisjes uit atelierholen. En met precies dezelfde mensen.
Even slecht en even goed als deze dag op de Dam en in de Kalverstraat
van Amsterdam.
Nederland bezit één straat van
wereldformaat. Een straat, waarmee
we voor de dag kunnen komen. Zelfs
bij Amerikanen: de Kalverstraat. De
hoofdstraat van de hoofdstad. Main-
street. Ze is het hart van de stad.
Alle andere straten zijn minder be
langrijk.
Het is zeer nuttig en zeer leer
zaam op een dag in de lente de mens
gade te slaan die door deze Straat
der Straten gaat. Bij voorkeur van
achter een venster van een klein
restaurant, waar geen muziek u ver
dooft of slaperig maakt. Op een dag
als ge helemaal geen plezier hebt
om over Amsterdam te schrij
ven. omdat de hele wereld, inclusief
de krantenlezende mensheid, minder
belangrijk schijnt dan de zon en de
wind en de hemel. Omdat ge vindt
dat de mensen maar armzalig zijn,
al dragen ze borsalino's en allerglan-
zendste nylons.
Door de Kalverstraat stuift de
lente langs het mensdom heen. In
die wind, die de lente is, is van alles
verborgen. Iets van bloemengeur uit
alpenweiden. Iets van essence van 'n
nachtegalenlied. Iets van verstuiven
de bloesem uit verre boomgaarden.
Iets van spattend schuim der bran
ding in een Indische baai.
Niemand heeft tijd, in de Kalver
straat en omtrent de Dam, de lente
tegemoet te treden. Belangrijker zijn
de étalages met moderne slaapka
merinrichtingen. Die met de luxe
keuken-uitrustingen. Die met dof
goud en oud zilver.
De mensen gaan voorbij en hebben
haast. Dat hadden ze gisteren ook.
Morgen zullen ze het wederom heb
ben. En volgend jaar. En over vijf
en twintig jaar. Dan zgn ze dood en
hebben vergeten de lente te ontmoe
ten. Dat is hartverscheurend jam
mer. En hartverscheurender is, dat
de mens het niet eenmaal mag óver
doen, want de wetten van het Heel
al zijn onbarmhartig.
In de Kalverstraat, in Mainstreet,
volgt de één de ander.-Honderd men
sen, duizend mensen, honderd dui
zend mensen op één dag. Gehaaste
mensen. Geen tijd voor de zon, de
wind en de hemel. Alleen voor éta
lages met keukenuitrustingen. En
naaimachines. En nieuwè costuums.
De Kalverstraat is het hart van
de mallemolen die Amsterdam heet.
Het binnenste rad van de grote
stoomcarroussel def hoofdstad. De
lente stuift en vliegt en vibreert er
over heen. Heel hoog. Boven de nok
ken der daken uit en boven de hoog
ste gevels van de oude huizen.
Het asfalt glimt van een milliard
cetstappen. De straat is als een Ie-
endarisch reptiel, dat met z'n muil
_e mensheid inzwelgt en daarna, op
het Muntplein, weer uitperst, weg-
spuwt. Eigenlijk maar een hopeloos
triest, guur, winters beeld. Alsof de
lente duizend mijl boven Amsterdam
aan het voorbijgaan is.
Zo gaat zo'n lentedag, in het oude
Amsterdam, midden in de lente, in
de Kalverstraat en omtrent de Dam.
En wie staat stil om haar te grijpen?
Wie heeft tijd en .geduld en plezier
om te luisteren naar die milde wind
der alpenweiden, der verstilde baai
en van het nachtegalenlied?
Alleen de ateliermeisjes misschien.
Die aan hun kooien ontkomen zgn,
voor een énkel kwartier, en nog om
geven zijn door de schimmen en
schaduwen van hun werkplaatsen.
Misschien de oude mensen, met wat
goudig zonlicht flitsend en rankend
om hun dunne haren. Misschien de
man die de hyachinten en narcissen
verkoopt uit roestige bussen. En wie
weetde grootste wijsgeer daar
op de Dam, de ballonnenman. Want
héél die bos ballonnen, rood, en geel
en blauw en paars, wil zich losruk
ken. Wèg van die man en wèg van
die stok. Omhoog, het blauw in, dat
zich boven de stad welft, en waarin
de lente voortijlt, voortjaagt als een
jonge, stralende fee, met heel ver
achter zich de faun van de winter.
Een moeder koopt een ballon en
bindt het touwtje om de vinger van
het kind. Vijf tellen later is de bal
lon los en ijlt naar boven. De hemel
tegemoet en de fee.
Die ballon was die dag de enige
in heel de Amsterdamse woestijn en
op gans de Dam en in heel de Straat
der Straten, die zich vrij maakte en
de goede weg koos.
Omhoog. Naar de lente. Naar de
ijlende fee en de verliezende faun.
gaf aan Alec en met deze ging trou
wen.
Terwijl ze langzaam door het bos
terug wandelde, dacht Letty aan Ru
fus! 't Waren maar verspreide, onsa
menhangende gedachten. Ze bedacht,
hoe hij in 't geval met Christine geen
afgewezen minnaar noch een geweten
loze flirt was geweest, maar een goede
vriend, die stoutmoedig een huwelijk,
dat dreigde- mis te lopen, had gered
en hersteld. De meeste mannen zouden
natuurlijk geaarzeld hebben tussenbei
de te komen, maar Rufus niet. Met het
resultaat, dat Christine voor een ern
stige dwaling behoed was, een dwaling
die èn haar eigen leven èn dat van
haar man zou heben verwoest.
Nu ze er over nadacht, was deze
handelwijze typisch voor Rufus. In za
ken van betekenis ging hij recht op
het doel af en gaf weinig om de uiter-
lijke"Séhijn.- Op dezelfde manier had
hij. omdat hij haar in 't bezit van
Edenfield wilde zien, dat landgoed ge
kocht en 't haar toen aangeboden.
't Zou lastig zijn. om iemand, die zo
helder en „rechtlijnig" placht te den
ken als Rufus. haar eigen nogal ver
warde motieven en handelingen uit te
leggen. Letty begon zich dan ook voor
't eerst af te vragen, wat er eigenlijk
uit te leggen viel.
Voortdurend had ze zich zelf voor
gepraat, dat ze Rufus moest opzoeken,
omomja, waardm eigenlijk?
Nu veronderstelde ze. dat het was,
omdat ze zo wanhopig naar hem ver
langde. Maarook dat zou moei
lijk zijn te verklaren
Christine had zo losjes gesproken
van hem uit New York terug te roe
pen. Maar Letty had geen enkele
goede reden, om zoiets te onderne
men. Alleen als hg Londen nog niet
verlaten had, was er wellicht een
wat zwak motief voor een ont
moeting. Maar indien hg al vertrok
ken was, zou dat het einde zijn.
Letty schrikte zo van de wrede
werkelijkheid, die haar in 't laatste
geval voor ogen zou staan, dat ze
hard begon te lopen, vurig hopend
op een brief met enig nieuws van
Rufus. Als zo'n brief er niet was,
zou de last haar ondraaglijk worden.
Maar in elk geval moest ze naar
Londen. Ze zou wel een motief ver
zinnen, hoe dan ook
Toen ze het groene hek opende,
hoorde ze achter zich aanhoudend
een fietsbel en omkijkend zag ze een
vrolijke jonge brievenbesteller naar
haar toe rijden, kennelijk met de be
doeling, haar aandacht te trekken.
Terwijl haar hart vlug, opgewon
den klopte, wachtte Letty hem op en
daarbij greep ze het hek zo stevig
vast, dat de houten rand haar in 't
vlees drong en aldus deed beseffen,
wat ze eigenlijk deed.
(Wordt vervolgd).
68. De broodjes die hij in Harlingen had veror
berd zaten hem allerminst in de weg en hij legde
er dadelijk een schepje op. Hij begon hem weer
ouderwets van katoen te geven en nauwelijks bui
ten Harlingen gekomen reed hij de ene rijder na
de andere weer voorbij. Ze keken hem verbijsterd
na en dc Hollander Leen de Leur uit De Lier
loonde zich zelfs zo bitter uit het veld geslagen
dat hij zijn schaatsen uittrok en ze allebei op zijn
knie in tweeën brak. Hij ging verder liever lopen
dan er zich op deze wijze te laten uitrijden. Dit is
geen schaatsenrijden meer, mompelde hij ontmoe
digd, dit is moorden. Intussen jakkerde Jimmy
maar verder en toen hij eindelijk in Bolsward de
contróle bereikte, bleek het dat hij zevende was
met een achterstand van 12 minuten op Jelle Pip-
jes, die in de richting Workum was verdwenen.
Marianne Philips schreef
,.De zaak Beukenoot".
.,De Zaak Beukenoot", de novelle
welke als Geschenk tijdens de Boeken
week is verspreid, is van de hand van
Marianne Philips, schrijfster o.a. van
de in 1933 verschenen roman „De
Bruiloft in Europa".
Dit is bekend geworden door een
voortijdige publicatie van een Amster
dams blad. De officiële bekendmaking
was nl. op hedenmiddag vastgesteld.
Er komt eer» nuttige
investeringsenquête.
De directeur van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek is gemachtigd
de opgaven en inlichtingen in te win
nen. die hij nodig acht voor het ver
krijgen van een juiste statistiek van
de investeringen.
Deze statistiek kan van grote bete
kenis worden voor het industrialisatie
beleid. Zij zal gegevens bevatten- over
de in het afgelopen jaar tot stand ge
komen investeringen en over de om
vang der investeringsplannen. Dit zal
de regering in staat stellen een even-"
tuele stagnatie tijdig te bemerken en
desgewenst ook tijdig de nodige maat
regelen te beramen. Ook het bedrijfs
leven zal van deze statistiek recht
streeks nut hebben, omdat de individu
ele ondernemer er inzicht door krijgt
in de totale beleggings-activiteit van
zijn branche,
Deze enquête waaromtrent overleg
is gepleegd met de hoofdgroep indus
trie, zal met een persoonlijk schrijven
van de minister aan de betrokkenen
worden toegezonden.
Het Wereldgebeuren
In Amerika duurt de jacht op verra
ders, die zo langzamerhand ontstellen
de afmetingen heeft aangenomen en
waarvoor zelfs de hoogst geplaatste fi
guren niet veilig zijn, met onvermin
derde hevigheid voort. Senator Joseph
MacCarthy is de man, die de beschul
digingen uitbrengt en al leed hij menig
echec, omdat voor zijn aantijgingen
geen spoor van bewijs was aan te voe
ren, hij houdt vol en nauwelijks gaat
er een week voorbij zonder dat nieuwe
reputaties in het gedrang komen.
Na de affaire-Fuchs, de Engelse ge
leerde van Duitse afkomst, die atoom
geheimen aan de Sowjets uitleverde,
en na de affaire-Strachey (de Britse
staatssecretaris van oorlog aan wie in
verband met zijn communistisch verle
den alle militaire informatie geweigerd
zou zijn door Amerika) doet zich
thans in Europa een nieuw geval voor.
De schoonzoon van de befaamde ra-
dium-onderzoekers Curie, prof. Joliot
Curie is hoge commissaris van de Fran
se commisie voor atoom-energie. Wel
nu: Joliot Curie is een toegewijd com
munist en hij steekt dat niet onder
stoelen of banken.
Toen hij in die functie benoemd
werd in 1948. werd er ook reeds be
zwaar gemaakt tegen zijn communis
me. De toenmalige minister van be
wapening nam het echter nogal ge
moedelijk op. Onze atoomgeleerden
zijn allerlei politieke overtuiging toe
gedaan. Wij kunnen niet controleren
wat er in hun hoofden omgaat. Wie
weet wat een man werkelijk meent als
hij aan een meisje vertelt, dat hij van
haar houdt?
Joliot Curie liet echter niet de min
ste twijfel bestaan aan wat hij meende.
Op een communistische vergadering
verklaarde hij, dat hij weigerde om
met Amerika samen te werken inzake
de atoom-energie. Hij zeide: „Wij.
communisten, weten, dat de Sowjet-
Unie niet de eerste zal zijn om atoom
bommen te gebruiken. Om die reden
zal een echte geleerde nooit zijn ken
nis beschikbaar stellen om oorlog te
voeren tegen de Sowjet-Unie
De Franse regering haastte zich om
Amerika te verzekeren, dat Joliot Cu
rie alleen betrokken was bij niet-mili-
tair onderzoek en dat hij bovendien
doorlopend onder politie-contröle
stond. Hij zou betrapt worden zodra
hij geheimen aan Rusland verried
De Amerikanen'zijn daarmede ech
ter niet tevreden, want zij beschouwen
de atoombom als een der voornaamste
beschermingen van de democratie te
gen een Bolsjewistische terreur. En de
Fransen zijn bezweken. Joliot Curie is
de laan uit gestuurd.
Daarmede is de zaak echter niet ten
einde. Immers: nu zijn de Franse
leraren in het geweer gekomen en zij
eisen de herbenoemig van Joliot!
De Amerikanen, die aan de Fransen
sedert de oorlog vier en een half bil
joen dollars hulp verleenden en dus de
baas kunnen spelen over de Franse re
gering, zullen daar echter wel een
stokje voor steken.