Een handelsvloot in een cassette JIMMY BROWN, sportheld no. 1 LETTY'S moeilijke KEUZE Zeeuwse Almanak In Scheveningen lopen schepen aan de lopende band van stapel EEN MILDE LENTE IN OUDE AMSTERDAMSE STRAAT [W. Joliot Curie WOENSDAG 3 MEI 1950 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 Liefhebberij groeide tot een goedbeldant bedrijf. (Van onze speciale verslaggever) SCHEVENINGEN, April In een tempo als nergens anders in Nederland lopen in Scheveningen de schepen van stapel: grote en kleine; vrachtsche pen, passagiersschepen, reddingsboten en oorlogsschepen. Er wordt soms gewerkt aan enige tegelijk en de ene boot is nog niet afgeleverd, of aan de andere wordt al weer begonnen. Toch zal men in Nederlands grootste badplaats tevergeefs een reusachtige scheepswerf zoeken. Men hoort er het ruisen van de zee, maar niet het ge ratel van de stoomhamers. De wieg van al die vaartuigen treft men aan in een eenvoudige werkplaats in het enig overgebleven stukje oud-Schevenln- gen. Daar hanteert de heer R. W. van Dijk de zaag, de hamer en de bijtel, daar schaaft en boort hij en daar peutert hg met behulp van enkele krachten dagelijks aan de houten en metalen onderdelen van zijn modellen. Want de heer Van Dijk is modellen bouwer met een drukke practijk. Met talrijke opdrachten van grote scheep vaartmaatschappijen en van de Ne derlandse Marine! De heer van Dijk, een jonge, ener gieke en technisch aangelegde man, knutselde vroeger uit liefhebberij, zo als een ander er. in zijn vrije tgd op uittrekt om te vissen of zoals sommi gen over postzegelalbums gebogen zitten. Hij maakte bij voorkeur mo dellen van zeilschepen en andere vaar tuigen en hij bleef dat doen, toen hij voor de militaire dienst werd opgeroe pen. Gedurende de tijd, dat hij het sol datenpak droeg, bekwaamde hg zich meer en meer. Evenals zeer veel andere Neder landse militairen wist ook de heer van Dijk niet, wat hij na de beëindi ging van zijn diensttijd moest gaan doen om aan de kost te komen. Knut selen is een aardige bezigheid, maar het levert geen geld op. Een psycho technisch onderzoek wees uit, dat hij aanleg had voor het vervaardigen van scheepsmodellen en dat hij zo goed op de hoogte was van de techniek ervan en zo ver in deze kunst was ge vorderd, dat hij er gerust zijn beroep van kon maken. De omstandigheden waren hem gunstig en al spoedig kreeg hij op dracht van de Marinevoorlichtings- diënst om een model van een Neder lands oorlogsschip te maken. Toen er één schaap over de dam was of liever: toen er één schip officieel van stapel was gelopen volgden er meer en op het ogenblik verlatm pas sagiers-, vracht- en oorlogsschepen aan de lopende band zijn werkplaats. De heer van Dijk en zijn medewer kers komen bijkans handen tekort om de vele opdrachten uit te voeren. Het maken van een scheepsmodel is een zeer precies werk. Het is na melijk niet de bedoeling een scheepje te maken, dat enigzins gelijkt op zijn grote broer, die in werkelijkheid de oceanen bevaart, maar wel om het grote schip tot in alle onderdelen nauwkeurig en in de juiste verhou dingen na te maken. HOUT IS SCHAARS Daar komt heel wat voor Kijken! "Van een bepaald schip wordt eerst een uitgebreide tekening op schaal ge maakt en van deze tekening vervaar digt de modellenbouwer nauwkeurig uit hout de romp en alles wat er ver der op of aan dit model van hout ge maakt kan worden. „Het is moeilijk om op het ogenblik de goede hout soort te bemachtigen", zegt de heer van Dijk ons als wij zijn „werf" be zoeken. Over het algemeen wordt Afrikaans wit of mahoniehout ge bruikt. Hg vervaardigt verschillende soor ten modellen: 1. een volledig mod d, dat is het gehele schip op het droge; 2. het waterlijnmodel, dat is het ge deelte van het schip, dat boven water te zien is en 3. het blokmodel, vaart-p niet alle details zijn aangebracht. Voor de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij is de heer Van Dgk op het ogenblik bezig een copie te maken van alle schepen dezer maatschappij. In totaal zijn net er ongeveer zeventig. Alle onderdelen, hoe klein ook, worden nagemaakt. Bij deze circa zeventig schepen beho ren 250 reddingsboten, die per stuk zeker niet langer zgn dan 2 cm, 500 davits, 700 laadbomen en 700 laad- lieren. Wanneer deze vloot gereed is, gaan de boten keurig netjes in 'n cas sette. Zoals de gegoede burger al zgn tafelzilver in een cassette opbergt, bewaart de K.N.S.M. haar miniatuur- vloot in een kistjeDit is trou wens reeds de derde cassette, die de heer Van Dijk vervaardigd heeft. MIJLPAAL 1950 Een van zijn eerste opdrachten kwam in 1946 van de Noord-Zuid- Hollandse Redding Maatschappij, na melijk voor een model van een der reddingboten. Ook particulieren laten modellen van zeilschepen en jachten bij hem vervaardigen. Het laatste schip, dat kortgeleden gereed kwam, is Hr. Ms. „Karei Doorman." Het zal te zien zijn op de tentoonstelling „Mijlpaal 1950" in Arnhem. Meestal zijn de modellen bestemd voor tentoonstellingen in binnen- en buitenland of voor reclame, wanneer Geen minimumprijzen voor suiker en margarine. Minister Mansholt heeft besloten geen gevolg te geven aan het verzoek van de belanghebbende detailhandel minimum kleinhandelsprijzen voor suiker en margarine vast te stellen. De Economische Raad heeft desge vraagd een uitvoerig advies opgesteld. Na ampele overwegingen heeft de eco nomische Raad geadviseerd geen ge volg te geven aan het verzoek van de detailhandel. Slechts indien een be paalde branche in haar geheel in een noodsituatie zou dreigen te geraken, kan hierin aanleiding worden gevon den de onderhavige materie alsnog te bezien. Van een zodanige situatie is naar de mening van de Economische Raad en van de minister geen sprake, het schepen van particulieren zijn. Ook dienen zg voor instructie bij de Marine. Niet alleen 'loten maakt de heer van Dgk, maar ook diorama's en maquettes. Zo vervaardigde hg voor de Hollandse Stoomboot Maatschappij een nauwkeurige maquette van het etablissement dezer maatschappij op de kop van de Handelskade in Am sterdam. Toen de heer van Dgk vroeger uit liefhebberij met zijn modellenbouw begon, zal hij vellicht niet gedroomd hebben, dat deze hobby nog eens zou uitgroeien tot een bedrijfje, dat bijna uniek is in Nederland. (Nadruk ve. oden) Opbrengst der Rijksmiddelen. Het ministerie van financiën deelt om trent de stand der Rijksmiddelen over Maart 1950 o.m. het volgende mede: Het voor de gezamenlijke kohierbelas tingen opgelegde bedrag, inclusief opcen ten en vermenigvuldigingsfactor voor de Gemeentefondsbelastingen, beliep in Maart netto f 189.8 min, tegenover in Januari resp. Februari van dit jaar f 187.2 en f 235.6 min. De daüng ten op zichte van de vorige maand kan groten deels worden verklaard uit de omstan digheid, dat in de afgelopen maand voor de vennootschapsbelasting een lager be drag aan aanslagen werd opgelegd. Het kohierbedrag van de Inkomsten belasting, boekingstijdvak 1949/50, vor derde bevredigend, nl. met f 120.2 min. en kwam daarmede op f 337.7 min., in het laatste bedrag is bruto ca. f 314 min., be grepen aan voorlopige aanslagen 1949. Het belastingjaar 1947 van de inkomsten belasting, waarvan de aanslagregeling de voltooiing nadert, heeft thans bruto ruim f 660 min. opgeleverd. i De opbrengst van de vermogensbelas ting (boekingstijdvak 1949/50) bedroeg in Maart f 14.6 min., (v.m. 13.9 min). Het kohierbedrag heeft thans een totaal van f 37.7 min. bereikt, waarvan bruto ca. f 29 min. betrekking heeft op voorlopige aanslagen over 1949. De definitieve aan slagregeling over 1947 en 1948. welke thans grotendeels is voltooid, heeft tot dusverre resp. f 62. en f 58 min. opge bracht .Voorts worden monenteel de de finitieve aanslagen over 1945 en 1946 af gewikkeld. Voor de vennootschapsbelasting, boekingstijdvak 1950/51, werd f 20,6 min. aan aanslagen opgelegd waarmede het totale kohierbedrag vorderde tot f 123.4 min., in de maanden Januari en Februari bedroegen de opgelegde aanslagen resp. f 56.7 en f 46.0 min. Het voor dit boekingstijdvak bereikte totaal heeft voor bruto ca. f 106 min. betrekking op aan slagen over de boekjaren 1948 en 1948/49. waarmede het totaal van het over deze boekjaren opgelegde bruto-bedrag op f 296 min. is gekomen. Ook de bruto aan slagen over de boekjaren 1947 en 1947/48 hebben thans de f 300 min. nagenoeg be reikt. "■'/s&t-- QHHB Dc Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij moge haar schepen op vele wereldzeeën hebben, z(j zal u haar gehele vloot tonen, wanneer u daarvoor belangstelling hebt. Al haar schepen bewaart zg namelijk in eencassette, zoals de foto Iaat zien. De modellenbouwer R. W. van Dijk vervaardigde de cassette en de scheepjes. Foto: Henk Schuitvlot. FEUILLETON door MARY BURCHELL 100 't Was geen wonder, dat Christine na deze tamelijk duistere verklaring ietwat verbaasd keek. Intussen drukte ze Letty's hand stevig en zei: Nu, ik hoop, dat je naar Londen kunt gaan en hem ontmoeten en dat alles zal te recht komen. En, denk er aan, Letty. zelfs als hij Londen al verlaten heeft, kun je altijd een telegram naar New York sturen, om hem terug te laten komen". Letty glimlachte en zei, dat ze dit ook wel dacht, 't Was haar immers juist nu onmogelijk, Christine uit te leggen, dat ze met Rufus niet op deze voet stond. Nu niet, neen, nadat ze hem verteld had, dat ze de voorkeur HET MOOISTE VAN DE BOERDERIJ Het lag in de wei naast een paard op een van de stralende lentedagen van deze week: een onopvallend bun deltje bruin. Er kwam een boer uit een deur. Met brede stappen liep hij over zijn erf, de wei in, regelrecht op het zware paard af. Hij stak zijn ar men uit naar het bundeltje bruin en toen kwam de verrassing. Het bun deltje bleek een kop te hebben, een staart en vier poten. Het was een veulen, drie dagen oud en voor het eerst in de wijde, wijde wereld. Het moederpaard vond het gesjor aan de jonge zoon maar zozo. Het trok aan het touw, waarmee 'n knecht het vasthield. En toen het veu len, waggelend op de malle poten met de veel te dikke kniëen, wat al te dicht bij een slootrand kwam, rukte het zich los en drong de zoon de wei weer in. Het veulen keek verbaasd naar de verre horizon, waar de zon de kartel rand der duinen naderde. Naar stal, zei de boer. Het moe derpaard liep gehoorzaam in de goe de richting. Het veulen aarzelde, had weinig zin. Toen sloeg de boer zijn arm om de nek van het veulen en zo, in de late middagzon, bracht hij uit die bloemi- ge wei het veulen naar de donkere staldeur, waar de boerin en de knecht al stonden te wachten. Zo'n veulen, meneer, zei hij trots, het mooiste van mijn boerderij! Zo was het. Variaties op „Prélude l'après-midi d'un faune". Mild, aandoenlijk mild, lag die dag de lente over Amsterdam. Ze be stond uit wat zoele landwind, aangevoerd uit wie weet welk veraf tro pisch of subtropisch stuk van de aardbol. En uit de zon, die recht uit een helblauw hemeldak boven het stokoud Amsterdam naar beneden trech- terde, gul en onvoorstelbaar overvloedig. En uit wat aanwaaiende geur van narcissen en hgachinten uit de verroeste blikken van een bloemen- koopraan ergens op de Dam, hoek Kalverstraat. En uit een stel dwaze, springerige» meisjes losgelaten om te luchten uit wie weet welk muf, somber en donker atelier-hol. En uit de tros karmijnrode en knalgele ballonnen waarmee een ballonnenman liep te drentelen daar op de Dam, en die maar één ding wilden: zich ldsscheuren van hun laatste beletsel en die zon tegemoet gaan. Ja, 't was lente in Amsterdam, die dag. Niets bijzonders. Net zo'n len te als het vorige jaar. En het jaar dé&rvoor. En zo steeds maar terug. En het zal het volgend jaar ook wel weer lente worden. En in '52. En in '58. Met precies dezelfde wind, precies dezelfde zon en precies dezelf de stoelerige meisjes uit atelierholen. En met precies dezelfde mensen. Even slecht en even goed als deze dag op de Dam en in de Kalverstraat van Amsterdam. Nederland bezit één straat van wereldformaat. Een straat, waarmee we voor de dag kunnen komen. Zelfs bij Amerikanen: de Kalverstraat. De hoofdstraat van de hoofdstad. Main- street. Ze is het hart van de stad. Alle andere straten zijn minder be langrijk. Het is zeer nuttig en zeer leer zaam op een dag in de lente de mens gade te slaan die door deze Straat der Straten gaat. Bij voorkeur van achter een venster van een klein restaurant, waar geen muziek u ver dooft of slaperig maakt. Op een dag als ge helemaal geen plezier hebt om over Amsterdam te schrij ven. omdat de hele wereld, inclusief de krantenlezende mensheid, minder belangrijk schijnt dan de zon en de wind en de hemel. Omdat ge vindt dat de mensen maar armzalig zijn, al dragen ze borsalino's en allerglan- zendste nylons. Door de Kalverstraat stuift de lente langs het mensdom heen. In die wind, die de lente is, is van alles verborgen. Iets van bloemengeur uit alpenweiden. Iets van essence van 'n nachtegalenlied. Iets van verstuiven de bloesem uit verre boomgaarden. Iets van spattend schuim der bran ding in een Indische baai. Niemand heeft tijd, in de Kalver straat en omtrent de Dam, de lente tegemoet te treden. Belangrijker zijn de étalages met moderne slaapka merinrichtingen. Die met de luxe keuken-uitrustingen. Die met dof goud en oud zilver. De mensen gaan voorbij en hebben haast. Dat hadden ze gisteren ook. Morgen zullen ze het wederom heb ben. En volgend jaar. En over vijf en twintig jaar. Dan zgn ze dood en hebben vergeten de lente te ontmoe ten. Dat is hartverscheurend jam mer. En hartverscheurender is, dat de mens het niet eenmaal mag óver doen, want de wetten van het Heel al zijn onbarmhartig. In de Kalverstraat, in Mainstreet, volgt de één de ander.-Honderd men sen, duizend mensen, honderd dui zend mensen op één dag. Gehaaste mensen. Geen tijd voor de zon, de wind en de hemel. Alleen voor éta lages met keukenuitrustingen. En naaimachines. En nieuwè costuums. De Kalverstraat is het hart van de mallemolen die Amsterdam heet. Het binnenste rad van de grote stoomcarroussel def hoofdstad. De lente stuift en vliegt en vibreert er over heen. Heel hoog. Boven de nok ken der daken uit en boven de hoog ste gevels van de oude huizen. Het asfalt glimt van een milliard cetstappen. De straat is als een Ie- endarisch reptiel, dat met z'n muil _e mensheid inzwelgt en daarna, op het Muntplein, weer uitperst, weg- spuwt. Eigenlijk maar een hopeloos triest, guur, winters beeld. Alsof de lente duizend mijl boven Amsterdam aan het voorbijgaan is. Zo gaat zo'n lentedag, in het oude Amsterdam, midden in de lente, in de Kalverstraat en omtrent de Dam. En wie staat stil om haar te grijpen? Wie heeft tijd en .geduld en plezier om te luisteren naar die milde wind der alpenweiden, der verstilde baai en van het nachtegalenlied? Alleen de ateliermeisjes misschien. Die aan hun kooien ontkomen zgn, voor een énkel kwartier, en nog om geven zijn door de schimmen en schaduwen van hun werkplaatsen. Misschien de oude mensen, met wat goudig zonlicht flitsend en rankend om hun dunne haren. Misschien de man die de hyachinten en narcissen verkoopt uit roestige bussen. En wie weetde grootste wijsgeer daar op de Dam, de ballonnenman. Want héél die bos ballonnen, rood, en geel en blauw en paars, wil zich losruk ken. Wèg van die man en wèg van die stok. Omhoog, het blauw in, dat zich boven de stad welft, en waarin de lente voortijlt, voortjaagt als een jonge, stralende fee, met heel ver achter zich de faun van de winter. Een moeder koopt een ballon en bindt het touwtje om de vinger van het kind. Vijf tellen later is de bal lon los en ijlt naar boven. De hemel tegemoet en de fee. Die ballon was die dag de enige in heel de Amsterdamse woestijn en op gans de Dam en in heel de Straat der Straten, die zich vrij maakte en de goede weg koos. Omhoog. Naar de lente. Naar de ijlende fee en de verliezende faun. gaf aan Alec en met deze ging trou wen. Terwijl ze langzaam door het bos terug wandelde, dacht Letty aan Ru fus! 't Waren maar verspreide, onsa menhangende gedachten. Ze bedacht, hoe hij in 't geval met Christine geen afgewezen minnaar noch een geweten loze flirt was geweest, maar een goede vriend, die stoutmoedig een huwelijk, dat dreigde- mis te lopen, had gered en hersteld. De meeste mannen zouden natuurlijk geaarzeld hebben tussenbei de te komen, maar Rufus niet. Met het resultaat, dat Christine voor een ern stige dwaling behoed was, een dwaling die èn haar eigen leven èn dat van haar man zou heben verwoest. Nu ze er over nadacht, was deze handelwijze typisch voor Rufus. In za ken van betekenis ging hij recht op het doel af en gaf weinig om de uiter- lijke"Séhijn.- Op dezelfde manier had hij. omdat hij haar in 't bezit van Edenfield wilde zien, dat landgoed ge kocht en 't haar toen aangeboden. 't Zou lastig zijn. om iemand, die zo helder en „rechtlijnig" placht te den ken als Rufus. haar eigen nogal ver warde motieven en handelingen uit te leggen. Letty begon zich dan ook voor 't eerst af te vragen, wat er eigenlijk uit te leggen viel. Voortdurend had ze zich zelf voor gepraat, dat ze Rufus moest opzoeken, omomja, waardm eigenlijk? Nu veronderstelde ze. dat het was, omdat ze zo wanhopig naar hem ver langde. Maarook dat zou moei lijk zijn te verklaren Christine had zo losjes gesproken van hem uit New York terug te roe pen. Maar Letty had geen enkele goede reden, om zoiets te onderne men. Alleen als hg Londen nog niet verlaten had, was er wellicht een wat zwak motief voor een ont moeting. Maar indien hg al vertrok ken was, zou dat het einde zijn. Letty schrikte zo van de wrede werkelijkheid, die haar in 't laatste geval voor ogen zou staan, dat ze hard begon te lopen, vurig hopend op een brief met enig nieuws van Rufus. Als zo'n brief er niet was, zou de last haar ondraaglijk worden. Maar in elk geval moest ze naar Londen. Ze zou wel een motief ver zinnen, hoe dan ook Toen ze het groene hek opende, hoorde ze achter zich aanhoudend een fietsbel en omkijkend zag ze een vrolijke jonge brievenbesteller naar haar toe rijden, kennelijk met de be doeling, haar aandacht te trekken. Terwijl haar hart vlug, opgewon den klopte, wachtte Letty hem op en daarbij greep ze het hek zo stevig vast, dat de houten rand haar in 't vlees drong en aldus deed beseffen, wat ze eigenlijk deed. (Wordt vervolgd). 68. De broodjes die hij in Harlingen had veror berd zaten hem allerminst in de weg en hij legde er dadelijk een schepje op. Hij begon hem weer ouderwets van katoen te geven en nauwelijks bui ten Harlingen gekomen reed hij de ene rijder na de andere weer voorbij. Ze keken hem verbijsterd na en dc Hollander Leen de Leur uit De Lier loonde zich zelfs zo bitter uit het veld geslagen dat hij zijn schaatsen uittrok en ze allebei op zijn knie in tweeën brak. Hij ging verder liever lopen dan er zich op deze wijze te laten uitrijden. Dit is geen schaatsenrijden meer, mompelde hij ontmoe digd, dit is moorden. Intussen jakkerde Jimmy maar verder en toen hij eindelijk in Bolsward de contróle bereikte, bleek het dat hij zevende was met een achterstand van 12 minuten op Jelle Pip- jes, die in de richting Workum was verdwenen. Marianne Philips schreef ,.De zaak Beukenoot". .,De Zaak Beukenoot", de novelle welke als Geschenk tijdens de Boeken week is verspreid, is van de hand van Marianne Philips, schrijfster o.a. van de in 1933 verschenen roman „De Bruiloft in Europa". Dit is bekend geworden door een voortijdige publicatie van een Amster dams blad. De officiële bekendmaking was nl. op hedenmiddag vastgesteld. Er komt eer» nuttige investeringsenquête. De directeur van het Centraal Bu reau voor de Statistiek is gemachtigd de opgaven en inlichtingen in te win nen. die hij nodig acht voor het ver krijgen van een juiste statistiek van de investeringen. Deze statistiek kan van grote bete kenis worden voor het industrialisatie beleid. Zij zal gegevens bevatten- over de in het afgelopen jaar tot stand ge komen investeringen en over de om vang der investeringsplannen. Dit zal de regering in staat stellen een even-" tuele stagnatie tijdig te bemerken en desgewenst ook tijdig de nodige maat regelen te beramen. Ook het bedrijfs leven zal van deze statistiek recht streeks nut hebben, omdat de individu ele ondernemer er inzicht door krijgt in de totale beleggings-activiteit van zijn branche, Deze enquête waaromtrent overleg is gepleegd met de hoofdgroep indus trie, zal met een persoonlijk schrijven van de minister aan de betrokkenen worden toegezonden. Het Wereldgebeuren In Amerika duurt de jacht op verra ders, die zo langzamerhand ontstellen de afmetingen heeft aangenomen en waarvoor zelfs de hoogst geplaatste fi guren niet veilig zijn, met onvermin derde hevigheid voort. Senator Joseph MacCarthy is de man, die de beschul digingen uitbrengt en al leed hij menig echec, omdat voor zijn aantijgingen geen spoor van bewijs was aan te voe ren, hij houdt vol en nauwelijks gaat er een week voorbij zonder dat nieuwe reputaties in het gedrang komen. Na de affaire-Fuchs, de Engelse ge leerde van Duitse afkomst, die atoom geheimen aan de Sowjets uitleverde, en na de affaire-Strachey (de Britse staatssecretaris van oorlog aan wie in verband met zijn communistisch verle den alle militaire informatie geweigerd zou zijn door Amerika) doet zich thans in Europa een nieuw geval voor. De schoonzoon van de befaamde ra- dium-onderzoekers Curie, prof. Joliot Curie is hoge commissaris van de Fran se commisie voor atoom-energie. Wel nu: Joliot Curie is een toegewijd com munist en hij steekt dat niet onder stoelen of banken. Toen hij in die functie benoemd werd in 1948. werd er ook reeds be zwaar gemaakt tegen zijn communis me. De toenmalige minister van be wapening nam het echter nogal ge moedelijk op. Onze atoomgeleerden zijn allerlei politieke overtuiging toe gedaan. Wij kunnen niet controleren wat er in hun hoofden omgaat. Wie weet wat een man werkelijk meent als hij aan een meisje vertelt, dat hij van haar houdt? Joliot Curie liet echter niet de min ste twijfel bestaan aan wat hij meende. Op een communistische vergadering verklaarde hij, dat hij weigerde om met Amerika samen te werken inzake de atoom-energie. Hij zeide: „Wij. communisten, weten, dat de Sowjet- Unie niet de eerste zal zijn om atoom bommen te gebruiken. Om die reden zal een echte geleerde nooit zijn ken nis beschikbaar stellen om oorlog te voeren tegen de Sowjet-Unie De Franse regering haastte zich om Amerika te verzekeren, dat Joliot Cu rie alleen betrokken was bij niet-mili- tair onderzoek en dat hij bovendien doorlopend onder politie-contröle stond. Hij zou betrapt worden zodra hij geheimen aan Rusland verried De Amerikanen'zijn daarmede ech ter niet tevreden, want zij beschouwen de atoombom als een der voornaamste beschermingen van de democratie te gen een Bolsjewistische terreur. En de Fransen zijn bezweken. Joliot Curie is de laan uit gestuurd. Daarmede is de zaak echter niet ten einde. Immers: nu zijn de Franse leraren in het geweer gekomen en zij eisen de herbenoemig van Joliot! De Amerikanen, die aan de Fransen sedert de oorlog vier en een half bil joen dollars hulp verleenden en dus de baas kunnen spelen over de Franse re gering, zullen daar echter wel een stokje voor steken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 3