Kent gij uw eigen karakter? (III) Ieder mens is onderhevig aan spanningen en conflicten r Zeeuwse Almanak SCHAKERS STONDEN ONWENNIG TEGENOVER „RATIO" Koningin Juliana ook naar Londen Van Vrouw iol Vrouw Hulde, Mevrouw BRITTANNIA! VRIJDAG 31 MAART 1950 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZIEL OF GEEST OVERHEERSEN. Het woord karakter, dat wy allen als een Hollands woord kennen, is eigenlek van Griekse oorsprong. Het betekent oorspronkelijk „zegel", „kenmerk". Zo wordt een letter of een lettervorm nog wel eens „ka rakter" genoemd. Wy spreken over de characteristica, over de ken merken van een bepaalde zaak. Zo is ons woord „karakter" de aan- dniding geworden van datgene, wat In onze persoonlijkheid vast en constant mag heten. Maar zegt u na eens eerlijk: Bent u er voor azelf volledig van overtuigd, dat ow karakter constant en stabiel is, dat er nooit een verbreking is van evenwicht, dat er nooit spanningen optre den en dergelijke meer? Een antwoord op deze vraag behoef ik nauwelijks af te wachten. Want ieder levend mens kent toch de noodzaak van zoiets als zelf beheersing. Maar wanneer het nodig is zichzelf te beheersen, wanneer het nodig is bepaalde driften in hun drang tot uitwerking te stuiten, wanneer het redelijk overleg in botsing komen kan met allerlei ge voelens, dan is het karakter niet meer het stabiele „zegel' van de persoonlijkheid. ïoen wjj in de beide voorgaande artikelen aan de hand van opvat- voelens, dan is het karakter niet meer het stabiele „zegel" van de hadden wy te maken met het meest vaste en onbewogen onderdeel van wat wij het karakter noemen. Maar daarom wordt het nu tjjd, dat wij ook eens zien naar de spanningen, conflicten vaak, die het mense lijk leven boeiend, en toch vaak ook zo moeilijk maken. De beroemde psycholoog en hand schriftkundige Ludwig Klages, bij wie wij ons in dit artikel zullen aansluiten, maakt een ingrijpend verschil tussen ziel en geest, tussen voelen enerzijds, en denken en willen anderzijds. Wan neer u op een mooie zomeravond aan zee staat, kan het u overkomen dat u in een eigenaardige gemoedsstemming geraakt, waarbij u zich als het ware geheel voelt opgenomen in de u om ringende natuur. U bent met de gol ven en met de duinen als het ware één geworden. Een zelfde overgave van eigen wezen vinden wij b.v. ook in de religieuze ekstase. Hier wordt de mens niet één met de natuur, maar één met God. En heeft niet menigeen bij verliefdheid ervaren, dat hij zo zeer opging in de ander, dat hij zich zelf en zijn zelfbezinning verloor? Bij deze voorbeelden spreekt steeds ec-n overheersen van het gevoel, of zoals Klages zich uitdrukt, van de ziel. De ziel wil zich geven. In het gevoel wordt het ik als het ware losgelaten, om over te gaan in het andere, ws tegenover het zich bevindt. De geest daarentegen streeft naar iets geheel anders. In het willen en denken wordt de psychische kracht niet losgelaten om dan als het ware te vervloeien; neen, de geest wil juist alle krachten bundelen, voor zichzelf bewaren. De geest wil niet loslaten, maar juist binden en bewaren. Klages knoopt aan dit onderscheid allerlei zeer vergaande conclusies. Wij zullen ze niet bespreken. Eén ding staat echter vast. In ieder mens speelt de tweeheid van gevoel en wil. Het In zijn derde artikel werpt drs. W. A. Nell het licht op een element in de karakterstudie, dat in zijn beide voorgaande onbesproken bleef. In zijn vol gend artikel bespreekt hij de verschillende factoren, die op de vorming van een karakter van invloed kunnen zijn. sterker of zwakker zijn van de een of de ander roept voortdurende spannin gen op. Is het dan niet mogelijk de mensen te „karakteriseren", te kenmerken" al naar gelang de wilskracht of de zuiging van het gevoel in hen spreekt? Klages heeft getracht op grond van de verschillende gerichtheid van ziel en geest, van gevoel en wil een sy steem van drijfveren op te stellen, dat karakterologisch van uitermate groot belang is gebleken. GEESTDRIFT OF REDELIJKHEID. U zult stellig wel eens iemand ont moet hebben, die bezeten is door een dorst naar kennis. Zijn drang naar weten doet hem zichzelf vergeten. Hij zal zyn eten laten staan, huisgenoten en familieleden verwaarlozen terwille van Zijn kennisdrift. Wat spreekt nu in zo'n mens het meest, de ziel of de geest? In ieder geval de ziel. Want de ze mens geeft zich volkomen over aan het object van zijn onderzoek. Stel daartegenover nu eens een za kelijk mens. Hij heeft zin voor de werkelijkheid en tracht zo objectief mogelijk te oordelen. Dan hebben wij EEUW Een honderd en een jarige, de we duwe Pauwels, heeft Zeeland en een honderdjarige, de weduwe E. M. Goo- te-Landman. Dat feest van mevr. Goote, het is een goed feest geweest, met hoog bezoek en ontelbare bloe men, met de vlag in top op Michie l- tjes toren en met muziek bij fakkel licht in de donkere avond. Weet je wat mij het meest ge troffen heeft? zei de verslaggever, die de reportage van deze verjaardag verzorgde. De rondedans van de jeugd b{j de serenade. En dat moet ook wel iets treffends geweest zijn, dat dansen der jeugd voor een, die terugblikt op een eeuw, die 'n nieuwe wereld heeft zien wor den, die een wereld heeft zien wan kelen. Voor wie jong is, is dertig ■jaar oud, Wat is voor de jeugd de leeftijd van een eeuw! Een honderd en een en een hon derdjarige in een kleine provincie als Zeeland. Zou dat al eens eerder voorgekomen zijn? in hetzelfde vlak de tegenspeler van de eerstgenoemde. Want de redelijke, objectief oordelende mens wordt niet allereerst gedreven door z'n gevoel, maar door z'n redelijke wil. Een zelfde verschil kunt u opmer ken tussen een philantroop en iemand die strydt voor sociale gerechtigheid. De philantroop geeft zichzelf aan de mensheid. Hij bezit nog wel zoveel re delijkheid, dat hij niet onbaatzuchtig wordt of zorgeloos. Onbaatzuchtig was Franciscus van Assisi, die al het zijne zonder meer weggaf. Bij hem sprak een liefde tot de mensheid, die niet geremd werd door enige redelijkheid. Maar een strijder voor sociale ge rechtigheid wordt allereerst gedreven door zijn redelijkheid, beter nog, door zijn ethische redelijkheid. Gevoels- kwaliteiten zijn zeker aanwezig, maar staan toch op de achtergrond. Zo is het mogelijk een onderscheid te maken tussen mensen, die op aller lei terreinen meer gedreven worden door hun redelijk inzicht, of door hun gevoel. HARTSTOCHT OF EGOÏSME. Wanneer wij afdalen van de hoge waardegebieden, waar wij zoeven, zonder dit nader aan te duiden, ver toefd hebben, dan kunnen wij als voorbeelden van de spanning tussen ziel en geest b.v. nemen drankzucht en eerzucht. Deze beide eigenschappen duiden een bepaalde richting aan, die voor de persoonlijkheid karakteristiek is. Maar in de eerzucht spreekt het egoïsme en daarmee de tendens zich zelf te bewaren wel heel sterk mee. In heerszucht en verlangen om er kend te worden vinden we hetzelfde. Maar in de drankzucht en speelzucht geeft een mens zich met zeer weinig reserves aan z'n borrel of aan z'n gok- kerij. Of stel tegenover elkaar het vermo gen tot liefde enerzijds, en de omzich tigheid anderzijds. In het vermogen tót liefde wordt uitgedrukt, dat iemand in staat is zichzelf te geven, zodra er liefde tot hem komt. En spreekt er in woorden als omzichtigheid, waak- Prof. SchuV. behaalde volledige overwinningen met zijn nieuwe vinding. De 75-jarige oud-hoogleraar in de wiskunde te Groningen en Delft, prof. dr. Fred. Schuh, heeft in het schaakhuis te Amsterdam een simultaanwed- stryd gespeeld tegen een en dertig Nederlandse schaakspelers, onder wie dr. Euwe, Donner, Mühring en Hennebcrke Prof. Schuh won alle partijen- Het was in de grond van de zaak geen schaken, dat er gespeeld werd, maar „ratio": een spel, dat door prof. Schuh is uitgevonden of misschien is het wel beter te zeggen, bedacht. De ontwerper van het spel, dat met schaken slechts, dit gemeen heeft, dat het ook een bordspel is, demonstreer de hiermee voor de eerste keer zijn^ vinding. Voordat hij een wedstrijd speelde, gaf hij zijn simultaan-tegenstanders een half uur gelegenheid de regels te bestuderen. Daarna bezorgde hij het driedubbele tiental in nauwelijks een halt uur een klinkende nederlaag, spelend met zwart. Prof. Schuh deed toen het aanbod met wit te spelen. De tegenstanders namen het aan en na drie kwartier had hij weer 100 gescoord. Toen hadden de spelers het „door" en konden aantonen, dat mits foutloos gespeeld wit steeds in maximaal 15 zetten wint. HET SPEL Ratio wordt gespeeld op een bord met elf velden. Zo'n bord is gemakke lijk te maken. Men tekent een vier kant, trekt dc diagonalen cn men ver bindt de middens der zijden met elk aar, zodat men het vierkant in acht driehoeken heeft verdeeld. Op twee tegenoverliggende zijden van het vierkant construeert men 'n gelijkzijdige driehoek. De beide hoek punten van deze driehoeken worden tenslottè met de middens van de bases verbonden. Elk der zo verkregen 11 punten (velden) wordt nu genummerd resp. geletterd (dit om gespeelde partijen eventueel te kunnen noteren). In zijn definitieve vorm kan deze nummering worden gewijzigd, zodat op het bord 14 verschillende alle door prof. Schuh bedachte spelen kunnen worden gespeeld, waarvan „ratio" volgens de ontwerper het moeilijkst is. Op de drie hoekvelden van een der gelijkzijdige driehoeken plaatst spe ler A de 3 witte dwergen. B., zwart, plaatst zijn ene stuk, de reus, op een veld naar keuze. De spelers doen ver volgens om beurten een zet. Een zet bestaat uit schuiven of slaan. Schuiven is het verplaatsen van één stuk naar een vrij veld, dat recht streeks door een streep verbonden is met het veld, waarop het stuk stond. Een dwerg mag noch recht, noch schuin achteruit schuiven. Hij mag slechts recht vooruit of schuin voor uit of zijdelings gaan. Voor de reus bestaat deze beperking niet. Het doel der dwergen is de reus te slaan. Het slaan is als bij dammen. De reus behoeft echter niet te slaan. (Dit dus in tegenstelling met dammen). Verwikkelingen in Oost-Indonesië. Zeven algevaardigden van Oost-Indo nesië in het parlement der RJ.S. hebben Dinsdag het verzoek ingediend, tot de regering een interpellatie te mogen rich ten, waarin een verklaring van de rege ring der R.I.S. zal worden verzocht over de huidige politieke verwikkelingen in Oost-Indonesië. Dit naar aanleiding van de berichten over demonstraties te Ma- kasar en op de eilanden. Bali, Lombok, Soembav.-a en verder te Watampone. Inmiddels is Maandagavond te Maka- sar wederom een handgranaat gewor pen, ditmaal naar de woning van een controleur. Verder werden Maandag avond te Maka.-ar vijf schoten gelost op een passerende Nederlandse militair. Naar de mening van de politie te Makasar vor men deze voorvallen onderdelen van po gingen tot politieke intimitatie. zaamheid, berekening, argwaan, wan trouwen niet een voortdurend streven op te passen voor zichzelf, om zich zelf toch vooral niet bloot te stellen aan mogelijke gevaren! Of vergelijk eens, op een nog lager niveau -gekomen, het verlangen naar de roes enerzijds en genotzucht ander zijds. Kortom, U zult de spanning tus sen ziel cn geest, tussen voelen en wil len bij honderden karakterologische woorden kunnen opmerken. En nu de slotvraag: Aan welke kant staat u, aan de kant van de ziel of van de geest? Drs. W. A. NELL. Tegenstrijdige berichten van de Nederlandse ambassade en Buckingham Palace. (Telefonisch van onze correspondent) LONDEN, 30 Maart Er is hier een enigszins delicate situatie ontstaan als gevolg van de in de Nederlandse en Engelse pers gepubliceerde berich ten omtrent het eventuele Btatiebezoek aan Engeland van Koningin Juliana. De commentaren, die van Engelse en Nederlandse bevoegde zijden gegeven zijn, z(jn dan ook verschillend en zelfs Ietwat tegenstrijdig! Naar men ons van Nederlandse di plomatieke, zijde meedeelde, moeten deze berichten omtrent het statiebe- zoek als „voorbarig" worden be schouwd cn op ontijdige speculaties berusten. „Zo er van dergelijke plan nen sprake zou zijn", aldus onze Ne derlandse diplomatieke zegsman, „zouden wij momenteel nog slechts in een beginstadium kunnen verkeren en zouden verdere mededelingen voor alsnog onmogelijk zijn". De perschef van Buckingham Palace gaf ons echter een geheel ander com mentaar en zeide. dat er geen kwestie was van „voorbarige'' berichtgeving omtrent een statiebezoek, daar er vol gens hem helemaal geen statiebezoek zou plaats vinden. Officieel deelde hij ons letterlijk het volgende mede: „Het is volkomen onwaar, dat Konin gin Juliana een statiebezoek aan En geland zal brengen. Indien Koningin Hoofdinspecteur der belastingen veroordeeld. De Haarlemse rechtbank heeft de 45-jarige hoofdinspecteur titulair der Rijksbelastingen te Amsterdam, W. J. I. M. van B. die zich veertien dagen geleden had te verantwoorden wegens een groot aantal hem ten laste geleg de delicten, veroordeeld tot 2% jaar gevangenisstraf met aftrek. Boven dien werd hij voor de tijd van 5 jaar ontzet uit de bevoegdheid werkzaam te zijn bij de dienst der Rijksbelastin- ?en. De rechtbank verklaarde hem schul dig aan het gebruik van valse kwi tanties, het onttrekken van goederen aan een conservatoir beslag, het ge ven van aanwijzingen, die valse aan gifte mogelijk maakten en het afleg gen van valse verklaringen tegenover de Rijksaccountants. De RA.I.-tentoonstelling van Be- drtffsautomoblelen te Amsterdam zal Za terdag 1 April des avonds om 18 uur ga- sloten worden. Er zijn misschien men sen die omtrent onze overbuurvrouw van de Noordzee, Mevrouw Brit- tannia, heel wat kwaads te vertellen hebben. Dat is gebruikelijk by buren, en er zal dikwijls ook wel een tikkeltje waar heid in schuilen. Maar laten wij afspreken dal er nu toch iets heel goeds van haar te ver tellen valt en wel, dat zij ons in deze sombere en materialistische tijd prachtige liefdesgeschie denissen kan voorzétten. Het begon verleden jaar met die romance tussen de graaf van Ha- rewood u weet wel, hij moet oom tegen de koning zeggen en die aardige muzikantendoch- ter Marion Stein. Een heuse schatrijke graaf die zomaar gewoon en dat nog openlijk, uit vrijen ging in een dood gewone straat in Londen en af en toe gesignaleerd werd met de boodschap pentas van zijn aanstaan de schoonmama. Om dan via enige heerlijke slor digheden omtrent de uur van de plechtige ont vangst ten paleize ten slotte in alle staatsie zijn muzikale Assepoestertje te trouwen Hebt u ervan genoten of niet? Ik wel, al was het alleen maar om de originaliteit. En nu levert Londen ons een tweede idylle. Als iemand het in zijn hoofd haalde om het ge val in een roman te zet ten zou iedereen hem 'n sentimentele en hyper romantische malloot vin den, die om een ver haaltje verlegen zat. Maar nu de Engelse kranten er vol van staan en Mevrouw Brittania haar oren moet dicht stoppen voor het lawaai dat deze liefdesaffaire heeft veroorzaakt, nu de deining zich al tot over de oceaan heeft voortge plant en zowaar de gro te tegenstelling Rusland —Amerika er aan te pas is gekomen nu moe ten wij toch wel gaan geloven dat de werke lijkheid bijwijlen fentas is dan de stoutmoedigste verbeelding. Och, het begon zo heel gemoedelijk en onopge merkt. Aan de Londense universiteit studeerde 'n Afrikaanse jongeman, zwart en aardig. Dal gaat dikwijls samen. Hij werd gevraagd op een jongelui's fuifje en daar danste hij met een En gels meisje, blank en blond en ook aardig, zo maar gewoon typiste bij Lloyd's. En die zwarte jongen zei tegen het blonde meisje een hele boel aardige dingen of misschien zei hij wel he- bent u even hard bezig uw rasvooroordeel te la ten geldon als de zwarte onderdanen van de brui gom zelf. Want die moes ten nu weer niets hebben van de blonde Ruth, hoe lief wij haar ook vinden op een plaatje. En alsof dat niet ge noeg was de regent, 's bruigoms oom, werd zo boos dat hij er de brui aan gaf en naar de Unie van Zuid-Afrika ver huisde die zelfde Unie van Zuid-Afrika stond ook op scherp. Niet al leen de regeringspartij van dr. Malan, die met lemaal niets omdat hij daar te verliefd voor was. Maar het liep uit op een heel gewone trouwerij voor de bur gerlijke stand van Ken sington, en toen werd 't menens met de buiten- wacht. Maar die buitenwacht wond zich niet zuinig op, van Londen tot Johan nesburg en New York kwam er ook al aan te pas. Want de aardige zwarte jongen was nie mand minder dan de aanstaande heerser over honderdduizend Afrikaan se zielen, en dl vinden u en ik dat nu met zo bijs ter veel, in Afrika houdt men van ruimte en die honderdduizend hebben een aardig rijksgebied to: hun beschikking. En toen de jongeluitjes na hun huwelijksreis in de hoofdstad aankwamen stonden daar geen ere poorten en fanfare-corp sen, maar ploften zij midden in een geweldige zwarte deining. Want als u misschien bij het lezen van die trouwpartij ge dacht hebt: Hè ik wou toch niet graag dat tischer en romantischer mijn dochter,dan hand en tand vecht voor de suprematie der blan ken, en gemengde huwe lijken verboden heeft. Neen, ook de oppositie van Generaal Smuts, was er allesbehalve over te spreken. Maar de jongeman Se- retse scheen het pleit bij zijn zwarte onderdanen ten slotte gewonnen te hebben, misschien mede dank zij het feit dat de jonge mevrouw Ruth zo aardig was en helemaal op haar gemak in haar zwarte hoofstad. Mevrouw Brittannia ech ter nam de zaak niet licht op. Herrie met de Unie van Zuid-Afrika kwam haar al heel slecht uit en dus wenkte zy met een moederlijke mdar gebiedende vinger van overzee: Seretse, jongen, kom jij eens hier dan zullen we eens pra ten. Ik ben zoveel als je voogdes en ik wil niet dat je de buren nijdig maakt. Seretse, goed van vertrou wen als de meeste aar dige mensen, zei: Ruth, kind, hou je goed, ik ben zó terug. Maar toen hij eenmaal In Londen was zei de Engelse voogdes: We nemen het zekere vóór het onzekere jon gen. Het spijt me voor jou, maar je gaat de eerste vijf jaar niet naqr Ruth terug, hoe sneu wij het ook vinden met het oog op de baby. En toen Ach, het heeft mijn hart deugd gedaan, meer dan enig ding. Dat Seretse 't niet nam en de negers in Londen en vervolgens in Afrika zich begonnen te roeren, dat de Ameri kaanse negers steun toe zegden en Haiti het voor de Verenigde Naties zou brengen dat is goed beschouwd, mooi van so lidariteit maar nogal wiedes. Maar dat de En gelse publieke opinie het niet nam dat is iets waarvoor we de vlag wel mochten uitsteken. Want laat het dan ook een beetje om die blonde Ruth en de te verwach ten baby zijn goed, goed, maar er was toch algemeen een eerlijke verontwaardiging om de streek tegenover een ar geloos en eerlijk vertrou wend jongmens uitge haald. Én toen Minister Attlee van deze alleron gelukkigste manoeuvre uitleg had gegeven, met opsomming van al de in gewikkelde politieke re denen, die deze weinig elegante handelwijze moesten rechtvaardigen, toen werd zijn toespraak niet ontvangen met een loeiend en hartstochtelijk protest maar met een ijzig stilzwijgen. En dit stilzwijgen, ont daan pon clle goedkope romantiek en sentimen tele vertedering was groots. Zó groots, dat de gehele wereld het een ogenblik heeft moeten opmerken en mee stil geworden is. Kijk eens. zei dat stilzwijgen: het mag in groot diplomatiek rband misschien wijs en diplomatiek en voor- uitziend zijn: in doodge woon huis-, tuin- en keukenverband is 't on recht en dat nemen wij niet. Mevrouw Brittannia onze hulde. SASKIA. Juliana hier een bezoek zou brengen, zou dit van particuliere aard zijn en niets te maken hebben met de Britse Koninklijke Familie". NIET AU SERIECX? Wij merken hierbij op, dat men dergelijke ontkenningen van Bucking ham Palace in zulke omstandigheden niet altijd au sérieux behoeft te ne men. Men denke slechts aan de verlo ving van Prinses Elizabeth, die des tijds ook eerst „officieel" door het Pa leis ontkend en een maand later aan gekondigd werd. Een andere delicate kwestie is het in de Nederlandse en Engelse pers verschenen bericht, dat Koningin Ju liana of Prinses Beatrix deze zomer de eerste steen zou leggen van de nieuwe Nederlandse kerk te Londen. Dit bericht moet echter wel degelijk als voorbarig worden beschouwd. On ze zegsman in deze was ds. R. H. van Apeldoorn, predikant der Ned. Herv. Gemeente te Londen. Hij legde er de nadruk op, dat de kerk hier zelf niet op de hoogte is gesteld van de even tuele overkomst van H. M. de Konin gin en keurde voornoemde onverant woordelijke berichtgeving ten zeerste af. (Nadruk verboden). Dinsdag kwam In het gebouw van de generale staf, Juliana kazerne te 't, Gravenliage, het Noord Atlantisch Militaire Comité b|jeen. In dit Comité, dat door de voorzitter van de Amerikaanse Ver. Chefs van Staven, gene raal Omar Bradley, is bijeengeroepen, is ieder land door één stafchef ver tegenwoordigd. Van links naar rechts: kolonel Jacoby (Luxemburg), gene raal Krols en admiraal van Holthe (Nederland) en generaal 0en (Noorwe gen.). Het Wereldgebeuren Woordenduel Het jongste woordenduel in' het Britse Lagerhuis tussen een vitale Churchill en een vermoeide Bevin is om het in bokstermen uit te drukken zeker op punten door de minister ge wonnen. Churchill had opnieuw een stukje gebreid aan de kous, waaraan hij de laatste weken bezig is: het op nemen van Duitsland in een verenigd Europa en in het Atlantisch Pact. Dit keer was hij echter in de keus van zijn woorden veel gematigder, niet in het minst omdat zijn eigen partijgeno ten lang niet allen even ingenomen zijn met de betoogtrant van hun leider ten opzichte van Duitsland. Churchill zei verscheidene malen, dat hij nooit de woorden „herbewapenen" of „her bewapening" van Duitsland had ge bruikt. Al wat hij had voorgesteld was, dat Duitsland een bijdrage zou leve ren tot de Europese defensie, dat Duit sers tezamen met Amerikanen, Fran sen en Engelsen op eervolle voorwaar den dienst zouden doen in een Atlan tische strijdmacht. Erg overtuigend klonk dat niet. Terecht merkte Bevin op, dat het geven van wapens aan de Duitsers inhield, dat men hen herbe wapende. De rest is een kwestie van woorden, die aan de feiten niets ver anderen. Voor het overige liet Bevin uitkomen, dat noch Britten, noch Fransen, noch Amerikanen veel voel den voor herbewapening van Duits land. Dat zou de Hok voor geruime tijd achteruit zetten zijn. Er waren volgens Bevin maar wéinig aanwijzin gen. dat het Duitse volk het extreme nationalisme vaarwel had gezegd. Zelfs Bevins Duitse partijgenoten de socialisten waren naar zijn smaak veel te nationalistisch. Het ver leden had geleerd, dat men met zoete broodjes bakken bij de Duitsers nooit ver kwam. Herbewapening van Duits land zou „een verschrikkelijke beslis sing zijn". Bevin wees verder op een tegenspraak in Churchills woorden. Aan de ene kant wil hij Duitsland op nemen in het Atlantisch Pact. aan de andere kant wil Churchill praten met de Russen over een mogelijk einde van de koude oorlog. Maar zou niet juist herbewapening van Duitsland de Rus sen wantrouwender maken dan ooit en een gesprek bij voorbaat nutteloos maken? Wat wil Churchill, vroeg Be vin. een preventieve oorlog? Churchill ontkende hoofdschuddend. Bevin wij zigde daarop zijn woorden in „preven tieve actie". De rede van Churchill wordt alge meen geprezen als een meesterstuk van redenaarstalent, maar toch rijst bij vele commentators de vraag op welke manier Churchill zijr denkbeelden nu eigenlijk verwezenlijkt wil zien. Hij wil Duitsland niet herbewapenen, maar toch sterk en weerbaar maken, hij wil de Russen door machtsvertoon afschrikken en toch met hen praten, h|j acht een atoomoorlog een ramp voor de mensheid zonder weerga en wil toch de Sowjets uit Oost-Europa terugdringen. Zelfs Eden kon de leider van de op positie niet geheel meer volgen Met boos gezicht moest Churchill Eden horen zeggen, dat hij als minister had ondervonden, dat zij denken de baas te moeten zijn in Europa. Zulke idee- en veranderen niet in een paar jaar, meende Eden. en hij sprak zich dan ook uit tegen Churchills denkbeelden. Dat met kracht ten opzichte van Duitsland nog altijd meer te bereiken valt dan met toegevendheid is overi gens gebleken bij de jongste bespre kingen over de Raad van Europa, Dr. Adenauer had zich bereid ver klaard Westduitsland in de Raad te doen opnemen mits drie voorwaarden werden vervuld. Een ervan was, dat het lidmaatschap van het Saargebied voorlopig moest zijn. De Westelijke Hoge Commissarissen hebben daarop in een gesprek dr. Adenauer duidelijk gemaakt, dat het stellen van voor waarden een onprettige indruk maak te en dat die voorwaarden dan ook niet voor vervulling in aanmerking kwamen. Volgens de jongste berichten is Adenauer hierop van zijn standpunt teruggekomen en heeft hij onvoor waardelijk de toetreding van West duitsland verzocht.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 3