Pionierswerk van Nederlands arts JIMMY BROWN, sportheld no. 1 r Onderzoek bij K.L.M. zal aan universiteit in V.S. voltooid worden STEMMEN UIT DE PERS PARACHUTISTEN ZOCHTEN HUN WEG DOOR NEDERLAND MASCHA TER WEEME EN HAAR DANSENDE KINDEREN Churchills pleidooi MAANDAG 20 MA ART 1950 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 De vermoeide mens I (Van onze correspondent) BOSTON, Maart Hoeveel patiënten in de wereld zullen dagelyks een dokter opbellen met de stereotype mededeling: „Dokter, ik voel mij niet goed ik denk dat ik koorts heb!" Op deze informatie alleen is het voor de medicus uitermate moeilijk zyn diagnose te stellen. Een van zyn eerste handelingen is dan ook naar zyn thermometer te grypen. Naast de vele onderzoekmethoden, welke de medi cus ter beschikking staan, neemt deze koortsthermometer wel een zeer byzondere plaats in. Het is 'n instrument van hogebetrouwbaarheid, dat op de eenvoudigste wijze kan worden gebruikt. Vele niet-medici gebruiken dit nuttige instrument dan ook als een feilloos meetinstrument, waarop zjj hun welzijn tot in fracties van graden kunnen aflezen. Dit is een belang rijk principe. Men zou met enige overdrijving kunnen zeggen, dat hier de wetenschap begint. Wij zijn niet tevreden met mededelingen als: „Ut geloof dat ik koorts heb", of: „Het lijkt mij, dat dit een kilo appels is", of: „Ik ben moe". Wij meten koorts in graden wij wegen appels maar wij weten niet hoe wij vermoeidheid moe ten meten. Een Nederlands medicus, dr. Willem S. Frederib uit Utrecht, thans verbonden aan de KIM., heeft pionierswerk ver richt ten aanzien van het meten van ver moeidheid. Sedert 1947, toen hy verbon den werd aan onze luchtvaartmaatschap pij als hoofd van de afdeling Medisch Onderzoek (die weer ressorteert onder dr. K. M. Slotboom's Medische Dienst van de K.L.M.) heeft hy getracht een „thermo meter" te vinden, waarmede de graad van vermoeidheid bepaald kan worden. Dit is geen eenvoudige materie. Vraag u zelf maar eens af, na een dag hard werken, hoe moe u wel bent. „Bek-af" is vermoedeUjk de nauwkeurigste defini tie, die ge kunt formuleren. Met mis schien nog de toevoeging: „Ik ga met een naar bed". Daarmee is nog geenszins duidelijk uitgedrukt, hoe moe u %vel bent. Bovendien hiermee kan de wetenschap geen genoegen nemen. En de wetenschap wil weten, waarom en hoe men moe wordt: en hoe moe. Tevens is het van veel belang te weten, wat de invloed van da gelijks wederkerende vermoeidheid op de gezondheid van de mens is en welke in vloed vermoeidheid heeft op het werk van de mens in zijn beroep. Deze laatste vraag is bijzonder belang- ryk voor hen, die verantwoordelyke be roepen uitoefenen (buschauffeurs, pilo ten en anderen), daar de mogelijkheid niet uitgesloten is, dat overmatige ver moeidheid een invloed zou kunnen heb ben op ongelukken. GEEN VERMOEIDE PILOTEN. De werktyden van de piloot bijv. zijn vastgesteld volgens de ervaring. Gemid deld komt de werktyd neer op 80 tot 100 AVONTUUR IN DE MUIDER KERK. Ds. J. J. Buskus schreef in „De Waag schaal": „De Evangelische Maatschappy had be kend gemaakt, dat een ex-kloosterling zou spreken over Rome en het Protestantisme. Wanneer de Evangelische Maatschappij uitsluitend bekend gemaakt had, dat de heer Duynstee over dit onderwerp zou spreken, had je zeker met een kogel door de kerk kunnen schieten. Nu niet. Je zoudt er het Amsterdamse Protestantisme geweldig mee verzwakt hebben. De kerk was stampvol. Vanwege dat „ex-klooster ling". Dit woord had by velen een be treurenswaardig verschynsel. dat de Evangelische Maatschappij alleen met net magnetische woord „ex-kloosterling" het Amsterdamse Protestantisme er toe kan brengen de Muiderkerk te vullen. Die avond is het haar in elk geval ge lukt: de Muiderkerk zat vol Protestants bewustzijn en op de preekstoel stond een „ex-kloosterling". Zouden wü als Protestanten niet eens ophouden een „ex-kloosterling" het land te laten afreizen en met het woord „ex- kloosterling" reclame te maken, om Rome te bestrijden en het Protestantisme te verdedigen? Heel mijn „Protestants be wustzijn" komt tegen deze al te goed kope taktiek in verzet. En ik ben er vast van overtuigd, dat wij er het Protestantis me geen dienst mee bewyzen. Afgezien van deze ongelukkige rec'ame had de avond in de Muiderkerk toch wel een goede avond kunnen worden. Dat werd hij echter zeer bepaald niet. En ik schrijf dit artikel ook om mij zelf en mijn mede-Protestanten te waarschuwen voor de wijze, waarop de Evangelische Maat schappy de stryd tegen Rome voert. Die wijze acht ik gevaarlijk, levensgevaarlijk. Niet voor Rome, maar voor 't Protestant isme. Rome zal er geen last van hebben. Maar wij worden er geestelijk door be dorven. Wanneer wy Rome afwyzen, moeten wy het voor honderd procent serieus nemen. Dan moeten wy niet stryden tegen Rome op z'n slechtst en z'n oppervlakkigst, maar tegen Rome op z'n best en z'n diepzin nigst. Rome, dat ons zeer wel weet te waarderen en dat op zyn wyze gelooft God te dienen en Christus te vereren. Rome was dien avond een volstrekt ge heimloos, dat wil zeggen werelds ver schynsel. En dan kan men aan het einde alle aanwezigen opwekken, het „Protes- tans bewustzyn" te versterken en een ge loofsdam op te werpen tegen de verroom- sing van Nederland, dan kan men wel met veel pathos uitroepen: Nederland is een Protestantse natie en moet dat bly- ven, wat geeft het en wat helpt het, in dien men niet eerst duidelijk maakt, wat men met die woox-den bedoelt en zichzelf de vraag stelt, of deze woorden wel met bijbelse inhoud gevuld kunnen worden. Aan het einde zongen wy natuuriyk en staande het Lutherlied. De vyand zal als kaf verdwijnen, maar dat doet hy vast niet door zulke avonden. En satan moet beven. Maar dat doet hij in geen geval vanwege de actie der Evangelische Maat schappy. En het graf voor „vrouw en kinderen" behoeft hy met het oog op dit Protestantisme heus niet te graven, want wij hebben zelf dit graf voor ons Protes tantisme op deze manier al lang gegra- vlieguren per maand. Nooit is in het ver leden gebleken, dat deze werktijden te lang of te zwaar zyn, of dat in de bur gerluchtvaart een ongeluk te wyten was aan oververmoeidheid van het vliegend personeel. Maar weten, hoe dit alles precies in elk aar zit is een andere kwestie. Het werk van de vlieger is gecompliceerd. En hoe dit werk over tien jaar zal zyn, kan men slechts gissen. Fundamenteel onderzoek over het werk van de vlieger in verband met de vermoeidheid, de invloed van lan ge en korte trajecten, verschillende vlieg tuigtypen; weercondi ties enz. dient te ge schieden ter verhoging van de veiligheid, omdat onbekende factoren in de lucht vaart niet welkom zyn. Dit was niet alleen het oordeel van de K.L.M., die dr. Frederik als eerste lucht- vaartphysioloog in vaste dienst van een burgerluchtvaartmaatschappy, in de ge legenheid stelde met dit baanbrekende werk een begin te maken het was al evenzeer het oordeel van de internationale luchtvaartwereld, die reeds jaren streeft om tot internationale standaardisering van de arbeidstyden voor vliegend personeel te komen. Ook de wetenschappelyke wereld ge tuigde van haar interesse voor dit Neder landse werk. Amerika's beroemdste Universiteit, Har- De moderne wetenschap is in staat allerlei verschynselen in een heden uit te drukken. Maar met de vermoeidheid van de mens was dit nog nooit gelukt. Thans werkt aan dit probleem dr. W. S. Frederik uit Utrecht aan de Harvard-universiteit in Ameri ka, waar prof. dr. Ross A .Mc Far- land de menselyke factoren in de luchtvaart bestudeert. Samen ho pen zij spoedig tot resultaten te komen, die het de internationale luchtvaart mogelyk zullen maken een internationale regeling voor de arbeidsuren van het vliegend per soneel op te stellen. Onze correspondent in Amerika, Robert Kiek, schreef over deze ar beid een drietal artikelen, waar- van wy hier het eerste publiceren vard, waaraan prof. dr. Ross A.Mc. Far- land is verbonden, die de auteur is van „het" standaardwerk op het gebied van de menselijke factoren in de luchtvaart, vernam met blydschap van het werk, dat dr. Frederik in alle stilte in de laboratoria van Schiphol en in de cockpits van de K.L.M.-vloot had verricht. Het lag in de kaart, dat men deze beide experts byeen moest brengen om gezamenlijk hun stu dies voor te zetten. De IA.TA. (de Inter nationale orgapisatie van de burgerlucht- vaartmaatschapyen) kondigde aan, de re sultaten van dit onderzoek als de grond slag te zullen beschouwen voor de toe komstige internationale regeling voor de arbeidsuren van vliegend personeel. Dus vertrok dr. Frederik eind verleden jaar met volledige steun van de K.L.M. naar Harvard Universiteit, vlak by Bos ton, waar rfij zijn werkzaamheden in hoog tempo heeft voortgezet in nauwe samen werking met professor Mc. Farland. Zij hopen nog dit jaar practische resultaten van hun onderzoek te kunnen rapporte ren. Reeds kwamen zij tot een voorlopige maatstaf, waarmee zy vermoeidheidsfac toren konden meten. Het fascinerende relaas van jaren wer ken alvorens dit stadium kon worden bereikt, gaat hieraan vooraf. Hierover in een tweede artikel nader. (Nadruk verboden). Dit plaatje werd genomen te Harns. Heeft U nog nooit van het stadje ge hoord? Maar dan toch wel van Harlingen, zoals wy, Hollanders, het noe men. Wanneer U door dit stadje, aan de N.W. kust van Friesland wandelt, en U ziet 'n inwoner met een juk op de schouders over de rustieke ophaal brug lopen, met op de achtergrond 'n rytje oude gevels, dan zoudt U niet vermoeden dat die Harlingenaren, of Harnsers, zo'n levendige handel dry ven op Engeland en de Oostzeelanden. Prof. dr. Ross van de Harvard-universiteit (links) en een van zyn medewer kers. Zij leggen zich toe op de studie van de vermoeidheidsverschijnselen. Bij de Amsterdamse politie vonden zij de koffie bruin. Automibilisten, die Vrijdag bij het gloren van de dag langs de hoofdwe gen tussen Amersfoort, Arnhem en Utrecht reden, zullen met verbazing kleine groepjes militairen, die een stopteken gaven, in het licht van hun koplampen hebben zien opdoemen. „Wij zijn parachutisten, mogen wij met u meerijden?" en als dan 't „stap maar in", had geklonken, begon de reis. Eigenlijk was die reis al begonnen om precies 12 uur in de nacht toen een compagnie pioniers, gelegerd in de omgeving van Soesterberg, uit de eerste slaap werd gerukt. „Aankle den, regenjassen mee" was de order en kort daarna drong het tot de slaapdronken soldaten door, dat het warme bed voorlopig verlaten zou blijven staan. De opdracht, die deze pioniers kre gen, luidde: „Zonder een cent, zonder kompas en zonder kaarten van een on bekend punt uit zo snel mogelijk naar een ander nauwkeurig bepaald punt gaan, waarbij gebruik gemaakt mag worden van alle middelen, alsof het oorlog is, zoals parachutisten die ach ter de vijandelijke linies zijn neergela ten". NIET STELEN. Dat „gebruik maken van alle midde len" heeft echter één resrictie. „Er mogen geen auto's gestolen worden" zei de commandant nadrukkelijk. Bij een soortgelijke oefening, eerder ge houden hadden twee „pientere" solda ten namelijk kans gezien een grote au tobus te „veroveren" en daarmede hadden zij prins heerlijk en in re cordtijd hun opdracht vervuld. Een groepje van vier aspirant-on derofficieren, die Vrijdagmorgen op 't hoofdbureau van politie te Amsterdam Antillen willen Nederlandse delegatie. In een vergadering van de Staten van de Nederlandse Antillen, die Vrij dag gehouden is, werd een voorstel van de heer Dussenbroek aan vaard, dat beoogt de regering te ver zoeken een delegatie naar Curacao te zenden. arriveerden, waar.zij bij wijze van contröle een stempel moesten halen, had een voorspoedige reis gehad. Zij waren met een geblindeerde auto naar een weiland gebracht ergens in de buurt van Leersum. Volkomen onbekend met de plaats waar zij waren, hadden zij eerst maar op goed geluk een half uur lang een landweg gevolgd. Plotseling zagen zij licht, het bleek een stal bij een boerderij te zijn, waar juist een koe moest kalveren. De boer lichtte de „dwalers" in en toen zij wisten, dat zij dicht bij de Rijksweg naar Utrecht waren, lokte het geurige hooi en werd de onderbroken slaap tot zonsopgang voortgezet. Hun opdrachtluidde: ga via Amsterdam, Edam en Hoorn, naar Medemblik. In genoemde plaatsen moesten bij de politie contrölestempels worden verzameld. De adjudanten, die deze soldaten op het hoofdbureau in Amsterdam ontvingen, waren de kwaadsten niet. De koffie was bruin en een dubbeltje voor de tram, om aan de overkant van het Y te komen, kon er altijd wel af. Trainingsmorgen van het Ballet der Lage Landen. Nat, klam en kil lag Amsterdam onder de mist, die morgen. De mensen in de straten hadden haast, keken boosaardig en gingen zichtbaar gebukt onder hun privé-zorgen. De trams huilden hartverscheurend in de bocht. Het was nog heel vroeg in de morgen, en de stad lag er naakt en afstotend by. Ergens in de Jacob Obrechtstraat wees een timmermansleerling me de weg. „Deze poort in, voorbij die tennisbaan en dan aan je rechterhand. Daar dansen ze." Ja, daar dansten ze. „Ze" van het Ballet der Lage Landen, de groep van Mascba ter Weeme. In dat vroege ochtenduur waren ze, als zovele morgens, hun dagelijks gevecht met de zwaartekracht begonnen. „Het Ballet". Dat klinkt, zo'n woord. Dat roept herinneringen op aan Pavlova en de Keizer lijke Russische Balletten. Aan la Argentina, Sadler Well's Ballet en de Bal letten van Monte Carlo. Aan roem en grootheid; aan licht, applaus en schijnwerpers, en aan een-uiterste, haast onaardse lichtheid van het mense lijk lichaam. De studio lag er grondeloos en triest bij. Door de bestofte ruiten droop een winterig morgenlicht traag naar binnen. Iedere hoek van de stu dio was vol donkerte en schaduw. Er was geen verwarming daar. En dus was het evenzeer winter buiten de studio als er binnen. Nee, daar was niets Keizerlijks aan die studio en niets van Pavlova aan hen, die er oefenden. Het was daar alleen maar zeer aards; en zeer koud; en zeer kil. Alles was proza, niets poëzie. Een harde, stroeve, gure wereld. Met het klimaat van een provinciale rechts zaal en niet niets van een kweek plaats voor balletkunst. Mascha ter Weeme stond bij de grimmig-zwarte piano, waarop een zonderling, timide, oudachtig dametje speelde; Chopin, Debussy, brokken uit het Sylvia-ballet. Mascha ter Weeme zag het aan en gaf instruc ties. Dat gebeurde op een zingende manier, tegelijk met de melodie van d.e piano Kinderen, niet zulke dode han denStrekt die handenvoor uit die borstkasspant de buik spierenlos die voet daarlos los!!!strekt de knieën laat die heup op de plaats... strekt de voeten......! Dat gaat zo door, en kele uren lang. Half in 't Hollands, half in het Frans. En de kinderen, die jonge vrouwen en jonge mannen, dansen. En al dansend komt, zelfs op zo'n vergrijsde wintermorgen, het bloed in al die lichamen los en op temperatuur. Iedere hand, iedere arm, iedere voet en ieder been komt los ser, losser. MASCHA EN DE SPIEGEL Dat alles was zeer vreemd, zeer wonderlijk, die morgen daar in het hart van Amsterdam. Buiten was de mensheid aan het werk. De schoen maker maakte schoenen, de melkboer bracht z'n melk rond. De tramcon- teur verkocht kaartjes. Marktkoop lieden schreeuwden hun waar aan. Alle winkels waren open en alle mensen waren bezig elkaar iets te verkopen in die harde, mistige, pro zaïsche wereld van Amsterdam op wintermorgen. Behalve in die kleine studio op 'de binnenplaats. Tussen vier muren dansten jonge mensen en een grote spiegel aan één der muren weerkaat ste elke te trage, elke onjuiste, elke niet technisch verzorgde beweging bitter en meedogenloos. En meedo genloos als die spiegel zag Mascha ter Weeme dat. Vreemde mensen in de vroege mor gen. In slechtverzorgde tricots, op oude schoentjes, met slordig opgebon den haren. Transpirerend van inspan ning na een half uur. Licht hijgend na iedere dans, even leunend tegen de witte muren. Maar Mascha ter Weeme heeft geen tijd voor rust. Er moet geoefend worden, en ze g door. Steeds op de wijs van de pia no haar half gezongen instructies gevend, met die donkere, hese, nau welijks verstaanbare stem. Stof dwarrelt door de grijze ruimte. En de doordringende geur van het hars, waarmee de dansers hun schoe nen inwrijven, vult de studio. Zo dan sen de leden van het Ballet der Lage Landen in de morgen. Ergens in Am sterdam-Zuid. In een kleine, kale stu dio. En daar wordt dan ballet gebo ren. Een Sylvia-ballet. Een Midsum- mernightsdream. Faust. Het zijn bijna nog kinderen. Er is een jongen, heel jong en heel blond, die niets ziet en zonder contact met de anderen danst. Een kind. Hij kijkt veel te ernstig voor zijn leeftijd en 't is alsof hij dromend, in trance, daar te dansen staat. Een donker meisje, met een prachtig figuur, wordt zicht baar vermoeid, maar elke keer als ik denk. dat ze wel ergens zal gaan zitten, danst ze haar haar arabesken, balancementen en attitudes verder. HARD EN SCHERP Mascha ter Weeme haalt er alles uit die morgen. En deze morgen is ge lijk aan alle andere morgens. Ik vind blik van deze vrouw hard en scherp. Onmenselijk hard en onmense lijk scherp, als ik naar die twee kin deren kijk: die droomverloren blonde jongen en dat donkere meisje. Soms is er ineens een opvallend figuur. Dan schiet zo'n lichaam weg in een snelle golvende beweging. Even is daar dan een seconde poëzie der beweging. En Het Wereldgebeuren Winston Churchill mag dan op 't ogenblik een gewoon Brits burger zijn zonder regeringsverantwoorde lijkheid. in het dagelijks leven een bij wijlen enghartig partijpoliticus, een door de wol geverfde conservatief tot in de vingertoppen, de staatsman van grootser allure verloochent zich niet. Van tijd tot tijd weet de conserva tieve leider zich op te heffen uit de parlementaire sleur van Labour-be- strijding om een rede te houden in grote stijl en onverhoeds een probleem aan te snijden, dat de pennen in be weging brengt. Het debat van Donderdag in het Lagerhuis over de Britse defensie zou vrij kleurloos verlopen zijn indien niet Churchill halverwege zyn rede alle oren extra deed spitsen door de her bewapening van Duitsland ter sprake te brengen. En wel op zeer onomwonden wijze. Zyn zinnen vormden duidelijk een pleidooi voor opneming van Duitsland in het Atlantisch Pact en voor de vorming van een nieuwe Westduitse strijdmacht, die ingeschakeld kan worden in het West-Europese mili taire apparaat. De woorden van Chur chill moeten de Duitse officieren op non-actief als muziek in de oren ge klonken hebben. Het antwoord van Attlee zal nie mand in het Lagerhuis bijster bevre digd hebben; daarvoor was het te mat en te droog. De premier zei al leen, dat hy het uiterst onverant woordelijk en onverstandig achtte, dat Churchill plotseling een dergelijk moeilijk probleem ter berde had ge bracht en dat het wel een heel won derlijke manier was om de eenheid van West-Europa op te bouwen. Onvoorbereid als hij was kon van Attlee nauwelijks een briljanter en ge detailleerder tegenbetoóg verwacht worden. Het regeringshoofd moet zijn woor den zorgvuldiger wikken en wegen dan een leider van de oppositie zonder verantwoordelijkheid, die naar harte lust zijn stokpaardjes kan berijden. Bovendien was Attlee waarschijnlijk geïrriteerd, dat zijn tegenstander een zo ongelegen moment had uitgekozen om met zijn voorstel te komen. De herbewapening van Duitsland is een delicate zaak, die bij stilzwijgende overeenkomst voorlopig alleen bin nenkamers besproken wordt. Eind vorig jaar waren enkele Ame rikaanse militairen en senatoren zo onverstandig openlijk voor een nieuw Duits leger te pleiten. De deining, die daardoor vooral in Frankrijk werd verwekt, was zo groot, dat zowel Schuman als Bevin en Acheson zich genoodzaakt zagen de zaak in de doofpot te stoppen met de verklaring dat vooralsnog de herbewapening van Westduitsland geen actuele kwestie was. De publieke opinie bleek nog niet rijn te zijn. De verhitte discus sies in de pers verstomden langzamer hand, hoewel daarvan kan men zeker zijn in militaire kringen de ministeriële geruststellingen niet zo veel indruk maakten. Daar wordt ge wacht op een kentering in de publieke opinie. Churchill heeft Donderdag de rust verstoord en opnieuw de knuppel in het hoenderhok geworpen. Weer kan er een pennestrijd beginnen over de vraag of de Rijn of de Elbe de mili taire grens moet worden van de At lantische Unie. Vijf jaar lang is oor log gevoerd om het Duitse militaire apparaat te vernietigen. En een van dé mannen, die daarbij de leiding had. acht het thans vijf jaar later noodzakelijk om dat apparaat gedeel telijk te herstellen. Churchill heeft de gave vooruit te kunnen lopen op de gebeurtenissen. Zijn bekende Fulton-rede in 1915 vond in het begin nergens veel weer klank. maar de denkbeelden, die hij daarin ontvouwde, werden vier ;iaar later ir. het Atlantisch Pact verwezen lijkt. Te vrezen valt. dat zijn voorstel van Donderdag ook binnen enkele ia- ren werkelijkheid zal worden. te genstand tegen herbewapening van Duitsland neemt onmiskenbaar af. zelfs in Frankrijk. Of we ons gelukkig mogen prijzen met 't vooruitzicht van een herrez.en Wehrmacht, waarschijn lijk onder het oude Pruisische kader, staat te bezien. 32. Sietske ontstak in toorn toen zij zag hoe haar jonge landgenoten zich over Jimmy vrolijk maak ten. „Schaam jullie", riep zy uit. „Dit is een vreemdeling, dit is een gast van ons, Friezen, en het geeft geen pas hem uit te lachen en te plagen, 't Is misschien wel iemand van Holland en tegen hen moet je altijd beleefd en voorkomend zijn. Scheer jullie weg en laat hem maar aan mij over". Zij had met zoveel overtuiging gesproken dat de jongelui beschaamd afdropen. „Sta op Jim my", zei ze „en laat eens zien wat er aan hapert. Heb je het koud of mankeert je iets anders". Toen wierp zij een blik op Jimmy's voeten.... en toen kon zij zelf een glimlach niet onderdrukken, want Jimmy had zijn schaatsen achterste voren en met de linkerschaats aan zijn rechtervoet aangebonden. soms is zo'n lang, slank been, één fractie van een moment, als een snel le, rappe vleugel, een vlerk van een menselijke vogel. In die momenten is er geen stof en geen mist en geen ver driet licht* WAAROM? Zo dansen jonge mensen op een vroege morgen in Amsterdam. En men zou zich kunnen afvragen; waar om dansen ze daar? Niet om geld, want wie rijk wil worden moet de dansstudio mijden. Niet om roem, want roem oogsten als danser of dan seres in dit land is zo zelzaam als de witte raven zeldzaam zyn. Ze dansen omdat ze waarschijnlijk niet anders kunnen. Omdat ze geban nen zijn in de dienst aan de wrede, harde, grimmige, verbeten, ondank bare, trouweloze muze die Terpsi chore heet. In haar dienst brengen ze hun offer: het offer van hun jeugd. Er waren altijd al zulke jonge vreemde hunkerende mensen, soms kinderen, en ze zijn er nóg. Zelfs op een aarde, die zich bezig houdt met atoomsplitsing en oorlogsvoorberei ding. Van eindeloze menselyke zorg en even eindeloos onmenselijk egoïs me. Mascha ter Weeme noemt haar leerlingen steeds: mijn kinderen. Wel, ik heb bewondering voor zoveel ener gie, zoveel vertrouwen in de kunst en zoveel moedeloze moed na zoveel teleurstelling bij deze kinderen. Voor zoveel geloof in de poëzie door jonge mensen op hun kinderkruistocht. Als U een fout maakt in 't verkeer, dan doet U paak ook an d'r en E jeeorf

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 3