Pionierswerk van Nederlands arts
JIMMY BROWN, sportheld no. 1
r
Onderzoek bij K.L.M. zal aan
universiteit in V.S. voltooid worden
STEMMEN
UIT DE PERS
PARACHUTISTEN ZOCHTEN HUN
WEG DOOR NEDERLAND
MASCHA TER WEEME EN HAAR
DANSENDE KINDEREN
Churchills
pleidooi
MAANDAG 20 MA ART 1950
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
De vermoeide mens I
(Van onze correspondent)
BOSTON, Maart Hoeveel patiënten in de wereld zullen dagelyks een
dokter opbellen met de stereotype mededeling: „Dokter, ik voel mij niet
goed ik denk dat ik koorts heb!"
Op deze informatie alleen is het voor de medicus uitermate moeilijk zyn
diagnose te stellen. Een van zyn eerste handelingen is dan ook naar zyn
thermometer te grypen. Naast de vele onderzoekmethoden, welke de medi
cus ter beschikking staan, neemt deze koortsthermometer wel een zeer
byzondere plaats in. Het is 'n instrument van hogebetrouwbaarheid, dat
op de eenvoudigste wijze kan worden gebruikt. Vele niet-medici gebruiken
dit nuttige instrument dan ook als een feilloos meetinstrument, waarop zjj
hun welzijn tot in fracties van graden kunnen aflezen. Dit is een belang
rijk principe. Men zou met enige overdrijving kunnen zeggen, dat hier de
wetenschap begint.
Wij zijn niet tevreden met mededelingen
als: „Ut geloof dat ik koorts heb", of:
„Het lijkt mij, dat dit een kilo appels
is", of: „Ik ben moe". Wij meten koorts
in graden wij wegen appels maar
wij weten niet hoe wij vermoeidheid moe
ten meten.
Een Nederlands medicus, dr. Willem S.
Frederib uit Utrecht, thans verbonden
aan de KIM., heeft pionierswerk ver
richt ten aanzien van het meten van ver
moeidheid. Sedert 1947, toen hy verbon
den werd aan onze luchtvaartmaatschap
pij als hoofd van de afdeling Medisch
Onderzoek (die weer ressorteert onder dr.
K. M. Slotboom's Medische Dienst van de
K.L.M.) heeft hy getracht een „thermo
meter" te vinden, waarmede de graad van
vermoeidheid bepaald kan worden.
Dit is geen eenvoudige materie. Vraag
u zelf maar eens af, na een dag hard
werken, hoe moe u wel bent. „Bek-af"
is vermoedeUjk de nauwkeurigste defini
tie, die ge kunt formuleren. Met mis
schien nog de toevoeging: „Ik ga met
een naar bed". Daarmee is nog geenszins
duidelijk uitgedrukt, hoe moe u %vel bent.
Bovendien hiermee kan de wetenschap
geen genoegen nemen. En de wetenschap
wil weten, waarom en hoe men moe
wordt: en hoe moe. Tevens is het van veel
belang te weten, wat de invloed van da
gelijks wederkerende vermoeidheid op de
gezondheid van de mens is en welke in
vloed vermoeidheid heeft op het werk
van de mens in zijn beroep.
Deze laatste vraag is bijzonder belang-
ryk voor hen, die verantwoordelyke be
roepen uitoefenen (buschauffeurs, pilo
ten en anderen), daar de mogelijkheid
niet uitgesloten is, dat overmatige ver
moeidheid een invloed zou kunnen heb
ben op ongelukken.
GEEN VERMOEIDE PILOTEN.
De werktyden van de piloot bijv. zijn
vastgesteld volgens de ervaring. Gemid
deld komt de werktyd neer op 80 tot 100
AVONTUUR IN DE MUIDER KERK.
Ds. J. J. Buskus schreef in „De Waag
schaal":
„De Evangelische Maatschappy had be
kend gemaakt, dat een ex-kloosterling zou
spreken over Rome en het Protestantisme.
Wanneer de Evangelische Maatschappij
uitsluitend bekend gemaakt had, dat de
heer Duynstee over dit onderwerp zou
spreken, had je zeker met een kogel door
de kerk kunnen schieten. Nu niet. Je
zoudt er het Amsterdamse Protestantisme
geweldig mee verzwakt hebben. De kerk
was stampvol. Vanwege dat „ex-klooster
ling". Dit woord had by velen een be
treurenswaardig verschynsel. dat de
Evangelische Maatschappij alleen met net
magnetische woord „ex-kloosterling" het
Amsterdamse Protestantisme er toe kan
brengen de Muiderkerk te vullen.
Die avond is het haar in elk geval ge
lukt: de Muiderkerk zat vol Protestants
bewustzijn en op de preekstoel stond een
„ex-kloosterling".
Zouden wü als Protestanten niet eens
ophouden een „ex-kloosterling" het land
te laten afreizen en met het woord „ex-
kloosterling" reclame te maken, om Rome
te bestrijden en het Protestantisme te
verdedigen? Heel mijn „Protestants be
wustzijn" komt tegen deze al te goed
kope taktiek in verzet. En ik ben er vast
van overtuigd, dat wij er het Protestantis
me geen dienst mee bewyzen.
Afgezien van deze ongelukkige rec'ame
had de avond in de Muiderkerk toch wel
een goede avond kunnen worden. Dat
werd hij echter zeer bepaald niet. En ik
schrijf dit artikel ook om mij zelf en mijn
mede-Protestanten te waarschuwen voor
de wijze, waarop de Evangelische Maat
schappy de stryd tegen Rome voert. Die
wijze acht ik gevaarlijk, levensgevaarlijk.
Niet voor Rome, maar voor 't Protestant
isme. Rome zal er geen last van hebben.
Maar wij worden er geestelijk door be
dorven.
Wanneer wy Rome afwyzen, moeten wy
het voor honderd procent serieus nemen.
Dan moeten wy niet stryden tegen Rome
op z'n slechtst en z'n oppervlakkigst, maar
tegen Rome op z'n best en z'n diepzin
nigst. Rome, dat ons zeer wel weet te
waarderen en dat op zyn wyze gelooft
God te dienen en Christus te vereren.
Rome was dien avond een volstrekt ge
heimloos, dat wil zeggen werelds ver
schynsel. En dan kan men aan het einde
alle aanwezigen opwekken, het „Protes-
tans bewustzyn" te versterken en een ge
loofsdam op te werpen tegen de verroom-
sing van Nederland, dan kan men wel
met veel pathos uitroepen: Nederland is
een Protestantse natie en moet dat bly-
ven, wat geeft het en wat helpt het, in
dien men niet eerst duidelijk maakt, wat
men met die woox-den bedoelt en zichzelf
de vraag stelt, of deze woorden wel met
bijbelse inhoud gevuld kunnen worden.
Aan het einde zongen wy natuuriyk en
staande het Lutherlied. De vyand zal als
kaf verdwijnen, maar dat doet hy vast
niet door zulke avonden. En satan moet
beven. Maar dat doet hij in geen geval
vanwege de actie der Evangelische Maat
schappy. En het graf voor „vrouw en
kinderen" behoeft hy met het oog op dit
Protestantisme heus niet te graven, want
wij hebben zelf dit graf voor ons Protes
tantisme op deze manier al lang gegra-
vlieguren per maand. Nooit is in het ver
leden gebleken, dat deze werktijden te
lang of te zwaar zyn, of dat in de bur
gerluchtvaart een ongeluk te wyten was
aan oververmoeidheid van het vliegend
personeel.
Maar weten, hoe dit alles precies in elk
aar zit is een andere kwestie. Het werk
van de vlieger is gecompliceerd. En hoe
dit werk over tien jaar zal zyn, kan men
slechts gissen. Fundamenteel onderzoek
over het werk van de vlieger in verband
met de vermoeidheid, de invloed van lan
ge en korte trajecten, verschillende vlieg
tuigtypen; weercondi ties enz. dient te ge
schieden ter verhoging van de veiligheid,
omdat onbekende factoren in de lucht
vaart niet welkom zyn.
Dit was niet alleen het oordeel van de
K.L.M., die dr. Frederik als eerste lucht-
vaartphysioloog in vaste dienst van een
burgerluchtvaartmaatschappy, in de ge
legenheid stelde met dit baanbrekende
werk een begin te maken het was al
evenzeer het oordeel van de internationale
luchtvaartwereld, die reeds jaren streeft
om tot internationale standaardisering van
de arbeidstyden voor vliegend personeel
te komen.
Ook de wetenschappelyke wereld ge
tuigde van haar interesse voor dit Neder
landse werk.
Amerika's beroemdste Universiteit, Har-
De moderne wetenschap is in
staat allerlei verschynselen in een
heden uit te drukken. Maar met
de vermoeidheid van de mens was
dit nog nooit gelukt.
Thans werkt aan dit probleem
dr. W. S. Frederik uit Utrecht aan
de Harvard-universiteit in Ameri
ka, waar prof. dr. Ross A .Mc Far-
land de menselyke factoren in de
luchtvaart bestudeert. Samen ho
pen zij spoedig tot resultaten te
komen, die het de internationale
luchtvaart mogelyk zullen maken
een internationale regeling voor de
arbeidsuren van het vliegend per
soneel op te stellen.
Onze correspondent in Amerika,
Robert Kiek, schreef over deze ar
beid een drietal artikelen, waar-
van wy hier het eerste publiceren
vard, waaraan prof. dr. Ross A.Mc. Far-
land is verbonden, die de auteur is van
„het" standaardwerk op het gebied van
de menselijke factoren in de luchtvaart,
vernam met blydschap van het werk, dat
dr. Frederik in alle stilte in de laboratoria
van Schiphol en in de cockpits van de
K.L.M.-vloot had verricht. Het lag in de
kaart, dat men deze beide experts byeen
moest brengen om gezamenlijk hun stu
dies voor te zetten. De IA.TA. (de Inter
nationale orgapisatie van de burgerlucht-
vaartmaatschapyen) kondigde aan, de re
sultaten van dit onderzoek als de grond
slag te zullen beschouwen voor de toe
komstige internationale regeling voor de
arbeidsuren van vliegend personeel.
Dus vertrok dr. Frederik eind verleden
jaar met volledige steun van de K.L.M.
naar Harvard Universiteit, vlak by Bos
ton, waar rfij zijn werkzaamheden in hoog
tempo heeft voortgezet in nauwe samen
werking met professor Mc. Farland. Zij
hopen nog dit jaar practische resultaten
van hun onderzoek te kunnen rapporte
ren. Reeds kwamen zij tot een voorlopige
maatstaf, waarmee zy vermoeidheidsfac
toren konden meten.
Het fascinerende relaas van jaren wer
ken alvorens dit stadium kon worden
bereikt, gaat hieraan vooraf. Hierover in
een tweede artikel nader.
(Nadruk verboden).
Dit plaatje werd genomen te Harns. Heeft U nog nooit van het stadje ge
hoord? Maar dan toch wel van Harlingen, zoals wy, Hollanders, het noe
men. Wanneer U door dit stadje, aan de N.W. kust van Friesland wandelt,
en U ziet 'n inwoner met een juk op de schouders over de rustieke ophaal
brug lopen, met op de achtergrond 'n rytje oude gevels, dan zoudt U niet
vermoeden dat die Harlingenaren, of Harnsers, zo'n levendige handel dry
ven op Engeland en de Oostzeelanden.
Prof. dr. Ross van de Harvard-universiteit (links) en een van zyn medewer
kers. Zij leggen zich toe op de studie van de vermoeidheidsverschijnselen.
Bij de Amsterdamse politie
vonden zij de koffie bruin.
Automibilisten, die Vrijdag bij het
gloren van de dag langs de hoofdwe
gen tussen Amersfoort, Arnhem en
Utrecht reden, zullen met verbazing
kleine groepjes militairen, die een
stopteken gaven, in het licht van hun
koplampen hebben zien opdoemen.
„Wij zijn parachutisten, mogen wij
met u meerijden?" en als dan 't „stap
maar in", had geklonken, begon de
reis.
Eigenlijk was die reis al begonnen
om precies 12 uur in de nacht toen
een compagnie pioniers, gelegerd in de
omgeving van Soesterberg, uit de
eerste slaap werd gerukt. „Aankle
den, regenjassen mee" was de order
en kort daarna drong het tot de
slaapdronken soldaten door, dat het
warme bed voorlopig verlaten zou
blijven staan.
De opdracht, die deze pioniers kre
gen, luidde: „Zonder een cent, zonder
kompas en zonder kaarten van een on
bekend punt uit zo snel mogelijk naar
een ander nauwkeurig bepaald punt
gaan, waarbij gebruik gemaakt mag
worden van alle middelen, alsof het
oorlog is, zoals parachutisten die ach
ter de vijandelijke linies zijn neergela
ten".
NIET STELEN.
Dat „gebruik maken van alle midde
len" heeft echter één resrictie. „Er
mogen geen auto's gestolen worden"
zei de commandant nadrukkelijk. Bij
een soortgelijke oefening, eerder ge
houden hadden twee „pientere" solda
ten namelijk kans gezien een grote au
tobus te „veroveren" en daarmede
hadden zij prins heerlijk en in re
cordtijd hun opdracht vervuld.
Een groepje van vier aspirant-on
derofficieren, die Vrijdagmorgen op 't
hoofdbureau van politie te Amsterdam
Antillen willen Nederlandse
delegatie.
In een vergadering van de Staten
van de Nederlandse Antillen, die Vrij
dag gehouden is, werd een voorstel
van de heer Dussenbroek aan
vaard, dat beoogt de regering te ver
zoeken een delegatie naar Curacao te
zenden.
arriveerden, waar.zij bij wijze van
contröle een stempel moesten halen,
had een voorspoedige reis gehad. Zij
waren met een geblindeerde auto
naar een weiland gebracht ergens in
de buurt van Leersum.
Volkomen onbekend met de
plaats waar zij waren, hadden zij
eerst maar op goed geluk een half uur
lang een landweg gevolgd. Plotseling
zagen zij licht, het bleek een stal bij
een boerderij te zijn, waar juist een
koe moest kalveren. De boer lichtte de
„dwalers" in en toen zij wisten, dat zij
dicht bij de Rijksweg naar Utrecht
waren, lokte het geurige hooi en werd
de onderbroken slaap tot zonsopgang
voortgezet. Hun opdrachtluidde: ga
via Amsterdam, Edam en Hoorn, naar
Medemblik. In genoemde plaatsen
moesten bij de politie contrölestempels
worden verzameld. De adjudanten, die
deze soldaten op het hoofdbureau in
Amsterdam ontvingen, waren de
kwaadsten niet. De koffie was bruin
en een dubbeltje voor de tram, om
aan de overkant van het Y te komen,
kon er altijd wel af.
Trainingsmorgen van het Ballet der Lage Landen.
Nat, klam en kil lag Amsterdam onder de mist, die morgen. De mensen
in de straten hadden haast, keken boosaardig en gingen zichtbaar gebukt
onder hun privé-zorgen. De trams huilden hartverscheurend in de bocht.
Het was nog heel vroeg in de morgen, en de stad lag er naakt en afstotend
by. Ergens in de Jacob Obrechtstraat wees een timmermansleerling me de
weg.
„Deze poort in, voorbij die tennisbaan en dan aan je rechterhand. Daar
dansen ze."
Ja, daar dansten ze. „Ze" van het Ballet der Lage Landen, de groep van
Mascba ter Weeme. In dat vroege ochtenduur waren ze, als zovele morgens,
hun dagelijks gevecht met de zwaartekracht begonnen. „Het Ballet". Dat
klinkt, zo'n woord. Dat roept herinneringen op aan Pavlova en de Keizer
lijke Russische Balletten. Aan la Argentina, Sadler Well's Ballet en de Bal
letten van Monte Carlo. Aan roem en grootheid; aan licht, applaus en
schijnwerpers, en aan een-uiterste, haast onaardse lichtheid van het mense
lijk lichaam.
De studio lag er grondeloos en
triest bij. Door de bestofte ruiten
droop een winterig morgenlicht traag
naar binnen. Iedere hoek van de stu
dio was vol donkerte en schaduw. Er
was geen verwarming daar. En dus
was het evenzeer winter buiten de
studio als er binnen. Nee, daar was
niets Keizerlijks aan die studio en
niets van Pavlova aan hen, die er
oefenden. Het was daar alleen maar
zeer aards; en zeer koud; en zeer kil.
Alles was proza, niets poëzie. Een
harde, stroeve, gure wereld. Met het
klimaat van een provinciale rechts
zaal en niet niets van een kweek
plaats voor balletkunst.
Mascha ter Weeme stond bij de
grimmig-zwarte piano, waarop een
zonderling, timide, oudachtig dametje
speelde; Chopin, Debussy, brokken
uit het Sylvia-ballet. Mascha ter
Weeme zag het aan en gaf instruc
ties. Dat gebeurde op een zingende
manier, tegelijk met de melodie van
d.e piano
Kinderen, niet zulke dode han
denStrekt die handenvoor
uit die borstkasspant de buik
spierenlos die voet daarlos
los!!!strekt de knieën
laat die heup op de plaats... strekt
de voeten......! Dat gaat zo door, en
kele uren lang. Half in 't Hollands,
half in het Frans. En de kinderen,
die jonge vrouwen en jonge mannen,
dansen. En al dansend komt, zelfs op
zo'n vergrijsde wintermorgen, het
bloed in al die lichamen los en op
temperatuur. Iedere hand, iedere arm,
iedere voet en ieder been komt los
ser, losser.
MASCHA EN DE SPIEGEL
Dat alles was zeer vreemd, zeer
wonderlijk, die morgen daar in het
hart van Amsterdam. Buiten was de
mensheid aan het werk. De schoen
maker maakte schoenen, de melkboer
bracht z'n melk rond. De tramcon-
teur verkocht kaartjes. Marktkoop
lieden schreeuwden hun waar aan.
Alle winkels waren open en alle
mensen waren bezig elkaar iets te
verkopen in die harde, mistige, pro
zaïsche wereld van Amsterdam op
wintermorgen.
Behalve in die kleine studio op
'de binnenplaats. Tussen vier muren
dansten jonge mensen en een grote
spiegel aan één der muren weerkaat
ste elke te trage, elke onjuiste, elke
niet technisch verzorgde beweging
bitter en meedogenloos. En meedo
genloos als die spiegel zag Mascha
ter Weeme dat.
Vreemde mensen in de vroege mor
gen. In slechtverzorgde tricots, op
oude schoentjes, met slordig opgebon
den haren. Transpirerend van inspan
ning na een half uur. Licht hijgend
na iedere dans, even leunend tegen
de witte muren. Maar Mascha ter
Weeme heeft geen tijd voor rust. Er
moet geoefend worden, en ze g
door. Steeds op de wijs van de pia
no haar half gezongen instructies
gevend, met die donkere, hese, nau
welijks verstaanbare stem.
Stof dwarrelt door de grijze ruimte.
En de doordringende geur van het
hars, waarmee de dansers hun schoe
nen inwrijven, vult de studio. Zo dan
sen de leden van het Ballet der Lage
Landen in de morgen. Ergens in Am
sterdam-Zuid. In een kleine, kale stu
dio. En daar wordt dan ballet gebo
ren. Een Sylvia-ballet. Een Midsum-
mernightsdream. Faust.
Het zijn bijna nog kinderen. Er is
een jongen, heel jong en heel blond,
die niets ziet en zonder contact met
de anderen danst. Een kind. Hij kijkt
veel te ernstig voor zijn leeftijd en 't
is alsof hij dromend, in trance, daar
te dansen staat. Een donker meisje,
met een prachtig figuur, wordt zicht
baar vermoeid, maar elke keer als
ik denk. dat ze wel ergens zal gaan
zitten, danst ze haar haar arabesken,
balancementen en attitudes verder.
HARD EN SCHERP
Mascha ter Weeme haalt er alles
uit die morgen. En deze morgen is ge
lijk aan alle andere morgens. Ik vind
blik van deze vrouw hard en
scherp.
Onmenselijk hard en onmense
lijk scherp, als ik naar die twee kin
deren kijk: die droomverloren blonde
jongen en dat donkere meisje. Soms
is er ineens een opvallend figuur. Dan
schiet zo'n lichaam weg in een snelle
golvende beweging. Even is daar dan
een seconde poëzie der beweging. En
Het Wereldgebeuren
Winston Churchill mag dan op 't
ogenblik een gewoon Brits burger
zijn zonder regeringsverantwoorde
lijkheid. in het dagelijks leven een bij
wijlen enghartig partijpoliticus, een
door de wol geverfde conservatief tot
in de vingertoppen, de staatsman van
grootser allure verloochent zich niet.
Van tijd tot tijd weet de conserva
tieve leider zich op te heffen uit de
parlementaire sleur van Labour-be-
strijding om een rede te houden in
grote stijl en onverhoeds een probleem
aan te snijden, dat de pennen in be
weging brengt.
Het debat van Donderdag in het
Lagerhuis over de Britse defensie zou
vrij kleurloos verlopen zijn indien niet
Churchill halverwege zyn rede alle
oren extra deed spitsen door de her
bewapening van Duitsland ter sprake
te brengen.
En wel op zeer onomwonden wijze.
Zyn zinnen vormden duidelijk een
pleidooi voor opneming van Duitsland
in het Atlantisch Pact en voor de
vorming van een nieuwe Westduitse
strijdmacht, die ingeschakeld kan
worden in het West-Europese mili
taire apparaat. De woorden van Chur
chill moeten de Duitse officieren op
non-actief als muziek in de oren ge
klonken hebben.
Het antwoord van Attlee zal nie
mand in het Lagerhuis bijster bevre
digd hebben; daarvoor was het te
mat en te droog. De premier zei al
leen, dat hy het uiterst onverant
woordelijk en onverstandig achtte,
dat Churchill plotseling een dergelijk
moeilijk probleem ter berde had ge
bracht en dat het wel een heel won
derlijke manier was om de eenheid
van West-Europa op te bouwen.
Onvoorbereid als hij was kon van
Attlee nauwelijks een briljanter en ge
detailleerder tegenbetoóg verwacht
worden.
Het regeringshoofd moet zijn woor
den zorgvuldiger wikken en wegen dan
een leider van de oppositie zonder
verantwoordelijkheid, die naar harte
lust zijn stokpaardjes kan berijden.
Bovendien was Attlee waarschijnlijk
geïrriteerd, dat zijn tegenstander een
zo ongelegen moment had uitgekozen
om met zijn voorstel te komen. De
herbewapening van Duitsland is een
delicate zaak, die bij stilzwijgende
overeenkomst voorlopig alleen bin
nenkamers besproken wordt.
Eind vorig jaar waren enkele Ame
rikaanse militairen en senatoren zo
onverstandig openlijk voor een nieuw
Duits leger te pleiten. De deining,
die daardoor vooral in Frankrijk werd
verwekt, was zo groot, dat zowel
Schuman als Bevin en Acheson zich
genoodzaakt zagen de zaak in de
doofpot te stoppen met de verklaring
dat vooralsnog de herbewapening van
Westduitsland geen actuele kwestie
was. De publieke opinie bleek nog
niet rijn te zijn. De verhitte discus
sies in de pers verstomden langzamer
hand, hoewel daarvan kan men
zeker zijn in militaire kringen de
ministeriële geruststellingen niet zo
veel indruk maakten. Daar wordt ge
wacht op een kentering in de publieke
opinie.
Churchill heeft Donderdag de rust
verstoord en opnieuw de knuppel in
het hoenderhok geworpen. Weer kan
er een pennestrijd beginnen over de
vraag of de Rijn of de Elbe de mili
taire grens moet worden van de At
lantische Unie. Vijf jaar lang is oor
log gevoerd om het Duitse militaire
apparaat te vernietigen. En een van
dé mannen, die daarbij de leiding had.
acht het thans vijf jaar later
noodzakelijk om dat apparaat gedeel
telijk te herstellen.
Churchill heeft de gave vooruit te
kunnen lopen op de gebeurtenissen.
Zijn bekende Fulton-rede in 1915
vond in het begin nergens veel weer
klank. maar de denkbeelden, die hij
daarin ontvouwde, werden vier ;iaar
later ir. het Atlantisch Pact verwezen
lijkt. Te vrezen valt. dat zijn voorstel
van Donderdag ook binnen enkele ia-
ren werkelijkheid zal worden. te
genstand tegen herbewapening van
Duitsland neemt onmiskenbaar af.
zelfs in Frankrijk. Of we ons gelukkig
mogen prijzen met 't vooruitzicht van
een herrez.en Wehrmacht, waarschijn
lijk onder het oude Pruisische kader,
staat te bezien.
32. Sietske ontstak in toorn toen zij zag hoe haar
jonge landgenoten zich over Jimmy vrolijk maak
ten. „Schaam jullie", riep zy uit. „Dit is een
vreemdeling, dit is een gast van ons, Friezen, en
het geeft geen pas hem uit te lachen en te plagen,
't Is misschien wel iemand van Holland en tegen
hen moet je altijd beleefd en voorkomend zijn.
Scheer jullie weg en laat hem maar aan mij over".
Zij had met zoveel overtuiging gesproken
dat de jongelui beschaamd afdropen. „Sta op Jim
my", zei ze „en laat eens zien wat er aan hapert.
Heb je het koud of mankeert je iets anders". Toen
wierp zij een blik op Jimmy's voeten.... en toen
kon zij zelf een glimlach niet onderdrukken, want
Jimmy had zijn schaatsen achterste voren en met
de linkerschaats aan zijn rechtervoet aangebonden.
soms is zo'n lang, slank been, één
fractie van een moment, als een snel
le, rappe vleugel, een vlerk van een
menselijke vogel. In die momenten is
er geen stof en geen mist en geen ver
driet licht*
WAAROM?
Zo dansen jonge mensen op een
vroege morgen in Amsterdam. En
men zou zich kunnen afvragen; waar
om dansen ze daar? Niet om geld,
want wie rijk wil worden moet de
dansstudio mijden. Niet om roem,
want roem oogsten als danser of dan
seres in dit land is zo zelzaam als de
witte raven zeldzaam zyn.
Ze dansen omdat ze waarschijnlijk
niet anders kunnen. Omdat ze geban
nen zijn in de dienst aan de wrede,
harde, grimmige, verbeten, ondank
bare, trouweloze muze die Terpsi
chore heet. In haar dienst brengen
ze hun offer: het offer van hun
jeugd.
Er waren altijd al zulke jonge
vreemde hunkerende mensen, soms
kinderen, en ze zijn er nóg. Zelfs op
een aarde, die zich bezig houdt met
atoomsplitsing en oorlogsvoorberei
ding. Van eindeloze menselyke zorg
en even eindeloos onmenselijk egoïs
me.
Mascha ter Weeme noemt haar
leerlingen steeds: mijn kinderen. Wel,
ik heb bewondering voor zoveel ener
gie, zoveel vertrouwen in de kunst
en zoveel moedeloze moed na zoveel
teleurstelling bij deze kinderen. Voor
zoveel geloof in de poëzie door jonge
mensen op hun kinderkruistocht.
Als U een fout maakt in 't verkeer,
dan doet U paak ook an d'r en
E jeeorf