Wapenstilstand tussen Churchill
en premier Attlee
Oppositie zou Labour-regering in het
landsbelang zoveel mogelijk steunen
DE FRANSE MILITAIRE ACTIE
IN ZEELAND MISLUKTE
De lessen van Mei 1940
Ongehoorzaam
LETTY'S moeilijke*
KEUZE
WIE BEGRIJPT DE WET OP
DE OORLOGSSCHADE
WOENSDAG 1 MAART 1950
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
Gevaar schuilt in de staal-natlonallsatie.
(Telefonisch van onze Londense correspondent)
Na een weekend van wilde speculaties omtrent het aantal maanden
en zelfs weken, dat Attlee's nieuwe Labour-regering zich met de hui
dige minieme meerderheid van zetels zou kunnen handhaven, zag het er
Maandag naar uit, dat er geen nieuwe verkiezingen zullen worden ge
houden voor de herfst» Naar verluidt hebben Churchill en Atlee onaf
hankelijk van elkaar besloten, dat het in het landsbelang is om alles in
het werk te stellen, een vroege verkiezing in Mei of Juni te vermijden.
Beiden zullen morgen hun redenen daartoe aan bun partijbestuur uit
eenzetten en tevens zo spoedig mogelijk hun nieuwe parlementaire frac
ties hierover inlichten. Een bijeenkomst van de Parlementaire Labour-
fractie, waarbij ook leden van de Labour Executieve tegenwoordig zul
len zijn, is reeds vastgesteld op hedenmorgen.
Er is geen enkel contact geweest
tussen Attlee en Churchill, maar bei
den zijn van oordeel, dat er in het drin
gende landsbelang een redelijke tus
senpoos moot zijn, voordat men de na
tie weer in een nieuwe verkiezings
campagne stort.
Attlee's zware taak wordt er niet
gemakkelijker op. wanneer hij Woens
dag zijn uiterste linkervleugel ervan
zal moeten overtuigen, dat Labour de
eerste tijd niets zal moeten doen, dat
deze nieuwe voorlopige „medewerking
in het landsbelang" der oppositie zal
bemoeilijken.
Naar wij uit welingelichte politieke
bron vernemen, zal Churchill van zijn
kant zijn pari. fractie ervan trachten
te overtuigen, dat zij voorlopig zoda
nig haar coöperatie moet verlenen, dat
de regering althans de eerste maan
den haar noodzakelijke werkzaamhe
den zal kunnen verrichten, al zou dit
dan hoofdzakelijk op internationaal
gebied zijn en er in Engeland zelf een
politiek luchtledig zijn. Het is overdui
delijk dat er ook van een eventuele
latere coalitie geen sprake zal zijn.
evenmin als dit nu het geval zal wor
den. Er is echter een gemeenschappe
lijk terrein, waarop de Conservatie
ven voorlopig met Labour kunnen sa
menwerken. De oppositie zal naar
verluidt de regering bijv. in zoverre
steunen in het oplossen van de eco
nomische crisis, dat het vertrouwen
van het buitenland in Engelands's sta
biliteit herstel zal worden. Voorts
zouden de Tories vooreerst niet trach
ten het nationale gezondheidsplan te
kortwieken.
TOCH EEN GEVAAR.
Het enige onmiddellijke gevaar,
dat deze wapenstilstand in een rege
ringscrisis zou kunnen omzetten, is
de kwestie van het wetsontwerp der
staal-nationalisatie, dat reeds door
het Lagerhuis is aangenomen en na
een jaar opgehouden te zijn in het
House of Lords, op 1 October van
kracht zou worden. De 8 Liberale La
gerhuisleden zowel als de Conserva
tieven zijn heftig gekant tegen de
staal-nationalisatie. De kans bestaat,
dat zij zullen eisen, dat Labour deze
nationalisatie voor onbeperkte tijd uit
stelt of geheel te niet doet. Indien het
kabinet dit zou weigeren, zou de op
positie een regerings» isis kunnen for
ceren en zou de volgende verkiezing
dan uitgevochten worden op het voor
en tegen van de staal-natlonallsatie.
Inmiddels zal het Lagerhuis zich tot
Pasen bezig houden met de voorberei
dingen voor de nationale begroting,
die onmiddellijk na Pasen door de
minister van Financiën geïntrodu
ceerd zal worden.
Cripps zal ongetwijfeld weer de
portefeuille van Financiën toegewe
zen krijgen, daar verwacht wordt, dat
wanneer Attlee Woensdag of Donder
dag de samenstelling van zijn nieuwe
kabinet zal aankondigen, er maar
weinig verandering in zal zijn en hij
zijn „grote drie" zal handhaven. Dit
zijn Sir Stafford Cripps voor Finan
ciën, Herbert Morrison als Lord Pre
sident of the Council (vice-voorzitter
van de Ministerraad) en leider van
het Lagerhuis, en Ernest Be vin als
minister van Buitenlandse Zaken.
Eén van Attlee's grote zorgen is,
een werkprogramma samen te stellen,
dat door ztfn gehele partij geaccepteerd
zal worden, want Labour's linkervleu
gel zal waarschijnlijk in opstand ko
men, wanneer Attlee ook maar enige
voorstellen tot matiging van het pro
gramma zal doen, teneinde de coöpe
ratie der oppositie te bevorderen.
Gezondsheidsminister Aneurin Be-
van, wiens mysterieuze afwezigheid
tijdens de vergadering van de Minis
terraad op Zaterdag jl. hoewel hij
reeds vanuit Wales te Londen terug
gekeerd was sterk de aandacht heeft
getrokken, is naar men algemeen ver
moedt, een der leidende figuren van
deze Labour rebellen". Het is daar
om waarschijnlijk, dat de eerste moei
lijkheden, waarmede Attlee gecon
fronteerd zal worden wanneer Woens
dag de parlementaire Labóur-fractie
bijeenkomt, van deze linkervleugel
zullen komen.
Attlee's volgende uiterst delicate
taak zal zijn om de inhoud te bepa
len van de Koninklijke Rede van a.s.
Maandag, waarmede het Lagerhuis ge
opend zal worden. Naar verwacht
wordt, zal tijdens het debat, dat na
het uitspreken van deze rede zal vol
gen. door Attlee een verklaring afge
legd worden, dat de enige nederlagen,
die zijn regering kan erkennen als re
den tot aftreden, moties van vertrou
wen en „andere belangrijke onderwer
pen". waarbij de regering verslagen
zou worden zullen zijn. Het is vrij
wel zeker, dat de oppositie een gede
tailleerde omschrijving zal eisen van
deze andere belangrijke onderwerpen.
Ondanks het feit dat de Conserva
tieven beseffen, dat het nutteloos zou
zijn om vroege verkiezingen te force
ren daar de uitslag waarschijnlijk
vrijwel dezelfde zou zijn is het
niet onmogelijk, dat men volgende
week reeds aan het begin van een re
geringscrisis staat indien er een amen
dement ingediend zou worden op de
Koninklijke rede, waarin betreurd zou
worden, dat de regering geen melding
maakt van het onbeperkte uitstel van
het wetsontwerp op üe staalnationali-
satie of van het weder openen van de
Liverpool katoenmarkt.
Daartegenover staat echter, dat in
dien zij de regering vrijwel onmiddel
lijk wegens de staal-nationalisatie ten
val zouden brengen, de Conservatie
ven dan zelf geconfronteerd zouden
worden met het ontwerpen der nieu
we begroting. Veel meer zou het in
hun voordeel liggen Labour die onpo
pulaire taak te doen uitvoeren en
Cripps' ongetwijfeld scherpe sober
heids-begroting daarna als wapen te
gebruiken, om de middenstanders te
winnen tijdens de najaarsverkiezings
campagne.
(Nadruk verboden).
GEWIJZIGDE POLITIEKE VERHOUDING IN ENGELAND
Esa» L*bou«
UI11! consenvaw
fZZJ u»ce«u.
ovEBia
i i niet sckcmo
2j5£L
Deze kaart geeft een overzicht van de politieke verschuivingen, zoals die
volgens de uitslag van de jongste verkiezingen hebben plaats gevonden in
Groot-Brittannië. Belangrijke wijzigingen traden op In Wales en Midden-
Engeland.
Voor de Vereniging ter beoefening van de krijgswetenschap heeft gen.
maj. b. d. V. E. Nierstrasz te Eindhoven gesproken over de opmars van het
Franse zevende leger naar Noord-Brabant en Zeeland In de Meidagen
van 1940. De heer Nierstrasz was in die dagen chef operaties by de staf van
het Nederlandse veldleger.
Spreker wees er op, dat de neutraliteitspolitiek van Nederland en België
voor 1940 een belemmering vormde voor het opmaken van een gezamenlijk
defensieplan.
De Fransen en Engelsen achtten het van groot belang, dat Zeeland als
vleugel-aanleuning van de Belgische Delle-stelling (Antwerpen-Namen)
niet in Duitse handen zou vallen en dat een aansluitend bruggehoofd lopen
de van de vesting Holland over Antwerpen naar Namen de kust zou be
schermen.
Het zevende Franse leger bevond
zich bij Duinkerken en Calais.
Het was samengesteld uit een ge
mechaniseerde divisie, twee gemoto
riseerde divisies en drie gewone divi
sies. Een onder bevel van de admiraal
Du Nord te Duinkerken zich bevin
dende divisie moest de kust bij Bres-
kens bezetten en verder een detache
ment naar Walcheren en Zuid Beve
land zenden. Op 10 Mei om 10 uur
overschreden de eerste onderdelen
van het 7de leger de Frans-Belgische
grens. Snelle afdelingen bereikten Til
burg. Breda en Steenbergen.
DOORBRAAK
De doorbraak der Duitse pantserdi
visies over MaastrichtTongeren, was
oorzaak dat het gros van het 7de le
ger West van Antwerpen werd aan
gehouden.
Op 12, 13 en 14 Mei rukten de Duit
se 9de pantserdivisie en een S.S-di-
visie over Loon op Zand en Tilburg
op. Verbinding werd gemaakt met de
parachutisten te Moerdijk. Breda werd
uit O. en Z.-richting aangevallen
waarna de 9de pantser-divisie geheel
naai- Rotterdam, de S.S. divisie naar
Zuid Beveland en Antwerpen oprukte.
Als gevolg daarvan moest het 7de
leger tussen 12 en 14 Mei terugtrek
ken op Antwerpen.
NIEUWE HULP
Op 10 Mei werd een detachement,
bestaande uit een regiment infanterie,
een afdeling artillerie enz. van de 68e
divisie uit Duinkerken gedeeltelijk
over land, gedeeltelijk over zee (met
5 vrachtschepen) onder beveiliging
van Franse en Engelse marine naar
Walcheren gezonden. Ondanks hevige
luchtaanvallen was het detachement
op 11 Mei over. Het bleef echter in
Walcheren en West Zuid Beveland
hetgeen in strijd was met de opdracht,
zich aan het kanaal door Zuid-Beve
land ter verdediging in te richten.
Toen de toestand in Noord Brabant
ernstig werd, werd een tweede deta
chement naar Zuid Beveland vervoerd,
waar het stelling nam achter het Zuid
Bevelandskanaal, terwijl voor dit ka
naal het Nederlandse 40e regiment
infanterie zich bevond in de Zand
dijkstelling die door inundaties was
gedekt.
Men zou zeggen, zo zei spr.. dat met
al deze stellingen en de Bathstelling
in de hals van Zuid Beveland de Duit
sers een harde noot te kraken zouden
hebben, doch het zou anders lopen.
Op 14 Mei werd de Bathstelling ont
ruimd, vóór het tot ernstige strijd was
gekomen.
Op 15 Mei viel de Zanddijkstelling,
op 16 Mei drongen de Duitsers over
het kanaal, waarna zij doorstootten
naar de Sloedam, met het gevolg, dat
twee Nederlandse bataljons, ongeveer
twee k drie Franse bataljons en Fran
se artillerie werden afgesneden en
krijgsgevangenen werden. Op 17 Mei
viél de Sloedam en met grote moeite
is men er in geslaagd, een deel der
Franse troepen te evacueren.
Sedert 16 Mei was generaal Deslau-
rens, de commandant van de 60e divi
sie persoonlijk met het bevel belast
onder hogere leiding van schout bij
nacht Platon.
IN VLISSINGEN
Schout bij nacht Platon leidde op de
kade te Vlissingen met grote kalmte
de evacuatie. Generaal Deslaurens
dekte persoonlijk met een handjevol
mannen de evacuatie en sneuvelde,
met de karabijn in de hand.
Aldus eindigde deze expeditie, waar
bij 5 van de 6 bataljons en een afde
ling artillerie gevangen geraakten en
al het materieel verloren ging.
Ongeveer 200 300 Fransen waren
gesneuveld.
TOT NIETS GELEID.
Deze geïmproviseerde steunverlening
in Zeeland, waarbij de Fransen de lei
ding in handen namen, heeft, zo zei
generaal Nierstrasz, tot niets geleid.
Als een van de oorzaken dezer mis
lukking noemde spr. het Duitse over
wicht in de lucht. Spr. betoogde ver
der dat ons volk hoe het ook denken
mag over de merites van het Franse
operatieplan. toch nooit vergeten mag,
dat Frans bloed op Nederlandse bo
dem is vergoten voor een zaak, die
ook de onze was. Als een blijvende
herinnering aan de gevallen Fransen
zal er te Kapelle op Zuid Beveland
door het „Comité des Pays Bas" van
„Le Souvenir Francais" een waardig
gedenkteken worden opgericht.
Het Wereldgebeuren
Terwjjl Amerika een hevige koudo-
periode doormaakt, industrie, spoor
wegen en particulieren bijna op do
bodem van de kolenkist z^n aangeland
in New York rantsoenering van do
steenkolen is ingevoerd cn allerlei
maatregelen tot kolenbesparing zijn
ingesteld, moest de United Minewor-
kers, de vakbond der mijnwerkers,
zich deze Maandag verantwoorden
voor het Federale Hof, omdat zijn
leden de order van 11 Februari, om
het werk te hervatten niet hebben op
gevolgd.
De beschuldiging van „contempt
(geringschatting van het Hof, dat
is dus „ongehoorzaamheid") was do-
ze keer niet gericht tot John L
Lewis, de voorzitter van de U.M.W
omdat deze inderdaad tot twee keer
toe de 370.000 stakende mijnwerker
had bevolen naar de mijnen terug te
keren en het werk te hervatten.
Worden de mijnwerkers schuldig be
vonden, dan lopen zij de kans een
boete te krijgen. Twee jaar geleder.,
in een soortgelijk geval, kregen Lewis
en de bond samen 1.420.000 dollar
boete te betalen, waarvan de bond het
leeuwenaandeel
Er zijn tweeërlei opvattingen in
Amerika over de rol van Lewis in de
huidige staking en de houding jegens
de overheid. Sommigen menen, dat 't
Lewis inderdaad ernst was toen hii
de mijnwerkers beval naar de mijnen
terug te keren. Formeel neemt het
Federale Hof dit ook aan, weshalve
hij niet van „contempt of court" is
beschuldigd. Dit zou dus inhouden,
dat Lewis zijn volgelingen niet meer
in de hand zou hebben.
Anderen menen echter, dat Lewis'
order slechts een doekje voor het
bloeden was om formeel gedekt te
zijn.
Lewis heeft in het verleden eens
z\jn strategie als volgt omschreven:
„We houden de vitale delen van onze
samenleving in onze handen. Ik kan
net zo lang knijpen, draaien en trek
ken tot we de onvermijdelijke over
winning behalen. Wanneer we ook
staken, we hebben altijd de tijd aan
onze kant, want steenkool is de
grondpeiler van onze economie."
Inderdaad heeft de onrust in de
kolenmijn-industrie, die al van Juli
af vorig jaar bestaat, tot een natio
nale noodtoestand geleid. Want de
stagnatie in de kolenproductie be
dreigt niet alleen de spoorwegen en
de particulieren door gebrek aan
brandstof, doch tevens tal van indu
strieën, vooral de staalindustrie, die
zachte steenkool gebruiken. Tiendui
zenden arbeiders zijn daardoor al
werkloos geworden.
De hardnekkige weigering van de
mijnwerkers om het werk te hervat
ten zonder nieuw collectief arbeids
contract is ongetwijfeld geïnspireerd
door de gedachte dat zij per saldo de
macht in handen hebben en de natie
tot aanvaarding van hun eisen kun
nen dwingen. Wat zij daarbij uit het
oog verliezen is, dat de kolenindu-
strie niet meer de enige „grondpeiler
van de economie" is en hard op weg
is, tot een peiler van de tweede of
nog veel lagere rang te worden.
De productie van zachte steenkool
is van 600 millioen ton in 1948 ver
minderd tot 428 millioen ton in '49.
De onzekerheid ten aanzien van de
steenkolen tengevolge van hoge lo
nen en sociale voorzieningen, hebben
er in toenemende mate toe geleid, dat
de verbruikers naar andere brandstof
fen zijn gaan omzien, zoals gas en
olie. Centrale-verwarmingsinstalla
ties kunnen omgebouwd worden op
gas of olie.
In het jaar 1927 leverden de kolen
mijnen 66# van de benodigde brand
stoffen in Amerika. In het begin van
deze eeuw was het 90#, thans is het
nog geen 50#.
Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat
de steenkolen-industrie ten dode is
opgeschreven. Alleen is haar rol als
grondpeiler van de hele economie,
naar het schijnt, uitgespeeld, althans
voorzover het de mijnwerkers betreft.
Het door de oorlog zwaar beschadigde Nijmegen ls reeds gedeeltelijk hersteld. Nieuwe woonwijken zijn verrezen, verscheidene gebouwen gerestau
reerd. De binnenstad toont echter nog lelijk gehavende plekken. Links op de foto het historische raadhuis, dat grotendeels was verwoest, in de steigers.
In het midden de Carolingisohe Kapel op het Valkenhof, eens het eigendom van Karei de Grote. Met de restauratie van deze kapel moet nog wor
den begonnen. Rechts liet Valkhof, met op de voorgrond de walmnren, die reeds gerestaureerd zfln. Tussen de bomen de ruïne Barbarossa.
feuilleton)
door
mary burchell
47
„Zal ik het haar vertellen?" Ga-
brieile hoopte blijkbaar, dat 'n soort
maagdelijke schroom Letty ertoe zou
brengen, haar stiefmoeder de aange
name taak over te dragen.
„Neen", viel Rufus op vrolijke
maar besliste toon in. „Ik zal het
doen. Hoor eens, Anna, zou je het
prettig vinden als ik met juffrouw
Letty trouwde?" En bij deze vraag
glimlachte hij Anna toe op een ma
nier, die Letty brutaal, maar aan
trekkelijk vond.
„Geen man is goed genoeg om met
juffrouw Letty te trouwen", zei An
na, die een lage dunk had van het
sterke geslacht. „Maar als ze, zoals
andere vrouwen, gaat doen, waar
voor God haar heeft geschapen, zal
ik niet beweren, dat u niet boven
aan mijn lijstje staat, meneer Ar-
2ing."
„Dank je wol voor deze voorwaar
delijke goedkeuring, Anna", mom
pelde Rufus, ernstig het hoofd bui
gend.
„Ofschoon ik uw haar liever van
andere kleur zou zien", verklaarde
Anna, klaarblijkelijk wat achterdoch
tig.
„Mijn haar?" Als berouwvol'streek
hij met de hand door zijn dik kastan
jebruin haar, dat bijna overeind ging
staan. „Is het zo lelijk, Anna?"
„Iedere man met zulk haar heeft
wat eigenaardigs", verklaarde Anna.
„O, ik begrijp het al", riep Ga-
brielle. „Bedoel je niet, dat nu Let
ty zo blond is, ze waarschijnlijk rood
harige kinderen zullen krijgen?"
„Ik denk er niet aan, zo ver voor
uit te lopen, mevrouw Ormford",
zei Anna streng, zonder zelfs in Ga-
brielle's richting te kijken. Wat Ru
fus zo aan 't lachen maakte, dat
Letty van de weeromstuit meelach-
te en zich heel wat minder verlegen
voelde dan ze anders zou hebben ge
daan.
„Nu, Anna, ik beken schuld wat dat
eigenaardige betreft", erkende Ru
fus goedgehumeurd. „Maar als ik je
beloof, het de baas te blijven, ga je
er dan mee accoord dat ik juffrouw
Letty trouw?"
Anna keek plotseling en ongewoon
ontroerd haar vaak beknord maar
o zo geliefd troetelkindje aan.
„Gaat u heus met hem trouwen,
juffrouw Letty?"
„Ja, Anna".
„Je kon slechter keus doen, kind
lief", zei Anna ernstig. „Veel slech
ter." En op dit ogenblik glimlachte
niemand om haar een beetje karige
lof. Want onverwacht legde zij haar
hand op Letty's blonde haar en
keerde zich tot Rufus met de woor
den: „Juffrouw Letty is een best
kind. U moet goed voor haar zijn."
„Dat zal ik, Anna", beloofde Ru
fus glimlachend, maar meteen stond
hg op, reikte haar de hand, alsof hij
een overeenkomst sloot en deed de
deur voor haar open toen ze de ka
mer verliet.
„Nu", zei Gabrielle, toen de deur
weer gesloten was. „Ik vind Anna wel
wat èl te verknocht en familiaar.
Je hebt haar te veel airs laten krij
gen, Letty. Nota bene jou op je hoofd
tikken en Rufus zeggen wat hij moet
doen".
„Ik vond het prettig", repliceerde
Letty kalm. „Ze meende precies wat
„Ik waardeerde het ook", viel Rufus
bij, terwijl Letty bemerkte, dat hij
juist achter haar stoel stond. „En ik
meende precies wat ik zei".
„Over de baas blijven van je eigen
aardigheden?" vroeg Gabrielle op
haar onbezonnen manier.
„Iets in die geest", stemde hij luch
tigjes toe, zich over Letty heenbui
gend en haar op de wang kussend.
Ze wist, dat Gabrielle hen beiden
openlijk nieuwsgierig en glimlachend
gadesloeg en ze wendde zich zonder
aarzelen naar hem om. Misschien had
ze niet verwacht, dat donkere leven
dige gezicht zo dicht bij 't hare te
zien. Plotseling werd ze zich bewust
van zijn kracht en vitaliteit, juist als
bij zijn eerste komst op Edenfield en
ofschoon het haar een beetje schrik
aanjoeg, gaf het haar tevens een bui
tengewoon gevoel van opwinding en
opgetogenheid.
Ze vergat totaal hoe te handelen in
het bijzijn van Gabrielle en zich voor
over buigend kuste ze hem om geen
andere reden dan dat ze hem wilde
kussen. En toen ze die vaste, tamelijk
gevulde lippen op de hare voelde,
dacht zij: .Anna heeft gelijk. Hij
heeft temperament, hartstocht en een
geweldig vaste wil. Zei ik, dat 't le
ven op Edenfield kalm zou zijn? Het
zal mij benieuwen".
(Wordt vervolgd).
„Tekst voor getroffenen zelf afs leidraad ongeschikt",
zegt de minister.
Toelichtende brochure thans
verschenen.
Minister Lieftinck is een knap pro
fessor, die soms met begrippen speelt,
waar de gewone man geen kaas van
heeft gegeten. Zelfs de Kamerleden
hebben soms moeite om al dat zwaars
te verteren. Men vertelt zelfs, dat in
de Eerste Kamer een der geachte af
gevaardigden bijna in slaap viel, toen
de minister zijn beleid verdedigde en
uitlegde hoe de deflatoire krachten de
inflatoire in bedwang hadden gehou
den. Dat zag een van de andere Se
naatsleden, die zijn met-de-slaap-wors
telende-collega een briefje toeschoof,
waarop stond geschreven: „Dit betoog
gaat bij jou het ene inflatoor in en
het andere inflatoor uit...."
Nu is 't dikwijls niet zo erg, wan
neer de minister dingen zegt, die niet
iedereen snapt. Erg wordt 't pas. wan
neer dit moeilijke abacadabra recht
streeks een grote groep Nederlanders
aangaat. En dat is het geval met de
wet op de oorlogsschade. Kom daar
maar eens uit....
WETTELIJK PROZA
Daarin wordt gesproken over scha
degevallen, kernfactoren, huurwaar
den, prijsstijgingscoëfficienten, basis
bedragen, C. v. O., Dir. C. v. O.,
S.E.C., courante in incourante panden,
aanvullende bijdragen, onverplichte
credieten, uitgestelde bijdragen, bouw-
index, toeslagcoëfficient, herstelbare
schade, huurwaardelimieten, voorlo
pige bijdragen, enzovoort, enzovoort
Ziedaar een bloemlezing uit het
schone proza van de oorlogsschadewet.
„De wettelijke tekst van deze moei
lijke materie is uiteraard ongeschikt
om voor de getroffenen zelf als lei
draad te dienen tot berekening van de
vergoeding, waarop zij aanspraak
hebben", aldus deelt de minister zelf
droog, doch ambtelijk uitvoerig mee.
Deze mededeling is te lezen in een
voorwoord, dat van de ministeriële
hand verscheen in een brochure ge
schreven door mr. C. J. A. M. ten
Hagen en H. Verschoor: „Wat krijg ik
nog?"
t Als de minister zelf toegeeft, dat t
voor de gewone man vrijwel ondoen
lijk is om de oorlogsschadewet te be
grijpen. dan is het zeker wel inge
wikkeld. Het boekje „Wat krijg ik
nog?", zoals het bij de Arbeiderspers in
Amsterdam verscheen, is daarom geen
overbodige luxe. Dat vindt de minis
ter ook. want zo zegt hij in het
voorwoord „ik verwacht dan ook,
dat vele oorlogsslachtoffers het ver
schijnen van deze brochure zullen toe
juichen".
Voor een luttel bedrag kan men nu
een handleiding kopen 64 pagina's
van een handig formaat waarin de
voornaamste punten van de wet wor
den uiteengezet en aan de hand waar
van men de vergoeding zelf kan uitre
kenen. „De oorlogsschaderegeling is
een zaak van geheel ons volk" aldus
besluit de minister zijn voorwoord
van deze brochure. De tekst van de
wet was die o.i. tot nu "toe allerminst.
Wellicht kan dit boekske hierin ver
betering brengen!
Vrijdag zal Cornelia Veth. de te
kenaar. schilder, letterkundige, kunst
historicus en criticus, zijn zeventigste ver
jaardag viéren.