Wapenstilstand tussen Churchill en premier Attlee Oppositie zou Labour-regering in het landsbelang zoveel mogelijk steunen DE FRANSE MILITAIRE ACTIE IN ZEELAND MISLUKTE De lessen van Mei 1940 Ongehoorzaam LETTY'S moeilijke* KEUZE WIE BEGRIJPT DE WET OP DE OORLOGSSCHADE WOENSDAG 1 MAART 1950 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 Gevaar schuilt in de staal-natlonallsatie. (Telefonisch van onze Londense correspondent) Na een weekend van wilde speculaties omtrent het aantal maanden en zelfs weken, dat Attlee's nieuwe Labour-regering zich met de hui dige minieme meerderheid van zetels zou kunnen handhaven, zag het er Maandag naar uit, dat er geen nieuwe verkiezingen zullen worden ge houden voor de herfst» Naar verluidt hebben Churchill en Atlee onaf hankelijk van elkaar besloten, dat het in het landsbelang is om alles in het werk te stellen, een vroege verkiezing in Mei of Juni te vermijden. Beiden zullen morgen hun redenen daartoe aan bun partijbestuur uit eenzetten en tevens zo spoedig mogelijk hun nieuwe parlementaire frac ties hierover inlichten. Een bijeenkomst van de Parlementaire Labour- fractie, waarbij ook leden van de Labour Executieve tegenwoordig zul len zijn, is reeds vastgesteld op hedenmorgen. Er is geen enkel contact geweest tussen Attlee en Churchill, maar bei den zijn van oordeel, dat er in het drin gende landsbelang een redelijke tus senpoos moot zijn, voordat men de na tie weer in een nieuwe verkiezings campagne stort. Attlee's zware taak wordt er niet gemakkelijker op. wanneer hij Woens dag zijn uiterste linkervleugel ervan zal moeten overtuigen, dat Labour de eerste tijd niets zal moeten doen, dat deze nieuwe voorlopige „medewerking in het landsbelang" der oppositie zal bemoeilijken. Naar wij uit welingelichte politieke bron vernemen, zal Churchill van zijn kant zijn pari. fractie ervan trachten te overtuigen, dat zij voorlopig zoda nig haar coöperatie moet verlenen, dat de regering althans de eerste maan den haar noodzakelijke werkzaamhe den zal kunnen verrichten, al zou dit dan hoofdzakelijk op internationaal gebied zijn en er in Engeland zelf een politiek luchtledig zijn. Het is overdui delijk dat er ook van een eventuele latere coalitie geen sprake zal zijn. evenmin als dit nu het geval zal wor den. Er is echter een gemeenschappe lijk terrein, waarop de Conservatie ven voorlopig met Labour kunnen sa menwerken. De oppositie zal naar verluidt de regering bijv. in zoverre steunen in het oplossen van de eco nomische crisis, dat het vertrouwen van het buitenland in Engelands's sta biliteit herstel zal worden. Voorts zouden de Tories vooreerst niet trach ten het nationale gezondheidsplan te kortwieken. TOCH EEN GEVAAR. Het enige onmiddellijke gevaar, dat deze wapenstilstand in een rege ringscrisis zou kunnen omzetten, is de kwestie van het wetsontwerp der staal-nationalisatie, dat reeds door het Lagerhuis is aangenomen en na een jaar opgehouden te zijn in het House of Lords, op 1 October van kracht zou worden. De 8 Liberale La gerhuisleden zowel als de Conserva tieven zijn heftig gekant tegen de staal-nationalisatie. De kans bestaat, dat zij zullen eisen, dat Labour deze nationalisatie voor onbeperkte tijd uit stelt of geheel te niet doet. Indien het kabinet dit zou weigeren, zou de op positie een regerings» isis kunnen for ceren en zou de volgende verkiezing dan uitgevochten worden op het voor en tegen van de staal-natlonallsatie. Inmiddels zal het Lagerhuis zich tot Pasen bezig houden met de voorberei dingen voor de nationale begroting, die onmiddellijk na Pasen door de minister van Financiën geïntrodu ceerd zal worden. Cripps zal ongetwijfeld weer de portefeuille van Financiën toegewe zen krijgen, daar verwacht wordt, dat wanneer Attlee Woensdag of Donder dag de samenstelling van zijn nieuwe kabinet zal aankondigen, er maar weinig verandering in zal zijn en hij zijn „grote drie" zal handhaven. Dit zijn Sir Stafford Cripps voor Finan ciën, Herbert Morrison als Lord Pre sident of the Council (vice-voorzitter van de Ministerraad) en leider van het Lagerhuis, en Ernest Be vin als minister van Buitenlandse Zaken. Eén van Attlee's grote zorgen is, een werkprogramma samen te stellen, dat door ztfn gehele partij geaccepteerd zal worden, want Labour's linkervleu gel zal waarschijnlijk in opstand ko men, wanneer Attlee ook maar enige voorstellen tot matiging van het pro gramma zal doen, teneinde de coöpe ratie der oppositie te bevorderen. Gezondsheidsminister Aneurin Be- van, wiens mysterieuze afwezigheid tijdens de vergadering van de Minis terraad op Zaterdag jl. hoewel hij reeds vanuit Wales te Londen terug gekeerd was sterk de aandacht heeft getrokken, is naar men algemeen ver moedt, een der leidende figuren van deze Labour rebellen". Het is daar om waarschijnlijk, dat de eerste moei lijkheden, waarmede Attlee gecon fronteerd zal worden wanneer Woens dag de parlementaire Labóur-fractie bijeenkomt, van deze linkervleugel zullen komen. Attlee's volgende uiterst delicate taak zal zijn om de inhoud te bepa len van de Koninklijke Rede van a.s. Maandag, waarmede het Lagerhuis ge opend zal worden. Naar verwacht wordt, zal tijdens het debat, dat na het uitspreken van deze rede zal vol gen. door Attlee een verklaring afge legd worden, dat de enige nederlagen, die zijn regering kan erkennen als re den tot aftreden, moties van vertrou wen en „andere belangrijke onderwer pen". waarbij de regering verslagen zou worden zullen zijn. Het is vrij wel zeker, dat de oppositie een gede tailleerde omschrijving zal eisen van deze andere belangrijke onderwerpen. Ondanks het feit dat de Conserva tieven beseffen, dat het nutteloos zou zijn om vroege verkiezingen te force ren daar de uitslag waarschijnlijk vrijwel dezelfde zou zijn is het niet onmogelijk, dat men volgende week reeds aan het begin van een re geringscrisis staat indien er een amen dement ingediend zou worden op de Koninklijke rede, waarin betreurd zou worden, dat de regering geen melding maakt van het onbeperkte uitstel van het wetsontwerp op üe staalnationali- satie of van het weder openen van de Liverpool katoenmarkt. Daartegenover staat echter, dat in dien zij de regering vrijwel onmiddel lijk wegens de staal-nationalisatie ten val zouden brengen, de Conservatie ven dan zelf geconfronteerd zouden worden met het ontwerpen der nieu we begroting. Veel meer zou het in hun voordeel liggen Labour die onpo pulaire taak te doen uitvoeren en Cripps' ongetwijfeld scherpe sober heids-begroting daarna als wapen te gebruiken, om de middenstanders te winnen tijdens de najaarsverkiezings campagne. (Nadruk verboden). GEWIJZIGDE POLITIEKE VERHOUDING IN ENGELAND Esa» L*bou« UI11! consenvaw fZZJ u»ce«u. ovEBia i i niet sckcmo 2j5£L Deze kaart geeft een overzicht van de politieke verschuivingen, zoals die volgens de uitslag van de jongste verkiezingen hebben plaats gevonden in Groot-Brittannië. Belangrijke wijzigingen traden op In Wales en Midden- Engeland. Voor de Vereniging ter beoefening van de krijgswetenschap heeft gen. maj. b. d. V. E. Nierstrasz te Eindhoven gesproken over de opmars van het Franse zevende leger naar Noord-Brabant en Zeeland In de Meidagen van 1940. De heer Nierstrasz was in die dagen chef operaties by de staf van het Nederlandse veldleger. Spreker wees er op, dat de neutraliteitspolitiek van Nederland en België voor 1940 een belemmering vormde voor het opmaken van een gezamenlijk defensieplan. De Fransen en Engelsen achtten het van groot belang, dat Zeeland als vleugel-aanleuning van de Belgische Delle-stelling (Antwerpen-Namen) niet in Duitse handen zou vallen en dat een aansluitend bruggehoofd lopen de van de vesting Holland over Antwerpen naar Namen de kust zou be schermen. Het zevende Franse leger bevond zich bij Duinkerken en Calais. Het was samengesteld uit een ge mechaniseerde divisie, twee gemoto riseerde divisies en drie gewone divi sies. Een onder bevel van de admiraal Du Nord te Duinkerken zich bevin dende divisie moest de kust bij Bres- kens bezetten en verder een detache ment naar Walcheren en Zuid Beve land zenden. Op 10 Mei om 10 uur overschreden de eerste onderdelen van het 7de leger de Frans-Belgische grens. Snelle afdelingen bereikten Til burg. Breda en Steenbergen. DOORBRAAK De doorbraak der Duitse pantserdi visies over MaastrichtTongeren, was oorzaak dat het gros van het 7de le ger West van Antwerpen werd aan gehouden. Op 12, 13 en 14 Mei rukten de Duit se 9de pantserdivisie en een S.S-di- visie over Loon op Zand en Tilburg op. Verbinding werd gemaakt met de parachutisten te Moerdijk. Breda werd uit O. en Z.-richting aangevallen waarna de 9de pantser-divisie geheel naai- Rotterdam, de S.S. divisie naar Zuid Beveland en Antwerpen oprukte. Als gevolg daarvan moest het 7de leger tussen 12 en 14 Mei terugtrek ken op Antwerpen. NIEUWE HULP Op 10 Mei werd een detachement, bestaande uit een regiment infanterie, een afdeling artillerie enz. van de 68e divisie uit Duinkerken gedeeltelijk over land, gedeeltelijk over zee (met 5 vrachtschepen) onder beveiliging van Franse en Engelse marine naar Walcheren gezonden. Ondanks hevige luchtaanvallen was het detachement op 11 Mei over. Het bleef echter in Walcheren en West Zuid Beveland hetgeen in strijd was met de opdracht, zich aan het kanaal door Zuid-Beve land ter verdediging in te richten. Toen de toestand in Noord Brabant ernstig werd, werd een tweede deta chement naar Zuid Beveland vervoerd, waar het stelling nam achter het Zuid Bevelandskanaal, terwijl voor dit ka naal het Nederlandse 40e regiment infanterie zich bevond in de Zand dijkstelling die door inundaties was gedekt. Men zou zeggen, zo zei spr.. dat met al deze stellingen en de Bathstelling in de hals van Zuid Beveland de Duit sers een harde noot te kraken zouden hebben, doch het zou anders lopen. Op 14 Mei werd de Bathstelling ont ruimd, vóór het tot ernstige strijd was gekomen. Op 15 Mei viel de Zanddijkstelling, op 16 Mei drongen de Duitsers over het kanaal, waarna zij doorstootten naar de Sloedam, met het gevolg, dat twee Nederlandse bataljons, ongeveer twee k drie Franse bataljons en Fran se artillerie werden afgesneden en krijgsgevangenen werden. Op 17 Mei viél de Sloedam en met grote moeite is men er in geslaagd, een deel der Franse troepen te evacueren. Sedert 16 Mei was generaal Deslau- rens, de commandant van de 60e divi sie persoonlijk met het bevel belast onder hogere leiding van schout bij nacht Platon. IN VLISSINGEN Schout bij nacht Platon leidde op de kade te Vlissingen met grote kalmte de evacuatie. Generaal Deslaurens dekte persoonlijk met een handjevol mannen de evacuatie en sneuvelde, met de karabijn in de hand. Aldus eindigde deze expeditie, waar bij 5 van de 6 bataljons en een afde ling artillerie gevangen geraakten en al het materieel verloren ging. Ongeveer 200 300 Fransen waren gesneuveld. TOT NIETS GELEID. Deze geïmproviseerde steunverlening in Zeeland, waarbij de Fransen de lei ding in handen namen, heeft, zo zei generaal Nierstrasz, tot niets geleid. Als een van de oorzaken dezer mis lukking noemde spr. het Duitse over wicht in de lucht. Spr. betoogde ver der dat ons volk hoe het ook denken mag over de merites van het Franse operatieplan. toch nooit vergeten mag, dat Frans bloed op Nederlandse bo dem is vergoten voor een zaak, die ook de onze was. Als een blijvende herinnering aan de gevallen Fransen zal er te Kapelle op Zuid Beveland door het „Comité des Pays Bas" van „Le Souvenir Francais" een waardig gedenkteken worden opgericht. Het Wereldgebeuren Terwjjl Amerika een hevige koudo- periode doormaakt, industrie, spoor wegen en particulieren bijna op do bodem van de kolenkist z^n aangeland in New York rantsoenering van do steenkolen is ingevoerd cn allerlei maatregelen tot kolenbesparing zijn ingesteld, moest de United Minewor- kers, de vakbond der mijnwerkers, zich deze Maandag verantwoorden voor het Federale Hof, omdat zijn leden de order van 11 Februari, om het werk te hervatten niet hebben op gevolgd. De beschuldiging van „contempt (geringschatting van het Hof, dat is dus „ongehoorzaamheid") was do- ze keer niet gericht tot John L Lewis, de voorzitter van de U.M.W omdat deze inderdaad tot twee keer toe de 370.000 stakende mijnwerker had bevolen naar de mijnen terug te keren en het werk te hervatten. Worden de mijnwerkers schuldig be vonden, dan lopen zij de kans een boete te krijgen. Twee jaar geleder., in een soortgelijk geval, kregen Lewis en de bond samen 1.420.000 dollar boete te betalen, waarvan de bond het leeuwenaandeel Er zijn tweeërlei opvattingen in Amerika over de rol van Lewis in de huidige staking en de houding jegens de overheid. Sommigen menen, dat 't Lewis inderdaad ernst was toen hii de mijnwerkers beval naar de mijnen terug te keren. Formeel neemt het Federale Hof dit ook aan, weshalve hij niet van „contempt of court" is beschuldigd. Dit zou dus inhouden, dat Lewis zijn volgelingen niet meer in de hand zou hebben. Anderen menen echter, dat Lewis' order slechts een doekje voor het bloeden was om formeel gedekt te zijn. Lewis heeft in het verleden eens z\jn strategie als volgt omschreven: „We houden de vitale delen van onze samenleving in onze handen. Ik kan net zo lang knijpen, draaien en trek ken tot we de onvermijdelijke over winning behalen. Wanneer we ook staken, we hebben altijd de tijd aan onze kant, want steenkool is de grondpeiler van onze economie." Inderdaad heeft de onrust in de kolenmijn-industrie, die al van Juli af vorig jaar bestaat, tot een natio nale noodtoestand geleid. Want de stagnatie in de kolenproductie be dreigt niet alleen de spoorwegen en de particulieren door gebrek aan brandstof, doch tevens tal van indu strieën, vooral de staalindustrie, die zachte steenkool gebruiken. Tiendui zenden arbeiders zijn daardoor al werkloos geworden. De hardnekkige weigering van de mijnwerkers om het werk te hervat ten zonder nieuw collectief arbeids contract is ongetwijfeld geïnspireerd door de gedachte dat zij per saldo de macht in handen hebben en de natie tot aanvaarding van hun eisen kun nen dwingen. Wat zij daarbij uit het oog verliezen is, dat de kolenindu- strie niet meer de enige „grondpeiler van de economie" is en hard op weg is, tot een peiler van de tweede of nog veel lagere rang te worden. De productie van zachte steenkool is van 600 millioen ton in 1948 ver minderd tot 428 millioen ton in '49. De onzekerheid ten aanzien van de steenkolen tengevolge van hoge lo nen en sociale voorzieningen, hebben er in toenemende mate toe geleid, dat de verbruikers naar andere brandstof fen zijn gaan omzien, zoals gas en olie. Centrale-verwarmingsinstalla ties kunnen omgebouwd worden op gas of olie. In het jaar 1927 leverden de kolen mijnen 66# van de benodigde brand stoffen in Amerika. In het begin van deze eeuw was het 90#, thans is het nog geen 50#. Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat de steenkolen-industrie ten dode is opgeschreven. Alleen is haar rol als grondpeiler van de hele economie, naar het schijnt, uitgespeeld, althans voorzover het de mijnwerkers betreft. Het door de oorlog zwaar beschadigde Nijmegen ls reeds gedeeltelijk hersteld. Nieuwe woonwijken zijn verrezen, verscheidene gebouwen gerestau reerd. De binnenstad toont echter nog lelijk gehavende plekken. Links op de foto het historische raadhuis, dat grotendeels was verwoest, in de steigers. In het midden de Carolingisohe Kapel op het Valkenhof, eens het eigendom van Karei de Grote. Met de restauratie van deze kapel moet nog wor den begonnen. Rechts liet Valkhof, met op de voorgrond de walmnren, die reeds gerestaureerd zfln. Tussen de bomen de ruïne Barbarossa. feuilleton) door mary burchell 47 „Zal ik het haar vertellen?" Ga- brieile hoopte blijkbaar, dat 'n soort maagdelijke schroom Letty ertoe zou brengen, haar stiefmoeder de aange name taak over te dragen. „Neen", viel Rufus op vrolijke maar besliste toon in. „Ik zal het doen. Hoor eens, Anna, zou je het prettig vinden als ik met juffrouw Letty trouwde?" En bij deze vraag glimlachte hij Anna toe op een ma nier, die Letty brutaal, maar aan trekkelijk vond. „Geen man is goed genoeg om met juffrouw Letty te trouwen", zei An na, die een lage dunk had van het sterke geslacht. „Maar als ze, zoals andere vrouwen, gaat doen, waar voor God haar heeft geschapen, zal ik niet beweren, dat u niet boven aan mijn lijstje staat, meneer Ar- 2ing." „Dank je wol voor deze voorwaar delijke goedkeuring, Anna", mom pelde Rufus, ernstig het hoofd bui gend. „Ofschoon ik uw haar liever van andere kleur zou zien", verklaarde Anna, klaarblijkelijk wat achterdoch tig. „Mijn haar?" Als berouwvol'streek hij met de hand door zijn dik kastan jebruin haar, dat bijna overeind ging staan. „Is het zo lelijk, Anna?" „Iedere man met zulk haar heeft wat eigenaardigs", verklaarde Anna. „O, ik begrijp het al", riep Ga- brielle. „Bedoel je niet, dat nu Let ty zo blond is, ze waarschijnlijk rood harige kinderen zullen krijgen?" „Ik denk er niet aan, zo ver voor uit te lopen, mevrouw Ormford", zei Anna streng, zonder zelfs in Ga- brielle's richting te kijken. Wat Ru fus zo aan 't lachen maakte, dat Letty van de weeromstuit meelach- te en zich heel wat minder verlegen voelde dan ze anders zou hebben ge daan. „Nu, Anna, ik beken schuld wat dat eigenaardige betreft", erkende Ru fus goedgehumeurd. „Maar als ik je beloof, het de baas te blijven, ga je er dan mee accoord dat ik juffrouw Letty trouw?" Anna keek plotseling en ongewoon ontroerd haar vaak beknord maar o zo geliefd troetelkindje aan. „Gaat u heus met hem trouwen, juffrouw Letty?" „Ja, Anna". „Je kon slechter keus doen, kind lief", zei Anna ernstig. „Veel slech ter." En op dit ogenblik glimlachte niemand om haar een beetje karige lof. Want onverwacht legde zij haar hand op Letty's blonde haar en keerde zich tot Rufus met de woor den: „Juffrouw Letty is een best kind. U moet goed voor haar zijn." „Dat zal ik, Anna", beloofde Ru fus glimlachend, maar meteen stond hg op, reikte haar de hand, alsof hij een overeenkomst sloot en deed de deur voor haar open toen ze de ka mer verliet. „Nu", zei Gabrielle, toen de deur weer gesloten was. „Ik vind Anna wel wat èl te verknocht en familiaar. Je hebt haar te veel airs laten krij gen, Letty. Nota bene jou op je hoofd tikken en Rufus zeggen wat hij moet doen". „Ik vond het prettig", repliceerde Letty kalm. „Ze meende precies wat „Ik waardeerde het ook", viel Rufus bij, terwijl Letty bemerkte, dat hij juist achter haar stoel stond. „En ik meende precies wat ik zei". „Over de baas blijven van je eigen aardigheden?" vroeg Gabrielle op haar onbezonnen manier. „Iets in die geest", stemde hij luch tigjes toe, zich over Letty heenbui gend en haar op de wang kussend. Ze wist, dat Gabrielle hen beiden openlijk nieuwsgierig en glimlachend gadesloeg en ze wendde zich zonder aarzelen naar hem om. Misschien had ze niet verwacht, dat donkere leven dige gezicht zo dicht bij 't hare te zien. Plotseling werd ze zich bewust van zijn kracht en vitaliteit, juist als bij zijn eerste komst op Edenfield en ofschoon het haar een beetje schrik aanjoeg, gaf het haar tevens een bui tengewoon gevoel van opwinding en opgetogenheid. Ze vergat totaal hoe te handelen in het bijzijn van Gabrielle en zich voor over buigend kuste ze hem om geen andere reden dan dat ze hem wilde kussen. En toen ze die vaste, tamelijk gevulde lippen op de hare voelde, dacht zij: .Anna heeft gelijk. Hij heeft temperament, hartstocht en een geweldig vaste wil. Zei ik, dat 't le ven op Edenfield kalm zou zijn? Het zal mij benieuwen". (Wordt vervolgd). „Tekst voor getroffenen zelf afs leidraad ongeschikt", zegt de minister. Toelichtende brochure thans verschenen. Minister Lieftinck is een knap pro fessor, die soms met begrippen speelt, waar de gewone man geen kaas van heeft gegeten. Zelfs de Kamerleden hebben soms moeite om al dat zwaars te verteren. Men vertelt zelfs, dat in de Eerste Kamer een der geachte af gevaardigden bijna in slaap viel, toen de minister zijn beleid verdedigde en uitlegde hoe de deflatoire krachten de inflatoire in bedwang hadden gehou den. Dat zag een van de andere Se naatsleden, die zijn met-de-slaap-wors telende-collega een briefje toeschoof, waarop stond geschreven: „Dit betoog gaat bij jou het ene inflatoor in en het andere inflatoor uit...." Nu is 't dikwijls niet zo erg, wan neer de minister dingen zegt, die niet iedereen snapt. Erg wordt 't pas. wan neer dit moeilijke abacadabra recht streeks een grote groep Nederlanders aangaat. En dat is het geval met de wet op de oorlogsschade. Kom daar maar eens uit.... WETTELIJK PROZA Daarin wordt gesproken over scha degevallen, kernfactoren, huurwaar den, prijsstijgingscoëfficienten, basis bedragen, C. v. O., Dir. C. v. O., S.E.C., courante in incourante panden, aanvullende bijdragen, onverplichte credieten, uitgestelde bijdragen, bouw- index, toeslagcoëfficient, herstelbare schade, huurwaardelimieten, voorlo pige bijdragen, enzovoort, enzovoort Ziedaar een bloemlezing uit het schone proza van de oorlogsschadewet. „De wettelijke tekst van deze moei lijke materie is uiteraard ongeschikt om voor de getroffenen zelf als lei draad te dienen tot berekening van de vergoeding, waarop zij aanspraak hebben", aldus deelt de minister zelf droog, doch ambtelijk uitvoerig mee. Deze mededeling is te lezen in een voorwoord, dat van de ministeriële hand verscheen in een brochure ge schreven door mr. C. J. A. M. ten Hagen en H. Verschoor: „Wat krijg ik nog?" t Als de minister zelf toegeeft, dat t voor de gewone man vrijwel ondoen lijk is om de oorlogsschadewet te be grijpen. dan is het zeker wel inge wikkeld. Het boekje „Wat krijg ik nog?", zoals het bij de Arbeiderspers in Amsterdam verscheen, is daarom geen overbodige luxe. Dat vindt de minis ter ook. want zo zegt hij in het voorwoord „ik verwacht dan ook, dat vele oorlogsslachtoffers het ver schijnen van deze brochure zullen toe juichen". Voor een luttel bedrag kan men nu een handleiding kopen 64 pagina's van een handig formaat waarin de voornaamste punten van de wet wor den uiteengezet en aan de hand waar van men de vergoeding zelf kan uitre kenen. „De oorlogsschaderegeling is een zaak van geheel ons volk" aldus besluit de minister zijn voorwoord van deze brochure. De tekst van de wet was die o.i. tot nu "toe allerminst. Wellicht kan dit boekske hierin ver betering brengen! Vrijdag zal Cornelia Veth. de te kenaar. schilder, letterkundige, kunst historicus en criticus, zijn zeventigste ver jaardag viéren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 3