De glorie der gothiek herleeft in
Middelhurg's schoonste huis
Zeeuwse Almanëk
LETTY'S moeilijke
KEUZE
De Italiaanse universiteiten zijn
politieke broeinesten
Attlee zet door
JIMMY BROWN, sportheld no.1
MAANDAG 27 FEBRUARI 1950
PROV"MClALE ZEEUWSE COURANT
Inwendige restauratie van het
stadhuis nadert voltooiing
i Zorgvuldig, vakkundig, liefdevol werk
Het Middelburgse Stadhuis staat thans midden in de belangstelling: ein
delek kwam de verheugende tijding, dat het Rjjk de bouw van het nieuwe
gedeelte goedkeurt. De restauratie van het Gothische deel vordert zo goed,
dat de voltooiing daarvan tegen het einde van het eerste halfjaar 1950 te
gemoet gezien kan worden.
De uitwendige restauratieja, dat is vers twee. Natuurlijk, als ge op
de Markt staat, lijkt het heel wat. Maar kom eens nader en bekijk die pui
eens van dichtbij. Scheuren ziet ge, zo wyd, dat 'n vinger er in past. Om
van de gevel met zjjn door vuur en weer verteerde steen maar te zwijgen.
Het zou bepaald ontmoedigend zjjn, wanneer de achterkant van Vleeshal
en Burgerzaal niet zo'n schone aanblik bood, wanneer ge, dwalend door het
monumentale gebouw, niet kon zien waartoe de restaurateurs in staat
Ook al zal de maquette van Walche
ren in de toekomst de grootste at
tractie vormen van de kostelijke
Vleeshal, het domein van het Zeeuws
Oorlogsmuseum, dè „blikvanger" van
deze zaal is en blijft het stenen net-
gewelf met de bakstenen gewelfvel
den en het sierlijk lijnenspel van de
naturstenen graten.
De glorie van de gothiek spreekt
ook uit de raam traceringen enige
ramen zijn al gereed, met de andere
hoopt men volgend voorjaar klaar te
komen uit de stemmige geblokte
vloer, uit de forse stenen muren.
Voor de bekende nissen in deze muren
worden houten luiken aangebracht;
zjj zijn alle gereed en één ervan is
reeds geplaatst, „om te kijken hoe "t
lijkt", zegt architect M. J. J. van Be-
veren. Welnu, het lijkt goed: de bij
zondere sfeer van deze ruimte wordt
er door geaccentueerd. Leerlingen van
de Ambachtsschool zijn in touw om
de 16 eikenhouten uitstaltafels voor
het museum tijdig te kunnen afleve
ren.
SFEER VAN HET VERLEDEN
In de grote hal, die men via de
hoofdingang betreedt, is het momen
teel (hoe kan dat anders?) nog uitge
sproken rommelig, maar toch proeft
ge er iets van die ondefinieerbare
sfeer van het verleden, die tot fluiste
ren dwingt. Hier komt ge in het
„representatieve deel" van het Mid
delburgse Stadhuis: een waardige,
royale entrée, overkoepeld door een
zwaar eikenhouten plafond. Ge stelt
U voor hoe straks de grote wandta
pijten zullen afhangen van de eerlijke
stenen muren, hoe de kostbare oud-
Hollandse kasten zullen glanzen in 't
gezeefde zonlicht, hoe burgemeesters
uit een grijs verleden uit hun dikke
vergulde lijsten op U neer zullen zien.
Achter de hall ligt het vertrek,
waar later vele Middelburgse paar
tjes hun „verbond voor het leven" zul
len sluiten: de trouwzaal. Wanneer
ge er als overmoedige vrijgezel wilt
binnen stappen, wordt ge plotseling
geconfronteerd met een gapende af
grond: in de schemerige diepte ligt
de verwarmingskelder, waaraan nog
gewerkt wordt. Vanuit de hal voert
'n open trap met natuurstenen treden
naar de trotse Burgerzaal, waarvan
de schoonheid, die reeds in vele toon
aarden werd bezongen, thans nog ver
hoogd wordt door de nieuwe tegel
vloer en enkele nieuwe ramen, het bo
venste gedeelte van glas-in-lood, het
benedengedeelte afgesloten door een
luikje. De ramen aan de zijde van de
Markt en Helm zullen geheel van
glas-in-lood zijn, maar zóver is men
voorlopig nog niet.
Jammer, dat het bijzonder fraaie
houten tongewelf wat ontsierd wordt
door acht gaten, die noodzakelijk wa
ren voor de toevoer van warme lucht.
BEKOORLIJKE
BEELDHOUWWERKJES.
Boven de hal is de zaal der wijze
besluiten de raadzaal, gelegen. Hier
wordt ge, evenals trouwens in andere
vertrekken, getroffen door de char
mante beeldhouwwerkjes, waarin de
Veerse kunstenaar Ten Klooster de
grove ,vierkante kraagstenen omto
verde. De consoles in de raadzaal
vormen een uitbeelding van de dieren
riem, die in de trouwzaal geven de
jaargetijden weer, die in de hal de be
roepen en de kraagstenen in de kamer
van B. en W. de vier evangelisten.
Het is nu reeds een sensatie apart
om het heiligdom van het dagelijks
bestuur der gemeente te betreden. De
deur naar de raadzaal wordt omlijst
door een weelderig gebeeldhouwde
houten poort met aan weerszijden
kasten. Als ge scherp kijkt, ontdekt ge
wellicht ook enkele geheime laadjes,
die echter teleurstellend leeg zijn.
Een dergelijk poortje van kleinere af
metingen omgeeft de toegang naar
het toekomstige nieuwe raadhuis, ter
wijl in de muur daarnaast een monu
mentale houten schouw is aange
bracht, een pronkstuk met twee te-
feltableaux, dat een geschenk is van
e gemeenteraad.
BIJ DE KLOPGEESTEN
Ge kimt dan nog even kijken naar
het metselen van een klein gewelf on
der de toren, dat even gracieus be
looft te worden als dat van de Vlees
hal en vervolgens langs het geheel
nieuw gehakte wenteltrapje afdalen
naar de toekomstige binnenplaats,
waar de knap gerestaureerde achter
kant van Vleeshal en Burgerzaal
blinkt in het zonlicht. Het is winter
en dus ligt de gevelrestauratie thans
stil; de metselaars zyn nu druk be
zig in de toren, waarin de verbrande
steen een droevig contrast vormt
met de nieuw gemetselde muren.
Grote activiteit heerst ook in de
werkplaats achter het Engelse kerk
je, waar kolossale blokken kalksteen
wachten om onder de beitel te komen,
grauwe verweerde ornamenten her en
der verspreid liggen en een gravinne
tje van steen dromerig glimlacht, vol
nostalgie naar de tijden van weleer.
Dit is het kleine ryk van de klop
geesten, de beeldhouwers en steen
hakkers, die uit vormeloze klompen
materiaal kloek traceerwerk en sier
lijke ornamenten vervaardigen. On-
hun handen ziet ge de kostelijk-gesty-
leerde bekroningen groeien, die reeds
deze zomer de thans nog afgeknotte
pinakels zullen tooien. Een monniken
werk, maar een heerlijk werk te
vens
Vakkennis, zorg en bekwaamheid
van architecten, beeldhouwers, opzich
ters en werklieden ge ziet er thans
de resultaten van. Maar er is méér,
er is ook een grote liefde voor het vak,
een grote liefde bovenal voor de on
vergankelijke schoonheid van de go
thiek. En deze liefde in de eerste
plaats leidt er toe, dat Middelburg-
zijn mooiste bouwwerk teruggeschon
ken krijgt, een juweel, gevat in do
oude binnenstad, dat in de eeuwen
die komen het oog zal strelen van
stedeling en vreemdeling.
Van het moment, waarop H.M. de Koningin, de Prinsesjes, mevrouw
van Maasdijk en mevrouw Pennink het hotel Post verlaten om te gaan
skiën, maakt een dorpsvrouwtje gebruik om haar koopwaar, handschoe
nen, te slijten. Links in wit costuum H. 31. Koningin Juliana. Van rechts
naar links de Prinsesjes Irene, Beatrix cn Margriet.
GEVAAR IN MIDDELBURG
Enkele maanden geleden is er in de
verkeersregeling in Middelburg een
verandering gekomen, die in de prac-
tijk onhoudbaar blijkt. De Segeer-
straat, die men vroeger alleen vanuit
de Lange Delft in mocht rijden, mag
tegenwoordig alleen in de andere
richting door auto's ingereden wor
den. Daar valt iets voor te zeggen,
omdat het voor de toerist-automobi
list anders een raadsel was, hoe hij op
de Markt moest komen
Dit laatste euvel is nu verholpen,
maar ...nu perst men het verkeer dat
vroeger door de Segeerstraat naar de
Koningsbrug reed, door de smalle St.
Janstraat en de Herenstraat.
Deze twee straten zijn in de eerste
plaats veel te smal om gemotoriseerd
verkeer te verwerken. Goed, dat
neemt men desnoods voor lief in een
oude stad als Middelburg. Erger is,
dat het verlaten van deze beide
straten levensgevaarlijk is, als men op
een motor, of in een auto zit. Het
verkeer, dat in twee richtingen langs
de Houtkade stroomt, is niet verdacht
op snelverkeer uit Herenstraat en St.
Janstraat en omgekeerd zijn de mo
torrijders en automobilisten, die uit
deze beide straten komen, dat even
min.
Vandaag of morgen komt het tot een
ernstige botsing op deze punten.
Is het niet beter om hier maatrege
len te nemen voor het te laat is? De
Nieuwstraat is geschikter om het ver
keer naar de Koningsbrug vanuit de
Lange Delft op te vangen, dan de bei
de straten, die thans daarvoor dienst
doen.
Ten Kloosteo-'s charmante beeldhouwwerkjes in de hall van het gothische
Stadhuis te Middelburg beelden de beroepen uit.
FEUILLETON
door
MARY BURCHELL
45
„Ja", antwoordde Letty ferm. „Heel
zeker".
Nu kuste hij haar. Niet heel even,
zoals hij 't in de boomgaard had ge
daan, maar alsof ze hem inderdaad
toebehoorde en hij dit feit nu beze
gelde. Half buiten adem gaf Letty
hem zijn kus terug, maar toen zei ze,
bijna dadelijk en als een soort anti
climax:
„We konden nu beter naar binnen
gaan. 't Is bijna etenstijd".
Glimlachend aanvaardde hij haar
veranderde stemming zonder protest
en samen gingen ze het huis binnen.
Toen ze in de hall waren, fluisterde
ze iets van zich verkleden voor 't di
ner en ontsnapte naar haar kamer
boven, waar zij eindelijk alleen kon
zijn en nog eens over het merkwaar
dige besluit, door haar genomen, kon
nadenken.
Een ogenblik werd Letty aangegre
pen door een razende paniek, die men
gewoonlijk slechts in dromen beleeft,
als men zichzelf in een of andere be
lachelijke situatie verwikkeld waant,
iets dat geheel strijdt met wat men in
't werkelijke leven zou doen.
„Ik heb gezegd, met hem te zullen
trouwen", hijgde Letty, op de kant
van haar bed zittend en naar haar ta
melijk verwilderd spiegelbeeld sta
rend. ,,'t Is volslagen gekkenwerk.
Natuurlijk kan ik dat niet. En
toch
Ze had alle argumenten voor en te
gen reeds een half dozijn keer de re
vue laten passeren. Het had geen doel,
ze opnieuw te onderzoeken. Boven
dien scheen geen enkel meer dan een
vluchtige indruk op haar te hebben
gemaakt en toch moest in zulk een
gewichtige aangelegenheid als een hu
welijk je alles klaar en helder voor
ogen staan.
Werktuigelijk begon ze zich te ver
kleden, maar ze wist slechts opper
vlakkig wat ze deed. Inderdaad was
haar gehele denken gericht op het
feit, dat ze zich verloofd had met een
man, die weinig meer dan 'n vreem
deling voor haar was.... en nog wel
een tamelijk verontrustende vreem
deling.
„Ik weet zelfs héél weinig van hem"
bedacht Letty, terwijl ze verstrooid de
haarkam hanteerde. „Wat weet ik
eigenlijk, behalve dat hij een natuur
onderzoeker is. dat hij iemand anders
lief heeft en bij gebrek aan beter met
mij wil gaan trouwen? O, ik weet op
perbest, dat ik gek ben, om daarop in
te gaan. En toch.. Edenfield".
Steeds kwam ze terug tot dit ene:
Ze moest op Edenfield blijven, het
kostte wat het kostte. Juist was ze
weer op dit punt aangeland, toen An
na bescheiden de gong luidde, ten
teken, dat de maaltijd gereed was.
Het was koel in de eetkamer, waar
de grote vensters de zachte avond
lucht binnenlieten. Er heerste een ui
terst rustige sfeer, alleen iet of wat
verstoord door de onderzoekende, bij
na angstige blik, welke Gabrielle bij
Letty's binnentreden op haar wierp.
Letty popelde om te zeggen: ,,'t Is
in orde. Verkoop Edenfield maar. Ru-
fus koopt het en ik blijf er als zijn
vrouw".
Haar natuurlijke ingetogenheid
hield Letty echter van zulk een onbe
kookte uitlating terug en toen Rufus
was binnengekomen, kreeg het ge
sprek een allerminst dramatisch ver
loop.
Letty gevoelde zich ietwat onbe
haaglijk tussen Gabrielle, die zo luttel
en Rufus die zo veel wist; ze vreesde,
dat ze maar weinig tot de conversatie
bijdroeg. Gabrielle scheen evenwel
niets vreemds te bemerken mis
schien ook achtte ze Letty's stilzwij
gen begrijpelijk en ratelde vrolijk
over haar uitstapje naar de stad.
Tenslotte sneed Rufus de netelige
kwestie aan, door heel kalm op te
merken: „Ik hoor, dat u er over denkt,
Edenfield te verkopen, mevrouw Orm-
ford". (Hij toonde nooit de minste
animo om haar Gabrielle te noemen).
„O.ja". Plotseling keek Gabriel
le minder lieftallig en scheen ze daar
entegen zeer op haar hoede. „Hoe
weet u dat?O, Letty heeft het u
zeker verteld".
„Ja.ik hoorde het van Letty".
„Ik had niet veel keus, ziet u",
ging Gabrielle vlug voort op een toon,
waaruit zowel zelfverdediging als be
roep op zijn gezond verstand door
klonk. „Ik zit er heus niet zo goed
bij en kan me gewoonweg niet veroor
loven, een landgoed van deze omvang
aan te houden met een woning in de
stad, die ik wil betrekken. Letty en u
zullen wel heel slecht over mij den
ken.. maar.."
„Helemaal niet", verzekerde Rufus
rustig. „Integendeel, ik ben blij, dat
ik van uw plan gehoord heb".
(Wordt vervolgd).
Opkomst van een Intellectueel proletariaat.
Sinds enkele weken is de universiteit in Rome het revolutiecentrum
van Italië geworden. Stakingen, betogingen tot in het centrum van de
stad, revolutionnaire redevoeringen enz. zijn aan de orde van de dag. Men
spreekt in de collegezalen en de gangen van de universiteit niet meer over
chemische samenstellingen, niet meer over Kant en Spinoza, over ana
tomie en rechtswetenschappen, doch slechts over collegegelden, belastin
gen, buitengewone examens, niet gehouden afspraken en tenslotte over
„reactionnairen", „fascisten", „verraders" en „verkochten."
Toen de studenten er toe overgingen
een inter-facultatieve commissie te
kiezen, die moet opkomen voor de be
langen van de studenten, kwam dui
delijk tot uiting, waartoe de verwar
ring in de na-oorlogse tijd het studen-
corps in Italië geleid heeft en van
welke ideologieën een groot gedeelte
van de studenten een oplossing van
hun problemen verwacht.
De uitslag van de verkiezing voor
deze on-politieke commissie sprak een
duidelijke taal. In alle Italiaanse uni
versiteiten beheersten de politieke
groepen van de „Democrazia Chris
tiana". de neo-fascisten en de commu
nisten. het veld. In Rome kreeg de af
gevaardigde van de Christelijk Demo
craten 814 stemmen, daarop volgde
met 718 stemmen de fascistische M.S.
I., en de communisten kwamen met
681 stemmen uit de bus terwijl alle
andere groepen tezamen slechts 424
stemmen behaalden. Aan de universi
teit in Napels stonden de neo-fascis
ten zelfs met 715 stemmen op de eer
ste plaats, terwijl de christelijk-demo-
craten met 641 en de communisten
met 600 stemmen de strijd verloren.
De commissies van de studenten zijn
minder een vertegenwoordiging voor
de zakelijke belangen van de studen
ten dan wel een vergaarbak van ra
dicaal politieke richtingen geworden,
die de breuk in de rijen van de stu
denten en him vervreemding van een
gedegen studie steeds groter maken,
Het is duidelijk, dat, hoe minder de
studenten-commissies tot een oplos
sing van de werkelijke problemen
kunnen bijdragen, des te groter de
toevloed van teleurgestelden naar de
extreem-politieke groeperingen wordt.
Bij de eerstvolgende verkiezingen
houdt men al rekening met een dui
delijke nederlaag van de christen-de
mocraten, omdat zij niet „radicaal"
genoeg zijn,
HOGE COLLEGEGELDEN.
Welke zijn nu de problemen van de
Italiaanse studenten, die om een op
lossing vragen? Naast de zuiver gees
telijke beweegredenen zijn het in de
eerste plaats de oorlog en de gevolgen
van de oorlog, die de hogescholen
financieel en organisatorisch in een
moeilijke positie hebben geplaatst. Er
is gebrek aan ruimten, laboratoria,
wetenschappelijke installaties en in
strumenten en de sociale hulpverle
ning voor de studenten is verre van
gunstig. De vijf milliard lire, die de
minister van Onderwijs voor alle
Italiaanse universiteiten tezamen ter
beschikking heeft gesteld. moesten
voor 97 uitgegeven worden aan
administratieve doeleinden en salaris
sen, terwijl slechts 3 voor het in
stituut zelf gebruikt kon worden.
Waar moet men de rest van de beno
digde gelden vandaan toveren? Voort
durend worden door de universitei
ten de collegegelden verhoogd, hetgeen
betekent, dat de studenten zelf het
ontbrekende moeten bijpassen.
Aan de Noord-Italiaanse universi
teiten moet 25 van de studenten
hun eigen studie en onderhoud beta
len met verschillende soorten werk
zaamheden. in Rome is dat aantal
35 en in Venetië zelfs 65 De ge
volgen blijven niet uit! De studie is
ongeregeld, ontevredenheid heerst on
der de studenten, sociale spanningen
ontstaan tussen de meer en de minder
gesitueerde studenten, en er is alleen
nog maar vertrouwen in de hulp van
politiek-radicale groepen, die hier een
prachtige gelegenheid vinden om in
troebel water te vissen.
Koffiedistributie blijft
voorlopig.
(Van onze Haagse redacteur)
DEN HAAG, Februari Het week
blad „De Kruidenier" heeft de moge
lijkheid geopperd om behalve gedistri
bueerde koffie ook vrye koffie te
gaan verkopen doch dan tegen een
veel hogere prijs dan men voor koffie
op de bon betalen moet.
Bij informatie te bevoegdiv plaatse
deelde men ons mee, dat het niet in
het voornemen der regering ligt om
de distributie op te heffen en even
min het berekenen van hogere prij
zen toe te staan, althans voorlopig
niet.
Nederland staat er wat zijn hoe
veelheid beschikbare koffie betreft,
nog steeds niet goed voor. Wij teren
op een oude, tegen bepaalde prijzen
ingekochte voorraad. Inmiddels zijn
de prijzen op de wereldmarkt aanzien
lijk verhoogd, maar dit wil niet zeg
gen, dat de consumentenprijs daarme
de nu reeds in overeenstemming ge
bracht zal worden.
Langzamerhand is men er wel toe
gekomen aan de verwerking van kof
fie, die in het buitenland duurder werd
aangekocht. Voor dit kwantum zou
dus een hogere prijs gerechtvaardigd
zijn, doch de overheid en het bedrijfs
leven zijn hierover in overleg getre
den, met het resultaat, dat er voor
de consument niets verandert. De
oude prijs wordt gehandhaafd.
Er worden nu weer hoeveelheden
koffie aangevoerd, die reeds enige tjjd
geleden gekocht zijn de koffiehan
del is termijnhandel en de prijzen
daarvan zijn geleidelijk de hoogte in
gegaan. Op de duur zou het verschil
tussen inkoopsprijs en verbruiksprijs,
dat nu reeds aanzienlijk is, daardoor
wel zeer groot worden. Eerlang zal
de overheid deze kwestie, die uiter
aard verband houdt met haar loon-
en prijspolitiek, opnieuw onder de
ogen zien.
Hei Wereldgebeuren
De uitslag van de Britse verkiezin
gen heeft eigenlijk geen enkele groep
in of buiten Engeland bepaald geest
driftig gestemd. Labour heeft welis
waar op het kantje af de meerder
heid behouden, doch gezien het wel
zeer geringe aantal zetels-overschot
is van een juichstemming geen sprake.
Die ontbreekt trouwens al evenzeer
bij de conservatieven. Zij kunnen te
vreden zijn met hun flinke zetelwinst,
maar per slot van rekening is hun
doel, het verslaan van de Labour-re-
gering, niet bereikt. De uitspraak van
het kiezerscorps over vijf jaar socialis
tisch bewind heeft een halfslachtig ka
rakter en dat maakt de situatie voor
de Labour-regering ietwat onbehaag
lijk. Degenen, die op een nederlaag
van Labour gehoopt hadden, troosten
zich al met de gedachte, dat Attlee
geen „working-majority" heeft, geen
meerderheid, waarmee te regeren is.
De premier zelf is het daarmee niet
eens. Hij heeft aangekondigd zich zo
goed en zo kwaad als het gaat aan de
nieuwe toestand in het Lagerhuis te
zullen aanpassen, ook al wordt het bij
elke stemming van belang de neuzen
te tellen onder de Labour-gelederen. Er
is trouwens weinig andere keus. Een co
alitie met de conservatieven behoort
tot de onmogelijkheden en nieuwe
verkiezingen kunnen nauwelijks een
beter resultaat voor de socialisten op
leveren. Of voor Attlee een tweede
regeerperiode van vijf jaren is weg
gelegd ligt in de toekomst verborgen;
een nederlaag bij verrassing is bij de
huidige samenstelling van het parle
ment steeds mogelijk.
Een analyse van de uitslag levert
overigens enkele merkwaardige bij
zonderheden op. Het Belgische blad
„La Nation Beige" schreef in een
commentaar, dat de uitslag der ver
kiezingen weer eens de stupiditeit van
de Britse kieswet in het licht heeft
gesteld. De meerderheid in het parle
ment is toegevallen aan een partij,
die twee millioen stemmen minder
heeft gekregen dan de helft van het
totaal
Dat is sterk overdreven. De zetel
verdeling komt bij benadering zeer
wel overeen met de stemverhouding
een ruwe berekening wijst dit uit.
Alleen de liberalen komen bij lange
na niet aan htm trekken, maar hun
bezwaren tegen het districtenstelsel
vinden weinig weerklank.
De teruggang van Labour Valt voor
namelijk op rekening te stellen van
het Engelse platteland. In de „Times"
is een staatje verschenen, waaruit
blijkt, dat in de Engelse steden La
bour 151 van de 247 zetels verkreeg,
in de Schotse steden 20 van 32 en in
de steden van Wales 9 van de 10. Op
het Engelse platteland kreeg Labour
echter slechts 68 van de 213 zetels, op
het Schotse platteland 15 van de 32.
In Wales echter weer 18 van de 25.
Van de 21 katholieke leden in het
Lagerhuis behoren er 16 tot Labour,
4 tot de conservatieven en een is een
Ierse nationalist.
Die Ierse nationalisten twee in
totaal zijn overigens zeer merk
waardige Lagerhuisleden. Zij zullen
waarschijnlijk als door en door anti-
Engels geen enkele zitting bijwonen.
Bewijzen van Nederlanderschap
voor België en Luxemburg.
Ingaande 1 April 1950 wordt de moge
lijkheid geopend, dat Nederlanders in
België en Luxemburg worden toegelaten
op bewijzen van Nederlanderschap. Deze
bewijzen zullen worden afgegeven door
de burgemeesters en hebben een geldig
heidsduur van 5 jaar.
Er worden twee modellen uitgegeven
n.L geldig voor één persoon en voor ge
zinshoofden met kinderen beneden de
leeftijd van 15 jaar.
Geen bewijzen van Nederlanderschap
zullen verstrekt worden aan de houders
van een geldig paspoort of een paspoort
waarvan de geldigheidsduur nog geen
vijf jaar is verlopen en die voldoende
zijn om naar België of Luxemburg te rei
zen. Evenmin kunnen aan gehuwde vrou
wen. die bijgeschreven zijn op het pas
poort hunner echtgenoten, bedoelde be
wijzen uitgereikt worden.
De kosten zullen maximaal f 3.mo
gen bedragen.
Middenstandsexamen.
Op 7 en 8 November 1950 zal in
nader te bepalen garnizoensplaatsen
een speciaal middenstandsexamen al
gemene handelskennis gehouden wor
den voor uit Indonesische gerepatri
eerde militairen, die na 1 Sept. '49
zijn gedebarkeerd.
De minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen heeft besloten dit jaar
de candidaten voor de staatsexamens Ho
gere Burgerschool A en B, die niet in
het Westen van het land wonen, in de ge
legenheid te stellen het schriftelijk ge
deelte van de examens af te leggen aan
openbare Hogere Burgerscholen of Lycea
in hun woonplaats of in de nabijheid er
van.
17. „En vrind", vroeg de meneer, die niemand an
ders was als meneer Pieperda zelf, de beroemde
organisator van de Elfstedentocht, „wat zal het
zijn, de tocht of de wedstrijd?" „Grrrr", ant
woordde Jimmy en hij probeerde zo vriendelijk
mogelijk te kijken, want hij verwachtte op z'n
minst, dat deze meneer hem aan een broodje met
kaas kon helpen. Toen keek meneer Pieperda zijn
nieuwe klant wat scherper aan en hij bemerkte dat
hij wel een flink uit de kluiten gewassen jonge
man was, die daar voor hem oprees, maar dat het
er voor het overige wel weer eentje uit Holland
zou zijn, daar twijfelde hij geen moment aan.