De glorie der gothiek herleeft in Middelhurg's schoonste huis Zeeuwse Almanëk LETTY'S moeilijke KEUZE De Italiaanse universiteiten zijn politieke broeinesten Attlee zet door JIMMY BROWN, sportheld no.1 MAANDAG 27 FEBRUARI 1950 PROV"MClALE ZEEUWSE COURANT Inwendige restauratie van het stadhuis nadert voltooiing i Zorgvuldig, vakkundig, liefdevol werk Het Middelburgse Stadhuis staat thans midden in de belangstelling: ein delek kwam de verheugende tijding, dat het Rjjk de bouw van het nieuwe gedeelte goedkeurt. De restauratie van het Gothische deel vordert zo goed, dat de voltooiing daarvan tegen het einde van het eerste halfjaar 1950 te gemoet gezien kan worden. De uitwendige restauratieja, dat is vers twee. Natuurlijk, als ge op de Markt staat, lijkt het heel wat. Maar kom eens nader en bekijk die pui eens van dichtbij. Scheuren ziet ge, zo wyd, dat 'n vinger er in past. Om van de gevel met zjjn door vuur en weer verteerde steen maar te zwijgen. Het zou bepaald ontmoedigend zjjn, wanneer de achterkant van Vleeshal en Burgerzaal niet zo'n schone aanblik bood, wanneer ge, dwalend door het monumentale gebouw, niet kon zien waartoe de restaurateurs in staat Ook al zal de maquette van Walche ren in de toekomst de grootste at tractie vormen van de kostelijke Vleeshal, het domein van het Zeeuws Oorlogsmuseum, dè „blikvanger" van deze zaal is en blijft het stenen net- gewelf met de bakstenen gewelfvel den en het sierlijk lijnenspel van de naturstenen graten. De glorie van de gothiek spreekt ook uit de raam traceringen enige ramen zijn al gereed, met de andere hoopt men volgend voorjaar klaar te komen uit de stemmige geblokte vloer, uit de forse stenen muren. Voor de bekende nissen in deze muren worden houten luiken aangebracht; zjj zijn alle gereed en één ervan is reeds geplaatst, „om te kijken hoe "t lijkt", zegt architect M. J. J. van Be- veren. Welnu, het lijkt goed: de bij zondere sfeer van deze ruimte wordt er door geaccentueerd. Leerlingen van de Ambachtsschool zijn in touw om de 16 eikenhouten uitstaltafels voor het museum tijdig te kunnen afleve ren. SFEER VAN HET VERLEDEN In de grote hal, die men via de hoofdingang betreedt, is het momen teel (hoe kan dat anders?) nog uitge sproken rommelig, maar toch proeft ge er iets van die ondefinieerbare sfeer van het verleden, die tot fluiste ren dwingt. Hier komt ge in het „representatieve deel" van het Mid delburgse Stadhuis: een waardige, royale entrée, overkoepeld door een zwaar eikenhouten plafond. Ge stelt U voor hoe straks de grote wandta pijten zullen afhangen van de eerlijke stenen muren, hoe de kostbare oud- Hollandse kasten zullen glanzen in 't gezeefde zonlicht, hoe burgemeesters uit een grijs verleden uit hun dikke vergulde lijsten op U neer zullen zien. Achter de hall ligt het vertrek, waar later vele Middelburgse paar tjes hun „verbond voor het leven" zul len sluiten: de trouwzaal. Wanneer ge er als overmoedige vrijgezel wilt binnen stappen, wordt ge plotseling geconfronteerd met een gapende af grond: in de schemerige diepte ligt de verwarmingskelder, waaraan nog gewerkt wordt. Vanuit de hal voert 'n open trap met natuurstenen treden naar de trotse Burgerzaal, waarvan de schoonheid, die reeds in vele toon aarden werd bezongen, thans nog ver hoogd wordt door de nieuwe tegel vloer en enkele nieuwe ramen, het bo venste gedeelte van glas-in-lood, het benedengedeelte afgesloten door een luikje. De ramen aan de zijde van de Markt en Helm zullen geheel van glas-in-lood zijn, maar zóver is men voorlopig nog niet. Jammer, dat het bijzonder fraaie houten tongewelf wat ontsierd wordt door acht gaten, die noodzakelijk wa ren voor de toevoer van warme lucht. BEKOORLIJKE BEELDHOUWWERKJES. Boven de hal is de zaal der wijze besluiten de raadzaal, gelegen. Hier wordt ge, evenals trouwens in andere vertrekken, getroffen door de char mante beeldhouwwerkjes, waarin de Veerse kunstenaar Ten Klooster de grove ,vierkante kraagstenen omto verde. De consoles in de raadzaal vormen een uitbeelding van de dieren riem, die in de trouwzaal geven de jaargetijden weer, die in de hal de be roepen en de kraagstenen in de kamer van B. en W. de vier evangelisten. Het is nu reeds een sensatie apart om het heiligdom van het dagelijks bestuur der gemeente te betreden. De deur naar de raadzaal wordt omlijst door een weelderig gebeeldhouwde houten poort met aan weerszijden kasten. Als ge scherp kijkt, ontdekt ge wellicht ook enkele geheime laadjes, die echter teleurstellend leeg zijn. Een dergelijk poortje van kleinere af metingen omgeeft de toegang naar het toekomstige nieuwe raadhuis, ter wijl in de muur daarnaast een monu mentale houten schouw is aange bracht, een pronkstuk met twee te- feltableaux, dat een geschenk is van e gemeenteraad. BIJ DE KLOPGEESTEN Ge kimt dan nog even kijken naar het metselen van een klein gewelf on der de toren, dat even gracieus be looft te worden als dat van de Vlees hal en vervolgens langs het geheel nieuw gehakte wenteltrapje afdalen naar de toekomstige binnenplaats, waar de knap gerestaureerde achter kant van Vleeshal en Burgerzaal blinkt in het zonlicht. Het is winter en dus ligt de gevelrestauratie thans stil; de metselaars zyn nu druk be zig in de toren, waarin de verbrande steen een droevig contrast vormt met de nieuw gemetselde muren. Grote activiteit heerst ook in de werkplaats achter het Engelse kerk je, waar kolossale blokken kalksteen wachten om onder de beitel te komen, grauwe verweerde ornamenten her en der verspreid liggen en een gravinne tje van steen dromerig glimlacht, vol nostalgie naar de tijden van weleer. Dit is het kleine ryk van de klop geesten, de beeldhouwers en steen hakkers, die uit vormeloze klompen materiaal kloek traceerwerk en sier lijke ornamenten vervaardigen. On- hun handen ziet ge de kostelijk-gesty- leerde bekroningen groeien, die reeds deze zomer de thans nog afgeknotte pinakels zullen tooien. Een monniken werk, maar een heerlijk werk te vens Vakkennis, zorg en bekwaamheid van architecten, beeldhouwers, opzich ters en werklieden ge ziet er thans de resultaten van. Maar er is méér, er is ook een grote liefde voor het vak, een grote liefde bovenal voor de on vergankelijke schoonheid van de go thiek. En deze liefde in de eerste plaats leidt er toe, dat Middelburg- zijn mooiste bouwwerk teruggeschon ken krijgt, een juweel, gevat in do oude binnenstad, dat in de eeuwen die komen het oog zal strelen van stedeling en vreemdeling. Van het moment, waarop H.M. de Koningin, de Prinsesjes, mevrouw van Maasdijk en mevrouw Pennink het hotel Post verlaten om te gaan skiën, maakt een dorpsvrouwtje gebruik om haar koopwaar, handschoe nen, te slijten. Links in wit costuum H. 31. Koningin Juliana. Van rechts naar links de Prinsesjes Irene, Beatrix cn Margriet. GEVAAR IN MIDDELBURG Enkele maanden geleden is er in de verkeersregeling in Middelburg een verandering gekomen, die in de prac- tijk onhoudbaar blijkt. De Segeer- straat, die men vroeger alleen vanuit de Lange Delft in mocht rijden, mag tegenwoordig alleen in de andere richting door auto's ingereden wor den. Daar valt iets voor te zeggen, omdat het voor de toerist-automobi list anders een raadsel was, hoe hij op de Markt moest komen Dit laatste euvel is nu verholpen, maar ...nu perst men het verkeer dat vroeger door de Segeerstraat naar de Koningsbrug reed, door de smalle St. Janstraat en de Herenstraat. Deze twee straten zijn in de eerste plaats veel te smal om gemotoriseerd verkeer te verwerken. Goed, dat neemt men desnoods voor lief in een oude stad als Middelburg. Erger is, dat het verlaten van deze beide straten levensgevaarlijk is, als men op een motor, of in een auto zit. Het verkeer, dat in twee richtingen langs de Houtkade stroomt, is niet verdacht op snelverkeer uit Herenstraat en St. Janstraat en omgekeerd zijn de mo torrijders en automobilisten, die uit deze beide straten komen, dat even min. Vandaag of morgen komt het tot een ernstige botsing op deze punten. Is het niet beter om hier maatrege len te nemen voor het te laat is? De Nieuwstraat is geschikter om het ver keer naar de Koningsbrug vanuit de Lange Delft op te vangen, dan de bei de straten, die thans daarvoor dienst doen. Ten Kloosteo-'s charmante beeldhouwwerkjes in de hall van het gothische Stadhuis te Middelburg beelden de beroepen uit. FEUILLETON door MARY BURCHELL 45 „Ja", antwoordde Letty ferm. „Heel zeker". Nu kuste hij haar. Niet heel even, zoals hij 't in de boomgaard had ge daan, maar alsof ze hem inderdaad toebehoorde en hij dit feit nu beze gelde. Half buiten adem gaf Letty hem zijn kus terug, maar toen zei ze, bijna dadelijk en als een soort anti climax: „We konden nu beter naar binnen gaan. 't Is bijna etenstijd". Glimlachend aanvaardde hij haar veranderde stemming zonder protest en samen gingen ze het huis binnen. Toen ze in de hall waren, fluisterde ze iets van zich verkleden voor 't di ner en ontsnapte naar haar kamer boven, waar zij eindelijk alleen kon zijn en nog eens over het merkwaar dige besluit, door haar genomen, kon nadenken. Een ogenblik werd Letty aangegre pen door een razende paniek, die men gewoonlijk slechts in dromen beleeft, als men zichzelf in een of andere be lachelijke situatie verwikkeld waant, iets dat geheel strijdt met wat men in 't werkelijke leven zou doen. „Ik heb gezegd, met hem te zullen trouwen", hijgde Letty, op de kant van haar bed zittend en naar haar ta melijk verwilderd spiegelbeeld sta rend. ,,'t Is volslagen gekkenwerk. Natuurlijk kan ik dat niet. En toch Ze had alle argumenten voor en te gen reeds een half dozijn keer de re vue laten passeren. Het had geen doel, ze opnieuw te onderzoeken. Boven dien scheen geen enkel meer dan een vluchtige indruk op haar te hebben gemaakt en toch moest in zulk een gewichtige aangelegenheid als een hu welijk je alles klaar en helder voor ogen staan. Werktuigelijk begon ze zich te ver kleden, maar ze wist slechts opper vlakkig wat ze deed. Inderdaad was haar gehele denken gericht op het feit, dat ze zich verloofd had met een man, die weinig meer dan 'n vreem deling voor haar was.... en nog wel een tamelijk verontrustende vreem deling. „Ik weet zelfs héél weinig van hem" bedacht Letty, terwijl ze verstrooid de haarkam hanteerde. „Wat weet ik eigenlijk, behalve dat hij een natuur onderzoeker is. dat hij iemand anders lief heeft en bij gebrek aan beter met mij wil gaan trouwen? O, ik weet op perbest, dat ik gek ben, om daarop in te gaan. En toch.. Edenfield". Steeds kwam ze terug tot dit ene: Ze moest op Edenfield blijven, het kostte wat het kostte. Juist was ze weer op dit punt aangeland, toen An na bescheiden de gong luidde, ten teken, dat de maaltijd gereed was. Het was koel in de eetkamer, waar de grote vensters de zachte avond lucht binnenlieten. Er heerste een ui terst rustige sfeer, alleen iet of wat verstoord door de onderzoekende, bij na angstige blik, welke Gabrielle bij Letty's binnentreden op haar wierp. Letty popelde om te zeggen: ,,'t Is in orde. Verkoop Edenfield maar. Ru- fus koopt het en ik blijf er als zijn vrouw". Haar natuurlijke ingetogenheid hield Letty echter van zulk een onbe kookte uitlating terug en toen Rufus was binnengekomen, kreeg het ge sprek een allerminst dramatisch ver loop. Letty gevoelde zich ietwat onbe haaglijk tussen Gabrielle, die zo luttel en Rufus die zo veel wist; ze vreesde, dat ze maar weinig tot de conversatie bijdroeg. Gabrielle scheen evenwel niets vreemds te bemerken mis schien ook achtte ze Letty's stilzwij gen begrijpelijk en ratelde vrolijk over haar uitstapje naar de stad. Tenslotte sneed Rufus de netelige kwestie aan, door heel kalm op te merken: „Ik hoor, dat u er over denkt, Edenfield te verkopen, mevrouw Orm- ford". (Hij toonde nooit de minste animo om haar Gabrielle te noemen). „O.ja". Plotseling keek Gabriel le minder lieftallig en scheen ze daar entegen zeer op haar hoede. „Hoe weet u dat?O, Letty heeft het u zeker verteld". „Ja.ik hoorde het van Letty". „Ik had niet veel keus, ziet u", ging Gabrielle vlug voort op een toon, waaruit zowel zelfverdediging als be roep op zijn gezond verstand door klonk. „Ik zit er heus niet zo goed bij en kan me gewoonweg niet veroor loven, een landgoed van deze omvang aan te houden met een woning in de stad, die ik wil betrekken. Letty en u zullen wel heel slecht over mij den ken.. maar.." „Helemaal niet", verzekerde Rufus rustig. „Integendeel, ik ben blij, dat ik van uw plan gehoord heb". (Wordt vervolgd). Opkomst van een Intellectueel proletariaat. Sinds enkele weken is de universiteit in Rome het revolutiecentrum van Italië geworden. Stakingen, betogingen tot in het centrum van de stad, revolutionnaire redevoeringen enz. zijn aan de orde van de dag. Men spreekt in de collegezalen en de gangen van de universiteit niet meer over chemische samenstellingen, niet meer over Kant en Spinoza, over ana tomie en rechtswetenschappen, doch slechts over collegegelden, belastin gen, buitengewone examens, niet gehouden afspraken en tenslotte over „reactionnairen", „fascisten", „verraders" en „verkochten." Toen de studenten er toe overgingen een inter-facultatieve commissie te kiezen, die moet opkomen voor de be langen van de studenten, kwam dui delijk tot uiting, waartoe de verwar ring in de na-oorlogse tijd het studen- corps in Italië geleid heeft en van welke ideologieën een groot gedeelte van de studenten een oplossing van hun problemen verwacht. De uitslag van de verkiezing voor deze on-politieke commissie sprak een duidelijke taal. In alle Italiaanse uni versiteiten beheersten de politieke groepen van de „Democrazia Chris tiana". de neo-fascisten en de commu nisten. het veld. In Rome kreeg de af gevaardigde van de Christelijk Demo craten 814 stemmen, daarop volgde met 718 stemmen de fascistische M.S. I., en de communisten kwamen met 681 stemmen uit de bus terwijl alle andere groepen tezamen slechts 424 stemmen behaalden. Aan de universi teit in Napels stonden de neo-fascis ten zelfs met 715 stemmen op de eer ste plaats, terwijl de christelijk-demo- craten met 641 en de communisten met 600 stemmen de strijd verloren. De commissies van de studenten zijn minder een vertegenwoordiging voor de zakelijke belangen van de studen ten dan wel een vergaarbak van ra dicaal politieke richtingen geworden, die de breuk in de rijen van de stu denten en him vervreemding van een gedegen studie steeds groter maken, Het is duidelijk, dat, hoe minder de studenten-commissies tot een oplos sing van de werkelijke problemen kunnen bijdragen, des te groter de toevloed van teleurgestelden naar de extreem-politieke groeperingen wordt. Bij de eerstvolgende verkiezingen houdt men al rekening met een dui delijke nederlaag van de christen-de mocraten, omdat zij niet „radicaal" genoeg zijn, HOGE COLLEGEGELDEN. Welke zijn nu de problemen van de Italiaanse studenten, die om een op lossing vragen? Naast de zuiver gees telijke beweegredenen zijn het in de eerste plaats de oorlog en de gevolgen van de oorlog, die de hogescholen financieel en organisatorisch in een moeilijke positie hebben geplaatst. Er is gebrek aan ruimten, laboratoria, wetenschappelijke installaties en in strumenten en de sociale hulpverle ning voor de studenten is verre van gunstig. De vijf milliard lire, die de minister van Onderwijs voor alle Italiaanse universiteiten tezamen ter beschikking heeft gesteld. moesten voor 97 uitgegeven worden aan administratieve doeleinden en salaris sen, terwijl slechts 3 voor het in stituut zelf gebruikt kon worden. Waar moet men de rest van de beno digde gelden vandaan toveren? Voort durend worden door de universitei ten de collegegelden verhoogd, hetgeen betekent, dat de studenten zelf het ontbrekende moeten bijpassen. Aan de Noord-Italiaanse universi teiten moet 25 van de studenten hun eigen studie en onderhoud beta len met verschillende soorten werk zaamheden. in Rome is dat aantal 35 en in Venetië zelfs 65 De ge volgen blijven niet uit! De studie is ongeregeld, ontevredenheid heerst on der de studenten, sociale spanningen ontstaan tussen de meer en de minder gesitueerde studenten, en er is alleen nog maar vertrouwen in de hulp van politiek-radicale groepen, die hier een prachtige gelegenheid vinden om in troebel water te vissen. Koffiedistributie blijft voorlopig. (Van onze Haagse redacteur) DEN HAAG, Februari Het week blad „De Kruidenier" heeft de moge lijkheid geopperd om behalve gedistri bueerde koffie ook vrye koffie te gaan verkopen doch dan tegen een veel hogere prijs dan men voor koffie op de bon betalen moet. Bij informatie te bevoegdiv plaatse deelde men ons mee, dat het niet in het voornemen der regering ligt om de distributie op te heffen en even min het berekenen van hogere prij zen toe te staan, althans voorlopig niet. Nederland staat er wat zijn hoe veelheid beschikbare koffie betreft, nog steeds niet goed voor. Wij teren op een oude, tegen bepaalde prijzen ingekochte voorraad. Inmiddels zijn de prijzen op de wereldmarkt aanzien lijk verhoogd, maar dit wil niet zeg gen, dat de consumentenprijs daarme de nu reeds in overeenstemming ge bracht zal worden. Langzamerhand is men er wel toe gekomen aan de verwerking van kof fie, die in het buitenland duurder werd aangekocht. Voor dit kwantum zou dus een hogere prijs gerechtvaardigd zijn, doch de overheid en het bedrijfs leven zijn hierover in overleg getre den, met het resultaat, dat er voor de consument niets verandert. De oude prijs wordt gehandhaafd. Er worden nu weer hoeveelheden koffie aangevoerd, die reeds enige tjjd geleden gekocht zijn de koffiehan del is termijnhandel en de prijzen daarvan zijn geleidelijk de hoogte in gegaan. Op de duur zou het verschil tussen inkoopsprijs en verbruiksprijs, dat nu reeds aanzienlijk is, daardoor wel zeer groot worden. Eerlang zal de overheid deze kwestie, die uiter aard verband houdt met haar loon- en prijspolitiek, opnieuw onder de ogen zien. Hei Wereldgebeuren De uitslag van de Britse verkiezin gen heeft eigenlijk geen enkele groep in of buiten Engeland bepaald geest driftig gestemd. Labour heeft welis waar op het kantje af de meerder heid behouden, doch gezien het wel zeer geringe aantal zetels-overschot is van een juichstemming geen sprake. Die ontbreekt trouwens al evenzeer bij de conservatieven. Zij kunnen te vreden zijn met hun flinke zetelwinst, maar per slot van rekening is hun doel, het verslaan van de Labour-re- gering, niet bereikt. De uitspraak van het kiezerscorps over vijf jaar socialis tisch bewind heeft een halfslachtig ka rakter en dat maakt de situatie voor de Labour-regering ietwat onbehaag lijk. Degenen, die op een nederlaag van Labour gehoopt hadden, troosten zich al met de gedachte, dat Attlee geen „working-majority" heeft, geen meerderheid, waarmee te regeren is. De premier zelf is het daarmee niet eens. Hij heeft aangekondigd zich zo goed en zo kwaad als het gaat aan de nieuwe toestand in het Lagerhuis te zullen aanpassen, ook al wordt het bij elke stemming van belang de neuzen te tellen onder de Labour-gelederen. Er is trouwens weinig andere keus. Een co alitie met de conservatieven behoort tot de onmogelijkheden en nieuwe verkiezingen kunnen nauwelijks een beter resultaat voor de socialisten op leveren. Of voor Attlee een tweede regeerperiode van vijf jaren is weg gelegd ligt in de toekomst verborgen; een nederlaag bij verrassing is bij de huidige samenstelling van het parle ment steeds mogelijk. Een analyse van de uitslag levert overigens enkele merkwaardige bij zonderheden op. Het Belgische blad „La Nation Beige" schreef in een commentaar, dat de uitslag der ver kiezingen weer eens de stupiditeit van de Britse kieswet in het licht heeft gesteld. De meerderheid in het parle ment is toegevallen aan een partij, die twee millioen stemmen minder heeft gekregen dan de helft van het totaal Dat is sterk overdreven. De zetel verdeling komt bij benadering zeer wel overeen met de stemverhouding een ruwe berekening wijst dit uit. Alleen de liberalen komen bij lange na niet aan htm trekken, maar hun bezwaren tegen het districtenstelsel vinden weinig weerklank. De teruggang van Labour Valt voor namelijk op rekening te stellen van het Engelse platteland. In de „Times" is een staatje verschenen, waaruit blijkt, dat in de Engelse steden La bour 151 van de 247 zetels verkreeg, in de Schotse steden 20 van 32 en in de steden van Wales 9 van de 10. Op het Engelse platteland kreeg Labour echter slechts 68 van de 213 zetels, op het Schotse platteland 15 van de 32. In Wales echter weer 18 van de 25. Van de 21 katholieke leden in het Lagerhuis behoren er 16 tot Labour, 4 tot de conservatieven en een is een Ierse nationalist. Die Ierse nationalisten twee in totaal zijn overigens zeer merk waardige Lagerhuisleden. Zij zullen waarschijnlijk als door en door anti- Engels geen enkele zitting bijwonen. Bewijzen van Nederlanderschap voor België en Luxemburg. Ingaande 1 April 1950 wordt de moge lijkheid geopend, dat Nederlanders in België en Luxemburg worden toegelaten op bewijzen van Nederlanderschap. Deze bewijzen zullen worden afgegeven door de burgemeesters en hebben een geldig heidsduur van 5 jaar. Er worden twee modellen uitgegeven n.L geldig voor één persoon en voor ge zinshoofden met kinderen beneden de leeftijd van 15 jaar. Geen bewijzen van Nederlanderschap zullen verstrekt worden aan de houders van een geldig paspoort of een paspoort waarvan de geldigheidsduur nog geen vijf jaar is verlopen en die voldoende zijn om naar België of Luxemburg te rei zen. Evenmin kunnen aan gehuwde vrou wen. die bijgeschreven zijn op het pas poort hunner echtgenoten, bedoelde be wijzen uitgereikt worden. De kosten zullen maximaal f 3.mo gen bedragen. Middenstandsexamen. Op 7 en 8 November 1950 zal in nader te bepalen garnizoensplaatsen een speciaal middenstandsexamen al gemene handelskennis gehouden wor den voor uit Indonesische gerepatri eerde militairen, die na 1 Sept. '49 zijn gedebarkeerd. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft besloten dit jaar de candidaten voor de staatsexamens Ho gere Burgerschool A en B, die niet in het Westen van het land wonen, in de ge legenheid te stellen het schriftelijk ge deelte van de examens af te leggen aan openbare Hogere Burgerscholen of Lycea in hun woonplaats of in de nabijheid er van. 17. „En vrind", vroeg de meneer, die niemand an ders was als meneer Pieperda zelf, de beroemde organisator van de Elfstedentocht, „wat zal het zijn, de tocht of de wedstrijd?" „Grrrr", ant woordde Jimmy en hij probeerde zo vriendelijk mogelijk te kijken, want hij verwachtte op z'n minst, dat deze meneer hem aan een broodje met kaas kon helpen. Toen keek meneer Pieperda zijn nieuwe klant wat scherper aan en hij bemerkte dat hij wel een flink uit de kluiten gewassen jonge man was, die daar voor hem oprees, maar dat het er voor het overige wel weer eentje uit Holland zou zijn, daar twijfelde hij geen moment aan.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 3