Een experiment met „ijsbommen" ONZE VOGELS IN DE WINTER Kunstmatig opwekken van straffe vorst Van Vrouw foi Vrouw Zeeuwse Almanak het werk van Jan Mankes Fotograferen in de kou Aspirant diplomaten VRIJDAG 24 FEBRUARI 1950 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 Duits geleerde kreeg gelegenheid proefnemingen in Rusland met nieuwe wapens bij te wonen. De Duitse geleerde dr. Wilhelm Tellmann, die een paar jaar in de Sowjet- Unie gewerkt heeft, verhaalde in de „Daily Mall" over zün ervaringen .In een eerste artikel kwam een experiment in de „dodenvallei" ter sprake, in het tweede een experiment met „\jsbommen". Uit dit tweede artikel volgt hier een uittreksel. Dr. Tellmann vertelt: We moesten aan boord van een klei ne kruiser van de Zwarte Zeevloot een belangrijk experiment bijwonen van het ministerie van oorlog. De aan wezigheid van vele hoge politieke functionarissen beloofde wat. Een flottielje van zes grote duikbo ten voeede zich bij de kruiser en ge zamenlijk werd in Zuideliike richting gevaren. Na een paar mijl doken de onderzeeërs. Zij kwamen een half uur later weer bov n en koersten snel naar het Noorden. Alle officieren en leiders stonden opgewonden bi; de railing en zochten met hun kijkers zorgvuldig de zee af. Plotseling verrees uit een kalme zee op ongeveer een halve mijl afstand, een enorme grijze waterzuil, steil als een rots. die met grote snelheid zich Zuidwaarts verplaatste. Ik voelde een koude rilling langs mijn rug gaan. Elk schip, dat in de bijna 20 meter hoge waterzuil terecht zóu komen, ging een bijna zekere ver nietiging tegemoet. Na een paar minuten verdween de langzaam in omvang verminderende waterzuil uit het gezicht. Doet een onderzeese ontploffing het water gewoonlijk als een fontein op spuiten, deze zuil rolde voort als één reusachtige golf, zonder evenwel te breken. De aanwezigen waren klaarblijke lijk zeer tevreden met de resultaten van het experiment. Uit de gesprek ken kon ik opmaken, dat het om een nieuw wapen ging, waarvan grote verwachtingen gekoesterd werden. BIJ DE ARAL-ZEE. Tijdens mijn werk in de Zwarte Zee ontving ik een telegram van het mi nisterie van oorlog, waarin me werd verzocht onmiddellijk naar de Noord kust van de Zee van Aral te komen. Een speciaal vliegtuig bracht me naai* een stad aan de Noordelijke oever van het meer. Prof. D: kwam me in mnn hotel opzoeken. „Je komt net op tijd", zei hij. „In de kamer, die we voor je besnraken, zul je warme pelskleren vinden en alles wat ie verder nodig hebt. Maak je zo snel mogelijk reis vaardig. Binnen een uur gaan we per auto naar het meer." Vanaf een heuvel, die uitzicht gaf op het meer. zagen we een aantal vliegtuigen naderen. Op ongeveer 1.5 K.M. van ons vandaan lieten zij zware bommen vallen in het meer. waardoor het water in beroering kwam. Een paar minuten later was het meer weer kalm. Het wateroppervlak scheen te bevriezen, hoewel we door onze kij kers verderop nog hoge golven zagen. Er stond een flinke bries. Een lichte mist spreidde zich over de baai voor ons en belemmerde het gezicht. Drie K.M. verder kwamen we in een sterke luchtstroom van uiterst lage temperatuur. De mist over de baai werd steeds dikker. Langzaam gingen we verder en bij elke stap werd het kouder. De kou drong door onze pels- Ideren heen en we konden door de mist geen hand voor ogen meer zien. In de baai hoorden we ijs kraken, de wind gierde en het leek alsof het ein de van de wereld nabij was. We moes ten onze armen en benen krachtig be- wegen, anders waren ze bevroren. Na een half uur stopten we met onze waarnemingen en trachtten we naar ons punt van uitgang op de heuvel terug te keren. Maar door de dikke mist draaiden we gedurig in een kring rond. Het duurde vier uren voor de mist optrok en de temperatuur steeg. Eerst toen was het mogelijk de heuvel te vinden. Het water in de baai was bedekt met een dikke laag ijs. De koude wind had tegelijkertijd golven verwerkt en het meer doen bevriezen, zodat alles er nu uitzag als een wild Poolland schap. Het duurde verscheidene dagen voor het ijs weer begon te smelten. Plaats in Nieuw-Zeeland voor 470 gedemobiliseerden. Op Nieuw-Zeeland zullen zich 470 ongehuwde Nederlanders (370 man nen en 100 vrouwen)die bij de Neder landse strijdkrachten in Indonesië dienst hebben gedaan, kunnen vesti gen, aldus heeft de minister van im migratie, William Sullivan, bekend ge maakt. De kosten van het vervoer zouden door de Nederlandse regering geregeld moeten worden. Olie in Urk's bodem was al geraffineerd Reeds enige tijd trok het de aan dacht, dat in de omgeving van een in aanbouw zijnd huizencomplex van Urk gassen uit de grond opstegen. De B.P. M. had reeds toegezegd een expert te sturen, doch nog voor dat bezoek con stateerde een bewoner in de omgeving een olieachtige substantie in het wa ter uit het pompje achter zijn huis. Hij kon er een petroleumstel mee laten branden. De man meende een rijke ader te hebben aangeboord, die boven dien terstond bruikbare olie leverde. Een deskundige heeft nu geconsta teerd, dat het inderdaad zeer goede. en zelfs reeds geraffineerde olie is. Het meest waarschijnlijk wordt ge acht, dat tijdens de bezetting een vaatje olie in de grond is verstopt, dat dit is lek geworden en dat de olie in de veènachtige bodem is gezakt. Ontoelaatbaar veetransport naar Zuid-Amerika. Het Tweede Kamerlid, de heer Post humus. (P.v.d.A.), heeft aan de mi nister van sociale zaken schriftelijk vragen gesteld over de gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan met een transport van vee naar Peru in De cember en Januari jl. De heer Post humus vraagt of de hierover versche nen berichten, als zouden 183 van de 847 verscheepte runderen zijn overle den en slechts 11 van de 187 geboren kalveren levend aangekomen zijn, juist zijn en of de minister bereid is om maatregelen te treffen, die herha ling voorkomen. Vrolijk lachend kijken de Prinsesjes uit het venster van de Koninklijke wagon bij het passeren van het grensplaatsje Buchs aan de Zwitsers- Oostenrijkse grens. V.I.n.r. Prinses Irene, Prinses Margriet, Prinses Bea trix en Eleonora van Maasdijk, het dochtertje van de algemeen secretaris van het Koninklijk Huis. Vlaamse gaai op wihtervoer. Charley Chaplin nummer één Bü een opinie-onderzoek naar de beste filmspeler van de laatste halve eeuw, heeft Charles Chaplin de eer ste plaats verworven. De beste filmspeelster vond men Greta Garbo en de op een na beste Ingrid Bergman, beide zijn Zweedse. Ronald Colman en Sir Laurence Olivier kwamen samen na Chaplin. De film „Gone with the wind" met Clark Gable en Vivienne Leigh noemde men de beste film die ooit ge maakt is, daarna volgden „Birth of a Nation" en „The best years of our Li ves" als tweede en derde. Aan meer dan 200 personen, die 25 jaar of langer bij de film hebben ge werkt, werd verzocht hun lievelings film, filmspeler of filmspeelster, regis seur en producer te noemen voor de stille film. zowel als voor de geluids film De vrede in vier punten. President Truman heeft Woensdag avond in een rede bfi de onthulling van een standbeeld van George Wash ington nog eens bevestigd, dat elk systeem van controle op atoomwapens zonder internationale inspectie, een ,scijnovereenkomst" zou zijn. Hij achtte het gevaar van het com munisme niet gelegen in zijn valse-be- loften. Het ligt in het feit, dat het communisme een instrument is van een imperialistische mogendheid. De president formuleerde „de prac- tische weg naar de vrede" in vier pun ten Het Atlantisch Pact, het plan- Marshall, vermindering van de han delsbarrières en oprichting van een internationale handelsorganisatie. C.N.V. over de Nationale Feestdag. In de deze week gehouden maandelijk se bestuursvergadering van het Christe lijk Nationaal Vakverbond werd besloten tot toelating als lid van de Chr. Ver. van Leraren(essen) bij het Nijverheidsonder wijs. Ten aanzien van de Nationale Feestdag, werd als standpunt van het C.N.V. vast gesteld. dat op dit punt een zelfde ge dragslijn moet gelden voor de overheids- en particuliere bedrijven. Uitgesproken werd, dat het niet gewenst is. de Nationa le Feestdag te combineren met de viering van de verjaardag van H. M. de Konin gin, doch deze te handhaven op de 5e Mei. Ook een wisselende dag werd af gewezen, daar deze de gedenkdag op de duur zou doen verwateren, terwijl viering op een Zaterdag, zoals van sommige zijde is geopperd, bezwaar heeft met het oog op de Zondagsrust. NOG MEER OVER ERNENEK Er valt over de Eskimo Ernenek nog veel meer te vertellen. De Italiaanse Amerikaan Hans Rulsch heeft een dik boek over hem geschreven, dat in Amerika de sensatie van de boeken- markt is. Toen Ernenek trouwde, leejde zijn schoonmoeder nog. Zij was tandeloos en slecht ter been en dus lastig voor nomaden in het poolgebied. Daarom besloten Ernenek en Asiak op zekere dag om de oeroude gewoon te van de Eskimo's te volgen. Zij zet ten de moeder van Asiak op een slede en reden weg om zonder haar terug te keren. Zij hadden haar in de sneeuw geworpen, om te sterven. In het land van de Eskimo's verslindt alles wat leeft de rest, die leeft. Een beer is de kostbaarste buit voor een man. Een mens is de kostbaarste buit voor een beer. In het poolgebied is nog niet uitgemaakt of de mens of de beer de heer der schepping is. Maar toch kent de Poolmens een veilige manier om een beer te doden. Een zorgvuldig geslepen walvisbeen rolt hij in een modderkluit. Ontdekt hij een beer, dan rolt hij die bal over de sneeuw naar zijn prooi toe. Na even argwanend ruiken, slikt de hongerige beer de bal in. Dan smelt de modder en het geslepen walvisbeen verwondt de beer inwendig. Het dier krijgt pijn en tracht te vluchten. De Eskimo gaat er achter aan. Dagen lang duurt soms die zwerftocht. Ten slotte zakt de beer in elkaar. Dat is het moment, waarop de Eskimo- met zijn speer toesnelt en zijn buit overwint. Zo leeft Ernenek. En wij in Zee land? We leven ons eigen leventje. Bedaard en tevreden. Volgens onze, Westerse normen. Beschaafd. Zonder te weten van het merkwaardige leven van Ernenek en Asiak. Zomaar. In een plotse linge opwelling om eens iets anders te doen, mij los te rukken uit het eek hoornmolentje van Dins dag keuken, Woensdag strijken, Donderdag slaapkamers en zo maar door tot dolwordens toe. Wij denken dat het zo behoort, dat wij niet an ders kunnen, dat wij er immers niet zo maar uit kunnen lopen, want. En dan zegt iemand: Jan Mankes, hier vlak in cle buurt. En je trekt je mantel aan en stapt in 'n bus en laat achter je rug de boeren maar rustig dorsen, als je dat ten minste zeggen moogt in Februari. En op een uur dat anders onvermijdelijk voor het opzetten van de aardappelen bedoeld is, stap je met een catalogus in de hand een stil zaaltje binnen en staat meteen midden in een andere vreemde wereld. Dat op zichzelf is al zo prachtig. Een huisvrouw verbeeldt zich maar al te gauw dat voor hddr nu eenmaal geen vrije uren zijn uitgetrokkenDat beelden en schilderijen en kunstschatten èrg mooi zijn, maar alleen gereserveerd voor men sen die de gehele dag niets te doen hebben dan de tijd te doden. Zij moet afstoffen en omwassen en stoppen en verstellen; la ter als zij eens uit de kleine kinderen is Maar wie garandeert haar dat dat later ooit komt? En wie garandeert haar dat zij op haar oude dag nog belangstelling zal hebben voor schilderijen en plastieken, als zij zich een levenlang gewend heeft aan de gedachte, dat dit toch niets voor haar is? Zouden al die betuigingen van onmis baarheid eigenlijk niet 'n kribbig stemmetje moe ten overschreeuwen, dat hardnekkig fluistert: Kunst? Heb ik immers geen verstand van? Ik wil daar niet voor gek staan Doe'het nu. Regel de zaak thuis eens een hal ve dag met de Franse slag. Vraag een harts vriendin of een bereid willige buurvrouw een paar uur oppas voor de kinderen, met de belofte volgende maand haar 'n vrije morgen te bezor gen. En waag u dan wer kelijk eens, nü, midden in de rompslomp, buiten het kringetje van plich ten en taken. U komt te rug als een ander mens, u hebt geestelijk een fris se neus gehaald, u ziet al die kleinigheden, waar over u dagelijks dreigt te struikelen, weer in derde wezens. Neen, het is niet zo raar als het klinkt, om een kom en een paar flesjes wezens te noemen. Jan Mankes weet ze daartoe om te to veren, op een klein doek je dat, u met uw hand kunt bedekken. Dit is echt een exposi tie die genoten zal wor den door vrouwen. Er is iets heel vrouwelijks in deze manier van schilde ren, iets koesterends en liefdevols zonder senti menteel te zijn. Want hij kon het ook wel anders, deze jonge, zwakke man, die nauwelijks elf jaar heeft gehad om te wer ken. Het stilleven met de hnffelschedel, het por tret van zijn vrouw heb- Ik ging eens kijken naar hun werkelijk belachelij ke proporties. En dan er zijn nog zoveel prachtige dingen in de wereld, die voor ons allemaal bereikbaar zijn. Wij behoeven heus geen experts in de schil derkunst te zijn om van zo'n expositie te genieten. Het is misschien wel veel prettiger om helemaal geen verstand van schil derijen te hebben en daar als een kind zo onbevangen rond te wan delen. Als u daar de moed toe hebt be gint u dan vooral met dat kleine werk van Jan Mankes. Want klein is het, van formaat en van onder werp. Muizen, konijntjes, een kom met eitjes, een geit, een marmot, wat ro zen in een vaas, appel bloesem in een glas: alle maal kleine, aandachtig geziene en teder geschil- ben iets koels en krach tigs, de zwemmende snoek is van glanzend xnetaal, de oude boeren, arbeider Douwe van een grootse rust. Maar tn alle schilderijen en grafiek is iets dat wij dadelijk her kennen; de rust, de aan dacht, het evenwichtige van een mens die weet dat hij maar kort te le ven heeft en dit aan vaardt. De troost, die van deze kleine schilderijen uit gaat is iets, dat wij in onze dagen meer dan ooit nodig hebben. Kijk eens, zegt de schilder: die xvitte muur, is die alleen al niet heerlijk om naar te kijken. En zie die uil eens te voorschijn komen uit het halfduister. Een 'uil is een onplezierig beest, dat is waar, speci aal wanneer je muis bent. Maar als we die kromme klauwen nu eens in het duister laten en alleen letten op die filo sofische kop, op dat mooie, zachte bont van zijn verenvacht. En kijk nu eens even naar die bomenrij: is dit niet een wazig en vreemd verstild landschap zoals we soms in onze dromen zien? Waar het nooit helemaal nacht zal worden en evenmin heldere dag? Er is van Jan Mankes veel meer te vertellen. Een vakman zal uitwei den over zijn techniek, de invloeden van grote meesters die duidelijk zijn aan te wijzen, zijn beperktheden en eenzij digheden. Wij geloven dat graag. Maar wij gaan alleen maar kijken als doodge wone huisvrouw, met de werkjapon onder de mantel, alleen gewapend met een catalogus met ti tels en een paar ogen die in deze tijd niet met schoonheid verwend zijn. En wij zitten midden in dat stille zaaltje een ogenblik op een harde houten stoel en denken: Als ik nu rijk was, dan kocht ik dit gemberpotje met dopheide, of dat win terse landschap met die prachtige grijze sloot op de voorgrond. En dan haalde ik thuis dat mon sterlijke bosgezicht van de muur en minstens de helft van al die familie foto's. U kunt het nog doen. Ogen, die een tijdlang naar het werk van Jan Mankes gekeken hebben, zijn heel wat wijzer ge worden. Zij weten, beter dan gisteren, wat werke lijk mooi is en harmoni eus. En zij zullen in het vervolg nog liever tegen een lege muur of een in gelijste goede reproductie aankijken dan tegen de wansmaak van bazarpro- ducten. Als u in de buurt van die tentoonstelling komt, moet U vooral eens gaan zien. SASKIA. Een aangepikte, vroegrype okkernoot, die op een mooie, windstille morgen eind September 1909 voor m^jn voeten rolde, opende me een ge heel nieuw en vruchtbaar arbeidsveld. Omhoog ziende, ontwaarde ik bo ven in de boom een koolmeesje. Het verband lag voor de hand: het ver weerde steeltje van de noot had niet langer weerstand kannen bieden aan de vinnige snavelstoten van de kleine acrobaat. Die woelwater was dus verlekkerd op noten. Voor mij een nieuwe gelegenheid om vogels in de vrije natuur te foto graferen. Dezelfde dag nog bevestig de ik gehalveerde okkernoten aan "n tak van een pereboompje, een paar meter voor mijn huiskamerraam. De camera er vlug voor en een touwtje onder 't even opgeschoven raam door geleid, waarmee ik tiet palletje van de sluiter neertrekken zou. Wel uiterst primitief, bron van talloze mis lukkingen, daar deze touwtrekkerij immers de camera toch op zijn minst lichtelijk zou doen bewegen. Maar ja, vogelfotografie, in die dagen nog pio nierswerk. moest nu eenmaal met veel teleurstellingen gepaard gaan; dit toch verhoogde juist de waarde van het goede, dat er tussendoor liep. Ook was het me niet bekend, of de foto- handel reeds speciale hulpmiddelen bracht, om de camera op afstand van meer dan armlengte te bedienen. Evenwel zon ik op middelen, om meer economisch te werken. IN DE KIST Ik sleepte een grote kist van de zolder, zaagde in een der einden een gaatje, waardoorheen de lens zou kij ken en timmerde daaronder een plankje, waarop het toestel zou komen te staan. In de kist gezeten, vlak bij de ca mera, zou het bezwaar van de touw trekkerij. volkomen ondervangen zijn. Achter in de tuin stonden al een paar in de grond gestoken takken met daaraan bevestigde halve noten te wachten. Ik stapte de keuken in en sommeerde mijn vrouw en het meis je, mij, in de kist gezeten, of liever, gevouwen, naar mijn arbeidsveld te dragen. In mijn onervarendheid vrees de ik, dat de vogeltjes de noten zou den mijden, als ze me voor hun ogen in de kist zagen kruipen. Maar wat ra je? Mijn vrouw schoot rood tot in haar hals. „Je in een kist het huis uitdragen? NööitEn op mijn verbluft, on nozele snuit: „Begrijp je dat dan niet? Voél je dat dan niet Ik begreep niets en ik voelde niets, totdat eindelijk een sprankje licht Roodborstje in de kou. door mijn denken gloorde. Ik verge noegde me, met de schouders op te halen, maar respecteerde toch haar bezwaar en de klucht ging niet door. 't Bleek ook absoluut overbodig:? mezen en mussen zwermden al om de kist heen, als ik me nog maar bukte, om er in te kruipen. Ze verlangden niet eens, dat ik de open achterkant door zeildoek of jute afsloot. Ik kon opnamen maken, meer dan mijn por- temonnaie toeliet. De gewone gasten waren: koolmees, pimpelmees en mus sen. Merels, spreeuwen, vinken, het heggemusje, het roodborstje bleven liever op de grond, zodat ik voor deze snoepers voeder neerlegde, waarmee ze niet aan de haal konden gaan: rotte appels en peren, voor de merels vooral, terwijl het vinkje daar wijs gerig de pitten uitzocht. Verder vul de ik het menu aan met zaden en res ten van de tafel. SNEEUW De winter kwam, met sneeuw en ij zei, dus voedselgebrek^* Druk ge zoek. Urenlang zat ik in de kist, bij 10 gr. vorst. Verkleumd, verstijfd kwam ik er uit. Later leerde ik wei- dat deze zelfkastijding toch niet nodig was geweest, maar toén meende ik, dat het er bij hoorde. De opofferin gen immers moesten de waarde van de resultaten verhogen Kleine twintig jaar later bracht ik een bezoek aan een familie op een der buitens, 't Was koud, vies weer, met regen, natte sneeuw en ij zei. Op het terras voor de grote raamdeuren stond een voederhuisje voor yogels. Aan een paaltje zag ik een kaaskorst vastgebonden, verder een stuk spek- zwoerd, een netje met pinda's en de traditionele cocosnoot Om het voeder huisje heen heerste een buitengewone bedrijvigheid van kleine vogels. VLAAMSE GAAI „Daar is ie weer", riep mevrouw opeens en ze schoot naar het raam. „Wat is ie toch mooimaar een rakker is ie ook.Zie, al dat kleine grut vlucht onder heggen en struiken Hij schrokt de grootste broodhom pen één, twee, drie, doorNu die kaaskorst weerDaar gaat hij er zowaar met 't halve stuk vandoor..:.! Weet welke vogel het is „*t Is de Vlaamse Gaai of Meerkol, mevrouw, antwoordde ik, „hier noemt men hem gewoonlijk broekekster". .O, ja", ging mevrouw voort, „broek eksterdat zei, geloof ik, de tuin baas ook't Is een brutaal beest, maar schitterend mooi! Vooral die blauw-zwart geblokte veertjes doen t zo mooiEn dan die kuifDe tuinbaas zegt, dat hij in 't najaar, op de trek, als hij met vele is, aanmer kelijk schade toebrengt aan het fruit .Maar nu is hij alleen.de tuin baas mag hem niet schieten'k heb 't hem verbodenhij is tè mooi.. ELECTRISCH APPARAATJE De volgende morgen zat ik in de zelfde kamer, het gezin om me heen, te wachte, tot de mooie vogel voor de lens komen zou. Men wilde de kiekerij wel eens meemaken. Op het terras stond de camera en een elec- trisch werkend apparaaaje op de slui ter liet thans toe, zó ver van het toe stel af te zitten, als de lengte van 't snoer me veroorloven zou. Dit laatste leidde onder de raamdeur door tot op de tafel vóór me, de contactknop bin nen het bereik van de hand. Welk een" verschil met twintig jaar geleden. Toen, bij stevige vorst, in 'n kist in de tuin, verstijfd, verkromd van kou, thans in de gezellige, goed verwarmde kamer, een kopje koffie op zijn tijd, een sigaar, ook zelfs de lunch. Deze stond gereed in de aan grenzende kamer, maar als ik het met het ook op het betere licht midden op de dag gewenst oordeelde te blijven zitten, zou mijn portie me wel ge bracht worden. En zo zat ik daar dan aan een keurig gedekte tafel, voor zien van alles, wat daar aan de andere kant opgediend werd, terwijl de doch ter des huizes me allervriendelijkst kwam vragen, of mijnheer nog een kopje koffie wenste. Wonderlijk toch: Evolutie óók in de vogelfotografie! Noordgouwe J. V. Het Wereldgebeuren Duizenden Duitsers, die hopen op een baantje bij de diplomatieke dienst, wachten met spanning op de oprich ting van de eerste Duitse consulaten in het buitenland, hetgeen in de loop van dit jaar zal geschieden. Uit bij zondere correspondentie uit Bonn zijn de volgende aardige bijzonderheden weergegeven over de wijze, waarop de zaak voorbereid wordt. De man, die zich door de berg van sollicitaties heen moet werken en de plannen moet opstellen voor de 40 buitenlandse vertegenwoordigingen is „Staatsrat" dr. Haas, die daartoe 35 mensen tot zijn beschikking heeft ge kregen. Ieder van de 12.000 sollicitanten ontvangt, na een nauwkeurig onder zoek, een vriendelijk antwoord-brief- je. Dat is veel, wanneer men bedenkt, dat er hoogstens 1000 open plaatsen in de komende twee jaren, van con sul-generaal tot de werkster toe, te vervullen zijn. Het grootste aantal van de sollicitanten waren mensen, die zich „innerlijk geroepen voelden om diplomaat te worden". Het per centage dat de nodige vakkundige en persoonlijke eigenschappen bezat om in de diplomatie te gaan, was zeer laag. Dan was er nog een gedeelte, dat „zo graag eens naar het buitenland wilde". Het is uiterst moeilijk de vele aanmeldingen te schiften van jonge meisjes en vrouwen ..van goeden hui ze", die als secretaresse of tolk bij het organisatiebureau solliciteerde en die tot nu toe gewerkt hebben op kanto ren van de bezettings-autoriteiten. De mensen, die men nodig heeft, worden in twee groepen verdeeld, een groep voor de consulaire dienst en een voor de economische dienst. Als eerste vereiste bij de sollicitatie voor beide groepen geldt de volledige kennis van twee talen; tevens moeten de sollicitanten een vakkundige oplei ding hebben genoten. Sollicitanten, die in welke tijd ook lid zijn geweest van de NSDAP, komen, onafhankelijk van de gerechtelijke uitspraak, niet in aanmerking voor een plaats bij de bui tenlandse vertegenwoordigingen. De eerste representanten van het demo cratische Duitsland mogen in het ver leden niets gedaan hebben, waardoor zij zich tegenstand in het buitenland op de hals zouden halen. Iemand, die in een bepaald land za ken- of familierelaties heeft, wordt daar niet aan de consulaire dienst toe gevoegd; men neemt geen personen die in actieve militaire dienst zgn ge weest; geen uitzending geschiedt naar landen, waar de gegadigde gedu rende de oorlog of onmiddellijk voor de oorlog in dienst is geweest; voor malige ambassadeurs of gezanten worden niet uitgezonden en evenmin personen, die niet minstens een jaar na de oorlog in Duitsland geleefd heb ben. De overweging bg deze laatste voorwaarde is, dat niemand de Duitse belangen in het buitenland goed kan vertegenwoordigen, wanneer hij niet de binnenlandse verhoudingen in Duitsland en de noodtoestand in de na-oorlogse jaren met eigen ogen aan schouwd heeft. Alle vertegenwoordigers van de Duitse Bondsrepubliek zullen het in de eerste maanden en jaren in het buitenland niet gemakkelijk hebben. Het gaat niet om grote politieke za ken, noch om representatieve feesten: of ontvangsten, doch om het verrich ten van de eenvoudige en onmiddellij ke werkzaamheden van alle dag in het belang van de Duitsers in het buiten land en de Duitse economie. Wanneer een bescheiden optreden in het ver keer met besturen en instellingen van het betrokken land gepaard gaat met een degelijke persoonlijke houding, kunnen deze, vertegenwoordigingen er wellicht toe bydragen oude betrekkin gen weer aan te knopen. De journalist Kosak, die ln de nacht van 23 op 24 Januari werd gearresteerd, is vrijgelaten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 3