Een experiment met „ijsbommen"
ONZE VOGELS IN DE WINTER
Kunstmatig opwekken van
straffe vorst
Van Vrouw foi Vrouw
Zeeuwse Almanak
het werk van Jan Mankes
Fotograferen in de kou
Aspirant
diplomaten
VRIJDAG 24 FEBRUARI 1950
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
Duits geleerde kreeg gelegenheid proefnemingen in
Rusland met nieuwe wapens bij te wonen.
De Duitse geleerde dr. Wilhelm Tellmann, die een paar jaar in de Sowjet-
Unie gewerkt heeft, verhaalde in de „Daily Mall" over zün ervaringen .In
een eerste artikel kwam een experiment in de „dodenvallei" ter sprake, in
het tweede een experiment met „\jsbommen". Uit dit tweede artikel volgt
hier een uittreksel. Dr. Tellmann vertelt:
We moesten aan boord van een klei
ne kruiser van de Zwarte Zeevloot
een belangrijk experiment bijwonen
van het ministerie van oorlog. De aan
wezigheid van vele hoge politieke
functionarissen beloofde wat.
Een flottielje van zes grote duikbo
ten voeede zich bij de kruiser en ge
zamenlijk werd in Zuideliike richting
gevaren. Na een paar mijl doken de
onderzeeërs. Zij kwamen een half uur
later weer bov n en koersten snel naar
het Noorden.
Alle officieren en leiders stonden
opgewonden bi; de railing en zochten
met hun kijkers zorgvuldig de zee af.
Plotseling verrees uit een kalme zee
op ongeveer een halve mijl afstand,
een enorme grijze waterzuil, steil als
een rots. die met grote snelheid zich
Zuidwaarts verplaatste.
Ik voelde een koude rilling langs
mijn rug gaan. Elk schip, dat in de
bijna 20 meter hoge waterzuil terecht
zóu komen, ging een bijna zekere ver
nietiging tegemoet.
Na een paar minuten verdween de
langzaam in omvang verminderende
waterzuil uit het gezicht.
Doet een onderzeese ontploffing het
water gewoonlijk als een fontein op
spuiten, deze zuil rolde voort als één
reusachtige golf, zonder evenwel te
breken.
De aanwezigen waren klaarblijke
lijk zeer tevreden met de resultaten
van het experiment. Uit de gesprek
ken kon ik opmaken, dat het om een
nieuw wapen ging, waarvan grote
verwachtingen gekoesterd werden.
BIJ DE ARAL-ZEE.
Tijdens mijn werk in de Zwarte Zee
ontving ik een telegram van het mi
nisterie van oorlog, waarin me werd
verzocht onmiddellijk naar de Noord
kust van de Zee van Aral te komen.
Een speciaal vliegtuig bracht me naai*
een stad aan de Noordelijke oever van
het meer. Prof. D: kwam me in mnn
hotel opzoeken. „Je komt net op tijd",
zei hij. „In de kamer, die we voor je
besnraken, zul je warme pelskleren
vinden en alles wat ie verder nodig
hebt. Maak je zo snel mogelijk reis
vaardig. Binnen een uur gaan we per
auto naar het meer."
Vanaf een heuvel, die uitzicht gaf
op het meer. zagen we een aantal
vliegtuigen naderen. Op ongeveer 1.5
K.M. van ons vandaan lieten zij zware
bommen vallen in het meer. waardoor
het water in beroering kwam. Een
paar minuten later was het meer weer
kalm. Het wateroppervlak scheen te
bevriezen, hoewel we door onze kij
kers verderop nog hoge golven zagen.
Er stond een flinke bries. Een lichte
mist spreidde zich over de baai voor
ons en belemmerde het gezicht.
Drie K.M. verder kwamen we in een
sterke luchtstroom van uiterst lage
temperatuur. De mist over de baai
werd steeds dikker. Langzaam gingen
we verder en bij elke stap werd het
kouder. De kou drong door onze pels-
Ideren heen en we konden door de mist
geen hand voor ogen meer zien.
In de baai hoorden we ijs kraken, de
wind gierde en het leek alsof het ein
de van de wereld nabij was. We moes
ten onze armen en benen krachtig be-
wegen, anders waren ze bevroren. Na
een half uur stopten we met onze
waarnemingen en trachtten we naar
ons punt van uitgang op de heuvel
terug te keren. Maar door de dikke
mist draaiden we gedurig in een kring
rond.
Het duurde vier uren voor de mist
optrok en de temperatuur steeg. Eerst
toen was het mogelijk de heuvel te
vinden.
Het water in de baai was bedekt
met een dikke laag ijs. De koude wind
had tegelijkertijd golven verwerkt en
het meer doen bevriezen, zodat alles
er nu uitzag als een wild Poolland
schap. Het duurde verscheidene dagen
voor het ijs weer begon te smelten.
Plaats in Nieuw-Zeeland voor
470 gedemobiliseerden.
Op Nieuw-Zeeland zullen zich 470
ongehuwde Nederlanders (370 man
nen en 100 vrouwen)die bij de Neder
landse strijdkrachten in Indonesië
dienst hebben gedaan, kunnen vesti
gen, aldus heeft de minister van im
migratie, William Sullivan, bekend ge
maakt. De kosten van het vervoer
zouden door de Nederlandse regering
geregeld moeten worden.
Olie in Urk's bodem was
al geraffineerd
Reeds enige tijd trok het de aan
dacht, dat in de omgeving van een in
aanbouw zijnd huizencomplex van Urk
gassen uit de grond opstegen. De B.P.
M. had reeds toegezegd een expert te
sturen, doch nog voor dat bezoek con
stateerde een bewoner in de omgeving
een olieachtige substantie in het wa
ter uit het pompje achter zijn huis. Hij
kon er een petroleumstel mee laten
branden. De man meende een rijke
ader te hebben aangeboord, die boven
dien terstond bruikbare olie leverde.
Een deskundige heeft nu geconsta
teerd, dat het inderdaad zeer goede.
en zelfs reeds geraffineerde olie is.
Het meest waarschijnlijk wordt ge
acht, dat tijdens de bezetting een
vaatje olie in de grond is verstopt, dat
dit is lek geworden en dat de olie in
de veènachtige bodem is gezakt.
Ontoelaatbaar veetransport
naar Zuid-Amerika.
Het Tweede Kamerlid, de heer Post
humus. (P.v.d.A.), heeft aan de mi
nister van sociale zaken schriftelijk
vragen gesteld over de gebeurtenissen
die zich hebben voorgedaan met een
transport van vee naar Peru in De
cember en Januari jl. De heer Post
humus vraagt of de hierover versche
nen berichten, als zouden 183 van de
847 verscheepte runderen zijn overle
den en slechts 11 van de 187 geboren
kalveren levend aangekomen zijn,
juist zijn en of de minister bereid is
om maatregelen te treffen, die herha
ling voorkomen.
Vrolijk lachend kijken de Prinsesjes uit het venster van de Koninklijke
wagon bij het passeren van het grensplaatsje Buchs aan de Zwitsers-
Oostenrijkse grens. V.I.n.r. Prinses Irene, Prinses Margriet, Prinses Bea
trix en Eleonora van Maasdijk, het dochtertje van de algemeen secretaris
van het Koninklijk Huis.
Vlaamse gaai op wihtervoer.
Charley Chaplin nummer één
Bü een opinie-onderzoek naar de
beste filmspeler van de laatste halve
eeuw, heeft Charles Chaplin de eer
ste plaats verworven.
De beste filmspeelster vond men
Greta Garbo en de op een na beste
Ingrid Bergman, beide zijn Zweedse.
Ronald Colman en Sir Laurence
Olivier kwamen samen na Chaplin.
De film „Gone with the wind" met
Clark Gable en Vivienne Leigh
noemde men de beste film die ooit ge
maakt is, daarna volgden „Birth of a
Nation" en „The best years of our Li
ves" als tweede en derde.
Aan meer dan 200 personen, die 25
jaar of langer bij de film hebben ge
werkt, werd verzocht hun lievelings
film, filmspeler of filmspeelster, regis
seur en producer te noemen voor de
stille film. zowel als voor de geluids
film
De vrede in vier punten.
President Truman heeft Woensdag
avond in een rede bfi de onthulling
van een standbeeld van George Wash
ington nog eens bevestigd, dat elk
systeem van controle op atoomwapens
zonder internationale inspectie, een
,scijnovereenkomst" zou zijn.
Hij achtte het gevaar van het com
munisme niet gelegen in zijn valse-be-
loften. Het ligt in het feit, dat het
communisme een instrument is van
een imperialistische mogendheid.
De president formuleerde „de prac-
tische weg naar de vrede" in vier pun
ten Het Atlantisch Pact, het plan-
Marshall, vermindering van de han
delsbarrières en oprichting van een
internationale handelsorganisatie.
C.N.V. over de Nationale
Feestdag.
In de deze week gehouden maandelijk
se bestuursvergadering van het Christe
lijk Nationaal Vakverbond werd besloten
tot toelating als lid van de Chr. Ver. van
Leraren(essen) bij het Nijverheidsonder
wijs.
Ten aanzien van de Nationale Feestdag,
werd als standpunt van het C.N.V. vast
gesteld. dat op dit punt een zelfde ge
dragslijn moet gelden voor de overheids-
en particuliere bedrijven. Uitgesproken
werd, dat het niet gewenst is. de Nationa
le Feestdag te combineren met de viering
van de verjaardag van H. M. de Konin
gin, doch deze te handhaven op de 5e
Mei. Ook een wisselende dag werd af
gewezen, daar deze de gedenkdag op de
duur zou doen verwateren, terwijl viering
op een Zaterdag, zoals van sommige zijde
is geopperd, bezwaar heeft met het oog
op de Zondagsrust.
NOG MEER OVER ERNENEK
Er valt over de Eskimo Ernenek nog
veel meer te vertellen. De Italiaanse
Amerikaan Hans Rulsch heeft een dik
boek over hem geschreven, dat in
Amerika de sensatie van de boeken-
markt is.
Toen Ernenek trouwde, leejde zijn
schoonmoeder nog. Zij was tandeloos
en slecht ter been en dus lastig
voor nomaden in het poolgebied.
Daarom besloten Ernenek en Asiak
op zekere dag om de oeroude gewoon
te van de Eskimo's te volgen. Zij zet
ten de moeder van Asiak op een slede
en reden weg om zonder haar terug
te keren. Zij hadden haar in de
sneeuw geworpen, om te sterven.
In het land van de Eskimo's verslindt
alles wat leeft de rest, die leeft. Een
beer is de kostbaarste buit voor een
man. Een mens is de kostbaarste buit
voor een beer. In het poolgebied is
nog niet uitgemaakt of de mens of de
beer de heer der schepping is. Maar
toch kent de Poolmens een veilige
manier om een beer te doden. Een
zorgvuldig geslepen walvisbeen rolt
hij in een modderkluit. Ontdekt hij
een beer, dan rolt hij die bal over de
sneeuw naar zijn prooi toe. Na even
argwanend ruiken, slikt de hongerige
beer de bal in. Dan smelt de modder
en het geslepen walvisbeen verwondt
de beer inwendig. Het dier krijgt pijn
en tracht te vluchten. De Eskimo gaat
er achter aan. Dagen lang duurt soms
die zwerftocht. Ten slotte zakt de beer
in elkaar. Dat is het moment, waarop
de Eskimo- met zijn speer toesnelt en
zijn buit overwint.
Zo leeft Ernenek. En wij in Zee
land? We leven ons eigen leventje.
Bedaard en tevreden. Volgens onze,
Westerse normen. Beschaafd. Zonder
te weten van het merkwaardige leven
van Ernenek en Asiak.
Zomaar. In een plotse
linge opwelling om eens
iets anders te doen, mij
los te rukken uit het eek
hoornmolentje van Dins
dag keuken, Woensdag
strijken, Donderdag
slaapkamers en zo maar
door tot dolwordens toe.
Wij denken dat het zo
behoort, dat wij niet an
ders kunnen, dat wij er
immers niet zo maar uit
kunnen lopen, want.
En dan zegt iemand:
Jan Mankes, hier vlak in
cle buurt. En je trekt je
mantel aan en stapt in 'n
bus en laat achter je rug
de boeren maar rustig
dorsen, als je dat ten
minste zeggen moogt in
Februari. En op een uur
dat anders onvermijdelijk
voor het opzetten van de
aardappelen bedoeld is,
stap je met een catalogus
in de hand een stil zaaltje
binnen en staat meteen
midden in een andere
vreemde wereld.
Dat op zichzelf is al zo
prachtig. Een huisvrouw
verbeeldt zich maar al te
gauw dat voor hddr nu
eenmaal geen vrije uren
zijn uitgetrokkenDat
beelden en schilderijen
en kunstschatten èrg
mooi zijn, maar alleen
gereserveerd voor men
sen die de gehele dag
niets te doen hebben dan
de tijd te doden. Zij moet
afstoffen en omwassen en
stoppen en verstellen; la
ter als zij eens uit de
kleine kinderen is
Maar wie garandeert haar
dat dat later ooit komt?
En wie garandeert haar
dat zij op haar oude dag
nog belangstelling zal
hebben voor schilderijen
en plastieken, als zij zich
een levenlang gewend
heeft aan de gedachte,
dat dit toch niets voor
haar is? Zouden al die
betuigingen van onmis
baarheid eigenlijk niet 'n
kribbig stemmetje moe
ten overschreeuwen, dat
hardnekkig fluistert:
Kunst? Heb ik immers
geen verstand van? Ik
wil daar niet voor gek
staan
Doe'het nu. Regel de
zaak thuis eens een hal
ve dag met de Franse
slag. Vraag een harts
vriendin of een bereid
willige buurvrouw een
paar uur oppas voor de
kinderen, met de belofte
volgende maand haar 'n
vrije morgen te bezor
gen. En waag u dan wer
kelijk eens, nü, midden
in de rompslomp, buiten
het kringetje van plich
ten en taken. U komt te
rug als een ander mens,
u hebt geestelijk een fris
se neus gehaald, u ziet al
die kleinigheden, waar
over u dagelijks dreigt
te struikelen, weer in
derde wezens. Neen, het
is niet zo raar als het
klinkt, om een kom en
een paar flesjes wezens
te noemen. Jan Mankes
weet ze daartoe om te to
veren, op een klein doek
je dat, u met uw hand
kunt bedekken.
Dit is echt een exposi
tie die genoten zal wor
den door vrouwen. Er is
iets heel vrouwelijks in
deze manier van schilde
ren, iets koesterends en
liefdevols zonder senti
menteel te zijn. Want hij
kon het ook wel anders,
deze jonge, zwakke man,
die nauwelijks elf jaar
heeft gehad om te wer
ken. Het stilleven met
de hnffelschedel, het por
tret van zijn vrouw heb-
Ik ging eens kijken naar
hun werkelijk belachelij
ke proporties.
En dan er zijn nog
zoveel prachtige dingen
in de wereld, die voor
ons allemaal bereikbaar
zijn. Wij behoeven heus
geen experts in de schil
derkunst te zijn om van
zo'n expositie te genieten.
Het is misschien wel veel
prettiger om helemaal
geen verstand van schil
derijen te hebben en
daar als een kind zo
onbevangen rond te wan
delen. Als u daar de
moed toe hebt be
gint u dan vooral met
dat kleine werk van Jan
Mankes.
Want klein is het, van
formaat en van onder
werp. Muizen, konijntjes,
een kom met eitjes, een
geit, een marmot, wat ro
zen in een vaas, appel
bloesem in een glas: alle
maal kleine, aandachtig
geziene en teder geschil-
ben iets koels en krach
tigs, de zwemmende
snoek is van glanzend
xnetaal, de oude boeren,
arbeider Douwe van een
grootse rust. Maar tn alle
schilderijen en grafiek is
iets dat wij dadelijk her
kennen; de rust, de aan
dacht, het evenwichtige
van een mens die weet
dat hij maar kort te le
ven heeft en dit aan
vaardt.
De troost, die van deze
kleine schilderijen uit
gaat is iets, dat wij in
onze dagen meer dan ooit
nodig hebben. Kijk eens,
zegt de schilder: die xvitte
muur, is die alleen al
niet heerlijk om naar te
kijken. En zie die uil
eens te voorschijn komen
uit het halfduister. Een
'uil is een onplezierig
beest, dat is waar, speci
aal wanneer je muis
bent. Maar als we die
kromme klauwen nu eens
in het duister laten en
alleen letten op die filo
sofische kop, op dat
mooie, zachte bont van
zijn verenvacht. En kijk
nu eens even naar die
bomenrij: is dit niet een
wazig en vreemd verstild
landschap zoals we soms
in onze dromen zien?
Waar het nooit helemaal
nacht zal worden en
evenmin heldere dag?
Er is van Jan Mankes
veel meer te vertellen.
Een vakman zal uitwei
den over zijn techniek,
de invloeden van grote
meesters die duidelijk
zijn aan te wijzen, zijn
beperktheden en eenzij
digheden. Wij geloven
dat graag.
Maar wij gaan alleen
maar kijken als doodge
wone huisvrouw, met de
werkjapon onder de
mantel, alleen gewapend
met een catalogus met ti
tels en een paar ogen die
in deze tijd niet met
schoonheid verwend zijn.
En wij zitten midden in
dat stille zaaltje een
ogenblik op een harde
houten stoel en denken:
Als ik nu rijk was, dan
kocht ik dit gemberpotje
met dopheide, of dat win
terse landschap met die
prachtige grijze sloot op
de voorgrond. En dan
haalde ik thuis dat mon
sterlijke bosgezicht van
de muur en minstens de
helft van al die familie
foto's.
U kunt het nog doen.
Ogen, die een tijdlang
naar het werk van Jan
Mankes gekeken hebben,
zijn heel wat wijzer ge
worden. Zij weten, beter
dan gisteren, wat werke
lijk mooi is en harmoni
eus. En zij zullen in het
vervolg nog liever tegen
een lege muur of een in
gelijste goede reproductie
aankijken dan tegen de
wansmaak van bazarpro-
ducten. Als u in de buurt
van die tentoonstelling
komt, moet U vooral eens
gaan zien. SASKIA.
Een aangepikte, vroegrype okkernoot, die op een mooie, windstille
morgen eind September 1909 voor m^jn voeten rolde, opende me een ge
heel nieuw en vruchtbaar arbeidsveld. Omhoog ziende, ontwaarde ik bo
ven in de boom een koolmeesje. Het verband lag voor de hand: het ver
weerde steeltje van de noot had niet langer weerstand kannen bieden
aan de vinnige snavelstoten van de kleine acrobaat. Die woelwater was
dus verlekkerd op noten.
Voor mij een nieuwe gelegenheid
om vogels in de vrije natuur te foto
graferen. Dezelfde dag nog bevestig
de ik gehalveerde okkernoten aan "n
tak van een pereboompje, een paar
meter voor mijn huiskamerraam. De
camera er vlug voor en een touwtje
onder 't even opgeschoven raam door
geleid, waarmee ik tiet palletje van
de sluiter neertrekken zou. Wel
uiterst primitief, bron van talloze mis
lukkingen, daar deze touwtrekkerij
immers de camera toch op zijn minst
lichtelijk zou doen bewegen. Maar ja,
vogelfotografie, in die dagen nog pio
nierswerk. moest nu eenmaal met veel
teleurstellingen gepaard gaan; dit
toch verhoogde juist de waarde van
het goede, dat er tussendoor liep. Ook
was het me niet bekend, of de foto-
handel reeds speciale hulpmiddelen
bracht, om de camera op afstand van
meer dan armlengte te bedienen.
Evenwel zon ik op middelen, om meer
economisch te werken.
IN DE KIST
Ik sleepte een grote kist van de
zolder, zaagde in een der einden een
gaatje, waardoorheen de lens zou kij
ken en timmerde daaronder een
plankje, waarop het toestel zou komen
te staan.
In de kist gezeten, vlak bij de ca
mera, zou het bezwaar van de touw
trekkerij. volkomen ondervangen zijn.
Achter in de tuin stonden al een paar
in de grond gestoken takken met
daaraan bevestigde halve noten te
wachten. Ik stapte de keuken in en
sommeerde mijn vrouw en het meis
je, mij, in de kist gezeten, of liever,
gevouwen, naar mijn arbeidsveld te
dragen. In mijn onervarendheid vrees
de ik, dat de vogeltjes de noten zou
den mijden, als ze me voor hun ogen
in de kist zagen kruipen.
Maar wat ra je? Mijn vrouw
schoot rood tot in haar hals. „Je in
een kist het huis uitdragen?
NööitEn op mijn verbluft, on
nozele snuit: „Begrijp je dat dan niet?
Voél je dat dan niet
Ik begreep niets en ik voelde niets,
totdat eindelijk een sprankje licht
Roodborstje in de kou.
door mijn denken gloorde. Ik verge
noegde me, met de schouders op te
halen, maar respecteerde toch haar
bezwaar en de klucht ging niet door.
't Bleek ook absoluut overbodig:?
mezen en mussen zwermden al om de
kist heen, als ik me nog maar bukte,
om er in te kruipen. Ze verlangden
niet eens, dat ik de open achterkant
door zeildoek of jute afsloot. Ik kon
opnamen maken, meer dan mijn por-
temonnaie toeliet. De gewone gasten
waren: koolmees, pimpelmees en mus
sen. Merels, spreeuwen, vinken, het
heggemusje, het roodborstje bleven
liever op de grond, zodat ik voor deze
snoepers voeder neerlegde, waarmee
ze niet aan de haal konden gaan:
rotte appels en peren, voor de merels
vooral, terwijl het vinkje daar wijs
gerig de pitten uitzocht. Verder vul
de ik het menu aan met zaden en res
ten van de tafel.
SNEEUW
De winter kwam, met sneeuw en
ij zei, dus voedselgebrek^* Druk ge
zoek. Urenlang zat ik in de kist, bij
10 gr. vorst. Verkleumd, verstijfd
kwam ik er uit. Later leerde ik wei-
dat deze zelfkastijding toch niet nodig
was geweest, maar toén meende ik,
dat het er bij hoorde. De opofferin
gen immers moesten de waarde van
de resultaten verhogen
Kleine twintig jaar later bracht
ik een bezoek aan een familie op een
der buitens, 't Was koud, vies weer,
met regen, natte sneeuw en ij zei. Op
het terras voor de grote raamdeuren
stond een voederhuisje voor yogels.
Aan een paaltje zag ik een kaaskorst
vastgebonden, verder een stuk spek-
zwoerd, een netje met pinda's en de
traditionele cocosnoot Om het voeder
huisje heen heerste een buitengewone
bedrijvigheid van kleine vogels.
VLAAMSE GAAI
„Daar is ie weer", riep mevrouw
opeens en ze schoot naar het raam.
„Wat is ie toch mooimaar een
rakker is ie ook.Zie, al dat kleine
grut vlucht onder heggen en struiken
Hij schrokt de grootste broodhom
pen één, twee, drie, doorNu die
kaaskorst weerDaar gaat hij er
zowaar met 't halve stuk vandoor..:.!
Weet welke vogel het is
„*t Is de Vlaamse Gaai of Meerkol,
mevrouw, antwoordde ik, „hier noemt
men hem gewoonlijk broekekster".
.O, ja", ging mevrouw voort, „broek
eksterdat zei, geloof ik, de tuin
baas ook't Is een brutaal beest,
maar schitterend mooi! Vooral die
blauw-zwart geblokte veertjes doen t
zo mooiEn dan die kuifDe
tuinbaas zegt, dat hij in 't najaar, op
de trek, als hij met vele is, aanmer
kelijk schade toebrengt aan het fruit
.Maar nu is hij alleen.de tuin
baas mag hem niet schieten'k heb
't hem verbodenhij is tè mooi..
ELECTRISCH APPARAATJE
De volgende morgen zat ik in de
zelfde kamer, het gezin om me heen,
te wachte, tot de mooie vogel voor
de lens komen zou. Men wilde de
kiekerij wel eens meemaken. Op het
terras stond de camera en een elec-
trisch werkend apparaaaje op de slui
ter liet thans toe, zó ver van het toe
stel af te zitten, als de lengte van 't
snoer me veroorloven zou. Dit laatste
leidde onder de raamdeur door tot op
de tafel vóór me, de contactknop bin
nen het bereik van de hand.
Welk een" verschil met twintig jaar
geleden. Toen, bij stevige vorst, in 'n
kist in de tuin, verstijfd, verkromd
van kou, thans in de gezellige, goed
verwarmde kamer, een kopje koffie
op zijn tijd, een sigaar, ook zelfs de
lunch. Deze stond gereed in de aan
grenzende kamer, maar als ik het met
het ook op het betere licht midden op
de dag gewenst oordeelde te blijven
zitten, zou mijn portie me wel ge
bracht worden. En zo zat ik daar dan
aan een keurig gedekte tafel, voor
zien van alles, wat daar aan de andere
kant opgediend werd, terwijl de doch
ter des huizes me allervriendelijkst
kwam vragen, of mijnheer nog een
kopje koffie wenste. Wonderlijk toch:
Evolutie óók in de vogelfotografie!
Noordgouwe J. V.
Het Wereldgebeuren
Duizenden Duitsers, die hopen op
een baantje bij de diplomatieke dienst,
wachten met spanning op de oprich
ting van de eerste Duitse consulaten
in het buitenland, hetgeen in de loop
van dit jaar zal geschieden. Uit bij
zondere correspondentie uit Bonn zijn
de volgende aardige bijzonderheden
weergegeven over de wijze, waarop
de zaak voorbereid wordt.
De man, die zich door de berg van
sollicitaties heen moet werken en de
plannen moet opstellen voor de 40
buitenlandse vertegenwoordigingen is
„Staatsrat" dr. Haas, die daartoe 35
mensen tot zijn beschikking heeft ge
kregen.
Ieder van de 12.000 sollicitanten
ontvangt, na een nauwkeurig onder
zoek, een vriendelijk antwoord-brief-
je. Dat is veel, wanneer men bedenkt,
dat er hoogstens 1000 open plaatsen
in de komende twee jaren, van con
sul-generaal tot de werkster toe, te
vervullen zijn. Het grootste aantal
van de sollicitanten waren mensen,
die zich „innerlijk geroepen voelden
om diplomaat te worden". Het per
centage dat de nodige vakkundige en
persoonlijke eigenschappen bezat om
in de diplomatie te gaan, was zeer
laag. Dan was er nog een gedeelte, dat
„zo graag eens naar het buitenland
wilde". Het is uiterst moeilijk de vele
aanmeldingen te schiften van jonge
meisjes en vrouwen ..van goeden hui
ze", die als secretaresse of tolk bij het
organisatiebureau solliciteerde en die
tot nu toe gewerkt hebben op kanto
ren van de bezettings-autoriteiten.
De mensen, die men nodig heeft,
worden in twee groepen verdeeld, een
groep voor de consulaire dienst en een
voor de economische dienst.
Als eerste vereiste bij de sollicitatie
voor beide groepen geldt de volledige
kennis van twee talen; tevens moeten
de sollicitanten een vakkundige oplei
ding hebben genoten. Sollicitanten,
die in welke tijd ook lid zijn geweest
van de NSDAP, komen, onafhankelijk
van de gerechtelijke uitspraak, niet in
aanmerking voor een plaats bij de bui
tenlandse vertegenwoordigingen. De
eerste representanten van het demo
cratische Duitsland mogen in het ver
leden niets gedaan hebben, waardoor
zij zich tegenstand in het buitenland
op de hals zouden halen.
Iemand, die in een bepaald land za
ken- of familierelaties heeft, wordt
daar niet aan de consulaire dienst toe
gevoegd; men neemt geen personen
die in actieve militaire dienst zgn ge
weest; geen uitzending geschiedt
naar landen, waar de gegadigde gedu
rende de oorlog of onmiddellijk voor
de oorlog in dienst is geweest; voor
malige ambassadeurs of gezanten
worden niet uitgezonden en evenmin
personen, die niet minstens een jaar
na de oorlog in Duitsland geleefd heb
ben. De overweging bg deze laatste
voorwaarde is, dat niemand de Duitse
belangen in het buitenland goed kan
vertegenwoordigen, wanneer hij niet
de binnenlandse verhoudingen in
Duitsland en de noodtoestand in de
na-oorlogse jaren met eigen ogen aan
schouwd heeft.
Alle vertegenwoordigers van de
Duitse Bondsrepubliek zullen het in
de eerste maanden en jaren in het
buitenland niet gemakkelijk hebben.
Het gaat niet om grote politieke za
ken, noch om representatieve feesten:
of ontvangsten, doch om het verrich
ten van de eenvoudige en onmiddellij
ke werkzaamheden van alle dag in het
belang van de Duitsers in het buiten
land en de Duitse economie. Wanneer
een bescheiden optreden in het ver
keer met besturen en instellingen van
het betrokken land gepaard gaat met
een degelijke persoonlijke houding,
kunnen deze, vertegenwoordigingen er
wellicht toe bydragen oude betrekkin
gen weer aan te knopen.
De journalist Kosak, die ln de nacht
van 23 op 24 Januari werd gearresteerd,
is vrijgelaten.