De Wener moppert graag, maar verliest zijn humor niet Prachtige winkeletalages en troosteloze ruines Zeeuwse Almanak 1 Juni 1899: Locomotief in Stationswachtkamer te Vlissingen PANAMESE HANDELSVLOOT HEEFT EEN SLECHTE REPUTATIE LETTY'S moeilijke KEUZE Spionnage 195ffl DINSDAG 21 FEBRUARI 1950 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 OOSTENRIJK, BEGIN 1950.. op; Zee- Oosi sje he Dor als in de abben he nam maai ver s waa ver. n bo- een is een dag merkt fit ie werd heer, es te Toen de geallieerden tegen het einde van de oorlog ook Wenen begon nen te bombarderen, begrepen de Weners, dat het nu ook voor hun stad ernst zou worden, dat ook Wenen binnen afzienbare tyd „frontstad" zou worden. Tot die tjjd was Wenen door de geallieerden op opvallende wjjze gespaard; nu regende het bommen op fabriekswjjken en spoorlijnen, maar ook op woonwijken, vooral in de binnenstad. De Sint Stefansdom, het symbool van Wenen, werd geraakt en zwaar beschadigd; de Staats- opera en het Burgtheater, Wenens culturele middelpunten, werden door het oorlogsgeweld al evenmin ontzien. Uit het Oosten naderden de Rode Legers, door de Weense bevolking als hun bevrijders verwacht. De na- tionaal-socialisten begonnen in het hart van Wenen huis voor huis te on dermijnen, tijdbommen en boobytraps te leggen. De mannelijke bevolking, die nog niet onder de wapenen was, werd opgeroepen voor de „Volks- sturm", aan deze oproep werd echter maar weinig gehoor gegeven. Sneller dan men verwacht had, kwamen de Russen; zij passeerden Wenen in het Zuiden, voerden een omsingelingsbeweging uit. Wenen werd echter niet omsingeld. Voor het zover was, vluchtten de Nazi's uit de stad, verder naar het Wes ten, de legers der Westelijke geal lieerden tegemoet. Ondertussen had den ze echter op talrijke plaatsen in de stad branden gesticht, duizenden gebouwen ondermijnd, die na Wenens bevrijding zouden worden opgebla zen. Het heldhaftige optreden van Oostenrijkse vrijheidsstrijders èn de lafheid van vele Nazi's, die hun or ders op het laatste ogenblik niet meer durfden uit te voeren, verijdel den echter voor een goed deel dit plan om van Wenen één ruïne te ma ken. Slechts in de binnenstad gingen enige wijken in vlammen op. RUSSEN GEVREESD. Voor zware gevechtshandelingen is Wenen door het snelle optreden der Russen vrijwel gespaard geble ven. Alleen de gebouwen langs het Donaukanaal werden door artillerie vuur verwoest. Er waren dus vele factoren aanwezig om de Weense bevolking pro-Russisch gezind te maken. Daarvan hebben de Russen echter geen gebruik weten te ma ken. Hun houding was, gezien hun ervaringen tijdens de oorlog en de ontberingen, die zij hadden geleden, misschien begrijpelijk, ze was zeker niet bevorderlijk voor de goede ver standhouding tussen bevrijders en bevrijden. En daar komt nog het grote verschil in mentaliteit bij. Spoedig werden de Russen door het overgrote deel der bevolking niet zo zeer gehaat als wel gevreesd. Oostenrijks moeilirjke tijden waren met de bevrijding van het nazi-juk niet afgelopen, integendeel, in eco nomisch opzicht begonnen ze pas. Voedsel was schaars en slecht. Erw ten, erwten, erwten en af en toe voor de variatie eens wat bonen. Nu nog wordt Stalin door de Oos tenrijkers de „Erbsenkönig" ge noemd. Het is typerend voor de Wener, dat hij zelfs onder deze omstandig heden zijn humor niet verliest. De gebeurtenissen om hem heen gaan zo'n beetje langs hem heen. Hij draagt overal zijn eigen, gemoedelijk burgerlijke, maar vooral rustige, sfeer mee; kankert graag en wil niets anders dan met rust gelaten worden. Maar vooral: hij vindt nooit iets werkelijk belangrijk: geen oorlog en geen burenruzie, geen atoombom en geen aangebrand eten (het laat ste mischien nog het meest). Ken merkend is het gezegde uit die tijd: „De toestand in Duitsland is ernstig, maar niet hopeloos; de toestand in Oostenrijk is hopeloos, maar niet ernstig. NIET HOPELOOS. Maar dit „bon mot" kreeg onge lijk: de toestand was niet hopeloos. Toen de geallieerden de grondstol- fen, fabrieken, werkkrachten weer vrijgaven, toen er dus weer moge lijkheden om op te bouwen kwamen, was er ook weer de wil tot wederop bouw. En met bewonderenswaardige energie werd er aangepakt. De toe stand verbeterde snel, mede dank zij de helpende hand der geallieerden. In Februari 1949 bereikte de indu strie weer haar vooroorlogse produc tie en haar capaciteit en de produc tie worden nog vergroot. Invoer en uitvoer werden omvangrijker, de werkloosheid bleef gering. De win kels werden geleidelijk weer gevuld en nu is er weer van alles te koop voor wie het kan betalen. De prijzen op de zwarte markt, welke aanvankelijk een fantastische hoogte hadden bereikt (bijna 200 maal de vredesprijs), daalden weer snel en zijn nu nauwelijks hoger dan de officiële pi-ijzen. Deze laatste zijn echter na de oorlog geleidelijk geste gen en hun niveau ligt nu op het vier- vijfvoudige van voor de oor log. Vanzelfsprekend stegen ook de lonen, maar niet in dezelfde mate; zijn nu drie a vier keer zo hoog als in het laatste vredesjaar, 1938. De levensstandaard is dus vergele ken bij het vooi'oorlogse Oostenrijk duidelijk lager geworden en is ook PRIMEUR NA 50 JAAR Vandaag publiceert de P.Z.C. een foto, die een halve eeuw oud is en niettemin een primeur. Het is de foto van het spoorwegongeval, dat in 1899 op het Vlissingse station plaats greep. Vijftig jaar is die foto particu lier bezit gebleven. Zij zou nimmer gepubliceerd worden. Nu is zij toch openbaar geworden. Dank zij het arti kel, dat ons blad verleden week ge wijd heeft aan de afbraak en de ge schiedenis van het Vlissingse station! Een merkwaardige tijd voor de journalistiek was dat in 1899. De Vlis singse Courant bracht de dag na het ongeval hiervan een nuchter stukje van ongeveer een halve kolom. Later werd in een stukje van een kwart kolom mededeling gedaan van het vinden van de Zwitserse passagiere, wier stoffelijk overschot na de ramp niet onmiddellijk ontdekt was. Dat was alles. Tegenwoordig zouden de Nederlandse bladen vol hebben ge staan over zulk een merkwaardig en tragisch ongeval. Het is omstreeks 1870 voorgekomen, dat koningin Victoria van Engeland in de Vlissingse haven arriveerde. De krant volstond met een mededeling in drie regels, om enkele dagen later mede te delen, dat de koningin weer vertrok ken was. Niemand had blijkbaar be hoefte aan meer.,.. Tegenwoordig zou het ondenkbaar zijn, een konink lijke gast „in drie regels af te doen", zoals de krantenterm luidt. Het zou bedankjes regenen. Maar bekoorlijk ja, dat was die rust zeer zeker. Zoals alles uit die tijd be koorlijk was. Helaas: verleden tijd! lager dan de tegenwoordige Neder landse. Zo is dus het beeld van het heden daagse Oostenrijk ontstaan: opbouw ondanks vel moeilijkheden. Welhaast symbolisch ziet men dit beeld, als men door Karntnerstrasse, één van Wenens drukste winkelstraten, loopt: overal prachtige winkels, mo derne zakengebouwen, smaakvolle étalages gevuld met alle mogelijke gebruiks- en luxe-artikelen. Maar laat u door dit beeld van een wel varende stad niet overbluffen en kijk iets verder: boven die schitterende winkels, in hetzelfde gebouw, gapen troosteloze, volkomen uitgebrande ruïnes. Oostenrijks wederopbouw moest werkelijk weer helemaal „van onderen af" beginnen. Aan het einde van de Karntner strasse zien we de toren van de Sint Stefan rijzen temidden van puinhopen. Verreweg het meeste puin is nu al opgeruimd, men krijgt nog maar een zwakke voorstelling van hoe het moet zijn geweest. De toren van de Sint Stefan heeft al het oor logsgeweld getrotseerd, al beleefde Wenen angstige ogenblikken, toen de „Bummerin", de enorme klok van de Sint Stefan, tijdens een bombarde ment met donderend geraas omlaag viel. De kerk zelf werd echter zwaar beschadigd, van het beroemde orgel is niet veel overgebleven; de weder opbouw zal hier nog jaren duren. LANGS DE RING. Aan de andere kant mondt de Karntnerstrasse uit op de bekende Ring, een brede straat, welke de bin nenstad omsluit. Langs de gehele om trek van de Ring vindt men het ene monumentale gebouw naast het an dere, kerken naast musea, paleizen, schouwburgen; ook het parlements gebouw, de Staatsopera en de hoofd gebouwen der Universiteit liggen aan de Ring. Deze is in zijn geheel één gedenkteken van Oostenrijks macht en rijkdom in vroeger eeuwen. De nieuwste aanwinst is hier het Russische overwinningsmonument op het Stalinplein, kolossaal van op zet. maar toch absoluut niet uit de stijl vallend en wérkelijk een aan winst. Zo goed als alle gebouwen aan de Ring werden tijdens de oorlog min of meer beschadigd, doch het mees te is reeds hersteld en onherstelbare schade hebben de historische gebou wen vrijwel nergens geleden. Donderdag brachten wij een artikel over het Vlissingse station, waarin melding werd gemaakt van het spoorwegongeval, dat op 1 Juni 1899 gebeurde. Na publicatie van dit artikel kwamen wij in contact met de 85- jarige heer J. A. van Dierendonck, oud-tekenaar van de Koninklijke Maat schappij „De Schelde". Deze heeft destijds het bewuste ongeval van zeer nabij meegemaakt en betrok direct, nadat de locomotief de wachtkamer was binnengereden, de „wacht" by de machine met een fototoestel. Zodra het licht werd 's morgens om ongeveer 4 uur maakte de heer Van Dieren donck een aantal opnamen, waarvan ivij er hier boven één afdrukken. Het exirieuze van deze plaat is, dat deze tot nu toe nog niet werd gepubliceerd. Met de Spoorwegen werd namelijk destijds overeengekomen, dat de foto's niet publiek zouden worden. De heer Van Dierendonck bewaarde echter de negatieven (glasplaten) en stond er hiervan één in bruikleen aan ons blad af. Voor het eerst, na 50 jaar wordt thans dus een foto gepubliceerd van een spoorwegongeval, dat in 1899 gebeurde. Ergerlijke toestanden aan boord van schepen. Zoals bekend wordt de Panamese vlag vaak misbruikt door schepen, waarvan de reders zich willen onttrekken aan inschrijving en aan controle, meestal omdat zee waardigheid en arbeidsverhoudingen niet al te best zijn. De Panamese handelsvloot heeft daardoor een zeer slechte reputatie gekregen. Terecht, zoals blijkt uit een onderzoek, dat werd georganiseerd door het Bureau Internationa] du Travail. den afgeschreven. De gevallen, waarbü 't personeel correct en behoorlijk werd be taald. zijn hier dan ook uitermate zeld zaam. Wat de verblijven van de beman ningen betreft, ook op dit gebied heersen middeleeuwse toestanden. De onderzoekingscommissie dringt er dan ook bij het Bureau International du Travail met nadruk op aan. om op korte termijn hieraan een einde te maken en binnenkort zullen bij de Panamese re gering stappen worden ondernomen, na mens de Verenigde Naties, waarin wordt geëist, dat deze vloot zich aan de inter nationale conventies zal houden en waar in de nodige garanties worden gevraagd op de nakoming hiervan. Een kykje in het hartje van Wenen. De ..Transportcourant" heeft een uit treksel gepubliceerd uit het voorlopig rap port, dat de commissie voor onderzoek heeft opgesteld. Er werden niet minder dan 740 dossiers onderzocht van schepen, die onder de Panamese vlag varen, be horend aan 384 verschillende rederijen. De Commissie had weinig moeite om nadrukkelijk vast te stellen, dat vrijwel alle Panamese schepen zich niets, maar dan ook niets van internationale afspra ken op scheepvaartgebied aantrokken en men zich met zichtbaar welgevallen zo veel mogelijk aan een internationale con trole onttrrik. Daar is b.v. het geval van een aantal tijdens ernstige aartvaringen dusdanig vernielde schepen, dat deze internationaal zijn uitgeschreven, doch thans, na jaren, onder de Panamese vlag verder blijken te varen! Aangezien het grootste percen tage van de onder de Panamese vlag va rende eenheden nimmer dit land aandoet, heeft de regering van dit land geen. dan wel uitermate weinig controle op de ar beidsvoorwaarden van deze schepen. Ook de reders wonen slechts in uitzonderlijke gevallen binnen de grenzen van deze re publiek; de meesten zijn er door 'n agent vertegenwoordigd. Zodoende valt de alge hele verantwoordelijkheid voor hetgeen zich op de Panamese vloot afspeelt op de consulaire vertegenwoordigers, welke echter niet groot in aantal zijn. WANTOESTANDEN. Voor zover de Panamese wetgeving zich met de organisatie van de vloot en de arbeidsvoorwaarden bezighoudt, wordt reeds direct vastgesteld, dat geen enkele reder zich dan ook maar de moeite geeft om deze wetten na te leven: dat dit spe ciaal wat de veiligheid betreft zeer ern stige gevolgen kan hebben, laat zich dan ook gemakkelijk denken. De scheepsbe manningen bestaan voor het grootste deel uit buitenlanders, die genoegen moeten nemen met de hier heersende toestanden; I de lange en ongeregelde werktijden, de I niet betaalde overuren, een minimum aan j eten en vaak een achterstand in de uitbe- taling, welke In vele gevallen moet wor- FEUILLETON 40 „Bedoel je. dat je Edenfield al te koop hebt gezet?" vroeg Letty, die zich bijna voelde bezwijmen. „Nu ja, het zal niet worden geveild of zo", verklaarde Gabrielle, als of ze een sluier trok voer een nogal twijfel achtige daad. „Ik heb Hollins Hol- lins gevraagd, het te noteren en ze zullen een opzichter of schatter of zo iemand hierheen sturen. Ik denk, dat we 't onderhands zullen verkopen", voegde deze er bij, alsof Letty natuur lijk aan deze manier de voorkeur zou geven. Intussen wilde het de onthutste en niet voor rede vatbare Letty toeschij nen, alsof 't gevaar reeds klopte aan de groene poorten van Edenfield. Openbare veiling of onderhandse ver koop wat kwam het er op aan? Edenfield zou in handen van vreem den komen. „O, beste kind, ik vrees, dat je me hiervoor zult haten", merkte Gabrielle sussend op. „Och, neen", zei Letty langzaam. „Al zou 't wel gemakkelijker zijn als ik 't kon. Maar je kunt het niet helpen, door MARY BURCHELL dat je niet van Edenfield houdt, zo min als ik 't kan helpen, dat ik het wél doe. En je hebt volkomen gelijk als je zegt, dat het absurd zou zijn, alleen voor mijn plezier het buiten goed aan te houden. Maar., maar.." Ze brak haar woorden af en klemde haar vingers krampachtig samen, tot ze, verstrooid een blik erop werpend, vaag besefte, dat dit „de handen wrin gen" werd genoemd en er mee op hield, daar 't haar onnodig melodra matisch toescheen. „Ik geloof, dat ik maar eens uit ga. in de tuin", zei ze niet erg duidelijk. „Ja, doe dat. Je zult je wel beter voelen als je er rustig over hebt na gedacht en gewend bent aan het idee", verklaarde Gabrielle opgewekt. Ze was blij, dat dit onbehaaglijke geval misschien toch bevredigend zou eindi gen. Letty antwoordde niet op deze hoop volle uitlating wat betreft haar eigen gevoelens. Ze opende de tuindeuren, liep toen langzaam naar het grasveld en vervolgens, wat onzeker, in de richting van de boomgaard. Inderdaad kwam 't er weinig op aan, waarheen ze zich begaf, 't Ging er slechts om, alleen te zijn en de ontstellende kwes tie met zichzelf uit te vechten. Toen zij het hek opendeed en de boomgaard betrad, doemde als een va ge echo uit het verleden het toneel voor haar op, waaraan ze was ont vlucht juist bij Rufus Arling's eerste aankomst. Maar zelfs dat scheen nu van minder belang. Ze zou Edenfield moeten verlaten. Dit was het feit, waarmee ze zich, hoe dan ook, vertrouwd diende te maken. Daarnaast had de rest geen betekenis. HOOFDSTUK V. Aan de verste van het huis verwij derde kant van de boomgaard stond een nogal verweerde stenen bank, nog daterend uit de tijd van Letty's groot vader. Hier had ze gespeeld toen ze kind was, lessen geleerd in haar schooltijd en soms romantische dromen ge droomd in de dagen voor Gabrielle's komst op Edenfield. Naar deze haar zo vertrouwde plek begaf ze zich in stinctmatig, om over de grootste cri sis in haar nog zo jonge leven na te denken. Eigenlijk, meende Letty, terwijl ze rusteloos met de hand over de warme ruwe steen streek, was er niet veel meer te overwegen. De beslissing was haar uit handen genomen en ze moest zich bij 't onvermijdelijke neerleggen. Onbewust wiegde ze zichzelf zacht jes heen en weer in haar verdriet, maar ze schreide niet,' ofschoon haar gezicht nog altijd in de handen ver borgen bleef. Carnavalsfeesten in Brabant en Limburg begonnen. I» Brabant en Limburg is Zaterdag het Carnavalsfeest Ingezet en overal in de steden en dorpen heeft Prins Carnaval, die hier de komende dagen zijn scepter zal zwaaien, reeds zijn intocht gedaan. In Den Bosch werd Prins Amadeiro door de Oeteldonkse burgemeester. Peer van de Muggenheuvel, verwelkomd en in Breda was het Prins Makerado de Tweede, die bezit van de stad nam en zijn „regering" aanving met het uitreiken van een hele serie onderscheidingen. Burgemeester Prinsen overhandigde de Prins hier op het Stadhuis plechtig de sleutels van de stad en kreeg zelf als beloning de hoog ste carnavalsonderscheiding. die van Commandeur in de Orde van de Krom me Pisang. Ook in Maastricht sloegen duizenden de intocht van Prins Carnaval gade en in Roermond bracht de vorst dank aan de kunstenaars, die hier op zo bijzondere wijze hun medewerking aan het welslagen van het feest hadden gegeven. Prins Nil- les I maakte zijn glorieuze intocht in Ber gen op Zoom. Man wilde zijn vrouw wurgen. De Haarlemse politie heeft de 24-jarige monteur G. van R., gearresteerd, die be kend heeft zijn echtgenote te hebben wil len wurgen. Het echtpaar woont bij de ouders van de vrouw in en door deze si tuatie ontstonden echtelijke onenighe den. Donderdag heeft van R. volgens zijn verklaring, zijn 25-jarige vrouw bij de keel gegrepen met de bedoeling haar te wurgen. Toen dit mislukte is hij wegge lopen. De volgende dag heeft hij zijn vrouw in de buurt van hun woning op gewacht en bedreigd. De vrouw heeft toen haar ouders van het gebeurde in kennis gesteld en deze hebben daarna aangifte gedaan bij de politie. Tranen leken een te gemakkelijke en goedkope uiting bij een ramp als die haar nu getroffen had! Af en toe fluisterde ze halve zin netjes zonder werkelijke betekenis voor zich heen, als een soort uitlaat voor haar chaotische, onsamenhan gende gedachten. Dan weer werd ze stil, alsof ze ver wachtte. dat iemand haar zou komen vertellen, wat ze moest doen in deze onoplosbare crisis. Toch had ze uiteraard er niet op ge rekend, nu heus een menselijke stem te horen en Letty schrikte dan ook plotseling op, toen Rufus Arling, met zijn tamelijk diep stemgeluid, haar 'n tikje bezorgd vroeg: „Wat scheelt er aan, Letty?" „O.Vlug opkijkend, zag ze hem naast haar staan. Haar eerste woord was: „Niets", maar toen, beseffend, dat dit al te dwaas en onwaar klonk, liet zij er op volgen: „Ik ben nogal overstuur, dat is alles". (Wordt vervolgd). Het Wereldgebeuren Volgens een bericht van Reuter heb ben de leiders van de Britse Geheime Dienst hun ondergeschikten opdracht gegeven dag en nacht te werken, tot dat zekerheid is verkregen, dat er geen lekken meer zijn in het veilig heidsapparaat. Sir Percy Sillicoe. chef van het bureau voor de militaire con tra-spionnage, zou persoonlijk de lei ding op zich genomen hebben van een speurtocht naar communistische agen ten. Ofschoon geen enkele officiële mededeling naar buiten doordringt wordt verwacht, dat de hernieuwde activiteit tot belangrijke resultaten zal leiden, die aansluiten op de arrestatie van de atoomgeleerde Fuchs. Blijkbaar zijn de Britten geërgerd door de Amerikaanse critiek, dat zij zeven jaar lang zich atoomgeheimen onder de neus hebben laten wegkapen. Het net van contra-spionnage wordt elke dag verder uitgespannen. Gehei me agenten houden ogen en oren wijd open in kringen, die relaties onder houden met de landen „achter het ijzeren gordijn" en onder de politieke vluchtelingen, die dagelijks een goed heenkomen zoeken in West-Europa. Verondersteld wordt namelijk, dat Russische agenten naar West-Europa komen onder het mom van politieke vluchtelingen. In Duitsland zijn een aantal van hen opgespoord in de kam pen voor ontheemden. Er zijn nu maatregelen genomen en voorschriften uitgevaardigd om de politieke vluch telingen voortaan nauwkeuriger te schiften. Spionnage en contra-spionnage is een onaangenaam, maar onvermijde lijk nevenverschijnsel van de bewape ningswedloop. Op 't ogenblik bloeit ze meer dan ooit en evenredig daarmee stijgt het aantal processen. Dat in Boe dapest tegen de Amerikaan Vogeler en de Brit Sanders bewijst, dat de Amerikaanse Geheime Dienst in Oost- Europa zeer actief is. Deze dienst stelt zich uiteraard vooral in ver binding met de tegenstanders van de regiems. Spionnage is altijd een bedrijf zonder moraal en zonder scru pules. Van ieder, die om welke reden ook bereid is zijn diensten te verlenen, wordt gebruikt gemaakt. In dat opzicht verkeren de Russen in een veel gunstiger positie dan hun tegenstanders. Geen land immers of er bestaat een communistische partij, die de doeleinden van de Russische buitenlandse politiek volledig onder schrijft en deze in woord en geschrift steunt. Russische agenten hoeven der halve niet naar contacten te zoeken; de Kominform heeft uitgebreid adres- materiaal in de archieven. Op een dergelijke organisatie kunnen de Wes terse diensten niet steunen. De verraadzaak Fuchs nu heeft een nieuwe stimulans gegeven aan wat wel spottenderwijs genoemd wordt ,,de communistische ketterjacht" in de Ver. Staten. De felste jagers zien er hun mening door versterkt, dat elke aanhanger van Moskou, ja elkeen met sterk linkse sympathieën, een poten tiële spion is, wiens doen en laten ge controleerd dient te worden. Tegen deze achtergrond moet het voorstel van drie Amerikaanse senatoren ge zien worden, om de registratie van al le communisten in de Ver. Staten ver plicht te stellen. Naar schatting be draagt hun aantal 54.000. Zo er voor dit voorstel veel te zeg gen valt, de gevaren, die eraan kleven, zijn niet minder duidelijk, zodra iemand alleen al op grond van gezind heid verdacht wordt en niet op grond van feiten, is het eind zoek. Dan ont snapt zelfs een geleerde als Einstein niet aan verdachtmakingen, evenmin als minister Acheson, wiens departe ment een broeinest van communisti sche agenten is genoemd. Daarom is er meer te zeggen voor de werkwijze van de Britse Dienst. Die werkt inderdaad in het geheim en timmert niet aan de weg, zoals de F.B.I, van Hoover. Hoge prijzen voor uien en aardappelen. De handel profiteert ervan. De pryzen voor uien en aardappe len zijn in de laatste weken sterk opgelopen. Slechts een klein deel van de landbouwers profiteert echter van deze goede prijzen, want de meesten hebben hun aardappelen en uiéh maar liever verkocht toen ze een redelijke prijs konden maken. Het gevolg daarvan is, dat voor namelijk de handel profiteert van de hogere prijzen. Men betaalt nu 50 cent voor een kilo uien aan de landbouwer, dezelf de prijs waarvoor men vorig jaar 50 kg. kocht. Vele boeren hebben zoals gezegd hun aardappelen reeds lang verkocht voor 6 7 cent en hun uien voor 10 cent per kg. Het zijn vooral Frankrijk en Duitsland waarheen thans uien wor den geëxporteerd en wel in hoeveel heden die de export naar Engeland bijna evenaren. Men kan nu ook wel zeggen, dat de uienvoorraad bij 95 der land bouwers totaal geruimd is. Nog en kele weken en alle uien zijn verdwe nen, wat met het oog op de mooie voorjaarsdagen trouwens ook wel gewenst is. In de maand Januari werden ge ëxporteerd 22.126.780 kg. verdeeld als volgt: Engeland 7.927.837 kg-, Frankrijk 6.729.030 kg., Duitsland 5.066.096 kg., België 1.205.594 kg.. Ierland 694.747 kg., West-Indië 194.310 kg., Engels leger 146.996 kg.. Noord Amerika 69.850 kg., IJsland 30.000 kg., Afrika 22.850 kg.. Jersey 21.830 kg., Indonesië 11.290 kg., Luxemburg 5000 kg.. Noorwegen 750 kg. en Zwitserland 600 kg. In totaal zijn nu geëxporteerd 107.495.386 kg., te weten in Juli 1.293.527 kg., in Augustus 18.273.774 kg., in September 12.037.867 kg., in October 6.120.142 kg., in November 28.202.487 kg., in December 19.441.079 kg. in Jan. 22.126.780 kg. Sommigen schatten de voorraad voor Februari nog op 10 millioen kg., maar de meesten achtten de voorraad kleiner.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 3