De steen der wijzen gevonden?
JIMMY BROWN, sportheld
600 JAAR GELEDEN STIERF
TUL UILENSPIEGEL
Zeeuwse Almanak
DE OPLOPENDE UIENPRIJZEN
1984
LETTY'S moeilijke 1
KEUZE
DINSDAG 24 JANUARI 1950
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
met onze 80 binnen de grenzen van
dit crediet en wij behoeven dan niet
te betalen. Dit noemen de experts nu
de eerste zóne.
O WEE ALS
Er gebeurt dus verder niets, zo lang
wij maar kwartaal voor en kwartaal
na een schuld houden, die beneden
die 100 blijft. Omgekeerd, als wij op
een gegeven ogenblik een vordering
krijgen, die lager dan 100 is, krijgen
wij geen geld doch moeten wij crediet
geven.
Maar o wee. als we boven de 100
uitkomen. Dan begint de sirene te
loeien ten teken dat we in de tweede
zone zijn gekomen. We moeten dan
wei gaan betalen; namelijk gedeelte-
Wellicht op 1 Juli 1950 een nieuw
valutasysteem
(Van onze economische medewerker)
Als alles gaat zoals de deskundige hebben uitgestippeld, als tenslotte
ook Uncle Sam er ztjn zegen aan geeft (en een paar honderd milioen dol
lar om mee te beginnen), dan kan West-Enropa op 1 Juli a.s. starten met
een nieuw valutasysteem.
Neen, geld vry mee nemen naar het buitenland, dat is er nog niet by.
Maar de handel zal er wel by kunnen varen en hy zal niet meer gedupeerd
- worden, omdat er geen Belgische francs meer in het laatje zgn of omdat
Frankryk geen guldens meer in huis heeft. Doch laèen wy beginnen by
het begin.
En dat begin is, dat onze handel
op het ogenblik te maken heeft met
een hilateraal (of tweezijdig) verdrag
met elk Europees land afzonderlijk.
De opzet daarvan is eigenlqk zo, dat
er min of meer met gesloten beUrs
wordt betaald: wij kopen voor 100
en verkopen voor 100. Natuurlijk
lukt dat niet altijd en dan moet een
van de partijen bijbetalen. Niet met
de eigen valuta (want die is in de
ogen van de ander weinig waard),
doch met goud of dollars. En als dat
kostbare goed niet voorradig is, wel,
dan zit er niets anders op dan een
beetje minder te kopen.
Zo kregen we dus, dat wij bij Bel-
fië in het krijt stonden. Engeland
ij ons, Duitsland ook bij ons enz.
Het zoeken was toen naar de steen
der wijzen, dus naar een middel om
met die vorderingen op een aantal
landen de schulden aan andere lan
den te betalen.
Men meent die steen nu gevonden
te hebben door het opstellen van een
Slan (waaraan ook twee Nederlan-
ers krachtdadig hebben medege
werkt: prof dr. T. A. G. Keesing en
prof. S. Posthuma), dat in het kort
op het volgende neerkomt.
Aan ieder land wordt de vrijheid
gegeven om te kopen in West Euro
pa (om precies te zijn bij de 16 Mar-
shallanden) zoveel als het wil. Aan
het einde van een bepaalde periode
(een kwartaal bijv.) wordt dan aan
een centraal lichaam (dat bij gebrek
aan beter in het plan voorlopig de
mysterieuze naam XYZ draagt) op
gegeven hoe de rekening er voor
staat. Nederland zal dan op een aan
tal dier landen een vordering en aan
verscheidene andere een schuld heb-
ben. Het nieuwe is nu. dat XVZ al
die schulden en vorderingen (die in
francs, lires, marken, ponden, kronen
enz. luiden) ,gaat omrekenen in een
(nader vast té stellen! valuta-eenheid i
Ze hebben dan alle dezelfde noemer
en ze kunnen nu gemakkelijk de
schulden in het ene kolommetje en
de vorderingen in het andere op
geteld worden. Tenslotte worden de
saldi van beide kolommetjes vergele
ken en dan blijkt, dat wij of per
saldo 'n schuld of eer saldo 'n vorde
ring hebben (terwijl in een zeldzaam
geval beide ook even groot kunnen
zijn).
Laten wy het ongunstigste geval
eens nemen. Nederland heeft per sal
do een schuld van zeg 80 eenheden
aan XYZ. We moeten er nu biiver-
tellen, dat aan elk deelnemend land
door dit centrale lichaam van meet
af aan een crediet wordt toegewezen,
dat wij gemakshalve voor ons land
maar op 100 stellen. Wij blijven dus
lijk in goud, doch voor het andere
deel krijgen we weer crediet dat ech
ter afbetaald moet worden en waar
voor rente is verschuldigd. In feite
zijn we, doordat we in die tweede zóne
terecht kwamen, op veel te luxe voet
gaan leven, want we kochten te veel
in het buitenland en verkochten er te
weinig. We zullen dan ook de bordjes
moeten verhangen en wel bijtijds,
daar het ons anders goud zou kosten.
XYZ regelt dit verkeer niet alleen,
het krijgt ook nog een fonds te be
heren, dat als reservepotje voor kwa
de tijden is bedoeld (en voor noodge
vallen) en dat, naar men hoopt, door
de Amerikanen gevuld wordt.
Het is een serieus plan; het is uiter
aard een hulpmiddel, doch als het toe
gepast kan worden (officieel moeten
alle landen en ook de V.S. er nog him
goedkeuring aan hechten), dan zijn'
we weer een stap dichter bij een nor
maal handels- en betalingsverkeer ge
komen en dat is iets waar Europa
het meest naar snakt.
(Nadruk verboden)
Djocja blijft strijden voor
eenheidsstaat.
Volgens een bericht uit Djocja is het
eerste punt van het programma van
het nieuwe kabinet van de Republiek
Indonesia te Djocja: voortzetting van
de strijd, ter verkrijging van een een
heidsstaat, overeenkomstig de procla
matie van 17 Augustus 1945.
82. Intussen had Jimmy Brown ,de kleine Billie
Brushbox ingehaald, en grommend had hij hem de
jampot weer afgepakt. Jimmy, smeekte Billie wan
hopig, ga toch in je doel. Kijk nou toch 's, wat er
nou weer gebeurt, kijk nou toch eens.Maar het was
al te laat. De backs van de Rovers konden 'n nieu
we stormloop van de Albion niet keren, en met een
sierlijke boog vloog opnieuw de bal in het verlaten
doel.Het was 33. De Albion had de achterstand
van drie goals geheel kunnen inlopen.
Standbeelden voor 's werelds grootste nar.
(Bijzondere correspondentie)
MöLLX, Jan. Mölln, een klein plaatsje dicht bij de Engelse-Russische
zóne in Duitsland, herdenkt dit jaar een merkwaardige inwoner, die pre
cies 600 jaar geleden in een van de oudste kerken werd begraven. UUe
en Spiegel op de verweerde steen herinneren aan de dode, die hier in 1350
de laatste rust vond: Tyi Uilenspiegel, de onsterfelijke nar.
Varend hotel.
Een uitgeversmij. in Nederland, heeft 't
plan opgevat een klein varend hotelschip
te gaan exploiteren voor tochten door ons
land met buitenlandse gasten. Door be
middeling van een scheepvaartbureau te
Delfzijl werd daarvoor aanbesteed de
bouw van een motorpassagiersschip, wel
ke voor dit doel bestemd zal worden. Het
schip krijgt een afmeting van 38,5 x 5.5 x
2,5 m. en zal voorzien worden van een 200
p.k. motor. Het zal een snelheid van ca.
20 km. kunnen behalen. Er zullen, buiten
de bemanning, ca. 20 gasten meegenomen
kunnen worden. Elke reis zal ongeveer
10 dagen duren. Het ligt in de bedoeling
van Rotterdam te varen naar Amsterdam
—de Lemmer, via de Friese meren naar
Groningen en Delfzijl, zo mogelijk vla
Borkum. de Groningse en Friese wadden,
Den Helder terug naar Amsterdam. Men
hoopt het schip op 1 Juni a.s. te kunnen
laten varen.
KRUININGEN
ROERT DE TROM
Dat Kruiningen, dat Kruiningen!
Bijna zeven honderd en vijftig jaar is
het reeds en het speelde reeds in de
Middeleeuwen een rol. De ambachts
heren van Cruyningen waren herhaal
delijk tevens burggraven van Zee
land en ridders van het Gulden Vlies.
Twee roemruchte kastelen had het
en in de Kerk, die dateert uit de vijf
tiende 'eeuw, kunt ge nog altijd de
graftombe bewonderen van Heer Aer-
noudt van Cruyningen.
Het ligt aan een van de twee
voornaamste verbindingswegen met
Zeeuwsch-Vlaanderen, Het heeft een
verkeer, waarop menige plaats met
meer dan 4500 inwoners jaloers op
kan zijn en hef kijkt in de toekomst,
zo oud als het is.
Iedereen weet nu dat Kruiningen
goede mogelijkheden biedt voor indu
strievestiging en nauwelijks is Bus-
sum met een goedkoop bouwplan over
ff?3- geVaan> °f oolc Kruiningen
meldt zich en komt voor den dag met
nog aardiger en nog goedkopere wo
ningen dan het Gooi. Kruiningen roert
ae trom, in de gunstige zin dan. De
mensen zijn er actie/ en hebben hart
voor hurt woonplaats. En zij zetten
nun licht niet onder de korenmaat.
Die activiteit doet weldadig aan. En
iedereen in Zeeland is nu benieuwd,
teaser met de woningen, waarmede
n-ruintngen Bussum overtroeft, ge
beuren gaat.
r Kruiningers! En dat minister
in t Veld dit initiatief moge steunen
Ais een kleine plaats zo actief is, ver
dient zij gulle medewerking!
Voordat President Soekarno zich naar India begeeft te* bijwoning van
de onal'hankeiykheidsfeesten, heeft hy een bezoek gebracht aan zyn moe
der te Blitar ter in ontvangstneming van haar zegen voor zyn voorge
nomen reis. Volgens de Koran is het zich verdienstciyk maken tegenover
zyn moeder én van de hoofdwetten in het leven van de mens.
125 millioen K.G. is voor export bestemd.
De uienmarkt had in de maand December en in de eerste weken van
Januari weer een vlot verloop. Begin December werd 20 tot 22 cent ge
boden, traag liep de prys naar 25 cent, doch zodra bekend werd dat met
Frankryk een contract was afgesloten voor levering van 10.000 ton
groenten, waaronder ook uien, liep de prys op tot 30 cent en zelfs werd
voor levering begin Februari al 35 cent per kg. betaald.
Natuurlijk wil iedere teler voor
deze prijs wel leveren en de mees
te telers hebben dan ook hun voor
raden geheel geruimd. Alleen de
partijen door exporteurs voor eigen
rekening opgekocht zyn thans nog
hier en daar opgeslagen. Wel staat
men soms versteld, dat wanneer men
denkt dat alle voorraden geruimd
zijn, toch nog hier en daar partijtjes
te voorschyn komen.
WAT GETEELD WERD.
Er is in Nederland in 1949 geteeld
een oppervlakte van 4671 ha. zaai-
uien, nl. in Groningen 15 ha., Fries
land 21 ha., Drente 1 ha., Overijssel
5 ha., Gelderland 17 ha., Utrecht 4
ha., Noord-Brabant .245 ha. en Lim
burg 11 ha.
Zuid-Holland en Zeeland zjjn dus
ver in de meerderheid, terwyl het
in Zuid-Holland vooral Flakkee is,
waar natuurlijk de meeste uien wor
den verbouwd.
Rekent men nu een opbrengst van
30.000 kg. per ha., dan zou de op
brengst aan zaaiuien ongeveer 140
millioen kg. moeten zijn. Wanneer
men daarvan voor 't binnenlands ver
bruik, de krimp, de zieke uien enz.
25 aftrekt, dan blijven voor ex
port beschikbaar plm. 105 millioen
kg., daarbij komen dan nog de
plantuien tot een hoeveelheid van 20
millioen kg., zodat de totale uien-
oogst die voor export beschikbaar
komt zou hebben bedragen plm. 125
millioen kg. Tot en met December
zijn daarvan geëxporteerd 85.368.606
kg. Blijft dus nog te exporteren
plm. 30 millioen kg., een hoeveel
heid die ongeveer overeenkomt met
de export in de maand November.
EEN TEKORT.
Jammer dat de vorige oogst 1948-
1949 een zo groot overschot ople
verde en dat dit jaar moet eindigen
met een tekort, al is dit tekort na
tuurlijk wel in de prijzen verdiscon
teerd.
Opmerkelijk is het verder dat onze
voornaamste afnemer Engeland, de
prijsstijging in de afgelopen maand
slechts traag volgde en dat men
geen hogere prijs kon hedingen dan
Moh. Roem als
Hoge Commissaris beëdigd.
De benoeming van Mohammed Roem
tot Hoge Commissaris van de R.I.S. in
Nederland is thans officieel in Dja
karta bekend gemaakt. Zondagmorgen
ls Roem door President Soekarno ln
deze functie beëdigd.
27 cent, terwyl hier aan de teler 30
cent werd betaald.
De export in December bedroeg
19.441.079 kg., verdeeld als volgt:
Engeland 10.378.803 kg., Frankrijk
3.872.550 kg., Duitsland 2.900.988
België 1.351.400 kg., West-Indië
277.840 kg., Ierland 257.030 kg., En
gels leger in Duitsland 209.973 kg.,
Midden-Amerika 100.625 kg., Afri
ka 67.250 kg.. Israël 15.000 kg., In
donesië 5050 kg.. Noorwegen 3550
kg.. Zwitserland 1000 kg., Finland
20 kg.
Generaties van uitgevers verdien
den een vermogen' met het publiceren
van verhalen over zijn 80 streken; zij
zijn in bijna alle talen van de wereld
vertaald. Kotzebue bracht Tijl Uilen
spiegel op het toneel, Richard Strauss
bracht hem in de muziek, Rembrandt
en Lukas van Leyden legden hem op
het doek vast. Wismar heeft een
Uilenspiegelsteen, Braunschweig een
Uilenspiegelbron en Eisenach een ge
denknaald. Tegenwoordig kent ieder
kind zijn streken, doch over zijn
eigenlijke leven is weinig bekend.
Het geboortehuis van de onsterfelij
ke nar is nog behouden, het staat in
het dorp Kneitlingen aan de Elm in
Braunschweig, men noemt het nog
steeds het Uilenspiegelhof. Daar is
Tijl Uilenspiegel geboren, niet
Vlaanderen. Het jaar is echter niet
bekend, men vermoedt in 1300. Tijl
Uilenspiegel werd driemaal gedoopt:
eenmaal in de kerk, eenmaal toen hij
op de terugweg in een beek viel en
de derde maal toen men hem nood
gedwongen moest wassen. Reeds in
zijn jeugd verliet Tijl Uilenspiegel met
zijn ouders Saksen en ging hij naar
de omgeving van Stassfurt. Hier heeft
hij zijn streken uitgehaald. Van hier
uit trok hij de wijde wereld in.
WEINIG GEREISD.
Stelt men naar de 80 streken van
Tijl Uilenspiegel zijn reisroute samen,
dan moet men daarbij in het oog hou
den, dat de eerste aantekeningen van
zijn avonturen verloren gingen. Wat
de drukker Grieninger in 1515 in
Strassburg bekend maakte, stamt van
een oudere tekst. Van 't Strassbur
ger Boek zijn nog enige exemplaren
aanwezig in het Britse museum in
Londen.
Tijl Uilenspiegel heeft nooit ver ge
reisd. Hij kwam in het westen in
Vlaanderen, in het zuiden naar Rome.
in het oosten tot Krakau en in het
noorden tot in Denemarken. Zijn
oorspronkelijke gebied is het land
tussen Maagdenburg en Hannover,
tussen Celle en Halberstadt geweest.
Hier was hij de ene dag arm, de an
dere rijk; hier kende hij iedere straat
en ieder huis.
In het klooster van Marienthal bij
Helmstedt schijnt hy als portier ge
werkt te hebben. Daarna werd hij
naar buiten gedreven tot hij op een
goede dag in het plaatsje Mölln te
recht kwam. Op een morgen vonden
de burgers van het stadie de onrus
tige knaap in de goot. Toen men de
onbekende naar het ziekenhuis van
de Heilige Geest droeg, lachte hij
flauwtjes: „Met alle kracht heb ik
geprobeerd de Heilige Geest tot mij
te krijgen, nu kom ik tot hem".
EEN „GRAP".
De oude nar kon het niet laten op
zijn sterfbed nog een „grap" uit te
halen. Hij vermaakte een kostbare en
zware cassette voor een deel aan de
gemeenteraad van Mölln en voor een
ander deel aan de heren van de kerk.
Toen later bleek, dat de cassette leeg
was, ontstond er tussen de erfgena
men onenigheid, waaruit wantrouwen
en haat overbleven.
Men begroef de oude nar op het
kerkhof naast de oude kerk. Toen
men de doodkist liet zakken, knapte
het touw. De mensen kwamen over
een het zo te laten, zodat de dode
rechtop in de groeve stond. Of de
grafsteen, waarop nog flauw de da
tum van overlijden in het jaar 1350
te lezen is, op de plaats van het graf
bleef, valt moeilijk te zeggen. Waar
schijnlijk werd hij later tegen de
kerkmuur gemetseld, waar hij op het
ogenblik nog is.
Het kleine museum van de plaats
heeft bij de vele historische voorwer
pen nog het primitieve ijzeren brille-
montuur van Uilenspiegel en een
roestige degen. De bewoners van
Mölln, die 600 jaar geleden geen idee
hadden, welk een merkwaardige man
zij binnen hun muren hadden, zijn nu
zeer trots op de historische stukken.
Ook in Kneitlingen is de mening over
de nar sterk veranderd. Men heeft
voor Tijl Uilenspiegel een groots ge
denkteken opgericht, dat gemaakt is
door een beelhouwer uit Braunsch
weig.
De streken van Tijl Uilenspiegel
hebben 600 jaren overleefd en zullen
'nog zolang voortleven als men vreug
de en geestigheid kent.
(Nadruk verboden)
Het Wereldgebeuren
Gevaar voor vogelpest.
In België treedt thans een ernstige
besmettelijke ziekte op onder het
pluimvee, vogelpest genaamd, die ons
land noodzaakt bedacht te zijn op het
gevaar van uitbreiding der ziekte
naar Nederland door het vervoer van
besmette pluimveeproducten van deze
dieren of besmet verpakkingsmate
riaal. Daarom zijn wettelijke bepalin
gen, die in- en uitvoer van pluimvee
en pluimveeproducten en dergelijke
verbieden, uitgevaardigd teneinde de
vogelpest buiten onze landsgrenzen te
houden.
FEUILLETON
MART BURCHELL
16
„Waarom zou ik het niet doen? Zie
ik er uit, alsof ik nooit minder zwaar
op de hand kan zijn?"
„O, neen! Dat bedoelde ik niet",
haastte Letty zich te verzekeren.
„Maar., maar ik zou niet graag het
gevoel hebben, dat u er alleen om mij
heen ging".
„Dat gevoel behoef je niet te heb
ben", antwoordde hij met nadruk.
„Het zou integendeel heel vriendelijk
van je zijn, als je mij de gelegenheid
gaf, mensen te leren kennen".
Ze wist opperbest en hij twijfel
de geen ogenblik, of ze wist het!
dat hij volkomen in staat was. zelf
standig „mensen te leren kennen".
Maar 't schonk een onbeschrijvelijk
prettig gevoel als iemand zijn ware
motieven op zo'n manier wist te ver
bergen.
,,'t Is erg vriendelijk van u", her
haalde ze, maar ditmaal op een toon
alsof haar gedachten elders waren. „Ik
kon morgen wel eens naar Medway
gaan. om een nieuwe japon te kopen."
Inderdaad sprak ze meer tot zichzelf
dan tot Rufus Arling, maar deze
scheen de opmerking als voor hem be
stemd te beschouwen en zei ernstig;
„Ongetwijfeld is een nieuwe japon
hoog nodig".
Letty keek plotseling glimlachend
naar hem op; met de glimlach, die
haar vader als „in de war brengend"
had beschreven.
..Ik ga mee" verklaarde ze nu be
slist en zijn commentaar was kort
maar prijzend: ,3est meisje hoor!"
,,'t Viel Letty niet moeilijk, het
nieuws van de veranderde beslissing
aan Gabrielle mee te delen, want deze
stelde nooit veel belang in motieven
of handelingen, die niet direct haar
betroffen.
„Ik had me Rufes Arling niet als 'n
danseur voorgesteld", was haar com
mentaar. „Maar 't is een goed idee, dat
hij ook wil gaan. Je moest heus een
beetje meer uitgaan, Letty en hij zal
een keurige begeleider zijn. Wat denk
je aan te trekken?"
Toen Letty sprak over een tocht
naar Medway om een nieuwe japon te
kopen, trok Gabrielle wat glimlachend
haar neus op.
„Medway? Wat is Medway..? Zeker
nog zo'n provincienest".
Letty beschreef Medway als een
groot marktcentrum.
„Waarop Gabrielle aanmoedigend
uitriep: „De hemel beware me voor
kleren uit 'n marktcentrum!" En Let
ty werd er niet vrolijker op.
Toen ze dan ook de volgende mor
gen in de bus naar Medway stapte,
was van haar oorspronkelijk gevoel,
'n opwindend avontuur te zullen bele
ven, vrijwel niets meer over. Maar
wel bleef ze vastbesloten, nu door te
zetten, liever dan Rufus Arling het
feit van een nieuwe terugtocht te moe
ten bekennen.
Wat haar plan de campagne voor 't
kopen van een avondjapon betrof, dit
was, gezien de omstandigheden, al
zeer weinig ingewikkeld. Ze kon eerst
naar Badhurst gaan. de enige winkel
ter plaatse, die bescheiden aanspraak
maakte op warenhuis-allures en zien
of ze iets hadden, dat haar geschikt
leek. Als Bathurst faalde, kon zij nog
een beroep doen op Madame Carreau,
die een klein, bescheiden magazijn
had in een zijstraat van het grote
marktplein en zichzelf meer pompeus
dan juist hof-tailleuse en couturière
„francaise" noemde.
Bij Bathurst ondervond Letty haar
eerste teleursteling. Geen beslissende,
maar die haar toch nog meer ontmoe
digde. De winkeljuffrouw wees er met
nadruk op, dat ten minste twee van de
aanwezige japonnen Letty pasten en
dat viel ook niet tegen té spreken.
Maar evenzeer, was voor geen tegen
spraak vatbaar, dat ze niet bijzonder
in haar smaak vielen.
„Waarom niet die van rose kant?"
vroeg de juffrouw, met iets verwij-
tends in haar stem. „Rose is lief voor
jonge mensen".
Maar Letty wist, dat deze bleke, on
bepaald rose tint haar een „verscho
ten" en onbetekenend figuur zou doen
slaan. Alleen reeds het denkbeeld, om
in die rose kant met Gabrielle te wil
len wedijveren, was gewoonlijk bela
chelijk.
„Neemt u dan de zwarte", drong de
winkeljuffrouw aan, die blijkbaar Let
ty als zeer onredelijk beschouwde, om.
dat ze niet tevreden was met twee
haar ten minste passende japonnen.
„Zwart is altijd elegant", voegde ze
erbij.
„Ik zie er echt uit als een achtens
waardige jonge vrouw", sprak ze, even
glimlachend.
(Wordt vervolgd).
Op betrekkelijk jonge leeftijd. 46
jaar. is de Engelse schrijver George
Orwell overleden. Zijn naam is in
ons land nog vrij onbekend. In de
Angelsaksische landen echter heeft hij
vorig jaar snel opgang gemaakt met
zijn roman „1984", een toekomstfanta
sie, die aan de boeken van H. G.
Wels doet herinneren.
Nineteen Eighty-Four is een best
seller geworden en dit keer met recht.
Wie het boek eenmaal ter hand heeft
genomen legt het niet meer terzijde.
De lectuur ervan is beklemmend,
angstwekkend, gruwelijk af en toe,
maar de schrijver weet ons in zijn
fantasie mee te slepen en heeft ons
bovendien iets te zeggen. Niet dat het
verhaal moraliserend is en de schrij
ver vertogen houdt voor of tegen be
paalde waarden en denkbeelden. Or
well spreekt via zijn verbeelding,
waarin een meedogenloze logica de
boventoon voert. Zijn roman is een
harde en scherpe satyre, die het tota
litaire stelsel tot in zijn denkbeeldige
uiterste consequenties doortrekt. Het
eerste deel geeft een beschrijving van
het dagelijkse leven in het jaar 1934 in
„Oceania", een van de drie totalitai
re superstaten, waarin .de wereld dan
verdeeld is. De anderen zijn Eurasia"
en „Eastasia". In Oceania is de mense
lijke geest en de menselijke waardig
heid geheel ondergeschikt gemaakt
aan de macht van de partij en van de
dictator, Grote Broer. Erger nog. de
machthebbers zijn erin geslaagd vrij
wel elk zelfstandig denken en mens
waardig reageren uit te roeien en door
vrees en slaafsheid te vervangen. De'
leuzen zijn oorlog is vrede, vrijheid
is slavernij, onwetendheid is kracht.
De massa partijlozen wordt door
vier ministeries geregeerd: het ministe-
i"ie van vrede, dat de permanente
oorlog tegen de andere superstaten
voert, het ministerie van waarheid, dat
voor amusement en volstrekt 'ver
draaid en eenzijdig nieuws zorgt, het
ministerie van overvloed, dat de
schaarste-economie regelt en het mini
sterie van liefde, dat een ongekende
terreur uitoefent. Een privé-leven be
staat niet. Elke burger is met lichaam
en ziel onderworpen aan Grote Broer,
wie daartoe de gehele techniek- ten
dienste staat. In elk huis is een „tele-
scherm" aanwezig, een apparaat, dat
dubbel werkt en waarbij in de uit-
zendstudio gezien kan worden wat in
de kamer van ontvangst gebeurt.
Aanzetten van het „telescherm" is
verplicht. De ..gedachtepolitie" be
schikt over helicopters en is alom
tegenwoordig. De minste afwijking
van de lijn. de geringste twijfel aan
de almacht en alwetendheid van
Grote Broer wordt opgespoord. De
partijleden, kenbaar aan het uniform
zijn bevoorrecht; de rest is werkvee.
In de held van Orwells verhaal,
Winston Smith, sluimert een zacht
aardige rebellie tegen Grote Broer.
Hoewel liefde tussen man en vrouw
reeds lang verboden is, geraakt hy in
een romance verwikkeld met een stil
le zielsverwante. Smith wordt verra
den en geraakt in handen van de
„gedachtepolitie". die hem volgens de
gebruikelijke methode een volledige
bekentenis afdwingt Smith verraadt
op zijn beurt zijn vriendin en eindigt
met zich volkomen en onvoorwaarde
lijk aan Grote Broer te onderwerpen.
Het drama is voltooid.
Orwells boek is een satyre. geen
voorspelling. Het is bedoeld als een
waarschuwing: ziehier waartoe het
leidt indien de drang naar macht alle
morele waarden overspoelt, indien al
les wordt ondergeschikt gemaakt aan
de doctrine en de leuze. Hij beschrijft
een wereld, waarin het een misdaad
is om een menselijk schecsel te zijn
en houdt daarmee tegelijkertijd een
pleidooi voor menselijke waardigheid
en tegen dictatuur in welke vorm ook.
In ..Vrij Nederland" schreef J.
Greshoff in zijn nijdassige en ietwat
zure rubriek „Mijn beschermd do
mein': „Wij weten, dat de Orwelli
aanse wereld vroeger of later komea
moet. Ik heb geen behoefte om dit
komende schouwspel bij te wonen
vooral omdat het er een zal zijn zon
der toeschouwers.
Een leder zal worden gedwongen
zich tot medespeler te verlagen".
Waaraan Greshoff deze zekerheid
ontleent js niet duidelijk. Daarom kan
voorlopig zijn sombere profetie geno
men worden voor wat ze is.
Enkele IJmuider trawlers
weer uitgevaren.
Door de gezamenlijke trawlerreders te
IJmulden werd overeengekomen een deel
van de vloot, die wegens de ongunstige
resultaten enige tfjd in de haven gehou
den werd. in de vaart te brengen. Enige
eigenaren van motorschepen verklaarden
zich bereid het risico van een reis te aan
vaarden, zodat in de komende dagen deza
schepen zullen uitvaren. Het soreekt ech-
ter vanzelf, dat door de gezamenlijke re
ders de ontwikkeling der vang- cr> mark*-
resultaten nauwlettend zal worden ge
volgd.