De steen der wijzen gevonden? JIMMY BROWN, sportheld 600 JAAR GELEDEN STIERF TUL UILENSPIEGEL Zeeuwse Almanak DE OPLOPENDE UIENPRIJZEN 1984 LETTY'S moeilijke 1 KEUZE DINSDAG 24 JANUARI 1950 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT met onze 80 binnen de grenzen van dit crediet en wij behoeven dan niet te betalen. Dit noemen de experts nu de eerste zóne. O WEE ALS Er gebeurt dus verder niets, zo lang wij maar kwartaal voor en kwartaal na een schuld houden, die beneden die 100 blijft. Omgekeerd, als wij op een gegeven ogenblik een vordering krijgen, die lager dan 100 is, krijgen wij geen geld doch moeten wij crediet geven. Maar o wee. als we boven de 100 uitkomen. Dan begint de sirene te loeien ten teken dat we in de tweede zone zijn gekomen. We moeten dan wei gaan betalen; namelijk gedeelte- Wellicht op 1 Juli 1950 een nieuw valutasysteem (Van onze economische medewerker) Als alles gaat zoals de deskundige hebben uitgestippeld, als tenslotte ook Uncle Sam er ztjn zegen aan geeft (en een paar honderd milioen dol lar om mee te beginnen), dan kan West-Enropa op 1 Juli a.s. starten met een nieuw valutasysteem. Neen, geld vry mee nemen naar het buitenland, dat is er nog niet by. Maar de handel zal er wel by kunnen varen en hy zal niet meer gedupeerd - worden, omdat er geen Belgische francs meer in het laatje zgn of omdat Frankryk geen guldens meer in huis heeft. Doch laèen wy beginnen by het begin. En dat begin is, dat onze handel op het ogenblik te maken heeft met een hilateraal (of tweezijdig) verdrag met elk Europees land afzonderlijk. De opzet daarvan is eigenlqk zo, dat er min of meer met gesloten beUrs wordt betaald: wij kopen voor 100 en verkopen voor 100. Natuurlijk lukt dat niet altijd en dan moet een van de partijen bijbetalen. Niet met de eigen valuta (want die is in de ogen van de ander weinig waard), doch met goud of dollars. En als dat kostbare goed niet voorradig is, wel, dan zit er niets anders op dan een beetje minder te kopen. Zo kregen we dus, dat wij bij Bel- fië in het krijt stonden. Engeland ij ons, Duitsland ook bij ons enz. Het zoeken was toen naar de steen der wijzen, dus naar een middel om met die vorderingen op een aantal landen de schulden aan andere lan den te betalen. Men meent die steen nu gevonden te hebben door het opstellen van een Slan (waaraan ook twee Nederlan- ers krachtdadig hebben medege werkt: prof dr. T. A. G. Keesing en prof. S. Posthuma), dat in het kort op het volgende neerkomt. Aan ieder land wordt de vrijheid gegeven om te kopen in West Euro pa (om precies te zijn bij de 16 Mar- shallanden) zoveel als het wil. Aan het einde van een bepaalde periode (een kwartaal bijv.) wordt dan aan een centraal lichaam (dat bij gebrek aan beter in het plan voorlopig de mysterieuze naam XYZ draagt) op gegeven hoe de rekening er voor staat. Nederland zal dan op een aan tal dier landen een vordering en aan verscheidene andere een schuld heb- ben. Het nieuwe is nu. dat XVZ al die schulden en vorderingen (die in francs, lires, marken, ponden, kronen enz. luiden) ,gaat omrekenen in een (nader vast té stellen! valuta-eenheid i Ze hebben dan alle dezelfde noemer en ze kunnen nu gemakkelijk de schulden in het ene kolommetje en de vorderingen in het andere op geteld worden. Tenslotte worden de saldi van beide kolommetjes vergele ken en dan blijkt, dat wij of per saldo 'n schuld of eer saldo 'n vorde ring hebben (terwijl in een zeldzaam geval beide ook even groot kunnen zijn). Laten wy het ongunstigste geval eens nemen. Nederland heeft per sal do een schuld van zeg 80 eenheden aan XYZ. We moeten er nu biiver- tellen, dat aan elk deelnemend land door dit centrale lichaam van meet af aan een crediet wordt toegewezen, dat wij gemakshalve voor ons land maar op 100 stellen. Wij blijven dus lijk in goud, doch voor het andere deel krijgen we weer crediet dat ech ter afbetaald moet worden en waar voor rente is verschuldigd. In feite zijn we, doordat we in die tweede zóne terecht kwamen, op veel te luxe voet gaan leven, want we kochten te veel in het buitenland en verkochten er te weinig. We zullen dan ook de bordjes moeten verhangen en wel bijtijds, daar het ons anders goud zou kosten. XYZ regelt dit verkeer niet alleen, het krijgt ook nog een fonds te be heren, dat als reservepotje voor kwa de tijden is bedoeld (en voor noodge vallen) en dat, naar men hoopt, door de Amerikanen gevuld wordt. Het is een serieus plan; het is uiter aard een hulpmiddel, doch als het toe gepast kan worden (officieel moeten alle landen en ook de V.S. er nog him goedkeuring aan hechten), dan zijn' we weer een stap dichter bij een nor maal handels- en betalingsverkeer ge komen en dat is iets waar Europa het meest naar snakt. (Nadruk verboden) Djocja blijft strijden voor eenheidsstaat. Volgens een bericht uit Djocja is het eerste punt van het programma van het nieuwe kabinet van de Republiek Indonesia te Djocja: voortzetting van de strijd, ter verkrijging van een een heidsstaat, overeenkomstig de procla matie van 17 Augustus 1945. 82. Intussen had Jimmy Brown ,de kleine Billie Brushbox ingehaald, en grommend had hij hem de jampot weer afgepakt. Jimmy, smeekte Billie wan hopig, ga toch in je doel. Kijk nou toch 's, wat er nou weer gebeurt, kijk nou toch eens.Maar het was al te laat. De backs van de Rovers konden 'n nieu we stormloop van de Albion niet keren, en met een sierlijke boog vloog opnieuw de bal in het verlaten doel.Het was 33. De Albion had de achterstand van drie goals geheel kunnen inlopen. Standbeelden voor 's werelds grootste nar. (Bijzondere correspondentie) MöLLX, Jan. Mölln, een klein plaatsje dicht bij de Engelse-Russische zóne in Duitsland, herdenkt dit jaar een merkwaardige inwoner, die pre cies 600 jaar geleden in een van de oudste kerken werd begraven. UUe en Spiegel op de verweerde steen herinneren aan de dode, die hier in 1350 de laatste rust vond: Tyi Uilenspiegel, de onsterfelijke nar. Varend hotel. Een uitgeversmij. in Nederland, heeft 't plan opgevat een klein varend hotelschip te gaan exploiteren voor tochten door ons land met buitenlandse gasten. Door be middeling van een scheepvaartbureau te Delfzijl werd daarvoor aanbesteed de bouw van een motorpassagiersschip, wel ke voor dit doel bestemd zal worden. Het schip krijgt een afmeting van 38,5 x 5.5 x 2,5 m. en zal voorzien worden van een 200 p.k. motor. Het zal een snelheid van ca. 20 km. kunnen behalen. Er zullen, buiten de bemanning, ca. 20 gasten meegenomen kunnen worden. Elke reis zal ongeveer 10 dagen duren. Het ligt in de bedoeling van Rotterdam te varen naar Amsterdam —de Lemmer, via de Friese meren naar Groningen en Delfzijl, zo mogelijk vla Borkum. de Groningse en Friese wadden, Den Helder terug naar Amsterdam. Men hoopt het schip op 1 Juni a.s. te kunnen laten varen. KRUININGEN ROERT DE TROM Dat Kruiningen, dat Kruiningen! Bijna zeven honderd en vijftig jaar is het reeds en het speelde reeds in de Middeleeuwen een rol. De ambachts heren van Cruyningen waren herhaal delijk tevens burggraven van Zee land en ridders van het Gulden Vlies. Twee roemruchte kastelen had het en in de Kerk, die dateert uit de vijf tiende 'eeuw, kunt ge nog altijd de graftombe bewonderen van Heer Aer- noudt van Cruyningen. Het ligt aan een van de twee voornaamste verbindingswegen met Zeeuwsch-Vlaanderen, Het heeft een verkeer, waarop menige plaats met meer dan 4500 inwoners jaloers op kan zijn en hef kijkt in de toekomst, zo oud als het is. Iedereen weet nu dat Kruiningen goede mogelijkheden biedt voor indu strievestiging en nauwelijks is Bus- sum met een goedkoop bouwplan over ff?3- geVaan> °f oolc Kruiningen meldt zich en komt voor den dag met nog aardiger en nog goedkopere wo ningen dan het Gooi. Kruiningen roert ae trom, in de gunstige zin dan. De mensen zijn er actie/ en hebben hart voor hurt woonplaats. En zij zetten nun licht niet onder de korenmaat. Die activiteit doet weldadig aan. En iedereen in Zeeland is nu benieuwd, teaser met de woningen, waarmede n-ruintngen Bussum overtroeft, ge beuren gaat. r Kruiningers! En dat minister in t Veld dit initiatief moge steunen Ais een kleine plaats zo actief is, ver dient zij gulle medewerking! Voordat President Soekarno zich naar India begeeft te* bijwoning van de onal'hankeiykheidsfeesten, heeft hy een bezoek gebracht aan zyn moe der te Blitar ter in ontvangstneming van haar zegen voor zyn voorge nomen reis. Volgens de Koran is het zich verdienstciyk maken tegenover zyn moeder én van de hoofdwetten in het leven van de mens. 125 millioen K.G. is voor export bestemd. De uienmarkt had in de maand December en in de eerste weken van Januari weer een vlot verloop. Begin December werd 20 tot 22 cent ge boden, traag liep de prys naar 25 cent, doch zodra bekend werd dat met Frankryk een contract was afgesloten voor levering van 10.000 ton groenten, waaronder ook uien, liep de prys op tot 30 cent en zelfs werd voor levering begin Februari al 35 cent per kg. betaald. Natuurlijk wil iedere teler voor deze prijs wel leveren en de mees te telers hebben dan ook hun voor raden geheel geruimd. Alleen de partijen door exporteurs voor eigen rekening opgekocht zyn thans nog hier en daar opgeslagen. Wel staat men soms versteld, dat wanneer men denkt dat alle voorraden geruimd zijn, toch nog hier en daar partijtjes te voorschyn komen. WAT GETEELD WERD. Er is in Nederland in 1949 geteeld een oppervlakte van 4671 ha. zaai- uien, nl. in Groningen 15 ha., Fries land 21 ha., Drente 1 ha., Overijssel 5 ha., Gelderland 17 ha., Utrecht 4 ha., Noord-Brabant .245 ha. en Lim burg 11 ha. Zuid-Holland en Zeeland zjjn dus ver in de meerderheid, terwyl het in Zuid-Holland vooral Flakkee is, waar natuurlijk de meeste uien wor den verbouwd. Rekent men nu een opbrengst van 30.000 kg. per ha., dan zou de op brengst aan zaaiuien ongeveer 140 millioen kg. moeten zijn. Wanneer men daarvan voor 't binnenlands ver bruik, de krimp, de zieke uien enz. 25 aftrekt, dan blijven voor ex port beschikbaar plm. 105 millioen kg., daarbij komen dan nog de plantuien tot een hoeveelheid van 20 millioen kg., zodat de totale uien- oogst die voor export beschikbaar komt zou hebben bedragen plm. 125 millioen kg. Tot en met December zijn daarvan geëxporteerd 85.368.606 kg. Blijft dus nog te exporteren plm. 30 millioen kg., een hoeveel heid die ongeveer overeenkomt met de export in de maand November. EEN TEKORT. Jammer dat de vorige oogst 1948- 1949 een zo groot overschot ople verde en dat dit jaar moet eindigen met een tekort, al is dit tekort na tuurlijk wel in de prijzen verdiscon teerd. Opmerkelijk is het verder dat onze voornaamste afnemer Engeland, de prijsstijging in de afgelopen maand slechts traag volgde en dat men geen hogere prijs kon hedingen dan Moh. Roem als Hoge Commissaris beëdigd. De benoeming van Mohammed Roem tot Hoge Commissaris van de R.I.S. in Nederland is thans officieel in Dja karta bekend gemaakt. Zondagmorgen ls Roem door President Soekarno ln deze functie beëdigd. 27 cent, terwyl hier aan de teler 30 cent werd betaald. De export in December bedroeg 19.441.079 kg., verdeeld als volgt: Engeland 10.378.803 kg., Frankrijk 3.872.550 kg., Duitsland 2.900.988 België 1.351.400 kg., West-Indië 277.840 kg., Ierland 257.030 kg., En gels leger in Duitsland 209.973 kg., Midden-Amerika 100.625 kg., Afri ka 67.250 kg.. Israël 15.000 kg., In donesië 5050 kg.. Noorwegen 3550 kg.. Zwitserland 1000 kg., Finland 20 kg. Generaties van uitgevers verdien den een vermogen' met het publiceren van verhalen over zijn 80 streken; zij zijn in bijna alle talen van de wereld vertaald. Kotzebue bracht Tijl Uilen spiegel op het toneel, Richard Strauss bracht hem in de muziek, Rembrandt en Lukas van Leyden legden hem op het doek vast. Wismar heeft een Uilenspiegelsteen, Braunschweig een Uilenspiegelbron en Eisenach een ge denknaald. Tegenwoordig kent ieder kind zijn streken, doch over zijn eigenlijke leven is weinig bekend. Het geboortehuis van de onsterfelij ke nar is nog behouden, het staat in het dorp Kneitlingen aan de Elm in Braunschweig, men noemt het nog steeds het Uilenspiegelhof. Daar is Tijl Uilenspiegel geboren, niet Vlaanderen. Het jaar is echter niet bekend, men vermoedt in 1300. Tijl Uilenspiegel werd driemaal gedoopt: eenmaal in de kerk, eenmaal toen hij op de terugweg in een beek viel en de derde maal toen men hem nood gedwongen moest wassen. Reeds in zijn jeugd verliet Tijl Uilenspiegel met zijn ouders Saksen en ging hij naar de omgeving van Stassfurt. Hier heeft hij zijn streken uitgehaald. Van hier uit trok hij de wijde wereld in. WEINIG GEREISD. Stelt men naar de 80 streken van Tijl Uilenspiegel zijn reisroute samen, dan moet men daarbij in het oog hou den, dat de eerste aantekeningen van zijn avonturen verloren gingen. Wat de drukker Grieninger in 1515 in Strassburg bekend maakte, stamt van een oudere tekst. Van 't Strassbur ger Boek zijn nog enige exemplaren aanwezig in het Britse museum in Londen. Tijl Uilenspiegel heeft nooit ver ge reisd. Hij kwam in het westen in Vlaanderen, in het zuiden naar Rome. in het oosten tot Krakau en in het noorden tot in Denemarken. Zijn oorspronkelijke gebied is het land tussen Maagdenburg en Hannover, tussen Celle en Halberstadt geweest. Hier was hij de ene dag arm, de an dere rijk; hier kende hij iedere straat en ieder huis. In het klooster van Marienthal bij Helmstedt schijnt hy als portier ge werkt te hebben. Daarna werd hij naar buiten gedreven tot hij op een goede dag in het plaatsje Mölln te recht kwam. Op een morgen vonden de burgers van het stadie de onrus tige knaap in de goot. Toen men de onbekende naar het ziekenhuis van de Heilige Geest droeg, lachte hij flauwtjes: „Met alle kracht heb ik geprobeerd de Heilige Geest tot mij te krijgen, nu kom ik tot hem". EEN „GRAP". De oude nar kon het niet laten op zijn sterfbed nog een „grap" uit te halen. Hij vermaakte een kostbare en zware cassette voor een deel aan de gemeenteraad van Mölln en voor een ander deel aan de heren van de kerk. Toen later bleek, dat de cassette leeg was, ontstond er tussen de erfgena men onenigheid, waaruit wantrouwen en haat overbleven. Men begroef de oude nar op het kerkhof naast de oude kerk. Toen men de doodkist liet zakken, knapte het touw. De mensen kwamen over een het zo te laten, zodat de dode rechtop in de groeve stond. Of de grafsteen, waarop nog flauw de da tum van overlijden in het jaar 1350 te lezen is, op de plaats van het graf bleef, valt moeilijk te zeggen. Waar schijnlijk werd hij later tegen de kerkmuur gemetseld, waar hij op het ogenblik nog is. Het kleine museum van de plaats heeft bij de vele historische voorwer pen nog het primitieve ijzeren brille- montuur van Uilenspiegel en een roestige degen. De bewoners van Mölln, die 600 jaar geleden geen idee hadden, welk een merkwaardige man zij binnen hun muren hadden, zijn nu zeer trots op de historische stukken. Ook in Kneitlingen is de mening over de nar sterk veranderd. Men heeft voor Tijl Uilenspiegel een groots ge denkteken opgericht, dat gemaakt is door een beelhouwer uit Braunsch weig. De streken van Tijl Uilenspiegel hebben 600 jaren overleefd en zullen 'nog zolang voortleven als men vreug de en geestigheid kent. (Nadruk verboden) Het Wereldgebeuren Gevaar voor vogelpest. In België treedt thans een ernstige besmettelijke ziekte op onder het pluimvee, vogelpest genaamd, die ons land noodzaakt bedacht te zijn op het gevaar van uitbreiding der ziekte naar Nederland door het vervoer van besmette pluimveeproducten van deze dieren of besmet verpakkingsmate riaal. Daarom zijn wettelijke bepalin gen, die in- en uitvoer van pluimvee en pluimveeproducten en dergelijke verbieden, uitgevaardigd teneinde de vogelpest buiten onze landsgrenzen te houden. FEUILLETON MART BURCHELL 16 „Waarom zou ik het niet doen? Zie ik er uit, alsof ik nooit minder zwaar op de hand kan zijn?" „O, neen! Dat bedoelde ik niet", haastte Letty zich te verzekeren. „Maar., maar ik zou niet graag het gevoel hebben, dat u er alleen om mij heen ging". „Dat gevoel behoef je niet te heb ben", antwoordde hij met nadruk. „Het zou integendeel heel vriendelijk van je zijn, als je mij de gelegenheid gaf, mensen te leren kennen". Ze wist opperbest en hij twijfel de geen ogenblik, of ze wist het! dat hij volkomen in staat was. zelf standig „mensen te leren kennen". Maar 't schonk een onbeschrijvelijk prettig gevoel als iemand zijn ware motieven op zo'n manier wist te ver bergen. ,,'t Is erg vriendelijk van u", her haalde ze, maar ditmaal op een toon alsof haar gedachten elders waren. „Ik kon morgen wel eens naar Medway gaan. om een nieuwe japon te kopen." Inderdaad sprak ze meer tot zichzelf dan tot Rufus Arling, maar deze scheen de opmerking als voor hem be stemd te beschouwen en zei ernstig; „Ongetwijfeld is een nieuwe japon hoog nodig". Letty keek plotseling glimlachend naar hem op; met de glimlach, die haar vader als „in de war brengend" had beschreven. ..Ik ga mee" verklaarde ze nu be slist en zijn commentaar was kort maar prijzend: ,3est meisje hoor!" ,,'t Viel Letty niet moeilijk, het nieuws van de veranderde beslissing aan Gabrielle mee te delen, want deze stelde nooit veel belang in motieven of handelingen, die niet direct haar betroffen. „Ik had me Rufes Arling niet als 'n danseur voorgesteld", was haar com mentaar. „Maar 't is een goed idee, dat hij ook wil gaan. Je moest heus een beetje meer uitgaan, Letty en hij zal een keurige begeleider zijn. Wat denk je aan te trekken?" Toen Letty sprak over een tocht naar Medway om een nieuwe japon te kopen, trok Gabrielle wat glimlachend haar neus op. „Medway? Wat is Medway..? Zeker nog zo'n provincienest". Letty beschreef Medway als een groot marktcentrum. „Waarop Gabrielle aanmoedigend uitriep: „De hemel beware me voor kleren uit 'n marktcentrum!" En Let ty werd er niet vrolijker op. Toen ze dan ook de volgende mor gen in de bus naar Medway stapte, was van haar oorspronkelijk gevoel, 'n opwindend avontuur te zullen bele ven, vrijwel niets meer over. Maar wel bleef ze vastbesloten, nu door te zetten, liever dan Rufus Arling het feit van een nieuwe terugtocht te moe ten bekennen. Wat haar plan de campagne voor 't kopen van een avondjapon betrof, dit was, gezien de omstandigheden, al zeer weinig ingewikkeld. Ze kon eerst naar Badhurst gaan. de enige winkel ter plaatse, die bescheiden aanspraak maakte op warenhuis-allures en zien of ze iets hadden, dat haar geschikt leek. Als Bathurst faalde, kon zij nog een beroep doen op Madame Carreau, die een klein, bescheiden magazijn had in een zijstraat van het grote marktplein en zichzelf meer pompeus dan juist hof-tailleuse en couturière „francaise" noemde. Bij Bathurst ondervond Letty haar eerste teleursteling. Geen beslissende, maar die haar toch nog meer ontmoe digde. De winkeljuffrouw wees er met nadruk op, dat ten minste twee van de aanwezige japonnen Letty pasten en dat viel ook niet tegen té spreken. Maar evenzeer, was voor geen tegen spraak vatbaar, dat ze niet bijzonder in haar smaak vielen. „Waarom niet die van rose kant?" vroeg de juffrouw, met iets verwij- tends in haar stem. „Rose is lief voor jonge mensen". Maar Letty wist, dat deze bleke, on bepaald rose tint haar een „verscho ten" en onbetekenend figuur zou doen slaan. Alleen reeds het denkbeeld, om in die rose kant met Gabrielle te wil len wedijveren, was gewoonlijk bela chelijk. „Neemt u dan de zwarte", drong de winkeljuffrouw aan, die blijkbaar Let ty als zeer onredelijk beschouwde, om. dat ze niet tevreden was met twee haar ten minste passende japonnen. „Zwart is altijd elegant", voegde ze erbij. „Ik zie er echt uit als een achtens waardige jonge vrouw", sprak ze, even glimlachend. (Wordt vervolgd). Op betrekkelijk jonge leeftijd. 46 jaar. is de Engelse schrijver George Orwell overleden. Zijn naam is in ons land nog vrij onbekend. In de Angelsaksische landen echter heeft hij vorig jaar snel opgang gemaakt met zijn roman „1984", een toekomstfanta sie, die aan de boeken van H. G. Wels doet herinneren. Nineteen Eighty-Four is een best seller geworden en dit keer met recht. Wie het boek eenmaal ter hand heeft genomen legt het niet meer terzijde. De lectuur ervan is beklemmend, angstwekkend, gruwelijk af en toe, maar de schrijver weet ons in zijn fantasie mee te slepen en heeft ons bovendien iets te zeggen. Niet dat het verhaal moraliserend is en de schrij ver vertogen houdt voor of tegen be paalde waarden en denkbeelden. Or well spreekt via zijn verbeelding, waarin een meedogenloze logica de boventoon voert. Zijn roman is een harde en scherpe satyre, die het tota litaire stelsel tot in zijn denkbeeldige uiterste consequenties doortrekt. Het eerste deel geeft een beschrijving van het dagelijkse leven in het jaar 1934 in „Oceania", een van de drie totalitai re superstaten, waarin .de wereld dan verdeeld is. De anderen zijn Eurasia" en „Eastasia". In Oceania is de mense lijke geest en de menselijke waardig heid geheel ondergeschikt gemaakt aan de macht van de partij en van de dictator, Grote Broer. Erger nog. de machthebbers zijn erin geslaagd vrij wel elk zelfstandig denken en mens waardig reageren uit te roeien en door vrees en slaafsheid te vervangen. De' leuzen zijn oorlog is vrede, vrijheid is slavernij, onwetendheid is kracht. De massa partijlozen wordt door vier ministeries geregeerd: het ministe- i"ie van vrede, dat de permanente oorlog tegen de andere superstaten voert, het ministerie van waarheid, dat voor amusement en volstrekt 'ver draaid en eenzijdig nieuws zorgt, het ministerie van overvloed, dat de schaarste-economie regelt en het mini sterie van liefde, dat een ongekende terreur uitoefent. Een privé-leven be staat niet. Elke burger is met lichaam en ziel onderworpen aan Grote Broer, wie daartoe de gehele techniek- ten dienste staat. In elk huis is een „tele- scherm" aanwezig, een apparaat, dat dubbel werkt en waarbij in de uit- zendstudio gezien kan worden wat in de kamer van ontvangst gebeurt. Aanzetten van het „telescherm" is verplicht. De ..gedachtepolitie" be schikt over helicopters en is alom tegenwoordig. De minste afwijking van de lijn. de geringste twijfel aan de almacht en alwetendheid van Grote Broer wordt opgespoord. De partijleden, kenbaar aan het uniform zijn bevoorrecht; de rest is werkvee. In de held van Orwells verhaal, Winston Smith, sluimert een zacht aardige rebellie tegen Grote Broer. Hoewel liefde tussen man en vrouw reeds lang verboden is, geraakt hy in een romance verwikkeld met een stil le zielsverwante. Smith wordt verra den en geraakt in handen van de „gedachtepolitie". die hem volgens de gebruikelijke methode een volledige bekentenis afdwingt Smith verraadt op zijn beurt zijn vriendin en eindigt met zich volkomen en onvoorwaarde lijk aan Grote Broer te onderwerpen. Het drama is voltooid. Orwells boek is een satyre. geen voorspelling. Het is bedoeld als een waarschuwing: ziehier waartoe het leidt indien de drang naar macht alle morele waarden overspoelt, indien al les wordt ondergeschikt gemaakt aan de doctrine en de leuze. Hij beschrijft een wereld, waarin het een misdaad is om een menselijk schecsel te zijn en houdt daarmee tegelijkertijd een pleidooi voor menselijke waardigheid en tegen dictatuur in welke vorm ook. In ..Vrij Nederland" schreef J. Greshoff in zijn nijdassige en ietwat zure rubriek „Mijn beschermd do mein': „Wij weten, dat de Orwelli aanse wereld vroeger of later komea moet. Ik heb geen behoefte om dit komende schouwspel bij te wonen vooral omdat het er een zal zijn zon der toeschouwers. Een leder zal worden gedwongen zich tot medespeler te verlagen". Waaraan Greshoff deze zekerheid ontleent js niet duidelijk. Daarom kan voorlopig zijn sombere profetie geno men worden voor wat ze is. Enkele IJmuider trawlers weer uitgevaren. Door de gezamenlijke trawlerreders te IJmulden werd overeengekomen een deel van de vloot, die wegens de ongunstige resultaten enige tfjd in de haven gehou den werd. in de vaart te brengen. Enige eigenaren van motorschepen verklaarden zich bereid het risico van een reis te aan vaarden, zodat in de komende dagen deza schepen zullen uitvaren. Het soreekt ech- ter vanzelf, dat door de gezamenlijke re ders de ontwikkeling der vang- cr> mark*- resultaten nauwlettend zal worden ge volgd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 3