Wordt de nieuwe Kerkorde in 1951 ingevoerd? LEZERS SCHRIJVEN Kappie en het mysterie van de IJszee Was de voorlichting over de Synodale vergaderingen onvoldoende? Op 'i Mal je LETTY'S moeilijke KEUZE 4 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 21 JANUARI 1950 STEMMEN UIT DE KERKEN De Generale Synode van de Ned. Hervormde Kerk is In de tweede week van dit jaar b\jeen geweest. In de dagbladen heeft een kort verslag ge. staan. Er zijn natuurlijk beel wat zaken ter sprake gekomen. Benoemingen in Raden en Commissies keren op iedere vergadering terug. Er is ge. sproken over overgangsbepalingen die nodig zyn wanneer de ontworpen kerkocde inderdaad de huidige reglementen gaat vervangen. Er is gespro. ken over de practische gang van zaken bij het Seminarie dat dit jaar gaat beginnen. Er is ook gesproken over het werk der Zending waarvoor de Ned. Hervormde Kerk verantwoordelijk is. Een geheel andere situatie is er op de zendlngsvelden ontstaan door de souvereiniteitsoverdracht. „nu wij helpers zijn geworden in plaats van leiders". Maar het belangrijkste bericht is blijkbaar wel dat in de avondpitting van Vrijdag de 18e ,,de uitgestelde beslissing viel van het tjjdstip van eventuele invoering der kerkorde". Met 37 tegen 4 stemmen heeft de Synode besloten te werken naar invo ering op 1 April 1951. De terhiijn waarbinnen de consideraties van de Clasb.caie Vergaderingen en de pro vinciale Kerkbesturen over de Kerkorde en de daarmee samenhangende ordinantiën moeten worden ingezonden, is enkele maanden verlengd. Ze moeten nu binnen zyn voor 20 September van dit jaar. In het bericht stond er voorts nog bij dat het dienstDoek der Kerk (hei boek van de formulieren* geoeaen, enz.), wel voor de invoering van de kertiorde zal woruen aangeooden, maar pas nadien zal woruen Dehan- deld. Dit is een „uitgestelde beslissing" zegt het persbericht. Ook de Dinsdag te voren was dr reeds over gesproKen, zonder dat men tot een beslissing kon komen We mogen dus wel veronder stellen dat er over dit punt heel wat gesproken is en dat de meningen aan vankelijk verdeeld zijn geweest. Vanuit de Kerk is er verzet geko men tegen een al te snelle behande ling van de kerkorde met de ordinan tiën. De Classis Zaltbommel had zich in 'n schrijven tot de Gerenale Syno- UviW AC Als Opa die middag niet „rillerig van de koude koorts was thuisgeko men", zoals verdachte het meer te kenend dan medisch-verantwoord om schreef, dan zou er waarschijnlijk niets zijn gebeurd. Maar het zijn de kleinigheden, die het lot der mens heid veranderen en de moeder van negen „bloeien van kinderen", die voor dc groene tafel haar „senuwe", stond op'te vreten, was door zo'n peu- leschil dermate uitgegleden, dat zy pas stil hield toen ae rechter driftig op de tafel beukte. Overigens lag het allemaal aan die meid van Kuitebreier, die de streken van geen mens vreemd had, want toen d'r moeder zestien jaar was, had je d'r ook...... Laat die moeder er buiten, meen de de rechter. En vertelt u nou eens rustig wat er gebeurd is. Maar hij had evengoed een jonge hond tot mediteren kunnen manen. Want behalve de slorderige moeder kwam er nog de vader van die Kui- tebreier-griet in al zijn on-ethische levensgrillen bij te pas en de oudste broer, die ook nooit had pogen te deugen en het zou vermoedelijk tot in 't vierde geslacht nebbisj en trammelant-met-een-sterretje gewor den zijn, als de rechter nu niet waar lijk boos geworden was. De dikke vrouw zette zich napruttelend op het bankje en haar bloesemende dochter mengeling van perzik en pioen roos nam het effe over. De rech ter veegde zyn bril schoon en luister de. Kijk, Opa was thuis gekomen met 'n blafhoest Hij heb al dertig jaar last van de hoest, hielp de moeder vanaf het ach terbankje, maar de rechter riep „Stil te!" en de dochter begon te gichelen. Nou, hielp de rechter, Opa hoestte dus. Een toen? Toen moes'ie een knaak hebbe voor de kejak en zeve stuivers voor asperien, want ze wazze op. De aspiriene? wilde de rechter weten, want dat moest allemaal wet tig en overtuigend in de 'stukken ko men. De kejak ook. Hij neem ze in met kejak meneer de achtbaar, om van te zwete Jaja, woof het Recht. U haalde dus cognac en toen u terug kwam schold dat meisje van Kuitebreier u uit. Wat zei ze precies? Het nioenroosje bloosde en stamel de. En al heb ik het allemaal precies verstaan, het mag persé niet in de krant, nademaal de directie geen ver antwoordelijkheid wenst te dragen voo'* ongekuiste termen. Enfin, terwyi Opa naar de leven wekkende fles greep, rende de ijlings ingelichte moeder de gure straat op om zich pro deo aan de opvoeding van het Kuitenbreierse gebroed te wijden. Het paedagogi-sch mishandelde en zeer sprieterige kind, dat de waar heid en niets dan de waarheid stond uit te zemelen, had drie dagen over gegeven van al de klappen „en me zitvlak was blauw". Jaja. zei de rechter, die dat alles graag blauw-blauw liet. Gaat u maar zitten. Het werd vijftien gulden wegens mishandeling van andermans dochter en als de gemoedsgesteldheid van de dikke vrouw niet sooedig naar mil dere tinten vloeit, staat ze over een poosje wéér voor het hekje. Wegens moord op Hendrina Kuitebreier. de gericht en velen, ook uit onze provincie waren het met Bommel eens. Over het algemeen is men in de Classicale vex&auenngen druk bezig met oe oehanueung Vüü de Kerkoiue. Bezwaren rijzen! nier Komt ter spiaite heel het breae terrein van de Kerk, dat men zo maar niet kan overzien. En daarover moet nu een beslissing genomen worden! Vèn de afgevaardigden naar de Classicale Vergaderingen wordt in- deraaad gevraaga dat zy zich gaan in werken m aeze kerkorae en in alles wat daarmede samenhangt. We willen dit niet onderschatten. Menigeen moet zich verplaatsen m een gans anuere gedachtengang oan waarin hij gewoon is te denken. In de Ned. Hervormde Kerk had men het ook verleerd om er zich rekenschap van te geven dat men, behalve van de plaatselijke Ge meente ook behoorde tot de Kerk in haar geheel. We kunnen ons inden ken dat deze omschakeling van ge dachten voor menigeen moeilijkheden geeft. Doch, een jaar eerder of later, de beslissing over de kerkorde moet eenmaal vallen en het zich inwerken in de zaken die hiermee samenhangen is nu eenmaal niet te ontgaan. NIET RIJP? Behalve de tijdnood voor behande ling, waarom men op uitstel aandrong, kwam ook het argument dat de Kerk in haar geheel er nog niet rijp voor zou zijn. Wat geeft het dan of "de Kerkorde nu al wordt ingevoerd? worden Eerst moeten de gedachten omgezet. Dit argument is gedeeltelijk waar. Doch wanneer denkt men dat de Kerk èr dan wel rijp voor zal zijn? Er is in ieder geval al een hele sprong vooruit gemaakt. Wat hebben bijv. de Classicale vergaderingen nu al een heel ander karakter gekregen! Tenslotte wordt er op uitstel van in voering aangedrongen omdat men niet het gèvoel wil hebben dat deze Kerk orde er door gejaagd zal worden en aan de Kerk van bovenaf wordt op gelegd. Bij al deze argumenten kunnen we de gedachte niet van ons af schuiven: Is het soms ook dat men terughuivert, nu men er werkelijk voor staat? Men zou eerst willen dat er een beslissing viel over het dienstboek der Kerk. In menige classis is dan ook de Kerk orde aanvaard met reserve wat betreft dit dienstboek. In verschillende publicaties ook is uitgesproken dat de Kerk dit tempo van de Synode niet kan bijhouden en het contact van de Kerk met de Gene rale Synode verloren gaat. Er wreekt zich hier een fout, die er van het begin af aan geweest is en die zich nu vooral openbaart, nu de ouderlingen en predikanten die naar de Classicale Vergaderingen worden afgevaardigd, hun oordeel over het geheel van de kerkorde moeten uit spreken Van de zittingen der Synode, zijn geen voldoende verslagen gepu bliceerd. Uitgebreide verslagen zijn niet nodig over alle beraadslagingen, maar toch zeker wel over die zaken, die later door heel de Kerk moeten worden behandeld Stellig had men deze moeten geven na de synodale behandeling van de Kerkorde en de ordinantiën. Wat heeft men aan die sobere persberichten en wat heeft men zelfs aan het verslag in het offi ciële weekblad. Zo kunnen de ambts dragers der Kerk moeilijk meeleven. Ik kan mij begrijpen dat er dan ge mord wordt als men zich ineens in heel deze materie moet inwerken. We zwijgen nog over de Handelingen, die zo laat verschijnen, dat ze alleen maar historische waarde hebben. Nu komt het herhaaldelijk voor dat op de Classicale Vergaderingen wordt gesproken over onderdelen van de Kerkorde, waarover in de Synode ook reeds menig woord gewisseld is alleen, men weet het niet. Naar het reeds dikwijls gebruikte beeld moet de Synode een locomotief zijn. Dat is zij ook, maar wat is een locomotief alleen, als de koppeling NA HET SCHEREN TER VOORKOMING VAN PUISTJES EN IRRITATIE VAN OE HUID met de Kerk verbroken is? De Synode heeft dus besloten, na dat de beslissing eerst was uitgesteld, toch aan te werken op invoering tegen 1 April 1951. Dus geen uitstel van één jaar of nog langer. Ondanks alle bezwaren is deze be slissing te begrijpen en te billijken. De zittingstij d van de huidige Synode loopt of op 31 December van dit jaar. Een nieuwe Synode zal na die datum voor twee derde bestaan uit andere leden. En deze zou dan de behande ling van de Kerkorde moeten voort zetten. Bovendien heeft men nu toch al on geveer twee en een half jaar kennis kunnen nemen van de nieuwe orde der Kerk En tenslotte: de eigenlijke beslissing is al gevallen toen de werkorde werd ingevoerd. Er is hier geen terug meer mogelijk, tenzij men terug zou willen naar de reglementen van 1816 en dit laatste is toch ondenkbaar. Een kerkorde is wel een heel com plex van regelingen, maar dat zyn de reglementen ook. Het komt in de Kerkorde aan op een paar punten, die van groot belang zijn en het geheel overheersen, nl. de plaats van het Apostolaat in de Kerk; het belijden van de Kerk en in verband daarmee de tucht en de ouderling-kerkvoogd. Allerlei kleinigheden zijn toch eigen lijk niet erg belangrijk. Wat doet het er toe of de ambtsperiode van een ouderling drie dan wel vier jaar is en wanneer de diaken naar de Synode kan worden afgevaardigd. Als er een beslissing genomen wordt over het al of niet aanvaarden van de Kerkorde, moet het voornamelijk gaan over deze drie punten. Als iemand met .kerkelijke belang stelling op deze punten de Kerkorde nagaat en van daaruit het geheel over ziet, zal hij in ieder geval in staat zijn zich een oordeel te vormen. H. FEUILLETON door MARY BURCHELL 14 Wat was het Gabrielle toch ontzet tend gemakkelijk gevallen, die im pulsieve uitnodiging van hem los te krijgen! Met een zucht brak Letty haar on aangename overdenkingen af en richt te zich even op, om na het inspan nende wieden haar rug wat te strek ken. Meteen zag zij Rufus Arling over het grasveld naar haar toe komen. Er lag iets beslist in zijn lopen, on danks het licht hinken en even dacht Letty, dat hij haar speciaal opzocht. Maar toen kwam ze tot de conclusie, dat hij geen' man was, om doelloos te slenteren. Zijn nadering was slechts de gewone manier, waarop hij zich van de ene plaats naar de andere begaf. Op haar wat verlegen manier, maar vriendelijke wijze, heette Letty hem glimlachend welkom. „Is u van het dorp terug gewan deld?" .Ja, nadat ik overal eens rondgeke ken had. Dat nam niet veel tijd in be slag", zei hy, op zijn beurt glimla chend. „Ik vrees, dat Farrow's Eden u niet bijzonder groot toelijkt". „Maar ik vind het aardig", antwoord de hij en Letty waardeerde die een voudige verzekering, want voor haar was Farrow's Eden iets wat bij haar geliefd Edenfield behoorde. „Is Gabrielle niet met u teruggeko men?" „Neen, ze ontmoette een kennis". „O!" Letty was weer begonnen te wieden. „Weet u ook wie?"' „Zeker, het was haar vriend de to neelschrijver, Alec Kellern". Letty ging ijverig voort met wieden. „Dus u.. hebt hem ook ontmoet?" „O, ja. Tenminste, ik werd aan hem voorgesteld en wij hebben elkaar even gesproken". „Wat.wat denkt u van hem?" Ze wist dat zij wat doms zei maar ze voelde zich gedr'ongen iets te vra gen iets dat hem zou noodzaken wat meer te vertellen. „Ik vond", zei de kalme, nogal zware stem nevens haar, „dat hij uw tranen nauwelijks waard was". Opnieuw kwam Letty met een ruk overeind. „Wèt zei u?" De scherpe donkere ogen keken on beschroomd in de hare, terwijl hij glimlachend antwoordde: „Ik zei, dat u hem m.i. te veel eer aandeed toen u gisteren om hem schreide".. Aldus herhaalde Rufus Arling in andere woorden, maar met dezelfde strekking zijn ietwat verbazingwekkende op merking Letty vroeg hem niet, hoe hij wist, dat haar schreien Alec had gegolden Ze had dadelijk begrepen, dat hij juist had geraden. Dus zei ze slechts, een tikje opgewonden: „U is niet geheel rechtvaardig wat Alec betreft. Het spijt me, dat u hem niet mag lijden, maar.." „O, maar dat mag ik wél", viel Ru fus Arling haar in de rede. „Ik weet zeker, dat hij een heel aangenaam mens is. Nogal gekunsteld natuurlijk, maar heel veel gekunstelde mensen zijn wel genoegelijk in de omgang. Zo bijv. uw stiefmoeder". Letty lachte even, een tikje gege neerd, maar vermeed opnieuw hem te vragen wat hij precies bedoelde. Dat wist zij immers opperbest, tenminste voor zover het Gabrielle betrof. Toch bestond zij het, licht de wenk brauwen te fronsen en de vraag te stellen: „Waagt u zich niet aan te haas tige beoordelingen?" „Als ik later inzie, dat ik ongelijk had, zal ik mijn verontschuldiging aan bieden", beloofde hij als terloops en Letty merkte op, dat er, als hy lachte, een netwerk van fijne lijntjes aan de ooghoeken ontstond. Dit verschijnsel bracht haar op de gedachte, hoe oud hij wel zou zijn. Voor zij echter tot een conclusie kon raken of iets in 't midden brengen, snelde Gabrielle's auto de laan in, om even later te stoppen aan de voet van de buitentrap. Instinctmatig draaiden Letty en Ru fus Arling zich om en zagen haar uit de wagen klimmen. Zelfs als ze niets zei, verstond Gabrielle de kunst, aan dacht op zich te vestigen. Het grasveld overstekend, wuifde zij beiden vriendelijk toe terwijl de fijn geplooide rok en haar witte japon licht heen en weer ging onder 't lo pen. „Waarom heb ik niets gehoord van die danspartij op Zaterdagavond?" was haar eerste vraag, toen zij binnen gespreksafstand kwam. „Is er dan een danspartij"? vroeg Lettij glimlachend, want Gabrielle was zo knap en zo tuk op een pleziertje. „Dat zou ik denken! En nog wel een chic geval, zoals het met zulke dorps- fuiven gaat. De oude Lady Meldrish is beschermvrouw en het is ten be hoeve van.ja ik weet niet meer wat". (Wordt vervolgd). TABAKSVERKOOP IN CAFÉ'S. In de P.Z.C. van 10 Jan. las ik een berichtje omtrent controle op tabaksver koop buiten de sigarenwinkels. Volgens uw berichtje zou die controle veer het zwaarst op de café's komen te drukken. Je moet maar caféhouder zijn! Sou het nu geen tijd worden dat een an dere categorie ook eens aangepakt wordt? ryv. kruideniers- en groenlenwinkels. U kunt dagelijks constateren dat men in bij- ia elk dezer winkels allerlei dranken ver loopt. Met de feestdagen waren de meeste de- Ter genoemde winkels eensklaps verandert in drankwinkels, waar men van alles en nog wat kon kopen, b.v. advocaat, ver schillende soorten wijnen, likeuren, bier, limonade, teveel om alles op te noemen. Is dit geen schade voor de Horecabedrij ven? Ik denk van wel. en ieder verstan dig mens is dat met mij eens. Wilt U geloven dat de meeste caféhou ders hun tabaksvergunning graag zouden opzeggen, als genoemde winkels geen dranken meer mochten verkopen? Weet U wel, dat de meeste onzer hun tabaksbelasting de gehele oorlog doorbe taald hebben, terwijl ze nooit een roker tje toegewezen kregen? Ik ken hier een zaak. die zeker zeven of acht producten verkoopt van verschil lende aard. dat mag allerraaL Er zijn ook sigarenwinkels die door de vrouw gedre ven worden, terwijl de echtgenoot elders werkt. Heus: met de verkoop van rook artikelen in in café's loopt het waarlijk wel los! Hansweert. M. v. d. VLIET. BAL IN DE KERSTNACHT. Met belangstelling volg ik de discussie die momenteel over bovengenoemd onder werp ln uw blad gevoerd wordt. Ik zou evenwel het volgende willen op merken. Het naschrift, dat de Redactie van dit blad onder het ingezonden stuk van de heer De Jonge meende te moeten plaatsen, kan ik niet bijster bewonderen. Zij schrijft, dat ieder het toch wel met de „open brief" der geesteiyken eens moet zyn, zelfs zy die aan God noch gebod ge loven. Dit „zelfs" nu, heeft my te denken gegeven. Wat hier staat zou kunnen bete kenen, dat degenen die zover gezonken zyn, dat zy aan niets meer geloven, zelfs God en zyn gebod hebben losgelaten, toch nog wel zoveel zedeiyk besef zullen heb ben, dat zy dit bal in de kerstnacht af keuren. In de formulering, van de Redactie zit Iets dat verachting moet wekken en el- genlyk staat er, dat allen die wel in God en zyn gebod geloven, ontegenzeggelyk hoger staan, dan zij die dat niet doen. De Redactie moge bedenken, dat er ook te Vlissingen vele buitenkerkelijken zijn die het geloof aan een persoonlijk God hebben opgegeven, doch er naar streven een levensbeschouwing oo te bouwen, be rustende op de redelijke en zedeiyke nor men die in de mens zelf verankerd lig gen. In de door my gewraakte zin zou een belediging kunnen worden gezien jegens de buitenkerkeiyken. Tenslotte zou ik toch wel gaarne van Kapelaan Kampschöer vernemen of hy. als donateur van de V.C. „Vlissingen" of eenvoudig als geestelijke, by het bestuur onmiddellijk een protest heeft ingediend tegen het houden van een feestavond op de bewuste Zaterdag, of dat "hy eenvou dig gewacht heeft tot deze voorbij was om dan met de „open brief" te komen. In het laatste geval zou deze toch wel enige bevreemding kunnen wekken. Vlissingen. W. VADER. Naschrift. Natuuriyk geen belediging. Alles waar het in dit geval om draait is. dat een bal in de Kerstnacht aanstoot geeft aan velen en dat aanstoot geven zoveel mogelijk vermeden moet worden. Redactie. INTERNATIONAAL WEGVERVOER. Mynheer de redacteur. Inderdaad is het juist, dat de fa. de Dreu vrij regelmatig steentransporten 'neeft uit Frankryk. Deze steentranspor ten echter zyn onderhevig aan de nodige vergunningen, die nog wel eens op zich laten wachten. Slechts een der Zeeuwse ondernemers heeft hiervoor vergunning gekregen. Als coöp. Inter-Zeeland, waarby alle Zeeuwse internationale vervoerders zyn aangesloten willen wy de erkenning, dat onze vervoerders capabel zyn en dat ze alle opdrachten, die zij kunnen krijgen, zonder de bovenbedoelde formaliteiten mogen uitvoeren. Daarom is aller medewerking verzocht Nooit hebben wy gehoord, dat een Inter nationaal transportbedryf alle aanvragen (en dan hoofdzakeiyk voor Frankryk en Duitsland) eerst in beraad moet houden, daarna vergunning gaat aanvragen en... tenslotte de opdracht niet kan uitvoeren wegens moeilijkheden van geen toestem ming. wy zyn pas tevreden wanneer elke Zeeuwse vervoerder zonder meer door ge heel Europa zal kunnen ryden. Laten an ders de Zeeuwse fruitexporteurs zich maar eens laten horen. In ieder geval zyn we in geheel Zeeland overtuigd, dat de toestand zoals die vorig jaar was en mo menteel nog is. onhoudbaar is. aangezien kwantum's van 1000 ton goederen soms moeten worden afgezegd, en belangheb benden moeten worden teleurgesteld. Goes. Coöp. Interzeeland. DE BRAND IN DOMBURG. In de P.Z.C. van 17 dezer treft my het stukje van de Commandant Brandweer j Domburg inzake de brand van villa Som- merhof. De tegenstelling tussen het standpunt .an de schrijver en uw onderschrift, om trent de vraag welke brandweer het be- langrykste werk zou hebben verricht, komt mij voor een treffend voorbeeld te zyn van de wijze, waarop het niet moet by brandblussing. Er is m.i. voor een goede organiastie één belangrijk punt. n.l. de noodzakeiyk- held van samenwerking zonder meer .tus sen de diveres gemeenten, waarby het niet gaat om de vraag of de een beter geoutilleerd is dan de ander. %tach om de vraag wie de „eer" moet hebben, doch slechts om het feit. hoe op de meest doel treffende wijze kostbare kapitaalgoederen, soms zelfs mensenlevens gespaard en ge red kunnen worden. Voor het algemeen belang doet het er daarbU zelfs niet toe of dit door de brand weer van A. met de blusmiddelen van B. wordt bereikt. Velen der by het Brandweer-wezen be- trokkenen werken sinds lang aan dit doel, L Hun taak wordt door bovenbedoeld ge- l kibbel slechts verzwaard. Middelburg. P- STEUTEL. I Voor bridge-spelers EEN GOED REDBOD. (door onze Bridge-medewerker)I Spelend met gelijkwaardige tegen standers is het in het algemeen niet moeilijk te bepalen wanneer een redbod, zonder al te grote risi co's, mogelijk is. Deze „noodsprong" toch is verantwoord wanneer het puntenverlies minder groot is dan bij het inlaten van het bod der te genpartij. Wie in de huiskamer; spelend door te hoog bieden de niet-lcwetsbare tegenpartij „van de manche houdt" doet beter de kaar- ten te gebruiken voor een spelletje patience. Bij robberbridge krijgende tegenstanders voor het behalen van de eerste manche geen extra pun ten Risico's mag men dus in dat feval niet nemen. En bij een kwets- aar manchebod? Ook dan, dient de speler, die een redbod wil wagen. op zijn hoede te zyn. Wie niet met vrij grote zekerheid het aantal (veel- al gedubbelde) downs kan bepalen, t doet stellig beter te passen. Bij een „drive" ligt de zaak nog even anders, omdat een niet-kwets- baar manchebod (indien gemaakt) 300 punten extra oplevert. Maar ook dan is een redbod alleen ge oorloofd indien men blijft onder het aantal punten dat de tegenpartij gescoord zou hebben, indien hun bod was ingelaten. Een werkelijk uitstekend redbod signaleerde ik onlangs "H, V, 9, 7, 6, 5, 2 A, V 10, 8, 2 N. was gever en beide partijen stonden kwetsbaar. Het biedverloop was ais volgt: N. 1 Sch.: 0 2 Ha. (3 Ha. was be ter); Z. 4 Sch. (zeer goed en beter dan 3 KI. of 3 Sch.); W. pas; N. pas; 05 Ha. Z. wilde het aan zijn partner over lat.en hetzij te doubleren, hetzij 5 Sch. te bieden. N, koos het eerst en W-O gingen twee down, ondanks foutief spel van Z„ die hardnekkig Sch. trok. Gelukkig had N., die na de eerste troefronde met Ha. Aas aan slag kwam gelegenheid om de tv,*eede Ha. van W. wég te spelen, anders had O. nog een KI. in zijn hand kunnen introeven en had hij de schade tot 200 punten beperkt. Nu ging hij 500 punten down, hetgeen toch nog 120 punten minder was dan N.-Z. had den kunnen behalen. Vreemd genoeg kwam geen enkel paar, in de N-Z-ljjn, tot 5 Sch. (met de ogen dicht te maken), evenmin, als tot- 6 Sch., dat gemaakt wordt wanneer N. in de eerste ronde een kleine Sch. speelt en in Z. met hei aas neemt, en wanneer hij bovendien' niet op KL Vrouw snijdt! Een volgende keer iets over een gemist redbod. N Sch. H, 9, 7, 6, Ha. A, 4, 3 Ru. H. KI. H, 9, 5, 3 W Sch. V, 3, 2 Sch. Ha. B, 10 Ha. Ru. B, 10, 8, 6, 6. 5, 4 Ru. KI. V, 7 KI. Z Sch. A, B, 10, 8 Ha. Ru. 9, 7, 3. 2 KI. A, B, 6, 4 32. De „Kraak" had enige mijlen afgelegd, en volgens Kappie bestond er nu geen gevaar meer, dat ze door de Schot en hun handlangers zouden worden achtervolgd. „Jullie raden nooit aan wie je dat te danken hebt"! zei Kappie. „Aan mij, natuur lijk"! zei de maat. „Dat komt omdat ik dit schip zo goed be stuur!" Als het van jou af moest hangen, zat je nu nog in die barak, klont!" zei Kappie boos. „Wat een ver beelding! Tjong! Nee, we hebben dit te dan ken aan Oet, de Eski mo, die slimmer was als wij dachten. Hij heeft die kerels vast en zeker, de verkeerde richting uit laten zoeken!" „Wel, wel" zei de maat nadenkend. „Zou dat Vomen omdat hij zoveel levertraan dronk? Ik ga ook van die traan drinken, dan word ik mis schien verschrikkelijk slim!" „Dat hoef jij niet te proberen!" zei Kappie. „Je wordt nu eenmaal slim geboren of je wordt als klont geborenzo is het nu eenmaal in de wereld!" Het walvissen-vangen-idee, kon Baron Bracsandt toch nog niet helemaal loslaten, vooral nadat Kappie hem eigenlijk bespot had. Daarom tuurde hij met z'n verrekijker de ho rizon af, tot z'n ogen er pijn van deden. „Ik zie niet één zo'n snert-beest!" mompelde hij onte vreden. „Ze doen het er om! Ze weten, dat ik hier sta te kijken, en dat ik te veel van ze af* weet. Bah!" De motorboot, waarin de handlan gers van de Schot waren gezeten, cirkelde als een razende tussen de ijsbergen door, steeds Noordelijker en Noordelijker., maar ze zagen geen schip., niets! Dat was een strop voor die lelijkerts.een strop, die ze drie-dubbel-dik verdienden, waar of niet?

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 4