Wordt de nieuwe Kerkorde in
1951 ingevoerd?
LEZERS SCHRIJVEN
Kappie en het mysterie van de IJszee
Was de voorlichting over de Synodale
vergaderingen onvoldoende?
Op 'i Mal je
LETTY'S moeilijke
KEUZE
4
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 21 JANUARI 1950
STEMMEN UIT DE KERKEN
De Generale Synode van de Ned. Hervormde Kerk is In de tweede week
van dit jaar b\jeen geweest. In de dagbladen heeft een kort verslag ge.
staan. Er zijn natuurlijk beel wat zaken ter sprake gekomen. Benoemingen
in Raden en Commissies keren op iedere vergadering terug. Er is ge.
sproken over overgangsbepalingen die nodig zyn wanneer de ontworpen
kerkocde inderdaad de huidige reglementen gaat vervangen. Er is gespro.
ken over de practische gang van zaken bij het Seminarie dat dit jaar gaat
beginnen. Er is ook gesproken over het werk der Zending waarvoor de
Ned. Hervormde Kerk verantwoordelijk is. Een geheel andere situatie is
er op de zendlngsvelden ontstaan door de souvereiniteitsoverdracht. „nu
wij helpers zijn geworden in plaats van leiders".
Maar het belangrijkste bericht is blijkbaar wel dat in de avondpitting
van Vrijdag de 18e ,,de uitgestelde beslissing viel van het tjjdstip van
eventuele invoering der kerkorde". Met 37 tegen 4 stemmen heeft de
Synode besloten te werken naar invo ering op 1 April 1951. De terhiijn
waarbinnen de consideraties van de Clasb.caie Vergaderingen en de pro
vinciale Kerkbesturen over de Kerkorde en de daarmee samenhangende
ordinantiën moeten worden ingezonden, is enkele maanden verlengd. Ze
moeten nu binnen zyn voor 20 September van dit jaar.
In het bericht stond er voorts nog
bij dat het dienstDoek der Kerk (hei
boek van de formulieren* geoeaen,
enz.), wel voor de invoering van de
kertiorde zal woruen aangeooden,
maar pas nadien zal woruen Dehan-
deld.
Dit is een „uitgestelde beslissing"
zegt het persbericht. Ook de Dinsdag
te voren was dr reeds over gesproKen,
zonder dat men tot een beslissing kon
komen We mogen dus wel veronder
stellen dat er over dit punt heel wat
gesproken is en dat de meningen aan
vankelijk verdeeld zijn geweest.
Vanuit de Kerk is er verzet geko
men tegen een al te snelle behande
ling van de kerkorde met de ordinan
tiën. De Classis Zaltbommel had zich
in 'n schrijven tot de Gerenale Syno-
UviW AC
Als Opa die middag niet „rillerig
van de koude koorts was thuisgeko
men", zoals verdachte het meer te
kenend dan medisch-verantwoord om
schreef, dan zou er waarschijnlijk
niets zijn gebeurd. Maar het zijn de
kleinigheden, die het lot der mens
heid veranderen en de moeder van
negen „bloeien van kinderen", die
voor dc groene tafel haar „senuwe",
stond op'te vreten, was door zo'n peu-
leschil dermate uitgegleden, dat zy
pas stil hield toen ae rechter driftig
op de tafel beukte.
Overigens lag het allemaal aan die
meid van Kuitebreier, die de streken
van geen mens vreemd had, want
toen d'r moeder zestien jaar was,
had je d'r ook......
Laat die moeder er buiten, meen
de de rechter. En vertelt u nou eens
rustig wat er gebeurd is.
Maar hij had evengoed een jonge
hond tot mediteren kunnen manen.
Want behalve de slorderige moeder
kwam er nog de vader van die Kui-
tebreier-griet in al zijn on-ethische
levensgrillen bij te pas en de oudste
broer, die ook nooit had pogen te
deugen en het zou vermoedelijk
tot in 't vierde geslacht nebbisj en
trammelant-met-een-sterretje gewor
den zijn, als de rechter nu niet waar
lijk boos geworden was. De dikke
vrouw zette zich napruttelend op het
bankje en haar bloesemende dochter
mengeling van perzik en pioen
roos nam het effe over. De rech
ter veegde zyn bril schoon en luister
de.
Kijk, Opa was thuis gekomen met
'n blafhoest
Hij heb al dertig jaar last van de
hoest, hielp de moeder vanaf het ach
terbankje, maar de rechter riep „Stil
te!" en de dochter begon te gichelen.
Nou, hielp de rechter, Opa hoestte
dus. Een toen?
Toen moes'ie een knaak hebbe
voor de kejak en zeve stuivers voor
asperien, want ze wazze op.
De aspiriene? wilde de rechter
weten, want dat moest allemaal wet
tig en overtuigend in de 'stukken ko
men.
De kejak ook. Hij neem ze in met
kejak meneer de achtbaar, om van
te zwete
Jaja, woof het Recht. U haalde
dus cognac en toen u terug kwam
schold dat meisje van Kuitebreier u
uit. Wat zei ze precies?
Het nioenroosje bloosde en stamel
de. En al heb ik het allemaal precies
verstaan, het mag persé niet in de
krant, nademaal de directie geen ver
antwoordelijkheid wenst te dragen
voo'* ongekuiste termen.
Enfin, terwyi Opa naar de leven
wekkende fles greep, rende de ijlings
ingelichte moeder de gure straat op
om zich pro deo aan de opvoeding
van het Kuitenbreierse gebroed te
wijden.
Het paedagogi-sch mishandelde en
zeer sprieterige kind, dat de waar
heid en niets dan de waarheid stond
uit te zemelen, had drie dagen over
gegeven van al de klappen „en me
zitvlak was blauw".
Jaja. zei de rechter, die dat alles
graag blauw-blauw liet. Gaat u maar
zitten.
Het werd vijftien gulden wegens
mishandeling van andermans dochter
en als de gemoedsgesteldheid van de
dikke vrouw niet sooedig naar mil
dere tinten vloeit, staat ze over een
poosje wéér voor het hekje. Wegens
moord op Hendrina Kuitebreier.
de gericht en velen, ook uit onze
provincie waren het met Bommel
eens.
Over het algemeen is men in de
Classicale vex&auenngen druk bezig
met oe oehanueung Vüü de Kerkoiue.
Bezwaren rijzen! nier Komt ter spiaite
heel het breae terrein van de Kerk,
dat men zo maar niet kan overzien.
En daarover moet nu een beslissing
genomen worden!
Vèn de afgevaardigden naar de
Classicale Vergaderingen wordt in-
deraaad gevraaga dat zy zich gaan in
werken m aeze kerkorae en in alles
wat daarmede samenhangt. We willen
dit niet onderschatten. Menigeen moet
zich verplaatsen m een gans anuere
gedachtengang oan waarin hij gewoon
is te denken. In de Ned. Hervormde
Kerk had men het ook verleerd om
er zich rekenschap van te geven dat
men, behalve van de plaatselijke Ge
meente ook behoorde tot de Kerk in
haar geheel. We kunnen ons inden
ken dat deze omschakeling van ge
dachten voor menigeen moeilijkheden
geeft. Doch, een jaar eerder of later,
de beslissing over de kerkorde moet
eenmaal vallen en het zich inwerken
in de zaken die hiermee samenhangen
is nu eenmaal niet te ontgaan.
NIET RIJP?
Behalve de tijdnood voor behande
ling, waarom men op uitstel aandrong,
kwam ook het argument dat de Kerk
in haar geheel er nog niet rijp voor
zou zijn. Wat geeft het dan of "de
Kerkorde nu al wordt ingevoerd?
worden
Eerst moeten de gedachten
omgezet.
Dit argument is gedeeltelijk waar.
Doch wanneer denkt men dat de
Kerk èr dan wel rijp voor zal zijn?
Er is in ieder geval al een hele sprong
vooruit gemaakt. Wat hebben bijv. de
Classicale vergaderingen nu al een
heel ander karakter gekregen!
Tenslotte wordt er op uitstel van in
voering aangedrongen omdat men niet
het gèvoel wil hebben dat deze Kerk
orde er door gejaagd zal worden en
aan de Kerk van bovenaf wordt op
gelegd.
Bij al deze argumenten kunnen we
de gedachte niet van ons af schuiven:
Is het soms ook dat men terughuivert,
nu men er werkelijk voor staat? Men
zou eerst willen dat er een beslissing
viel over het dienstboek der Kerk. In
menige classis is dan ook de Kerk
orde aanvaard met reserve wat betreft
dit dienstboek.
In verschillende publicaties ook is
uitgesproken dat de Kerk dit tempo
van de Synode niet kan bijhouden en
het contact van de Kerk met de Gene
rale Synode verloren gaat.
Er wreekt zich hier een fout, die er
van het begin af aan geweest is en
die zich nu vooral openbaart, nu de
ouderlingen en predikanten die naar
de Classicale Vergaderingen worden
afgevaardigd, hun oordeel over het
geheel van de kerkorde moeten uit
spreken Van de zittingen der Synode,
zijn geen voldoende verslagen gepu
bliceerd. Uitgebreide verslagen zijn
niet nodig over alle beraadslagingen,
maar toch zeker wel over die zaken,
die later door heel de Kerk moeten
worden behandeld Stellig had men
deze moeten geven na de synodale
behandeling van de Kerkorde en de
ordinantiën. Wat heeft men aan die
sobere persberichten en wat heeft
men zelfs aan het verslag in het offi
ciële weekblad. Zo kunnen de ambts
dragers der Kerk moeilijk meeleven.
Ik kan mij begrijpen dat er dan ge
mord wordt als men zich ineens in
heel deze materie moet inwerken.
We zwijgen nog over de Handelingen,
die zo laat verschijnen, dat ze alleen
maar historische waarde hebben. Nu
komt het herhaaldelijk voor dat op
de Classicale Vergaderingen wordt
gesproken over onderdelen van de
Kerkorde, waarover in de Synode
ook reeds menig woord gewisseld is
alleen, men weet het niet.
Naar het reeds dikwijls gebruikte
beeld moet de Synode een locomotief
zijn. Dat is zij ook, maar wat is een
locomotief alleen, als de koppeling
NA HET SCHEREN
TER VOORKOMING VAN PUISTJES
EN IRRITATIE VAN OE HUID
met de Kerk verbroken is?
De Synode heeft dus besloten, na
dat de beslissing eerst was uitgesteld,
toch aan te werken op invoering tegen
1 April 1951. Dus geen uitstel van één
jaar of nog langer.
Ondanks alle bezwaren is deze be
slissing te begrijpen en te billijken.
De zittingstij d van de huidige Synode
loopt of op 31 December van dit jaar.
Een nieuwe Synode zal na die datum
voor twee derde bestaan uit andere
leden. En deze zou dan de behande
ling van de Kerkorde moeten voort
zetten.
Bovendien heeft men nu toch al on
geveer twee en een half jaar kennis
kunnen nemen van de nieuwe orde
der Kerk
En tenslotte: de eigenlijke beslissing
is al gevallen toen de werkorde werd
ingevoerd. Er is hier geen terug meer
mogelijk, tenzij men terug zou willen
naar de reglementen van 1816 en dit
laatste is toch ondenkbaar.
Een kerkorde is wel een heel com
plex van regelingen, maar dat zyn de
reglementen ook. Het komt in de
Kerkorde aan op een paar punten, die
van groot belang zijn en het geheel
overheersen, nl. de plaats van het
Apostolaat in de Kerk; het belijden
van de Kerk en in verband daarmee
de tucht en de ouderling-kerkvoogd.
Allerlei kleinigheden zijn toch eigen
lijk niet erg belangrijk. Wat doet het
er toe of de ambtsperiode van een
ouderling drie dan wel vier jaar is
en wanneer de diaken naar de Synode
kan worden afgevaardigd. Als er een
beslissing genomen wordt over het al
of niet aanvaarden van de Kerkorde,
moet het voornamelijk gaan over deze
drie punten.
Als iemand met .kerkelijke belang
stelling op deze punten de Kerkorde
nagaat en van daaruit het geheel over
ziet, zal hij in ieder geval in staat zijn
zich een oordeel te vormen.
H.
FEUILLETON
door
MARY BURCHELL
14
Wat was het Gabrielle toch ontzet
tend gemakkelijk gevallen, die im
pulsieve uitnodiging van hem los te
krijgen!
Met een zucht brak Letty haar on
aangename overdenkingen af en richt
te zich even op, om na het inspan
nende wieden haar rug wat te strek
ken. Meteen zag zij Rufus Arling over
het grasveld naar haar toe komen.
Er lag iets beslist in zijn lopen, on
danks het licht hinken en even dacht
Letty, dat hij haar speciaal opzocht.
Maar toen kwam ze tot de conclusie,
dat hij geen' man was, om doelloos te
slenteren. Zijn nadering was slechts de
gewone manier, waarop hij zich van
de ene plaats naar de andere begaf.
Op haar wat verlegen manier, maar
vriendelijke wijze, heette Letty hem
glimlachend welkom.
„Is u van het dorp terug gewan
deld?"
.Ja, nadat ik overal eens rondgeke
ken had. Dat nam niet veel tijd in be
slag", zei hy, op zijn beurt glimla
chend.
„Ik vrees, dat Farrow's Eden u niet
bijzonder groot toelijkt".
„Maar ik vind het aardig", antwoord
de hij en Letty waardeerde die een
voudige verzekering, want voor haar
was Farrow's Eden iets wat bij haar
geliefd Edenfield behoorde.
„Is Gabrielle niet met u teruggeko
men?"
„Neen, ze ontmoette een kennis".
„O!" Letty was weer begonnen te
wieden. „Weet u ook wie?"'
„Zeker, het was haar vriend de to
neelschrijver, Alec Kellern".
Letty ging ijverig voort met wieden.
„Dus u.. hebt hem ook ontmoet?"
„O, ja. Tenminste, ik werd aan hem
voorgesteld en wij hebben elkaar even
gesproken".
„Wat.wat denkt u van hem?"
Ze wist dat zij wat doms zei maar
ze voelde zich gedr'ongen iets te vra
gen iets dat hem zou noodzaken wat
meer te vertellen.
„Ik vond", zei de kalme, nogal zware
stem nevens haar, „dat hij uw tranen
nauwelijks waard was".
Opnieuw kwam Letty met een ruk
overeind.
„Wèt zei u?"
De scherpe donkere ogen keken on
beschroomd in de hare, terwijl hij
glimlachend antwoordde: „Ik zei, dat
u hem m.i. te veel eer aandeed toen u
gisteren om hem schreide".. Aldus
herhaalde Rufus Arling in andere
woorden, maar met dezelfde strekking
zijn ietwat verbazingwekkende op
merking
Letty vroeg hem niet, hoe hij wist,
dat haar schreien Alec had gegolden
Ze had dadelijk begrepen, dat hij
juist had geraden. Dus zei ze slechts,
een tikje opgewonden:
„U is niet geheel rechtvaardig wat
Alec betreft. Het spijt me, dat u hem
niet mag lijden, maar.."
„O, maar dat mag ik wél", viel Ru
fus Arling haar in de rede. „Ik weet
zeker, dat hij een heel aangenaam
mens is. Nogal gekunsteld natuurlijk,
maar heel veel gekunstelde mensen
zijn wel genoegelijk in de omgang. Zo
bijv. uw stiefmoeder".
Letty lachte even, een tikje gege
neerd, maar vermeed opnieuw hem te
vragen wat hij precies bedoelde. Dat
wist zij immers opperbest, tenminste
voor zover het Gabrielle betrof.
Toch bestond zij het, licht de wenk
brauwen te fronsen en de vraag te
stellen: „Waagt u zich niet aan te haas
tige beoordelingen?"
„Als ik later inzie, dat ik ongelijk
had, zal ik mijn verontschuldiging aan
bieden", beloofde hij als terloops en
Letty merkte op, dat er, als hy lachte,
een netwerk van fijne lijntjes aan de
ooghoeken ontstond.
Dit verschijnsel bracht haar op de
gedachte, hoe oud hij wel zou zijn.
Voor zij echter tot een conclusie kon
raken of iets in 't midden brengen,
snelde Gabrielle's auto de laan in, om
even later te stoppen aan de voet van
de buitentrap.
Instinctmatig draaiden Letty en Ru
fus Arling zich om en zagen haar uit
de wagen klimmen. Zelfs als ze niets
zei, verstond Gabrielle de kunst, aan
dacht op zich te vestigen.
Het grasveld overstekend, wuifde zij
beiden vriendelijk toe terwijl de fijn
geplooide rok en haar witte japon
licht heen en weer ging onder 't lo
pen.
„Waarom heb ik niets gehoord van
die danspartij op Zaterdagavond?"
was haar eerste vraag, toen zij binnen
gespreksafstand kwam.
„Is er dan een danspartij"? vroeg
Lettij glimlachend, want Gabrielle was
zo knap en zo tuk op een pleziertje.
„Dat zou ik denken! En nog wel een
chic geval, zoals het met zulke dorps-
fuiven gaat. De oude Lady Meldrish
is beschermvrouw en het is ten be
hoeve van.ja ik weet niet meer wat".
(Wordt vervolgd).
TABAKSVERKOOP IN CAFÉ'S.
In de P.Z.C. van 10 Jan. las ik een
berichtje omtrent controle op tabaksver
koop buiten de sigarenwinkels.
Volgens uw berichtje zou die controle
veer het zwaarst op de café's komen te
drukken. Je moet maar caféhouder zijn!
Sou het nu geen tijd worden dat een an
dere categorie ook eens aangepakt wordt?
ryv. kruideniers- en groenlenwinkels. U
kunt dagelijks constateren dat men in bij-
ia elk dezer winkels allerlei dranken ver
loopt.
Met de feestdagen waren de meeste de-
Ter genoemde winkels eensklaps verandert
in drankwinkels, waar men van alles en
nog wat kon kopen, b.v. advocaat, ver
schillende soorten wijnen, likeuren, bier,
limonade, teveel om alles op te noemen.
Is dit geen schade voor de Horecabedrij
ven? Ik denk van wel. en ieder verstan
dig mens is dat met mij eens.
Wilt U geloven dat de meeste caféhou
ders hun tabaksvergunning graag zouden
opzeggen, als genoemde winkels geen
dranken meer mochten verkopen?
Weet U wel, dat de meeste onzer hun
tabaksbelasting de gehele oorlog doorbe
taald hebben, terwijl ze nooit een roker
tje toegewezen kregen?
Ik ken hier een zaak. die zeker zeven
of acht producten verkoopt van verschil
lende aard. dat mag allerraaL Er zijn ook
sigarenwinkels die door de vrouw gedre
ven worden, terwijl de echtgenoot elders
werkt. Heus: met de verkoop van rook
artikelen in in café's loopt het waarlijk
wel los!
Hansweert. M. v. d. VLIET.
BAL IN DE KERSTNACHT.
Met belangstelling volg ik de discussie
die momenteel over bovengenoemd onder
werp ln uw blad gevoerd wordt.
Ik zou evenwel het volgende willen op
merken. Het naschrift, dat de Redactie
van dit blad onder het ingezonden stuk
van de heer De Jonge meende te moeten
plaatsen, kan ik niet bijster bewonderen.
Zij schrijft, dat ieder het toch wel met de
„open brief" der geesteiyken eens moet
zyn, zelfs zy die aan God noch gebod ge
loven. Dit „zelfs" nu, heeft my te denken
gegeven. Wat hier staat zou kunnen bete
kenen, dat degenen die zover gezonken
zyn, dat zy aan niets meer geloven, zelfs
God en zyn gebod hebben losgelaten, toch
nog wel zoveel zedeiyk besef zullen heb
ben, dat zy dit bal in de kerstnacht af
keuren.
In de formulering, van de Redactie zit
Iets dat verachting moet wekken en el-
genlyk staat er, dat allen die wel in God
en zyn gebod geloven, ontegenzeggelyk
hoger staan, dan zij die dat niet doen.
De Redactie moge bedenken, dat er ook
te Vlissingen vele buitenkerkelijken zijn
die het geloof aan een persoonlijk God
hebben opgegeven, doch er naar streven
een levensbeschouwing oo te bouwen, be
rustende op de redelijke en zedeiyke nor
men die in de mens zelf verankerd lig
gen.
In de door my gewraakte zin zou een
belediging kunnen worden gezien jegens
de buitenkerkeiyken.
Tenslotte zou ik toch wel gaarne van
Kapelaan Kampschöer vernemen of hy.
als donateur van de V.C. „Vlissingen" of
eenvoudig als geestelijke, by het bestuur
onmiddellijk een protest heeft ingediend
tegen het houden van een feestavond op
de bewuste Zaterdag, of dat "hy eenvou
dig gewacht heeft tot deze voorbij was om
dan met de „open brief" te komen. In
het laatste geval zou deze toch wel enige
bevreemding kunnen wekken.
Vlissingen. W. VADER.
Naschrift. Natuuriyk geen belediging.
Alles waar het in dit geval om draait is.
dat een bal in de Kerstnacht aanstoot
geeft aan velen en dat aanstoot geven
zoveel mogelijk vermeden moet worden.
Redactie.
INTERNATIONAAL WEGVERVOER.
Mynheer de redacteur.
Inderdaad is het juist, dat de fa. de
Dreu vrij regelmatig steentransporten
'neeft uit Frankryk. Deze steentranspor
ten echter zyn onderhevig aan de nodige
vergunningen, die nog wel eens op zich
laten wachten. Slechts een der Zeeuwse
ondernemers heeft hiervoor vergunning
gekregen. Als coöp. Inter-Zeeland, waarby
alle Zeeuwse internationale vervoerders
zyn aangesloten willen wy de erkenning,
dat onze vervoerders capabel zyn en dat
ze alle opdrachten, die zij kunnen krijgen,
zonder de bovenbedoelde formaliteiten
mogen uitvoeren.
Daarom is aller medewerking verzocht
Nooit hebben wy gehoord, dat een Inter
nationaal transportbedryf alle aanvragen
(en dan hoofdzakeiyk voor Frankryk en
Duitsland) eerst in beraad moet houden,
daarna vergunning gaat aanvragen en...
tenslotte de opdracht niet kan uitvoeren
wegens moeilijkheden van geen toestem
ming. wy zyn pas tevreden wanneer elke
Zeeuwse vervoerder zonder meer door ge
heel Europa zal kunnen ryden. Laten an
ders de Zeeuwse fruitexporteurs zich
maar eens laten horen. In ieder geval zyn
we in geheel Zeeland overtuigd, dat de
toestand zoals die vorig jaar was en mo
menteel nog is. onhoudbaar is. aangezien
kwantum's van 1000 ton goederen soms
moeten worden afgezegd, en belangheb
benden moeten worden teleurgesteld.
Goes. Coöp. Interzeeland.
DE BRAND IN DOMBURG.
In de P.Z.C. van 17 dezer treft my het
stukje van de Commandant Brandweer j
Domburg inzake de brand van villa Som-
merhof.
De tegenstelling tussen het standpunt
.an de schrijver en uw onderschrift, om
trent de vraag welke brandweer het be-
langrykste werk zou hebben verricht,
komt mij voor een treffend voorbeeld te
zyn van de wijze, waarop het niet moet
by brandblussing.
Er is m.i. voor een goede organiastie
één belangrijk punt. n.l. de noodzakeiyk-
held van samenwerking zonder meer .tus
sen de diveres gemeenten, waarby het
niet gaat om de vraag of de een beter
geoutilleerd is dan de ander. %tach om de
vraag wie de „eer" moet hebben, doch
slechts om het feit. hoe op de meest doel
treffende wijze kostbare kapitaalgoederen,
soms zelfs mensenlevens gespaard en ge
red kunnen worden.
Voor het algemeen belang doet het er
daarbU zelfs niet toe of dit door de brand
weer van A. met de blusmiddelen van B.
wordt bereikt.
Velen der by het Brandweer-wezen be-
trokkenen werken sinds lang aan dit doel, L
Hun taak wordt door bovenbedoeld ge- l
kibbel slechts verzwaard.
Middelburg. P- STEUTEL. I
Voor bridge-spelers
EEN GOED REDBOD.
(door onze Bridge-medewerker)I
Spelend met gelijkwaardige tegen
standers is het in het algemeen
niet moeilijk te bepalen wanneer
een redbod, zonder al te grote risi
co's, mogelijk is. Deze „noodsprong"
toch is verantwoord wanneer het
puntenverlies minder groot is dan
bij het inlaten van het bod der te
genpartij. Wie in de huiskamer;
spelend door te hoog bieden de
niet-lcwetsbare tegenpartij „van de
manche houdt" doet beter de kaar-
ten te gebruiken voor een spelletje
patience. Bij robberbridge krijgende
tegenstanders voor het behalen van
de eerste manche geen extra pun
ten Risico's mag men dus in dat
feval niet nemen. En bij een kwets-
aar manchebod? Ook dan, dient de
speler, die een redbod wil wagen.
op zijn hoede te zyn. Wie niet met
vrij grote zekerheid het aantal (veel-
al gedubbelde) downs kan bepalen, t
doet stellig beter te passen.
Bij een „drive" ligt de zaak nog
even anders, omdat een niet-kwets-
baar manchebod (indien gemaakt)
300 punten extra oplevert. Maar
ook dan is een redbod alleen ge
oorloofd indien men blijft onder het
aantal punten dat de tegenpartij
gescoord zou hebben, indien hun
bod was ingelaten.
Een werkelijk uitstekend redbod
signaleerde ik onlangs
"H, V, 9,
7, 6, 5, 2
A, V
10, 8, 2
N. was gever en beide partijen
stonden kwetsbaar.
Het biedverloop was ais volgt:
N. 1 Sch.: 0 2 Ha. (3 Ha. was be
ter); Z. 4 Sch. (zeer goed en beter
dan 3 KI. of 3 Sch.); W. pas; N.
pas; 05 Ha.
Z. wilde het aan zijn partner over
lat.en hetzij te doubleren, hetzij 5
Sch. te bieden. N, koos het eerst en
W-O gingen twee down, ondanks
foutief spel van Z„ die hardnekkig
Sch. trok.
Gelukkig had N., die na de eerste
troefronde met Ha. Aas aan slag
kwam gelegenheid om de tv,*eede Ha.
van W. wég te spelen, anders had
O. nog een KI. in zijn hand kunnen
introeven en had hij de schade tot
200 punten beperkt. Nu ging hij 500
punten down, hetgeen toch nog 120
punten minder was dan N.-Z. had
den kunnen behalen.
Vreemd genoeg kwam geen enkel
paar, in de N-Z-ljjn, tot 5 Sch. (met
de ogen dicht te maken), evenmin,
als tot- 6 Sch., dat gemaakt wordt
wanneer N. in de eerste ronde een
kleine Sch. speelt en in Z. met hei
aas neemt, en wanneer hij bovendien'
niet op KL Vrouw snijdt!
Een volgende keer iets over een
gemist redbod.
N
Sch. H, 9,
7, 6,
Ha. A, 4,
3
Ru. H.
KI. H, 9,
5, 3
W
Sch.
V, 3, 2
Sch.
Ha.
B, 10
Ha.
Ru.
B, 10, 8, 6,
6. 5, 4
Ru.
KI.
V, 7
KI.
Z
Sch. A, B,
10, 8
Ha.
Ru. 9, 7,
3. 2
KI. A, B,
6, 4
32. De „Kraak" had
enige mijlen afgelegd,
en volgens Kappie
bestond er nu geen
gevaar meer, dat ze
door de Schot en hun
handlangers zouden
worden achtervolgd.
„Jullie raden nooit
aan wie je dat te
danken hebt"! zei
Kappie.
„Aan mij, natuur
lijk"! zei de maat.
„Dat komt omdat ik
dit schip zo goed be
stuur!"
Als het van jou af
moest hangen, zat je
nu nog in die barak,
klont!" zei Kappie
boos. „Wat een ver
beelding! Tjong! Nee,
we hebben dit te dan
ken aan Oet, de Eski
mo, die slimmer was als wij dachten. Hij heeft
die kerels vast en zeker, de verkeerde richting
uit laten zoeken!"
„Wel, wel" zei de maat nadenkend. „Zou dat
Vomen omdat hij zoveel levertraan dronk? Ik
ga ook van die traan drinken, dan word ik mis
schien verschrikkelijk slim!"
„Dat hoef jij niet te proberen!" zei Kappie.
„Je wordt nu eenmaal slim geboren of je wordt
als klont geborenzo is het nu eenmaal in de
wereld!" Het walvissen-vangen-idee, kon Baron
Bracsandt toch nog niet helemaal loslaten,
vooral nadat Kappie hem eigenlijk bespot had.
Daarom tuurde hij met z'n verrekijker de ho
rizon af, tot z'n ogen er pijn van deden. „Ik zie
niet één zo'n snert-beest!" mompelde hij onte
vreden. „Ze doen het er om! Ze weten, dat ik
hier sta te kijken, en dat ik te veel van ze af*
weet. Bah!" De motorboot, waarin de handlan
gers van de Schot waren gezeten, cirkelde als
een razende tussen de ijsbergen door, steeds
Noordelijker en Noordelijker., maar ze zagen
geen schip., niets! Dat was een strop voor die
lelijkerts.een strop, die ze drie-dubbel-dik
verdienden, waar of niet?