Nederlander exploiteert polder in de moerassen langs de Gironde JIMMY BROWN, sportheld no.1 'werken v Maar de Franse jager voelt zich uit zijn domein verdrongen Zeeuwse Almanak f' mS? c; Van Vrouw ioi Vrouw MODERNE VUILVERWERKING EN OPHAALDIENSTEN IN ZEELAND VRIJDAG 6 JANUARI 1950 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 Kwekerij van gladiolen, witlof en artisjokken. (Van één onzer redacteuren). Hoe werkt en leeft de Franse boer? Dit is een vraag, die ik in dit artikel, dat wat vertellen moet over het merkwaardige werk van een Nederlandse kweker, die zyn tenten even buiten Bordeaux, aan de oevers van de Gironde, heeft opgeslagen, zeker niet volledig wil behandelen. Maar ik moet er toch wat van zeggen want zonder dat IJ iets zoudt weten van het streven van de doorsnee-Franse boer, zoudt U zich wellicht geen idee kunnen vormen van de moeilijkhe den, welke de heer Pleysier had en nóg heeft te overwinnen om van kleine stukjes woestenij vruchtbare tuindersgrond te mogen maken. de woning van de familie Pleysier: het Chateau Ausóne, een oud wijn kasteeltje, dat in vervlogen jaren er toe heeft bijgedragen de roem van de Medoc-wijnen hoog te houden. De heer Pleysier is niet van van daag of gisteren in Frankrijk, al heeft hij in dit land niet altijd in de buurt van Bordeaux gewoond. Vroeger heeft hij jaren geboerd in de buurt van de Marne. maar na de oorlog kwam hij in contact met een Neder landse combinatie, die belangstelling had voor een strook moerasgronden langs de rechteroever van de Gironde. Ik heb die moerassen gezien: een wildernis, waarin de stadsmens maar moeilijk kan doordringen. Geen brede strook weliswaar, maar wèl over de volle lengte van de Gironde, van de laatste huizen van Bordeaux tot het uiterste puntje van de Medoc, waar de rivier in zee komt. En dat is niet minder dan 99 kilometer! Die moerassen zijn het domein van de Franse jager. Een ideaal jachtter rein en omdat de Franse buitenman 'n hartstochtelijk jager is, ligt daar nu juist de kern van alle moeilijkheden. De Franse boer werkt niet in de eerste plaats om zich door een rijke boerderij een goede oude dag te ver zekeren. Weineen: hij boert rustig voort voor z'n natje en z'n droogje en tegen de dag. dat hij wat meer op leeftijd is gekomen, is hij volkomen tevreden met een klein huisje, een stukje wijngaard voor „eigen gebruik" en verder vooral veel vrije tijd om er met zijn dubbelloops op uit te kunnen trekken. Dat jagen is immers z'n lust en z'n leven en komt hij 's avonds, thuis, dan moet moeder de buit bra den. Een goed glas wijn en een hoen tje.... Wat wil een mens nog meer? VERZET TEGEN ONTGINNINGEN. U zult begrijpen en de heer Pleysier heeft het aan den lijve on dervonden dat deze jagers de ont ginning van hun jachtgebieden met lede ogen aanzien en zich met hand en tand verzetten tegen verdere culti vering. De eerste ontginningen van deze moerassen met Hollandse energie en Hollands kapitaal dateren al van tij dens de jongste oorlog toen Neder landei's ue „Société Bordelaise de la Tourbe" stichtten en trachtten hier turf te winnen. Dat werd geen succes, want de turf bleek geen goede turf te zijn. Maar wel vruchtbare 'grond en toen is de société omgezet in een kwekersbedrijf de naam zal nu ook worden veranderd in „Société Borde laise d'Exploitation Agricole", aan het hoofd waarvan de heer J. Pley sier werd gesteld, de Nederlandse boer van de Marne-streek, die zelf uit een Nederlands kwekerscentrum Vleu ten bij Utrecht afkomstig was. De kwekerij ligt dus even buiten Bordeaux, aan de Noordwest-rand van de stad. De tram gaat tot de Cimetiè- re-Nord en dan is het nog 5 minuten lopen, zowel naar de tuin. als naar HOLLANDSE POLDER. Die „tuin" 75 hectare is een merkwaardigheid op zich zelf; een echte Hollandse polder, aan drie kan ten door dijkjes •omgeven met aan het benedeneind een electrisch gemaal, dat het overtollige water, dat aan de vierde zijde van de hellingen komt, wegpompt naar de rivier. Zo heeft men de grondwaterstand volledig in de hand en kreeg men prachtige teelt- grond, waarop nu sinds vier jaar gewerkt wordt. De beide eerste jaren waren heel moeilijk, vooral door het vrijwel volledig ontbreken van mate rieel. maar in 1948 ging het al beter cn in de afgelopen zomer zijn de re sultaten zelfs zeer bevredigend ge weest, GLADIOLEN EN WITLOF. Nóg is niet de gehele „polder" in cultuur, maar toen ik er in het na jaar was, zag ik toch al een 20 ha. met prachtige witlof „endive" in 't Frans; andijvie heet hier „escarole", waarvoor in dit deel van Frankrijk goede prijzen worden gemaakt-, 12 ha. aardappelen, een paar hectaren maïs en 7 ha. gladiolen. Ja, inderdaad gladiolen. Bij deze teelt is het de heer Pleysier in de eerste plaats om de bollen te doen, maar ook de bloemen vinden toch grif hun weg naar de bloemenwinkels van Bordeaux en zo snijdt op deze gladiolenbedden het mes van twee kanten: onder èn boven de grond. De bloemen zijn prachtig en ook de bol len bleken van uitstekende kwaliteit en gingen vlot van de. hand. Vóór gladiolenbollen bestaat in Frankrijk nl. grote belangstelling. Volgend jaar wil de heer Pleysier proeven nemen met menthe (peper- muntkruid) en ook een hectare of tien artisjokken uitzaaien. Vooral van dit laatste gewas heeft hij goede ver wachtingen omdat dit nog altijd een bijzonder geliefd gerecht voor de Fransman oplevert. Ik sprak tijdens mijn kort verblijf in Bruges het dorpje, waaronder het Chateau Ausöne ressorteert CRESCENDO Men telt ze niet, de zeeschepen, die de Zeeuwse havens aandoen. De sta tistici registreren hen en de gewone burger gelooft het wel. In Vlissingen kunt ge ze op mistige dagen bij tien tallen op de ree zien liggen (als de mist tenminste optrekt) en op eerste Kerstdag werden zelfs alle records ge broken, toen er niet minder dan 120 lagen. Meer dan 900 zeeschepen liepen in 1949 de Vlissingse haven trouwens binnen en ontelbaar waren de passan ten. Geen wonder, dat men van een zeeschip in Zeeland geen notitie neemt. Maar toch is het de moeite wel waard om even stil te staan bij dat éne zeeschip, dat dezer dagen in Sluis kil de wal zocht, geladen met pyriet Het was namelijk het eerste zeeschip, dat er arriveerde met'h.ls bestemming Sluiskil, het eerste sedert de Meidagen van 1940! Sluiskil herleeft. Azötefabriek en Cockesfabriefc gaan weer werken. Flinke aantallen werkkrachten vinden er emplooi en weldra zullen er, onder meer ten behoeve van de gedemobili- seerden, industriewoningen verrijzen. Het eerste zeeschip sedert Mei 1940! Waard om het 'n afzonderlijk en zeer speciaal welkom toe te roepen. Het geen dan bij deze geschiedt! Niet alleen in Sluiskil echter juicht men. Ook in Middelburg. De nieuwe Stationsbrug komt in zicht. Het gaat crescendo! Als de verkeersmisère bij het aankomen in en het verlaten van de Zeeuwse hoofdstad achter de rug is, zal dat inderdaad een uitkomst zijn! DE ONSPORTIEVE JAGERS Helaas stond in het „Almanakje" over de onsportieve jagers een betreu renswaardige verschrijving. De jacht- incidenten deden zich niet voor aan de Perkpolderse kant van de Schelde, maar aan de Kruiningse. Zij werden ons gemeld door passagiers van de veerboot Kruiningen—Perkpolder en daaruit sproot de verschrijving voort. met enkele Franse boeren uit de streek, die al vol verbaasde bewon dering waren voor hetgeen door de ze Nederlandse onderneming hier wordt gepresteerd. Maar denkt U nu niet, dat het voorbeeld navolging vindt. Er liggen nog enige duizenden hectares moeras, die op dezelfde wijze ontgonnen kunnen worden, maar men doet het eenvoudig niet. Gebrek aan energie? Vrees voor risico Wie zal het zeggen? Maar een feit is, dat deze gronden braak blijven liggen. De Fransen beginnen er niet aan en dat er niet meer moeras aan de „Société" wordt verkocht, daar zoi'gen de jachtliefhebbers wel voor. En dat is bijna iedereen in deze streek! 50 apen vliegen naar Moskou. Maandag a.s. zullen een vijftigtal aapjes per K.L.M. een vliegtocht maken naar Kopenhagen en dan wor den overgeladen met als eindbe stemming Moskou. Deze aapjes zijn afkomstig van diergaarde „Blijdorp" te Rotterdam en worden ais ruilob ject gebruikt. De dierentuin te Mos kou, waarvoor ze bestemd zijn. zal er enige fraaie Aziatische dieren voor in de plaats geven, o.a. sai ga's (Siberische antilopen) en arga- li's gebergteschapen Woensdagmiddag is het bijna drie jarig zoontje van de familie Franken in Zaandam onder een auto gekomen en op slag gedood. 68en het volgende ogenblik luid gegil op de staantribune vlak achter het doel! Het was moeilijk zich te realiseren wat er eigenlijk gebeurd was, maar toen men van de eerste schrik bekomen was, zag men het.... Jimmy Brown had de brave keeper van Wallmill Albion met bal en al dwars door de touwen van zijn eigen doel geschoten en de arme man was, meer dood dan levend, midden tus sen het publiek van de staantribune terecht geko men. Hij hield zijn hoofd met beide handen vast en zijn haren waren ten berge gerezen. Een meneer op de tribune stootte zijn buurman aan en zei: Nou, ik geloof wel dat-ie zit! Veertig jaar zorg voor zieke grafici. De vereniging tot bevordering der Gezondheid in de Grafische Vakken, die op 1 Januari 1910 werd opgericht, viert haar 40-jarig jubileum op het eerstvolgend congres, dat in het ko mend voorjaar wordt gehouden. De jubilerende vereniging beschikt voor haar werk voor de zieke le den van de gezinnen der grafische werkers over een sanatorium te Eerbeek en over 'n herstellingsoord en kindertehuis te Zeist. Dit Zeister her stellingsoord wordt thans geheel ge moderniseerd en ingericht als sanato rium. In Febrauri wordt het geopend. vi Als \vy volgens de kalender te rekenen gaan, kunnen wij voor rare dingen te staan komen. Stelt U zich voor; in Brooklyn werd een tweeling geboren, het meisje 19 minuten na de jongen. Het gevolg hiervan is, dat de jongen Harold (links) nog uit de eerste helft van de twintigste eeuw stamt, maar zyn zusje Soleen uit de tweede helft, tenminste als men aanneemt, dat de tweede helft al met het jaar 1950 begint. „Soberder leven en har der werken", dat is de slagzin, die de regering voor de komende jaren heeft uitgegeven. En wij zullen goed doen, die, dubbel onderstreept, op de eerste bladzijde van onze agenda voor 1950 te zetten. Maar met plichtsgetrouw noteren alleen komen wij er niet. Wij zullen die verstandige raad gok ter harte moeten nerhen en in de dagelijkse prac- tijk zoveel mogelijk toe passen. Niet alleen in de werkplaats, de fabriek, het kantoor of het be drijf maar ook en vooral in ons eigen do mein: de huishouding. En misschien ioas het lo gischer het 'harder wer ken voorop te stellen. Want wie hard werkt, leeft in de regel sober. Terwijl degene, die de bloemetjes permanent buiten zet over het alge meen geen zwoegende werkezel is. Maar als dat harder werken uit noodzaak ge boren wordt, en geen nieuw inzicht in de le venswaarden betekent, zijn wij, vrouwen van Nederland, ondanks on ze veel geroemde flink- teid en degelijkheid, 'igenlijk hopeloos aan 't zind van onze krachten. Wat u ook, als u scherp en opmerkzaam de krant leest, in enige (voorals- log onopvallende) ver schijnselen kunt opmer ken. De Nederlandse emigran ten zijn, de goeden niet te na gesproken, lang niet meer wat ze waren. Hun „arbeidskoers" is lelijk gedevalueerd. En hoe komt dat? Doordat de emigrantenvrouw (al weer met vele loffelijke uitzonderingen) zich niet meer kan aanpassen. Zij klaagt over gemis aan comfort, over het zware snee Nederlandse vrouw leven, het harde wer- het heet begeerde ideaal ken. Zij krijgt heimwee vertegenwoordigt. Niet en wil terug naar het zozeer omdat de Neder- dure, overbevolkte maar landse vrouw lui is de gerieflijke vaderland. En waar de vrouw niet aar den kan, zal het gezin nooit slagen. Werken is voor de dom me. het bezettingstijd heeft wel anders bewezen maar omdat „niet behoeven te werken" bij ons nog steeds een kwestie van O, nee, wij zeggen maatschappelijk aanzien niet hardop. Wij is. Omdat de vrouw „die klemmen de lippen op- het doen kan", haar mans een en doen dan in positie en gewicht ver- s hemelsnaam maar ons sterkt door het étaleren best: 'wij kloppen matjes van een paar welverzorg- en dekken tafelê en was- de blanke handjes. En sen vaten en maken bed- omdat omgekeerd het be den op maar diepin zit van een paar ietwat ons hart leeft de gedach te: Wij zijn er toch eigenlijk te goed voor. En als wij 's avonds de advententies doorlezen en ruwe, stevige handen en raspige vingertoppen het onmiskenbaar merk van de „arbeidende stand" is. Vooral dat „arbeidende stuiten op: „Mevrouw stand" is kostelijk in het is voor de domme Zus geboren Zo vraagt een flinke hulp voor dag en nacht, geheel zelfstan dig kunnende werken en koken, in haar klein ge zin met twee schoolgaan de kinderen. Centrale verwarming, grote was buitenshuis, hulp voor ruw vlerk aanwezig' spraakgebruik. Het staat, maatschappelijk, een wol kenkrabber lager dan de betereen zelfs de „ge goede" stand. Nu ja, er zijn vrouwen, die zich de luxe van uit zondering op die regel kunnen veroorloven. Dat een van onze charmant- dan vinden wij die Me- $te knapste radio-ac- vrouw Zus geboren Zo trices 's morgens, voor niet een zielige onmaat- dat zij naar de studio reist, de kachel leeghaalt en de vuilnisemmer bui ten zet, is natuurlijk een pikante bijzonderheid. Dat kan „zo iemand" schappelijke stumper met twee linkerhanden, maar een benijdenswaardige geluksvogel. Laten we eerlijk zijn, en, onder ons, bekennen: dat doen, die is nu eenmaal de winkelende en taart- niet met gewone maatsta- jessnoepende mevrouw ven te meten. Maar de met de eigen wagen en dame in Persianer en de bontmantel, die bij nylons stapt in Neder- thuiskomst de tafel ge- land misprijzend op zij dekt en het huis aan voor de vrouw, die haar kant vindt, voor de door- eigen stoep schrobt ook al is die vrouw gees telijk verre haar meer dere! Werken is voor de dom me. Wij hebben de voor beelden maar voor het grijpen. „Zegt u toch geen mevrouw tegen me", protesteerde eens in mijn bijzijn een alleraar digst knap midden- stai}dsvrouwtje: ,Jk doe de hele was zelf!" „Waarom neem je eigen lijk geen hulp?" hoorde ik de ene nicht aan de andere vragen. „Je kunt het toch zeker best be talen?" En toen de an dere schuchter bekende, dat zij het nu eenmaal graag zélf deed, dat ze van huishoudelijk werk hièld, zat de hele kring star van verwondering: „Maar je moet toch om de positie van je mcin denken!" „Toen ik mijn einddiplo ma gym had, heb ik de verpleging gekozen", be kende 't aardige kraam- zustertje mij. „En ik heb er nog nooit spijt van gehad. Maar o, die af schuwelijke rode handen van dat luierspoelen! Laatst haddien we een reüniefuifje en het was echt leuk om al die lui nog eens terug te zien. Maar u had ze moeten zien kijken naar mijn handen. Ik wist niet waar ik ze laten sou..." Zo is dat, nog altijd in Nederland. En zolang we dat niet afgeleerd heb ben: onze neus op te trekken voor huishoude lijk werk en handen, die daarvan de sporen dra gen zolang zullen we mijlen ver ten achter blijven bij de vrouwen, die haar tijd verstaan. Die, zoals de jonge Is raëlische pioniersters, ieder die niet werkt en met haar handen aan pakt, een verachtelijke en niets-waardige para siet vinden. SASKJA. ,G Mogelijkheid voor particulier bedrijf Het ophalen en het verwerken van het huisvuil Ls in verscheidene Zeeuwse gemeenten een probleem. De ophaaldiensten zijn duur en de ver werking van het vuil op de belten is behalve onwelriekend ook onvoordelig, want die verwerking kost geld en levert geen stuiver op. Reeds geruime tijd heeft het gemeen, tebestuur van Vlissingen uitgezien naar een betere en goedkopere vuil verwerking. Men wilde van de lastige belt af en dacht aan verwerking van het vuil tot compost. B. en W. van Vlissingen hebben in Amsterdam zo'n compost-machine in werking gezien en zij zijn daarover nogal enthousiast. Intussen is de vraag gerezen of wellicht een aantal gemeenten in Zee land en West-Brabant tezamen een toereikende hoeveelheid vuil kunnen leveren om een compost-bedrijf in le ven te houden, zoals er een in Drente bestaat. Een particuliere onderneming heeft daarvoor enige interesse getoond. Men heeft gedacht aan een verplaatsbare compostmachine. die bijvoorbeeld op een schip gemonteerd zou kunnen zijn en die in Zeeuwse steden en dor pen regelmatig beschikbaar zou zijn om het huisvuil te composteren, waar na de compost per schip vervoerd kan worden naar de landbouwbedrij ven, die slechte gronden willen verbe teren. Hoewei de besprekingen over dit plan wel geruime tijd zullen vorderen, omdat er zo heel veel instanties bij betrokken zijn, is er enige hoop op goed resultaat binnen niet al te lange tijd. Het denkbeeld van particuliere be moeienis met het huisvuil is overigens ook in andere vorm nog actueel in Zeeland. In de West Zeeuws-Vlaamse dorpsfc klaagt men reeds lang over de ouderwetse wijze, waarop daar het vuil wordt verzameld. Men ledigt de vuilnisbakken op een open boeren kar. die door een paard wordt voort getrokken. Het reukorgaan van de voorbijgangers wordt door de geuren van het vuil onaangenaam getroffen, maar dat is nog overkomelijk. Heel wat erger is, dat bij wind belangrijke hoeveelheden as en stof over de straat stuiven, dat papieren wegdwarrelen. dat in de zomer talrijke vliegen rond de kar zwermen enz. enz. Nu was het voor de West Zeeuwsch- Vlaamse gemeenten uitermate moei lijk dit onhygiënsche vuilophaalsy- steem te verbeteren. Aanschaffing van automateriaal met moderne, afgesloten laadbak enz. was niet alleen erg duur maar men zou bovendien voor zo'n auto in het dorp te weinig werk heb ben. Alleen door samenwerking van een groep gemeenten zou iets bereikt kunnen worden. PARTICULIER PLAN. Een particulier bedrijf in Oostburg heeft daarvoor thans een plan uitge werkt. Dit vervoersbedrijf zag een mogelijkheid om te komen tot een speciale vuilophaaldienst in West Zeeuwsch-Vlaanderen, waarbij ge bruik gemaakt zou worden van mo dern materiaal. Gedacht werd aan het beschikbaar- stellen van automateriaal met deskun dig personeel, dat dan een of twee dagen per week in een gemeente zou werken en het vuil zou storten op een daarvoor aangewezen plaats. DE KOSTEN. De ophaaldienst zou uiteraard iets meer kosten, dan de huidige wijze van ophalen, maar daartegenover staat het beduidende hygiënische voor deel. Bovendien is in vele kleinere ge meenten regelmatig de assistentie van een gemeentewerkman nodig voor de ophaaldienst en die assistentie zou bij Ned. vakverehrgingleiders naar Engeland. Drie vertegenwoordigers van de Neder landse vakverenigingen zullen binnenkort op uitnodiging van de Britse regering een bezoek aan Groot-Brittannië brengen. De ze vertegenwoordigers zijn de heer J. Landman, penningmeester van het N.V.V., de heer W. Essers, penningmeester van de Kath. Arbeidersbeweging en de heer I. Rijpstra, secretaris van de Textielar- beidersbond „TJnitas", aangesloten bij het C.N.V. Ook is een uitnodiging gericht tot dergelijke groepen in België en Luxem burg. Aan het Benelux-gezelschap zal een in zicht gegeven worden in de economische positie, het arbeidspotentieel en de ar beidsproblemen van Groot-Brittannië. Er zullen lezingen worden gehouden over in dustriële betrekkingen, collectief overleg, personeelsleiding. de uitvoering van wet ten op het bedrijfsleven en de loonpoli tiek. Bovendien zullen verschillende in dustrieën bezocht worden. y het nieuwe systeem kunnen verval len. Men zou dus de gemeentewerk man vrij krijgen voor andere arbeid. Tenslotte zou een moderne vuilnis auto ook gebruikt kunnen worden voor het schoonmaken van rioolput- ten, hetgeen wel van betekenis is nu verscheidene dorpen geheel nieuwe straten met behoorlijke riolering kre gen. In het algemeen kan gezegd worden, dat de meeste burgemeesters in West Zeeuwsch Vlaanderen voelen voor modernisering van de vuilophaal dienst en dat men wel geneigd is aan het bovenbeschreven plan een kans te geven. Tot raadsbesluiten is het echter nog niet gekomen, behalve in IJzendijke, waar men afwijzend heeft beschikt. Het Wereldgebeuren Truman krijgt het moeilijk President Truman heeft met zijn jaarlijkse boodschap tot de natie de tweede zitting van de Amerikaanse volksvertegenwoordiging ingeluid. De ze boodschap, die te vergelijken is met de troonrede, heeft weinig ver rassingen gebracht. De grootste nieuwsgierigheid ging uit naar Tru- mans voorstellen inzake de belastin gen, aangezien het fiscale jaar met een tekort van 5% milliard dollar sluit. Truman liet er zich echter niet over uit of hij bepaalde uitgaven zal verminderen of de belastingen zal ver hogen. Hij bepaalde zich tot de vage verklaring, dat hij hierover binnen kort aan het Congres duidelijk om schreven voorstellen zal voorleggen. De republikeinse fractieleider, Mar tin. gaf als minachtend commentaar: Het was een politiek mengelmoesje om de kiezers aan een zoet lijntje te houden. Het ziet er naar uit, dat Truman moeilijke dagen te wachten staan. De republikeinen zijn niet alleen on tevreden over het binnenlands maar ook over het buitenlands beleid, ze ker over'dat in China. Die ontevre denheid ontlaadt zich herhaaldelijk in eisen tot vermindering van de hulp aan het buitenland. Vermindering van de sommen, nodig voor het derde jaar van het Marshall-plan, voor de herbewapening van de landen van het Atlantisch Pact en waarschijnlijk ook vermindering van hulp voor de minder-ontwikkelde landen van Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Voor de verminderingen zullen ver scheidene redenen worden aangevoerd. Het begrotingstekort kan op verschil lende wijzen gedekt worden: verho ging van belastingen, verhoging van de nationale schuld, vermindering van buitenlandse hulpverlening, of ver mindering van binnenlandse uitgaven der regering. De meerderheid van het Congres, dat mag men in alle ge moedsrust thans al aannemen, is ge kant tegen belastingverhoging. Alleen al in verband met de in November van dit jaar te houden verkiezingen voor het Congres. Beide partijen wil len de volksgunst niet verspelen door (ook in Amerika gehate) belasting verhogingen. Er is een tendenz om de binnenlandse uitgaven te verminderen, maar over het algemeen bezuinigt men liever op iets anders dan op uit gaven voor eigen volk. Ook al omwil le van de kiezersgunst. Verhoging van staatsschuld om het tekort weg te werken, is evenmin aanlokkelijk. Geen der partijen voelt er voor. Zo blijft er derhalve maar weinig meer over dan vermindering van de uitga ven ter wille van het buitenland. Men denkt geen andere uitweg te kunnen vinden. Trumans regering heeft bovendien het ongeluk een der „vrienden uit het andere kamp", de senator Vanden- berg, bij de komende debatten te missen. Hij is zo ziek, dat hij niet op de zittingen kan verschijnen; Vanden- berg is een republikein van importan tie. die zich tenminste in kon denken, dat Amerika het beste verdedigd wordt buiten de grenzen. Hij stond hulp aan het buitenland voor. Er zijn nog tal van andere punten in het buitenlandse beleid, welke tot een controverse tussen Congres en re gering zullen kunnen leiden. De ge noemde zijn evenwel wel de voor naamste. Truman gaat een moeilijk jaar tegemoet.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 3