Nederlander exploiteert polder in
de moerassen langs de Gironde
JIMMY BROWN, sportheld no.1
'werken v
Maar de Franse jager voelt zich
uit zijn domein verdrongen
Zeeuwse Almanak
f' mS?
c;
Van Vrouw ioi Vrouw
MODERNE VUILVERWERKING EN
OPHAALDIENSTEN IN ZEELAND
VRIJDAG 6 JANUARI 1950
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
Kwekerij van gladiolen, witlof en artisjokken.
(Van één onzer redacteuren).
Hoe werkt en leeft de Franse boer?
Dit is een vraag, die ik in dit artikel, dat wat vertellen moet over het
merkwaardige werk van een Nederlandse kweker, die zyn tenten even
buiten Bordeaux, aan de oevers van de Gironde, heeft opgeslagen, zeker
niet volledig wil behandelen. Maar ik moet er toch wat van zeggen want
zonder dat IJ iets zoudt weten van het streven van de doorsnee-Franse
boer, zoudt U zich wellicht geen idee kunnen vormen van de moeilijkhe
den, welke de heer Pleysier had en nóg heeft te overwinnen om van
kleine stukjes woestenij vruchtbare tuindersgrond te mogen maken.
de woning van de familie Pleysier:
het Chateau Ausóne, een oud wijn
kasteeltje, dat in vervlogen jaren er
toe heeft bijgedragen de roem van de
Medoc-wijnen hoog te houden.
De heer Pleysier is niet van van
daag of gisteren in Frankrijk, al heeft
hij in dit land niet altijd in de buurt
van Bordeaux gewoond. Vroeger
heeft hij jaren geboerd in de buurt
van de Marne. maar na de oorlog
kwam hij in contact met een Neder
landse combinatie, die belangstelling
had voor een strook moerasgronden
langs de rechteroever van de Gironde.
Ik heb die moerassen gezien: een
wildernis, waarin de stadsmens maar
moeilijk kan doordringen. Geen brede
strook weliswaar, maar wèl over de
volle lengte van de Gironde, van de
laatste huizen van Bordeaux tot het
uiterste puntje van de Medoc, waar
de rivier in zee komt. En dat is niet
minder dan 99 kilometer!
Die moerassen zijn het domein van
de Franse jager. Een ideaal jachtter
rein en omdat de Franse buitenman 'n
hartstochtelijk jager is, ligt daar nu
juist de kern van alle moeilijkheden.
De Franse boer werkt niet in de
eerste plaats om zich door een rijke
boerderij een goede oude dag te ver
zekeren. Weineen: hij boert rustig
voort voor z'n natje en z'n droogje
en tegen de dag. dat hij wat meer op
leeftijd is gekomen, is hij volkomen
tevreden met een klein huisje, een
stukje wijngaard voor „eigen gebruik"
en verder vooral veel vrije tijd om er
met zijn dubbelloops op uit te kunnen
trekken. Dat jagen is immers z'n lust
en z'n leven en komt hij 's avonds,
thuis, dan moet moeder de buit bra
den. Een goed glas wijn en een hoen
tje.... Wat wil een mens nog meer?
VERZET TEGEN
ONTGINNINGEN.
U zult begrijpen en de heer
Pleysier heeft het aan den lijve on
dervonden dat deze jagers de ont
ginning van hun jachtgebieden met
lede ogen aanzien en zich met hand
en tand verzetten tegen verdere culti
vering.
De eerste ontginningen van deze
moerassen met Hollandse energie en
Hollands kapitaal dateren al van tij
dens de jongste oorlog toen Neder
landei's ue „Société Bordelaise de la
Tourbe" stichtten en trachtten hier
turf te winnen. Dat werd geen succes,
want de turf bleek geen goede turf te
zijn. Maar wel vruchtbare 'grond en
toen is de société omgezet in een
kwekersbedrijf de naam zal nu ook
worden veranderd in „Société Borde
laise d'Exploitation Agricole", aan
het hoofd waarvan de heer J. Pley
sier werd gesteld, de Nederlandse boer
van de Marne-streek, die zelf uit een
Nederlands kwekerscentrum Vleu
ten bij Utrecht afkomstig was.
De kwekerij ligt dus even buiten
Bordeaux, aan de Noordwest-rand van
de stad. De tram gaat tot de Cimetiè-
re-Nord en dan is het nog 5 minuten
lopen, zowel naar de tuin. als naar
HOLLANDSE POLDER.
Die „tuin" 75 hectare is een
merkwaardigheid op zich zelf; een
echte Hollandse polder, aan drie kan
ten door dijkjes •omgeven met aan het
benedeneind een electrisch gemaal,
dat het overtollige water, dat aan de
vierde zijde van de hellingen komt,
wegpompt naar de rivier. Zo heeft
men de grondwaterstand volledig in
de hand en kreeg men prachtige teelt-
grond, waarop nu sinds vier jaar
gewerkt wordt. De beide eerste jaren
waren heel moeilijk, vooral door het
vrijwel volledig ontbreken van mate
rieel. maar in 1948 ging het al beter
cn in de afgelopen zomer zijn de re
sultaten zelfs zeer bevredigend ge
weest,
GLADIOLEN EN WITLOF.
Nóg is niet de gehele „polder" in
cultuur, maar toen ik er in het na
jaar was, zag ik toch al een 20 ha.
met prachtige witlof „endive" in 't
Frans; andijvie heet hier „escarole",
waarvoor in dit deel van Frankrijk
goede prijzen worden gemaakt-, 12 ha.
aardappelen, een paar hectaren maïs
en 7 ha. gladiolen.
Ja, inderdaad gladiolen. Bij deze
teelt is het de heer Pleysier in de
eerste plaats om de bollen te doen,
maar ook de bloemen vinden toch
grif hun weg naar de bloemenwinkels
van Bordeaux en zo snijdt op deze
gladiolenbedden het mes van twee
kanten: onder èn boven de grond. De
bloemen zijn prachtig en ook de bol
len bleken van uitstekende kwaliteit
en gingen vlot van de. hand. Vóór
gladiolenbollen bestaat in Frankrijk
nl. grote belangstelling.
Volgend jaar wil de heer Pleysier
proeven nemen met menthe (peper-
muntkruid) en ook een hectare of
tien artisjokken uitzaaien. Vooral van
dit laatste gewas heeft hij goede ver
wachtingen omdat dit nog altijd een
bijzonder geliefd gerecht voor de
Fransman oplevert.
Ik sprak tijdens mijn kort verblijf
in Bruges het dorpje, waaronder
het Chateau Ausöne ressorteert
CRESCENDO
Men telt ze niet, de zeeschepen, die
de Zeeuwse havens aandoen. De sta
tistici registreren hen en de gewone
burger gelooft het wel. In Vlissingen
kunt ge ze op mistige dagen bij tien
tallen op de ree zien liggen (als de
mist tenminste optrekt) en op eerste
Kerstdag werden zelfs alle records ge
broken, toen er niet minder dan 120
lagen. Meer dan 900 zeeschepen liepen
in 1949 de Vlissingse haven trouwens
binnen en ontelbaar waren de passan
ten. Geen wonder, dat men van een
zeeschip in Zeeland geen notitie neemt.
Maar toch is het de moeite wel
waard om even stil te staan bij dat
éne zeeschip, dat dezer dagen in Sluis
kil de wal zocht, geladen met pyriet
Het was namelijk het eerste zeeschip,
dat er arriveerde met'h.ls bestemming
Sluiskil, het eerste sedert de Meidagen
van 1940!
Sluiskil herleeft. Azötefabriek en
Cockesfabriefc gaan weer werken.
Flinke aantallen werkkrachten vinden
er emplooi en weldra zullen er, onder
meer ten behoeve van de gedemobili-
seerden, industriewoningen verrijzen.
Het eerste zeeschip sedert Mei 1940!
Waard om het 'n afzonderlijk en zeer
speciaal welkom toe te roepen. Het
geen dan bij deze geschiedt!
Niet alleen in Sluiskil echter juicht
men. Ook in Middelburg. De nieuwe
Stationsbrug komt in zicht. Het gaat
crescendo! Als de verkeersmisère bij
het aankomen in en het verlaten van
de Zeeuwse hoofdstad achter de rug
is, zal dat inderdaad een uitkomst
zijn!
DE ONSPORTIEVE JAGERS
Helaas stond in het „Almanakje"
over de onsportieve jagers een betreu
renswaardige verschrijving. De jacht-
incidenten deden zich niet voor aan
de Perkpolderse kant van de Schelde,
maar aan de Kruiningse. Zij werden
ons gemeld door passagiers van de
veerboot Kruiningen—Perkpolder en
daaruit sproot de verschrijving voort.
met enkele Franse boeren uit de
streek, die al vol verbaasde bewon
dering waren voor hetgeen door de
ze Nederlandse onderneming hier
wordt gepresteerd. Maar denkt U nu
niet, dat het voorbeeld navolging
vindt. Er liggen nog enige duizenden
hectares moeras, die op dezelfde wijze
ontgonnen kunnen worden, maar men
doet het eenvoudig niet.
Gebrek aan energie? Vrees voor
risico
Wie zal het zeggen? Maar een feit
is, dat deze gronden braak blijven
liggen. De Fransen beginnen er niet
aan en dat er niet meer moeras aan
de „Société" wordt verkocht, daar
zoi'gen de jachtliefhebbers wel voor.
En dat is bijna iedereen in deze
streek!
50 apen vliegen naar Moskou.
Maandag a.s. zullen een vijftigtal
aapjes per K.L.M. een vliegtocht
maken naar Kopenhagen en dan wor
den overgeladen met als eindbe
stemming Moskou. Deze aapjes zijn
afkomstig van diergaarde „Blijdorp"
te Rotterdam en worden ais ruilob
ject gebruikt. De dierentuin te Mos
kou, waarvoor ze bestemd zijn. zal
er enige fraaie Aziatische dieren
voor in de plaats geven, o.a. sai
ga's (Siberische antilopen) en arga-
li's gebergteschapen
Woensdagmiddag is het bijna drie
jarig zoontje van de familie Franken
in Zaandam onder een auto gekomen en
op slag gedood.
68en het volgende ogenblik luid gegil op
de staantribune vlak achter het doel! Het was
moeilijk zich te realiseren wat er eigenlijk gebeurd
was, maar toen men van de eerste schrik bekomen
was, zag men het.... Jimmy Brown had de brave
keeper van Wallmill Albion met bal en al dwars
door de touwen van zijn eigen doel geschoten en de
arme man was, meer dood dan levend, midden tus
sen het publiek van de staantribune terecht geko
men. Hij hield zijn hoofd met beide handen vast en
zijn haren waren ten berge gerezen. Een meneer op
de tribune stootte zijn buurman aan en zei: Nou,
ik geloof wel dat-ie zit!
Veertig jaar zorg voor zieke
grafici.
De vereniging tot bevordering der
Gezondheid in de Grafische Vakken,
die op 1 Januari 1910 werd opgericht,
viert haar 40-jarig jubileum op het
eerstvolgend congres, dat in het ko
mend voorjaar wordt gehouden.
De jubilerende vereniging beschikt
voor haar werk voor de zieke le
den van de gezinnen der grafische
werkers over een sanatorium te
Eerbeek en over 'n herstellingsoord en
kindertehuis te Zeist. Dit Zeister her
stellingsoord wordt thans geheel ge
moderniseerd en ingericht als sanato
rium. In Febrauri wordt het geopend.
vi
Als \vy volgens de kalender te rekenen gaan, kunnen wij voor rare dingen
te staan komen. Stelt U zich voor; in Brooklyn werd een tweeling geboren,
het meisje 19 minuten na de jongen. Het gevolg hiervan is, dat de jongen
Harold (links) nog uit de eerste helft van de twintigste eeuw stamt, maar
zyn zusje Soleen uit de tweede helft, tenminste als men aanneemt, dat
de tweede helft al met het jaar 1950 begint.
„Soberder leven en har
der werken", dat is de
slagzin, die de regering
voor de komende jaren
heeft uitgegeven. En wij
zullen goed doen, die,
dubbel onderstreept, op
de eerste bladzijde van
onze agenda voor 1950 te
zetten.
Maar met plichtsgetrouw
noteren alleen komen
wij er niet. Wij zullen
die verstandige raad gok
ter harte moeten nerhen
en in de dagelijkse prac-
tijk zoveel mogelijk toe
passen. Niet alleen in de
werkplaats, de fabriek,
het kantoor of het be
drijf maar ook en
vooral in ons eigen do
mein: de huishouding.
En misschien ioas het lo
gischer het 'harder wer
ken voorop te stellen.
Want wie hard werkt,
leeft in de regel sober.
Terwijl degene, die de
bloemetjes permanent
buiten zet over het alge
meen geen zwoegende
werkezel is.
Maar als dat harder
werken uit noodzaak ge
boren wordt, en geen
nieuw inzicht in de le
venswaarden betekent,
zijn wij, vrouwen van
Nederland, ondanks on
ze veel geroemde flink-
teid en degelijkheid,
'igenlijk hopeloos aan 't
zind van onze krachten.
Wat u ook, als u scherp
en opmerkzaam de krant
leest, in enige (voorals-
log onopvallende) ver
schijnselen kunt opmer
ken.
De Nederlandse emigran
ten zijn, de goeden niet
te na gesproken, lang
niet meer wat ze waren.
Hun „arbeidskoers" is
lelijk gedevalueerd. En
hoe komt dat? Doordat
de emigrantenvrouw (al
weer met vele loffelijke
uitzonderingen) zich niet
meer kan aanpassen. Zij
klaagt over gemis aan
comfort, over het zware snee Nederlandse vrouw
leven, het harde wer- het heet begeerde ideaal
ken. Zij krijgt heimwee vertegenwoordigt. Niet
en wil terug naar het zozeer omdat de Neder-
dure, overbevolkte maar landse vrouw lui is de
gerieflijke vaderland. En
waar de vrouw niet aar
den kan, zal het gezin
nooit slagen.
Werken is voor de dom
me.
het
bezettingstijd heeft wel
anders bewezen maar
omdat „niet behoeven te
werken" bij ons nog
steeds een kwestie van
O, nee, wij zeggen maatschappelijk aanzien
niet hardop. Wij is. Omdat de vrouw „die
klemmen de lippen op- het doen kan", haar mans
een en doen dan in positie en gewicht ver-
s hemelsnaam maar ons sterkt door het étaleren
best: 'wij kloppen matjes van een paar welverzorg-
en dekken tafelê en was- de blanke handjes. En
sen vaten en maken bed- omdat omgekeerd het be
den op maar diepin zit van een paar ietwat
ons hart leeft de gedach
te: Wij zijn er toch
eigenlijk te goed voor.
En als wij 's avonds de
advententies doorlezen en
ruwe, stevige handen en
raspige vingertoppen het
onmiskenbaar merk van
de „arbeidende stand" is.
Vooral dat „arbeidende
stuiten op: „Mevrouw stand" is kostelijk in het
is voor de domme
Zus geboren Zo vraagt
een flinke hulp voor dag
en nacht, geheel zelfstan
dig kunnende werken en
koken, in haar klein ge
zin met twee schoolgaan
de kinderen. Centrale
verwarming, grote was
buitenshuis, hulp voor
ruw vlerk aanwezig'
spraakgebruik. Het staat,
maatschappelijk, een wol
kenkrabber lager dan de
betereen zelfs de „ge
goede" stand.
Nu ja, er zijn vrouwen,
die zich de luxe van uit
zondering op die regel
kunnen veroorloven. Dat
een van onze charmant-
dan vinden wij die Me- $te knapste radio-ac-
vrouw Zus geboren Zo trices 's morgens, voor
niet een zielige onmaat- dat zij naar de studio
reist, de kachel leeghaalt
en de vuilnisemmer bui
ten zet, is natuurlijk een
pikante bijzonderheid.
Dat kan „zo iemand"
schappelijke stumper met
twee linkerhanden, maar
een benijdenswaardige
geluksvogel.
Laten we eerlijk zijn, en,
onder ons, bekennen: dat doen, die is nu eenmaal
de winkelende en taart- niet met gewone maatsta-
jessnoepende mevrouw ven te meten. Maar de
met de eigen wagen en dame in Persianer en
de bontmantel, die bij nylons stapt in Neder-
thuiskomst de tafel ge- land misprijzend op zij
dekt en het huis aan voor de vrouw, die haar
kant vindt, voor de door- eigen stoep schrobt
ook al is die vrouw gees
telijk verre haar meer
dere!
Werken is voor de dom
me. Wij hebben de voor
beelden maar voor het
grijpen. „Zegt u toch
geen mevrouw tegen
me", protesteerde eens in
mijn bijzijn een alleraar
digst knap midden-
stai}dsvrouwtje: ,Jk doe
de hele was zelf!"
„Waarom neem je eigen
lijk geen hulp?" hoorde
ik de ene nicht aan de
andere vragen. „Je kunt
het toch zeker best be
talen?" En toen de an
dere schuchter bekende,
dat zij het nu eenmaal
graag zélf deed, dat ze
van huishoudelijk werk
hièld, zat de hele kring
star van verwondering:
„Maar je moet toch om
de positie van je mcin
denken!"
„Toen ik mijn einddiplo
ma gym had, heb ik de
verpleging gekozen", be
kende 't aardige kraam-
zustertje mij. „En ik heb
er nog nooit spijt van
gehad. Maar o, die af
schuwelijke rode handen
van dat luierspoelen!
Laatst haddien we een
reüniefuifje en het was
echt leuk om al die lui
nog eens terug te zien.
Maar u had ze moeten
zien kijken naar mijn
handen. Ik wist niet
waar ik ze laten sou..."
Zo is dat, nog altijd in
Nederland. En zolang we
dat niet afgeleerd heb
ben: onze neus op te
trekken voor huishoude
lijk werk en handen, die
daarvan de sporen dra
gen zolang zullen we
mijlen ver ten achter
blijven bij de vrouwen,
die haar tijd verstaan.
Die, zoals de jonge Is
raëlische pioniersters,
ieder die niet werkt en
met haar handen aan
pakt, een verachtelijke
en niets-waardige para
siet vinden. SASKJA.
,G
Mogelijkheid voor particulier bedrijf
Het ophalen en het verwerken van het huisvuil Ls in verscheidene
Zeeuwse gemeenten een probleem. De ophaaldiensten zijn duur en de ver
werking van het vuil op de belten is behalve onwelriekend ook onvoordelig,
want die verwerking kost geld en levert geen stuiver op.
Reeds geruime tijd heeft het gemeen,
tebestuur van Vlissingen uitgezien
naar een betere en goedkopere vuil
verwerking. Men wilde van de lastige
belt af en dacht aan verwerking van
het vuil tot compost. B. en W. van
Vlissingen hebben in Amsterdam zo'n
compost-machine in werking gezien
en zij zijn daarover nogal enthousiast.
Intussen is de vraag gerezen of
wellicht een aantal gemeenten in Zee
land en West-Brabant tezamen een
toereikende hoeveelheid vuil kunnen
leveren om een compost-bedrijf in le
ven te houden, zoals er een in Drente
bestaat.
Een particuliere onderneming heeft
daarvoor enige interesse getoond. Men
heeft gedacht aan een verplaatsbare
compostmachine. die bijvoorbeeld op
een schip gemonteerd zou kunnen
zijn en die in Zeeuwse steden en dor
pen regelmatig beschikbaar zou zijn
om het huisvuil te composteren, waar
na de compost per schip vervoerd
kan worden naar de landbouwbedrij
ven, die slechte gronden willen verbe
teren.
Hoewei de besprekingen over dit
plan wel geruime tijd zullen vorderen,
omdat er zo heel veel instanties bij
betrokken zijn, is er enige hoop op
goed resultaat binnen niet al te lange
tijd.
Het denkbeeld van particuliere be
moeienis met het huisvuil is overigens
ook in andere vorm nog actueel in
Zeeland. In de West Zeeuws-Vlaamse
dorpsfc klaagt men reeds lang over
de ouderwetse wijze, waarop daar het
vuil wordt verzameld. Men ledigt
de vuilnisbakken op een open boeren
kar. die door een paard wordt voort
getrokken. Het reukorgaan van de
voorbijgangers wordt door de geuren
van het vuil onaangenaam getroffen,
maar dat is nog overkomelijk. Heel
wat erger is, dat bij wind belangrijke
hoeveelheden as en stof over de straat
stuiven, dat papieren wegdwarrelen.
dat in de zomer talrijke vliegen rond
de kar zwermen enz. enz.
Nu was het voor de West Zeeuwsch-
Vlaamse gemeenten uitermate moei
lijk dit onhygiënsche vuilophaalsy-
steem te verbeteren. Aanschaffing van
automateriaal met moderne, afgesloten
laadbak enz. was niet alleen erg duur
maar men zou bovendien voor zo'n
auto in het dorp te weinig werk heb
ben. Alleen door samenwerking van
een groep gemeenten zou iets bereikt
kunnen worden.
PARTICULIER PLAN.
Een particulier bedrijf in Oostburg
heeft daarvoor thans een plan uitge
werkt. Dit vervoersbedrijf zag een
mogelijkheid om te komen tot een
speciale vuilophaaldienst in West
Zeeuwsch-Vlaanderen, waarbij ge
bruik gemaakt zou worden van mo
dern materiaal.
Gedacht werd aan het beschikbaar-
stellen van automateriaal met deskun
dig personeel, dat dan een of twee
dagen per week in een gemeente zou
werken en het vuil zou storten op
een daarvoor aangewezen plaats.
DE KOSTEN.
De ophaaldienst zou uiteraard iets
meer kosten, dan de huidige wijze
van ophalen, maar daartegenover
staat het beduidende hygiënische voor
deel.
Bovendien is in vele kleinere ge
meenten regelmatig de assistentie van
een gemeentewerkman nodig voor de
ophaaldienst en die assistentie zou bij
Ned. vakverehrgingleiders
naar Engeland.
Drie vertegenwoordigers van de Neder
landse vakverenigingen zullen binnenkort
op uitnodiging van de Britse regering een
bezoek aan Groot-Brittannië brengen. De
ze vertegenwoordigers zijn de heer J.
Landman, penningmeester van het N.V.V.,
de heer W. Essers, penningmeester van
de Kath. Arbeidersbeweging en de heer
I. Rijpstra, secretaris van de Textielar-
beidersbond „TJnitas", aangesloten bij het
C.N.V. Ook is een uitnodiging gericht tot
dergelijke groepen in België en Luxem
burg.
Aan het Benelux-gezelschap zal een in
zicht gegeven worden in de economische
positie, het arbeidspotentieel en de ar
beidsproblemen van Groot-Brittannië. Er
zullen lezingen worden gehouden over in
dustriële betrekkingen, collectief overleg,
personeelsleiding. de uitvoering van wet
ten op het bedrijfsleven en de loonpoli
tiek. Bovendien zullen verschillende in
dustrieën bezocht worden. y
het nieuwe systeem kunnen verval
len. Men zou dus de gemeentewerk
man vrij krijgen voor andere arbeid.
Tenslotte zou een moderne vuilnis
auto ook gebruikt kunnen worden
voor het schoonmaken van rioolput-
ten, hetgeen wel van betekenis is nu
verscheidene dorpen geheel nieuwe
straten met behoorlijke riolering kre
gen.
In het algemeen kan gezegd worden,
dat de meeste burgemeesters in West
Zeeuwsch Vlaanderen voelen voor
modernisering van de vuilophaal
dienst en dat men wel geneigd is aan
het bovenbeschreven plan een kans
te geven. Tot raadsbesluiten is het
echter nog niet gekomen, behalve in
IJzendijke, waar men afwijzend heeft
beschikt.
Het Wereldgebeuren
Truman krijgt het
moeilijk
President Truman heeft met zijn
jaarlijkse boodschap tot de natie de
tweede zitting van de Amerikaanse
volksvertegenwoordiging ingeluid. De
ze boodschap, die te vergelijken is
met de troonrede, heeft weinig ver
rassingen gebracht. De grootste
nieuwsgierigheid ging uit naar Tru-
mans voorstellen inzake de belastin
gen, aangezien het fiscale jaar met
een tekort van 5% milliard dollar
sluit. Truman liet er zich echter niet
over uit of hij bepaalde uitgaven zal
verminderen of de belastingen zal ver
hogen. Hij bepaalde zich tot de vage
verklaring, dat hij hierover binnen
kort aan het Congres duidelijk om
schreven voorstellen zal voorleggen.
De republikeinse fractieleider, Mar
tin. gaf als minachtend commentaar:
Het was een politiek mengelmoesje
om de kiezers aan een zoet lijntje te
houden.
Het ziet er naar uit, dat Truman
moeilijke dagen te wachten staan.
De republikeinen zijn niet alleen on
tevreden over het binnenlands maar
ook over het buitenlands beleid, ze
ker over'dat in China. Die ontevre
denheid ontlaadt zich herhaaldelijk
in eisen tot vermindering van de hulp
aan het buitenland. Vermindering van
de sommen, nodig voor het derde
jaar van het Marshall-plan, voor de
herbewapening van de landen van
het Atlantisch Pact en waarschijnlijk
ook vermindering van hulp voor de
minder-ontwikkelde landen van Azië,
Afrika en Zuid-Amerika.
Voor de verminderingen zullen ver
scheidene redenen worden aangevoerd.
Het begrotingstekort kan op verschil
lende wijzen gedekt worden: verho
ging van belastingen, verhoging van
de nationale schuld, vermindering van
buitenlandse hulpverlening, of ver
mindering van binnenlandse uitgaven
der regering. De meerderheid van het
Congres, dat mag men in alle ge
moedsrust thans al aannemen, is ge
kant tegen belastingverhoging. Alleen
al in verband met de in November
van dit jaar te houden verkiezingen
voor het Congres. Beide partijen wil
len de volksgunst niet verspelen door
(ook in Amerika gehate) belasting
verhogingen. Er is een tendenz om de
binnenlandse uitgaven te verminderen,
maar over het algemeen bezuinigt
men liever op iets anders dan op uit
gaven voor eigen volk. Ook al omwil
le van de kiezersgunst. Verhoging van
staatsschuld om het tekort weg te
werken, is evenmin aanlokkelijk.
Geen der partijen voelt er voor. Zo
blijft er derhalve maar weinig meer
over dan vermindering van de uitga
ven ter wille van het buitenland. Men
denkt geen andere uitweg te kunnen
vinden.
Trumans regering heeft bovendien
het ongeluk een der „vrienden uit
het andere kamp", de senator Vanden-
berg, bij de komende debatten te
missen. Hij is zo ziek, dat hij niet op
de zittingen kan verschijnen; Vanden-
berg is een republikein van importan
tie. die zich tenminste in kon denken,
dat Amerika het beste verdedigd wordt
buiten de grenzen. Hij stond hulp aan
het buitenland voor.
Er zijn nog tal van andere punten
in het buitenlandse beleid, welke tot
een controverse tussen Congres en re
gering zullen kunnen leiden. De ge
noemde zijn evenwel wel de voor
naamste. Truman gaat een moeilijk
jaar tegemoet.