Westerse kruidenierspolitiek kan fatale gevolgen hebben JIMMY BROWN, sportheld no. 1 Verhoogde export naar Amerika zet Z.-O.-Azïê in de kou Zeeuwse Almanak WISSELING DER SEIZOENEN Stalin 70 jaar Van Vrouw ioi Vrouw VROUW CIGARET WOENSDAG 21 DECEMBER 1949 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 Nederland moet Indonesië kunnen helpen. (Van onze diplomatieke medewerker). Dat niet slechts met een goede foto, maar ook met een goede kaart meer dan met duizend woorden gezegd lean worden, hewijst het Britse Zondagsblad „The Obser ver". Dit drukt namelijk in zijn laatste editie een kaart af, waarop de grootste vijf bevolkingscentra van de wereld zijn afgebeeld, welke op hun beurt ln drie groe pen zijn verdeeld. De eerste groep, verknocht aan vrije instellingen, omvat Noord- Amerika en West-Europa, met in totaal 385 millioen inwoners (Noord-Amerika 150 millioen en West-Europa 235 millioen). De tweede groep, onder communistisch be wind, omvat Oost-Europa, de Sowjetunie en China, met in totaal 740 millioen in woners (Oost-Europa 80 millioen, de Sowjetunie 200 millioen en China 460 millioen). De derde groep, die nog geen definitieve keuze gedaan heeft, omvat Zuid-Korea, Japan en de Philippijnen, de landen van Zuid-Oost-Azlë en India en Pakistan, met in totaal 630 millioen inwoners (Korea, Japan en Philippijnen 100 .millioen, Zuid- Oost-Azië 140 millioen en India en Pakistan 390 millioen). Nu geven bevolkingscijfers alleen nog geen juist beeld van de machtsverhoudin gen. Om deze te kunnen bepalen zou men bovendien moeten beschikken over een volledig overzicht van de productie-appa raten en grondstoffenbronnen der ver schillende groepen en wat nog be langrijker is een instrument moeten bezitten waarmede men de ijver en vindingrijkheid der volken zou kunnen meten. Maar ook zonder dat. kan men de conclusie, waartoe „The Observer" komt, wel onderschrijven; De weg, die de der de groep zal gaan, zal beslissen over de uitslag van de koude oorlog. En even eens is duidelk, dat het grootste en be langrijkste land van deze groep India is. India en de landen van Zuid Oost-Azië en dat is in het bijzonder ook voor de Nederlanders geen geheim staan op het ogenblik onder een zware communistische druk. De oostelijke Kominform, die on langs in Peking bijeen is geweest, heeft besloten alles in het werk te stellen om de „lakeien van het imperialisme", Nehroe, Soekarno en Thakin Noe (de premier van Birma) ten val te brengen. Ongetwijfeld is het gestelde doel niet zon der uitzicht op succes. India, Pakistan. Indonesië, Birma, Frans Indo-Cliina al deze landen, arm als grote delen van hun bevolking zijn, vormen een uitstekende voedingsbodem voor het communisme. Hun nieuwe regeringen en dit geldt zeer zeker ook voor Indonesië, dat op het punt staat zijn onafhankelijkheid te verkrijgen wensen deze landen als vrije democratieën tot welvaart te bren gen, Maar zonder massale economische hulp van buiten, zullen zij desondanks een verloren strijd strijden. Zonder der gelijke hulp, zullen een Nehroe en een Soekarno ten slotte Kerensky's blijken te zijn. Op het ogenblik is de toestand zo, dat slechts Öroot-Brittannië (aan India) en. zij het in mindere mate, Nederland (aan Indonesië) dergelijke hulp verlenen en dus tussen Zuid-Oost-Azië- en het com munisme staan. De Amerikaanse rege ring aarzelt nog steeds een gigantisch hulpprogram voor Zuid-Oost-Azié op te stellen en de Amerikaanse particuliere beleggers hebben er nooit van gehouden, him geld in deze hoek van de wereld te wagen. Daarbij komt nog. dat landen als Engeland en Nederland in de toekomst nog slechts weinig machinerieën en an dere kapitaalsgoederen anders dan tegen betaling in hard geld naar Zuid Oost- Azië zullen kunnen leveren, omdat zij verplicht zijn, het gat in hun handelsba lans met het dollargebied te dichten. Zelfs indien men daarin slaagt, zal het resul- Grote militaire missles van Amerika niet welkom. Gustav Rasmussen, de Deense mi nister van Defensie, heeft ontkend gezegd te hebben, dat hij niet te veel Amerikaanse officieren in De nemarken wil zien teneinde de Sov jet-Unie niet te prikkelen. Het is echter waar, zo zeide hij in een interview, dat Denemarken verzocht heeft om de Amerikaanse missies voor wapenhulp aan Dene marken te beperken. Kleine missies achtte zijn regering voldoende. In diplomatieke kringen te Wash ington is Maandag verklaard, dat de V.S. op verzoek van Noorwegen en Denemarken er in toegestemd hebben, de omvang van de Ameri kaanse militaire missies naar deze landen in het kader van het bewa- penings-program te beperken. Voor gesteld was een staf van ongeveer «0 man naar ieder land te zenden. Thans is overeengekomen dit getal tot 20 a 30 te reduceren. NIET NAAR SCARBOROUGH. De sportuïtwisseling Vlissingen Scarborough gaat in 1950 niet door. In 1951 zal zij weer worden opgenomen, als er uit Scarborough een nieuwe in vitatie komt. Ziedaar het trieste eind van een contact, dat in 1946 met zoveel enthou siasme werd opgenomen. Om de motieven, waarop het afwij zen van de uitnodiging voor het ko mende jaar berust, behoeft men zich niet te bekommeren. Zij vallen im mers weg tegenover het feit, dat thans een vruchtdragend sportcontact ver valt en dat een aantal van Vlissingse jongeren de gelegenheid wordt ontno men om eens iets meer van de wereld te zienHetzelfde geldt ten aanzien van de Engelse jongelui, die toch waarlijk een trip naar Zeeland ook wel op prijs stelden. Het is jammer, dat het zo gelopen is als gevolg van gebrek aan samen- werking. Er is nog een kleine kans, dat het voor 1951 in orde komt. Een kleine kans. Men mag zich waarlijk wel inspan nen om die te grijpen. Want een con tact als met Scarborough krijgt men nooit meer'. taat toch een politieke en strategische ca tastrofe voor het Westen betekenen. Want op deze wijze moeten de poorten van Zuid-Oost-Azië voor het communisme geopend worden. Wanneer het Amerika ernst is met de koude oorlog, zal het zich moeten afvragen, of het in evenwicht brengen van de handelsbalans met West- Europa deze prijs waard is. Het zal moe ten overwegen of het integendeel niet verstandiger is, voort te gaan met zijn onbetaalde dollarexport naar West-Euro pa, opdat West-Europa met de tegen waarde daarvan het niet-communistische Azië kan helpen. De Westerse positie op het Aziatische front van de koude oorlog zou veel sterker zijn, indien geheel West- Europa zou kunnen deelnemen aan een onbetaalde uitvoer naar Zuid-Oost-Azië. Het moge orthodoxe economie zijn, aan Europa te vragen zijn exportgoederen aan Azië, dat er dringend behoefte aan heeft, te onthouden en ze in de plaats daarvan te zenden naar Amerika, dat ze niet nodig heeft en ze ook nauwelijks wenst het is een politiek van zelfmoord. STAATSMAN HEEFT LAATSTE WOORD. Het is fundamenteel verkeerd te stre ven naar een evenwichtige Amerikaans Europese handelsbalans zonder rekennig te houden met het effect daarvan op Azië en het machtsevenwicht in de wereld. Het zou veel verstandiger zijn een Euro pees deficit tegenover Amerika en een corresponderend Aziatisch deficit tegen over Europa te handhaven, dan Azië aan het communisme op te offeren en de 385 millioen vrije mensen te stellen tegenover 1370 millioen communisten. De economische betrekkingen tussen staten kunnen niet op dezelfde wijze on derhouden worden als tussen particulie ren. De staatsman. niet de zakenman, moet daarin het laatste woord hebben. Het is hoog tijd, dat de staatslieden aan beide zijden van de oceaan het dollarpro bleem in zijn ware proporties gaan zien en zich realiseren, dat de koude oorlog bij het in evenwicht brengen van balansen tussen Amerika en Europa verloren kan worden. 56. De spelers van de Rovers wisten eigenlijk niet of zij moesten lachen of huilen. Zij hadden veel vreemde dingen beleefd op het voetbalveld, maar zo iets dwaas nog nooit Een debuterende doelverdediger die begon met een doelpunt te ma ken. En dan wat voor een doelpunt! Op de tribune was men intussen van zijn verbazing bekomen en er steeg een gejuich op alsof er 30.000 toeschouwers aanwezig waren in plaats van amper 3000. Jimmy liep intussen met een hoogst voldane snuit naar zijn eigen doel terug en knipoogde eens tegen een van zijn backs, die hem aankeek, alsof hij een koe zag pianospelen. Wat het najaar ons bracht Zo tussen stormen en regenvlagen door hebben we een enkele mooie dag om ons eens rekenschap te geven van de veranderingen, die in de ken tering der seizoenen hebben plaats gehad. We kunnen dat heel oppervlakkig doen en bij het zien der naakte bo men haast schreeuwen om de terug keer van de heerlijke zomer. We kunnen ook dieper nadenken: ver heugd opzien bij het ontdekken van aardige doorkijkjes door duinbossen en boomgaarden; in dippe bewonde ring geraken voor de als gebeeld houwde levensgeschiedenis der bomen, vroeger verborgen onder ondoordring baar lover. We leren zélf zien, wat kunstenaars als Van Gogh bewoog winterland schappen te tekenen, haast kleurloos, maar met een gevoelige vereeuwiging van de strijd om het licht in de plan tenwereld; de moeizame verovering der ruimte, uitgebeeld in het wrin gend grijpen naar omhoog. In de oksels der takken zien We nestjes van vogels, waar we ze nooit hadden vermoed; we verbazen ons over onze kortzichtigheid en vinden het een diepe schande te moeten be kennen, dat het zulke kleine diertjes zo gemakkeijlk valt ons te bedotten. Nu weten we die vogels bijna alle verdwenen, maar ziedaar alweer een voordeel van het wegyallen der bla dermassa's: is het niet of we veel meer vogels zien dan voorheen? Andere vogels of toch dezelfde? VERVANGEN Toen wij jongens waren, spraken we van „blijvers" en „trekkers", maar de nauwgezette onderzoekingen van en thousiaste vogelwaarnemers hebben ons duidelijk gemaakt, dat soortgeno ten, wier verspreiding over grote af standen van Zuid tot Noord ligt, elk aar in het najaar vervangen, zo dat de Noordelijke de plaatsen innemen, die de Zuidelijke hebben verlaten om nog Zuidelijker te gaan. De roodborstjes, die we nu weer om onze woningen zien (zijn er niet bijzonder veel dit jaar?) en schier overal hun „tètteretet" doen horen; de winterkoninkjes, die zich nu slechts kunnen schuilhouden in de houtmijten en de takkebossen; zijn ze wel dezelfde van deze zomer? Als ze gasten mogen heten, wel kom dan fleurige, levendige diertjes, heerlijk zichtbaar in de open omge ving, zoals die ons nu omringt. SPECHT. En die felgekleurde bonte specht? Ge kunt hem zien in de zomer, maar zijt ge dan in staat hem zó te volgen met uw blikken,van decimeter tot decimeter, schokkend om de stammen en takken, tot hoog in de kruinen van het opgaand hout? Welkom in uw rood-wit en zwart pakje. De mezenge zaagt ze in de zomer in uw apelboom of in het plantsoen; de kijker vloog naar uw ogen .maar 't was te laat, de donkere spelonk' van het loveronttrokde geestige draaitollen aan uw oog', vóór ge de soort kont vaststellen. En nu pimpeltjes, koolmezen herkent ge met één oogopslag, daar hun bonte vlek jes hen nu niet meer doen oplossen in de even bonte licht- en schaduw- wisseling tussen de bladeren. De braamsluipertjes, de Vlaamse gaaien, de merelmannen met nog zwarte bekken of reeds diep oranje snavels, kortom al wat leeft in het ontbladerd hout is zichtbaar en ver hoogt het genot van elk speurtochtje. Neen Zwerfmans kan niet enkel treuren om de voorbije heerlijkheden: ze maakten plaats voor nieuwe. En graag roept hij het welkom toe aan de vele vogels, die zonder meer als gasten zijn te beschouwen. Hij verwacht ze met ongeduld en barst van jaloersheid, als ze zich eerst of uitsluitend vertonen aan anderen. PESTVOGELS. De pestvogels zou hij wel „pech"- vogels willen noemen, omdat hij zijn hele leven hun komst van anderen heeft moeten horen, zodat hij tegen over hen een ware „pechvogel" mag worden genemd. Toch welkom, evenals de meerbe kende lijsterachtigen, die al weer in drommen komen doortrekken. De ko- perwiekers en de ltransvogels, die op hun tochten graag in de boomgaarden rusten en in de weiden naar wormen zoeken; de goudhaantjes, die met fijn gepiep van boomgroep tot boomgroep vluchten en graag de heggen be schouwen, als stations, waar ze de reis even kunnen onderbreken. Welkom allemaal, fleurige, kleurige, levendige en schoongevormde na- jaarsgasten, zelfs gjj knorrig-krassen- de bonte kraaien en scherpzinnig ja gende blauwdragers en „ltrom"bek- ken, die de doortrekkende rushes volgt. Zonder het dalen van de tempera tuur en het gemis vanal wat daar mee verband houdt, zouden wij u en zoveel andere, nog ongenoemde' na- jaarsgasten niet onder de ogen krij- gen. ZWERFMANS. Het Wereldgebeuren De bouw van de nieuwe watertoren te Oostburg vordert goed. Pool-organisator veroordeeld. De Rotterdamse rechtbank ver oordeelde de 49-jarige commission- nair M. H. uit Rotterdam - tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar, en een geldboete van 100, sub- sidair 10 dagen. H. werd er van ver dacht de zg. ,,Sfrangvoetbal-pool" te hebben georganiseerd. In zijn boekje „Retour de 1' U.S.S. R." beschrijft André Gide 'n aardige ervaring in Gorie, de geboorteplaats van Stalin. Gide wilde hem van daaruit een te legrafische groet sturen, maar de te legrafist wilde het telegram niet verzenden zonder dat er in de aanhef zou staan iets als: Gij, leider der ar beiders of: gij meester der volken. Dat was in 1935, nu 14 jaar geleden. Vandaag de dag heeft de helden verering en persoonsbewieroking ron dom Stalin welhaast een hoogtepunt bereikt. Het daverende proza, dat in de communistische pers te vinden is, grenst aan schier afgodische bewon dering en is nog slechts voor eigen parochie genietbaar. Het is buitengewoon moeilijk, zo niet onmogelijk, de volle waarheid over de mens Stalin te vinden. De bestaande boeken en artikelen over hem zijn of wit-gloeiend van haat óf in hoge mate propagandistisch naar de andere zijde. Z. Stokvis heeft enkele jaren geleden een boekje over Stalin het licht doen zien, waarin hg tracht het midden te vinden. Uit het doornemen van de litera tuur bleek echter, dat van Stalins persoonlijk leven, behalve revolution- naire data weinig bekend is, zelfs nu niet. De officiële gegevens over zijn leven van voor de revolutie van 1917, zijn oncontroleerbaar. Met de ont luistering van Trotsky is een ver heerlijking van Stalin* gepaard ge gaan, die al wat tegen hem zou kun nen pleiten, heeft doen verdwijnen. Zeker alleen is dat Stalin een Georgiër was, geboren in het stadje Gorie in 1879; in het land, dat behal ve over de politieke en economische o). nrvi druk van Tsaristisch Rusland ook nog vast®. Pn1SillaT nationaal zich te beklagen had; datmachtposities m het Politbureau En hij van kleinburgerlgke-boerse af- zeei zeker is Stalin reeds bg zgnje- komst is; dat hij een seminarium van priesters bezocht, al jong in het re- volutionnaire leven kwam en de ge wone lotgevallen van de Russische opstandeling beleefdegevangenis, verbanningen, ontvluchtingen, weer verbanningen enz. Hg was organisator van stakingen in Tiflis en Bakoe, wordt bolsjewiek, zodra de Partij gesticht is, onder scheidt zich door hardheid en moed. De gevaar] rjkste opdrachten vervult hij. Zijn geloof in het Marxisme van Lenin is onbegrensd. Nuances kent hij niet. De Westerse democratie kent hij alleen uit de critiek erop. Wat heeft de zwijgzame, systema tisch denkend Georgiër, de man van opvallende eenvoud, wars van zelf genoegzame pose der dictators tot de machtigste heerser der moderne ge schiedenis gemaakt Het is zijn ongekende moed, zijn rechtlijnigheid, zijn beperkt maar in tens geloof aan een dogma, waardoor twijfeling en aarzeling hem vreemd blijven, zijn gemis aan gewetensbe zwaren wanneer een middel nuttig is voor de doelstelling. Zo nodig kan hij een tegenstander, wie hij ook zij, tot het bittere einde vervolgen. Hij heeft het geduld te wachten tot de aanval moet slagen. Zijn ene denk beeld is: Socialisme in één land, uit voerbaar in Ruslandop korte termijn binnen één generatie. Rusland moet van een achterlijk agrarisch land een machtige industriestaat worden, die Amerika zal inhalen en voorbijstre ven. Het lg'dt geen twijfel, of tijdens het bewind van Stalin is er in Rusland op velerlei gebied een enorme voor uitgang tot stand gekomen. Het feit dat de Sowjet-Unie thans tot de twee machtigste mogendheden ter wereld hoort en de Ver. Staten kan weer streven zegt voldoende. Onder deze omstandigheden is het begrijpelijk, dat onder de Russen de naam Stalin tot een betoverende legende is geworden, dat hij ais de grote yolksleider geldt, het enige ..Rookt u? Nee dank u" Onder ons gezegd (ja óns, de. mannen tellen in dezen niet mee, die zijn al te ver heen): zoiets mag je in een béétje mo dern gezelschap niet zeg gen. Het staat niethet is pe dant, het is een demon stratie van degelijkheid en oudenoetsheid, het is enfin, het is niet mo dern. Een niet-rokende man is langzamerhand al een ge tolereerde buitenissig heid geworden. Hij is niet van vandaag of gis teren. Hildebrand intro duceerde hem al in de Camera Obscura, bij monde van de beminne lijke Nurks, die het ver schijnsel vriendelijk te kijk zette met: „Jongens, ik vind dat het zo mal staat als iemand niet ro ken kan. Hij zit altijd mei zijn vingers ergens aan". Als je iets meer dan hon derd jaar volhoudt, be ginnen de mensen er ten slotte aan te wennen. Een man die ten over staan van een volle ciga- rettendoos zegt: „11c rook niet" is alleen maar een beetje eigenaardig type, hij heeft een afwijking, die overigens volkomen ongevaarlijk is, hij staat op één lijn met een ve getariër of een afschaffer. Of, bij mildere naturen: hij wordt verondersteld een delicaat zenuwgestel te hebben, of een hart dat niet meer honderd procent is. „Maar dan lust u toch nog wel een petit- four", zegt de gastvrouw tactvol, en als de uitbij- i'er dan toch èrgens op bijt is de h'armonie weer gered. Maar een vrouw, 'n nor male, moderne jonge vrouw die niet rookt Nu ja, men zegt het niet hardop, men vraagt ook niet verder, maar in het gebaar waarmee de aan bieder zijn eigen cigaret opsteekt, ligt iets van: Hm nou ja óók geen vlot type, hoor valt me eigenlijk wel wat tegen, maar je hébt nog van die doetjes.... En hij kijkt met welge vallen naar de sportieve, mondaine typen, die zo vakkundig zijn aangebo den vlammetje inzuigen, die in de foyer van de schouwburg, op de offici ële receptie of na het ge slaagde soupertje zo zelfbewust en elegant haar eigen rookgerei hanteren. De vrouw, die voor een aangeboden cigaret be dankt? Een vervelende uitzondering, een leven de critiek op het rokende mensdom. En dus? Dus grijpen veel vrouwen die in het diepste putje van haar hart helemaal niet zo dol zijn op zo'n papie ren cylindertje met wat tabak er in in arren moede óók maar naar de cigaret. maar wordt een gewoon te, een aanwendsel, één van die gezelschapsplich ten als kaartjes sturen en naar concerten gaan (ook al verfoei je de lui voor wie het kaartje be stemd is en al ben je zo onmuzikaal als een leeg petroleumblïk)Niét af wijken, niét anders zijn dan de anderen, niét voor' ouderwets dooi*- gaan: dat is voor vele vrouwen een levenswet, al van de schoolbanken af. En dus dampt sweet se venteen (of moet sweet er langzamerhand af?) met bravoure haar ciga ret, liefst twee of drie, al had zij net zo lief een moecapunt. Want o, als de jongens haar toch niet eens vlot en sportief en modern vonden! En zij blijft roken, zij „wenst EN Zij roken, omdat de ón deren het doen. Omdat 't zo gek en stijf staat om geen stap terug te treden op de afgelegde levens baan". het niet te doen. Omdat Misschien dat zij, hoewel manlief anders zegt, als vrouw, de veilige matig- hij zijn schoenen uittrekt: „Mens, wat sloeg ik weer een figuur met jou van avond. Moet je zien, hoe die vrouw van Dinges heid zal blijven betrach ten. Dat zij een vrouwe lijke arts, een advocate, een violiste, een beeld- houwdster zal worden, die rookt. Zo echt charmant, na een moeilijk geval, ik mag zo'n modern type periode van ingespannen wel, weet zich vlot te bewegen, die Dinges is maar goed af". En dus rookt ze en vindt het eerst helemaal niet lekker en kijkt angstval lig de vrouw van Dinges de kunst af, die altijd het middelpunt van een schertsende kring is, zo waar. Als zij het vaak doet, be gint zij 't misschien toch lekker te vinden, het blijft geen tractatie meer, en zenuwslopende arbeid, haar cigarette zal opste ken om weer een beetje op verhaal te komen, of als stimulans voor een volgende inspanning. Maar het is ook en eerder mogelijk, dat zij, als vrouw, de rokerij met intensiteit zal gaan beoefenen, dat zij „er niet af kan blijven", steeds sterker prikkels nodig zal hebben, en in het uiterste geval een kettingrookster wordt. Hoorde ik laatst voor de radio een jonge laborato rium-assistente niet ver klaren, dat zij achttien ci- garetten per dag rookte? Achttien dat slaat me nige rhan met stukken. Waarom deed zij dat? Wist zij niet, zomaar, kon er niet meer afblijven. Een vrouw weet nu een maal heel zelden maat te houden. Zij doet alles veel intenser, veel over- gegevener, veel heftiger dan een man. Als u 't niet gelooft moet u maar eens een man en een vrouw aan het inpakken van Sinterklaassitrprises zet ten. En hebt u ooit van één man gehoord vóór de invoering van het alge meen kiesrecht, die zich aan een hek liet klinken of zich voor een konink lijk rijtuig wierp, omdat hij zo zielsgraag stem men wou? Wil dit hele betoog nu zeggen, dat de .doorsnee man een matig roker is? Ik houd mijn beide oren dicht voor de protesten. Maar daar gaat het niet om. Ik wilde alleen maar zeggen, tot de bakvis, de jonge vrouw, de moeder, de grootmoeder met de cigarettenkoker in haar handtasje: Waarom rookt, u? Omdat u het lekker vindt? Doet u het dan vooral, ook al is het misschien ruïneus voor uw tanden, uw vingers, uw stem en nog het een en ander van binnen. Maar doe het dan alstu blieft met smaak en ma tigheid. Of vindt u hel helem&al niet lekker? Toe, zeg dan ronduit: Nee, en blijf er even wel gemoed onder. De wereld gaat te gronde aan na- apers, maar blijft draaien door de persoonlijkhe den. En bakvis, aardige kleine bakvis op het schoolfuif je: H ij kijkt naar je, stiekum, en hij vindt roken voor vrou wen wel te verdedigen, Maar niét voor zijn eigen meisje. SASKIA. Bs ven een historische figuur geworden, wiens 70ste verjaardag een* gebeurte nis is. Hem voor te stellen als een leider van alle volken, een profeet van het wereldcommunisme, een vader van alle ai'beiders past slechts in een le gende, die in het Westen hoe langer hoe minder ingang vindt. Stalin is in de eerste plaats de lei der van een rijk, met dezelfde bege rige neigingen, die het in andere gro te 'mogendheden zegt zozeer te ver foeien. En voor de toekomst wellicht van nog groter gevaar, dan welke van de andere mogendheden ook, om dat het Sowjet-imperialisme ook van geestelijke aard is. Verzaking van het zelfbeschikkingsrecht. De heren jhr. mr. dr. L. H. N. Bosch Ridder van Rosenthal, prof. dr. R. P. Cle- veringa, prof. dr. W. J. A. Kernkamp, ar, jA. Loudon, prof. mr. dr. J.. H. W. Ver- zijl, prof. dr. J. v. Rijpperda Wierdsma en jhr. mr. O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer hebben aan de Eerste Kamer een adres gezonden, waarin o.a. wordt gezegd, dat de Eerste Kamer bij de be handeling van het R.T.C.-accoord de re gering moet opdragen „aan de Veilig heidsraad en aan de secretaris-generaal van de Ver. Naties mede te delen, dat Nederland de gevolgen van de onder bui tenlandse druk tot stand gekomen ver zaking van het zelfbeschikkingsrecht bui ten de verantwoordelijkheid van het Ne derlandse volk stelt". „Aldus handelende" wordt geconclu deerd „zal het land van Grotius, een smartelijk, doch niet oneervol offer ge bracht hebben voor de vorming van een waarlijk verantwoordelijke internationale gemeenschap en liet door de betrokken volkeren- van Indonesië in hem gestelde vertrouwen niet onherstelbaar beschaamd, noch zijn dank voor bewezen trouw en loyaliteit verloochend hebben", - De „Johan van Oldenbarnevelt" zal Vrijdag met ongeveer 400 passagiers, [hoofdzakelijk vrouwen en kinderen, van I Amsterdam naar Batavia vertrekken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1949 | | pagina 3