Westerse kruidenierspolitiek kan
fatale gevolgen hebben
JIMMY BROWN, sportheld no. 1
Verhoogde export naar Amerika
zet Z.-O.-Azïê in de kou
Zeeuwse Almanak
WISSELING DER SEIZOENEN
Stalin 70 jaar
Van Vrouw ioi Vrouw
VROUW
CIGARET
WOENSDAG 21 DECEMBER 1949
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
Nederland moet Indonesië kunnen helpen.
(Van onze diplomatieke medewerker).
Dat niet slechts met een goede foto, maar ook met een goede kaart meer dan met
duizend woorden gezegd lean worden, hewijst het Britse Zondagsblad „The Obser
ver". Dit drukt namelijk in zijn laatste editie een kaart af, waarop de grootste vijf
bevolkingscentra van de wereld zijn afgebeeld, welke op hun beurt ln drie groe
pen zijn verdeeld. De eerste groep, verknocht aan vrije instellingen, omvat Noord-
Amerika en West-Europa, met in totaal 385 millioen inwoners (Noord-Amerika 150
millioen en West-Europa 235 millioen). De tweede groep, onder communistisch be
wind, omvat Oost-Europa, de Sowjetunie en China, met in totaal 740 millioen in
woners (Oost-Europa 80 millioen, de Sowjetunie 200 millioen en China 460 millioen).
De derde groep, die nog geen definitieve keuze gedaan heeft, omvat Zuid-Korea,
Japan en de Philippijnen, de landen van Zuid-Oost-Azlë en India en Pakistan, met
in totaal 630 millioen inwoners (Korea, Japan en Philippijnen 100 .millioen, Zuid-
Oost-Azië 140 millioen en India en Pakistan 390 millioen).
Nu geven bevolkingscijfers alleen nog
geen juist beeld van de machtsverhoudin
gen. Om deze te kunnen bepalen zou men
bovendien moeten beschikken over een
volledig overzicht van de productie-appa
raten en grondstoffenbronnen der ver
schillende groepen en wat nog be
langrijker is een instrument moeten
bezitten waarmede men de ijver en
vindingrijkheid der volken zou kunnen
meten. Maar ook zonder dat. kan men de
conclusie, waartoe „The Observer" komt,
wel onderschrijven; De weg, die de der
de groep zal gaan, zal beslissen over de
uitslag van de koude oorlog. En even
eens is duidelk, dat het grootste en be
langrijkste land van deze groep India is.
India en de landen van Zuid Oost-Azië
en dat is in het bijzonder ook voor de
Nederlanders geen geheim staan op het
ogenblik onder een zware communistische
druk. De oostelijke Kominform, die on
langs in Peking bijeen is geweest, heeft
besloten alles in het werk te stellen om
de „lakeien van het imperialisme",
Nehroe, Soekarno en Thakin Noe (de
premier van Birma) ten val te brengen.
Ongetwijfeld is het gestelde doel niet zon
der uitzicht op succes. India, Pakistan.
Indonesië, Birma, Frans Indo-Cliina al
deze landen, arm als grote delen van hun
bevolking zijn, vormen een uitstekende
voedingsbodem voor het communisme.
Hun nieuwe regeringen en dit geldt
zeer zeker ook voor Indonesië, dat op
het punt staat zijn onafhankelijkheid te
verkrijgen wensen deze landen als
vrije democratieën tot welvaart te bren
gen, Maar zonder massale economische
hulp van buiten, zullen zij desondanks
een verloren strijd strijden. Zonder der
gelijke hulp, zullen een Nehroe en een
Soekarno ten slotte Kerensky's blijken
te zijn.
Op het ogenblik is de toestand zo, dat
slechts Öroot-Brittannië (aan India) en.
zij het in mindere mate, Nederland (aan
Indonesië) dergelijke hulp verlenen en
dus tussen Zuid-Oost-Azië- en het com
munisme staan. De Amerikaanse rege
ring aarzelt nog steeds een gigantisch
hulpprogram voor Zuid-Oost-Azié op te
stellen en de Amerikaanse particuliere
beleggers hebben er nooit van gehouden,
him geld in deze hoek van de wereld te
wagen. Daarbij komt nog. dat landen als
Engeland en Nederland in de toekomst
nog slechts weinig machinerieën en an
dere kapitaalsgoederen anders dan tegen
betaling in hard geld naar Zuid Oost-
Azië zullen kunnen leveren, omdat zij
verplicht zijn, het gat in hun handelsba
lans met het dollargebied te dichten. Zelfs
indien men daarin slaagt, zal het resul-
Grote militaire missles van
Amerika niet welkom.
Gustav Rasmussen, de Deense mi
nister van Defensie, heeft ontkend
gezegd te hebben, dat hij niet te
veel Amerikaanse officieren in De
nemarken wil zien teneinde de Sov
jet-Unie niet te prikkelen.
Het is echter waar, zo zeide hij
in een interview, dat Denemarken
verzocht heeft om de Amerikaanse
missies voor wapenhulp aan Dene
marken te beperken. Kleine missies
achtte zijn regering voldoende.
In diplomatieke kringen te Wash
ington is Maandag verklaard, dat
de V.S. op verzoek van Noorwegen
en Denemarken er in toegestemd
hebben, de omvang van de Ameri
kaanse militaire missies naar deze
landen in het kader van het bewa-
penings-program te beperken. Voor
gesteld was een staf van ongeveer
«0 man naar ieder land te zenden.
Thans is overeengekomen dit getal
tot 20 a 30 te reduceren.
NIET NAAR SCARBOROUGH.
De sportuïtwisseling Vlissingen
Scarborough gaat in 1950 niet door. In
1951 zal zij weer worden opgenomen,
als er uit Scarborough een nieuwe in
vitatie komt.
Ziedaar het trieste eind van een
contact, dat in 1946 met zoveel enthou
siasme werd opgenomen.
Om de motieven, waarop het afwij
zen van de uitnodiging voor het ko
mende jaar berust, behoeft men zich
niet te bekommeren. Zij vallen im
mers weg tegenover het feit, dat thans
een vruchtdragend sportcontact ver
valt en dat een aantal van Vlissingse
jongeren de gelegenheid wordt ontno
men om eens iets meer van de wereld
te zienHetzelfde geldt ten aanzien
van de Engelse jongelui, die toch
waarlijk een trip naar Zeeland ook
wel op prijs stelden.
Het is jammer, dat het zo gelopen
is als gevolg van gebrek aan samen-
werking. Er is nog een kleine kans,
dat het voor 1951 in orde komt. Een
kleine kans.
Men mag zich waarlijk wel inspan
nen om die te grijpen. Want een con
tact als met Scarborough krijgt men
nooit meer'.
taat toch een politieke en strategische ca
tastrofe voor het Westen betekenen. Want
op deze wijze moeten de poorten van
Zuid-Oost-Azië voor het communisme
geopend worden. Wanneer het Amerika
ernst is met de koude oorlog, zal het zich
moeten afvragen, of het in evenwicht
brengen van de handelsbalans met West-
Europa deze prijs waard is. Het zal moe
ten overwegen of het integendeel niet
verstandiger is, voort te gaan met zijn
onbetaalde dollarexport naar West-Euro
pa, opdat West-Europa met de tegen
waarde daarvan het niet-communistische
Azië kan helpen. De Westerse positie op
het Aziatische front van de koude oorlog
zou veel sterker zijn, indien geheel West-
Europa zou kunnen deelnemen aan een
onbetaalde uitvoer naar Zuid-Oost-Azië.
Het moge orthodoxe economie zijn, aan
Europa te vragen zijn exportgoederen aan
Azië, dat er dringend behoefte aan heeft,
te onthouden en ze in de plaats daarvan
te zenden naar Amerika, dat ze niet nodig
heeft en ze ook nauwelijks wenst het
is een politiek van zelfmoord.
STAATSMAN HEEFT LAATSTE
WOORD.
Het is fundamenteel verkeerd te stre
ven naar een evenwichtige Amerikaans
Europese handelsbalans zonder rekennig
te houden met het effect daarvan op Azië
en het machtsevenwicht in de wereld.
Het zou veel verstandiger zijn een Euro
pees deficit tegenover Amerika en een
corresponderend Aziatisch deficit tegen
over Europa te handhaven, dan Azië aan
het communisme op te offeren en de 385
millioen vrije mensen te stellen tegenover
1370 millioen communisten.
De economische betrekkingen tussen
staten kunnen niet op dezelfde wijze on
derhouden worden als tussen particulie
ren. De staatsman. niet de zakenman,
moet daarin het laatste woord hebben.
Het is hoog tijd, dat de staatslieden aan
beide zijden van de oceaan het dollarpro
bleem in zijn ware proporties gaan zien
en zich realiseren, dat de koude oorlog bij
het in evenwicht brengen van balansen
tussen Amerika en Europa verloren kan
worden.
56. De spelers van de Rovers wisten eigenlijk
niet of zij moesten lachen of huilen. Zij hadden
veel vreemde dingen beleefd op het voetbalveld,
maar zo iets dwaas nog nooit Een debuterende
doelverdediger die begon met een doelpunt te ma
ken. En dan wat voor een doelpunt! Op de tribune
was men intussen van zijn verbazing bekomen en
er steeg een gejuich op alsof er 30.000 toeschouwers
aanwezig waren in plaats van amper 3000. Jimmy
liep intussen met een hoogst voldane snuit naar
zijn eigen doel terug en knipoogde eens tegen een
van zijn backs, die hem aankeek, alsof hij een
koe zag pianospelen.
Wat het najaar ons bracht
Zo tussen stormen en regenvlagen door hebben we een enkele mooie
dag om ons eens rekenschap te geven van de veranderingen, die in de ken
tering der seizoenen hebben plaats gehad.
We kunnen dat heel oppervlakkig
doen en bij het zien der naakte bo
men haast schreeuwen om de terug
keer van de heerlijke zomer. We
kunnen ook dieper nadenken: ver
heugd opzien bij het ontdekken van
aardige doorkijkjes door duinbossen
en boomgaarden; in dippe bewonde
ring geraken voor de als gebeeld
houwde levensgeschiedenis der bomen,
vroeger verborgen onder ondoordring
baar lover.
We leren zélf zien, wat kunstenaars
als Van Gogh bewoog winterland
schappen te tekenen, haast kleurloos,
maar met een gevoelige vereeuwiging
van de strijd om het licht in de plan
tenwereld; de moeizame verovering
der ruimte, uitgebeeld in het wrin
gend grijpen naar omhoog.
In de oksels der takken zien We
nestjes van vogels, waar we ze nooit
hadden vermoed; we verbazen ons
over onze kortzichtigheid en vinden
het een diepe schande te moeten be
kennen, dat het zulke kleine diertjes
zo gemakkeijlk valt ons te bedotten.
Nu weten we die vogels bijna alle
verdwenen, maar ziedaar alweer een
voordeel van het wegyallen der bla
dermassa's: is het niet of we veel
meer vogels zien dan voorheen?
Andere vogels of toch dezelfde?
VERVANGEN
Toen wij jongens waren, spraken we
van „blijvers" en „trekkers", maar de
nauwgezette onderzoekingen van en
thousiaste vogelwaarnemers hebben
ons duidelijk gemaakt, dat soortgeno
ten, wier verspreiding over grote af
standen van Zuid tot Noord ligt, elk
aar in het najaar vervangen, zo dat
de Noordelijke de plaatsen innemen,
die de Zuidelijke hebben verlaten om
nog Zuidelijker te gaan.
De roodborstjes, die we nu weer
om onze woningen zien (zijn er niet
bijzonder veel dit jaar?) en schier
overal hun „tètteretet" doen horen;
de winterkoninkjes, die zich nu
slechts kunnen schuilhouden in de
houtmijten en de takkebossen; zijn
ze wel dezelfde van deze zomer?
Als ze gasten mogen heten, wel
kom dan fleurige, levendige diertjes,
heerlijk zichtbaar in de open omge
ving, zoals die ons nu omringt.
SPECHT.
En die felgekleurde bonte specht?
Ge kunt hem zien in de zomer, maar
zijt ge dan in staat hem zó te volgen
met uw blikken,van decimeter tot
decimeter, schokkend om de stammen
en takken, tot hoog in de kruinen
van het opgaand hout? Welkom in
uw rood-wit en zwart pakje.
De mezenge zaagt ze in de
zomer in uw apelboom of in het
plantsoen; de kijker vloog naar uw
ogen .maar 't was te laat, de donkere
spelonk' van het loveronttrokde
geestige draaitollen aan uw oog', vóór
ge de soort kont vaststellen. En nu
pimpeltjes, koolmezen herkent ge met
één oogopslag, daar hun bonte vlek
jes hen nu niet meer doen oplossen
in de even bonte licht- en schaduw-
wisseling tussen de bladeren.
De braamsluipertjes, de Vlaamse
gaaien, de merelmannen met nog
zwarte bekken of reeds diep oranje
snavels, kortom al wat leeft in het
ontbladerd hout is zichtbaar en ver
hoogt het genot van elk speurtochtje.
Neen Zwerfmans kan niet enkel
treuren om de voorbije heerlijkheden:
ze maakten plaats voor nieuwe.
En graag roept hij het welkom toe
aan de vele vogels, die zonder meer
als gasten zijn te beschouwen. Hij
verwacht ze met ongeduld en barst
van jaloersheid, als ze zich eerst of
uitsluitend vertonen aan anderen.
PESTVOGELS.
De pestvogels zou hij wel „pech"-
vogels willen noemen, omdat hij zijn
hele leven hun komst van anderen
heeft moeten horen, zodat hij tegen
over hen een ware „pechvogel" mag
worden genemd.
Toch welkom, evenals de meerbe
kende lijsterachtigen, die al weer in
drommen komen doortrekken. De ko-
perwiekers en de ltransvogels, die op
hun tochten graag in de boomgaarden
rusten en in de weiden naar wormen
zoeken; de goudhaantjes, die met fijn
gepiep van boomgroep tot boomgroep
vluchten en graag de heggen be
schouwen, als stations, waar ze de reis
even kunnen onderbreken.
Welkom allemaal, fleurige, kleurige,
levendige en schoongevormde na-
jaarsgasten, zelfs gjj knorrig-krassen-
de bonte kraaien en scherpzinnig ja
gende blauwdragers en „ltrom"bek-
ken, die de doortrekkende rushes
volgt.
Zonder het dalen van de tempera
tuur en het gemis vanal wat daar
mee verband houdt, zouden wij u en
zoveel andere, nog ongenoemde' na-
jaarsgasten niet onder de ogen krij-
gen.
ZWERFMANS.
Het Wereldgebeuren
De bouw van de nieuwe watertoren
te Oostburg vordert goed.
Pool-organisator veroordeeld.
De Rotterdamse rechtbank ver
oordeelde de 49-jarige commission-
nair M. H. uit Rotterdam - tot een
voorwaardelijke gevangenisstraf van
3 maanden met een proeftijd van 2
jaar, en een geldboete van 100, sub-
sidair 10 dagen. H. werd er van ver
dacht de zg. ,,Sfrangvoetbal-pool" te
hebben georganiseerd.
In zijn boekje „Retour de 1' U.S.S.
R." beschrijft André Gide 'n aardige
ervaring in Gorie, de geboorteplaats
van Stalin.
Gide wilde hem van daaruit een te
legrafische groet sturen, maar de te
legrafist wilde het telegram niet
verzenden zonder dat er in de aanhef
zou staan iets als: Gij, leider der ar
beiders of: gij meester der volken.
Dat was in 1935, nu 14 jaar geleden.
Vandaag de dag heeft de helden
verering en persoonsbewieroking ron
dom Stalin welhaast een hoogtepunt
bereikt. Het daverende proza, dat in
de communistische pers te vinden is,
grenst aan schier afgodische bewon
dering en is nog slechts voor eigen
parochie genietbaar.
Het is buitengewoon moeilijk, zo
niet onmogelijk, de volle waarheid
over de mens Stalin te vinden. De
bestaande boeken en artikelen over
hem zijn of wit-gloeiend van haat óf
in hoge mate propagandistisch naar
de andere zijde.
Z. Stokvis heeft enkele jaren geleden
een boekje over Stalin het licht doen
zien, waarin hg tracht het midden te
vinden.
Uit het doornemen van de litera
tuur bleek echter, dat van Stalins
persoonlijk leven, behalve revolution-
naire data weinig bekend is, zelfs nu
niet. De officiële gegevens over zijn
leven van voor de revolutie van 1917,
zijn oncontroleerbaar. Met de ont
luistering van Trotsky is een ver
heerlijking van Stalin* gepaard ge
gaan, die al wat tegen hem zou kun
nen pleiten, heeft doen verdwijnen.
Zeker alleen is dat Stalin een
Georgiër was, geboren in het stadje
Gorie in 1879; in het land, dat behal
ve over de politieke en economische o). nrvi
druk van Tsaristisch Rusland ook nog vast®. Pn1SillaT
nationaal zich te beklagen had; datmachtposities m het Politbureau En
hij van kleinburgerlgke-boerse af- zeei zeker is Stalin reeds bg zgnje-
komst is; dat hij een seminarium van
priesters bezocht, al jong in het re-
volutionnaire leven kwam en de ge
wone lotgevallen van de Russische
opstandeling beleefdegevangenis,
verbanningen, ontvluchtingen, weer
verbanningen enz.
Hg was organisator van stakingen
in Tiflis en Bakoe, wordt bolsjewiek,
zodra de Partij gesticht is, onder
scheidt zich door hardheid en moed.
De gevaar] rjkste opdrachten vervult
hij. Zijn geloof in het Marxisme van
Lenin is onbegrensd. Nuances kent
hij niet. De Westerse democratie
kent hij alleen uit de critiek erop.
Wat heeft de zwijgzame, systema
tisch denkend Georgiër, de man van
opvallende eenvoud, wars van zelf
genoegzame pose der dictators tot de
machtigste heerser der moderne ge
schiedenis gemaakt
Het is zijn ongekende moed, zijn
rechtlijnigheid, zijn beperkt maar in
tens geloof aan een dogma, waardoor
twijfeling en aarzeling hem vreemd
blijven, zijn gemis aan gewetensbe
zwaren wanneer een middel nuttig
is voor de doelstelling. Zo nodig kan
hij een tegenstander, wie hij ook zij,
tot het bittere einde vervolgen. Hij
heeft het geduld te wachten tot de
aanval moet slagen. Zijn ene denk
beeld is: Socialisme in één land, uit
voerbaar in Ruslandop korte termijn
binnen één generatie. Rusland moet
van een achterlijk agrarisch land een
machtige industriestaat worden, die
Amerika zal inhalen en voorbijstre
ven.
Het lg'dt geen twijfel, of tijdens het
bewind van Stalin is er in Rusland
op velerlei gebied een enorme voor
uitgang tot stand gekomen. Het feit
dat de Sowjet-Unie thans tot de twee
machtigste mogendheden ter wereld
hoort en de Ver. Staten kan weer
streven zegt voldoende.
Onder deze omstandigheden is
het begrijpelijk, dat onder de Russen
de naam Stalin tot een betoverende
legende is geworden, dat hij ais de
grote yolksleider geldt, het enige
..Rookt u? Nee dank u"
Onder ons gezegd (ja
óns, de. mannen tellen in
dezen niet mee, die zijn
al te ver heen): zoiets
mag je in een béétje mo
dern gezelschap niet zeg
gen.
Het staat niethet is pe
dant, het is een demon
stratie van degelijkheid
en oudenoetsheid, het is
enfin, het is niet mo
dern.
Een niet-rokende man is
langzamerhand al een ge
tolereerde buitenissig
heid geworden. Hij is
niet van vandaag of gis
teren. Hildebrand intro
duceerde hem al in de
Camera Obscura, bij
monde van de beminne
lijke Nurks, die het ver
schijnsel vriendelijk te
kijk zette met: „Jongens,
ik vind dat het zo mal
staat als iemand niet ro
ken kan. Hij zit altijd mei
zijn vingers ergens aan".
Als je iets meer dan hon
derd jaar volhoudt, be
ginnen de mensen er ten
slotte aan te wennen.
Een man die ten over
staan van een volle ciga-
rettendoos zegt: „11c rook
niet" is alleen maar een
beetje eigenaardig type,
hij heeft een afwijking,
die overigens volkomen
ongevaarlijk is, hij staat
op één lijn met een ve
getariër of een afschaffer.
Of, bij mildere naturen:
hij wordt verondersteld
een delicaat zenuwgestel
te hebben, of een hart
dat niet meer honderd
procent is. „Maar dan lust
u toch nog wel een petit-
four", zegt de gastvrouw
tactvol, en als de uitbij-
i'er dan toch èrgens op
bijt is de h'armonie weer
gered.
Maar een vrouw, 'n nor
male, moderne jonge
vrouw die niet rookt
Nu ja, men zegt het niet
hardop, men vraagt ook
niet verder, maar in het
gebaar waarmee de aan
bieder zijn eigen cigaret
opsteekt, ligt iets van:
Hm nou ja óók
geen vlot type, hoor
valt me eigenlijk wel wat
tegen, maar je hébt nog
van die doetjes....
En hij kijkt met welge
vallen naar de sportieve,
mondaine typen, die zo
vakkundig zijn aangebo
den vlammetje inzuigen,
die in de foyer van de
schouwburg, op de offici
ële receptie of na het ge
slaagde soupertje zo
zelfbewust en elegant
haar eigen rookgerei
hanteren.
De vrouw, die voor een
aangeboden cigaret be
dankt? Een vervelende
uitzondering, een leven
de critiek op het rokende
mensdom. En dus? Dus
grijpen veel vrouwen die
in het diepste putje van
haar hart helemaal niet
zo dol zijn op zo'n papie
ren cylindertje met wat
tabak er in in arren
moede óók maar naar de
cigaret.
maar wordt een gewoon
te, een aanwendsel, één
van die gezelschapsplich
ten als kaartjes sturen
en naar concerten gaan
(ook al verfoei je de lui
voor wie het kaartje be
stemd is en al ben je zo
onmuzikaal als een leeg
petroleumblïk)Niét af
wijken, niét anders zijn
dan de anderen, niét
voor' ouderwets dooi*-
gaan: dat is voor vele
vrouwen een levenswet,
al van de schoolbanken
af.
En dus dampt sweet se
venteen (of moet sweet
er langzamerhand af?)
met bravoure haar ciga
ret, liefst twee of drie, al
had zij net zo lief een
moecapunt. Want o, als
de jongens haar toch niet
eens vlot en sportief en
modern vonden! En zij
blijft roken, zij „wenst
EN
Zij roken, omdat de ón
deren het doen. Omdat 't
zo gek en stijf staat om
geen stap terug te treden
op de afgelegde levens
baan".
het niet te doen. Omdat Misschien dat zij, hoewel
manlief anders zegt, als vrouw, de veilige matig-
hij zijn schoenen uittrekt:
„Mens, wat sloeg ik weer
een figuur met jou van
avond. Moet je zien, hoe
die vrouw van Dinges
heid zal blijven betrach
ten. Dat zij een vrouwe
lijke arts, een advocate,
een violiste, een beeld-
houwdster zal worden, die
rookt. Zo echt charmant, na een moeilijk geval,
ik mag zo'n modern type periode van ingespannen
wel, weet zich vlot te
bewegen, die Dinges is
maar goed af".
En dus rookt ze en vindt
het eerst helemaal niet
lekker en kijkt angstval
lig de vrouw van Dinges
de kunst af, die altijd het
middelpunt van een
schertsende kring is, zo
waar.
Als zij het vaak doet, be
gint zij 't misschien toch
lekker te vinden, het
blijft geen tractatie meer,
en zenuwslopende arbeid,
haar cigarette zal opste
ken om weer een beetje
op verhaal te komen, of
als stimulans voor een
volgende inspanning.
Maar het is ook en
eerder mogelijk, dat
zij, als vrouw, de rokerij
met intensiteit zal gaan
beoefenen, dat zij „er
niet af kan blijven",
steeds sterker prikkels
nodig zal hebben, en in
het uiterste geval een
kettingrookster wordt.
Hoorde ik laatst voor de
radio een jonge laborato
rium-assistente niet ver
klaren, dat zij achttien ci-
garetten per dag rookte?
Achttien dat slaat me
nige rhan met stukken.
Waarom deed zij dat?
Wist zij niet, zomaar, kon
er niet meer afblijven.
Een vrouw weet nu een
maal heel zelden maat te
houden. Zij doet alles
veel intenser, veel over-
gegevener, veel heftiger
dan een man. Als u 't niet
gelooft moet u maar eens
een man en een vrouw
aan het inpakken van
Sinterklaassitrprises zet
ten. En hebt u ooit van
één man gehoord vóór de
invoering van het alge
meen kiesrecht, die zich
aan een hek liet klinken
of zich voor een konink
lijk rijtuig wierp, omdat
hij zo zielsgraag stem
men wou?
Wil dit hele betoog nu
zeggen, dat de .doorsnee
man een matig roker is?
Ik houd mijn beide oren
dicht voor de protesten.
Maar daar gaat het niet
om. Ik wilde alleen maar
zeggen, tot de bakvis, de
jonge vrouw, de moeder,
de grootmoeder met de
cigarettenkoker in haar
handtasje: Waarom rookt,
u? Omdat u het lekker
vindt? Doet u het dan
vooral, ook al is het
misschien ruïneus voor
uw tanden, uw vingers,
uw stem en nog het een
en ander van binnen.
Maar doe het dan alstu
blieft met smaak en ma
tigheid. Of vindt u hel
helem&al niet lekker?
Toe, zeg dan ronduit:
Nee, en blijf er even wel
gemoed onder. De wereld
gaat te gronde aan na-
apers, maar blijft draaien
door de persoonlijkhe
den. En bakvis, aardige
kleine bakvis op het
schoolfuif je: H ij kijkt
naar je, stiekum, en hij
vindt roken voor vrou
wen wel te verdedigen,
Maar niét voor zijn eigen
meisje. SASKIA.
Bs
ven een historische figuur geworden,
wiens 70ste verjaardag een* gebeurte
nis is.
Hem voor te stellen als een leider
van alle volken, een profeet van het
wereldcommunisme, een vader van
alle ai'beiders past slechts in een le
gende, die in het Westen hoe langer
hoe minder ingang vindt.
Stalin is in de eerste plaats de lei
der van een rijk, met dezelfde bege
rige neigingen, die het in andere gro
te 'mogendheden zegt zozeer te ver
foeien. En voor de toekomst wellicht
van nog groter gevaar, dan welke
van de andere mogendheden ook, om
dat het Sowjet-imperialisme ook van
geestelijke aard is.
Verzaking van het
zelfbeschikkingsrecht.
De heren jhr. mr. dr. L. H. N. Bosch
Ridder van Rosenthal, prof. dr. R. P. Cle-
veringa, prof. dr. W. J. A. Kernkamp, ar,
jA. Loudon, prof. mr. dr. J.. H. W. Ver-
zijl, prof. dr. J. v. Rijpperda Wierdsma
en jhr. mr. O. F. A. M. van Nispen tot
Sevenaer hebben aan de Eerste Kamer
een adres gezonden, waarin o.a. wordt
gezegd, dat de Eerste Kamer bij de be
handeling van het R.T.C.-accoord de re
gering moet opdragen „aan de Veilig
heidsraad en aan de secretaris-generaal
van de Ver. Naties mede te delen, dat
Nederland de gevolgen van de onder bui
tenlandse druk tot stand gekomen ver
zaking van het zelfbeschikkingsrecht bui
ten de verantwoordelijkheid van het Ne
derlandse volk stelt".
„Aldus handelende" wordt geconclu
deerd „zal het land van Grotius, een
smartelijk, doch niet oneervol offer ge
bracht hebben voor de vorming van een
waarlijk verantwoordelijke internationale
gemeenschap en liet door de betrokken
volkeren- van Indonesië in hem gestelde
vertrouwen niet onherstelbaar beschaamd,
noch zijn dank voor bewezen trouw en
loyaliteit verloochend hebben",
- De „Johan van Oldenbarnevelt" zal
Vrijdag met ongeveer 400 passagiers,
[hoofdzakelijk vrouwen en kinderen, van
I Amsterdam naar Batavia vertrekken.