Vijftig valse munters achter slot en grendel Hulp van het Rijk bij onderhoud van Zeeuwse zeeweringen? JIMMY BROWN, sporfheld no.1 Toeval bracht Belgische vervalsingsaffaire aan het licht Zeeuwse Almanak Indrapoera maakte plezierreisje met de „Indrapoera" DONDERDAG 8 DECEMBER 1949 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 VIER AFZONDERLIJKE BENDES OPEREERDEN. (Van onze Brusselse correspondent) BRUSSEL, December. De oorlog en de tyd die daarop volgt, z\jn al- tyd een vruchtbare periode voor arbeidsschuwen, fantasten en allen die graag zonder veel inspanning op een gemakkelijke manier aan de kost willen komen, en daarbij niet te veel last van hun geweten hebben. Er komt echter weer een tijd dat de toestanden meer normaal worden, de goederenschaarste ophoudt, de koper zjjn rechten herneemt en het zon der al die te gewillige tussenpersonen kan doen. Maar als men dan aan het lekkere leventje is gewend, de dure auto, het dure restaurant en soms ook de dure vriendin moeilijk kan missen, terwijl de pakken bil jetten niet meer binnenstromen, wat dan? Dan zullen zy, die niets geleerd hebben, weer onder aan de maat schappelijke ladder moeten begin nen en 's morgens met hun boter hammenzakje te voet of per fiets of tram naar de werkplaats of het kantoor moeten tygen. En degene die zijn „zaakjes" achter het mom van een firmanaam of een eerbaar beroep uitoefende, zal moeten trach ten met de opbrengst daarvan voor lief te nemen. En als men deze weg niet kiest? Dan mengen deze gelegenheidsjagers zich al spoedig met de trouwe klan ten van de oolitie en op een goede of beter kwade dag slaat de gevan genisdeur achter hen dicht. Even wordt in de pers en voor het ge recht voor het publiek een sluier opgelicht en menigeen die zich reeds verwonderd heeft afgevraagd, waar mijnheer A, die toch maar een een voudig kantoorbediende was, het geld vandaan haalde voor zijn dure reisjes en zijn mooie wagen, vindt daar het antwoord. Wij kennen dit soort verhalen uit Nederland, uit Frankryk, uit België, kortom uit alle landen die oorlog en bezetting meemaakten. Maar niet altijd ne men zij dergelijke afmetingen aan als thans in België het geval is met de „zaak van de valse guldens." In werkelijkheid gaat het al lang niet meer om één zaak, maar om vier zaken, en er is geknoeid voor een bedrag van 55 millioen francs, d.i. ruim vier millioen gulden, ter wijl reeds meer dan 50 personen zijn aangehouden. En wie zegt ons dat het verder onderzoek niet nog meer verrassingen zal opleveren. De ontdekking begon met de on vermijdelijke onhandigheid, onver mijdelijk zelfs als men met zulke handige organisatoren te doen heeft ais hier het geval was. Er waren te veel mensen bij deze „affaire" betrokken. Onbegrijpelijk dat de „he ren", ondanks al hun vaardigheid dit niet zelf tijdig hebben ingezien. Maar dit is nu eenmaal het noodlot van het hellende vlak. ONTDEKKING IN DEN HAAG Het eerste toneel speelt in ons land in Den Haag, waar een jonge man van 23 jaren, afkomstig uit Luik, begin October in een winkel diverse artikelen kocht en deze met een vals bankje van f 100 betaalde. De eigenaar van de zaak ontdekte de vervalsing en toen de Luikenaar enige dagen daarna in dezelfde zaak nog eens het spelletje herhaalde, werd hij ingerekend. Zijn medeplich tige, de bekende Luikse zwemkam- pioen Alphonse Beyers, kon echter tijdig aan zijn achtervolgers ont snappen. Nu was men echter op 't goedé spoor, en zo werd o.m. Lau rent Beyers, Nederlands onderdaan, wonend in Eysden, die in het bezit bleek te zijn van pakken valse guldens biljetten, gearresteerd. De politie in Luik, Charleroi en Nederland werkte trouw samen om deze zaak „op te rollen" en spoedig zaten niet alleen de z.g. technichi, drukkers, cliché makers, photografen in de gevange nis, maar ook de financiers, w.o. een candidaat-notaris Marcel Le brun, werkzaam op het notariskan toor van zijn vader in Marchienne- au-Ponttotdat hij wegens op lichterij van diens cliënten door de politie werd opgepakt. De millioenen franken die hij hiermede had verkre gen, gingen naar een reizend koop man, die de kermissen afreisde, 'n zekere Deconinck, die de vervalser engageerde. Marcel Lebrun verraad de zjjn twee medeplichtigen, een industrieel van 45 jaar en een Brus sels handelsreiziger van 34. De eigenaardigste figuur in deze hele zaak is echter de elegante avonturier, Hector Renard, 34 jaar, mooi en in nemend van uiterlijk. Zijn verhaal is al zeer fantastisch en de politie heeft nog die handen vol werk om de waarheid te ontdekken. Hij be weert eerst in de verzetsbeweging te zijn geweest, daarna naar Enge land te zijn uitgeweken, waar men hem met een opdracht tot spionna- ge naar Spanje zou hebben gestuurd. Daar vestigde hij m. de bevrijding een z.g. kantoor voor im- en ex port. Deze mijnheer Renard wilde aldus beweert hij de Belgische Mussert, de heer Degrelle die nog steeds Spaanse gastvrijheid geniet, ontvoeren en naar België terugbren gen. Verder zou de Intelligence Ser vice hem hebben opgedragen valse peseta's te vervaardigen voor niet minder dan een derde van de gehe le Spaanse billettenomloop! ten ein de het Franco-regime te x*uïneren. In afwachting van de resultaten van het onderzoek in deze internationale zaak zit Renard achter slot en gren del wegens vervalsing en het onwet tig bezit van een diplomatiek pas poort. NIEUWE ZAKEN. Toen de politie juist tevreden was dat zij deze bende vrijwel in haar geheel in handen had gekregen, bleek dat verschillende leden ervan bij een tweede zaak, ook vervalsers van guldens, waren betrokken. Deze had echter andere „geestelijke va ders": een juridisch adviseur, voor malig advocaat en een bekende kof fiehuishouder uit Luik. De Luikenaren waren verbijsterd toen zij de namen der gearresteer den vernamen: drukkers, kooplieden, aannemers, populaire sportfiguren die nooit iets met de politie had den te maken. Veel jongemensen die misschien zonder de verleidingen van de na-oorlogse tijd nooit met de justitie in aanraking gekomen zou den zijn. Een bont gezelschap, maar waarin de politie ook enige oude bekenden terugvond die haar op het spoor brachten van een... derde zaak. Het wordt eentonig, zult ge zeggen. Ditmaal hebben de Heren, waaronder we weer de Nederlander Alphonse Beyens aantreffen, voor variatie gezorgd. Nu hield men zich onledig niet het vervalsen van an- een millioen liter Terwijl de Nederlandse automobilis ten liun auto's Zondags op stol zetten vanwege het beruchte Zondagsrijver bod, rijden de Belgen rustig op onze benzine. Er is een garagehouder in Zeeuwsch- Vlaanderen, die alleen al in dit jaar meer dan een millioen liter benzine aan de Belgen verkocht heeft Dat is er één.. E.1] Jle} aantal benzinestations in Zuid Nederland is gróót Wordt het nu, alle Benelux-wriend- schap ten spijt, geen tijd, dat het be rooide Nederland ophoudt leverancier van goedkope benzine aan de Belgen te zijn? Het Zondagsrijverbod zou er in ieder geval lichter verteerbaar door worden. De Belgen zijn graag-geziene gasten hier en van de middenstand een goede klant. De Nederlanders onthouden wat men de Belgen geeft, is echter onjuist dere documenten, paspoorten, che ques, identiteitskaarten, officiële stempels en alles wat men aan pa perassen nodig heeft om in Frank rijk touristenchèques te kunnen aan bieden. Blijkbaar waren de heren geïnspreerd door het enorme aan tal Belgen die dit jaar naar Frank rijk zijn getogen meer dan 1 mil lioen zodat zij in talrijk gezel schap waren. Voor dit doel had men zelfs een fictief reisbureau in Brus sel gesticht onder de naam van „Gulliver" en gewapend met het pa pier met briefhoofd van dit bureau trokken de „gedelegeerden" erop uit. Een millioenenzwendel die niet in Lilliput maar in de gevangenis ein digde! Dan is er nog een vierde zaakeen Markenzwendel, ter waarde van 10 milloen Belgische francs, waarmede vier drukkeryen zich bezig hielden. Maar nu wordt het werkelijk eentonig en daar straks zoudt ge nog gaan denken dat alle billetten vervalst zrjn. Als of ze met de devaluaties die we be leven, al niet hard genoeg in waar de achteruitgaan! Terwijl in de Tweede Kamer de debatten betreffende het wetsontwerp souvereiniteitsoverdarcht Indonesië aan de gang waren, had zich op het Binnenhof een grote mensenmenigte verzameld, die op ondubbelzinnige wyze van haar houding tegenover het wetsontwerp blijk gaf. Minister Spitzen blijft geporteerd voor veergelden op de Westerschelde In 1950 twee millioen voor sluisherslel te Vlissingen. Minister Spitzen gaat in zyn memorie van antwoord aan de Tweede Ka. mer ook in op tal van Zeeuwse problemen: de polderiasten en het onder houd van de zeeweringen, de veergelden op de Westerschelde de achter, uitstelling van Zeeuwsch Vlaanderen, de havens van Vlissingen en Bres- kens, de sluizen te Vlissingen, landaanwinning en vliegvelden. Het komt op verschillende plaat sen voor, dat waterschappen belast zijn met het onderhoud van zeewerin gen, terwy.1 ook achterliggende pol ders groot belang hebben by de goe de staat daarvan, doch niet aan dat onderhoud bijdragen. De bezwaren, die deze toestand met zich kan bren gen, doen zich vooral thans gelden, nu de inkomsten van de waterschap pen niet in dezelfde mate zijn geste gen als de kosten van uitvoering van werken. De minister is van oordeel, dat het in dergelijke gevallen het meest voor de hand ligt een ruimere kring van belanghebbenden bij de in standhouding van de zeewering te be trekken door de vorming van grotere waterschappen, die zo mogelijk een grotere oeverlengte bevatten en waarvan tevens de meer naar bin nen gelegen polders deel uitmaken. Indien ook op deze wijze de instand houding van de zeewering te grote offers gaat vragen van de streek, kan het mogelijk zijn, dat ook de hogere En „Oom Boon" verklapte een geheimpje. „Nu loop ik eindelijk op eigen grondgebied", dit waren de eerste ge dachten van Antoinette Indrapoera Heinze, Het Amsterdamse kantoor meisje, toen zij aan boord van de „Indrapoera" kwam om een reis met dit schip van de Kon. Rott. Lloyd naar Aalborg te maken. Zij had gele zen, dat leden van de Nederlandse Reisvereniging a 200 per persoon, aan deze reis konden deelnemen. Zij schreef kapitein J. D. Jibben, de ge zagvoerder van de „Indrapoera" een brief, waarin zij vroeg als werkend passagiere de reis mee te mogen ma ken. Zij vertelde verder, dat zij op 13 September 1926 aan boord van dit schip was geboren op weg naar Ba tavia en, met de toenmalige kapitein W. J. Boon als peetoom, Indrapoera als tweede naam kreeg. Zowel Indra poera als kapitein Boon zijn uitgeno digd deze trip mee te maken. Dinsdag middag arriveerde, met 36 uur vertra ging, de „Indrapoera" te Rotterdam. „We hebben slecht weer gehad", vertelde Indra, „In de eetzaal zat ik met eei meneer te praten en plotse ling was ik verdwenen. Ik was nl met stoel en al omver gevallen en lag plat op mijn rug in de eetzaal". Kapitein Boon, beter bekend als „Oom Boon" merkte op, dat ze zich goed heeft gehouden en maar drie maaltijden heelt gemist. „Ja", zo ver klapte deze 78-jarige oud-gezagvoer der, „ze heeft succes gehad in Aal- borg, want ze heeft er een jongeman ontmoet, en die heeft zelfs al een brief geschreven". Inmiddels heeft zich nog een Indra poera aangemeld bij de Lloyd. Een jongeman, Dirk Indrapoera Paans uit Den Haag schreef, dat hij ook geboren is aan boord van de „Indrapoera" en wel op 30 Maart 1928 in de Golf van Biscaye. Of hij op.17 December met de „Indrapoera" naar Indonesië mag, vermeldt de historie niet. Eén jaar geëist wegens dood door schuld. t De officier van Justitie van de Ar rondissementsrechtbank te Den Haag eiste Dinsdag een jaar gevangenisstraf met aftrek en intrekking van het rij bewijs voor een jaar tegen de 32-jari- ge vertegenwoordiger W. W. was vorig jaar September met 'n bestelwagen op vier mannen ingere den, die op het trottoir stonden te praten. Een van hen overleed later aan zijn verwondingen. Uit 't verhoor bleek, dat W. die avond behoorlijk had gedronken. Tijdens de zitting kon hij zich echter van de toedracht van het ongeluk niets meer herinneren, hetgeen de president zeer merkwaar dig vond. overheidslichamen de helpende hand moeten bieden. Deze laatste gedachtengang is be lichaamd in de wet van 19 Juli 1870 op de ealamiteuze polders in Zee land. Deze wet heeft over het algemeen bevredigend gewerkt, maar heeft een nadeel en wel dat, terwijl van de pol der onmiddellijk achter de zeewering te recht zeer hoge belasting van de ingelanden wordt vereist, de maxima van de bijdragen van de achterliggen de polders in de wet zijn gefixeerd in geldbedragen per ha. en per strek kende meter scheidingsdijk tussen voor- en achterliggende polders. De achteruitgang in koopkracht, die het geld sinds 1870 heeft ondergaan en de meer intensieve cultuur van de landbouwgronden hebben tot gevolg, dat de bijdrage van de achterliggende polders naar verhouding veel gerin ger is geworden en tegenover de ver dere polderiasten van weinig beteke nis is. Deze omstandigheid vormt thans een beletsel om in Zeeland tot de zo gewenste grote dij kwaterschap pen te geraken; dit wordt b.v. geïllus treerd aoor de oprichting van het wa terschap „Het Vrije van Sluis", waar bij alleen de enkele ealamiteuze pol ders, die daar worden aangetroffen, niet in het grote waterschap zijn op genomen. Thans is overleg met de provincie Zeeland gaande over de herziening van deze wet, waarby aan dit onge wenste gevolg van de bestaande re. geling aandacht wordt geschonken. Uiteraard moet blijven voorop staan, dat de eerstbelanghebbenden zo zwaar belast worden als redelijkerwijs mogelijk is. POLDER WALCHEREN. De zeewering van de polder Wal cheren eist thans zeer hoge uitgaven, terwijl verlichting in de naaste toe komst niet is te voorzien. De minis ter zal overwegen in hoeverre en op welke wijze hulp van het Rijk aan dit waterschap kan worden geboden, waarbij vooropgesteld moet worden, dat ook de provincie Zeeland daad werkelijke steun moet bieden. VRIJE VEREN. Ten aanzien van de wederinvoering van veergelden op de veren over de Westerschelde vestigt de minister er de aandacht op, dat andere en nog meer geïsoleerde landsdelen als b.v. de Waddeneilanden hieraan aanspra ken zouden kunnen ontlenen, indien de vrijstelling zou voortduren. De op vatting, dat Zeeuwsch-Vlaanderen recht heeft op blijvend gratis vervoer over de Westerschelde moet. uit een oogpunt van algemeen Rijksbeleid bezien, tot de consequentie voeren, dat anderen in overeenkomstige om standigheden hetzelfde recht kunnen doen gelden en dat het Rijk zich ook elders met gratis vervoer naar de 46. Ach, véél publiek was er die Zaterdag niet in het kleine stadion van de Wembley Rovers, bij elkaar misschien geen 3000 toeschouwers. De men sen hadden geen vertrouwen meer in de Rovers en gingen liever naar de Arsenal of de Spurs kijken. Maar die 300 lieden werden toch op 'n héél vreemd schouwspel getracteei-d.want om precies half drie stormden de Rovers het veld op met in hun middeneen aangeklede aap, een aap in een groene trui en een pet op z'n kop. eilanden moet belasten, een conse quentie, die niet alleen onuitvoerbaar is met het oog op 's Rijks schatkist, maar ook omdat het Rijk met een taak zou worden belast, die niet de zijne is. Dat Zeeuwsch-Vlaanderen over de weg via België te bereiken is, kan ook als een omstandigheid worden beschouwd, waardoor Zeeuwsch- Vlaanderen in een gunstiger positie verkeert dan de eilanden, die in het geheel niet over de weg zijn te berei ken. Van een gevoel van achteruitstel ling behoeft bij de bevolking van Zeeuwsch-Vlaanderen geen sprake te zijn. Ook bij invoering van veergel den volgens een tarief, zoals de mi nister zich dat gedacht heeft, zal toch slechts een matig percentage van de werkelijke kosten uit de ontvang sten kunnen worden bestreden. De minister is in overleg met zijn ambtgenoot van Sociale Zaken over de vraag, of er aanleiding is, in ver band met mogelijke invloed van de heffing op de mate, waarin Zeeuwsch- Vlaanderen reeds thans voor de ar beiders in de daar gevestigde indus trie van Belgische arbeidskrachten afhankelijk is. daarmede rekening te houden. Dit geldt uiteraard ook voor wat betreft het aanbod van werkne_- mers in verband met de industriali satie in Zeeuwsch-Vlaanderen. Het gratis vervoer van vrachtauto's kan enige voorsprong geven op concurre rende bedrijven, die elders zijn geves tigd, doch dit is een argument, dat niet kan worden gehanteerd. De minister ziet niet, hoe door overleg met het provinciaal bestuur van Zeeland een bevredigende oplos sing zon zyn te bereiken, daar dit be stuur tot nog toe zich op het stand punt heeft gesteld, dat de provincie Zeeland niet kan bijdragen in het te. kort, maar dat niettemin de bestaan de vrijdom van veerrecht moet wor den gehandhaafd. De vraag of het juist is, dat door de vrije veren een vervoersversehui- ving heeft plaats gevonden van het water naar de weg, kan bevestigend worden beantwoord. Het spreekt wel vanzelf, dat goederen, die voorheen door beurtschippers uiteraard niet gratis over de Schelde werden ver voerd, thans in auto's worden gela den en met de vrije veren worden overgebracht. De minister beschikt niet over cijfers betreffende deze ver schuiving. Wel heeft hem een adres bereikt van de Beurtvaartvereniging „Zeeuwsch-Vlaanderen", waarin wordt gewezen op de afslachting van het beurtvaartbedrijf door het gratis ver voer en steunmaatregelen worden verzocht voor de in hun bedrijf ge dupeerden. De minister blijft dan ook op het standpunt staan, dat heffing van een matig tarief redelijk is. VISSERSHAVEN VLISSINGEN Klachten over onvoldoende toestand van de vissershaven te Vlissingen hebben de minister niet bereikt. Ove rigens wijst hij erop. dat de exploi tatie van deze haven in handen is van de gemeente Vlissingen. HAVEN BRESKENS. De vraag of de gemeente Breskens nog rekening kan houden met de mo gelijkheid van aanleg van een bin nenhaven op lange termijn, dient, al thans wat het kader van de thans binnen de gezichtskring vallende plannen op Rijkswaterstaatsgebied betreft, ontkennend worden beant. woord. Voor het wederopbouwplan van Breskens is als uitgangspunt te nemen, dat deze gemeente zal be schikken over een afdoend verbeter de buitenhaven. Verwacht wordt dat de in 1950 nit te voeren werken de capaciteit van de haven reeds dade lijk zullen vergroten. SLUIZEN. Van een afspraak over het tijdstip van herbouw van de sluizen te Vlis singen in verband met de vordering van de herstelling van de binnenha vens is de minister niets bekend. Het ligt inderdaad in het voornemen bo ven het bedrag dat in 1949 voor de herbouw van deze sluizen niet is be steed voor 1950 nog 1 millioen uit te trekken en dus ongeveer 2 mil lioen in dit jaar te besteden. Ook bij dit wederopbouwwgrk heeft de nood- Het Wereldgebeuren Amerika's Azië-beleid De reeds nu bekokstoofde benoe ming van de heer Merle Cochran tot eerste Amerikaanse ambassa deur bij de komende souvereine Ver. Staten van Indonesië ontlokte een tegenstander van de regeringspoli- tiek de opmerking: De eerste Ame rikaanse Gouverneur-Generaal voor Inddë. De heer Weiter liet zich tijdens het tweede Kamerdebat over de souvereiniteitsoverdracht eigenlyk in gelijke geest uit. Hy citeerde al thans met instemming de bewering, dat de beide Angelsaksische mach ten reeds nu in Indonesië stryden om de buit, die Nederland heeft prijsgegeven. Afgezien daarvan of de betiteling „bult" voor een der toe komstige partners in de Unie politiek tactvol genoemd kan worden, geeft een dergelijke bewering toch wel aardig een veel verbreide populaire opvatting weer. De houding van de Amerikanen inzake Indonesië komt velen onbegrijpelijk en afkeurens waardig voor. Nu is het wat sim plistisch geformuleerd wanneer men zegt „de Amerikanen" willen zus of „de Amerikanen" willen zo. De uit drukking „de Amerikanen" is alleen feschikt voor bittertafel-discussies, n werkelijkheid is de Amerikaanse politiek de resultante van allerhan de stromingen, van druk en tegen druk. Die politiek wordt uiteindelijk bepaald door het State Department, met minister Acheson,, zijn advi seurs en zijn hoofdambtenaren als de grote mannen. Uiteraard echter wordt op dit departement van bui ten invloed uitgeoefend. Het Penta gon, het hoofdkwartier van de lei ders der strijdkrachten en van de ontwerpers der militaire strategie heeft zyn zegje in de beslissingen, de ondernemingen met grote zake lijke belangen in Indonesië maken hun wensen kenbaar en de publieke opinie zoals die in pers en radio tot uiting komt, vormt een niet te verwaarlozen factor. Acheson met zijn diplomaten en adviseurs gemakshalve aanduidend als „Washington", kan zeker ge constateerd worden, dat Washington de kwestie Indonesië tot dusver heeft beschouwd als een onderdeel van de Amerikaanse politiek in Azië in zijn geheel. Het algemene doel is de laatste maanden onmiskenbaar het stuiten van de opmars der com munisten. De rode omwenteling in China is een gebeurtenis, waarvan, de gevolgen nog moeilijk te peilen zijn. Dat deze omwenteling de klok op vijf voor twaalf heeft gezet en dat het er Washington alles aan gele gen is een verdere uitvloeiing van de invloed van Moskou in Azië te verhinderen, is duidelijk. Naar een vastomlijnd plan met bijbehorende strategie wordt nog steeds gezocht; de reizende ambassadeur ds. Jessup maakt daarvoor op 't ogenblik een rondreis door Azië. Maar de contou ren van zulk een plan beginnen zich reeds af te tekenen. De propaganda vanuit Moskou probeert vooral vat te kragen op de nationalistische bewegingen. Over al in Z. O. Azië zijn het de commu nisten zeer gering vaak in aan tal die het nationalisme aan het gisten brengen, ervoor zorgend steeds radicaler te zijn dan de lei ders, voor wie Moskou geen Mekka en Stalin geen profeet is. Een anti-koloniale politiek in mil der vorm is voor Washington het enige tegengif. Achésons adviseurs in Aziatische zaken zijn het er over eens dat de V. S. de communisten het aureool van vrijheidsstrijders by uitstek moet ontnemen door het bona fide nationalisme te steunen en aan reeds zelfstandige regeringen economisch hulp te bieden Een Marshall-plan voor Azië is in de maak. Om die reden heeft Washing ton van harte ingestemd met de overdracht van de souvereiniteit aan India en Pakistan. Pandit Nehroe is bij zijn jongste bezoek aan de V.S. met het grootste eerbetoon ontvan- ~en. Om die reden ook komen uit Amerikaanse monden weinig goede woorden voor het Franse optreden in Indo-China. Om dezelfde reden heeft Washington van meet af aan de Republiek gesteund en druk uit geoefend om te koersen in de rich ting, die ter R. T. C. is gevolgd. Dit is natuurlijk in kort bestek slechts één facet van de zaak. Een facet echter, dat vaak al te zeer ver waarloosd wordt by het zoeken naar een verklaring van Amerika's hou ding. Voor ons land zyn de positie van de minderheden, van Nieuw- Guinea, de tekst van het Uniesta tuut, de economische regelingen enz. detailkwesties van groot gewicht. Voor Amerika, dat wereld-politiek voert en alles in ruimer perspectief moet zien, is geheel Indonesië een detailkwestie. Verwerping van Amerika's hou ding jegens Indonesië houdt in ver werping van het Amerikaanse be leid in geheel Azië. zaak van bezuiniging op de Rijksuit gaven ertoe geleid, dat overwegingen met betrekking tot het nadeel, dat de gemeenschap in ander opzicht door het uitstel ondervindt, niet kunnen praeveleren. LANDAANWINNING. De minister is van oordeel, dat moet worden voortgegaan met de in dijking van daartoe rijpe gronden in Zeeland, voor zover dit economisch verantwoord is en geen andere ge wichtige belangen zich daartegen verzetten. Hierby moet evenwel in het oog worden gehouden, dat ook met de middelen en werken tot ver- snelling van de opslibbing dit proces toch betrekkelijk langzaam verloopt. De plannen voor de bedijking van de Braakman zijn in vergevorderde staat. Gehoopt wordt In 1950 met- de eerste voorbereidingen voor de uit voering t« kunnen beginnen. LUCHTVERKEER. De minister ziet in Iucbtverblnding een faetor voor de oplossing van ver voersproblemen van Zeeland. Over leg ter zak® van het vliegveld-vraag stuk Is met het bestuur der provincie nog steeds gaande.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1949 | | pagina 3