Vijftig valse munters achter
slot en grendel
Hulp van het Rijk bij onderhoud
van Zeeuwse zeeweringen?
JIMMY BROWN, sporfheld no.1
Toeval bracht Belgische
vervalsingsaffaire aan het licht
Zeeuwse Almanak
Indrapoera maakte plezierreisje
met de „Indrapoera"
DONDERDAG 8 DECEMBER 1949
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
VIER AFZONDERLIJKE BENDES OPEREERDEN.
(Van onze Brusselse correspondent)
BRUSSEL, December. De oorlog en de tyd die daarop volgt, z\jn al-
tyd een vruchtbare periode voor arbeidsschuwen, fantasten en allen
die graag zonder veel inspanning op een gemakkelijke manier aan de
kost willen komen, en daarbij niet te veel last van hun geweten hebben.
Er komt echter weer een tijd dat de toestanden meer normaal worden,
de goederenschaarste ophoudt, de koper zjjn rechten herneemt en het zon
der al die te gewillige tussenpersonen kan doen. Maar als men dan aan
het lekkere leventje is gewend, de dure auto, het dure restaurant en
soms ook de dure vriendin moeilijk kan missen, terwijl de pakken bil
jetten niet meer binnenstromen, wat dan?
Dan zullen zy, die niets geleerd
hebben, weer onder aan de maat
schappelijke ladder moeten begin
nen en 's morgens met hun boter
hammenzakje te voet of per fiets
of tram naar de werkplaats of het
kantoor moeten tygen. En degene
die zijn „zaakjes" achter het mom
van een firmanaam of een eerbaar
beroep uitoefende, zal moeten trach
ten met de opbrengst daarvan voor
lief te nemen.
En als men deze weg niet kiest?
Dan mengen deze gelegenheidsjagers
zich al spoedig met de trouwe klan
ten van de oolitie en op een goede
of beter kwade dag slaat de gevan
genisdeur achter hen dicht. Even
wordt in de pers en voor het ge
recht voor het publiek een sluier
opgelicht en menigeen die zich reeds
verwonderd heeft afgevraagd, waar
mijnheer A, die toch maar een een
voudig kantoorbediende was, het
geld vandaan haalde voor zijn dure
reisjes en zijn mooie wagen, vindt
daar het antwoord. Wij kennen dit
soort verhalen uit Nederland, uit
Frankryk, uit België, kortom uit
alle landen die oorlog en bezetting
meemaakten. Maar niet altijd ne
men zij dergelijke afmetingen aan
als thans in België het geval is met
de „zaak van de valse guldens."
In werkelijkheid gaat het al lang
niet meer om één zaak, maar om
vier zaken, en er is geknoeid voor
een bedrag van 55 millioen francs,
d.i. ruim vier millioen gulden, ter
wijl reeds meer dan 50 personen zijn
aangehouden. En wie zegt ons dat
het verder onderzoek niet nog meer
verrassingen zal opleveren.
De ontdekking begon met de on
vermijdelijke onhandigheid, onver
mijdelijk zelfs als men met zulke
handige organisatoren te doen heeft
ais hier het geval was. Er waren
te veel mensen bij deze „affaire"
betrokken. Onbegrijpelijk dat de „he
ren", ondanks al hun vaardigheid
dit niet zelf tijdig hebben ingezien.
Maar dit is nu eenmaal het noodlot
van het hellende vlak.
ONTDEKKING IN DEN HAAG
Het eerste toneel speelt in ons
land in Den Haag, waar een jonge
man van 23 jaren, afkomstig uit
Luik, begin October in een winkel
diverse artikelen kocht en deze met
een vals bankje van f 100 betaalde.
De eigenaar van de zaak ontdekte
de vervalsing en toen de Luikenaar
enige dagen daarna in dezelfde zaak
nog eens het spelletje herhaalde,
werd hij ingerekend. Zijn medeplich
tige, de bekende Luikse zwemkam-
pioen Alphonse Beyers, kon echter
tijdig aan zijn achtervolgers ont
snappen. Nu was men echter op 't
goedé spoor, en zo werd o.m. Lau
rent Beyers, Nederlands onderdaan,
wonend in Eysden, die in het bezit
bleek te zijn van pakken valse guldens
biljetten, gearresteerd. De politie in
Luik, Charleroi en Nederland werkte
trouw samen om deze zaak „op te
rollen" en spoedig zaten niet alleen
de z.g. technichi, drukkers, cliché
makers, photografen in de gevange
nis, maar ook de financiers, w.o.
een candidaat-notaris Marcel Le
brun, werkzaam op het notariskan
toor van zijn vader in Marchienne-
au-Ponttotdat hij wegens op
lichterij van diens cliënten door de
politie werd opgepakt. De millioenen
franken die hij hiermede had verkre
gen, gingen naar een reizend koop
man, die de kermissen afreisde, 'n
zekere Deconinck, die de vervalser
engageerde. Marcel Lebrun verraad
de zjjn twee medeplichtigen, een
industrieel van 45 jaar en een Brus
sels handelsreiziger van 34. De
eigenaardigste figuur in deze hele
zaak is echter de elegante avonturier,
Hector Renard, 34 jaar, mooi en in
nemend van uiterlijk. Zijn verhaal is
al zeer fantastisch en de politie
heeft nog die handen vol werk om
de waarheid te ontdekken. Hij be
weert eerst in de verzetsbeweging
te zijn geweest, daarna naar Enge
land te zijn uitgeweken, waar men
hem met een opdracht tot spionna-
ge naar Spanje zou hebben gestuurd.
Daar vestigde hij m. de bevrijding
een z.g. kantoor voor im- en ex
port. Deze mijnheer Renard wilde
aldus beweert hij de Belgische
Mussert, de heer Degrelle die nog
steeds Spaanse gastvrijheid geniet,
ontvoeren en naar België terugbren
gen. Verder zou de Intelligence Ser
vice hem hebben opgedragen valse
peseta's te vervaardigen voor niet
minder dan een derde van de gehe
le Spaanse billettenomloop! ten ein
de het Franco-regime te x*uïneren.
In afwachting van de resultaten van
het onderzoek in deze internationale
zaak zit Renard achter slot en gren
del wegens vervalsing en het onwet
tig bezit van een diplomatiek pas
poort.
NIEUWE ZAKEN.
Toen de politie juist tevreden was
dat zij deze bende vrijwel in haar
geheel in handen had gekregen,
bleek dat verschillende leden ervan
bij een tweede zaak, ook vervalsers
van guldens, waren betrokken. Deze
had echter andere „geestelijke va
ders": een juridisch adviseur, voor
malig advocaat en een bekende kof
fiehuishouder uit Luik.
De Luikenaren waren verbijsterd
toen zij de namen der gearresteer
den vernamen: drukkers, kooplieden,
aannemers, populaire sportfiguren
die nooit iets met de politie had
den te maken. Veel jongemensen die
misschien zonder de verleidingen
van de na-oorlogse tijd nooit met de
justitie in aanraking gekomen zou
den zijn. Een bont gezelschap, maar
waarin de politie ook enige oude
bekenden terugvond die haar op het
spoor brachten van een... derde
zaak. Het wordt eentonig, zult ge
zeggen. Ditmaal hebben de Heren,
waaronder we weer de Nederlander
Alphonse Beyens aantreffen, voor
variatie gezorgd. Nu hield men zich
onledig niet het vervalsen van an-
een millioen liter
Terwijl de Nederlandse automobilis
ten liun auto's Zondags op stol zetten
vanwege het beruchte Zondagsrijver
bod, rijden de Belgen rustig op onze
benzine.
Er is een garagehouder in Zeeuwsch-
Vlaanderen, die alleen al in dit jaar
meer dan een millioen liter benzine
aan de Belgen verkocht heeft
Dat is er één..
E.1] Jle} aantal benzinestations in
Zuid Nederland is gróót
Wordt het nu, alle Benelux-wriend-
schap ten spijt, geen tijd, dat het be
rooide Nederland ophoudt leverancier
van goedkope benzine aan de Belgen
te zijn? Het Zondagsrijverbod zou er
in ieder geval lichter verteerbaar
door worden.
De Belgen zijn graag-geziene gasten
hier en van de middenstand een goede
klant.
De Nederlanders onthouden wat
men de Belgen geeft, is echter onjuist
dere documenten, paspoorten, che
ques, identiteitskaarten, officiële
stempels en alles wat men aan pa
perassen nodig heeft om in Frank
rijk touristenchèques te kunnen aan
bieden. Blijkbaar waren de heren
geïnspreerd door het enorme aan
tal Belgen die dit jaar naar Frank
rijk zijn getogen meer dan 1 mil
lioen zodat zij in talrijk gezel
schap waren. Voor dit doel had men
zelfs een fictief reisbureau in Brus
sel gesticht onder de naam van
„Gulliver" en gewapend met het pa
pier met briefhoofd van dit bureau
trokken de „gedelegeerden" erop uit.
Een millioenenzwendel die niet in
Lilliput maar in de gevangenis ein
digde! Dan is er nog een vierde
zaakeen Markenzwendel, ter
waarde van 10 milloen Belgische
francs, waarmede vier drukkeryen
zich bezig hielden. Maar nu wordt
het werkelijk eentonig en daar
straks zoudt ge nog gaan denken
dat alle billetten vervalst zrjn. Als
of ze met de devaluaties die we be
leven, al niet hard genoeg in waar
de achteruitgaan!
Terwijl in de Tweede Kamer de debatten betreffende het wetsontwerp
souvereiniteitsoverdarcht Indonesië aan de gang waren, had zich op het
Binnenhof een grote mensenmenigte verzameld, die op ondubbelzinnige
wyze van haar houding tegenover het wetsontwerp blijk gaf.
Minister Spitzen blijft geporteerd
voor veergelden op de Westerschelde
In 1950 twee millioen voor sluisherslel te Vlissingen.
Minister Spitzen gaat in zyn memorie van antwoord aan de Tweede Ka.
mer ook in op tal van Zeeuwse problemen: de polderiasten en het onder
houd van de zeeweringen, de veergelden op de Westerschelde de achter,
uitstelling van Zeeuwsch Vlaanderen, de havens van Vlissingen en Bres-
kens, de sluizen te Vlissingen, landaanwinning en vliegvelden.
Het komt op verschillende plaat
sen voor, dat waterschappen belast
zijn met het onderhoud van zeewerin
gen, terwy.1 ook achterliggende pol
ders groot belang hebben by de goe
de staat daarvan, doch niet aan dat
onderhoud bijdragen. De bezwaren,
die deze toestand met zich kan bren
gen, doen zich vooral thans gelden,
nu de inkomsten van de waterschap
pen niet in dezelfde mate zijn geste
gen als de kosten van uitvoering van
werken. De minister is van oordeel,
dat het in dergelijke gevallen het
meest voor de hand ligt een ruimere
kring van belanghebbenden bij de in
standhouding van de zeewering te be
trekken door de vorming van grotere
waterschappen, die zo mogelijk een
grotere oeverlengte bevatten en
waarvan tevens de meer naar bin
nen gelegen polders deel uitmaken.
Indien ook op deze wijze de instand
houding van de zeewering te grote
offers gaat vragen van de streek, kan
het mogelijk zijn, dat ook de hogere
En „Oom Boon" verklapte
een geheimpje.
„Nu loop ik eindelijk op eigen
grondgebied", dit waren de eerste ge
dachten van Antoinette Indrapoera
Heinze, Het Amsterdamse kantoor
meisje, toen zij aan boord van de
„Indrapoera" kwam om een reis met
dit schip van de Kon. Rott. Lloyd
naar Aalborg te maken. Zij had gele
zen, dat leden van de Nederlandse
Reisvereniging a 200 per persoon,
aan deze reis konden deelnemen. Zij
schreef kapitein J. D. Jibben, de ge
zagvoerder van de „Indrapoera" een
brief, waarin zij vroeg als werkend
passagiere de reis mee te mogen ma
ken. Zij vertelde verder, dat zij op 13
September 1926 aan boord van dit
schip was geboren op weg naar Ba
tavia en, met de toenmalige kapitein
W. J. Boon als peetoom, Indrapoera
als tweede naam kreeg. Zowel Indra
poera als kapitein Boon zijn uitgeno
digd deze trip mee te maken. Dinsdag
middag arriveerde, met 36 uur vertra
ging, de „Indrapoera" te Rotterdam.
„We hebben slecht weer gehad",
vertelde Indra, „In de eetzaal zat ik
met eei meneer te praten en plotse
ling was ik verdwenen. Ik was nl met
stoel en al omver gevallen en lag plat
op mijn rug in de eetzaal".
Kapitein Boon, beter bekend als
„Oom Boon" merkte op, dat ze zich
goed heeft gehouden en maar drie
maaltijden heelt gemist. „Ja", zo ver
klapte deze 78-jarige oud-gezagvoer
der, „ze heeft succes gehad in Aal-
borg, want ze heeft er een jongeman
ontmoet, en die heeft zelfs al een
brief geschreven".
Inmiddels heeft zich nog een Indra
poera aangemeld bij de Lloyd. Een
jongeman, Dirk Indrapoera Paans uit
Den Haag schreef, dat hij ook geboren
is aan boord van de „Indrapoera" en
wel op 30 Maart 1928 in de Golf van
Biscaye. Of hij op.17 December met de
„Indrapoera" naar Indonesië mag,
vermeldt de historie niet.
Eén jaar geëist wegens
dood door schuld.
t
De officier van Justitie van de Ar
rondissementsrechtbank te Den Haag
eiste Dinsdag een jaar gevangenisstraf
met aftrek en intrekking van het rij
bewijs voor een jaar tegen de 32-jari-
ge vertegenwoordiger W.
W. was vorig jaar September met 'n
bestelwagen op vier mannen ingere
den, die op het trottoir stonden te
praten. Een van hen overleed later
aan zijn verwondingen. Uit 't verhoor
bleek, dat W. die avond behoorlijk
had gedronken. Tijdens de zitting kon
hij zich echter van de toedracht van
het ongeluk niets meer herinneren,
hetgeen de president zeer merkwaar
dig vond.
overheidslichamen de helpende hand
moeten bieden.
Deze laatste gedachtengang is be
lichaamd in de wet van 19 Juli 1870
op de ealamiteuze polders in Zee
land.
Deze wet heeft over het algemeen
bevredigend gewerkt, maar heeft een
nadeel en wel dat, terwijl van de pol
der onmiddellijk achter de zeewering
te recht zeer hoge belasting van de
ingelanden wordt vereist, de maxima
van de bijdragen van de achterliggen
de polders in de wet zijn gefixeerd in
geldbedragen per ha. en per strek
kende meter scheidingsdijk tussen
voor- en achterliggende polders. De
achteruitgang in koopkracht, die het
geld sinds 1870 heeft ondergaan en
de meer intensieve cultuur van de
landbouwgronden hebben tot gevolg,
dat de bijdrage van de achterliggende
polders naar verhouding veel gerin
ger is geworden en tegenover de ver
dere polderiasten van weinig beteke
nis is. Deze omstandigheid vormt
thans een beletsel om in Zeeland tot
de zo gewenste grote dij kwaterschap
pen te geraken; dit wordt b.v. geïllus
treerd aoor de oprichting van het wa
terschap „Het Vrije van Sluis", waar
bij alleen de enkele ealamiteuze pol
ders, die daar worden aangetroffen,
niet in het grote waterschap zijn op
genomen.
Thans is overleg met de provincie
Zeeland gaande over de herziening
van deze wet, waarby aan dit onge
wenste gevolg van de bestaande re.
geling aandacht wordt geschonken.
Uiteraard moet blijven voorop staan,
dat de eerstbelanghebbenden zo
zwaar belast worden als redelijkerwijs
mogelijk is.
POLDER WALCHEREN.
De zeewering van de polder Wal
cheren eist thans zeer hoge uitgaven,
terwijl verlichting in de naaste toe
komst niet is te voorzien. De minis
ter zal overwegen in hoeverre en op
welke wijze hulp van het Rijk aan
dit waterschap kan worden geboden,
waarbij vooropgesteld moet worden,
dat ook de provincie Zeeland daad
werkelijke steun moet bieden.
VRIJE VEREN.
Ten aanzien van de wederinvoering
van veergelden op de veren over de
Westerschelde vestigt de minister er
de aandacht op, dat andere en nog
meer geïsoleerde landsdelen als b.v.
de Waddeneilanden hieraan aanspra
ken zouden kunnen ontlenen, indien
de vrijstelling zou voortduren. De op
vatting, dat Zeeuwsch-Vlaanderen
recht heeft op blijvend gratis vervoer
over de Westerschelde moet. uit een
oogpunt van algemeen Rijksbeleid
bezien, tot de consequentie voeren,
dat anderen in overeenkomstige om
standigheden hetzelfde recht kunnen
doen gelden en dat het Rijk zich ook
elders met gratis vervoer naar de
46. Ach, véél publiek was er die Zaterdag niet in
het kleine stadion van de Wembley Rovers, bij
elkaar misschien geen 3000 toeschouwers. De men
sen hadden geen vertrouwen meer in de Rovers en
gingen liever naar de Arsenal of de Spurs kijken.
Maar die 300 lieden werden toch op 'n héél vreemd
schouwspel getracteei-d.want om precies half
drie stormden de Rovers het veld op met in hun
middeneen aangeklede aap, een aap in een
groene trui en een pet op z'n kop.
eilanden moet belasten, een conse
quentie, die niet alleen onuitvoerbaar
is met het oog op 's Rijks schatkist,
maar ook omdat het Rijk met een
taak zou worden belast, die niet de
zijne is.
Dat Zeeuwsch-Vlaanderen over de
weg via België te bereiken is, kan
ook als een omstandigheid worden
beschouwd, waardoor Zeeuwsch-
Vlaanderen in een gunstiger positie
verkeert dan de eilanden, die in het
geheel niet over de weg zijn te berei
ken.
Van een gevoel van achteruitstel
ling behoeft bij de bevolking van
Zeeuwsch-Vlaanderen geen sprake te
zijn. Ook bij invoering van veergel
den volgens een tarief, zoals de mi
nister zich dat gedacht heeft, zal toch
slechts een matig percentage van de
werkelijke kosten uit de ontvang
sten kunnen worden bestreden.
De minister is in overleg met zijn
ambtgenoot van Sociale Zaken over
de vraag, of er aanleiding is, in ver
band met mogelijke invloed van de
heffing op de mate, waarin Zeeuwsch-
Vlaanderen reeds thans voor de ar
beiders in de daar gevestigde indus
trie van Belgische arbeidskrachten
afhankelijk is. daarmede rekening te
houden. Dit geldt uiteraard ook voor
wat betreft het aanbod van werkne_-
mers in verband met de industriali
satie in Zeeuwsch-Vlaanderen. Het
gratis vervoer van vrachtauto's kan
enige voorsprong geven op concurre
rende bedrijven, die elders zijn geves
tigd, doch dit is een argument, dat
niet kan worden gehanteerd.
De minister ziet niet, hoe door
overleg met het provinciaal bestuur
van Zeeland een bevredigende oplos
sing zon zyn te bereiken, daar dit be
stuur tot nog toe zich op het stand
punt heeft gesteld, dat de provincie
Zeeland niet kan bijdragen in het te.
kort, maar dat niettemin de bestaan
de vrijdom van veerrecht moet wor
den gehandhaafd.
De vraag of het juist is, dat door
de vrije veren een vervoersversehui-
ving heeft plaats gevonden van het
water naar de weg, kan bevestigend
worden beantwoord. Het spreekt wel
vanzelf, dat goederen, die voorheen
door beurtschippers uiteraard niet
gratis over de Schelde werden ver
voerd, thans in auto's worden gela
den en met de vrije veren worden
overgebracht. De minister beschikt
niet over cijfers betreffende deze ver
schuiving. Wel heeft hem een adres
bereikt van de Beurtvaartvereniging
„Zeeuwsch-Vlaanderen", waarin wordt
gewezen op de afslachting van het
beurtvaartbedrijf door het gratis ver
voer en steunmaatregelen worden
verzocht voor de in hun bedrijf ge
dupeerden.
De minister blijft dan ook op het
standpunt staan, dat heffing van een
matig tarief redelijk is.
VISSERSHAVEN VLISSINGEN
Klachten over onvoldoende toestand
van de vissershaven te Vlissingen
hebben de minister niet bereikt. Ove
rigens wijst hij erop. dat de exploi
tatie van deze haven in handen is
van de gemeente Vlissingen.
HAVEN BRESKENS.
De vraag of de gemeente Breskens
nog rekening kan houden met de mo
gelijkheid van aanleg van een bin
nenhaven op lange termijn, dient, al
thans wat het kader van de thans
binnen de gezichtskring vallende
plannen op Rijkswaterstaatsgebied
betreft, ontkennend worden beant.
woord. Voor het wederopbouwplan
van Breskens is als uitgangspunt te
nemen, dat deze gemeente zal be
schikken over een afdoend verbeter
de buitenhaven. Verwacht wordt dat
de in 1950 nit te voeren werken de
capaciteit van de haven reeds dade
lijk zullen vergroten.
SLUIZEN.
Van een afspraak over het tijdstip
van herbouw van de sluizen te Vlis
singen in verband met de vordering
van de herstelling van de binnenha
vens is de minister niets bekend. Het
ligt inderdaad in het voornemen bo
ven het bedrag dat in 1949 voor de
herbouw van deze sluizen niet is be
steed voor 1950 nog 1 millioen uit
te trekken en dus ongeveer 2 mil
lioen in dit jaar te besteden. Ook bij
dit wederopbouwwgrk heeft de nood-
Het Wereldgebeuren
Amerika's
Azië-beleid
De reeds nu bekokstoofde benoe
ming van de heer Merle Cochran
tot eerste Amerikaanse ambassa
deur bij de komende souvereine Ver.
Staten van Indonesië ontlokte een
tegenstander van de regeringspoli-
tiek de opmerking: De eerste Ame
rikaanse Gouverneur-Generaal voor
Inddë.
De heer Weiter liet zich tijdens
het tweede Kamerdebat over de
souvereiniteitsoverdracht eigenlyk
in gelijke geest uit. Hy citeerde al
thans met instemming de bewering,
dat de beide Angelsaksische mach
ten reeds nu in Indonesië stryden
om de buit, die Nederland heeft
prijsgegeven. Afgezien daarvan of de
betiteling „bult" voor een der toe
komstige partners in de Unie politiek
tactvol genoemd kan worden, geeft
een dergelijke bewering toch wel
aardig een veel verbreide populaire
opvatting weer. De houding van de
Amerikanen inzake Indonesië komt
velen onbegrijpelijk en afkeurens
waardig voor. Nu is het wat sim
plistisch geformuleerd wanneer men
zegt „de Amerikanen" willen zus of
„de Amerikanen" willen zo. De uit
drukking „de Amerikanen" is alleen
feschikt voor bittertafel-discussies,
n werkelijkheid is de Amerikaanse
politiek de resultante van allerhan
de stromingen, van druk en tegen
druk. Die politiek wordt uiteindelijk
bepaald door het State Department,
met minister Acheson,, zijn advi
seurs en zijn hoofdambtenaren als
de grote mannen. Uiteraard echter
wordt op dit departement van bui
ten invloed uitgeoefend. Het Penta
gon, het hoofdkwartier van de lei
ders der strijdkrachten en van de
ontwerpers der militaire strategie
heeft zyn zegje in de beslissingen,
de ondernemingen met grote zake
lijke belangen in Indonesië maken
hun wensen kenbaar en de publieke
opinie zoals die in pers en radio
tot uiting komt, vormt een niet te
verwaarlozen factor.
Acheson met zijn diplomaten en
adviseurs gemakshalve aanduidend
als „Washington", kan zeker ge
constateerd worden, dat Washington
de kwestie Indonesië tot dusver
heeft beschouwd als een onderdeel
van de Amerikaanse politiek in Azië
in zijn geheel. Het algemene doel is
de laatste maanden onmiskenbaar
het stuiten van de opmars der com
munisten. De rode omwenteling in
China is een gebeurtenis, waarvan,
de gevolgen nog moeilijk te peilen
zijn.
Dat deze omwenteling de klok op
vijf voor twaalf heeft gezet en dat
het er Washington alles aan gele
gen is een verdere uitvloeiing van
de invloed van Moskou in Azië te
verhinderen, is duidelijk. Naar een
vastomlijnd plan met bijbehorende
strategie wordt nog steeds gezocht;
de reizende ambassadeur ds. Jessup
maakt daarvoor op 't ogenblik een
rondreis door Azië. Maar de contou
ren van zulk een plan beginnen zich
reeds af te tekenen.
De propaganda vanuit Moskou
probeert vooral vat te kragen op
de nationalistische bewegingen. Over
al in Z. O. Azië zijn het de commu
nisten zeer gering vaak in aan
tal die het nationalisme aan het
gisten brengen, ervoor zorgend
steeds radicaler te zijn dan de lei
ders, voor wie Moskou geen Mekka
en Stalin geen profeet is.
Een anti-koloniale politiek in mil
der vorm is voor Washington het
enige tegengif. Achésons adviseurs
in Aziatische zaken zijn het er over
eens dat de V. S. de communisten
het aureool van vrijheidsstrijders by
uitstek moet ontnemen door het
bona fide nationalisme te steunen en
aan reeds zelfstandige regeringen
economisch hulp te bieden Een
Marshall-plan voor Azië is in de
maak. Om die reden heeft Washing
ton van harte ingestemd met de
overdracht van de souvereiniteit aan
India en Pakistan. Pandit Nehroe is
bij zijn jongste bezoek aan de V.S.
met het grootste eerbetoon ontvan-
~en. Om die reden ook komen uit
Amerikaanse monden weinig goede
woorden voor het Franse optreden
in Indo-China. Om dezelfde reden
heeft Washington van meet af aan
de Republiek gesteund en druk uit
geoefend om te koersen in de rich
ting, die ter R. T. C. is gevolgd.
Dit is natuurlijk in kort bestek
slechts één facet van de zaak. Een
facet echter, dat vaak al te zeer ver
waarloosd wordt by het zoeken naar
een verklaring van Amerika's hou
ding. Voor ons land zyn de positie
van de minderheden, van Nieuw-
Guinea, de tekst van het Uniesta
tuut, de economische regelingen enz.
detailkwesties van groot gewicht.
Voor Amerika, dat wereld-politiek
voert en alles in ruimer perspectief
moet zien, is geheel Indonesië een
detailkwestie.
Verwerping van Amerika's hou
ding jegens Indonesië houdt in ver
werping van het Amerikaanse be
leid in geheel Azië.
zaak van bezuiniging op de Rijksuit
gaven ertoe geleid, dat overwegingen
met betrekking tot het nadeel, dat de
gemeenschap in ander opzicht door
het uitstel ondervindt, niet kunnen
praeveleren.
LANDAANWINNING.
De minister is van oordeel, dat
moet worden voortgegaan met de in
dijking van daartoe rijpe gronden in
Zeeland, voor zover dit economisch
verantwoord is en geen andere ge
wichtige belangen zich daartegen
verzetten. Hierby moet evenwel in
het oog worden gehouden, dat ook
met de middelen en werken tot ver-
snelling van de opslibbing dit proces
toch betrekkelijk langzaam verloopt.
De plannen voor de bedijking van
de Braakman zijn in vergevorderde
staat. Gehoopt wordt In 1950 met- de
eerste voorbereidingen voor de uit
voering t« kunnen beginnen.
LUCHTVERKEER.
De minister ziet in Iucbtverblnding
een faetor voor de oplossing van ver
voersproblemen van Zeeland. Over
leg ter zak® van het vliegveld-vraag
stuk Is met het bestuur der provincie
nog steeds gaande.