OUD-LONDEN HERRIJST UIT ZIJN AS DE ZWARTE ORCHIDEE HOE EISENHOWER ZONDER SLAG PANTELLARIA KON INNEMEN Historische gebouwen worden weer in antieke stijl opgetrokken WEINIG KRACHTSVERSCHIL IN GEWESTELIJK KAMPIOENSCHAP DONDERDAG 24 NOVEMBER 1949 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 9. Schoonheidskuur van een gehavende wereldstad. (Van onze correspondent) LONDEN, Nov. Tussen de zwartgeblakerde muren van de historische Middle Temple Hall, achter Londen's beroemde gerechtshoven, wordt hard gewerkt aan de samenstelling van een van 's werelds grootste legpuzzles. De duizenden schenen en brokken van het beroemde Renaissance inter- rieur, dat in 1940 tot gruizelementen werd gebombardeerd, worden er zorgvuldig aan elkaar gepast. Destijds had men dit waardevolle, histori sche gruis maar haastig in grote zakken opgeveegd en ter verdere bevei liging in de keldergewelven onder de gerechtshoven opgeslagen. Nu heeft men deze zakken te voorschijn gehaald en het Jobswerk Is begon, nen. Niet alleen wordt het beeldhouwwerk opnieuw uit de scherven gecon. strueerd, maar ook het bewaarde verbrande houtwerk is een waardevolle gids om het gebouw weer precies in zjjn oude vorm op te trekken. Naar men hoopt zal de restauratie van de beroemde „Minstrels Gallery" van de Middle Temple binnen enkele maanden voltooid zijn. De reconstructie van de Hall zelf, die in 1576 door Koningin Elizabeth geopend werd, en waar naar men zegt, Shakespeare in 1602 in eigen persoon is opgetreden tijdens een voorstelling van zijn „Twelfth Night", zal echter nog enkele jaren in beslag nemen. Deze restauratie-ijver geldt ech ter niet alleen voor de Middle Tem ple. Heel Londen is momenteel een „gespalkte" stad. Langzaam maar zeker worden alle oorlogsgewonden genezen, hoewel er vele littekens zullen overblijven. Sinds de oorlog zijn er meer dan zes millioen ramen opnieuw van glas voorzien. Alle bo vengrondse schuilkelders zijn nu ein delijk opgeruimd, hoewel de onder grondse nog steeds onderhouden en schoongemaakt worden en de ven tilatiesystemen regelmatig worden nagezien. Hoewel het tekort aan ar beidskrachten en materialen de re constructie van Londen grotendeels vertraagd heeft, is de reeds tot stand gekomen metamorphose van de stad indrukwekkend. Ruim 112.000 daklo ze gezinnen, die sinds de bombarde menten in rustcentra hebben moeten wonen, zijn inmiddels onderdak ge bracht in die huizen, die nog te re pareren waren, en zo goed en zo kwaad het ging zijn opgelapt. Hele straten, met name in Zuid-Londen, hebben door deze nood-reparaties een nieuw aanzien gekregen. Waar van de huizen van gemiddeld vier of vijf verdiepingen de bovenste étages af gebombardeerd waren, heeft men, om de her-behuizing te bespoedigen, in vele gevallen de nieuwe daken tijdelijk maar meteen op de tweede of derde verdieping gezet, zodat vooral in de dichtbe volkte wijken ten Zuiden van de Theems een onnoemelijk aantal stra ten tot hun halve huizenhoogte zijn teruggebracht. Behalve deze impro visaties zijn er sinds de oorlog op gebombardeerde plekken in totaal 30.000 tijdelijke woningen gebouwd (de zgn. „prefabs"), terwijl van de permanente nieuwbouw er nu 71.000 huizen voltooid en nog 33.000 in aanbouw zgn. Ruim 50.000 dakloze gezinnen, die nog nooit een huis be zeten hebben niet te verwisselen met de bovengenoemde 112.000 uit- gebombardeerden en met priori teit op de wachtlijst voor huizen staan, wonen in door de regering overgenomen leegstaande, lichfoe- schadigde gebouwen, die tijdelijk tot kleine flats zijn omgebouwd. HET „HOUSE OF COMMONS." De opbouw van het nieuwe Lager huis ln Wetminster nadert zijn vol tooiing. Het oude „House of Com mons", naast de onbeschadigde Big Ben, werd met de grond gelijk ge maakt tijdens een bombardement bij maanlicht op 10 Mei 1941, dat vijt uur duurde. Sindsdien heeft de Brit se Tweede Kamer zitting gehouden in het aangrenzende slechts licht be schadigde „House of Lords" (Hoger huis), terwijl de „Lords" zelf in een ander deel van dit gebouw vergade ren. Het nieuwe Lagerhuisgebouw, d%t op precies dezelfde plaats wordt opgebouwd, wordt steen voor steen, en balk voor balk een herhaling van het oude vernielde gebouw. Dezer dagen heeft men al de laatste hand aan het dak geleed en de geheel in eikenhout gebeeldhouwde zoldering is reeds aangebracht, alles opnieuw geconstrueerd aan de hand van oude prenten. Het luchtverversingssy steem en de acoustiek van het nieu we Lagerhuis zullen een hele ver betering zgn vergeleken met het oude gebouw, dat nog tochtiger was dan de gangen van de Londen- se ondergrondse spoorwegen. Dertig beeldhouwers zgn momenteel bezig de inwendige decoraties aan te brengen, onder het toezicht van de architect, Sir Giles Gilbert Scott. Op voorstel van Churchill is een der gebeeldhouwde stenen bogen ge maakt van aan elkaar gelijmde brok ken uit de ruines van het oude ge bouw, als historische herinnering hieraan. Indien alles vlot gaat, hoopt men in de zomer van 1950 t nieuwe Lagerhuis in gebruik te ne men, waarna de „Lords" wederom hun hele Hogerhuis ter beschikking zullen krijgen. Ook de oorlogsschade aan Buck ingham Palace is zo goed als her steld. Vier zware bommen raakten het paleis in 1941, toen de Koning en Koningin er juist op weg naar toe waren na een weekend te Wind- Strop van 160.000 voor Gouda. Maandagavond zou de gemeenteraad van Gouda de begroting voor 1950 in be handeling nemen. Groot was echter de verbazing, toen de burgemeester van Gouda, mr. dr. F. O. James, na de opening mededeelde, dat hij juist van de minister van financiën bericht had ont vangen. dat de opbrengst uit omzetbe lasting over 1950 voor Gouda niet geschat moest worden op f 510.000, zoals de mi nister op 15 Augustus j.l. had medege deeld, maar op f 350.100. hetgeen een plotseling tekort van f 159.100 betekent. Alle fracties op één na waren van me ning, dat aan de ingediende begroting een belangrijk hoeksteen was komen te ontvallen; besloten werd daarom de be handeling van de begroting op te schor ten. Arneuran Bevan, de Britse minister van volksgezondheid en huisvesting. H(j heeft een belangrijk aandeel in het totstand komen van bouwplannen. sor te hebben doorgebracht. De ka pel van het paleis werd volkomen verwoest, de meeste ramen sloegen uit de gehele rechtervleugel, de voor gevel werd zwaar beschadigd, terwijl aan de achterkant de zuilengalerij en het zwembad in de tuinen vernield werden. Met uitzondering van het in terieur van de kapel is alles nu gere pareerd. Voor bet paleis staan sinds kort weer de schildwachten in hun scharlaken rode uniformjasjes, met zwarte broek en dito berenmutsen. Tot jaren na de oorlog hebben zij niet uit hun oorlogstenue battledress en helm kunnen stappen, omdat hun parade-uniformen, speciaal de beren mutsen ervan, sinds 1939 door de motten waren opgegeten en hier geen prioriteit voor werd verstrekt. BESTAND TEGEN BOMMEN Londense historische vest© en mid deleeuwse gevangenis, de Tower of London, bleek te solide gebouwd voor de bommen der Duitse vandalen. On danks het feit, dat dit fort aan de Theems op de nachtroute van de Luftwaffe lag, sprongen Hitler's bom men van de drie meter dikke muren van de Tower af als kiezelsteentjes van een olifant. Slechts de veel later aangebouwde noordelijke bastiontoren en een der modernste garnizoensgebouwen van de Tower werden vernield. De opbouw hiervan is voorlopig te duur en niet noodzakelijk. Andere gebouwen langs d.e Theems, zoals bijv. het bijna met de grond gelijk gemaakte grote St. Thomas hospitaal, hebben het zwaar te verduren gehad „Old Father Tha mes" was nl. de grootste kopzorg van de Londense luchtverdediging. Dwars door de gitzwart verduisterde wereldstaxi lag de rivier bij maan licht als een glinsterend breed wit lint, een feilloze reisgids voor de he ren der Luftwaffe tijdens hun bom bardementen van 1940 en 1941. Het was dan ook tijdens volle maan, dat het oude Lagerhuis, eveneens langs de Theems gelegen, gebombardeerd werd. Ook de Londense dokken moesten het bij maanlicht ontgelden. Deze zijn vrijwel alle opgelapt, maar mijlen lange rijen uitgebrande skeletten van silo's en enorme opgestapelde puin hopen aan de zuidelijke oever van de Theems zijn nog stille getuigen van de uitgestrekte verwoestingen, die daar en overal ook in het dichtbevolk te Zuid-Londen zijn aangericht. WEST.END In het West-End van Londen is al le schade zo goed als hersteld, al zijn er nog vele gapende plekken. Midden op Piccadilly, rondom de ruïne van de platgegooide St. James-kerk, is nu een bekoorlijk bloementuintje aange legd als rustplekje voor ouden van dagen. Bg het standbeeld van Nelson op Trafalgar Square zgn de fonteinen gerepareerd en sproeien weer lustig hun water over mensen en duiven. De ramen van Whitehall, het cen trum der regeringsdepartementen, zijn versierd met honderden bloem bakken met gele chrysanten, afkom stig uit de koninklijke tuinen. Ruim zestig duizend Nederlandse tulpenbol len zijn zojuist geplant in Hyde Park, ter opluistering van de voor jaarsparade. Langzaam maar zeker komt het gehavende Londen als her nieuwd uit zijn schoonheidskuur te voorschijn. In elke straat heerst be drijvigheid. Om de paar honderd me ter ziet men ploegen wegwerkers waarvan doorgaans vier toekijken en twee werken bezig met pneumati sche boren om de tijdens de oorlog haastig opgelapte wegen nu perma nent te herstellen. Een nieuw opgerichte firma, die wel de meest zichtbare bijdrage le vert aan de Londense schoonmaak, heeft een middel uitgevonden om het duimendikke zwarte roet van Lon den's grote, oorspronkelijke witte ge bouwen af te krabben. Driehonderd ploegen werklui twaalf man per ploeg zijn hier nu door heel Lon den mee bezig. Om het andere gebouw lijkt wel gespalkt. Of het word'; ge restaureerd, of het zijn stellages van de roetafkrabbers, die door middel van handmachines een sissende stoom ontwikkelen en de gevels van bruin zwart tot glanzend geelwit omtove ren. ONZE DAMRUBRIEK. Alle partijen remise. Nu de eerste ronde om het persoon lijk kampioenschap van het Zuidelijk ge west gespeeld is, kan worden vastgesteld dat de krachten van de Limburgse, N. Brabantse en Zeeuwse kampioenen wei nig uiteen lopen. De drie gespeelde partijen eindigden allen in remise, zodat de tweede en laat ste ronde met gelijke stand (elf 2 pnt.) wordt ingegaan. Het staat welhaast vast, dat degene, die in deze ronde één partij zal weten te winnen, zich kampioen voor het. Zuiden zal kunnen noemen. Zoals bekend is deze dan gerechtigd evenals de Noordelijke en Oostelijke kampioen deel te nemen aan de voorronde van het kampioenschap van Nederland. De Zeeuwse vertegenwoordiger speel de remise in zijn partijen tegen Harvink en v. Rijen. Vooral in de verdediging toonden zowel de Brabander als de Lim burger zich ware meesters en het mocht ondanks materieel voordeel, dan ook niet gelukken in een der partijen de winst af te dwingen. Wit: L. Anderson Goes. Zwart: J. van Rijen Tilburg. 1. 32—28 20—25 2. 31—27 19—24 37—32 14—19 4. 41—37 10—14 5. 46—41 5—10 6. 36—31 17—21 7. 41—36 21—26 8. 34—30 25X34 9. 40X20 15X24 10. 45—40 18—23 Inplaats van 8. 3430 kwam ook ln aan merking 27—22 (18 X 27) en 31X22. met scherp aanvalsspel. Ook bij de 10e zet was deze voortzetting mogelijk geweest. Het al of niet nemen van een dergelijke oortzetting is een kwestie van tactiek en van persoonlijke voorkeur. 11 40—34 12—18 12. 27—22 18 X 27 13. 31X22 11—17 14. 22X11 6X17 Nu wit het ogenblik voor 27—22 gunstig achtte is Zwart er als de kippen bij om de inderdaad lastige voorpost op 22 on schadelijk te maken. 15. 50—45 7—12 16. 44—40 17—22 Inplaats van 15. 5045 is bij nader inzien 36—31 wel beter, daar Zwart nu gele genheid krijgt tot een afbrekende ruil. 17. 28X17 12X21 18. 34—29 23X34 19. 40X20 21. 36—31 23. 32X41 25. 44—40 27. 42—37 14X25 8—13 10—14 3— 8 1— 6 20. 32—28 22. 37—32 24. 49—44 26. 39—34 28. 34—29 12—18 26X37 2— 7 8—12 18—23 ver- Kansrijker ware geweest 28. 43- hindert 21—27 of 12—17 met 28—23, enz. doch het belangrijkste is wel, dat hier door meer druk wordt uitgeoefend op de Zwarte stelling, waarbij de randschijf op 25 goede diensten kan bewijzen. 29. 29X18 12X32 30 37 X 28 7—12 31. 35—30 25X34 32. 40X29 12—18 33. 43—39 21—26 34. 41—37 18—22 Zwart breekt rustig alles af en het wordt reeds duidelijk, dat bij dit systeem de winstmogelijkheden zeer beperkt blij ven. 35. 28X17 37. 45—40 39. 34—30 41. 33—28 43. 48—42 45. 30—24 47. 29—23 19—23 16—21 21—27 6—11 11—17 13—18 8r-12 36. 29X18 38. 40—34 40. 39—34 42. 34—29 44. 28—23 13X11 9—13 11—17 17—21 27—31 17X 8 21—27 (Er dreigde 23—18, 33—28 en 47X16). i. 24—19 14—20 50 33—29 4—10 51. 1913 1014. De volgende interes sante stelling is nu ontstaan: Wit: 6 schijven op 13. 23. 29. 37. 42 en 47. Zwart: 6 schijven op 12. 14, 20. 26. 27 en 31. Wit forceert nu met het offer 139 doorbraak. Ook het offer 138 was mo gelijk geweest, doch dit leidt als volgt tot remise: 13—8 (12X3) 23—18 (3—8«) 29—24 (20V29) 18—13 (8X19 37—32 (27X38) 42X13 <14— 19!) 13X24 31—37) 24—19 (26X31) 19—14 (31—36) 14—10 36—41) 37—42 remise. Er werd daarom besloten tot: 52.13—9!- 14X 3 53.23—19 20—25!! 54. 19—14 25—30 55. 14—10 30—35 56. 10— 5 35—40 57. 5—28 4045 58. 28—50. Wit vangt de zwarte schijf juist op tijd op, m§ar Zwart voert de par tij als volgt onberispelijk tot remise: 58. 12—18 59. 29—24 18—23 60. 24—20 3— 9 61. 50— 6 31—36 62. 6—50 23—28 63. 50X 4 45—50 64. 4X35 16X27. Remise. A. FEUILLETON 44 De hemel in het Oosten was door groen en roze tot goud aangewarmd en nu schoten de eerste rechte Zonne stralen over de stad, lange schaduwen voor zich uitwerpend en het gehele toneel verguldend. Toen Hulpé vertaald had, hief de Jivanté zijn gebalde vuist omhoog en naar Sam en Mary kijkend, sprak hij op luide en strengen toon. Hulpé rapporteerde: „Hij zegt: Kan praten een moord goed maken?" Eèn van de jonge mannen uitte een jachtkrcct en begon recht naar voren te lopen. De rest verspreidde zich aan weerskanten van het door hem ge volgde spoor. Zodra hun gebleken was, dat het spoor het juiste was, voegden zij zich in een enkele co lonne achter hun voorganger. Over een zekere afstand gingen zij door de lage bosjes, die zich onder de met ranken behangen hogere bomen bevonden. Hoe verder zij zich van de open plek verwijderden, des te dich ter werd deze boomgroei. Met alle macht trachtend haar gedachten in 'n logische redenering om te zetten, stond Mary hen na te kijken tot de glans van de opkomende zon op de ruggen van de jagers verdween, toen zij het dichte groene bos ingingen. Toen draaide zij zich met een ruk om naar Sam. ,Dit is afschuwelijk. Ze zullen hem misschien doden! Doe dan toch iets!" Niet minder van streek, vroeg Sam: „Wat kunnen we doen?" Haar blik ging over de gestalten van de mannen met hun grove zwarte haar, hun platte gezichten met grote witte tanden en heldere bruine, op die van honden lijkende ogen, die om hen heen gedrongen stonden. door ALLAN SWINTON Zij wees op de leiue.. dat die man ze terug doet komen. Dwing hem er toe! Haal een revolver! Schiet iemand neer. Doe wat je wilt maar noodzaak hem er toe!" Sam schudd het hoofd. „Dat is Hol- lywood-gepraat". Woedend zei zij: „Een man zou het doen. Hugh zou het doen". Sam beet zich op de lippen en zweeg. Er kwam enige beweging onder de mensen, die om de hut heen stonden, toen in de deuropening twee mannen verschenen, die Don Arturo's magere, oude lichaam droegen. Bleek en sprekend in haar stijve school-Spaans beval Mary aan Hulpé: „Zeg hun dat zij het weer neerleggen. Wij zullen voor hem zorgen". Toen Hulpé sprak, keerde ieder ge zicht zich met vijandige blikken tot hem. Hulpé vertaalde: „Zij zeggen, hij was hun vader en hun moeder en hij be hoort aan hen. En zij zeggen, dat wij niet welkom zijn en hun ongeluk ge bracht hebben en dat wij weg moe ten gaan, anders zullen zij ons kwaad doen". Op vriendelijke toon zei Sam tot Mary: „Het is waar. dat hij tot hen behoorde, weet je. Hij had ons soort mensen achter zich gelaten en had zich bij hen gevoegd. Laat ze hem hebben. Ik geloof, dat zij hun doden in ranken vlechten en dan in de bomen hangen. Dat zou hij ook gewild hebben, geloof je niet? Kom mee en laten we zien, dat we weer tot ons zelf komen". Hij nam haar arm en zij drongen door de menigte blote lichamen heen, die hen met gemelijke gezichten doorliet. Hij nam haar mee naar de andere kant van de open plek aan de voet van de rots, die behangen was met de bloe men van de dode. Zij gingen op een rotsblok zitten en zij trachtte zichzelf weer meester te worden. „Maar", barstte zij los, „dit is een voudig onmogelijk! Hij kon een oude man niet neerslaan. Het zat niet in hem om zo iets te doen. Daar ben ik zeker van". Op ietwat angstige toon vroeg Sam: „Maar wie deed het dan? Hij heeft er op 'n avond tegen jou op gezinspeeld, om op de een of andere manier het logboek in handen te krijgen, of om er met dat verhaal van die Zwarte Or chidee het een of ander mee uit te halen? Hij heeft het misschien gepro beerd en het is scheef gelopen". „Hij zou dit niet hebben kunnen doen. Ik weet, dat hij 't niet zou heb ben kunnen doen", herhaalde zij. Weer vroeg Sam: „Wie deed het dan? Wat deed hij dan zo vroeg op, voor er iemand anders was opgestaan, terwijl hij niet bij de muildieren was? En waar is hij nu?" Ofschoon iedere vezel in haar li chaam tegen het idee in opstand kwam, kon zij hierop geen antwoord geven. In verdrietige gedachten ver zonken bleef zij zitten, tot de grote miereneter, die naderbij geschuifeld was, met een vriendschappelijk ge grom tegen haar been stootte. Het contact scheen haar geest van een band te bevrijden en zij riep uit: „Ik weet het. Het is Hulpé. Was hij niet gedurende enige jaren met grootvader in de jungle? Hoe weten wij, wat er tussen hen bestond. Toen ik zo juist in het kamp kwam, was hij er niet. Hij kwam eerst later binnen". „Deed hij dat?" zei Sam, voor wie deze inlichting iets geheel nieuws was. „Ja. Zijn beddegoed was ongebruikt en hij was niet in het kamp. Toen overviel mij een eigenaardig gevoel en toen ik mij omdraaide, stond hij als een doodshoofd achter mij". „Het zou mogelijk zijn", gaf Sam toe. „Hij was in het gezelschap van Don Arturo, toen hij deze stad vond. En toen je grootvader bemerkte, dat hij ons hierheen geleid had, heeft hij hem uitgevloekt. Maar dan is er nog altijd het logboek. Het is weg. Zou Hulpé dat willen hebben"? (Wordt vervolgd) Op een V.N.-receptie to New York was niet veel meer te merken van het bittere debat, dat kort daarvoor Wisjtnsky, Astin en McNeil als kempha nen tegenover elkaar had gebracht. Op de foto z(jn de drie afgevaardigden een en al hartelijkheid en beminlykheid. In het midden staat de president van de algemene vergadering, Carlos Romulo. Burgemeesters van Noordzee- gemeenten kwamen bijeen. De in 1947 opgerichte kring van burgemeesters der Noordzee-lcustge- meonten vertoefde Maandag te Rot terdam. Ten stadhuize werd een ver gadering gehouden, waar gemeen schappelijke problemen van deze ge meenten onder de ogen werden ge zien. Nieuwe toneelgroep in Amsterdam te verwachten. De toneelspeler Guus Oster is teza men met Johan de Meester en Han Bentz van den Berg bezig een nieuwe toneelgroep te vormen. Het ligt in de bedoeling een ensemble van ongeveer 35 man samen te stellen. Een aantal leden van Comedia, onder wie Ank van der Moer, Ton Lutz en Mimi Boes- nach en voorts een tweetal van het Amst. Toneelgezelschap, Rob de Vries en Johan Fiolet, zullen aan het nieu we gezelschap medewerken. Het is niet uitgesloten, dat krachten, die nu nog verbonden zijn aan het Rotter dams Toneel en de Haagse Comedie tot de nieuwe groep getrokken wor den. Ook Mary Dresselhuys, die als gast bij Comedia optrad, zal zich bij het nieuwe gezelschap aansluiten. De heer Oster, wenst bij een eventuele benoeming van een vaste bespeler van de Amsterdamse Stadsschouwburg in aanmerking te komen. Enquête onbewaakte overwegen. Op een verzoek van de K.N.A.C. om de ongeveer 650 onafgesloten overwegen ge legen in verharde wegen te doen bevei ligen. besliste minister Spitzen, dat om verschillende redenen daartoe niet kon en ziins inziens ook niet behoefde te wor den overgegaan. Het ligt echter in de be doeling van de minister het aantal aan wezige knipperlicht-installaties in de eerstvolgende jaren te verdubbelen, dus uit te breiden tot 100 stuks. De minister •erzocht aan de K.N.A.C. om opgave van de urgentie van de beveiliging van deze overwegen Een eerste urgentielijst werd bereids ingediend. De K.N.A.C. heeft een beroep gedaan op alle weggebruikers haar mededeling te doen van de overwe gen. welke naar hun gevoelen het eerst voor beveiliging door middel van knip perlicht, dan wel op andere wijze (her stel der afsluiting) in aanmerking komen. 31 gevangenen ontvlucht in Soerabaja. Zondagnacht zijn 31 gevangenen ontvlucht uit de gevangenis in de Werfstraat te Soerabaja. Binnen een uur arresteerde de politie tien van hen. Nieuw Tweede Kamerlid, In de vacature ontstaan door het ont- slagnemen van prof. dr. J. J. Gielen, is tot lid der Tweede Kamer benoemd de heer C. W. van de Broek (KVP) te Roo sendaal. LEZERS SCHRIJVEN... COLIJNSPLAAT GERED. Met belangstelling heb ik het stukje gelezen „Hoe Colljnsplaat gered werd van vernietiging". U moet weten, dat ik de heer Neerhout gebracht heb naar de her berg van de heer Wijnis Westerweele, zoals hij in de volksmond wordt genoemd. Wij zijn allen erkentelijk voor hetgeen de heer Neerhout heeft aangedurfd. Toch verwondert het mij. dat hij gezwegen heeft over twee personen, die ook er bij betrokken waren namelijk M. Fortuin en L. Geelhoed, die even later bij de O.D. en de Irene Brigade kwamen. Vooral M. For tuin had genoemd moeten worden. Hij was boerenknecht bij de Regt en hij liep de Duitsers recht in de armen. Zij dwon gen hem een handje mee te helpen. Bij de sluis echter moest de wagen stoppen en naar boven geduwd worden. Fortuin heeft toen de kans waargenomen het was erg donker om te vluchten. Hij wierp zijn klompen uit en rende op z'n sokken langs de modderige weg naar het dorp. Op een paar honderd meter van de sluis woont kort aan de dijk de heer L. Geelhoed, die Fortuin aan droge sok ken hielp en samen met hem naar de O.D. ging. Eerst konden wij het bericht van de heer Neerhout moeilijk geloven, mede omdat hij ons onbekend was. Toch heb ik de Irene-brigade gewaarschuwd. Toen M. Fortuin mij daarna mededeelde, dat het inderdaad Duitsers waren, bestond er geen twijfel meer. Ik zelf heb de raad gegeven aan de commandant van de wacht om onmiddel lijk de kapitein of wie hlij ook was te •aarschuwen en niet eerst naar de Engel sen te gaan. want die zouden ons niet kunnen verstaan. Daarna ben ik met een •achtpost meegegaan naar de Westzijde van het dorp aan de nieuwe weg. Colijnsplaat. K. C. DE FOUW. Be Italiaanse verdediging was een warboel. (Van onze correspondent). ROME, Nov. Aan een kort gele. den bekend geworden onderzoek van de Italiaanse journalist Tommaso Besozzi over de capitulatie van de tussen de Noord-Afrikaanse kust en Sicilië gelegen Italiaanse vesting Pantellaria, die indertijd d,e gehele wereld in verbazing bracht, ontlenen tvy de volgende interessante détails. De reeds voor de oorlog door het fascistische regiem gepropageerde onoverwinnelijkheid van het eiland was niets dan bluf. Om de passerende Britse schepen van hun sterkte te overtuigen, plaatsten de Italianen batterijen zonder enige dekking aan de oever van de zee. Zij warenvan zee uit mijlenver zichtbaar, doch er was er geen onder, die een reikwijdte had. In de propaganda werd gesproken van 54 kustbattergen op Pantellaria; in werkelijkheid waren het er echter niet meer dan 21, waarvan 17 met een kaliber van 76/40. Later, tijdens de Amerikaanse bombardementen, werd nog een batterij van het kaliber 90 naar Pantellcria gebracht, die echter nooit een schot gelost heeft, aange zien de munitie „abusievelijk" naar Let eiland Larr^vdusa gezonden was. De bouw van een haven werd nooit beëindigd en ook het geprojecteerde steunpunt voor onderzeeboten op Pantellaria is nooit zover klaargeko men, dat het maar één enkele onder zeeboot kon opnemen, ofschoon de desbetreffende werkzaamheden reeds in 1936 waren begonnen. Toen de Amerikanen half Mei 1943 het eiland begonnen te bombarderen, dat Sicilië en het Italiaanse vasteland (Ingezonden mededeling). moest beschermen tegen de aanvallen van de tegenoverliggende kust van Noord-Afrika, waren in korte tijd bijna alle zo luid geprezen verdedi gingsbatterijen van het tapijt ver dwenen. Begin Juni was de vesting één puinhoop. (Slechts 1/5 gedeelte van de Amerikaanse bommen viel op niet-militaire doelen). Alle telefoon- en waterleidingen waren vernield; de 15.000 man bezetting zat heelhuids in de kelders te wachten tot alles voorhij was. Speciale vliegtuigen brachten drinkwater van Sicilië, waarvan geen druppel gedronken kon worden, om dat de vaten voordien benzine hadden bevat en niet schoongewassen waren. EEN VERGISSING. Na de bombardementen gebeurde 't meest verrassende! Toen de Ame rikaanse landingsvloot met de kruiser ..Aurora" aan de top. waarop zich ge neraal Eisenhower bevond, Pantella ria naderde, hield de gehele bezetting van de vesting, van de eenerale staf tot de laatste soldaat, het Amerikaan, se schip voor een Italiaans bevrij. dingscommando. Niemand loste een schot. Eerst toen deze vloot een regen van schoten over de verraste Italianen liet neerdalen, begreep men de ver gissing. De laatste stoot werd gege ven door twee formaties van tezamen 1200 vliegende forten. Admiraal Pavesi. de ..verdediger" van het eiland, wendde zich onmiddel. lijk per telegram tot Mussolini met het verzoek om wegens gebrek aan water te mogen capituleren. Intussen was op een andere plaats van het eiland het bevel tot capitulatie van Rome uit ontvangen. De officier, die dit bericht telegrafisch aan de admi raal overbracht, vergat echter in de algemene „nervositeit", het bericht te chiffreren, zodat tegelijk met Pavesi ook Eisenhower ingelicht was. die nu in alle rust reeds voor de capitulatie de landing kon voorbereiden (een omstandigheid, waarvoor men Pavesi meermalen van verraad beschuldig de). De gehele „val" van Pantellaria kostte de Amerikanen twee gewonden (het hevel tot capitulatie had een groep Italiaanse soldaten niet op tijd bereikt) en de Italianen één dode (een bij vergissing na de capitulatie door een Amerikaanse soldaat doodge schoten majoor).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1949 | | pagina 9