OUD-LONDEN HERRIJST UIT ZIJN AS
DE ZWARTE
ORCHIDEE
HOE EISENHOWER ZONDER SLAG
PANTELLARIA KON INNEMEN
Historische gebouwen worden weer in antieke stijl
opgetrokken
WEINIG KRACHTSVERSCHIL IN
GEWESTELIJK KAMPIOENSCHAP
DONDERDAG 24 NOVEMBER 1949
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
9.
Schoonheidskuur van een gehavende wereldstad.
(Van onze correspondent)
LONDEN, Nov. Tussen de zwartgeblakerde muren van de historische
Middle Temple Hall, achter Londen's beroemde gerechtshoven, wordt hard
gewerkt aan de samenstelling van een van 's werelds grootste legpuzzles.
De duizenden schenen en brokken van het beroemde Renaissance inter-
rieur, dat in 1940 tot gruizelementen werd gebombardeerd, worden er
zorgvuldig aan elkaar gepast. Destijds had men dit waardevolle, histori
sche gruis maar haastig in grote zakken opgeveegd en ter verdere bevei
liging in de keldergewelven onder de gerechtshoven opgeslagen. Nu
heeft men deze zakken te voorschijn gehaald en het Jobswerk Is begon,
nen. Niet alleen wordt het beeldhouwwerk opnieuw uit de scherven gecon.
strueerd, maar ook het bewaarde verbrande houtwerk is een waardevolle
gids om het gebouw weer precies in zjjn oude vorm op te trekken. Naar
men hoopt zal de restauratie van de beroemde „Minstrels Gallery" van de
Middle Temple binnen enkele maanden voltooid zijn. De reconstructie van
de Hall zelf, die in 1576 door Koningin Elizabeth geopend werd, en waar
naar men zegt, Shakespeare in 1602 in eigen persoon is opgetreden tijdens
een voorstelling van zijn „Twelfth Night", zal echter nog enkele jaren in
beslag nemen.
Deze restauratie-ijver geldt ech
ter niet alleen voor de Middle Tem
ple. Heel Londen is momenteel een
„gespalkte" stad. Langzaam maar
zeker worden alle oorlogsgewonden
genezen, hoewel er vele littekens
zullen overblijven. Sinds de oorlog
zijn er meer dan zes millioen ramen
opnieuw van glas voorzien. Alle bo
vengrondse schuilkelders zijn nu ein
delijk opgeruimd, hoewel de onder
grondse nog steeds onderhouden en
schoongemaakt worden en de ven
tilatiesystemen regelmatig worden
nagezien. Hoewel het tekort aan ar
beidskrachten en materialen de re
constructie van Londen grotendeels
vertraagd heeft, is de reeds tot stand
gekomen metamorphose van de stad
indrukwekkend. Ruim 112.000 daklo
ze gezinnen, die sinds de bombarde
menten in rustcentra hebben moeten
wonen, zijn inmiddels onderdak ge
bracht in die huizen, die nog te re
pareren waren, en zo goed en zo
kwaad het ging zijn opgelapt. Hele
straten, met name in Zuid-Londen,
hebben door deze nood-reparaties
een nieuw aanzien gekregen. Waar
van de huizen van gemiddeld vier
of vijf verdiepingen de bovenste
étages af gebombardeerd waren,
heeft men, om de her-behuizing te
bespoedigen, in vele gevallen de
nieuwe daken tijdelijk maar meteen
op de tweede of derde verdieping
gezet, zodat vooral in de dichtbe
volkte wijken ten Zuiden van de
Theems een onnoemelijk aantal stra
ten tot hun halve huizenhoogte zijn
teruggebracht. Behalve deze impro
visaties zijn er sinds de oorlog op
gebombardeerde plekken in totaal
30.000 tijdelijke woningen gebouwd
(de zgn. „prefabs"), terwijl van de
permanente nieuwbouw er nu 71.000
huizen voltooid en nog 33.000 in
aanbouw zgn. Ruim 50.000 dakloze
gezinnen, die nog nooit een huis be
zeten hebben niet te verwisselen
met de bovengenoemde 112.000 uit-
gebombardeerden en met priori
teit op de wachtlijst voor huizen
staan, wonen in door de regering
overgenomen leegstaande, lichfoe-
schadigde gebouwen, die tijdelijk tot
kleine flats zijn omgebouwd.
HET „HOUSE OF COMMONS."
De opbouw van het nieuwe Lager
huis ln Wetminster nadert zijn vol
tooiing. Het oude „House of Com
mons", naast de onbeschadigde Big
Ben, werd met de grond gelijk ge
maakt tijdens een bombardement bij
maanlicht op 10 Mei 1941, dat vijt
uur duurde. Sindsdien heeft de Brit
se Tweede Kamer zitting gehouden
in het aangrenzende slechts licht be
schadigde „House of Lords" (Hoger
huis), terwijl de „Lords" zelf in een
ander deel van dit gebouw vergade
ren. Het nieuwe Lagerhuisgebouw,
d%t op precies dezelfde plaats wordt
opgebouwd, wordt steen voor steen,
en balk voor balk een herhaling van
het oude vernielde gebouw. Dezer
dagen heeft men al de laatste hand
aan het dak geleed en de geheel in
eikenhout gebeeldhouwde zoldering
is reeds aangebracht, alles opnieuw
geconstrueerd aan de hand van oude
prenten. Het luchtverversingssy
steem en de acoustiek van het nieu
we Lagerhuis zullen een hele ver
betering zgn vergeleken met het
oude gebouw, dat nog tochtiger
was dan de gangen van de Londen-
se ondergrondse spoorwegen. Dertig
beeldhouwers zgn momenteel bezig
de inwendige decoraties aan te
brengen, onder het toezicht van de
architect, Sir Giles Gilbert Scott.
Op voorstel van Churchill is een
der gebeeldhouwde stenen bogen ge
maakt van aan elkaar gelijmde brok
ken uit de ruines van het oude ge
bouw, als historische herinnering
hieraan. Indien alles vlot gaat,
hoopt men in de zomer van 1950 t
nieuwe Lagerhuis in gebruik te ne
men, waarna de „Lords" wederom
hun hele Hogerhuis ter beschikking
zullen krijgen.
Ook de oorlogsschade aan Buck
ingham Palace is zo goed als her
steld. Vier zware bommen raakten
het paleis in 1941, toen de Koning
en Koningin er juist op weg naar
toe waren na een weekend te Wind-
Strop van 160.000 voor Gouda.
Maandagavond zou de gemeenteraad
van Gouda de begroting voor 1950 in be
handeling nemen. Groot was echter de
verbazing, toen de burgemeester van
Gouda, mr. dr. F. O. James, na de
opening mededeelde, dat hij juist van de
minister van financiën bericht had ont
vangen. dat de opbrengst uit omzetbe
lasting over 1950 voor Gouda niet geschat
moest worden op f 510.000, zoals de mi
nister op 15 Augustus j.l. had medege
deeld, maar op f 350.100. hetgeen een
plotseling tekort van f 159.100 betekent.
Alle fracties op één na waren van me
ning, dat aan de ingediende begroting
een belangrijk hoeksteen was komen te
ontvallen; besloten werd daarom de be
handeling van de begroting op te schor
ten.
Arneuran Bevan, de Britse minister
van volksgezondheid en huisvesting.
H(j heeft een belangrijk aandeel in
het totstand komen van bouwplannen.
sor te hebben doorgebracht. De ka
pel van het paleis werd volkomen
verwoest, de meeste ramen sloegen
uit de gehele rechtervleugel, de voor
gevel werd zwaar beschadigd, terwijl
aan de achterkant de zuilengalerij en
het zwembad in de tuinen vernield
werden. Met uitzondering van het in
terieur van de kapel is alles nu gere
pareerd. Voor bet paleis staan sinds
kort weer de schildwachten in hun
scharlaken rode uniformjasjes, met
zwarte broek en dito berenmutsen.
Tot jaren na de oorlog hebben zij niet
uit hun oorlogstenue battledress en
helm kunnen stappen, omdat hun
parade-uniformen, speciaal de beren
mutsen ervan, sinds 1939 door de
motten waren opgegeten en hier geen
prioriteit voor werd verstrekt.
BESTAND TEGEN BOMMEN
Londense historische vest© en mid
deleeuwse gevangenis, de Tower of
London, bleek te solide gebouwd voor
de bommen der Duitse vandalen. On
danks het feit, dat dit fort aan de
Theems op de nachtroute van de
Luftwaffe lag, sprongen Hitler's bom
men van de drie meter dikke muren
van de Tower af als kiezelsteentjes
van een olifant.
Slechts de veel later aangebouwde
noordelijke bastiontoren en een der
modernste garnizoensgebouwen van
de Tower werden vernield. De opbouw
hiervan is voorlopig te duur en niet
noodzakelijk. Andere gebouwen langs
d.e Theems, zoals bijv. het bijna met
de grond gelijk gemaakte grote St.
Thomas hospitaal, hebben het zwaar
te verduren gehad „Old Father Tha
mes" was nl. de grootste kopzorg
van de Londense luchtverdediging.
Dwars door de gitzwart verduisterde
wereldstaxi lag de rivier bij maan
licht als een glinsterend breed wit
lint, een feilloze reisgids voor de he
ren der Luftwaffe tijdens hun bom
bardementen van 1940 en 1941. Het
was dan ook tijdens volle maan, dat
het oude Lagerhuis, eveneens langs
de Theems gelegen, gebombardeerd
werd.
Ook de Londense dokken moesten
het bij maanlicht ontgelden. Deze zijn
vrijwel alle opgelapt, maar mijlen
lange rijen uitgebrande skeletten van
silo's en enorme opgestapelde puin
hopen aan de zuidelijke oever van de
Theems zijn nog stille getuigen van
de uitgestrekte verwoestingen, die
daar en overal ook in het dichtbevolk
te Zuid-Londen zijn aangericht.
WEST.END
In het West-End van Londen is al
le schade zo goed als hersteld, al zijn
er nog vele gapende plekken. Midden
op Piccadilly, rondom de ruïne van de
platgegooide St. James-kerk, is nu
een bekoorlijk bloementuintje aange
legd als rustplekje voor ouden van
dagen. Bg het standbeeld van Nelson
op Trafalgar Square zgn de fonteinen
gerepareerd en sproeien weer lustig
hun water over mensen en duiven.
De ramen van Whitehall, het cen
trum der regeringsdepartementen,
zijn versierd met honderden bloem
bakken met gele chrysanten, afkom
stig uit de koninklijke tuinen. Ruim
zestig duizend Nederlandse tulpenbol
len zijn zojuist geplant in Hyde
Park, ter opluistering van de voor
jaarsparade. Langzaam maar zeker
komt het gehavende Londen als her
nieuwd uit zijn schoonheidskuur te
voorschijn. In elke straat heerst be
drijvigheid. Om de paar honderd me
ter ziet men ploegen wegwerkers
waarvan doorgaans vier toekijken en
twee werken bezig met pneumati
sche boren om de tijdens de oorlog
haastig opgelapte wegen nu perma
nent te herstellen.
Een nieuw opgerichte firma, die
wel de meest zichtbare bijdrage le
vert aan de Londense schoonmaak,
heeft een middel uitgevonden om het
duimendikke zwarte roet van Lon
den's grote, oorspronkelijke witte ge
bouwen af te krabben. Driehonderd
ploegen werklui twaalf man per
ploeg zijn hier nu door heel Lon
den mee bezig. Om het andere gebouw
lijkt wel gespalkt. Of het word'; ge
restaureerd, of het zijn stellages van
de roetafkrabbers, die door middel
van handmachines een sissende stoom
ontwikkelen en de gevels van bruin
zwart tot glanzend geelwit omtove
ren.
ONZE DAMRUBRIEK.
Alle partijen remise.
Nu de eerste ronde om het persoon
lijk kampioenschap van het Zuidelijk ge
west gespeeld is, kan worden vastgesteld
dat de krachten van de Limburgse, N.
Brabantse en Zeeuwse kampioenen wei
nig uiteen lopen.
De drie gespeelde partijen eindigden
allen in remise, zodat de tweede en laat
ste ronde met gelijke stand (elf 2 pnt.)
wordt ingegaan.
Het staat welhaast vast, dat degene, die
in deze ronde één partij zal weten te
winnen, zich kampioen voor het. Zuiden
zal kunnen noemen. Zoals bekend is deze
dan gerechtigd evenals de Noordelijke
en Oostelijke kampioen deel te nemen
aan de voorronde van het kampioenschap
van Nederland.
De Zeeuwse vertegenwoordiger speel
de remise in zijn partijen tegen Harvink
en v. Rijen. Vooral in de verdediging
toonden zowel de Brabander als de Lim
burger zich ware meesters en het mocht
ondanks materieel voordeel, dan ook niet
gelukken in een der partijen de winst
af te dwingen.
Wit: L. Anderson Goes.
Zwart: J. van Rijen Tilburg.
1. 32—28 20—25 2. 31—27 19—24
37—32 14—19 4. 41—37 10—14
5. 46—41 5—10 6. 36—31 17—21
7. 41—36 21—26 8. 34—30 25X34
9. 40X20 15X24 10. 45—40 18—23
Inplaats van 8. 3430 kwam ook ln aan
merking 27—22 (18 X 27) en 31X22. met
scherp aanvalsspel. Ook bij de 10e zet
was deze voortzetting mogelijk geweest.
Het al of niet nemen van een dergelijke
oortzetting is een kwestie van tactiek
en van persoonlijke voorkeur.
11 40—34 12—18 12. 27—22 18 X 27
13. 31X22 11—17 14. 22X11 6X17
Nu wit het ogenblik voor 27—22 gunstig
achtte is Zwart er als de kippen bij om
de inderdaad lastige voorpost op 22 on
schadelijk te maken.
15. 50—45 7—12 16. 44—40 17—22
Inplaats van 15. 5045 is bij nader inzien
36—31 wel beter, daar Zwart nu gele
genheid krijgt tot een afbrekende ruil.
17. 28X17 12X21 18. 34—29 23X34
19. 40X20
21. 36—31
23. 32X41
25. 44—40
27. 42—37
14X25
8—13
10—14
3— 8
1— 6
20. 32—28
22. 37—32
24. 49—44
26. 39—34
28. 34—29
12—18
26X37
2— 7
8—12
18—23
ver-
Kansrijker ware geweest 28. 43-
hindert 21—27 of 12—17 met 28—23, enz.
doch het belangrijkste is wel, dat hier
door meer druk wordt uitgeoefend op de
Zwarte stelling, waarbij de randschijf op
25 goede diensten kan bewijzen.
29. 29X18 12X32 30 37 X 28 7—12
31. 35—30 25X34 32. 40X29 12—18
33. 43—39 21—26 34. 41—37 18—22
Zwart breekt rustig alles af en het
wordt reeds duidelijk, dat bij dit systeem
de winstmogelijkheden zeer beperkt blij
ven.
35. 28X17
37. 45—40
39. 34—30
41. 33—28
43. 48—42
45. 30—24
47. 29—23
19—23
16—21
21—27
6—11
11—17
13—18
8r-12
36. 29X18
38. 40—34
40. 39—34
42. 34—29
44. 28—23
13X11
9—13
11—17
17—21
27—31
17X 8
21—27
(Er dreigde 23—18, 33—28 en 47X16).
i. 24—19 14—20 50 33—29 4—10
51. 1913 1014. De volgende interes
sante stelling is nu ontstaan:
Wit: 6 schijven op 13. 23. 29. 37. 42 en
47.
Zwart: 6 schijven op 12. 14, 20. 26. 27
en 31.
Wit forceert nu met het offer 139
doorbraak. Ook het offer 138 was mo
gelijk geweest, doch dit leidt als volgt
tot remise:
13—8 (12X3) 23—18 (3—8«) 29—24 (20V29)
18—13 (8X19 37—32 (27X38) 42X13 <14—
19!) 13X24 31—37) 24—19 (26X31) 19—14
(31—36) 14—10 36—41) 37—42 remise.
Er werd daarom besloten tot:
52.13—9!- 14X 3 53.23—19 20—25!!
54. 19—14 25—30 55. 14—10 30—35
56. 10— 5 35—40 57. 5—28 4045
58. 28—50. Wit vangt de zwarte schijf
juist op tijd op, m§ar Zwart voert de par
tij als volgt onberispelijk tot remise:
58. 12—18 59. 29—24 18—23
60. 24—20 3— 9 61. 50— 6 31—36
62. 6—50 23—28 63. 50X 4 45—50
64. 4X35 16X27. Remise. A.
FEUILLETON
44
De hemel in het Oosten was door
groen en roze tot goud aangewarmd
en nu schoten de eerste rechte Zonne
stralen over de stad, lange schaduwen
voor zich uitwerpend en het gehele
toneel verguldend.
Toen Hulpé vertaald had, hief de
Jivanté zijn gebalde vuist omhoog en
naar Sam en Mary kijkend, sprak hij
op luide en strengen toon.
Hulpé rapporteerde: „Hij zegt: Kan
praten een moord goed maken?"
Eèn van de jonge mannen uitte een
jachtkrcct en begon recht naar voren
te lopen. De rest verspreidde zich aan
weerskanten van het door hem ge
volgde spoor. Zodra hun gebleken
was, dat het spoor het juiste was,
voegden zij zich in een enkele co
lonne achter hun voorganger.
Over een zekere afstand gingen zij
door de lage bosjes, die zich onder de
met ranken behangen hogere bomen
bevonden. Hoe verder zij zich van de
open plek verwijderden, des te dich
ter werd deze boomgroei. Met alle
macht trachtend haar gedachten in 'n
logische redenering om te zetten,
stond Mary hen na te kijken tot de
glans van de opkomende zon op de
ruggen van de jagers verdween, toen
zij het dichte groene bos ingingen.
Toen draaide zij zich met een ruk
om naar Sam. ,Dit is afschuwelijk.
Ze zullen hem misschien doden! Doe
dan toch iets!"
Niet minder van streek, vroeg Sam:
„Wat kunnen we doen?"
Haar blik ging over de gestalten
van de mannen met hun grove zwarte
haar, hun platte gezichten met grote
witte tanden en heldere bruine, op
die van honden lijkende ogen, die om
hen heen gedrongen stonden.
door
ALLAN SWINTON
Zij wees op de leiue.. dat
die man ze terug doet komen. Dwing
hem er toe! Haal een revolver! Schiet
iemand neer. Doe wat je wilt maar
noodzaak hem er toe!"
Sam schudd het hoofd. „Dat is Hol-
lywood-gepraat".
Woedend zei zij: „Een man zou het
doen. Hugh zou het doen".
Sam beet zich op de lippen en
zweeg.
Er kwam enige beweging onder de
mensen, die om de hut heen stonden,
toen in de deuropening twee mannen
verschenen, die Don Arturo's magere,
oude lichaam droegen.
Bleek en sprekend in haar stijve
school-Spaans beval Mary aan Hulpé:
„Zeg hun dat zij het weer neerleggen.
Wij zullen voor hem zorgen".
Toen Hulpé sprak, keerde ieder ge
zicht zich met vijandige blikken tot
hem.
Hulpé vertaalde: „Zij zeggen, hij was
hun vader en hun moeder en hij be
hoort aan hen. En zij zeggen, dat wij
niet welkom zijn en hun ongeluk ge
bracht hebben en dat wij weg moe
ten gaan, anders zullen zij ons kwaad
doen".
Op vriendelijke toon zei Sam tot
Mary: „Het is waar. dat hij tot hen
behoorde, weet je. Hij had ons soort
mensen achter zich gelaten en had zich
bij hen gevoegd. Laat ze hem hebben.
Ik geloof, dat zij hun doden in ranken
vlechten en dan in de bomen hangen.
Dat zou hij ook gewild hebben, geloof
je niet? Kom mee en laten we zien,
dat we weer tot ons zelf komen". Hij
nam haar arm en zij drongen door de
menigte blote lichamen heen, die hen
met gemelijke gezichten doorliet. Hij
nam haar mee naar de andere kant
van de open plek aan de voet van de
rots, die behangen was met de bloe
men van de dode. Zij gingen op een
rotsblok zitten en zij trachtte zichzelf
weer meester te worden.
„Maar", barstte zij los, „dit is een
voudig onmogelijk! Hij kon een oude
man niet neerslaan. Het zat niet in
hem om zo iets te doen. Daar ben ik
zeker van".
Op ietwat angstige toon vroeg Sam:
„Maar wie deed het dan? Hij heeft er
op 'n avond tegen jou op gezinspeeld,
om op de een of andere manier het
logboek in handen te krijgen, of om
er met dat verhaal van die Zwarte Or
chidee het een of ander mee uit te
halen? Hij heeft het misschien gepro
beerd en het is scheef gelopen".
„Hij zou dit niet hebben kunnen
doen. Ik weet, dat hij 't niet zou heb
ben kunnen doen", herhaalde zij.
Weer vroeg Sam: „Wie deed het
dan? Wat deed hij dan zo vroeg op,
voor er iemand anders was opgestaan,
terwijl hij niet bij de muildieren was?
En waar is hij nu?"
Ofschoon iedere vezel in haar li
chaam tegen het idee in opstand
kwam, kon zij hierop geen antwoord
geven. In verdrietige gedachten ver
zonken bleef zij zitten, tot de grote
miereneter, die naderbij geschuifeld
was, met een vriendschappelijk ge
grom tegen haar been stootte.
Het contact scheen haar geest van
een band te bevrijden en zij riep uit:
„Ik weet het. Het is Hulpé. Was hij
niet gedurende enige jaren met
grootvader in de jungle? Hoe weten
wij, wat er tussen hen bestond. Toen
ik zo juist in het kamp kwam, was hij
er niet. Hij kwam eerst later binnen".
„Deed hij dat?" zei Sam, voor wie
deze inlichting iets geheel nieuws was.
„Ja. Zijn beddegoed was ongebruikt
en hij was niet in het kamp. Toen
overviel mij een eigenaardig gevoel
en toen ik mij omdraaide, stond hij
als een doodshoofd achter mij".
„Het zou mogelijk zijn", gaf Sam
toe. „Hij was in het gezelschap van
Don Arturo, toen hij deze stad vond.
En toen je grootvader bemerkte, dat
hij ons hierheen geleid had, heeft hij
hem uitgevloekt. Maar dan is er nog
altijd het logboek. Het is weg. Zou
Hulpé dat willen hebben"?
(Wordt vervolgd)
Op een V.N.-receptie to New York was niet veel meer te merken van het
bittere debat, dat kort daarvoor Wisjtnsky, Astin en McNeil als kempha
nen tegenover elkaar had gebracht. Op de foto z(jn de drie afgevaardigden
een en al hartelijkheid en beminlykheid. In het midden staat de president
van de algemene vergadering, Carlos Romulo.
Burgemeesters van Noordzee-
gemeenten kwamen bijeen.
De in 1947 opgerichte kring van
burgemeesters der Noordzee-lcustge-
meonten vertoefde Maandag te Rot
terdam. Ten stadhuize werd een ver
gadering gehouden, waar gemeen
schappelijke problemen van deze ge
meenten onder de ogen werden ge
zien.
Nieuwe toneelgroep in
Amsterdam te verwachten.
De toneelspeler Guus Oster is teza
men met Johan de Meester en Han
Bentz van den Berg bezig een nieuwe
toneelgroep te vormen. Het ligt in de
bedoeling een ensemble van ongeveer
35 man samen te stellen. Een aantal
leden van Comedia, onder wie Ank
van der Moer, Ton Lutz en Mimi Boes-
nach en voorts een tweetal van het
Amst. Toneelgezelschap, Rob de Vries
en Johan Fiolet, zullen aan het nieu
we gezelschap medewerken. Het is
niet uitgesloten, dat krachten, die nu
nog verbonden zijn aan het Rotter
dams Toneel en de Haagse Comedie
tot de nieuwe groep getrokken wor
den. Ook Mary Dresselhuys, die als
gast bij Comedia optrad, zal zich bij
het nieuwe gezelschap aansluiten. De
heer Oster, wenst bij een eventuele
benoeming van een vaste bespeler van
de Amsterdamse Stadsschouwburg in
aanmerking te komen.
Enquête onbewaakte overwegen.
Op een verzoek van de K.N.A.C. om de
ongeveer 650 onafgesloten overwegen ge
legen in verharde wegen te doen bevei
ligen. besliste minister Spitzen, dat om
verschillende redenen daartoe niet kon
en ziins inziens ook niet behoefde te wor
den overgegaan. Het ligt echter in de be
doeling van de minister het aantal aan
wezige knipperlicht-installaties in de
eerstvolgende jaren te verdubbelen, dus
uit te breiden tot 100 stuks. De minister
•erzocht aan de K.N.A.C. om opgave van
de urgentie van de beveiliging van deze
overwegen Een eerste urgentielijst werd
bereids ingediend. De K.N.A.C. heeft een
beroep gedaan op alle weggebruikers
haar mededeling te doen van de overwe
gen. welke naar hun gevoelen het eerst
voor beveiliging door middel van knip
perlicht, dan wel op andere wijze (her
stel der afsluiting) in aanmerking komen.
31 gevangenen ontvlucht in
Soerabaja.
Zondagnacht zijn 31 gevangenen
ontvlucht uit de gevangenis in de
Werfstraat te Soerabaja. Binnen een
uur arresteerde de politie tien van
hen.
Nieuw Tweede Kamerlid,
In de vacature ontstaan door het ont-
slagnemen van prof. dr. J. J. Gielen, is
tot lid der Tweede Kamer benoemd de
heer C. W. van de Broek (KVP) te Roo
sendaal.
LEZERS SCHRIJVEN...
COLIJNSPLAAT GERED.
Met belangstelling heb ik het stukje
gelezen „Hoe Colljnsplaat gered werd van
vernietiging". U moet weten, dat ik de
heer Neerhout gebracht heb naar de her
berg van de heer Wijnis Westerweele,
zoals hij in de volksmond wordt genoemd.
Wij zijn allen erkentelijk voor hetgeen
de heer Neerhout heeft aangedurfd. Toch
verwondert het mij. dat hij gezwegen
heeft over twee personen, die ook er bij
betrokken waren namelijk M. Fortuin en
L. Geelhoed, die even later bij de O.D. en
de Irene Brigade kwamen. Vooral M. For
tuin had genoemd moeten worden. Hij
was boerenknecht bij de Regt en hij liep
de Duitsers recht in de armen. Zij dwon
gen hem een handje mee te helpen. Bij
de sluis echter moest de wagen stoppen
en naar boven geduwd worden. Fortuin
heeft toen de kans waargenomen het
was erg donker om te vluchten. Hij
wierp zijn klompen uit en rende op z'n
sokken langs de modderige weg naar het
dorp. Op een paar honderd meter van
de sluis woont kort aan de dijk de heer
L. Geelhoed, die Fortuin aan droge sok
ken hielp en samen met hem naar de
O.D. ging.
Eerst konden wij het bericht van de
heer Neerhout moeilijk geloven, mede
omdat hij ons onbekend was. Toch heb ik
de Irene-brigade gewaarschuwd. Toen M.
Fortuin mij daarna mededeelde, dat het
inderdaad Duitsers waren, bestond er
geen twijfel meer.
Ik zelf heb de raad gegeven aan de
commandant van de wacht om onmiddel
lijk de kapitein of wie hlij ook was te
•aarschuwen en niet eerst naar de Engel
sen te gaan. want die zouden ons niet
kunnen verstaan. Daarna ben ik met een
•achtpost meegegaan naar de Westzijde
van het dorp aan de nieuwe weg.
Colijnsplaat. K. C. DE FOUW.
Be Italiaanse verdediging was een warboel.
(Van onze correspondent).
ROME, Nov. Aan een kort gele.
den bekend geworden onderzoek van
de Italiaanse journalist Tommaso
Besozzi over de capitulatie van de
tussen de Noord-Afrikaanse kust en
Sicilië gelegen Italiaanse vesting
Pantellaria, die indertijd d,e gehele
wereld in verbazing bracht, ontlenen
tvy de volgende interessante détails.
De reeds voor de oorlog door het
fascistische regiem gepropageerde
onoverwinnelijkheid van het eiland
was niets dan bluf. Om de passerende
Britse schepen van hun sterkte te
overtuigen, plaatsten de Italianen
batterijen zonder enige dekking aan
de oever van de zee. Zij warenvan zee
uit mijlenver zichtbaar, doch er was
er geen onder, die een reikwijdte had.
In de propaganda werd gesproken
van 54 kustbattergen op Pantellaria;
in werkelijkheid waren het er echter
niet meer dan 21, waarvan 17 met een
kaliber van 76/40. Later, tijdens de
Amerikaanse bombardementen, werd
nog een batterij van het kaliber 90
naar Pantellcria gebracht, die echter
nooit een schot gelost heeft, aange
zien de munitie „abusievelijk" naar
Let eiland Larr^vdusa gezonden was.
De bouw van een haven werd nooit
beëindigd en ook het geprojecteerde
steunpunt voor onderzeeboten op
Pantellaria is nooit zover klaargeko
men, dat het maar één enkele onder
zeeboot kon opnemen, ofschoon de
desbetreffende werkzaamheden reeds
in 1936 waren begonnen.
Toen de Amerikanen half Mei 1943
het eiland begonnen te bombarderen,
dat Sicilië en het Italiaanse vasteland
(Ingezonden mededeling).
moest beschermen tegen de aanvallen
van de tegenoverliggende kust van
Noord-Afrika, waren in korte tijd
bijna alle zo luid geprezen verdedi
gingsbatterijen van het tapijt ver
dwenen. Begin Juni was de vesting
één puinhoop. (Slechts 1/5 gedeelte
van de Amerikaanse bommen viel op
niet-militaire doelen). Alle telefoon-
en waterleidingen waren vernield; de
15.000 man bezetting zat heelhuids in
de kelders te wachten tot alles voorhij
was. Speciale vliegtuigen brachten
drinkwater van Sicilië, waarvan geen
druppel gedronken kon worden, om
dat de vaten voordien benzine hadden
bevat en niet schoongewassen waren.
EEN VERGISSING.
Na de bombardementen gebeurde
't meest verrassende! Toen de Ame
rikaanse landingsvloot met de kruiser
..Aurora" aan de top. waarop zich ge
neraal Eisenhower bevond, Pantella
ria naderde, hield de gehele bezetting
van de vesting, van de eenerale staf
tot de laatste soldaat, het Amerikaan,
se schip voor een Italiaans bevrij.
dingscommando. Niemand loste een
schot. Eerst toen deze vloot een regen
van schoten over de verraste Italianen
liet neerdalen, begreep men de ver
gissing. De laatste stoot werd gege
ven door twee formaties van tezamen
1200 vliegende forten.
Admiraal Pavesi. de ..verdediger"
van het eiland, wendde zich onmiddel.
lijk per telegram tot Mussolini met
het verzoek om wegens gebrek aan
water te mogen capituleren. Intussen
was op een andere plaats van het
eiland het bevel tot capitulatie van
Rome uit ontvangen. De officier, die
dit bericht telegrafisch aan de admi
raal overbracht, vergat echter in de
algemene „nervositeit", het bericht te
chiffreren, zodat tegelijk met Pavesi
ook Eisenhower ingelicht was. die nu
in alle rust reeds voor de capitulatie
de landing kon voorbereiden (een
omstandigheid, waarvoor men Pavesi
meermalen van verraad beschuldig
de).
De gehele „val" van Pantellaria
kostte de Amerikanen twee gewonden
(het hevel tot capitulatie had een
groep Italiaanse soldaten niet op tijd
bereikt) en de Italianen één dode (een
bij vergissing na de capitulatie door
een Amerikaanse soldaat doodge
schoten majoor).