Ons land kan plastic-land worden
TE BATH WORDT GEKERKT
IN EEN OUD CAFE
MADAM MARAZANGERES
VAN ZUNE MAJESTEIT
DONDERDAG 24 NOVEMBER 1949
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
Gesprek met prof. Hohenstein,
Amerikaans plastic-geleerde no. één
Oak besprekingen met de Nederlandse regering.
(Van onze reizende redacteur)
AMSTERDAM, Nov.. Naar wg vernemen heeft prof. dr. W. Peter Ho
henstein, hoogleraar in de physische chemie aan de Polytechnische Hoge-
echool van Brooklyn te New York, die beschouwd kan worden als Ameri.
ka's beste plastic-geleerde, dezer dagen een langdurig onderhoud gehad
met prof. dr. J. R. M. van den Brink, minister van Economische Zaken,
en met prof. dr. G. Brouwers, secretaris-generaal van hetzelfde ministerie.
Het gesprek in de ministeriële werkkamer handelde over de mogelijkheid
van de stichting van een groot basis-bedryf voor de Nederlandse plastic-
industrie. De heer Hohenstein treedt op aLs adviseur van dergelijke onder,
nemingen in tal van landen, Amerika, Engeland, Frankrijk, sommige Zuid-
Amerikaanse staten en Italië (waar men echter nog niet aan de slag is);
sommige der fabrieken zjjn op zijn initiatief tot stand gekomen.
Nu is hjj dan in Nederland; d.w.z.
sedert eind October vliegt hij van het
ene Europese land naar het andere,
blijft overal een paar dagen, ver
dwijnt dan weer, komt terug en zo
verder. En af en toe is hij dan hier.
Op 6 December zal hij met de
„Nieuw Amsterdam" terugkeren
naar New York om er zijn college's
te hervatten. Een paar uur voor hij
bij de minister binnenstapte had ik
de gelegenheid een half uur rustig
met hem te praten in de hall van het
Amstelhotel te Amsterdam.
„Europa", vertelde hij mij, „is op
het gebied van plastic op het ogen
blik net zover als Amerika op het
einde van de oorlog: en een begin
stadium van ontwikkeling. Bij ons is
de vervaardiging van de ruwe stof
met sprongen omhoog gegaan. Wij
produceren nu 400 a 500 procent
meer dan vijf jaar geleden. f>e ver
werkende industrieën nemen nu al
per jaar 700.000 ton ruwe plastic per
jaar af en het groeit nog steeds".
„Hoe is deze Industrie in de V.S.
georganiseerd?" wilde ik weten.
„De vervaardiging van het basis
product, het onbewerkte materiaal,
is in handen van een paar grote con
cerns, zoals Dupont de Nemomo.
Maar de vervaardiging van de uit
plastic vervaardigde voorwerpen ge
schiedt in duizenden grote en kleine
fabrieken geen gecamoufleerde doch
terondernemingen, maar werkelijk on
afhankelijke bedrijven. Er zijn er met
3000, maar ook met 20 arbeiders. De
verwerkende industrieën hebben ze
ker acht tot tienmaal zoveel arbei
ders in dienst als de fabrieken van
het ruwe materiaal."
„En hoe staan naar uw oordeel de
zaken in Europa ervoor?"
„Europa heeft nog een geweldige
achterstand in te halen. De produc
tie van ruwe plastic bedraagt hier
slechts enige procenten minder
dan een twintigste, vermoed ik
van de productie in de Verenigde Sta
ten. Dat kan veel en veel meer wor
den. Wij hebben 150 millloen inwo
ners. West Europa meer dan 200
millioen. Er ligt hier een grote markt
open. En. wie er het eerst bft is maakt
de beste kans".
NEDERLAND
„Hoe is de kans voor Nederland?"
„Zeer goed! Er is in West-Europa
f een enkel land, dat alle grondstof-
en voor de bereiding van plastic kan
leveren, maar Nederland bezit zeker
negentig procent. De hoofdzaken zijn
steenkool en aardolie en die zijn hier
te vinden. Een verwerkende industrie
is er ook al, zij het nog op kleine
schaal; zij moet nog veel importeren,
maar dat zal niet meer nodig zijn
als er eenmaal een grote basisindu
strie is. Nu geeft zij nog veel devie
zen uit, over een jaar of wat kan zij
er veel inbrengen. En dat is voor een
land als Nederland van groot belang".
Prof. Hohenstein sprak niet over
het feit, dat de B.P.M. reeds een fa
briek van pelyvinilchloride te Pernis
heeft gebouwd, die weldra zal gaan
produceren.
„Zijn hier nog andere factoren van
betekenis dan alleen de aanwezigheid
van de belangrijke grondstoffen
„Ja, vele zeifs. Daar is de geogra
fische ligging van het land in het
hart van West-Europa. Daar is het
feit. dat hier het economische leven
wordt geleid door academisch ge
schoolde krachten met vooruitstre
vende denkbeelden. Daar is de aan
wezigheid van 'n man als dr. ir. Roe
lof Houwink directeur-generaal van
de Rubberstichting, een geleerde van
internationaal formaat, wiens boek
over plastic weldra in het Engels zal
verschijnen. En dahr is het feit, dat
hier elk jaar een symposion wordt
gehouden voor Europese bedrijfsche-
mici, die zich met de leer der grote
moleculen bezig houden. De eerste
bijeenkomst van die aard, die ook
door 6 of 7 Amerikanen is bezocht
was er een, die op een hoog peil stond.
Nederland bezit alle factoren om een
belangrijk pLasticland te worden. Ik
druk dan ook alle overheidspersonen
hier op het hart op te schieten met
hun voorbereidingen; de markt ligt
nu nog open".
(Nadruk verboden)
Kolendistributie in W.-Duitsland
eindigt 1 Januari a.5.
Het Westduitse ministerie voor eco
nomische zaken heeft aangekondigd,
dat de kolendistributie in West-
Duitsland op 1 Januari 1950 zal ein
digen.
;i:P
MS*.
Het ontwerp van het kerkgebouw der Vrü Evangelische Gemeente
Bath.
Plannen voor nieuw kerkje
Wanneer des Zondags de wind door de vlakke polders rond Bath giert,
voelen de vrouwen die de kerkdiensten van de Vrije Evang. gemeente in
dit dorpje bezoeken, zich niet altijd even goed op hun gemak. Zo erg ver
wonderlijk is dit niet. als men hoort hoe men zich de laatste paar jaar
moet behelpen in 't oude café van de wed. Kok. 't Oafé is zo bouwvallig
dat 't gestut moest worden! Het zou zeker niet overbodig zijn wanneer
men zo af en toe de paraplu in de kerk zou opzetten, om zich tegen 't bin-
nensjjpelende hemelwater te beschermen. En de deur van het gebouw? De
anderhalve paneel welke hiervan nog over bleven, kan men geen deur meer
Hoe of het vandaag-aan-de-diag kan
bestaan, dat men onder dergelijke
primitieve omstandigheden kerkdien
sten moet houden, is gauw verteld.
De Vilj Evang. gemeente bezat een
eigen kerkje, schenking van de heer
W. van Strien, een ran de mannen
die in November 1891 de Vrije Evang.
Kerk vereniging stichten.
In October 1944 kwamen de ge
vechten rond de Kreekrakdam. Het
dorpje Bath werd onder vuur geno
men en hierbij werd al direct de voor
gevel uit het kerkje geschoten. Het
orgel was toen nog in tact. Enkele
dagen werd het met bommen be
stookt en toen was het gebouwtje
grotendeels verwoest..
De bestuurskamer was niet zo
ernstig verwoest, doch alles wat daar
in nog aan hout aanwezig was, werd
door de soldaten die in de eerste da
gen gebrek aan brandstof hadden,
weggehaald en opgestookt.
Daar zat men zonder kerkgebouw.
De eerste tijd na de bevrijding werd
kerk gehouden in de woning van de
heer J. Walraven en later in het huis
van de toen inmiddels naar Bergen
op Zoom vertrokken oude voorganger,
de heer J. Verboom. Ook dit huis
moest weer ontruimd worden en daar
op legde men beslag op het oude ca
fé Voorlopig was men onderdak, al
was dit laatste meer figuurlijk dan
letterlijk.
Vrijwel direct na de bevrijding
werd aan de architect Jac. C. van
der Hout te Goes opdracht gegeven
tot het maken van een herbouwplan.
Er moest een nieuw kerkje op Bath
komen. Dit was niet alleen de me
ning en het verlangen van de 20 le
den van de Vrije Evang. gemeente,
doch van alle Bathbewoners.
Dit laatste tekent de geest en de
sfeer op dit dorp. Een kerkstrijd kent
men daax niet.
Men heeft er één.mannen- en vrou
wenvereniging en één jongensclub,
waarvan alle dorpelingen ongeacht
van welke richting, lid zijn. Men
respecteert eikaars principe en vormt
er een ware gemeenschap. Daarom
was men het er unaniem over eens:
Bath moest weer zijn kerkie krijgen.
Een inzameling onder de weinige
bewoners welke dit dorpje telt zij
zijn voornamelijk arbeiders bracht
niet minder dan 2000 op.
Er werd een plan gemaakt, doch
naarmate duidelijker werd dat de
vergoeding van de geleden oorlogs
schade slechts een betrekkelijk klein
deel van de bouwkosten zou bedra
gen, durfde men aan dit plan geen
uitvoering te geven. Er is nu een
aanmerkelijk soberder plan gemaakt
Vorige week stortte een Amerikaanse B-29 superfort ongeveer 650 km.
ten Noord-Oosten van de Bermuda's in zee. De bemanning werd gevon.
den nadat zij drie dagen in rubberboten op zee had gedreven. Twee leden
der bemanning werden gedood toen de staart van het vliegtuig afbrak.
De piloot John Grable vertelde later dat talrijke vliegtuigen over hun
rubberbootjes vlogen zonder hen op te merken. Het eerst werden zij ont
dekt door een B-17 oommenwerper en een oorlogsschip. Met de Canadese
oorlogsbodem Halda werden zjj naar Hamilton (Bermuda's) gebracht.
Eén der „vliegtuigbreukellngen'wordt van boord gehaald.
adt men binnenkort hoopt uit te voe
ren.
Men zal voorrang voor de bouw krij
gen in verband met het gevaar dat
het kerken in het oude café oplevert.
Verwacht wordt dat de volgende
maan de aanbesteding zal plaats
vinden.
Voor het kerkje dat 88 zitplaatsen
krijgt, is een plek aan de Voorstraat
aangewezen, welke het stedebouw
kundig zeer goed zal doen. Behalve
het gebouw zelf, zal er ook een ge
heel nieuwe inrichting moeten komen.
Alleen de Bijbel kon gered worden.
De herbouw zal grote lasten met
zich meebrengen, voor de gemeente.
Gehoopt wordt daarom op steun van
buiten.
Het doet intussen weldadig aan,
de leden van deze kleine gemeente
met enthousiasme te horen spreken
over het kerkeleven.
Iedere Zondag bevolken zestig tot
tachtig mensen van alle richtingen
het bouwvallig huisje. En hoe primi
tief het er ook is, er worden elke
week weer predikanten of studenten
gevonden, die naar Bath willen ko
men om daar te preken. Geen Vrij
Evang. preek, doch een algemene zo
dat alle bewoners van Bath er naar
willen luisteren.
Van 1927 tot 1943 had de gemeen
te een eigen voorganger, namelijk de
lerend ouderling J. Verboom, die in
Augustus van laatstgenoemd jaar
met emeritaat ging. En sedertdien
komen de voorgangers uit alle delen
van het land. Daaraan zijn wel be
langrijke kosten verbonden, doch de
MUZIEKFEUILLETON.
Romantisch boek over d ienaars der muziek.
Impromptus zonder noten.
„Het is makkelijker a an twee hon
derd duizend soldaten mijn toil op te
leggen dan aan dit éne vrouwtje", zei
Frederik de Grote van zijn zangeres
Madam Mara en wanneer de „ko
ninklijke bullebak" zoiets zei, dan
was het wel waar. Nu hield de grote
Frederik toei van krasse uitspraken,
want toen men hem een paar jaar te
voren had gevraagd of hij deze Duit
se zangeres niet eens wilde horen
zingen, had hij verklaard, dat hij nog
liever het gehinnik van zijn paard
hoorde, dan de zang van een Duitse
prima-donna. De muzikale Frits ca
pituleerde echter, want hij zou en
moest een zangeres voor zijn opera
hebben en er waren geen buitenlandse
krachten beschikbaar. Dus moest Ma
dam Mara toen nog Elizabeth
Schmeling maar eens komen voor
zingen. Zij kwam, zong en overblufte
de koning. Toen sprak Frederik de
Grote opnieuw een kernachtig woord:
„Zij is een heks of een zangeres".
Een heks was Elizabeth allerminst.
Zij was in Kassei geboren, waar haar
vader stadsmuzikant was. In haar
jeugd had ze meer slaag dan eten ge
had en bovendien leed ze aan rachi
tis. In die jaren had Elizabeth zich
zelf wat vioolspel geleerd en toen ze
5 jaar was exploiteerde haar vader
haar als een „wonderkind met lamme
„Gerrit de Kraai" is dood.
„Gerrit de Kraai", de be
kende gevederde metgezel van
het gezelschap Hans Kaart, die
al de avonturen, op de reis
door Afrika meegemaakt, op
wonderbaarlijke wijze had
overleefd, is nu wel zeer tra
gisch aan zijn einde gekomen.
Hij werd op een nacht in zijn
kooi door een rat aangevallen,
die hem in de keel beet. De be
handelende geneesheer gaf hem
goede hoop op een volledig her
stel. Het zou dan ook wel goed
gegaan zijn, wanneer de vogel
maar niet in een kippenhok
was gezet, dat besmet was met
een kippenziekte. Tot grote
droefheid vas alle leden van het
gezelschap is Gerrit nu aan de
ze ziekte gestorven.
kerkgangers kennen hun plicht. „Elke
Zondag zij wij uit de kosten geko
men". zo merkte een der bestuursle
den ons op.
Een kleine gemeente in een klein
dorpje in de uiterste hoek van Zuid-
Beveland, waarvan vele grotere ge
meenten nog zouden kunnen leren!
Veel van wat ge in
Europa over Amerika
hoort is niet waar.
Maar dat de Amerika
nen nogal eens opschep
pers zijn is wel waar.
De zucht naar 't re
cord en naar de over
treffende trap krijgt de
Amerikaan bij zijn ge
boorte mee. Hij heeft
grote eerbied voor de
mooiste, de grootste, de
duurste en voor alle
ste's die achter alle bij-
voegelijke naamwoor-
tnrdegneP'aai£ eëS
aj noegen in vinden,
(14)
DOOR Mr. E. ELIAS
zijn een beetje te zacht
om niet te verlangen
naar een heerlijke Hol
landse goudreinet of
naar zo'n knapperig
bellefleurtje, de peren
als u niet heel
goed oppast dan koopt
u ze erg melig. De ra
dijsjes zijn een tikkel
tje voos als ik 't zo zeg
gen mag en geeft u mij
maar de geurige aard-
bijen van Beverwijk en
Breda, de kersen van
de Betuwe, de asperges
van Bergen-op-Zoom
en Loosduinen
U moogt het niet ver
schrijf dit de 20e Janu-
noeKeii ui vuiucii «i a"- Het heeft die hele
ontaardt dan nog al nager naar bordpa- maand vrijwel voortdu- der vertellen maar
eens in jokkebrokke- -r smaaw ^an ma. rend geregend uit een in dit vruchtenparadijs
rijen, waar ge u m het ge__te Hollandse kiü loodgrijze hemel en het eten de meeste mensen
begin blauw aan ergert. 'tuurliik Okay is kil en vochtig, en de ingeblikte vruchten. En
SSarw°an».e liëf John.'... die kalkoen is Pfhnen, die er op een in dit groentenparadijs
dat blauw liet licnt- heerliikste eenrie- plaatje zo warm en zo eten we asperges en
dü5Uwdn Hef wit' to ste. lekkerste' vogel in tropisch uitzien, staan erwtjes en bonen uit
dig wit. Het wit der wprpiddpipn pjn nu naargeestig te drui- blik, want die zijn
aanvaarding en der ge- ^e. ^ef fok met' Calb Pen- onder °ns lek"
woonte. Zo is er veel for*jë Nietwaar, alle En die heerlijkste, kerder dan de verse.
San Franciscanen zeg- vruchten.... Nee, ziet Wanneer u mij belooft
dat is ook
dat door de gewoonte
smaak kl<iëërliesT X 8™ het: mee, hier hebt dat is ook er niet over te
fvanneer nu een me- u nooit winterjas met helemaal waar. De spreken, dan wil ik u
neer in San Ik-ancSco nodiS"- Maar intussen sinaasappelen zien er wel vertellen dat Cali-
4= zegt dat zijn baai de fornië voor het groot-
grootste baai van de ste gedeelte eigenlijk
't wereld is. dan schenk geen paradijs is, maar
ik hem de serene ver- Wof mooisie hei arooisie eerlijk gezegd n woes-
bazing, waarmee hij mooisie, nei grootste tun met hier en daar
gelukkig is. Wanneer het lekkersie grotf. vruchtbaar ge-
hij zegt dat zijn stad maakte stukken.
de schoonste van de Ik heb hier het mooi-
sj- wereld is, zeg ik als een ste strand van de we-
beleefd gast: „Sure, reld bezocht cn een
ben ik heel blij dat ik prachtig goudgeel uit, Scheveninger of een
San Fransico is de m'n oude dikke Hol- de mandarijntjes, diep- Katwijker zou me uit-
mooiste stad van de we- landse jas niet heb oranje met fel groene lachen. En in de steil-
reld" en dan gaan mijn weggedaan. Ik kan hem blaadjes, zijn een schil- s^e> rotsachtigste kust
glimlachende gedachten op zo'n koude Januari- derijtje, de appels zijn vau de wereld zou ik
naar Amsterdam, naar avond best velen. En u groot en dik en rood Keioven als ik met op
Middelburg, naar Ro- denkt allemaal: Califor- en glimmen en glanzen kust van Normandië
>i« me, naar Stockholm, nië, da's eeuwige zon als de wangen van mijn aa Sestaan-
Ik blijf beleefd ver- uit een eeuwig-blauwe Hollandse buurmeisje Waarmee ik heel be-
j.;: baasd als hij brallend lucht; dat is een para- vroeger; en de aardbei- scheiden en zachtfluis-
van trots, verklaart: dijs waar het altijd en zijn zó groot; en de terend zeggen wil dat
„de grootste molen ter warm is, waar de heer- peren zien er zo prach- 't niet allemaal-precies
wereld", of als hij, lijkste vruchten, de tig uit en al die over- waar is, wat ze van
wanneer we over de sappigste, geurigste si- dadige vruchten kosten Californië zeggen.
Marketstreet wandelen, naasappelen en manda- haast niets. Maar moe- Maar dat er heel veel
heel hard uitroept: rijnen aan de bomen der natuur heeft zich moois ook is, dat ver-
„nou lopen we door de hangen, wiegelend op uitgeleefd aan 't uiter- zeker ik u. Zo heb ik
drukste straat op aar- de zoete zephyr. lijk der dingen en voor de zogenaamde Misson-
de". Ach ja, ik ben er het binnenwerk heeft trail, een lange auto-
aan gewend. De taaie Ja, kijkt u eens zij geen kracht en geen tocht langs oude kloos-
Amerikaanse biefstuk tot 20 December dacht inspiratie meer gehad, ters uit de Spaanse tijd,
is de sappigste biefstuk ik dat óók van die zon voor een groot deel af-
van beide halfronden en die blauwe lucht. De mandarijnen en de gereden. En dat is heel
jjj en de kalkoen, waar al- Maar toen is het regen- sinaasappelen zijn wel mooi en bijzonder in-
le Amerikanen hun seizoen begonnen en ik eens droog. De appelen teressant.
beentje»". Dank zij de hulp van enige
rijke burgers kon zij kuren in een
van de badplaatsen, waardoor haar
rachitis genas. Op haar veertiende
jaar werd zij als zangeres ontdekt.
Zij nam les en werd al spoedig we
reldberoemd. Elizabeth had dus car
rière gemaakt, voordat zij bij de „ou
de Frits" kwam. Daarom was ze in
het geheel niet bang van hem. Ze had
lak aan de hele Pruisenkoning en
vond hem alleen maar goed genoeg
om hem voor haar wagentje te span
nen. Het gekke van het geval was,
dat Frederik de Grote het proto
type van de Pruts dat wagentje
ook trok. Hij trachtte zich wel eens
te verzetten, maar dat lukte toch niet.
Tegen zijn wil huwde Elizabeth met
de avonturier Ignatius Mara. Frede
rik had dit huwelijk zelfs verboden.
Hij kende de streken van de Tsjech
door en door, want deze was werk
zaam bij de muziekkapel van zijn
broer. Met Elizabeth viel echter niet
te redeneren en zij trachtte te ont
vluchten met haar aanstaande. De
koning greep in en liet Mara arreste
ren. Niet erg, vond Elizabeth en
dreigde met weggaan. Dat zou toch 't
einde betekenen van de juist weer
florerende hofopera. De zangeres wist,
de situatie handig uit te buiten. Zij
eiste als ruil voor de verlenging van
haar contract vrijlating van haar ver
loofde, toestemming tot het huwelijk
en als klap op de vuurpijl een grati
ficatie. De oude koning kon niet an
ders doen dan toegeven. Hij kon heel
Pruisen dioingen, deze dame echter
niet.
Toen begonnen de emoties voor
Frederik de Grote opnieuw. De man
van Madam Mara stookte zijn vrouw
op en de incidenten waren niet van de
lucht. Elizabeth bleef tenslotte niet
in Berlijn, zij zong aan tal van Euro
pese hovxm en in vele steden, doch
kwam toch op het tweede en derde
plan terecht, om in 1833 bijna 84
jaar oud in Reval te sterven.
Het bovenstaande is de korte in
houd van een der verhalen, die de
musicoloog Cor van Berkel schreef
onder de titel „Impromptus" en welk
werk kort geleden het licht zag bij
de N.V. ,3oek en Periodiek" in Den
Haag. Schubert noemde een aantal
van zijn mooiste piano werkjes even
eens „Impromptus", doch het luiste
ren naar deze composities en het le
zen van de pennevruchten van Cor
van Berkel zal niet dezelfde indruk
achterlaten. Wanneer Schubert's mu
ziek heeft geklonken, is ieder onder
de indruk van de gratie en de schoon
heid die de componist heeft samen
gebracht in deze parelende piano
stukjes. Wie kennis heeft genomen
van de essays van Cor van Berkel zal
ongetwijfeld de verzuchting slaken.
„De muziekgeschiedenis heeft rare
kostgangers
Van deze muziekgeschiedenis kan
men op allerlei manieren kennis ne
men. Men kan b.v. officiële hand
boeken raadplegen vaak lijvige
folianten waarin deskundige en
zeer bekwame auteurs dikwijls met be
hulp van muziekvoorbeelden uiteen
zetten hoe de ontwikkelingsgang der
muziek kan worden verklaard. Deze
handboeken echter blijven voor het
merendeel van het publiek gesloten.
Een vlotte en populaire verhandeling
dat wil men hebben. Wie zo'n boek
schrijft kan er zeker van zijn dat het
gelezen en gekocht wordt. De oplaag
van een werkelijk niet goedkoop werk
b.v. ads „Muzikale Ommegang", dat
onder redactie van de musicoloog van
Ravenzwaay tot stand kwam, was b.v.
onmiddellijk uitverkocht en zal een
jaar na de verschijning reeds een
tweede druk beleven. Een dergelijk
werk kan dus min of meer als „ver
taling" beschouwd worden van de „of
ficiële" studiewerken. Cor van Ber
kel geeft in „Impromptus" ook een
vertaling, maar hij doet dit op een
zeer eigen manier. Hij brengt in zijn
boek veertien figuren uit de geschie
denis naai1 voren de meeste zijn
bijna allen vergeten en hij belicht
ze zodanig, dat de lezer een beeld
krijgt van het culturele leven in
het bijzonder van het muziekleven
van de tijd, waarin het verhaal speelt.
Zo brengt hij ongemerkt allerlei gro
te gebeurtenissen, die in de grote
handboeken zeer officieel worden be
handeld, geheel terloops maar toch
vaak getypeerd ter sprake: b.v. de
bloeitijd van de Opera Seria van het
Oratorium, de dikwijls vergeten ope
rette enz. Van Berkel is een smake
lijk verteller en heeft de thema's
voor zijn „Impromptus" zorgvuldig
gekozen. Men kan in dit boek lezen
over de grote Mozart en over de ver
maarde Noorse vioolvirtuoos Ole Buil,
over George Friedrich Handel en over
Albert Lortzing. Groten en kleinen,
podiumvirtuozen en waarachtige
meesters der muziek, veertien in to
taal, worden door de auteur naar vo
ren gebracht. Wie dit boek heeft uit
gelezen, heeft amusante avonturen en
tragische belevenissen achter de rug
met mensen, die allen op zeer ver
scheiden wijze de muziek in de loop
der tijden hebben gediend.
NEET OVER DE MUZIEK
Het heeft blijkbaar niet in de be
doeling van de schrijver gelegen om
over de muziek zelf te schrijven. Hij
wil trachten door deze „Impromp
tus" een „cultuurbeeld" te geven.
Slechts een enkele maal gaat hij wat
dieper op een muzikaal probleem in,
b.v. bij Handel en Mozart. Het essay
over de laatste is niet geheel vrij te
pleiten van een zekere arrogantie.
Hier somt de auteur zo en passant
eventjes op, wat hij allemaal over
Mozart in zijn boekenkast heeft staan
en vertelt hij hoeveel beroemde Mo-
zart-diri genten hem dit hebben ver
teld. Deze opmerkingen evenwel
terzijde. „Impromptus" is een boek
geworden, dat zich laat lezen als een
spannende roman. Een vlot en goed
werk.