De boeren hebben overwonnen.
EEN OUD SNARENINSTRUMENT
HANDHAAFDE ZICH TOT NU TOE
Zeeuwse Almanak
DE HISTORISCHE HERBERGEN
AAN DE ZUID-WATERING
„De Schone Waardin" werd afgebroken
DE ZWARTE
ORCHIDEE
MAANDAG 10 OCTOBER 1949
PROVINCIALE ZtcUWSE COURANT
3
50 JAAR GELEDEN.
11 October 1899 brak in Zuid-Afrika
de Boerenoorlog uit
Het Britse imperialisme maakte een botsing
onvermijdelijk.
Morgen aal het op de kop al vflftlg jiaar geleden zyn, dat de staat van
oorlog Intrad tussen de Boerenrepublieken Transvaal en Oranje-Vrijstaat
en het Britse Kijk. Op 11 October 1899 Immers brak wat minder plechtig
heet de Boerenoorlog uit, een gebeurtenis, die overal ln Europa en niet in
het minst ln ons land diepe indruk maakte. Vooral by de oudere generatie
in ons land zal hetgeen zich omstreeks de eeuwwisseling In Zuid-Afrika
afspeelde ongetwijfeld nog vaag. In het geheugen vervlochten zijn. By de
jongeren zjjn de hoofdzaken van het drama waarlijk niet uitsluitend be-
kend geworden uit duffe geschiedenisboekjes. De Boerenoorlog is een le
gende geworden, die voortleeft In een reeks romantische jongensromans, In
de straatnamen, die bekende boerenleiders als Kruger, de Wet, Botha
Steyn, Joubert enz in herinnering bewaren en in een volksliedje als, „En
de boeren hebben overwonnen, hiep hiep hoera!**
Afrikaanse mijngebieden een aanzien
lijk vermogen verwierf en tot een ho
ge positie in het Brits bestuur op
klom, had één vaste overtuiging: de
Engelsen moesten de heersende macht
in Zuid-Afrika zijn. De door zijn
denkbeelden geïnspireerde Zuid-Afri
kaanse Liga heeft er naar vermogen
toe bijgedragen de Boerenpublie-
ken in moeilijkheden met Engeland
te wikkelen. Slechts door een grove
fout, de mislukte Jameson-Raid in
1896, een mislukte poging om de
Transvaalse Republiek omver te wer
pen, werd Rhodes carrière gebroken.
WRIJVING
Wat de onmiddellijke aanleiding
werd tot de strijd is eigenlijk 'van
minder belang. De Britse gouverneur
van de Kaap-kolonie, sir Alfred Mil-
ner, rapporteerde zijn regering, dat
er een anti-Britse beweging onder de
Afrikaander-bevolking gaande gehou
den werd en vergiftigde daarmee de
verhoudingen. Een petitie, waarin
Britse onderdanen op aanstoken van
Rhodes een aantal grioven tegen de
Republiek opsomden, deed dat al
evenzeer. Daar was verder de be
ruchte kwestie van de kiesrechten.
President Kruger had weten door te
drijven, dat de z.g. Uitlanders, de im
migranten, na een negenjarig verblijf
in Transvaal kiesgerechtigd zouden
worden met uitzicht op een nog kor
tere termijn. De Britten wilden aan
stonds een maximum van vijf jaren
stellen.
Langdurige onderhandelingen óver
deze kwestie en andere punten van
wrijving leverden geen resultaat op.
Het was duidelijk, dat de Britse re
gering zich wilde mengen in aange
legenheden van Transvaal, ja, dat de
plannen voor inpalming van de niet-
Britse gebieden in Londen reeds wa
ren uitgëwérkt. Het had er alle schijn
van, dat de onderhandelingen slechts
dienden om een onzekere toestand te
scheppen tot er een voldoend aantal
Britse troepen in Zuid-Afrika aange
komen waren om een ultimatum te
kunnen verzenden.
ULTIMATUM i
In sommige oorlogen, waarbij een
klein volk het moet opnemen tegen
een overmacht, bleek in het verleden
de sympathie in de rest van de we
reld op merkwaardig spontane wijze
aan de zwakste partij ten deel te val
len. Tijdens de strijd van de Grieken
tegen het Turkse juk na 1820 ging
door West-Europa, een ongekende
golf van geestdrift voor het heront
dekte oude Hellas. De Britse dichter
Lord Byron offerde zijn vermogen en
zijn leven voor de Griekse zaak. Een
recent voorbeeld is de aanval van de
Sowjet-Unie op Finland in 1939. In
tal van landen werden acties tot hulp
en steun aan wat toen heette het
kleine dappere Finland op touw ge
zet.
De strijd van de Transvaalse boe
ren tegen de Britten, van ongeregelde
en slechts half georganiseerde vrij
heidsscharen tegen geoefende en ge
disciplineerde beroeps soldaten vond
overal, behalve dan in Engeland zelf,
weerkland ten gunste van de boeren.
De politieke constellatie was dusda
nig, dat de Zuid-Afrikaanders
daadwerkelijke hulp van buiten niet
konden rekenen. Maar groot was de
verontwaardiging over het Britse op
treden. en groot het medeleven met
de militaire lotgevallen der boeren.
De aanleiding tot een oorlog is his
torisch moeilijk vast te stellen, ge
zien de rol, die vele omstandigheden
en krachten spelen, welke buiten de
menselijke berekening vallen. Er is
echter weinig verschil van mening
over, dat het uitbreken van de Boe
renoorlog voor oen zeer groot deel
op rekening te schrijven is van het
Britse imperialisme uit die dagen.
Zeker, de verhouding tussen de oor
spronkelijke kolonisten van Neder
landse afstamming en de later geko
men Britse kolonisten was al jaren
lang gespannen, niet het minst omdat
de Britten zich gesteund wisten door
een moederkmd op het toppunt van
zijn macht. Een opsomming van de
voortdurende wrijvingen en conflic
ten zou lang worden.
DE JINGO.KLIER
Hoofdzaak is, dat een sterke stro
ming in Engeland in de negentiger
jaren het erop had gezet geheel Zuid-
Afrika binnen,het Britse imperium te
brengen. Vooral ook omdat de goud
mijnen aan de Witwaterrand in
Transvaal de Engelsen aanlokten. De
voornaamste figuren in de Jingo-kliek
Jingo was de spotnaam voor de
Britse imperialisten en nationalisten
waren Joseph Chamberlain en zijn
kwade genius Cecil Rhodes. Cham
berlain werkte als minister van kolo
niën in het derde ministerie Salisbu
ry onvermoeibaar aan de verwezenlij
king van zijn denkbeelden: alle kolo
niën zo eng mogelijk aan het moe
derland verbinden en het imperium
versterken.
Cecil Rhodes, de zoon van een Ang
licaanse geestelijke, die zich door een
avontuurlijke instelling in de Zuid-
ber 1899 zagen, dat een oorlog onver
mijdelijk was, dat toegeven niets baat
te en dat haar enige kans was om 't
Britse gouvernement te dwingen zijn
ware bedoelingen te ontvouwen, na
men zij hun toevlucht tot een uiterste
maatregel. Op 9 October werd een
brief verzonden aan het Britse Gou
vernement, die neerkwam op een ul
timatum. Er stond in, dat Engeland
niet het minste recht had om zich te
bemoeien met binnenlandse zaken der
Republiek en als eis werd gesteld, dat
de troepen langs de grenzen van de
Republiek onmiddellijk zouden wor
den teruggetrokken. De depêche ein
digde met het verzoek vóór 5 uur in
de namiddag van 11 October ant
woord te zenden. Werd geen antwoord
ontvangen, dan zou zulk een handel
wijze worden beschouwd als een for
mele oorlogsverklaring.
De lie October bracht de Britse ver
tegenwoordiger Greene het antwoord:
Het Britsé Gouvernement achtte het
onmogelijk de gestelde voorwaarden
te overwegen. Hij vroeg zijn paspoort
om Transvaal te verlaten. Zo brak de
Boerenoorlog uit, nu een halve eeuw
geleden.
Compressoren wcRe de air-condiUonins in de vliegtuigen van de K.L.M. verzor
gen, werden tot dusver in het buitenland, waar men over de daar toe benodigde
apparatuur beschikte, gereviseerd. Sedert enige tijd Is dit nu ook mogelijk bij de
K.L.M. op Schiphol, waar men de beschikking heelt over deze apparatuur. Deze
apparaten worden in een geluidsdichte ruimte getest. Een overzicht van het paneel
voor het bedienen van de proefbanken voor de compressors.
MUZIEKFEUILLETON.
Woensdag speelt Rosa Spier harp ln
Middelburgs Concertzaal.
Met een rubber elastiekje kun je een hoop aardige dingen doen. Daar
weet een schooljongen van mee te praten. Die schiet met zo'n ding allerlei
projectielen weg of hy spant het rond het blad van zyn schoolbank en tok
kelt er dan een beetje op. Het geeft soms het geluld van een Hawaiian gul.
tiaar, vooral wanneer je er een lineaal by gebruikt. Het kunstje Is echter
niet nieuw, want de jongens van een paar duizend jaar geleden kenden
het ook al. Ze hadden toen geen schoolbanken en ook het elastiekje was
nog niet uitgevonden, maar dat had men in die ty'den ook niet nodig. Er
werd een stuk vezel aan een tak vastgebonden, het werd strakgespannen
en als je er op tokkelde, dan gaf het geluid. Het klonk misschien nog wel
mooier dan de gummi-hawaiianklank van het elastiekje. Reeds eeuwen
lang kent de mens dus het kunstje" van het snaren tokkelen en het ls
al duizenden jaren geleden, dat men snaren vian verschillende lengte byeen
bracht in één raam. Zo ontstond in de gryze oudheid een instrument: nl.
de harp. By de oude Egyptenaren reeds was het „kunstje" Kunst gewor.
den.
Het is eigenlijk vreemd, dat de
harp in onze dagen een uitzonderlijke
verschijning is geworden, want vroe
ger was dit instrument even gewoon
als bij ons de fluit en viool. Zoals
echter zoveel in onze tijd is ook de
muziek niet ontkomen aan mechani
satie. Zo zou men b.v. de piano in ze
kere zin een gemechaniseerde harp
kunen noemen, zij het dan een ge
mechaniseerd instrument, dat een ge
heel eigen ontwikkelingsgang heeft
doorgemaakt. Toch heeft de harp zich
in haar eigen vorm kunnen handha
ven en menige componist heeft van
haar bijzondere klankkleur gebruik
gemaakt. Saint Saëns gebruikt de
Toen de boerenleiders met aan het harp in zijn lugubere „Danse maca-
hoofd president Kruger begin Octo- bre". De klok slaat middernacht en
de Dood stemt op het kerkhof zijn
vioolStraks zullen de geraamten
hun dodendans beginnenWelnu,
de klanken van de klok, die het mid
dernachtelijk uur meldt, worden ge
speeld op een harp.
Componisten van film- en hoor-
spelmuziek gebruiken het instrument
ook graag. Het geluid is zo geschikt
om een bepaalde sfeer te suggereren,
b.v. een stille maannachtEn aan
de klank van een symphonie-orkest
verleent de harp een bijzondere glans.
Met deze laatste opmerking is tege
lijk de plaats van het instrument in
onze huidige muziekcultuur aange
duid: nl. het symphonie-orkest. Wij
schreven reeds, dat dit vroeger an
ders was. Op oude prenten en schil
derijen, waarop musicerende mensen
zijn afgebeeld, komt vrijwel altijd
een harp voor.
In Zeeland kan men deze week
harpmuziek horen. De Vereniging
voor Instrumentale Muziek Je Mid
delburg heeft nl. Woensdag een har
piste in haar midden. Is dit op zich
zelf dus reeds een bijzondere gebeur
tenis, het feit, dat deze harpiste Rosa
Spier is, geeft aan het concert van
Woensdagavond een bijzonder ca
chet. Zij is immers een van de meest
virtuoze en artistieke harpspeelsters
in ons land en geniet ook in het bui
tenland een grote vermaardheid.
HET PROGRAMMA.
Vóór de pauze speelt Rose Spier
drie werkjes: een Passacaglia van
Handel, een Toccata van Paradisiaen
een Gavotte van Bach, muziek van
componisten, die allen in de 18e eeuw
leefden.
Een passacaglia is een werk, waar
in het thema de muzikale volzin,
die het uitgangspunt van de composi
tie vormt steeds in de bas wordt
herhaald. De andere stemmen bren
gen ondertussen steeds variaties op
dit thema. Het fundament blijft dus
het gehele werk door hetzelfde, doch.
de bovenbouw verandert steeds. In
een toccata wordt veel gevraagd van
de virtuositeit van de uitvoerder, om
dat snelle passages in deze muzikale
vorm een grote rol spelen. De orgel
meesters uit de 17e en 18e eeuw wa
ren zeer gesteld op de toccata. De Ga
votte is een sierlijke dans van Fran
se origine, die in de tijd van Lode-
wijk XIV dank zij de composities van
diens kapelmeester, Jean Baptiste
Lully, vepl opgang maakte.
Na de pauze speelt Rosa Spier een
bewerking voor harp van „Die Mol-
dau" uit de suite „Mijn Vaderland'*
van Smetana. Het thema voor dit
overbekende werk ontleende de com
ponist aan een volksliedje, dat in tal
van Europese landen wordt gezongen
en dat in Nederland bekend is als
„Ie sag Cecilia komen". Het orkest
voert werken uit van Boyce. Kaun,
Doret en Dvorak.
Een programma dus. dat de luiste
raar zeker zal bevredigen.
Vrijdagmiddag omstreeks kwart over
vijf is op de Prins Hendrikkade by de
Martelaarsgracht te Amsterdam een 21-
jarige wielrijder door een vrachtauto aan
gereden en gedood.
OCTOBERREGEN
Daar was dan, voor het eerst sedert
vele weken, de regen. Echte buien, die
aanhielden en van de Zondag een
druïldag maakten. Mijn buurman, die
me zijn bloeiende aardbeiplanten
toonde, zei: Jn geen maanden heb
ben we een regendag gehad". En hij
had gelijk. Die waren we ontwend.
Maar de zon kon de nevel deze Zon
dag niet baas. En op het moment,
waarop anders de sluiers optrekken,
begonnen nu de druppels te tikken.
En zowaar, daar zijn eensklaps ook
de blaren beginnen te vallen. De wind
liet nog verstek gaan, maar zo oud
zijn vele bladeren, dat er geen wind
voor nodig is om ze naar beneden te
laten vallen.
Daar valt er nog een blad
En wentelt onder 't vallen
Een allerlaatste maal
Zo dichtte Beets al. En het was de
moeite waard om op deze regen-Zon
dag naar dat vallen van de bladeren
te kijken. Zo hoorde het toch ook
eigenlijk na deze prachtige nazomer,
die misschien nóg niet helemaal voor
bij is. Geen wind. Een zoele regen.
En de eerste bladerenval.
Alleen de vliegen. Die waren dl te
bedrijvig. En prikten dat het een aard
had. Maar dat duurt niet lang meer.
Ze hebben hun tijd gehad. Het zal
langer duren, eer de bladeren weer
aan de bomen zitten....
Maar kijk in uw tuin! De sering
houdt haar knoppen reeds gereed. De
zomer sterft. Maar de tekenen van de
lente worden al weer zichtbaar!
Als de stormwinden woeste golven tegen de Walcherse kust jagen en de
schepen uit hun koers slaan, gebeurt het wel eens, dat een schip strandt
by „De Schone Waardin" aan de Zuidwatering. Menig lezer of lezeres zal
zich mogelyk afvragen: Hoe komt men aan die naam? Het antwoord Is
eenvoudig: er heeft op de dijk een herberg gestaan met de naam van „De
Schone Waardin"
de 18e eeuw en ook een pentekening
eveneens in kleuren van het „Direc
tiehuis der Zuidwatering" in 1893.
Eertijds was de herberg tevens 't
kommiezen- of opzichtershuis van
de Zuidwatering. De opzichtera van
de polder Walcheren werden name
lijk voor 1902 kommiezen genoemd.
Zo werd op 27 Jan. 1564 Pier Wil
lemszoon, parochiaan te Ritthem be
noemd tot kommies van de Zuidwa-
tering op een salaris van 18 pd.
Vlaams- 108) 's jaars. Zijn bijver
dienste was, evenals die van de kom-
miezen van de drie andere wat erin-
gen het houden van een herberg.
Niettegenstaande door de Staten
van Zeeland bij resolutie van 4
Maart 1779 aan de kommiezen van
de wateringen verboden werd een
herberg te houden (hun salaris zal
wel beduidend hoger geweest zijn
dan in 1564) bleef de herberg aan
de Zuidwatering nog ruim een eeuw
bestaan. Blijkbaar voldeed zij aan 'n
toenmaals gevoelde behoefte, of
schoon in de buurt nog een paar
andere herbergen waren. In het ge
bouw was ook een directiekamer
ten behoeve van het dagelijks
bestuur van de polder Walcheren,
dat op geregelde tyden de Zuidwa
tering bezocht.
ONTSPANNINGSPLAATS
Hl de loop der jaren was het kom-
miezenhuis of te wel de herberg
„De Schone Waardin" aan de Zuid
watering ook een ontspannings-
ilaats geworden van de ryke Mid-
elburgse en Vlissingse families, die
des zomers, vooral op Zondagnamid
dag daar thee kwamen drinken.
Voor 't huis was een luifel. Men
had daar een prachtig gezicht op
de rede van Rammekens en op de
drukke scheepvaart over de Schelde.
Vroeger lagen er soms meer dan
zestig zeilschepen te wachten op
een gunstige wind.
Ook de plattelandbewoners, die
in de maand Augustus „door het
land gingen rijden" bezochten vaak
„De Schone waardin".
Het Zeeuws Genootschap van We
tenschappen bezit twee gekleurde
tekeningen van het polderhuis uit
EEN VERBOD.
Toen in 1902 de opzichter aan de
Zuidwatering, de heer W. Roelse
vaas overleden (hij had drie grote
dochters, die in de herberg konden
bedienen) werd aan zyn opvolger,
de heer J. A. Louwers niet meer
vergund herberg te houden.
He t
gebouw was in 1844
vernieuwd. Natuurlijk legden de Duit
sers er in 1940 dadelijk beslag op.
Zij lieten het in 1944 afbreken. In de
nabijheid hadden zij bunkers, ge
vechtstorens en schuilkelders ge
bouwd. Thans staat op - de oude
laats waar „De Schone Waardin"
eeft gestaan, een houten noodwo
ning. bewoond door een opziohter van
de polder Walcheren.
EN NU DE NAAM
In de gelagkamer hing een schilde
rij, voorstellende een stevige knappe
Walcherse boerin in de klederdracht
uit het begin der 19de eeuw met een
z.g. kaphoed en keellinten, terwijl op
het voorhoofd de gouden naald prijk
te. Het was een portret van een da
me wier man van 1800 tot 1812 kom
mies is geweest. De schilderij bleef
in de herberg hangen, tot deze in
1902 werd gesloten. Het stuk is toen
aan de familie teruggeven.
NOG MEER HERBERGEN
_,De Schone Waardin" was niet de
enige herberg. Toen de Zuidersluis
en de buitenhaven van Vlissingen nog
niet bestonden, was er een recht
streekse verbinding van Rammekens,
waar een garnizoen lag, met Vlissin
gen. Er was dus langs die weg een
I flame'"
geheeltamelijk druk verkeer. Bij het oudg
fort De Ruyter stond een herberg.
Op het uithangbord las men on
geveer 70 jaar geleden:
Al ls het oude fort versleten
Toch ben ik het tappen niet
vergeten.
Dus ln het oude fort alhier
Tapt men jenever, brandewijn
en bier
bij A. Fruiter.
De d|fk voorby „De Schone Waardin"
volgende komt men aan de z.g. Turf-
hoek. Hier weid vroeger voor een
groot deel van Waleheren Friese turf
aangevoerd. Tot de overstroming
stond er de herberg ,,'t Vlaggetje
't laatst bewoond door de familie Ma
rijs. Op het uithangbord las men: „In
't Vlaggetje alhier, verkoopt men
koffie, thee en bier".
By Rammekens stonden zelfs drie
herbergen, waarvan er een „De
Prins" heette. Tot 1817 leidde de
scheepvaart naar Middelburg langs
Rammekens via de Welzinge naar 't
havenkanaal der stad. By een der
herbergen was een staling met 20
paarden, die beschikbaar werden ge
steld om schepen naar Middelburg
te trekken, als de wind tegen was.
De paarden liepen dan langs de nog
bestaande z.g. trekdijk.
B. J. DE MEU
Het Wereldgebeuren
Na Oostenrijk
Noorwegen
Vandaag brengen de kranten de
volledige verkiezingsuitslagen uit
Oostenrijk, liet enige land in Midden-
Europa, waar de Westerse denkbeel
den nog overheersend zijn. Morgen
zal de verkiezingsaandacht worden
geleid naar een geheel ander deel
van Europa, naar Scandinavië. Van
daag namelijk worden de Noren naar
de 'stembus geroepen voor de verkie
zing van een nieuwe „Storting'', na
dat .de huidige volksvertegenwoordi
ging volgens de grondwet haar vier
jarige arbeidsperiode heeft afgesloten.
De verkiezingen in Noorwegen lij
ken in velerlei opzicht op die, welks
in Engeland zullen wórden gehou
den en op grond daarvan verdienen
zij meer dan gewone belangstellling.
De Scandinavische correspondent
van Het Parool gaf een belangwek
kende voorbeschouwing, waaraan
hieronder enkele passages onileerid
zijn.
Evenals het Britse parlement werd
de Storting gekozen tijdens de na
oorlogse vreugde over vrede en bf.
vrijding en toen er grote verwach
tingen waren ten aanzien van een
nieuw tijdperk van opbouw en socia
le vooruitgang. Wie gaf zich in d|o
dagen, die nu al lang geleden lijken,
rekenschap van d0 moeilijkheden,
waarmee Europa te kampen zou krij
gen? Ondcf het motto „vooruitstre
vendheid en ware democratie" WfOV
den de mannen, die de hoofd- en
handarbeiders vertegenwoordigden, to
de regering gebracht. Evenals in En
geland was er een socialistisch kabi
net met een meerderheid in het par
lement ofschoon het daarbij m«ar
om één enkele zetel ging: 76 van da
150 maar deze werd ten gevolge
van het kiesstelsel alleen door een
minderheid van de bevolking onder
steund. Immers, de „Arbejderparti"
kreeg slechts 41.3 pCt. van de stem
men en dat percentage kan ten ge
volge van een gewijzigde stemming
gemakkelijk tot aanzienlijk verlies
van zetels leiden.
En die verandering is gekomen. Het
geloof van vele mensen is door twij
fel gevolgd, de hoop werd scepticis
me. Noorwegen heeft nu ook gemerkt
dat niet Europa maar Amerika da
oorlog heeft gewonnen. De belastin
gen zijn hoger dan ooit tevoren. De
distributie, de beperkingen, het tekort
aan woonruimte en het beklemmendo
gevoel, zich te bevinden in een bui
tenpost van de Westerse wereld, heb
ben een neerslachtigheid verwekt, die
alles overheerst.
Anderszins is de Noor niet minder
dan de Engelsman geneigd persoon
lijke opvattingen te laten spreken als
het om belangrijke dingen gaat. Dit
kan inderdaad een geruststelling zijn
voor premier Einar Gerhardsen en
zijn partij, dip inderdaad kan wijzen
op goetl werk, verricht onder d£
moeilijkste omstandigheden. Men kan
zich niet voorstellen, dat deze man,
type van de eerlijke arbeider, met in
zijn-gelaat groeven en plooien uit de
tijd van het Duitse concentratiekamp,
buiten de regering zou komen tè
staan.
De correspondent verwacht uit de
stembus een zelfde resultaat als bij
de jongste Westeuropese verkiezin
gen: enige zetels verlies voor de soci
alisten, de communisten weggevaagd,
enige winst voor liberalen en rechtse
agrariërs. Hieruit zou dan weer een
socialistisch kabinet voortkomen als
een regering gebaseerd op een min
derheid zoals in Denemarken en Fin
land. In het andere geval zou de ar-
beidsvrede, die tot dusverre behou-
den kon blijven, teloor gaan.
FEUILLETON
„Ik vrees van niet. De laatste keer,
dat ik hem zag, was hier in Caracas,
even na het begin van de oorlog in
'39. Ik was op weg naar huis en ik
geloof dat hij eveneens daarheen ging.
Ik trachtte hem aan hef praten te
krijgen over 'n aangelegenheid, waar
in ik geïnteresseerd was, rïiaar het
lukte niet. Alle orchideeënzoekers zijn
natuurlijk achterdochtig. Ze denken
altijd, dat je achter hun vondsten aan
zit. Zijn gehele manier van doen was
nogal eigenaardig. Maar hij kent zijn
oerwoud".
„Ja, dat is zo. Die bossen en de or
chideeën zijn een obsessie van hem.
Hij logeerde bij ons in '39 en kwam
in '42 terug. Daarna hebben wij geen
woord meer van hem gehoord".
„Precies. Wel, in de eh krin
gen, waarin ik verkeer, zijn er heel
wat, die misschien wat weten. Ik zal
zien, of ik iets kan opduiken, als u
dat wenst".
door
ALLAN SWINTON
„Dank u zeer. Ik zou u zeer dank
baar zijn. Hij is al een eind over de
zeventig en wij beginnen ons ongerust
te maken".
Glimlachend gaf Semple ten ant
woord: „Natuurlijk. Ik zal graag doen
wat ik kan. Ik zal het u Onmiddellijk
laten weten, als ik enig nieuws van
hem heb". Tot Sam zei hij: „Dus tot
Dinsdag dan, als u naar mij geïnfor
meerd hebt".
Hij boog tegen Mary, knikte tegen
Sam en vertrok en zij gingen het ho
tel binnen.
Terwijl zij stonden te praten, was de
eigenaar van het hotel hen gepas
seerd. Nu kwam de dikke, kleine man
op hen af en zei: „Pardon, senor. Ik
hoop, dat u niet naar die vent zult
luisteren. In Caracas dgjn altijd aller
lei verhalen de ronde over verborgen
„Oh, pardon. Daarvoor kon hij
wel van enig nut zijn. Maar hij is ook
bezig geweest, om te trachten geld
bijeen te krijgen voor een jacht op
een verborgen schat. Het een of an
dere verhaal van Columbiaans goud
en edelgesteenten, die in 1819 verloren
zijn gegaan, toen Bolivar de Onder
koning versloeg en het gouvernement
op de vlucht ging. Ik dacht, dat hij u
daarover aangeklampt had. U zult be
grijpen, dat in dergelijke gevallen het
hotel zich tot op zekere hoogte ver
antwoordelijk voelt voor zijn gasten,
die misschien vreemdelingen in dit
land zijn...."
„Dat is zeer attent van u. Maar hij
zocht alleen maar een baantje. Moet
ik uit uw woorden opmaken, dat u
hem kent?"
De hotelier glimlachte een beetje
zuur. „Inderdaad en maar al te goed.
Eens logeerde hij hier in dit hotel. Hij
is ons nog zijn laatste rekening schul
dig met een flink bedrag voor wijn".
„Mak ik eens horen, wat u van hem
wqet?"
De hotelier haalde de schouders op.
„Hij kwam jaren geleden hier in Ca
racas, leefde er goed van en betaalde
prompt. Toen ging hij het binnenland
in. Misschien vier. vyf jaar. Dat her
inner ik mij niet. Ik geloof, dat hy
schatten...."
Sam zei: „Ik begrijp niet goed, wat I "aar de Orinoco en de Guianas ging
bedoelt. HjJ vroeg om een baantje I om diamanten. Toen kwam hij terug,
fels leider van de expeditie....'* J Gedurende een pear weken betaalde I
hij en daarna niet meer. Tenslotte
moesten wij hem er uit zetten. Hij
leefde op de een of andere manier
onder de. inlanders. Dan weer ging hij
voor maanden de jungle en de ber
gen in en als hij terug kwam bezat
hij geen cent. Wie kan zeggen, wat hij
er uitvoerde? Toen kwam de oorlog
en hij haastte zich naar huis. Naar
men mij vertelde, werkte hij op een
schip, om zijn overtocht te kunnen
betalen. Hij werd majoor. Twee jaar
later kwam hy terug, bleek en ma
ger. Om zijn verwondingen ontslagen.
En nog steeds zonder geld. Men heeft
mij verteld, dat hy van huis vertroic
met enig geld, maar dat hy het on
derweg weer verloor bij het kaartspel.
Hy is in het binnenland geweest en
kwam onlangs weer terug. Zoals ik al
zei, heeft hij geprobeerd om geld by
elkaar te krijgen voor de jacht naar
die Columbiaanse schat. Goud. juwe
len en smaragden, zegt hij, verborgen
in de een of andere oude stenen stad,
in een bergplaats, waarvan hij alleen
het geheim weet. Een afgezaagd ver
haaltje, senor, dat al menigmaal dienst
heeft gedaan".
„Inderdaad. Ik dank u. Senor Gon
zalez, ik ben blij deze dingen te we
ten".
In de loop van de dag had Sam
Mary verteld over de problemen,
waarmede hij bij zyn voorbereidingen
te kampen had gehad. Toen Gonzalez
vertrok, zei zij: „Wel. dat schijnt 'n
eind aan je moeilijkheden te maken".
„Dus vind je, dat ik die vent nemen
moet?"
„Als alles, wat hy zegt. waar is, zou
je dwaas zijn, om het niet ie doen.
Wat Gonzalez vertelde, klonk wel ah
een bevestiging van Semple's bewerin
gen, maar dat kun je altijd nog na
gaan. Als je de bevestiging van zijn
beweringen krijgt, dan heeft hy blijk
baar alles, wat jou ontbreekt en wat
je tegenhoudt. Ik geloof niet, dat hij
veel kosten zou. En.... eh.... Hier
zweeg zij plotseling.
„En wat?"
„Wel, ik denk. dat als je hem ge
bruiken kunt, je het maar doen
moest. Zag je niet, dat hij een come-
die opvoerde? Hy was er niet zo on
verschillig onder als hij wel leek.
Zijn trots verbood hem, om dat te
veel te laten zien, maar hij bad en
smeekte je om hem te nemen. Ik ge
loof. dat hij honger had", verklaarde
zij met echt vrouwelijk vertrouwen
in haar intuïtie. „Dat verhaal van die
verborgen schat, was nu niet zo best.
(Wordt vervolgd)