De boeren hebben overwonnen. EEN OUD SNARENINSTRUMENT HANDHAAFDE ZICH TOT NU TOE Zeeuwse Almanak DE HISTORISCHE HERBERGEN AAN DE ZUID-WATERING „De Schone Waardin" werd afgebroken DE ZWARTE ORCHIDEE MAANDAG 10 OCTOBER 1949 PROVINCIALE ZtcUWSE COURANT 3 50 JAAR GELEDEN. 11 October 1899 brak in Zuid-Afrika de Boerenoorlog uit Het Britse imperialisme maakte een botsing onvermijdelijk. Morgen aal het op de kop al vflftlg jiaar geleden zyn, dat de staat van oorlog Intrad tussen de Boerenrepublieken Transvaal en Oranje-Vrijstaat en het Britse Kijk. Op 11 October 1899 Immers brak wat minder plechtig heet de Boerenoorlog uit, een gebeurtenis, die overal ln Europa en niet in het minst ln ons land diepe indruk maakte. Vooral by de oudere generatie in ons land zal hetgeen zich omstreeks de eeuwwisseling In Zuid-Afrika afspeelde ongetwijfeld nog vaag. In het geheugen vervlochten zijn. By de jongeren zjjn de hoofdzaken van het drama waarlijk niet uitsluitend be- kend geworden uit duffe geschiedenisboekjes. De Boerenoorlog is een le gende geworden, die voortleeft In een reeks romantische jongensromans, In de straatnamen, die bekende boerenleiders als Kruger, de Wet, Botha Steyn, Joubert enz in herinnering bewaren en in een volksliedje als, „En de boeren hebben overwonnen, hiep hiep hoera!** Afrikaanse mijngebieden een aanzien lijk vermogen verwierf en tot een ho ge positie in het Brits bestuur op klom, had één vaste overtuiging: de Engelsen moesten de heersende macht in Zuid-Afrika zijn. De door zijn denkbeelden geïnspireerde Zuid-Afri kaanse Liga heeft er naar vermogen toe bijgedragen de Boerenpublie- ken in moeilijkheden met Engeland te wikkelen. Slechts door een grove fout, de mislukte Jameson-Raid in 1896, een mislukte poging om de Transvaalse Republiek omver te wer pen, werd Rhodes carrière gebroken. WRIJVING Wat de onmiddellijke aanleiding werd tot de strijd is eigenlijk 'van minder belang. De Britse gouverneur van de Kaap-kolonie, sir Alfred Mil- ner, rapporteerde zijn regering, dat er een anti-Britse beweging onder de Afrikaander-bevolking gaande gehou den werd en vergiftigde daarmee de verhoudingen. Een petitie, waarin Britse onderdanen op aanstoken van Rhodes een aantal grioven tegen de Republiek opsomden, deed dat al evenzeer. Daar was verder de be ruchte kwestie van de kiesrechten. President Kruger had weten door te drijven, dat de z.g. Uitlanders, de im migranten, na een negenjarig verblijf in Transvaal kiesgerechtigd zouden worden met uitzicht op een nog kor tere termijn. De Britten wilden aan stonds een maximum van vijf jaren stellen. Langdurige onderhandelingen óver deze kwestie en andere punten van wrijving leverden geen resultaat op. Het was duidelijk, dat de Britse re gering zich wilde mengen in aange legenheden van Transvaal, ja, dat de plannen voor inpalming van de niet- Britse gebieden in Londen reeds wa ren uitgëwérkt. Het had er alle schijn van, dat de onderhandelingen slechts dienden om een onzekere toestand te scheppen tot er een voldoend aantal Britse troepen in Zuid-Afrika aange komen waren om een ultimatum te kunnen verzenden. ULTIMATUM i In sommige oorlogen, waarbij een klein volk het moet opnemen tegen een overmacht, bleek in het verleden de sympathie in de rest van de we reld op merkwaardig spontane wijze aan de zwakste partij ten deel te val len. Tijdens de strijd van de Grieken tegen het Turkse juk na 1820 ging door West-Europa, een ongekende golf van geestdrift voor het heront dekte oude Hellas. De Britse dichter Lord Byron offerde zijn vermogen en zijn leven voor de Griekse zaak. Een recent voorbeeld is de aanval van de Sowjet-Unie op Finland in 1939. In tal van landen werden acties tot hulp en steun aan wat toen heette het kleine dappere Finland op touw ge zet. De strijd van de Transvaalse boe ren tegen de Britten, van ongeregelde en slechts half georganiseerde vrij heidsscharen tegen geoefende en ge disciplineerde beroeps soldaten vond overal, behalve dan in Engeland zelf, weerkland ten gunste van de boeren. De politieke constellatie was dusda nig, dat de Zuid-Afrikaanders daadwerkelijke hulp van buiten niet konden rekenen. Maar groot was de verontwaardiging over het Britse op treden. en groot het medeleven met de militaire lotgevallen der boeren. De aanleiding tot een oorlog is his torisch moeilijk vast te stellen, ge zien de rol, die vele omstandigheden en krachten spelen, welke buiten de menselijke berekening vallen. Er is echter weinig verschil van mening over, dat het uitbreken van de Boe renoorlog voor oen zeer groot deel op rekening te schrijven is van het Britse imperialisme uit die dagen. Zeker, de verhouding tussen de oor spronkelijke kolonisten van Neder landse afstamming en de later geko men Britse kolonisten was al jaren lang gespannen, niet het minst omdat de Britten zich gesteund wisten door een moederkmd op het toppunt van zijn macht. Een opsomming van de voortdurende wrijvingen en conflic ten zou lang worden. DE JINGO.KLIER Hoofdzaak is, dat een sterke stro ming in Engeland in de negentiger jaren het erop had gezet geheel Zuid- Afrika binnen,het Britse imperium te brengen. Vooral ook omdat de goud mijnen aan de Witwaterrand in Transvaal de Engelsen aanlokten. De voornaamste figuren in de Jingo-kliek Jingo was de spotnaam voor de Britse imperialisten en nationalisten waren Joseph Chamberlain en zijn kwade genius Cecil Rhodes. Cham berlain werkte als minister van kolo niën in het derde ministerie Salisbu ry onvermoeibaar aan de verwezenlij king van zijn denkbeelden: alle kolo niën zo eng mogelijk aan het moe derland verbinden en het imperium versterken. Cecil Rhodes, de zoon van een Ang licaanse geestelijke, die zich door een avontuurlijke instelling in de Zuid- ber 1899 zagen, dat een oorlog onver mijdelijk was, dat toegeven niets baat te en dat haar enige kans was om 't Britse gouvernement te dwingen zijn ware bedoelingen te ontvouwen, na men zij hun toevlucht tot een uiterste maatregel. Op 9 October werd een brief verzonden aan het Britse Gou vernement, die neerkwam op een ul timatum. Er stond in, dat Engeland niet het minste recht had om zich te bemoeien met binnenlandse zaken der Republiek en als eis werd gesteld, dat de troepen langs de grenzen van de Republiek onmiddellijk zouden wor den teruggetrokken. De depêche ein digde met het verzoek vóór 5 uur in de namiddag van 11 October ant woord te zenden. Werd geen antwoord ontvangen, dan zou zulk een handel wijze worden beschouwd als een for mele oorlogsverklaring. De lie October bracht de Britse ver tegenwoordiger Greene het antwoord: Het Britsé Gouvernement achtte het onmogelijk de gestelde voorwaarden te overwegen. Hij vroeg zijn paspoort om Transvaal te verlaten. Zo brak de Boerenoorlog uit, nu een halve eeuw geleden. Compressoren wcRe de air-condiUonins in de vliegtuigen van de K.L.M. verzor gen, werden tot dusver in het buitenland, waar men over de daar toe benodigde apparatuur beschikte, gereviseerd. Sedert enige tijd Is dit nu ook mogelijk bij de K.L.M. op Schiphol, waar men de beschikking heelt over deze apparatuur. Deze apparaten worden in een geluidsdichte ruimte getest. Een overzicht van het paneel voor het bedienen van de proefbanken voor de compressors. MUZIEKFEUILLETON. Woensdag speelt Rosa Spier harp ln Middelburgs Concertzaal. Met een rubber elastiekje kun je een hoop aardige dingen doen. Daar weet een schooljongen van mee te praten. Die schiet met zo'n ding allerlei projectielen weg of hy spant het rond het blad van zyn schoolbank en tok kelt er dan een beetje op. Het geeft soms het geluld van een Hawaiian gul. tiaar, vooral wanneer je er een lineaal by gebruikt. Het kunstje Is echter niet nieuw, want de jongens van een paar duizend jaar geleden kenden het ook al. Ze hadden toen geen schoolbanken en ook het elastiekje was nog niet uitgevonden, maar dat had men in die ty'den ook niet nodig. Er werd een stuk vezel aan een tak vastgebonden, het werd strakgespannen en als je er op tokkelde, dan gaf het geluid. Het klonk misschien nog wel mooier dan de gummi-hawaiianklank van het elastiekje. Reeds eeuwen lang kent de mens dus het kunstje" van het snaren tokkelen en het ls al duizenden jaren geleden, dat men snaren vian verschillende lengte byeen bracht in één raam. Zo ontstond in de gryze oudheid een instrument: nl. de harp. By de oude Egyptenaren reeds was het „kunstje" Kunst gewor. den. Het is eigenlijk vreemd, dat de harp in onze dagen een uitzonderlijke verschijning is geworden, want vroe ger was dit instrument even gewoon als bij ons de fluit en viool. Zoals echter zoveel in onze tijd is ook de muziek niet ontkomen aan mechani satie. Zo zou men b.v. de piano in ze kere zin een gemechaniseerde harp kunen noemen, zij het dan een ge mechaniseerd instrument, dat een ge heel eigen ontwikkelingsgang heeft doorgemaakt. Toch heeft de harp zich in haar eigen vorm kunnen handha ven en menige componist heeft van haar bijzondere klankkleur gebruik gemaakt. Saint Saëns gebruikt de Toen de boerenleiders met aan het harp in zijn lugubere „Danse maca- hoofd president Kruger begin Octo- bre". De klok slaat middernacht en de Dood stemt op het kerkhof zijn vioolStraks zullen de geraamten hun dodendans beginnenWelnu, de klanken van de klok, die het mid dernachtelijk uur meldt, worden ge speeld op een harp. Componisten van film- en hoor- spelmuziek gebruiken het instrument ook graag. Het geluid is zo geschikt om een bepaalde sfeer te suggereren, b.v. een stille maannachtEn aan de klank van een symphonie-orkest verleent de harp een bijzondere glans. Met deze laatste opmerking is tege lijk de plaats van het instrument in onze huidige muziekcultuur aange duid: nl. het symphonie-orkest. Wij schreven reeds, dat dit vroeger an ders was. Op oude prenten en schil derijen, waarop musicerende mensen zijn afgebeeld, komt vrijwel altijd een harp voor. In Zeeland kan men deze week harpmuziek horen. De Vereniging voor Instrumentale Muziek Je Mid delburg heeft nl. Woensdag een har piste in haar midden. Is dit op zich zelf dus reeds een bijzondere gebeur tenis, het feit, dat deze harpiste Rosa Spier is, geeft aan het concert van Woensdagavond een bijzonder ca chet. Zij is immers een van de meest virtuoze en artistieke harpspeelsters in ons land en geniet ook in het bui tenland een grote vermaardheid. HET PROGRAMMA. Vóór de pauze speelt Rose Spier drie werkjes: een Passacaglia van Handel, een Toccata van Paradisiaen een Gavotte van Bach, muziek van componisten, die allen in de 18e eeuw leefden. Een passacaglia is een werk, waar in het thema de muzikale volzin, die het uitgangspunt van de composi tie vormt steeds in de bas wordt herhaald. De andere stemmen bren gen ondertussen steeds variaties op dit thema. Het fundament blijft dus het gehele werk door hetzelfde, doch. de bovenbouw verandert steeds. In een toccata wordt veel gevraagd van de virtuositeit van de uitvoerder, om dat snelle passages in deze muzikale vorm een grote rol spelen. De orgel meesters uit de 17e en 18e eeuw wa ren zeer gesteld op de toccata. De Ga votte is een sierlijke dans van Fran se origine, die in de tijd van Lode- wijk XIV dank zij de composities van diens kapelmeester, Jean Baptiste Lully, vepl opgang maakte. Na de pauze speelt Rosa Spier een bewerking voor harp van „Die Mol- dau" uit de suite „Mijn Vaderland'* van Smetana. Het thema voor dit overbekende werk ontleende de com ponist aan een volksliedje, dat in tal van Europese landen wordt gezongen en dat in Nederland bekend is als „Ie sag Cecilia komen". Het orkest voert werken uit van Boyce. Kaun, Doret en Dvorak. Een programma dus. dat de luiste raar zeker zal bevredigen. Vrijdagmiddag omstreeks kwart over vijf is op de Prins Hendrikkade by de Martelaarsgracht te Amsterdam een 21- jarige wielrijder door een vrachtauto aan gereden en gedood. OCTOBERREGEN Daar was dan, voor het eerst sedert vele weken, de regen. Echte buien, die aanhielden en van de Zondag een druïldag maakten. Mijn buurman, die me zijn bloeiende aardbeiplanten toonde, zei: Jn geen maanden heb ben we een regendag gehad". En hij had gelijk. Die waren we ontwend. Maar de zon kon de nevel deze Zon dag niet baas. En op het moment, waarop anders de sluiers optrekken, begonnen nu de druppels te tikken. En zowaar, daar zijn eensklaps ook de blaren beginnen te vallen. De wind liet nog verstek gaan, maar zo oud zijn vele bladeren, dat er geen wind voor nodig is om ze naar beneden te laten vallen. Daar valt er nog een blad En wentelt onder 't vallen Een allerlaatste maal Zo dichtte Beets al. En het was de moeite waard om op deze regen-Zon dag naar dat vallen van de bladeren te kijken. Zo hoorde het toch ook eigenlijk na deze prachtige nazomer, die misschien nóg niet helemaal voor bij is. Geen wind. Een zoele regen. En de eerste bladerenval. Alleen de vliegen. Die waren dl te bedrijvig. En prikten dat het een aard had. Maar dat duurt niet lang meer. Ze hebben hun tijd gehad. Het zal langer duren, eer de bladeren weer aan de bomen zitten.... Maar kijk in uw tuin! De sering houdt haar knoppen reeds gereed. De zomer sterft. Maar de tekenen van de lente worden al weer zichtbaar! Als de stormwinden woeste golven tegen de Walcherse kust jagen en de schepen uit hun koers slaan, gebeurt het wel eens, dat een schip strandt by „De Schone Waardin" aan de Zuidwatering. Menig lezer of lezeres zal zich mogelyk afvragen: Hoe komt men aan die naam? Het antwoord Is eenvoudig: er heeft op de dijk een herberg gestaan met de naam van „De Schone Waardin" de 18e eeuw en ook een pentekening eveneens in kleuren van het „Direc tiehuis der Zuidwatering" in 1893. Eertijds was de herberg tevens 't kommiezen- of opzichtershuis van de Zuidwatering. De opzichtera van de polder Walcheren werden name lijk voor 1902 kommiezen genoemd. Zo werd op 27 Jan. 1564 Pier Wil lemszoon, parochiaan te Ritthem be noemd tot kommies van de Zuidwa- tering op een salaris van 18 pd. Vlaams- 108) 's jaars. Zijn bijver dienste was, evenals die van de kom- miezen van de drie andere wat erin- gen het houden van een herberg. Niettegenstaande door de Staten van Zeeland bij resolutie van 4 Maart 1779 aan de kommiezen van de wateringen verboden werd een herberg te houden (hun salaris zal wel beduidend hoger geweest zijn dan in 1564) bleef de herberg aan de Zuidwatering nog ruim een eeuw bestaan. Blijkbaar voldeed zij aan 'n toenmaals gevoelde behoefte, of schoon in de buurt nog een paar andere herbergen waren. In het ge bouw was ook een directiekamer ten behoeve van het dagelijks bestuur van de polder Walcheren, dat op geregelde tyden de Zuidwa tering bezocht. ONTSPANNINGSPLAATS Hl de loop der jaren was het kom- miezenhuis of te wel de herberg „De Schone Waardin" aan de Zuid watering ook een ontspannings- ilaats geworden van de ryke Mid- elburgse en Vlissingse families, die des zomers, vooral op Zondagnamid dag daar thee kwamen drinken. Voor 't huis was een luifel. Men had daar een prachtig gezicht op de rede van Rammekens en op de drukke scheepvaart over de Schelde. Vroeger lagen er soms meer dan zestig zeilschepen te wachten op een gunstige wind. Ook de plattelandbewoners, die in de maand Augustus „door het land gingen rijden" bezochten vaak „De Schone waardin". Het Zeeuws Genootschap van We tenschappen bezit twee gekleurde tekeningen van het polderhuis uit EEN VERBOD. Toen in 1902 de opzichter aan de Zuidwatering, de heer W. Roelse vaas overleden (hij had drie grote dochters, die in de herberg konden bedienen) werd aan zyn opvolger, de heer J. A. Louwers niet meer vergund herberg te houden. He t gebouw was in 1844 vernieuwd. Natuurlijk legden de Duit sers er in 1940 dadelijk beslag op. Zij lieten het in 1944 afbreken. In de nabijheid hadden zij bunkers, ge vechtstorens en schuilkelders ge bouwd. Thans staat op - de oude laats waar „De Schone Waardin" eeft gestaan, een houten noodwo ning. bewoond door een opziohter van de polder Walcheren. EN NU DE NAAM In de gelagkamer hing een schilde rij, voorstellende een stevige knappe Walcherse boerin in de klederdracht uit het begin der 19de eeuw met een z.g. kaphoed en keellinten, terwijl op het voorhoofd de gouden naald prijk te. Het was een portret van een da me wier man van 1800 tot 1812 kom mies is geweest. De schilderij bleef in de herberg hangen, tot deze in 1902 werd gesloten. Het stuk is toen aan de familie teruggeven. NOG MEER HERBERGEN _,De Schone Waardin" was niet de enige herberg. Toen de Zuidersluis en de buitenhaven van Vlissingen nog niet bestonden, was er een recht streekse verbinding van Rammekens, waar een garnizoen lag, met Vlissin gen. Er was dus langs die weg een I flame'" geheeltamelijk druk verkeer. Bij het oudg fort De Ruyter stond een herberg. Op het uithangbord las men on geveer 70 jaar geleden: Al ls het oude fort versleten Toch ben ik het tappen niet vergeten. Dus ln het oude fort alhier Tapt men jenever, brandewijn en bier bij A. Fruiter. De d|fk voorby „De Schone Waardin" volgende komt men aan de z.g. Turf- hoek. Hier weid vroeger voor een groot deel van Waleheren Friese turf aangevoerd. Tot de overstroming stond er de herberg ,,'t Vlaggetje 't laatst bewoond door de familie Ma rijs. Op het uithangbord las men: „In 't Vlaggetje alhier, verkoopt men koffie, thee en bier". By Rammekens stonden zelfs drie herbergen, waarvan er een „De Prins" heette. Tot 1817 leidde de scheepvaart naar Middelburg langs Rammekens via de Welzinge naar 't havenkanaal der stad. By een der herbergen was een staling met 20 paarden, die beschikbaar werden ge steld om schepen naar Middelburg te trekken, als de wind tegen was. De paarden liepen dan langs de nog bestaande z.g. trekdijk. B. J. DE MEU Het Wereldgebeuren Na Oostenrijk Noorwegen Vandaag brengen de kranten de volledige verkiezingsuitslagen uit Oostenrijk, liet enige land in Midden- Europa, waar de Westerse denkbeel den nog overheersend zijn. Morgen zal de verkiezingsaandacht worden geleid naar een geheel ander deel van Europa, naar Scandinavië. Van daag namelijk worden de Noren naar de 'stembus geroepen voor de verkie zing van een nieuwe „Storting'', na dat .de huidige volksvertegenwoordi ging volgens de grondwet haar vier jarige arbeidsperiode heeft afgesloten. De verkiezingen in Noorwegen lij ken in velerlei opzicht op die, welks in Engeland zullen wórden gehou den en op grond daarvan verdienen zij meer dan gewone belangstellling. De Scandinavische correspondent van Het Parool gaf een belangwek kende voorbeschouwing, waaraan hieronder enkele passages onileerid zijn. Evenals het Britse parlement werd de Storting gekozen tijdens de na oorlogse vreugde over vrede en bf. vrijding en toen er grote verwach tingen waren ten aanzien van een nieuw tijdperk van opbouw en socia le vooruitgang. Wie gaf zich in d|o dagen, die nu al lang geleden lijken, rekenschap van d0 moeilijkheden, waarmee Europa te kampen zou krij gen? Ondcf het motto „vooruitstre vendheid en ware democratie" WfOV den de mannen, die de hoofd- en handarbeiders vertegenwoordigden, to de regering gebracht. Evenals in En geland was er een socialistisch kabi net met een meerderheid in het par lement ofschoon het daarbij m«ar om één enkele zetel ging: 76 van da 150 maar deze werd ten gevolge van het kiesstelsel alleen door een minderheid van de bevolking onder steund. Immers, de „Arbejderparti" kreeg slechts 41.3 pCt. van de stem men en dat percentage kan ten ge volge van een gewijzigde stemming gemakkelijk tot aanzienlijk verlies van zetels leiden. En die verandering is gekomen. Het geloof van vele mensen is door twij fel gevolgd, de hoop werd scepticis me. Noorwegen heeft nu ook gemerkt dat niet Europa maar Amerika da oorlog heeft gewonnen. De belastin gen zijn hoger dan ooit tevoren. De distributie, de beperkingen, het tekort aan woonruimte en het beklemmendo gevoel, zich te bevinden in een bui tenpost van de Westerse wereld, heb ben een neerslachtigheid verwekt, die alles overheerst. Anderszins is de Noor niet minder dan de Engelsman geneigd persoon lijke opvattingen te laten spreken als het om belangrijke dingen gaat. Dit kan inderdaad een geruststelling zijn voor premier Einar Gerhardsen en zijn partij, dip inderdaad kan wijzen op goetl werk, verricht onder d£ moeilijkste omstandigheden. Men kan zich niet voorstellen, dat deze man, type van de eerlijke arbeider, met in zijn-gelaat groeven en plooien uit de tijd van het Duitse concentratiekamp, buiten de regering zou komen tè staan. De correspondent verwacht uit de stembus een zelfde resultaat als bij de jongste Westeuropese verkiezin gen: enige zetels verlies voor de soci alisten, de communisten weggevaagd, enige winst voor liberalen en rechtse agrariërs. Hieruit zou dan weer een socialistisch kabinet voortkomen als een regering gebaseerd op een min derheid zoals in Denemarken en Fin land. In het andere geval zou de ar- beidsvrede, die tot dusverre behou- den kon blijven, teloor gaan. FEUILLETON „Ik vrees van niet. De laatste keer, dat ik hem zag, was hier in Caracas, even na het begin van de oorlog in '39. Ik was op weg naar huis en ik geloof dat hij eveneens daarheen ging. Ik trachtte hem aan hef praten te krijgen over 'n aangelegenheid, waar in ik geïnteresseerd was, rïiaar het lukte niet. Alle orchideeënzoekers zijn natuurlijk achterdochtig. Ze denken altijd, dat je achter hun vondsten aan zit. Zijn gehele manier van doen was nogal eigenaardig. Maar hij kent zijn oerwoud". „Ja, dat is zo. Die bossen en de or chideeën zijn een obsessie van hem. Hij logeerde bij ons in '39 en kwam in '42 terug. Daarna hebben wij geen woord meer van hem gehoord". „Precies. Wel, in de eh krin gen, waarin ik verkeer, zijn er heel wat, die misschien wat weten. Ik zal zien, of ik iets kan opduiken, als u dat wenst". door ALLAN SWINTON „Dank u zeer. Ik zou u zeer dank baar zijn. Hij is al een eind over de zeventig en wij beginnen ons ongerust te maken". Glimlachend gaf Semple ten ant woord: „Natuurlijk. Ik zal graag doen wat ik kan. Ik zal het u Onmiddellijk laten weten, als ik enig nieuws van hem heb". Tot Sam zei hij: „Dus tot Dinsdag dan, als u naar mij geïnfor meerd hebt". Hij boog tegen Mary, knikte tegen Sam en vertrok en zij gingen het ho tel binnen. Terwijl zij stonden te praten, was de eigenaar van het hotel hen gepas seerd. Nu kwam de dikke, kleine man op hen af en zei: „Pardon, senor. Ik hoop, dat u niet naar die vent zult luisteren. In Caracas dgjn altijd aller lei verhalen de ronde over verborgen „Oh, pardon. Daarvoor kon hij wel van enig nut zijn. Maar hij is ook bezig geweest, om te trachten geld bijeen te krijgen voor een jacht op een verborgen schat. Het een of an dere verhaal van Columbiaans goud en edelgesteenten, die in 1819 verloren zijn gegaan, toen Bolivar de Onder koning versloeg en het gouvernement op de vlucht ging. Ik dacht, dat hij u daarover aangeklampt had. U zult be grijpen, dat in dergelijke gevallen het hotel zich tot op zekere hoogte ver antwoordelijk voelt voor zijn gasten, die misschien vreemdelingen in dit land zijn...." „Dat is zeer attent van u. Maar hij zocht alleen maar een baantje. Moet ik uit uw woorden opmaken, dat u hem kent?" De hotelier glimlachte een beetje zuur. „Inderdaad en maar al te goed. Eens logeerde hij hier in dit hotel. Hij is ons nog zijn laatste rekening schul dig met een flink bedrag voor wijn". „Mak ik eens horen, wat u van hem wqet?" De hotelier haalde de schouders op. „Hij kwam jaren geleden hier in Ca racas, leefde er goed van en betaalde prompt. Toen ging hij het binnenland in. Misschien vier. vyf jaar. Dat her inner ik mij niet. Ik geloof, dat hy schatten...." Sam zei: „Ik begrijp niet goed, wat I "aar de Orinoco en de Guianas ging bedoelt. HjJ vroeg om een baantje I om diamanten. Toen kwam hij terug, fels leider van de expeditie....'* J Gedurende een pear weken betaalde I hij en daarna niet meer. Tenslotte moesten wij hem er uit zetten. Hij leefde op de een of andere manier onder de. inlanders. Dan weer ging hij voor maanden de jungle en de ber gen in en als hij terug kwam bezat hij geen cent. Wie kan zeggen, wat hij er uitvoerde? Toen kwam de oorlog en hij haastte zich naar huis. Naar men mij vertelde, werkte hij op een schip, om zijn overtocht te kunnen betalen. Hij werd majoor. Twee jaar later kwam hy terug, bleek en ma ger. Om zijn verwondingen ontslagen. En nog steeds zonder geld. Men heeft mij verteld, dat hy van huis vertroic met enig geld, maar dat hy het on derweg weer verloor bij het kaartspel. Hy is in het binnenland geweest en kwam onlangs weer terug. Zoals ik al zei, heeft hij geprobeerd om geld by elkaar te krijgen voor de jacht naar die Columbiaanse schat. Goud. juwe len en smaragden, zegt hij, verborgen in de een of andere oude stenen stad, in een bergplaats, waarvan hij alleen het geheim weet. Een afgezaagd ver haaltje, senor, dat al menigmaal dienst heeft gedaan". „Inderdaad. Ik dank u. Senor Gon zalez, ik ben blij deze dingen te we ten". In de loop van de dag had Sam Mary verteld over de problemen, waarmede hij bij zyn voorbereidingen te kampen had gehad. Toen Gonzalez vertrok, zei zij: „Wel. dat schijnt 'n eind aan je moeilijkheden te maken". „Dus vind je, dat ik die vent nemen moet?" „Als alles, wat hy zegt. waar is, zou je dwaas zijn, om het niet ie doen. Wat Gonzalez vertelde, klonk wel ah een bevestiging van Semple's bewerin gen, maar dat kun je altijd nog na gaan. Als je de bevestiging van zijn beweringen krijgt, dan heeft hy blijk baar alles, wat jou ontbreekt en wat je tegenhoudt. Ik geloof niet, dat hij veel kosten zou. En.... eh.... Hier zweeg zij plotseling. „En wat?" „Wel, ik denk. dat als je hem ge bruiken kunt, je het maar doen moest. Zag je niet, dat hij een come- die opvoerde? Hy was er niet zo on verschillig onder als hij wel leek. Zijn trots verbood hem, om dat te veel te laten zien, maar hij bad en smeekte je om hem te nemen. Ik ge loof. dat hij honger had", verklaarde zij met echt vrouwelijk vertrouwen in haar intuïtie. „Dat verhaal van die verborgen schat, was nu niet zo best. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1949 | | pagina 3