In Nieuw -Vlissingen wonen
tevreden mensen
Er blijven echter kleine wensen
489 millioen voor kapitaals
uitgaven.
ONS LAND GAAT NOG GEBUKT
ONDER ZWARE VERPLICHTINGEN
DE STERKTE VAN HET
BURGERLIJK RIJKSPERSONEEL
WAT KOST DEVALUATIE ONS
MINISTER LIEFTINCK MAANT
OPNIEUW AAN TOT ZUINIGHEID
WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1949
Voor- en nadelen van de montagewoningen
Gr kunt In de nieuwe wtyken van Vlissingen licht verdwalen, want
ze rUn groot en er z(Jn vele straten. Dat merkt gc pas, wanneer ge op
een stille Zondagmiddag eens een wandeling maakt door deze nieuwe
na.oorlogsc stad. Ge verbaast 17 er over, dat in slechts enkele jaren
zoveel hulzen konden worden gebouwd: honderden nieuwe woningen,
straten lang, van beton en van steen en in frisse kleuren geschilderd.
Ge moet eens b(j avond al» het donker ls door die straten met
hun mooie schilders- en bouwmeestersnamen wandelen. En k\jk dan
eens naar binnen in dlo vole huiskamers, waar men zo genoeglijk rond
de tafel zit en waar het lleht zo gezellig brandt. Dan ziet ge gelukkige
mensen in een eigen huis. Een koninkrijk voor een huis! Honderden
hebben ln het nieuwe Vlissingen een klein koninkrijk gekregen: een
eigen woning.
Vanzelfsprekend stelt ge uzelf dan
dc vraag: Hoe zouden die mensen
zich nu voelen in dat eigen konink
rijk? Zouden ze tevreden zijn of had
den ze het liever anders gehad?
Misschien hebben ze wel met een
groot gezin in een kleine noodwo
ning gezeten en zyr. ze dolgelukkig
met dit „echte" huis. Maar mis
schien ook komen deze mensen uit
een andere streek van ons land, 'n
streek zonder oorlogsschade, waar
ze wellicht een prachtige grote wo
ning hadden met wie-weet-hoeveel
kamers. Of zijn het soms mensen, die
door de oorlog alles verloren hebben
en daarom wat in hun sas zijn nu ze
weer wat meubels in een geriefelijke
woning bij elkaar hebben?
Wij hebben ons deze vragen ook ge
steld, toen wc op ccn middag door de
nieuwe wijken liepen. Het is zo'n pret
tig gevoel die nette huizen te zien, die
keurige nummerbordjes en die uit
voerige straatnamen. Men kan hier te
recht als men zijn historische kennis
wat wil opfrissen Wilt U b.v. weten
wanneer Ferdinand Bol leefde? In
nieuw-Vlissingen staat op het bordje
van de straatnaam te lezen, dat hij
leefde van 1616 tot 1680 en van beroep
schilder was.
Maar terzake, we wilden graag weten,
hoe de mensen in de huizen zich voel
den. Daarom hebben we op enkele
plaatsen aangebeld en eens geïnfor
meerd wat zij van hun woningen
dachten.
HOE IS HET?
Men is gastvrij in Vlissingen. Ner
gens liet pien ons op de stoep staan;
Hiervan zal 390 millioen geleend
moeten worden.
Het geld. dat do Staat voor de
grote werken in een jaar uitgeeft
de zog--1" 1
ven won
dc zogenaamde kapitaaisuitga-
woratin de begroting geschei
den gehouden van hetgeen voor an
dore doeleinden wordt uitgegeven.
Voor deze „kapitaalsuitgaven" gaat
en mag de Staat, voor zover er
freen middelen beschikbaar zfln, geld
enen. Indien men zegt: de begro
ting Ls in evenwicht, dan behoeft
dat niet te betekenen, dat ook de ka
pitaalsuitgaven door gewone midde
len zijn gedekt. Het is heel gewoon,
dat daarvoor buitengewone gelden
worden geleend. Het bezit van de
Staat wordt immers door die kapi
taalsuitgaven vergroot. De grote
werken, waaraan het geld besteed
wordt, gaan vaak jaren, soms gene
raties mee. Dan is 't ook niet meer
dan biltttk, dat niet. alleen het te
genwoordige geslacht, maar ook de
toekomstige bevolking van Neder
land een deel van die lasten van die
uitgaven draagt.
Voor deze uitgaven is een bedrag
van 489 millioen op de begroting
1950 opgenomen. Daarvan komt voor
rekening van dc P.T.T. 111 milli
oen; de Staatsmijnen 53 millioen;
do Woningbouw j 39 millioen; We
gen. Kanalen. Bruggen en Landaan-
wining 39 millioen; werken in de
Noord Oost Polder 37 millioen.
Onder deze uitgaven komen verder
voor: -f 111 millioen voor werken
ten behoeve van de marine, zoals
111 millioen voor werken
aanbouw van schepen voor dc vloot,
aanbouw van schepen voor 't loods
wezen, huisvesting en werkplaatsen,
vliegveldaanieg en 37 millioen
voor nieuw-, aan- en verbouw ten
behoeve van de land- en luchtmacht
en de marechaussee.
Tegenover deze kapitaalsuitgaven
staan middelen (inkomsten) tot een
bedrag van 99 millioen, zodat voor
1950 wordt gerekend op een bedrag
van 489 millioen, verminderd met
99 millioen, of 390 millioen, dat
de Staat voor deze uitgaven zal
moeten lenen.
integendeel overal moesten we bin
nenkomen cn dan begon het gesprek.
Tevreden over de woning? Meer dan
tevreden! zo luidde meestal het eerste
antwoord van vrijwel iedere bewoner.
Natuurlijk blijven er wensen, maar
over het algemeen is iedereen in het
nieuwe gedeelte content. Er waren en
kele dames die het jammer vonden,
dat er zo weinig winkels waren, want
nu moesten ze naar de oude stad om
een groot deel van hun inkopen te
doen cn dan bleven de kinderen al
leen.
Tja. die kinderen waren nogal eens
het onderwerp van het gesprek. De
meeste moeders vinden het prettig
wonen in de nieuwe stad, omdat de
kinderen zo Ver van het drukke ver
keer kunnen spelen.
DE KEUKEN
Wie met de dames over een woning
spreekt, komt noodgedwongen bij de
keuken terecht cn voor een man is
dat een glibberig onderwerp. In een
groot aantal huizen in nieuw Vlissin
gen zijn slechts kleine keukens en dat
blijkt voor- en nadelen te hebben. Er
zijn b.v. altijd nog vrouwen, die graag
de woonkamer als een soort „mooie"
kamer willen reserveren en daarom in
de keuken wonen. Dat is echter niet
mogelijk, wanneer dit vertrek erg
klein is. „Maar...." zeggen weer an
dere huismoeders, „ik woon liever in
de kamer en zo'n klein keukentje
heeft ook voordelen. Je kunt overal
direct bij en dat is reuze prettig".
DE MONTAGEWONING
Erg benieuwd waren we, toen we
bij een montagewoning aanbelden,
want een stenen huis kent men al
eeuwen, maar een woning van beton
is betrekkelijk nieuw. Gelukkig ech
ter waren ook hier tevreden mensen.
In deze woningen bevindt zich een
grote keuken, die in vrijwel alle wo
ningen als woonruimte wordt ge
bruikt. Een nadeel van deze keuken
is dat er geen portaal is en dat men
door dc achterdeur direct binnenstaat.
Vooral in de winter zal dit minder
prettig zijn, want zodra dan de deur
opengaat, komt de koude luchtstroom
de warme keuken binnen.
Sommige bewoners hadden voor de
keukendeur een schutting als wind
scherm geplaatst, maar dit werd dooi
de dienst van gemeentewerken niet
toegestaan.
Wy hebben op onze tocht door de
nieuwe wijken amusante verhalen ge
hoord over de dunne muren van de
betonnen woningen. Eén van de be
woners vertelde ons. dat er drie ge
zinnen in drie verschillende woningen
gewekt worden door één wekker.
„Om half zeven", zo zei hij, „krijg ik
een duw van m'n vrouw: „Piet, daar
gaat de wekker van buurman. En dan
ga 'k er uit
Andere bezwaren zijn van nict-Vlis-
singers: de hoge waterleidingkosten.
Ook de geboren Vlissinger vindt deze
kosten aan de hoge kant. maar hij is
er meer aan gewoon. Dan is de toe
stand van het wegdek in sommige
straten nog niet bijster florissant en
bij regen is het er dikwijls een mod
derpoel. Verwacht mag evenwel wor
den dat dit laatste slechts tijdelijk is
en dat hierin door gemeentewerken
verbetering wordt gebracht.
Zo zijn er meer kleine wensen en
bezwaren. Eén ding staat voor ons
echter vast: In de nieuwe wijken van
Vlissingen wonen tal van gelukkige
mensen. Gelukkig, omdat zij na jaren
van woningmisère nu eindelijk een
eigen haard hebben. En daarom is 't
merendeel van de bevolking zuinig
op het huis. De besturen van de wo
ningbouwverenigingen hebben wat
dat betreft niet veel te klagen. Er zijn
slechte uitzonderingen, doch het me
rendeel van nieuw Vlissingen is dank
baar. Dankbaar voor het „eigen Ko
ninkrijk".
852 millioen voor militaire
oorlogsherestel en 559
Waar verder te bezuinigen
Een beschouwing van het niveau
van de ontwerp-begroting 1950
heeft naar de overtuiging van de
minister slechts zin, indien men
zich daarbij voor ogen stelt, dat
deze begroting is opgesteld voor
een periode, waarin ons land ge
bukt gaat onder zware militaire
verplichtingen, tegelijk het herstel
van de oorlogsschaden moet finan
cieren en bovendien een in de oor
log zeer hoog opgelopen staats
schuld te torsen heeft. Duidelijk
blijkt dit, wanneer men nagaat
welke buitengewoon grote bedra
gen voor 1950 moesten worden ge
raamd voor militaire uitgaven,
voor het oorlogsherstel en voor de
dienst van de staatsschuld, n.l.
militaire uitgaven 852 millioen:
uitgaven voor oorlogsherstel 490
millioen; dienst staatsschuld 559
millioen; totaal 1.901 millioen.
Van dit bedrag ad 1.901 milli
oen drukt 1.675 millioen op de ge
wone dienst en de buitengewone
dienst-1 en 226 millioen op de
buitengewone dienst-2.
WAAR ZIJN NOG
BEZUINIGING MOGELIJK?
De mogelijkheden tot verdere be
zuiniging zullen behalve op mili
tair gebied in hoofdzaak moeten
worden gevonden by de uitgaven
van de gewone dienst en de buiten
gewone dienst 1 ad 1.675 millioen.
Hoewel het streven van de rege
ring volgens de millioenennota
hierop bij voortduring blijft gericht
en zij niet zal nalaten om, waar dit
met behoud van een sociaal ver
antwoord welvaartspeil mogelyk is,
tot verdere beperking van uitgaven
te geraken, meent zij, tot goed be-
in de millioenennota ls 'n uitvoerige beschouwing gewijd aan de sterkte van het
burgerlijk rijkspersoneel, waaruit blijkt, dat de werkelijke sterkte, geraamd ln dc
begroting 1950. 101.440 zal bedragen. De vermindering van de sterkte van het bur
gerlijk rijkspersoneel scdc:t 1 Januari 1946 bedraagt rond 30.000. In vergelijking
met de toestand per 1 Januari 1949 zal. met uitzondering van de militaire departe
menten. ccn vermindering met rond 3300 personen plaats hebben. In 't totaalcijfer
over genoemde periode wordt dc bedoelde vermindering echter gecompenseerd
door ccn stijging met rond 570O personen bU de militaire departementen.
Hoge Colleges van Staat cn Kabinet
der Koningin
Algemene Zaken
Buitenlandse Zaken
Justitie
Binnenlandse Zaken
Onderwijs. Kuns en en Wetenschappen
Financiën
Wederopbouw en VolkshuUv
Verkeer en Water-laat
Sociale Zaken
Overzeese gebiedsdelen
Alg. Burg. Pensioenfonds
Zuidcrzcelonds
Oorlog
Marine
1 Jan.
1 Jan.
1 Jan.
31 Juli
Begr.
1946
1947
1948
1949
1950
342
320
331
357
349
1030
343
105
104
116
346
497
576
631
749
37316
33348
23592
16820
16836
5654
4170
2301
1132
1103
5280
5325
5987
6788
7899
20925
21880
23923
22465
22365
9038
6488
6700
4421
4115
3316
7179
7102
7290
7403
12156
11700
11398
8261
6023
19991
14758
10048
8050
8184
5860
4394
4102
3916
4275
203
272
289
306
333
380
399
339
362
417
989
988
1104
1172
1326
4897
6431
7955
10460
12544
3295
4330
4575
5871
7400
131018
122831
110427
98206
101446
uitgaven, 490 millioen voor
voor staatsschulden.
grip van de zaak, toch o.m. op de
volgende factoren de aandacht te
moeten vestigen:
a. onder de genoemde uitgaven ad
1.675 millioen is een bedrag
van 446 millioen begrepen we
gens personeelsuitgaven (sala
rissen, sociale lasten, pensioen
uitgaven, wachtgelden enz.) Het
zal wel geen tegenspraak ont
moeten, dat een bezuiniging op
deze post door vermindering
van de bezoldigingsbedragen
onder de tegenwoordige om
standigheden geen punt van
overweging kan vormen.
b. de verlaging van uitgaven zal
dus in hoofdzaak moeten wor
den gevonden in een verminde
ring van de overheidstaken.
Hierbij dient in aanmerking te
worden genomen, dat bij de
toenemende bevolking van ons
land een stabilisatie van uitga
ven in feite reeds een vermin
dering zou betekenen.
c. vermindering van uitgaven door
opheffing of beperking van le
vensmiddelensubsidies wordt
ten dele gecompenseerd door
daaruit direct of indirect voor
het Rijk voortvloeiende hogere
lasten "of mindere inkomsten.
Bovenstaande overwegingen slui
ten echter niet uit, dat het hoge
niveau van de ontwerp-begroting
voor 1950 de regering zorgen baart,
omdat het mede in verband met de
conjunctuurphase, waarin de we
reld verkeert, gevaren in zich
draagt.
Gestegen uitgaven.
Voor de stijging van de uitgaven
volgens de begroting 1950 en vol
gens de herziene raming 1949 ver
geleken met de oorspronkelijk
vastgestelde begroting 1949, wijst
de minister, behalve de reeds ge
noemde algemene factoren, de vol
gende oorzaken aan:
1°. de militaire uitgaven moesten
belangrijk hoger worden geraamd
in verband met het feit, d^t het
maken van een begin met onze bij
dragen in de gemeenschappelijke
verdediging van West-Europa niet
langer kon worden uitgesteld.
2'. bij het opstellen van de begro
ting 1949 was nog geen rekening
gehouden met salaris- en pensioen
verbeteringen.
3°. Voor verschillende doeleinden
moesten aanzienlijk hogere bedra
gen worden geraamd, welke ener
zijds verband houden met de ont
wikkeling van het herstel, ander
zijds met de wenselijkheid om de
werkgelegenheid zoveel mogelyk
te stabiliseren. Zo legt het gereed
komen van woningwetwoningen
aan het Rijk een steeds groter wor
dende bijdrage in de exploitatie
kosten op.
ONDERIIOUDSUITGAVEN.
Ook valt aan een verhoging van
de uitgaven voor onderhoud en
verbetering van kanalen, vaarten,
sluiswerken, bruggen en landwe
gen nauwelijks langer te ontkomen.
Ook voor grondverbetering ls meer
Het Beursplein te Amsterdam niet geheel links het beroemde Beursge.
bouw van Bérlage, dat gisteren en eergisteren in verband met de onzekere
financiële toestand gesloten was.
Er was slechts keuze tussen loonsverlaging en devaluatie
Ons prijspeil was te hoog.
Onze economische redacteur schrijft
ons: Eén vraag slechts brandt ons
allen op de tong: „Wat betekent de
devaluatie van de Nederlandse gul
den nu eigenlijk voor onze porie-
monnaie?" Wij zullen trachten een
kort en duidelijk antwoord te geven.
Onze gulden zal minder waard
worden ten opzichte van de dollar,
de Belgische cn Zwitserse franc om
maar de voor ons voornaamste lan
den te noemen. Hoeveel? Dat weten
wij op het ogenblik dat wij dit schrij
ven niet precies. Nemen wij echte*"
eens een ogenblik aan plm. 35 pet.
(Engeland devalueert met plm. 30
pet, Denemarken met plm. 37 pet. en
Noorwegen met plm. 45 pet.), dan
wil dit zeggen, dat alle goederen die
wij uit de niet devaluerende landen
moeten kopen circa 35 pet. duurder
zullen worden. Nu zijn dit nagenoeg
alle grondstoffen en kapitaalsgoede
ren. zoals ijzer, machines, tarwe, ka
toen, enz. die hier dus verder ver
werkt moeten worden. Als echter in
een bepaald artikel he4 aandeel van
de grondstoffen b.v. 33 pet. van de to
tale kostprijs vormt, dan wil dat zeg
gen, dat die kostprijs slechts voor 1/3
die prijsstijging krijgt te verwerken.
De prijs zou dan ongeveer 12 pet, ho
ger worden. Het hangt er dus maar
van af hoe groot het aandeel van de
prijs van dpze grondstoffen is tpgen-
over de totale kostprijs. Wij moeten
nameRjk niet vergeten, dat er tal
van andere grondstoffen in kunnen
zitten, die niet in prijs verhoogd
worden en voorts nog de lonen. Ten
slotte zal dus dit product een bepaal-
re prijsstijging ondergaan, die zal
variëren, maar die niet de 35 pet.
zal bereiken.
geraamd. Vervolgens is voor het ter
hand nemen van voldoende D.U.W.-
objecten, indien de noodzaak daar
van zich mocht voordoen, op de
desbetreffende post de nodige
ruimte geopend.
LAGERE UITGAVEN.
Daarentegen konden de uitgaven
van de buitengewone dienst 1 be
langrijk worden verlaagd. Zo valt,
vergeleken met de herziene raming
voor 1949, voor 1950 een zeer aan
zienlijke vermindering van de
brandstoffensubsidies te constate
ren. Ook de uitgaven van de Rijks-
bureaux voor handel en nijverheid,
van het Centraal Distributiekan
toor, van het Centraal Bureau'Ver
goeding Militaire Vorderingen, die
voor Herstel Rechtsverkeer en voor
Bijzondere Rechtspleging, alsmede
voor uitbreiding van de capaciteit
der strafgestichten konden belang
rijk lager worden geraamd.
IN VERDUNDE MATE.
Dat is evenwel de fabrieksprijs. Nu
wordt dit product verkocht, aan de
consument. Zou hij voor zijn onder
houd alleen dergelijke in prijs geste
gen goederen moeten kopen, dan
zag het er donker voor hem uit. Er
z(jn echter tal van uitgaven (belas,
tingen, huishuur, uitgaan, enz.) die
niet op grond van de devaluaiie In
prijs zullen stijgen. Uiteindelijk zal
dus die verhoging van 35 pet. maar
in sterk verdunde mate op zijn' kos-
ten van levensonderhoud doorwer
ken. Hoeveel wel is momenteel ech.
ter absoluut niet te zeggen.
Wij moeten er dus wel rekening
mee houden, dat inderdaad do kos
ten van levensonderhoud, doordat de
artikelen, die wij uit de Ver. Staten
België en Zwitserland kopen, duur
der worden.
Erger wordt het natuurlijk als door
de devaluatie loonstijgingen ontstaan
(begrijpelijk voor de arbeiders), die
dan echter de kostprijs weer verho
gen en zodoende de winkelprijzen
weel* doen stijgen. Ontegenzeggelijk
zal de regering aan deze druk u-ach
ten tG ontkomen door de invoer zo
veel mogelijk te verleggen naar an
dere landen, door te kopen in lan
den. die ook hun munt gedevalueerd
hebben.
Is deze stap nu geheel een stap in
de duisternis? Laten wij voorop stel
len, dat de regering hem op het ogen
blik tegen haar zin neemt, omdat de
prijsstijging haar gehele prijzen-,
lonen- en sociale politiek in de war
kan gooien. Iets anders is, dat deze
stap op zich zelf algemeen econo
misch bekeken logisch is en zo niet
nu, dan toch te zijner tijd had moe
ten worden gedaan. Ons prijzenpeil
ligt tegenover het buitenland te hoog.
Deze prijzen moeten naar beneden,
hetgeen kan door loonsverlagingen,
welke sociaal niet door te voeren
zijn of door een devaluatie.
GEDWONGEN.
De devaluatie wordt ons thans op
gedrongen. Zij dwingt de bevolking
door de prijsstijging minder te ko
pen en drukt ons allen op een enigs
zins lager levenspeil. De consument
met een normaal inkomen zal dit
daarom maar met moeite slikken.
Bekijken wij echter de gevolgen voor
he1 gehele land. dan is deze devalu
atie wel een pijnlijk middel, dat heel
erg vroeg wordt toegepast, maar dat
toch ook voor onze volkshuishouding
op de duur slechts een heilzame in
vloed kan hebben. Zij kan onze uit
voer helpen vergroten naar de niet
devaluerende landen en er dus toe
bijdragen om langzaam maar zeker
onze inkomsten uit hel buitenland
op te voeren en daardoor een nieuw
evenwicht te bereiken tussen on^e
inkomsten en de uitgaven in het bui
tenland.
Wij leven nog bij de gratie van het buitenland,
Terug naar meer normale
toestanden.
In zijn slotbeschouwing geeft
de minister een schets van
enige der voornaamste aspec
ten van de Nederlandse economie
'en van de belangrijkste problemen,
die onder de huidige omstandighe
den om een oplossing vragen.
De stand van de werkgelegen
heid geeft op het ogenblik in het
algemeen nog geen reden tot on
gerustheid, al treedt in sommige
bedrijfstakken wel enige verrui
ming van het aanbod op. Daaren
tegen overtreft in een aantal ande
re bedrijfstakken, zoals1 de metaal-
en de textiel-nijverheid, de vraag
naar sommige categorieën arbeids
krachten nog steeds het aanbod, zij
het in afnemende mate.
Na ook de voorziening van con
sumptiegoederen te hebben belicht
komt de minister tot de conclusie,
dat thans in vele sectoren van het
economische leven een terugkeer
tot meer normale toestanden te
constateren valt. Intussen kan niet
genoeg worden herhaald, dat deze
ontwikkeling nog geenszins in
houdt, dat thans ook een hechte
basis zou zijn verkregen, waarop
men zonder meer kan voortbou-
Het Wereldgebeuren
Geen dictaat
Aan monetaire beschouwingen
ontbreekt het deze week niet in de
kranten. Dit nummer van de P. Z.
C is grotendeels gewijd aan minis
ter Lieftinck's millioenennota en wat
Idaar zoal byhoort, naar wordt aan-
I genomen, op het laatste ogenblik
nog hier en daar gewijzigd m het
I licht van de jongste ontwikkeling
in de valutaverhoudingen.
Aan Cripps' geruchtmakend be-
I sluit zitten ook nog wel enkele an
dere kanten behalve de financiële.
Om te beginnen de psychologische.
Ronduit gezegd hebben minister
Cripps en zijn naaste medewerkers
i enkele weken lang de wereLd lelijk
bedot. De minister liet herhaaldelijk
uitkomen, dat geen haar op zijn
hoofd aan devaluatie dacht, ja, hij
toonde zich zelfs geërgerd, dat vra
genstellers aan de waarde vajn zijn
verzekeringen dorsten te twijfelen,
"•"jdag nog sprak één van zijn amb-
aren alle geruchten categorisch
tegen. Toen was het besluit reeds
achttien dagen geleden gevallen en
al die tijd was een groot aantal
ambtenaren van de schatkist ermee
bekend. Het getuigt ongetwijfeld
van een sterke discipline, dat zij t
geheim zo lang en zo goed hebben
weten te bewaren. Niettemin slaat
het Belgische blad „Libre Belgique'
de spijker op de kop. wanneer het
vaststelt, dat aan officiële verkla
ringen in monetaire kwesties geen
vertrouwen te schenken is. Er zijn
natuurlijk verzachtende omstandig
heden voor Cripps aan te voeren
Men kan moeilyk verwachten, dat
een minister van financiën dagen te
voren zijn voornemens gaat rondba
zuinen, zodoende algemene verwar
ring sticht en de speculanten in de
kaart werkt. Devaluatie pleegt als
een dief in de nacht te komen
men denke aan de manier, waarop
Colijn in 1938 de val van de gulden
beleend maakte. Wat niet wegneemt,
dat het prestige van Cripps een
lichte knak heeft gekregen
Ontevredenheid heeft ook gewekt
de wijze, waarop Cripps de bevrien
de regeringen van zijn besluit m
kennis heeft gesteld als. van een
voldongen feit. De Franse oud-pre
mier Reynaud heeft zich tot tolk
van deze ontevredenheid gemaakt
door de houding van de Britse bond
genoot te bekapittelen als „onvrien
delijk" en niet in overeenstemming
met de Europese solidariteit. Franse
kranten schreven over een nieuw
staaltje van Crits nationaal egoïs
me waardoor de economische sa
menwerking tussen de Europese
landen een keer te meer getorpe
deerd werd.
Eerst Zaterdag kregen de bevrien
de regeringen een officiële medede
ling vanuit Londen. In Kopenhagen
ging dat nogal eigenaardig en ge
heimzinnig in zijn werk. 's Morgens
vervoegde zich een afgezant uit En
geland bij de Deense Nationale Bank,
die twee gesloten couverts bij zich
had. Hij werd, vertelt de correspon
dent van het Parool, naar de direc
tie van de bank gevoerd, waar hij
één der couverts overhandigde De
directeur opende het en las, dat de
Britse regering toesloten 'had het
lond te devalueren van A tot B
De directeur vroeg natuurlijk, wat
dat te betekenen had, waarop de
boodschapper het andere couvert
overhandigde. Daarin stond te lezen
wat A en B betekenden. De Banlc
van Engeland had deze vorm van
mededeling gekozen voer het geval
de boodschapper één der couverts
zou verliezen.
In elk geval heeft de Britse re
gering niet tevoren overleg gepleegd
met de andere Marshall-landen,
waar naar verwacht kon worden de
val van het pond terugslag zou heb
ben on de munteenheid. De resolu
ties van Straatsburg bleken, in de
practijk zonder invloed.
Een enkel woord nog over Ame
rika. De communistische bladen
brachten, het nieuws in een vorm
en opmaak, al ware er eenvoudig
sprake van een dictaat van Wash
ington aan Labour. Daaruit zou dan
de half-koloniale status van Euro
pa moeten blijken als gevolg van
het plan Marshall.
Nu is het waar, dat de Ameri
kaanse regering met Cripps' ambt
genoot Snyder aan het hoofd sterk
voor devaluatie geporteerd was. De
zeer welwillende commentaren na
het besluit spraken duidelijke taal.
Het staat anderzijds vast, dat geen
openlijke druk is toegepast, eenvou
dig omdat de Amerikanen de ver
antwoordelijkheid voor de gevolgen
niet op zien wilden nemen. De La-
bour-regerring heeft het besluit zelf
standig en eigener beweging geno
men, daartoe gedwongen door de
harde feiten. In Cripps' radiorede
was geen spoor van rancune te ont
dekken. Integendeel, hij legde nog
eens de nadruk op de grote mede
werking en het begrip, dat hij van
zijn Amerikaanse vrienden had on
dervonden. Als er van een dictaat
sprake was, was dit een dictaat
ran de feiten.
wen. De verwezenlijking van de tot
dusverre bereikte resultaten was
slechts mogelijk door het interen
op het bezit aan buitenlandse acti
va en met behulp van omvangrijke
buitenlandse steun.
De erkenning, dat bovendien ook
thans nog voor de handhaving van
het bereikte een aanzienlijke buiten
landse hulpverlening niet kan wor
den ontbeerd, betekent tegelijkertijd
het blootleggen van de zwakke fun
dering der huidige Nederlandse eco
nomie.
NEDERLAND MOET
KUNNEN CONCURREREN.
In verband met de ook in het
buitenland waarneembare tenden
tie tot evenwicht in de vraag- en
aanbodverhoudingen, wijst de mi
nister vervolgens met het oog op
de noodzaak tot verdere verbete
ring van de handelsbalans op het
voor Nederland toenemende be
lang, dat het zijn producten tegen
concurrerende prijzen kan aanbie
den. Het dient derhalve zijn bin
nenlands kostenpeil zo laag moge
lijk te houden door een verder
gaande verbetering van de kapi
taalsuitrusting in industrie en land
bouw, een versterkte rationalisatie
en een verdere opvoering van de
arbeidsproductiviteit.
Voor de oplossing van het laatste
probleem acht de minister het van
belang, dat wordt gestreefd naar
een zo consequent mogelijke toe
passing van het stelsel van belo
ning naar prestatie.
BEROEP OP ONS VOLK.
Reeds meermalen heeft de minis
ter een beroep gedaan op het Ne
derlandse volk tot het betrachten
van de uiterste zuinigheid in het
verbruik en tot het vergroten van
de besparingen. Hij schroomt niet,
dit beroep aan het slot van zijn no
ta met klem te herhalen. Slechts
indien alle lagen van de bevolking
zijn doordrongen van de noodzaak
hiervan en zich ook dienovereen
komstig gedragen, zal de buiten
landse hulp een zo groot mogelijk
rendement kunnen afwerpen en
zal men het resultaat kunnen
verwezenlijken, welke met die hulp
werd beoogd, n.l. het stellen van de
Nederlandse economie op een hech
te basis. Eerst nadien zal het mo
gelijk zijn het economische en fi
nanciële beleid ln sterkere mate te
richten op een directe welvaarts
vergroting.