In Nieuw -Vlissingen wonen tevreden mensen Er blijven echter kleine wensen 489 millioen voor kapitaals uitgaven. ONS LAND GAAT NOG GEBUKT ONDER ZWARE VERPLICHTINGEN DE STERKTE VAN HET BURGERLIJK RIJKSPERSONEEL WAT KOST DEVALUATIE ONS MINISTER LIEFTINCK MAANT OPNIEUW AAN TOT ZUINIGHEID WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1949 Voor- en nadelen van de montagewoningen Gr kunt In de nieuwe wtyken van Vlissingen licht verdwalen, want ze rUn groot en er z(Jn vele straten. Dat merkt gc pas, wanneer ge op een stille Zondagmiddag eens een wandeling maakt door deze nieuwe na.oorlogsc stad. Ge verbaast 17 er over, dat in slechts enkele jaren zoveel hulzen konden worden gebouwd: honderden nieuwe woningen, straten lang, van beton en van steen en in frisse kleuren geschilderd. Ge moet eens b(j avond al» het donker ls door die straten met hun mooie schilders- en bouwmeestersnamen wandelen. En k\jk dan eens naar binnen in dlo vole huiskamers, waar men zo genoeglijk rond de tafel zit en waar het lleht zo gezellig brandt. Dan ziet ge gelukkige mensen in een eigen huis. Een koninkrijk voor een huis! Honderden hebben ln het nieuwe Vlissingen een klein koninkrijk gekregen: een eigen woning. Vanzelfsprekend stelt ge uzelf dan dc vraag: Hoe zouden die mensen zich nu voelen in dat eigen konink rijk? Zouden ze tevreden zijn of had den ze het liever anders gehad? Misschien hebben ze wel met een groot gezin in een kleine noodwo ning gezeten en zyr. ze dolgelukkig met dit „echte" huis. Maar mis schien ook komen deze mensen uit een andere streek van ons land, 'n streek zonder oorlogsschade, waar ze wellicht een prachtige grote wo ning hadden met wie-weet-hoeveel kamers. Of zijn het soms mensen, die door de oorlog alles verloren hebben en daarom wat in hun sas zijn nu ze weer wat meubels in een geriefelijke woning bij elkaar hebben? Wij hebben ons deze vragen ook ge steld, toen wc op ccn middag door de nieuwe wijken liepen. Het is zo'n pret tig gevoel die nette huizen te zien, die keurige nummerbordjes en die uit voerige straatnamen. Men kan hier te recht als men zijn historische kennis wat wil opfrissen Wilt U b.v. weten wanneer Ferdinand Bol leefde? In nieuw-Vlissingen staat op het bordje van de straatnaam te lezen, dat hij leefde van 1616 tot 1680 en van beroep schilder was. Maar terzake, we wilden graag weten, hoe de mensen in de huizen zich voel den. Daarom hebben we op enkele plaatsen aangebeld en eens geïnfor meerd wat zij van hun woningen dachten. HOE IS HET? Men is gastvrij in Vlissingen. Ner gens liet pien ons op de stoep staan; Hiervan zal 390 millioen geleend moeten worden. Het geld. dat do Staat voor de grote werken in een jaar uitgeeft de zog--1" 1 ven won dc zogenaamde kapitaaisuitga- woratin de begroting geschei den gehouden van hetgeen voor an dore doeleinden wordt uitgegeven. Voor deze „kapitaalsuitgaven" gaat en mag de Staat, voor zover er freen middelen beschikbaar zfln, geld enen. Indien men zegt: de begro ting Ls in evenwicht, dan behoeft dat niet te betekenen, dat ook de ka pitaalsuitgaven door gewone midde len zijn gedekt. Het is heel gewoon, dat daarvoor buitengewone gelden worden geleend. Het bezit van de Staat wordt immers door die kapi taalsuitgaven vergroot. De grote werken, waaraan het geld besteed wordt, gaan vaak jaren, soms gene raties mee. Dan is 't ook niet meer dan biltttk, dat niet. alleen het te genwoordige geslacht, maar ook de toekomstige bevolking van Neder land een deel van die lasten van die uitgaven draagt. Voor deze uitgaven is een bedrag van 489 millioen op de begroting 1950 opgenomen. Daarvan komt voor rekening van dc P.T.T. 111 milli oen; de Staatsmijnen 53 millioen; do Woningbouw j 39 millioen; We gen. Kanalen. Bruggen en Landaan- wining 39 millioen; werken in de Noord Oost Polder 37 millioen. Onder deze uitgaven komen verder voor: -f 111 millioen voor werken ten behoeve van de marine, zoals 111 millioen voor werken aanbouw van schepen voor dc vloot, aanbouw van schepen voor 't loods wezen, huisvesting en werkplaatsen, vliegveldaanieg en 37 millioen voor nieuw-, aan- en verbouw ten behoeve van de land- en luchtmacht en de marechaussee. Tegenover deze kapitaalsuitgaven staan middelen (inkomsten) tot een bedrag van 99 millioen, zodat voor 1950 wordt gerekend op een bedrag van 489 millioen, verminderd met 99 millioen, of 390 millioen, dat de Staat voor deze uitgaven zal moeten lenen. integendeel overal moesten we bin nenkomen cn dan begon het gesprek. Tevreden over de woning? Meer dan tevreden! zo luidde meestal het eerste antwoord van vrijwel iedere bewoner. Natuurlijk blijven er wensen, maar over het algemeen is iedereen in het nieuwe gedeelte content. Er waren en kele dames die het jammer vonden, dat er zo weinig winkels waren, want nu moesten ze naar de oude stad om een groot deel van hun inkopen te doen cn dan bleven de kinderen al leen. Tja. die kinderen waren nogal eens het onderwerp van het gesprek. De meeste moeders vinden het prettig wonen in de nieuwe stad, omdat de kinderen zo Ver van het drukke ver keer kunnen spelen. DE KEUKEN Wie met de dames over een woning spreekt, komt noodgedwongen bij de keuken terecht cn voor een man is dat een glibberig onderwerp. In een groot aantal huizen in nieuw Vlissin gen zijn slechts kleine keukens en dat blijkt voor- en nadelen te hebben. Er zijn b.v. altijd nog vrouwen, die graag de woonkamer als een soort „mooie" kamer willen reserveren en daarom in de keuken wonen. Dat is echter niet mogelijk, wanneer dit vertrek erg klein is. „Maar...." zeggen weer an dere huismoeders, „ik woon liever in de kamer en zo'n klein keukentje heeft ook voordelen. Je kunt overal direct bij en dat is reuze prettig". DE MONTAGEWONING Erg benieuwd waren we, toen we bij een montagewoning aanbelden, want een stenen huis kent men al eeuwen, maar een woning van beton is betrekkelijk nieuw. Gelukkig ech ter waren ook hier tevreden mensen. In deze woningen bevindt zich een grote keuken, die in vrijwel alle wo ningen als woonruimte wordt ge bruikt. Een nadeel van deze keuken is dat er geen portaal is en dat men door dc achterdeur direct binnenstaat. Vooral in de winter zal dit minder prettig zijn, want zodra dan de deur opengaat, komt de koude luchtstroom de warme keuken binnen. Sommige bewoners hadden voor de keukendeur een schutting als wind scherm geplaatst, maar dit werd dooi de dienst van gemeentewerken niet toegestaan. Wy hebben op onze tocht door de nieuwe wijken amusante verhalen ge hoord over de dunne muren van de betonnen woningen. Eén van de be woners vertelde ons. dat er drie ge zinnen in drie verschillende woningen gewekt worden door één wekker. „Om half zeven", zo zei hij, „krijg ik een duw van m'n vrouw: „Piet, daar gaat de wekker van buurman. En dan ga 'k er uit Andere bezwaren zijn van nict-Vlis- singers: de hoge waterleidingkosten. Ook de geboren Vlissinger vindt deze kosten aan de hoge kant. maar hij is er meer aan gewoon. Dan is de toe stand van het wegdek in sommige straten nog niet bijster florissant en bij regen is het er dikwijls een mod derpoel. Verwacht mag evenwel wor den dat dit laatste slechts tijdelijk is en dat hierin door gemeentewerken verbetering wordt gebracht. Zo zijn er meer kleine wensen en bezwaren. Eén ding staat voor ons echter vast: In de nieuwe wijken van Vlissingen wonen tal van gelukkige mensen. Gelukkig, omdat zij na jaren van woningmisère nu eindelijk een eigen haard hebben. En daarom is 't merendeel van de bevolking zuinig op het huis. De besturen van de wo ningbouwverenigingen hebben wat dat betreft niet veel te klagen. Er zijn slechte uitzonderingen, doch het me rendeel van nieuw Vlissingen is dank baar. Dankbaar voor het „eigen Ko ninkrijk". 852 millioen voor militaire oorlogsherestel en 559 Waar verder te bezuinigen Een beschouwing van het niveau van de ontwerp-begroting 1950 heeft naar de overtuiging van de minister slechts zin, indien men zich daarbij voor ogen stelt, dat deze begroting is opgesteld voor een periode, waarin ons land ge bukt gaat onder zware militaire verplichtingen, tegelijk het herstel van de oorlogsschaden moet finan cieren en bovendien een in de oor log zeer hoog opgelopen staats schuld te torsen heeft. Duidelijk blijkt dit, wanneer men nagaat welke buitengewoon grote bedra gen voor 1950 moesten worden ge raamd voor militaire uitgaven, voor het oorlogsherstel en voor de dienst van de staatsschuld, n.l. militaire uitgaven 852 millioen: uitgaven voor oorlogsherstel 490 millioen; dienst staatsschuld 559 millioen; totaal 1.901 millioen. Van dit bedrag ad 1.901 milli oen drukt 1.675 millioen op de ge wone dienst en de buitengewone dienst-1 en 226 millioen op de buitengewone dienst-2. WAAR ZIJN NOG BEZUINIGING MOGELIJK? De mogelijkheden tot verdere be zuiniging zullen behalve op mili tair gebied in hoofdzaak moeten worden gevonden by de uitgaven van de gewone dienst en de buiten gewone dienst 1 ad 1.675 millioen. Hoewel het streven van de rege ring volgens de millioenennota hierop bij voortduring blijft gericht en zij niet zal nalaten om, waar dit met behoud van een sociaal ver antwoord welvaartspeil mogelyk is, tot verdere beperking van uitgaven te geraken, meent zij, tot goed be- in de millioenennota ls 'n uitvoerige beschouwing gewijd aan de sterkte van het burgerlijk rijkspersoneel, waaruit blijkt, dat de werkelijke sterkte, geraamd ln dc begroting 1950. 101.440 zal bedragen. De vermindering van de sterkte van het bur gerlijk rijkspersoneel scdc:t 1 Januari 1946 bedraagt rond 30.000. In vergelijking met de toestand per 1 Januari 1949 zal. met uitzondering van de militaire departe menten. ccn vermindering met rond 3300 personen plaats hebben. In 't totaalcijfer over genoemde periode wordt dc bedoelde vermindering echter gecompenseerd door ccn stijging met rond 570O personen bU de militaire departementen. Hoge Colleges van Staat cn Kabinet der Koningin Algemene Zaken Buitenlandse Zaken Justitie Binnenlandse Zaken Onderwijs. Kuns en en Wetenschappen Financiën Wederopbouw en VolkshuUv Verkeer en Water-laat Sociale Zaken Overzeese gebiedsdelen Alg. Burg. Pensioenfonds Zuidcrzcelonds Oorlog Marine 1 Jan. 1 Jan. 1 Jan. 31 Juli Begr. 1946 1947 1948 1949 1950 342 320 331 357 349 1030 343 105 104 116 346 497 576 631 749 37316 33348 23592 16820 16836 5654 4170 2301 1132 1103 5280 5325 5987 6788 7899 20925 21880 23923 22465 22365 9038 6488 6700 4421 4115 3316 7179 7102 7290 7403 12156 11700 11398 8261 6023 19991 14758 10048 8050 8184 5860 4394 4102 3916 4275 203 272 289 306 333 380 399 339 362 417 989 988 1104 1172 1326 4897 6431 7955 10460 12544 3295 4330 4575 5871 7400 131018 122831 110427 98206 101446 uitgaven, 490 millioen voor voor staatsschulden. grip van de zaak, toch o.m. op de volgende factoren de aandacht te moeten vestigen: a. onder de genoemde uitgaven ad 1.675 millioen is een bedrag van 446 millioen begrepen we gens personeelsuitgaven (sala rissen, sociale lasten, pensioen uitgaven, wachtgelden enz.) Het zal wel geen tegenspraak ont moeten, dat een bezuiniging op deze post door vermindering van de bezoldigingsbedragen onder de tegenwoordige om standigheden geen punt van overweging kan vormen. b. de verlaging van uitgaven zal dus in hoofdzaak moeten wor den gevonden in een verminde ring van de overheidstaken. Hierbij dient in aanmerking te worden genomen, dat bij de toenemende bevolking van ons land een stabilisatie van uitga ven in feite reeds een vermin dering zou betekenen. c. vermindering van uitgaven door opheffing of beperking van le vensmiddelensubsidies wordt ten dele gecompenseerd door daaruit direct of indirect voor het Rijk voortvloeiende hogere lasten "of mindere inkomsten. Bovenstaande overwegingen slui ten echter niet uit, dat het hoge niveau van de ontwerp-begroting voor 1950 de regering zorgen baart, omdat het mede in verband met de conjunctuurphase, waarin de we reld verkeert, gevaren in zich draagt. Gestegen uitgaven. Voor de stijging van de uitgaven volgens de begroting 1950 en vol gens de herziene raming 1949 ver geleken met de oorspronkelijk vastgestelde begroting 1949, wijst de minister, behalve de reeds ge noemde algemene factoren, de vol gende oorzaken aan: 1°. de militaire uitgaven moesten belangrijk hoger worden geraamd in verband met het feit, d^t het maken van een begin met onze bij dragen in de gemeenschappelijke verdediging van West-Europa niet langer kon worden uitgesteld. 2'. bij het opstellen van de begro ting 1949 was nog geen rekening gehouden met salaris- en pensioen verbeteringen. 3°. Voor verschillende doeleinden moesten aanzienlijk hogere bedra gen worden geraamd, welke ener zijds verband houden met de ont wikkeling van het herstel, ander zijds met de wenselijkheid om de werkgelegenheid zoveel mogelyk te stabiliseren. Zo legt het gereed komen van woningwetwoningen aan het Rijk een steeds groter wor dende bijdrage in de exploitatie kosten op. ONDERIIOUDSUITGAVEN. Ook valt aan een verhoging van de uitgaven voor onderhoud en verbetering van kanalen, vaarten, sluiswerken, bruggen en landwe gen nauwelijks langer te ontkomen. Ook voor grondverbetering ls meer Het Beursplein te Amsterdam niet geheel links het beroemde Beursge. bouw van Bérlage, dat gisteren en eergisteren in verband met de onzekere financiële toestand gesloten was. Er was slechts keuze tussen loonsverlaging en devaluatie Ons prijspeil was te hoog. Onze economische redacteur schrijft ons: Eén vraag slechts brandt ons allen op de tong: „Wat betekent de devaluatie van de Nederlandse gul den nu eigenlijk voor onze porie- monnaie?" Wij zullen trachten een kort en duidelijk antwoord te geven. Onze gulden zal minder waard worden ten opzichte van de dollar, de Belgische cn Zwitserse franc om maar de voor ons voornaamste lan den te noemen. Hoeveel? Dat weten wij op het ogenblik dat wij dit schrij ven niet precies. Nemen wij echte*" eens een ogenblik aan plm. 35 pet. (Engeland devalueert met plm. 30 pet, Denemarken met plm. 37 pet. en Noorwegen met plm. 45 pet.), dan wil dit zeggen, dat alle goederen die wij uit de niet devaluerende landen moeten kopen circa 35 pet. duurder zullen worden. Nu zijn dit nagenoeg alle grondstoffen en kapitaalsgoede ren. zoals ijzer, machines, tarwe, ka toen, enz. die hier dus verder ver werkt moeten worden. Als echter in een bepaald artikel he4 aandeel van de grondstoffen b.v. 33 pet. van de to tale kostprijs vormt, dan wil dat zeg gen, dat die kostprijs slechts voor 1/3 die prijsstijging krijgt te verwerken. De prijs zou dan ongeveer 12 pet, ho ger worden. Het hangt er dus maar van af hoe groot het aandeel van de prijs van dpze grondstoffen is tpgen- over de totale kostprijs. Wij moeten nameRjk niet vergeten, dat er tal van andere grondstoffen in kunnen zitten, die niet in prijs verhoogd worden en voorts nog de lonen. Ten slotte zal dus dit product een bepaal- re prijsstijging ondergaan, die zal variëren, maar die niet de 35 pet. zal bereiken. geraamd. Vervolgens is voor het ter hand nemen van voldoende D.U.W.- objecten, indien de noodzaak daar van zich mocht voordoen, op de desbetreffende post de nodige ruimte geopend. LAGERE UITGAVEN. Daarentegen konden de uitgaven van de buitengewone dienst 1 be langrijk worden verlaagd. Zo valt, vergeleken met de herziene raming voor 1949, voor 1950 een zeer aan zienlijke vermindering van de brandstoffensubsidies te constate ren. Ook de uitgaven van de Rijks- bureaux voor handel en nijverheid, van het Centraal Distributiekan toor, van het Centraal Bureau'Ver goeding Militaire Vorderingen, die voor Herstel Rechtsverkeer en voor Bijzondere Rechtspleging, alsmede voor uitbreiding van de capaciteit der strafgestichten konden belang rijk lager worden geraamd. IN VERDUNDE MATE. Dat is evenwel de fabrieksprijs. Nu wordt dit product verkocht, aan de consument. Zou hij voor zijn onder houd alleen dergelijke in prijs geste gen goederen moeten kopen, dan zag het er donker voor hem uit. Er z(jn echter tal van uitgaven (belas, tingen, huishuur, uitgaan, enz.) die niet op grond van de devaluaiie In prijs zullen stijgen. Uiteindelijk zal dus die verhoging van 35 pet. maar in sterk verdunde mate op zijn' kos- ten van levensonderhoud doorwer ken. Hoeveel wel is momenteel ech. ter absoluut niet te zeggen. Wij moeten er dus wel rekening mee houden, dat inderdaad do kos ten van levensonderhoud, doordat de artikelen, die wij uit de Ver. Staten België en Zwitserland kopen, duur der worden. Erger wordt het natuurlijk als door de devaluatie loonstijgingen ontstaan (begrijpelijk voor de arbeiders), die dan echter de kostprijs weer verho gen en zodoende de winkelprijzen weel* doen stijgen. Ontegenzeggelijk zal de regering aan deze druk u-ach ten tG ontkomen door de invoer zo veel mogelijk te verleggen naar an dere landen, door te kopen in lan den. die ook hun munt gedevalueerd hebben. Is deze stap nu geheel een stap in de duisternis? Laten wij voorop stel len, dat de regering hem op het ogen blik tegen haar zin neemt, omdat de prijsstijging haar gehele prijzen-, lonen- en sociale politiek in de war kan gooien. Iets anders is, dat deze stap op zich zelf algemeen econo misch bekeken logisch is en zo niet nu, dan toch te zijner tijd had moe ten worden gedaan. Ons prijzenpeil ligt tegenover het buitenland te hoog. Deze prijzen moeten naar beneden, hetgeen kan door loonsverlagingen, welke sociaal niet door te voeren zijn of door een devaluatie. GEDWONGEN. De devaluatie wordt ons thans op gedrongen. Zij dwingt de bevolking door de prijsstijging minder te ko pen en drukt ons allen op een enigs zins lager levenspeil. De consument met een normaal inkomen zal dit daarom maar met moeite slikken. Bekijken wij echter de gevolgen voor he1 gehele land. dan is deze devalu atie wel een pijnlijk middel, dat heel erg vroeg wordt toegepast, maar dat toch ook voor onze volkshuishouding op de duur slechts een heilzame in vloed kan hebben. Zij kan onze uit voer helpen vergroten naar de niet devaluerende landen en er dus toe bijdragen om langzaam maar zeker onze inkomsten uit hel buitenland op te voeren en daardoor een nieuw evenwicht te bereiken tussen on^e inkomsten en de uitgaven in het bui tenland. Wij leven nog bij de gratie van het buitenland, Terug naar meer normale toestanden. In zijn slotbeschouwing geeft de minister een schets van enige der voornaamste aspec ten van de Nederlandse economie 'en van de belangrijkste problemen, die onder de huidige omstandighe den om een oplossing vragen. De stand van de werkgelegen heid geeft op het ogenblik in het algemeen nog geen reden tot on gerustheid, al treedt in sommige bedrijfstakken wel enige verrui ming van het aanbod op. Daaren tegen overtreft in een aantal ande re bedrijfstakken, zoals1 de metaal- en de textiel-nijverheid, de vraag naar sommige categorieën arbeids krachten nog steeds het aanbod, zij het in afnemende mate. Na ook de voorziening van con sumptiegoederen te hebben belicht komt de minister tot de conclusie, dat thans in vele sectoren van het economische leven een terugkeer tot meer normale toestanden te constateren valt. Intussen kan niet genoeg worden herhaald, dat deze ontwikkeling nog geenszins in houdt, dat thans ook een hechte basis zou zijn verkregen, waarop men zonder meer kan voortbou- Het Wereldgebeuren Geen dictaat Aan monetaire beschouwingen ontbreekt het deze week niet in de kranten. Dit nummer van de P. Z. C is grotendeels gewijd aan minis ter Lieftinck's millioenennota en wat Idaar zoal byhoort, naar wordt aan- I genomen, op het laatste ogenblik nog hier en daar gewijzigd m het I licht van de jongste ontwikkeling in de valutaverhoudingen. Aan Cripps' geruchtmakend be- I sluit zitten ook nog wel enkele an dere kanten behalve de financiële. Om te beginnen de psychologische. Ronduit gezegd hebben minister Cripps en zijn naaste medewerkers i enkele weken lang de wereLd lelijk bedot. De minister liet herhaaldelijk uitkomen, dat geen haar op zijn hoofd aan devaluatie dacht, ja, hij toonde zich zelfs geërgerd, dat vra genstellers aan de waarde vajn zijn verzekeringen dorsten te twijfelen, "•"jdag nog sprak één van zijn amb- aren alle geruchten categorisch tegen. Toen was het besluit reeds achttien dagen geleden gevallen en al die tijd was een groot aantal ambtenaren van de schatkist ermee bekend. Het getuigt ongetwijfeld van een sterke discipline, dat zij t geheim zo lang en zo goed hebben weten te bewaren. Niettemin slaat het Belgische blad „Libre Belgique' de spijker op de kop. wanneer het vaststelt, dat aan officiële verkla ringen in monetaire kwesties geen vertrouwen te schenken is. Er zijn natuurlijk verzachtende omstandig heden voor Cripps aan te voeren Men kan moeilyk verwachten, dat een minister van financiën dagen te voren zijn voornemens gaat rondba zuinen, zodoende algemene verwar ring sticht en de speculanten in de kaart werkt. Devaluatie pleegt als een dief in de nacht te komen men denke aan de manier, waarop Colijn in 1938 de val van de gulden beleend maakte. Wat niet wegneemt, dat het prestige van Cripps een lichte knak heeft gekregen Ontevredenheid heeft ook gewekt de wijze, waarop Cripps de bevrien de regeringen van zijn besluit m kennis heeft gesteld als. van een voldongen feit. De Franse oud-pre mier Reynaud heeft zich tot tolk van deze ontevredenheid gemaakt door de houding van de Britse bond genoot te bekapittelen als „onvrien delijk" en niet in overeenstemming met de Europese solidariteit. Franse kranten schreven over een nieuw staaltje van Crits nationaal egoïs me waardoor de economische sa menwerking tussen de Europese landen een keer te meer getorpe deerd werd. Eerst Zaterdag kregen de bevrien de regeringen een officiële medede ling vanuit Londen. In Kopenhagen ging dat nogal eigenaardig en ge heimzinnig in zijn werk. 's Morgens vervoegde zich een afgezant uit En geland bij de Deense Nationale Bank, die twee gesloten couverts bij zich had. Hij werd, vertelt de correspon dent van het Parool, naar de direc tie van de bank gevoerd, waar hij één der couverts overhandigde De directeur opende het en las, dat de Britse regering toesloten 'had het lond te devalueren van A tot B De directeur vroeg natuurlijk, wat dat te betekenen had, waarop de boodschapper het andere couvert overhandigde. Daarin stond te lezen wat A en B betekenden. De Banlc van Engeland had deze vorm van mededeling gekozen voer het geval de boodschapper één der couverts zou verliezen. In elk geval heeft de Britse re gering niet tevoren overleg gepleegd met de andere Marshall-landen, waar naar verwacht kon worden de val van het pond terugslag zou heb ben on de munteenheid. De resolu ties van Straatsburg bleken, in de practijk zonder invloed. Een enkel woord nog over Ame rika. De communistische bladen brachten, het nieuws in een vorm en opmaak, al ware er eenvoudig sprake van een dictaat van Wash ington aan Labour. Daaruit zou dan de half-koloniale status van Euro pa moeten blijken als gevolg van het plan Marshall. Nu is het waar, dat de Ameri kaanse regering met Cripps' ambt genoot Snyder aan het hoofd sterk voor devaluatie geporteerd was. De zeer welwillende commentaren na het besluit spraken duidelijke taal. Het staat anderzijds vast, dat geen openlijke druk is toegepast, eenvou dig omdat de Amerikanen de ver antwoordelijkheid voor de gevolgen niet op zien wilden nemen. De La- bour-regerring heeft het besluit zelf standig en eigener beweging geno men, daartoe gedwongen door de harde feiten. In Cripps' radiorede was geen spoor van rancune te ont dekken. Integendeel, hij legde nog eens de nadruk op de grote mede werking en het begrip, dat hij van zijn Amerikaanse vrienden had on dervonden. Als er van een dictaat sprake was, was dit een dictaat ran de feiten. wen. De verwezenlijking van de tot dusverre bereikte resultaten was slechts mogelijk door het interen op het bezit aan buitenlandse acti va en met behulp van omvangrijke buitenlandse steun. De erkenning, dat bovendien ook thans nog voor de handhaving van het bereikte een aanzienlijke buiten landse hulpverlening niet kan wor den ontbeerd, betekent tegelijkertijd het blootleggen van de zwakke fun dering der huidige Nederlandse eco nomie. NEDERLAND MOET KUNNEN CONCURREREN. In verband met de ook in het buitenland waarneembare tenden tie tot evenwicht in de vraag- en aanbodverhoudingen, wijst de mi nister vervolgens met het oog op de noodzaak tot verdere verbete ring van de handelsbalans op het voor Nederland toenemende be lang, dat het zijn producten tegen concurrerende prijzen kan aanbie den. Het dient derhalve zijn bin nenlands kostenpeil zo laag moge lijk te houden door een verder gaande verbetering van de kapi taalsuitrusting in industrie en land bouw, een versterkte rationalisatie en een verdere opvoering van de arbeidsproductiviteit. Voor de oplossing van het laatste probleem acht de minister het van belang, dat wordt gestreefd naar een zo consequent mogelijke toe passing van het stelsel van belo ning naar prestatie. BEROEP OP ONS VOLK. Reeds meermalen heeft de minis ter een beroep gedaan op het Ne derlandse volk tot het betrachten van de uiterste zuinigheid in het verbruik en tot het vergroten van de besparingen. Hij schroomt niet, dit beroep aan het slot van zijn no ta met klem te herhalen. Slechts indien alle lagen van de bevolking zijn doordrongen van de noodzaak hiervan en zich ook dienovereen komstig gedragen, zal de buiten landse hulp een zo groot mogelijk rendement kunnen afwerpen en zal men het resultaat kunnen verwezenlijken, welke met die hulp werd beoogd, n.l. het stellen van de Nederlandse economie op een hech te basis. Eerst nadien zal het mo gelijk zijn het economische en fi nanciële beleid ln sterkere mate te richten op een directe welvaarts vergroting.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1949 | | pagina 4