Parade der dirigenten op de Salzburger Festspiele Bruno Waltergeloof in de volstrekte grootheid van Mahler Zeeuwse Almanak r_r-r, m MINISTER VAN DEN BRINK KWAM MET EEN EXPORTPLAN DE ONBEKENDE VOOGD MAANDAG 12 SEPTEMBER 1949 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 De dag, waarop \vy Bruno Walter zouden terugzien, waren wij naar slot Leopoldskron geweest. Slot Leopoldskron van Aartsbisschop Leopold, die In 1736 last gaf een landhuis te bouwen, geheel in rococo-styl. Wellicht wilde hij de zwier en gratie niet onderhouden van zjjn voorgangers Wolf en Markus. Wellicht had dit achitectonisch juweel zjjn ontstaan te danken aan de gelukkige behoefte om neefje Franz Loktane en diens nakomelin gen een plezier te doen. Overigens was dit slot een gezellig lot beschoren, het veranderde voortdurend van eigenaar, tot gelukkig, Max Reinhardt het in handen kreeg. Wij verwijlden vele uren, waar de mensen een dromerig spel met de na tuur bedreven hadden, waar de na tuur gecultiveerd en de cultuur gena turaliseerd was, waar een Orpheus nu al twee eeuwen om zijn Eurydice treurde en temidden van exotisch loof een Adonis stond. Kennelijk met geen andere bedoeling dan om de eigenaar van al dit schoons de gele genheid te geven zijn bootje te meren, met een sierlijke ketting om een sier lijk been. En we verwonderden ons over de hogere doelloosheid, die over dit alles waaide, over de veredeling de sublemering ener cultuur, welke in haar diepste wezen werd bepaald door verveling. Waarlijk, dit was een schoonheid, waarbij geen verdere ont wikkeling mogelijk was. Dit was al les enorm onwezenlijk en verwekte een bepaalde droefheid. Droefheid, die behaagdeFin de Siècle! DAS LIED VON DER ERDE. Maar met dit al waren wij in een geestelijk klimaat beland, waarin wij voorlopig zouden blijven. Die avond speelde Bruno Walter niet zijn gelief de Wiener Philharmoniker. Na meer dan tien jaar: terugkeer naar Salz burg, terugkeer met Gustav Mahler en '„Das' Lied von der Erde' Sym- phonische Dichtung, waarin een thans weer bijna legendarisch geworden ta lent, dank zij de Chinese dichter Li- Tai-Po, dank zij Plans Bethge, die hem in 1909 vertaalde, zijn vermoeidheid uitspreekt over een wereld, die, vol gens hem, kennelijk ten ondergang neigde. Waarin alles doelloos leek: ook schoonheid en liefcj^. Die slechts dood en ontbinding afwacht. Mahler heeft dit complex van gevoelens in klanken omgezet, waarin hij het or kest een kleurentover geeft, die het ZWERVEND DOOR FRANKRIJK Een mens moet ook eens vacantie hebben. Hij denkt er soms lang van te voren al aan. En overweegt wat hij doen zal in die uitverkoren dagen van het jaar. Soms is er een, die op het idee komt om er eens met een kampeerwagen op uit te trekken, maar dat zijn er nog niet veel. Wie er wel komt, verwacht dat hij op de morgen van zijn vertrek niets anders te doen heeft, dan die ca ravan achter zijn auto te spannen en weg te rijden, de verre verten tege moet. EilaasAls ge in wilt pakken, staat de caravan nog in een weitje bij Zoutelande en uw voorgangers vermeien zich nog in de genietingen, die zo'n kampeerwagen biedt. Als het Onheil zelve komt ge aanzeilen in die vredige dreven om hen te verjagen, die rustige kampeerders, daar in het landelijke Zoutelande. En ze gaan, zij het node. En ge rijdt terug naar uw woonplaats en denkt, dat het nu wel gewonnen is. Maar neen, uw vrouw moet vele ja ponnen meenemen, want zij weet nog niet, dat de mensen er in Frankrijk niet anders uit zien, dan in Nederland en over het geheel genomen in véle streken heel wat minder gesoigneerd. Zij wil boeken mee, want zij wil voorbereid zijn op regen en dan lec tuur bij de hand hebben. Frankrijk stellen zij en de echtgenote van uw metgezel zich voor als een land waar de honger rondwaart als in de zwartste middeleeuwen en dus moet er boter mee en suiker en groente en aardap pelen en gecondenseerde melk en ach ja, wat zouden vrouwen zonder spie gels zijn en zonder toiletartikelen. Ge gaat kamperen niet waar, en als man neemt ge u voor om u veertien dagen niet te scheren en desnoods veertien dagen niet te wassen. Ge hebt vacan tie. Maar vrouwen zijn anders en zij slepen dingen mee, waarvan ge nooit hebt kunnen bevroeden, dat zij bij het kamperen onmisbaar zouden zijn. Tot diep in de nacht wordt er ge zwoegd aan de vooravond van het ver trek, want de butagasfles is leeg en de watertank moet gevuld en het elec- trisch licht verzorgd worden en de koppeling tussen caravan en auto is een probleem, waarop zelfs een gara gehouder en zijn schildknapen hun tanden stuk bijten en hun zwaarden stomp strijden. Maar de volgende morgen in alle vroegte, dan is het toch zo ver, dan gaat het, neen nog niet de-verre ver ten, maar toch in ieder geval de Ne derlandse, de Belgische, weer de Bel gische en eindelijk de Franse douane tegemoet. Alleen het woord Douane bezorgt de reiziger al nachtmerries. Want al wordt dan iedere Nederlander geacht de wet te kennen, wie weet wat hij wel en wat hij niet mee over de grenzen mag torsen! Het was voorbarige vrees. Want overal vonden de douaniers de kam peerwagen zelf en de bedden veel in teressanter, dan wat er mogelijker wijs in kon zitten. Ze noteerden de weinige deviezen want dit wordt een zuinige reis ze gluurden 'n se conde in de auto, ze vroegen nauwe lijks naar passen, maar verdiepten zich ijverig in de inrichting van de caravan en wensten ons een prettige vacantie. En toen ging het waarlijk de verre verten tegemoet de menselijke stemmen, alt- en tenor solo, die mede hierin moeten functi- onneren, niet gemakkelijk maakt het vereiste relief te bereiken. Bruno Walter met Willem Mengelberg de grote Mahlerapostel was het, die met Kathleen Ferrier en Julius Pat- zak, na zovele jaren te bewijzen had, dat dit magistrale werk meer was dan een historisch curiosum. Als iemand het kan, dan was hij het. Om dat hij de laatste is van een dirigen ten-generatie, welke in een volstrekte grootheid van Mahler geloofde. En wij allen zitten daar in Salzburg te luiste ren. De avond is vol weemoed. Wee moed, om iets, dat onherroepelijk voorbij is. Doch dat door hem, ver fijnd kunstenaar, opnieuw even woïdt geëvoceerd. Schept het leed, schept het vreugde? Wordt de hoor der er door bevrijd? Dit laatste waar schijnlijk niet. Wel weet hij, dat hij een ervaring had, die hij slechts met Bruno- Walter in het klimaat van Salzburg kon opdoen. En als wij na afloop zien, hoe hij door een zij uitgang het Festspielhaus verlaat, is het, of, met hem, een vreemde, een zame schoonheid ons verlaat. Voor immer ANDERE ONDERVINDINGEN Want wij hebben ook andere onder vindingen. We kregen, ook dit jaar, contact met 'een der meest markante vertegenwoordigers der moderne diri gentengeneratie: Herbert Karajan.. Bij hem is de schoonheid allerminst vreemd, eerder een artikel, dat zo concreet mogelijk wordt geserveerd. En zulks met een knapheid, met een intelligentie, bovendien met een am bitie, die de hoorder niet onbewogen laat, integendeel hem lichtelijk on aangenaam prikkelt. Hij verricht won deren, maar het gelijken de wonderen der techniek. Hij brengt, met de Wie ner Philharmoniker en de Singverein der Gesellschaft der Musikereuide- koor met een eerbiedwaardige traditie waarmede een Johannes Brahms ge werkt heeft, een Requiem de Verdi, dat verbazingwekkend is. Hij schenkt ons de negende Symphonie met de zelfde ensembles. En hij overdondert ons niet slechts met de pauken, die hij dubbel bezet. Maar aan dit alles ontbreekt een bepaalde diepte, wijs heid en mildheid. En de schroom, waarmede men nu eenmaal elk kunst werk moet benaderen. Die juist zo karakteristiek was voor Bruno Wal ter, de oude Bruno Walter.... „De voornaamste taak van de oberdirigent ligt in het werken met de zanger. In de muziek komt alles uit de zang voort: een orkest, dat niet „zingt een clarinettist, die zich niet bekommert over het vribato van de toonintensiteit, een trombone of trompet, die met zijn marcato de mu zikale phrasen van de melodie dra- fende instrumenten kapot scheurt, etekent een belemmering voor de realisering van een operastijl „welke steeds het gehele werk te dienen heeft". Aldus Joseph Kripps, een der prominente kwartetdirigenten van de huidige tijd. Hij bevestigde hierme de in een interessant gesprek veel hartelijkheid ten opzichte van ons land, ten opzichte van ons Concertge bouworkest vooral, dat hij met de Wiener Philharmonie, met Boston, 't beste ensemble ter wereld acht, de indrukken, die wij vroeger reeds bn een Entriihrung aus dem Serail, thans wederom bij de Titus kregen. Een uitvoering, die „vloeiende" tot in de kleinste details, een homogeen karakter bezat. En dat, terwijl Mo zart het met deze opera de vertolker niet gemakkelijk maakte. Want hoe men dit werk ook beluistert, hetzij in zijn oorspronkelijke gedaante, het zij in de vorm, welke dr. Bernhard Baumgartner er aan gaf, die het li bretto veranderde en de opera voor zag van aanvullingen, aan andere muziekdrama's ontleend, men. staat tegenover een der zwakke scheppin gen van de Salzburgse meester. Gele- genhei'dsoeuvre met alle kenmerken daarvan, geschreven naar aanleiding van de kroning van de Habsburgse ijdeltuit Leopold II in 1791, die zich gaarne geïndentificeerd zag met de beminde Romeinse keizer Titus. Vele problemen van zedelijke aard moeten hiervoor in muziek gegoten worden, Telefoon overbodig.. Goes was de plaats, een ath- leet was de man en zijn gade was de vrouw in het volgend tafreel van echtelijke ver knochtheid. Vrouwlief sloeg geen wed strijd over, wanneer haar man op de grasmat verscheen, tot dat ze op een middag verhin derd was. Haar man stelde haar gerust: „Hoewel ik niet zo belangrijk ben, dat je m'n prestaties via de raido kunt volgen, zal ik zorgen, dat je op de hoogte blijft". En hij hield woord. Hij deed namelijk ook aan duivensport en met twee dieren van z'n „veestapel" vefscheen hij op het athletiekveld. Toen hij de 800 meter had gewonnen, rende hij nog buiten adem naar het duivenmandje. waar uit hij een bode losliet met een poot-briefje: „800 meter gewonnen". Hetzelfde deed hij toen hij de 5 km. won. Waar mee duidelijk bewezen is, dat men met succes twee sporten tegelijk kan beoefenen. aan Julius PatzaikHilde Zadek Mar tha Rohs en Wilma Lipp wat het er voor te zorgen, dat zulks boeiend ge schiedde, Joseph Krips had de taak al deze morele vertogen tot een boeiend geheel te verenigen. Hij slaagde hierin, want hij haalde steeds het melodisch element naar voren en hield tempo. Hg liet niet preken, doch spelen. En hij won met een boeiend pleidooi een tamelgk zwakke zaak! EXPERIMENT Een experiment met een „oude no viteit". Er was echter ook een „nieu we noviteit". Niet.... Strauss' Rosen- kavalier, door Georg Szoll te degelijk, massaal ente nuchter gepresen teerd doch het werk van een moderne Duitser: Carl Orff. Deze „greep' Sophocles' Antigone in een bewer king van Hölderlin aan en schreef er muziek bij in een wel zeer ongewone bezetting: negen solisten, een man nenkoor met 14 stemmen, en een or kest, bestaande uit 4 vleugels elk vierhandig bespeeld,- 6 contrabas sen, drie harpen, 6 trompetten, 4 flui ten, 6 hobo's, en 15 man voor het slag- 7|tr 14 en 15 September a.s. zal In hotel „De IJzeren Man" te Vught de vel ling worden gehouden van de Inventaris van het, beruchte concentratie, kamp. Vrjjdag was de eerste Iqjkdag. Uit het hele land waren i gekomen om te zien of er iets van hun gading bij was. WIJ MOETEN MEER DOLLARS VERDIENEN. Het woord is nu aan de exporteurs. Het is 25 jaar geleden dal de „Ford Motor Company" officieel werd geregistreerd. Het bedrijf met vijftig man personeel was toen in Rotterdam gevestigd. Vrijdag vond de officiële herdenking van dit 25- jarig bestaan plaats in de huidige Fordfabrieken te Amsterdam. Een op het voorplein van de fabriek op. gerichte zuil is het cadeau van de gezamenlijke Forddealers dat werd aangeboden. (Van onze economische medewerker) Eindelijk is dan de beslissing ge vallen. Eindelijk heeft onze regering de exportkoe bij de horens durven 1 pakken en in navolging van Enge- land een stevig programma opgesteld j. om de uitvoer naar het dollargebied, I naar de Ver. Staten en Canada, te I vergroten. En dat was ook dringend nodig, i want het was allertreurigst gesteld met de Nederlandse uitvoer naar de j Ver. Staten. Het volgende lijstje toont zulks wel aan, beter zelfs dan vele woorden vermogen te doen. Uitvoer naar V.S. in procenten van totale uitvoer. 1935: 4.89; 1936 5.96; 1937: 5.03; 1938: 3.57; 1946: 4.84; 1947: 2.72; 1948: 2.75; tot en met Mei 1949: 1.90. Ziet u die sterke daling? Inder daad is, wat het absolute bedrag be treft, onze uitvoer gestegen naar de Ver. Staten (in 1935 b.v. ca. 37 millioen en in 1948 ca. 73 millioen) doch het komt er juist op aan dat, als de totale uitvoer stijgt, de uit voer naar de V.S. op zijn minst met hetzelfde percentage omhoog gaat, in welk geval de uitvoer naar het land van Uncle Sam in 1948 ca. 95 milli oen (en niet ca. 73 millioen) had moeten bedragen. Wij hebben de laatste weken er op gewezen tot welke moeilijkheden het gebrek aan dollars leidt. Noodzake lijke kapitaalgoederen en consumptie artikelen zouden wij elders veel duurder moeten kopen, als ze al bui ten het dollargebied te krijgen zijn. Dit maakt het leven in Nederland onnodig duur, het drukt onze levens standaard, het vertraagt de weder opbouw en het smoort de handel. BOEMERANG. Gelukkig hebben de Amerikanen zelf wel begrepen, dat een gebrek aan dollars het levenspeil van West- Europa omlaag moet drukken, het geen uiteindelijk als een boemerang op hun eigen hoofd terug komt. Van daar de Marshallhulp. Deze gaat ech ter niet meer van een leien dakje, de Amerikaanse belastingbetaler wordt onwilliger doch afgezien daar van, die hulp zou toch over een jaar afgelopen zijn. Wij moeten daarom zelf de handen uit de mouwen steken; wij moeten zelf meer dollars verdienen en dit kan alleen door de V.S. met een be- ter apparaat grondiger te bewerken. De regering helpt nu bü het opbou wen van dit, handelsapparaat: er worden speciale handelsvertegen woordigers voor geheel Noord-Ame. rika aangesteld, er zullen exploratie (onderzoekings) reizen in de V.S. worden georganiseerd, er worden al daar restaurants geopend me$ toon. kamers voor Nederlandse producten en er komt een speciale directeur. Niet minder belangrijk is de fi nanciële steun aan exportcombina ties, waarmee bedoeld wordt het sa men exporteren door een groep pro ducenten: door gezamenlijke verkoop kan men meer bereiken (en goedko per) dan één man alleen. Haring, sigaren, cliché's, textiel, worden op deze wijze al naar Amerika ver kocht. De exporteur moet alleen een deel van zijn zelfstandigheid prijs geven en dat valt voor een Neder lander niet mee. MEER VRIJHEID VOOR DE EXPORTEURS. De grootste prikkel, een beetje on eerbiedig zouden wij zeggen: de klap op de vuurpijl, was de aankondiging werk, die in tal van coloristische nu ances xylophonen koren en gong-groepen de rhythmische basis dezer compositie vormt. Wij hebben allerminst bezwaar tegen deze afwij king van het orkestrale schema. Wij achten zelfs een experiment in het Salzburgse milieu nodig en gewenst. Mits er muziek gemaakt wordt En zulks gebeurde niet, noch bij de vocalisten, noch bij de instrumentalis ten. De recitatieftoon, die zo'mooi kan werken men denke slechts aan het Gregoriaans, of wilt ge profane mu ziek van Debussy's „Pelleas" en 'Ho- negger's „Jeanne au Bücher" was hier een permanent geschreeuw, en met de klanken, welke de instrumen ten maakten die eeuwige nonen en octaven geraakte men in een hek senketel van lawaai, waarin men na twee uur lijden zich physiek onwel gevoelde: de uitstekende directie van een Ferenc Friscay kon hieraan niets veranderen, zodat we dit experiment, zelfs als experiment intolerabel acht ten. En met ons tal van anderen. Terwijl met deze beschouwing Salzburg verlaten, gaan de Festspiele nog verder voort. Hans Knappertbusoh zal de rij der dirigenten besluiten met een uitvoe ring van Bruckner's Achtste, Joseph Krips zal Beethoven en Goethe her denken en het slot zal bestaan uit een peïteltvolle hulde aan de nagedachte nis van Wolfgang Amadeus Mozart-: het Requiem, uitgevoerd door het Domkoor, geleid door Joseph Mess- ner. Brazilië zal weer een ambassadeur in Madrid benoemen, in weerwil van de aanbeveling van de Ver. Naties geen di plomatieke betrekkingen te onderhouden met het Franco-regiem. Vissers deden reuze vangst. Een Schotse vissersboot, die in de Firth of Clyde op wyting viste, deed Donderdagmiddag een onverwachte reuzevangst. Een vangst namelijk van 1120 tonde duikboot „Alcide". Deze duikboot bevond zich op een oefentocht ongeveer dertig meter onder de waterspiegel en was in het net van de vissers boot gelopen. Terstond kwam de „Alcide" aan de oppervlak te met de mazen van het net over toren en periscoop. De vissers schonken de bemanning een zoodje vis om van de schrik te bekomen. Het Wereldgebeuren van de 10 pet. premie. Exporteurs mogen thans 10 pet. van de netto op brengst van de verkochte goederen behouden; zij zijn echter niet vrij om er mee te doen wat zij willen en precies is dan ook voorgeschreven hoe zij dit geld moeten gebruiken: aankoop van Amerikaanse goederen, het maken van reclame en reizen alsmede marktonderzoek in de V.S. en het kopen van andere valuta .(echter geen Zwitserse francs) om daarmee weer goederen te kunnen kopen. De ondernemers krijgen dus thans wat ruimer armslag: enerzijds wordt hun een hart onder de riem gesto ken, anderzijds krijgen zij er belang bij om meer te exporteren. Aan hen is thans het woord. (Nadruk verboden). FEUILLETON door MARY BURCHELL 49 „In ieder geval heb ik nog geen zin om te trouwen", verzekerde Norma zichzelf. „Ik wil met niemand trou wen. Ik vind Richard een schat en hij zal zeker een prima echtgenoot voor zijn vrouw zijn, maar ik ben er nog niet zo zeker van dat ik die vrouw zal willen wezen". En dit was ongeveer de kern van wat ze Richard de volgende dag mee deelde. Hij was haar tamelijk vroeg komen bezoeken en toen ze de zitka mer binnenkwam, stond hij daar, groot, ernstig en slecht op zijn ge mak. Maar zo open en gemakkelijk te begrijpen dat ze hem had kunnen om helzen. „Hallo, Norma. Heeft je voogd je verteld dat we gisteravond over je hebben gesproken? Ja? Nou eh, ik dacht dat ik je vanmorgen maar eens moest komen opzoeken". Richard was een van die mensen, die de voornaamwoorden vergeten, als ze verlegen zijn. „Moesten maar eens samen praten en niet via een ander". „Ja, natuurlijk Richard, maar het was aardig van je om eerst met mijn heer Yorke te spreken en zijn zijn toestemming te vragen". „Wel, dat klinkt ouderwets als je het zo zegt". Richard schraapte zijn keel en lachte even. „Maar jij bent nog zo'n kind en „Ik voel me op het ogenblik hele maal geen kind", merkte Norma rus tig op. „Maar het is waar dat ik jong ben Richard, en eerlijk gezegd wil ik daarom nu nog niet beslissen met wie ik ga trouwen. Ik weet wel dat een heleboel meisjes trouwen als ze acht tien zijn. maar „Ik wil je niet binden, Norma", riep Richard uit en hervond zijn ze kerheid als de voornaamwoorden. „Ik wil alleen maar dat je weet hoe ik over je denk en dat je het eens in je laat omgaan. Ik schrik me dood, iedere keer dat ik een man naar je zie kijken en ik dacht dat ik wel gek zou zijn als ik rustig een ander met je liet wegwandelen, alleen omdat ik aan het wachten was tot je wat ouder zou zijn". „Ja, dat begrijp ik". Norma moest lachen om de manier, waarop hij zich uitdrukte, maar ze tikte hem dankbaar op zijn mouw. „Je neemt dit geweldig aardig op, Richard en ik vind mezelf wel wat gemeen, dat ik je geen definitief antwoord geef". „Hemel, dat is in orde hoor!" sprak Richard. „Ik ben al erg dankbaar dat ik nog een kans heb. Ik was al bang dat je me zou vertellen dat die andere kerel „Welke andere kerel?" vroeg Nor- ma snel. Richard keek verlegen. „Nou, ik had het idee Yorke scheen te den ken dat er een andere kaper op de kust was. Het hindert niet Norma. Er werden geen namen genoemd, maar „Zinspeelde mijn voogd er op dat ik verliefd was op iemand anders?" „Neen, niet precies. Hij liet me al leen voelen dat ik me zelf niet moest beschouwen als het enige zandkorrel tje op het strand". „En dat het daarom beter was om wat spoed te betrachten en je uit te spreken?" veronderstelde Norma langzaam. „Ja, hoewel ik moet zeggen dat ik dat zelf ook al heb bedacht", voegde Richard er grinnekend aan toe. „Neen", Norma sprak half tot zich zelf, „dat idee werd je gesuggereerd". „Het was geen ongewoon idee voor een verliefd man! Die wil allicht de zaak zo snel mogelijk in orde heb ben", wierp Richard tegen. En toen op een andere toon: „Wat is er kind- hef?" „N-niets". Norma duwde met beide handen haar donkere krullen naar achteren. „Richard, je moet niet den ken dat ik gek ben, maar heb je ooit de indruk gekregen, dat mijn voogd aanstuurde op dit huwelijk?" „Er op aanstuurde? Lieve hemel, Norma, ik heb cr geen andere man bij nodig om een aanzoek té doen! Denk je dat ik zelf niet weet of ik met een meisje wil trouwen of niet? Luister eens, je denkt toch niet dat dit afgesproken werk is, omdat ik eerst naar Yorke ben gegaan? Dat denk je toch niet, is het wel?" „O neen, neen. Jij hebt er niets mee te maken, dat weet ik". Norma sprak nog steeds half tot zichzelf. Richard keek haar bezorgd aan en sprak openhartig: „Ik snap er niets van!" „Het hindert niet, Richard, het is zo maar een idee dat ik had". „Over Yorke?" Ze antwoordde niet. En na een ogenblik voegde hij er aarzelend aan toe: „Yorke voelt er alles voor, bedoel je dat? Hij zei dat niets hem aange namer zou zijn dan dat je mijn aan zoek aannam". „Ja. En weet je waarom?" ant woordde Norma heftig. „Omdat hij denkt dat ik jou zal overhalen om op Bishopstone te gaan wonen, en hem Munley te laten. Oh! Dat had ik niet moeten zeggen!' Richard staarde haar in stomme verbazing aan. „Zeg dat nog eens", zei hü lang zaam. „Oh, neen, neen. Eenmaal was al te veel". Norma lachte zenuwachtig. Toen zag ze de uitdrukkingen op Ri chards gezicht wisselen van argwaan in ongeloof en daarna in een koppi ge vastberadenheid, die hem zijn vierkante kaken op elkaar deed klem men op een wijze als ze nog niet eer der had gezien. (Wordt vervolgd). De vakbeweging achter Cripps Het zal Sir Stafford Cripps vol doening hebben geschonken daar in Washington te vernemen, dat de vak beweging thuis zich zonder enig voorbehoud achter zijn economische politiek heeft gesteld. Het ging op het jaarlijks congres van de Britse vakverenigingen, verenigd in de T. U.C. zelfs meer van een leien dak je dan de leiders hadden verwacht. Was er vorig jaar nogal enig gemor "tegen de vrijwillige loonstabilisatie, dit keer was van een serieuze oppo sitie geen sprake en steeg de stem verhouding van vijf tegen twee tot zes tegen een. Van de bijna 6.5 mil lioen leden, die het T.U.C. telt ble ken er slechts 700.000 toegankelijk voor communistische argumenten. Öf liever, de vakbondsleiders, die deze indrukwekkende aantallen vertegen woordigden, dachten er zo over, want het is aan twijfel onderhevig of het congres nu wel de haarfijne barome ter was van de stemming onder de arbeiders. Er is bij zulk een congres vaak sprake van een handige regie van bovenaf. Dat bleek ook wel, toen enige uit de grote vakverenigin gen stammende resoluties, die de na druk legden op noodzakelijke prijs verlagingen en op beperking van de winsten, na voorafgaand overleg met de bestuurstafel eensklaps werden ingetrokken. Maar goed, de voormannen in de Britse vakbeweging hebben Cripps hun steun gegeven en men mag wel aannemen, dat zij namens de meer derheid onder de arbeiders spraken. Dat, is niet. met geestdrift gegaan, noch"'met overtuiging 'en misschien zelfsciriniet van harte. Het voortdu rende refrein van soberheid maakt sommige vakverenigingen of gn toe balsturig en uit de balsturigheid vloeien dan looneisen voort. Dat geldt op 't ogenblik in het bijzonder voor de spoorwegarbeiders. Over 't algemeen was, naar de verslagen in de Daily Herald te oordelen, de stemming veeleer gelaten in het be sef, dat de economische toestand in Engeland te precair is om nu of in de naaste toekomst een groter aan deel van het volksinkomen voor de werknemers op te eisen. Een aanval in de rug van de Labour-regering zou alleen de conservatieven in de kaart hebben gespeeld, doch de vak beweging geen voordeel hebben ge leverd. Premier Attlee kreeg dan ook een stormachtige ovatie na zijn kal me en vriendelijke speech tijdens de tweede dag van het congres, hoewel hij waarlijk weinig bemoedigends te vertellen had. De goederen, die wij voor de ex port moeten vervaardigen dienen goed en goedkoop te zijn, zei de pre mier, en daarom kan van loonsver hogingen niets komen. Het enige ver guldsel van de pil was, dat Attlee tegelijkertijd meedeelde in loonsver lagingen ter beperking van de pro ductiekosten geen heil te zien. De algemene secretaris van de T. U.C., Vincent Tewson, eertijds een zeer linksgeoriënteerd vakbondsbe stuurder en 'nu een meer bezadigd man, gaf Attlee ongeveer het volgen de ten antwoord: Wij moeten tot Be- vin en Cripps zeggen: De vakver enigingen houden nog steeds stand. Wij beseffen uw moeilijkheden, doch zijn bereid otn onze verantwoorde lijkheid onder de ogen te zien. Niet alleen uit eigen land hebben Bevin en Cripps Jordaan tekende hen als Stan Laurel en Olivier Har dy steun in de rug van de vak beweging gekregen. Ook vanuit de Ver. Staten, waar zij te gast zijn, kregen zij een krachtige sympathie- betuiging van de arbeiders, die hen na de bitse critiek in een groot deel der Amerikaanse pers, goed moet hebben gedaan. De beide grote Amerikaanse vak bonden, C.I.O. en A.F.L. hebben elk op hun manier zich onomwonden uitgesproken voor Amerikaanse steun aan de Labour-regering. Philip Murray, leider van het machtige C. I.O., keerde zich tegen wat hij noem de de critiek van de Amerikaanse reactionnairen, alleen uitgeoefend omdat de Britse regering een La bour-regering is. Labour had echter onder moeilijke omstandigheden veel goed werk gedaan en verdiende ten volle steun. De leiding van de A.F. L. verklaarde het een ontzettende ramp voor de gehele democratische wereld te achten, indien Engeland economisch ineen zou storten. Deze uitlatingen mogen zeker niet te licht opgevat borden. Truman heeft zijn herverkiezing per slot van re kening voor een groot deel aan de vakbeweging te danken en de actie van de Amerikaanse vakbondsleiders ten gunste van Bevin en Cripps kan een gezond tegenwicht vormen tegen de pogingen van bepaalde orthodox kapitalistische groepen in Amerika om de Labour-regering een beentje te lichten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1949 | | pagina 3