Parade der dirigenten op de
Salzburger Festspiele
Bruno Waltergeloof in de
volstrekte grootheid van Mahler
Zeeuwse Almanak
r_r-r,
m
MINISTER VAN DEN BRINK
KWAM MET EEN EXPORTPLAN
DE ONBEKENDE
VOOGD
MAANDAG 12 SEPTEMBER 1949
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
De dag, waarop \vy Bruno Walter zouden terugzien, waren wij naar slot
Leopoldskron geweest. Slot Leopoldskron van Aartsbisschop Leopold,
die In 1736 last gaf een landhuis te bouwen, geheel in rococo-styl. Wellicht
wilde hij de zwier en gratie niet onderhouden van zjjn voorgangers Wolf
en Markus. Wellicht had dit achitectonisch juweel zjjn ontstaan te danken
aan de gelukkige behoefte om neefje Franz Loktane en diens nakomelin
gen een plezier te doen. Overigens was dit slot een gezellig lot beschoren,
het veranderde voortdurend van eigenaar, tot gelukkig, Max Reinhardt
het in handen kreeg.
Wij verwijlden vele uren, waar de
mensen een dromerig spel met de na
tuur bedreven hadden, waar de na
tuur gecultiveerd en de cultuur gena
turaliseerd was, waar een Orpheus
nu al twee eeuwen om zijn Eurydice
treurde en temidden van exotisch
loof een Adonis stond. Kennelijk met
geen andere bedoeling dan om de
eigenaar van al dit schoons de gele
genheid te geven zijn bootje te meren,
met een sierlijke ketting om een sier
lijk been. En we verwonderden ons
over de hogere doelloosheid, die over
dit alles waaide, over de veredeling
de sublemering ener cultuur, welke
in haar diepste wezen werd bepaald
door verveling. Waarlijk, dit was een
schoonheid, waarbij geen verdere ont
wikkeling mogelijk was. Dit was al
les enorm onwezenlijk en verwekte
een bepaalde droefheid. Droefheid,
die behaagdeFin de Siècle!
DAS LIED VON DER ERDE.
Maar met dit al waren wij in een
geestelijk klimaat beland, waarin wij
voorlopig zouden blijven. Die avond
speelde Bruno Walter niet zijn gelief
de Wiener Philharmoniker. Na meer
dan tien jaar: terugkeer naar Salz
burg, terugkeer met Gustav Mahler
en '„Das' Lied von der Erde' Sym-
phonische Dichtung, waarin een thans
weer bijna legendarisch geworden ta
lent, dank zij de Chinese dichter Li-
Tai-Po, dank zij Plans Bethge, die hem
in 1909 vertaalde, zijn vermoeidheid
uitspreekt over een wereld, die, vol
gens hem, kennelijk ten ondergang
neigde. Waarin alles doelloos leek:
ook schoonheid en liefcj^. Die slechts
dood en ontbinding afwacht. Mahler
heeft dit complex van gevoelens in
klanken omgezet, waarin hij het or
kest een kleurentover geeft, die het
ZWERVEND DOOR FRANKRIJK
Een mens moet ook eens vacantie
hebben. Hij denkt er soms lang van
te voren al aan. En overweegt wat hij
doen zal in die uitverkoren dagen van
het jaar.
Soms is er een, die op het idee komt
om er eens met een kampeerwagen op
uit te trekken, maar dat zijn er nog
niet veel. Wie er wel komt, verwacht
dat hij op de morgen van zijn vertrek
niets anders te doen heeft, dan die ca
ravan achter zijn auto te spannen en
weg te rijden, de verre verten tege
moet.
EilaasAls ge in wilt pakken,
staat de caravan nog in een weitje
bij Zoutelande en uw voorgangers
vermeien zich nog in de genietingen,
die zo'n kampeerwagen biedt. Als het
Onheil zelve komt ge aanzeilen in die
vredige dreven om hen te verjagen,
die rustige kampeerders, daar in het
landelijke Zoutelande. En ze gaan, zij
het node. En ge rijdt terug naar uw
woonplaats en denkt, dat het nu wel
gewonnen is.
Maar neen, uw vrouw moet vele ja
ponnen meenemen, want zij weet nog
niet, dat de mensen er in Frankrijk
niet anders uit zien, dan in Nederland
en over het geheel genomen in véle
streken heel wat minder gesoigneerd.
Zij wil boeken mee, want zij wil
voorbereid zijn op regen en dan lec
tuur bij de hand hebben. Frankrijk
stellen zij en de echtgenote van uw
metgezel zich voor als een land waar
de honger rondwaart als in de zwartste
middeleeuwen en dus moet er boter
mee en suiker en groente en aardap
pelen en gecondenseerde melk en ach
ja, wat zouden vrouwen zonder spie
gels zijn en zonder toiletartikelen. Ge
gaat kamperen niet waar, en als man
neemt ge u voor om u veertien dagen
niet te scheren en desnoods veertien
dagen niet te wassen. Ge hebt vacan
tie. Maar vrouwen zijn anders en zij
slepen dingen mee, waarvan ge nooit
hebt kunnen bevroeden, dat zij bij
het kamperen onmisbaar zouden zijn.
Tot diep in de nacht wordt er ge
zwoegd aan de vooravond van het ver
trek, want de butagasfles is leeg en de
watertank moet gevuld en het elec-
trisch licht verzorgd worden en de
koppeling tussen caravan en auto is
een probleem, waarop zelfs een gara
gehouder en zijn schildknapen hun
tanden stuk bijten en hun zwaarden
stomp strijden.
Maar de volgende morgen in alle
vroegte, dan is het toch zo ver, dan
gaat het, neen nog niet de-verre ver
ten, maar toch in ieder geval de Ne
derlandse, de Belgische, weer de Bel
gische en eindelijk de Franse douane
tegemoet.
Alleen het woord Douane bezorgt de
reiziger al nachtmerries. Want al
wordt dan iedere Nederlander geacht
de wet te kennen, wie weet wat hij
wel en wat hij niet mee over de
grenzen mag torsen!
Het was voorbarige vrees. Want
overal vonden de douaniers de kam
peerwagen zelf en de bedden veel in
teressanter, dan wat er mogelijker
wijs in kon zitten. Ze noteerden de
weinige deviezen want dit wordt
een zuinige reis ze gluurden 'n se
conde in de auto, ze vroegen nauwe
lijks naar passen, maar verdiepten
zich ijverig in de inrichting van de
caravan en wensten ons een prettige
vacantie.
En toen ging het waarlijk de verre
verten tegemoet
de menselijke stemmen, alt- en tenor
solo, die mede hierin moeten functi-
onneren, niet gemakkelijk maakt het
vereiste relief te bereiken. Bruno
Walter met Willem Mengelberg de
grote Mahlerapostel was het, die
met Kathleen Ferrier en Julius Pat-
zak, na zovele jaren te bewijzen
had, dat dit magistrale werk meer was
dan een historisch curiosum. Als
iemand het kan, dan was hij het. Om
dat hij de laatste is van een dirigen
ten-generatie, welke in een volstrekte
grootheid van Mahler geloofde. En wij
allen zitten daar in Salzburg te luiste
ren. De avond is vol weemoed. Wee
moed, om iets, dat onherroepelijk
voorbij is. Doch dat door hem, ver
fijnd kunstenaar, opnieuw even
woïdt geëvoceerd. Schept het leed,
schept het vreugde? Wordt de hoor
der er door bevrijd? Dit laatste waar
schijnlijk niet. Wel weet hij, dat hij
een ervaring had, die hij slechts
met Bruno- Walter in het klimaat
van Salzburg kon opdoen. En als wij
na afloop zien, hoe hij door een zij
uitgang het Festspielhaus verlaat, is
het, of, met hem, een vreemde, een
zame schoonheid ons verlaat. Voor
immer
ANDERE ONDERVINDINGEN
Want wij hebben ook andere onder
vindingen. We kregen, ook dit jaar,
contact met 'een der meest markante
vertegenwoordigers der moderne diri
gentengeneratie: Herbert Karajan.. Bij
hem is de schoonheid allerminst
vreemd, eerder een artikel, dat zo
concreet mogelijk wordt geserveerd.
En zulks met een knapheid, met een
intelligentie, bovendien met een am
bitie, die de hoorder niet onbewogen
laat, integendeel hem lichtelijk on
aangenaam prikkelt. Hij verricht won
deren, maar het gelijken de wonderen
der techniek. Hij brengt, met de Wie
ner Philharmoniker en de Singverein
der Gesellschaft der Musikereuide-
koor met een eerbiedwaardige traditie
waarmede een Johannes Brahms ge
werkt heeft, een Requiem de Verdi,
dat verbazingwekkend is. Hij schenkt
ons de negende Symphonie met de
zelfde ensembles. En hij overdondert
ons niet slechts met de pauken, die
hij dubbel bezet. Maar aan dit alles
ontbreekt een bepaalde diepte, wijs
heid en mildheid. En de schroom,
waarmede men nu eenmaal elk kunst
werk moet benaderen. Die juist zo
karakteristiek was voor Bruno Wal
ter, de oude Bruno Walter....
„De voornaamste taak van de
oberdirigent ligt in het werken met
de zanger. In de muziek komt alles
uit de zang voort: een orkest, dat
niet „zingt een clarinettist, die zich
niet bekommert over het vribato van
de toonintensiteit, een trombone of
trompet, die met zijn marcato de mu
zikale phrasen van de melodie dra-
fende instrumenten kapot scheurt,
etekent een belemmering voor de
realisering van een operastijl „welke
steeds het gehele werk te dienen
heeft".
Aldus Joseph Kripps, een der
prominente kwartetdirigenten van
de huidige tijd. Hij bevestigde hierme
de in een interessant gesprek veel
hartelijkheid ten opzichte van ons
land, ten opzichte van ons Concertge
bouworkest vooral, dat hij met de
Wiener Philharmonie, met Boston, 't
beste ensemble ter wereld acht, de
indrukken, die wij vroeger reeds bn
een Entriihrung aus dem Serail,
thans wederom bij de Titus kregen.
Een uitvoering, die „vloeiende" tot
in de kleinste details, een homogeen
karakter bezat. En dat, terwijl Mo
zart het met deze opera de vertolker
niet gemakkelijk maakte. Want hoe
men dit werk ook beluistert, hetzij
in zijn oorspronkelijke gedaante, het
zij in de vorm, welke dr. Bernhard
Baumgartner er aan gaf, die het li
bretto veranderde en de opera voor
zag van aanvullingen, aan andere
muziekdrama's ontleend, men. staat
tegenover een der zwakke scheppin
gen van de Salzburgse meester. Gele-
genhei'dsoeuvre met alle kenmerken
daarvan, geschreven naar aanleiding
van de kroning van de Habsburgse
ijdeltuit Leopold II in 1791, die zich
gaarne geïndentificeerd zag met de
beminde Romeinse keizer Titus. Vele
problemen van zedelijke aard moeten
hiervoor in muziek gegoten worden,
Telefoon overbodig..
Goes was de plaats, een ath-
leet was de man en zijn gade
was de vrouw in het volgend
tafreel van echtelijke ver
knochtheid.
Vrouwlief sloeg geen wed
strijd over, wanneer haar man
op de grasmat verscheen, tot
dat ze op een middag verhin
derd was. Haar man stelde
haar gerust: „Hoewel ik niet
zo belangrijk ben, dat je m'n
prestaties via de raido kunt
volgen, zal ik zorgen, dat je
op de hoogte blijft".
En hij hield woord. Hij deed
namelijk ook aan duivensport
en met twee dieren van z'n
„veestapel" vefscheen hij op
het athletiekveld. Toen hij de
800 meter had gewonnen, rende
hij nog buiten adem
naar het duivenmandje. waar
uit hij een bode losliet met
een poot-briefje: „800 meter
gewonnen". Hetzelfde deed hij
toen hij de 5 km. won. Waar
mee duidelijk bewezen is, dat
men met succes twee sporten
tegelijk kan beoefenen.
aan Julius PatzaikHilde Zadek Mar
tha Rohs en Wilma Lipp wat het er
voor te zorgen, dat zulks boeiend ge
schiedde, Joseph Krips had de taak
al deze morele vertogen tot een
boeiend geheel te verenigen. Hij
slaagde hierin, want hij haalde
steeds het melodisch element naar
voren en hield tempo. Hg liet niet
preken, doch spelen. En hij won met
een boeiend pleidooi een tamelgk
zwakke zaak!
EXPERIMENT
Een experiment met een „oude no
viteit". Er was echter ook een „nieu
we noviteit". Niet.... Strauss' Rosen-
kavalier, door Georg Szoll te degelijk,
massaal ente nuchter gepresen
teerd doch het werk van een moderne
Duitser: Carl Orff. Deze „greep'
Sophocles' Antigone in een bewer
king van Hölderlin aan en schreef er
muziek bij in een wel zeer ongewone
bezetting: negen solisten, een man
nenkoor met 14 stemmen, en een or
kest, bestaande uit 4 vleugels elk
vierhandig bespeeld,- 6 contrabas
sen, drie harpen, 6 trompetten, 4 flui
ten, 6 hobo's, en 15 man voor het slag-
7|tr
14 en 15 September a.s. zal In hotel „De IJzeren Man" te Vught de vel
ling worden gehouden van de Inventaris van het, beruchte concentratie,
kamp. Vrjjdag was de eerste Iqjkdag. Uit het hele land waren i
gekomen om te zien of er iets van hun gading bij was.
WIJ MOETEN MEER DOLLARS VERDIENEN.
Het woord is nu aan de exporteurs.
Het is 25 jaar geleden dal de
„Ford Motor Company" officieel
werd geregistreerd. Het bedrijf met
vijftig man personeel was toen in
Rotterdam gevestigd. Vrijdag vond
de officiële herdenking van dit 25-
jarig bestaan plaats in de huidige
Fordfabrieken te Amsterdam. Een
op het voorplein van de fabriek op.
gerichte zuil is het cadeau van de
gezamenlijke Forddealers dat werd
aangeboden.
(Van onze economische medewerker)
Eindelijk is dan de beslissing ge
vallen. Eindelijk heeft onze regering
de exportkoe bij de horens durven
1 pakken en in navolging van Enge-
land een stevig programma opgesteld
j. om de uitvoer naar het dollargebied,
I naar de Ver. Staten en Canada, te
I vergroten.
En dat was ook dringend nodig,
i want het was allertreurigst gesteld
met de Nederlandse uitvoer naar de
j Ver. Staten. Het volgende lijstje
toont zulks wel aan, beter zelfs dan
vele woorden vermogen te doen.
Uitvoer naar V.S. in procenten van
totale uitvoer.
1935: 4.89; 1936 5.96; 1937: 5.03; 1938:
3.57; 1946: 4.84; 1947: 2.72; 1948: 2.75;
tot en met Mei 1949: 1.90.
Ziet u die sterke daling? Inder
daad is, wat het absolute bedrag be
treft, onze uitvoer gestegen naar de
Ver. Staten (in 1935 b.v. ca. 37
millioen en in 1948 ca. 73 millioen)
doch het komt er juist op aan dat,
als de totale uitvoer stijgt, de uit
voer naar de V.S. op zijn minst met
hetzelfde percentage omhoog gaat, in
welk geval de uitvoer naar het land
van Uncle Sam in 1948 ca. 95 milli
oen (en niet ca. 73 millioen) had
moeten bedragen.
Wij hebben de laatste weken er op
gewezen tot welke moeilijkheden het
gebrek aan dollars leidt. Noodzake
lijke kapitaalgoederen en consumptie
artikelen zouden wij elders veel
duurder moeten kopen, als ze al bui
ten het dollargebied te krijgen zijn.
Dit maakt het leven in Nederland
onnodig duur, het drukt onze levens
standaard, het vertraagt de weder
opbouw en het smoort de handel.
BOEMERANG.
Gelukkig hebben de Amerikanen
zelf wel begrepen, dat een gebrek
aan dollars het levenspeil van West-
Europa omlaag moet drukken, het
geen uiteindelijk als een boemerang
op hun eigen hoofd terug komt. Van
daar de Marshallhulp. Deze gaat ech
ter niet meer van een leien dakje,
de Amerikaanse belastingbetaler
wordt onwilliger doch afgezien daar
van, die hulp zou toch over een jaar
afgelopen zijn.
Wij moeten daarom zelf de handen
uit de mouwen steken; wij moeten
zelf meer dollars verdienen en dit
kan alleen door de V.S. met een be-
ter apparaat grondiger te bewerken.
De regering helpt nu bü het opbou
wen van dit, handelsapparaat: er
worden speciale handelsvertegen
woordigers voor geheel Noord-Ame.
rika aangesteld, er zullen exploratie
(onderzoekings) reizen in de V.S.
worden georganiseerd, er worden al
daar restaurants geopend me$ toon.
kamers voor Nederlandse producten
en er komt een speciale directeur.
Niet minder belangrijk is de fi
nanciële steun aan exportcombina
ties, waarmee bedoeld wordt het sa
men exporteren door een groep pro
ducenten: door gezamenlijke verkoop
kan men meer bereiken (en goedko
per) dan één man alleen. Haring,
sigaren, cliché's, textiel, worden op
deze wijze al naar Amerika ver
kocht. De exporteur moet alleen een
deel van zijn zelfstandigheid prijs
geven en dat valt voor een Neder
lander niet mee.
MEER VRIJHEID VOOR DE
EXPORTEURS.
De grootste prikkel, een beetje on
eerbiedig zouden wij zeggen: de klap
op de vuurpijl, was de aankondiging
werk, die in tal van coloristische nu
ances xylophonen koren en
gong-groepen de rhythmische basis
dezer compositie vormt. Wij hebben
allerminst bezwaar tegen deze afwij
king van het orkestrale schema. Wij
achten zelfs een experiment in het
Salzburgse milieu nodig en gewenst.
Mits er muziek gemaakt wordt
En zulks gebeurde niet, noch bij de
vocalisten, noch bij de instrumentalis
ten. De recitatieftoon, die zo'mooi kan
werken men denke slechts aan het
Gregoriaans, of wilt ge profane mu
ziek van Debussy's „Pelleas" en 'Ho-
negger's „Jeanne au Bücher" was
hier een permanent geschreeuw, en
met de klanken, welke de instrumen
ten maakten die eeuwige nonen en
octaven geraakte men in een hek
senketel van lawaai, waarin men na
twee uur lijden zich physiek onwel
gevoelde: de uitstekende directie van
een Ferenc Friscay kon hieraan niets
veranderen, zodat we dit experiment,
zelfs als experiment intolerabel acht
ten. En met ons tal van anderen.
Terwijl met deze beschouwing
Salzburg verlaten, gaan de Festspiele
nog verder voort.
Hans Knappertbusoh zal de rij der
dirigenten besluiten met een uitvoe
ring van Bruckner's Achtste, Joseph
Krips zal Beethoven en Goethe her
denken en het slot zal bestaan uit een
peïteltvolle hulde aan de nagedachte
nis van Wolfgang Amadeus Mozart-:
het Requiem, uitgevoerd door het
Domkoor, geleid door Joseph Mess-
ner.
Brazilië zal weer een ambassadeur
in Madrid benoemen, in weerwil van de
aanbeveling van de Ver. Naties geen di
plomatieke betrekkingen te onderhouden
met het Franco-regiem.
Vissers deden reuze vangst.
Een Schotse vissersboot, die
in de Firth of Clyde op wyting
viste, deed Donderdagmiddag
een onverwachte reuzevangst.
Een vangst namelijk van 1120
tonde duikboot „Alcide".
Deze duikboot bevond zich op
een oefentocht ongeveer dertig
meter onder de waterspiegel en
was in het net van de vissers
boot gelopen. Terstond kwam
de „Alcide" aan de oppervlak
te met de mazen van het net
over toren en periscoop. De
vissers schonken de bemanning
een zoodje vis om van de
schrik te bekomen.
Het Wereldgebeuren
van de 10 pet. premie. Exporteurs
mogen thans 10 pet. van de netto op
brengst van de verkochte goederen
behouden; zij zijn echter niet vrij
om er mee te doen wat zij willen
en precies is dan ook voorgeschreven
hoe zij dit geld moeten gebruiken:
aankoop van Amerikaanse goederen,
het maken van reclame en reizen
alsmede marktonderzoek in de V.S.
en het kopen van andere valuta
.(echter geen Zwitserse francs) om
daarmee weer goederen te kunnen
kopen.
De ondernemers krijgen dus thans
wat ruimer armslag: enerzijds wordt
hun een hart onder de riem gesto
ken, anderzijds krijgen zij er belang
bij om meer te exporteren. Aan hen
is thans het woord.
(Nadruk verboden).
FEUILLETON
door
MARY BURCHELL
49
„In ieder geval heb ik nog geen
zin om te trouwen", verzekerde Norma
zichzelf. „Ik wil met niemand trou
wen. Ik vind Richard een schat en hij
zal zeker een prima echtgenoot voor
zijn vrouw zijn, maar ik ben er nog
niet zo zeker van dat ik die vrouw
zal willen wezen".
En dit was ongeveer de kern van
wat ze Richard de volgende dag mee
deelde. Hij was haar tamelijk vroeg
komen bezoeken en toen ze de zitka
mer binnenkwam, stond hij daar,
groot, ernstig en slecht op zijn ge
mak. Maar zo open en gemakkelijk te
begrijpen dat ze hem had kunnen om
helzen.
„Hallo, Norma. Heeft je voogd je
verteld dat we gisteravond over je
hebben gesproken? Ja? Nou eh, ik
dacht dat ik je vanmorgen maar eens
moest komen opzoeken".
Richard was een van die mensen,
die de voornaamwoorden vergeten, als
ze verlegen zijn. „Moesten maar eens
samen praten en niet via een ander".
„Ja, natuurlijk Richard, maar het
was aardig van je om eerst met mijn
heer Yorke te spreken en zijn zijn
toestemming te vragen".
„Wel, dat klinkt ouderwets als je het
zo zegt". Richard schraapte zijn keel
en lachte even. „Maar jij bent nog
zo'n kind en
„Ik voel me op het ogenblik hele
maal geen kind", merkte Norma rus
tig op. „Maar het is waar dat ik jong
ben Richard, en eerlijk gezegd wil ik
daarom nu nog niet beslissen met wie
ik ga trouwen. Ik weet wel dat een
heleboel meisjes trouwen als ze acht
tien zijn. maar
„Ik wil je niet binden, Norma",
riep Richard uit en hervond zijn ze
kerheid als de voornaamwoorden. „Ik
wil alleen maar dat je weet hoe ik
over je denk en dat je het eens in je
laat omgaan. Ik schrik me dood,
iedere keer dat ik een man naar je
zie kijken en ik dacht dat ik wel gek
zou zijn als ik rustig een ander met je
liet wegwandelen, alleen omdat ik aan
het wachten was tot je wat ouder zou
zijn".
„Ja, dat begrijp ik". Norma moest
lachen om de manier, waarop hij
zich uitdrukte, maar ze tikte hem
dankbaar op zijn mouw. „Je neemt
dit geweldig aardig op, Richard en ik
vind mezelf wel wat gemeen, dat ik
je geen definitief antwoord geef".
„Hemel, dat is in orde hoor!" sprak
Richard. „Ik ben al erg dankbaar dat
ik nog een kans heb. Ik was al bang
dat je me zou vertellen dat die andere
kerel
„Welke andere kerel?" vroeg Nor-
ma snel.
Richard keek verlegen. „Nou, ik
had het idee Yorke scheen te den
ken dat er een andere kaper op de
kust was. Het hindert niet Norma. Er
werden geen namen genoemd,
maar
„Zinspeelde mijn voogd er op dat
ik verliefd was op iemand anders?"
„Neen, niet precies. Hij liet me al
leen voelen dat ik me zelf niet moest
beschouwen als het enige zandkorrel
tje op het strand".
„En dat het daarom beter was om
wat spoed te betrachten en je uit te
spreken?" veronderstelde Norma
langzaam.
„Ja, hoewel ik moet zeggen dat ik
dat zelf ook al heb bedacht", voegde
Richard er grinnekend aan toe.
„Neen", Norma sprak half tot zich
zelf, „dat idee werd je gesuggereerd".
„Het was geen ongewoon idee voor
een verliefd man! Die wil allicht de
zaak zo snel mogelijk in orde heb
ben", wierp Richard tegen. En toen
op een andere toon: „Wat is er kind-
hef?"
„N-niets". Norma duwde met beide
handen haar donkere krullen naar
achteren. „Richard, je moet niet den
ken dat ik gek ben, maar heb je
ooit de indruk gekregen, dat mijn
voogd aanstuurde op dit huwelijk?"
„Er op aanstuurde? Lieve hemel,
Norma, ik heb cr geen andere man
bij nodig om een aanzoek té doen!
Denk je dat ik zelf niet weet of ik
met een meisje wil trouwen of niet?
Luister eens, je denkt toch niet dat
dit afgesproken werk is, omdat ik
eerst naar Yorke ben gegaan? Dat
denk je toch niet, is het wel?"
„O neen, neen. Jij hebt er niets
mee te maken, dat weet ik". Norma
sprak nog steeds half tot zichzelf.
Richard keek haar bezorgd aan en
sprak openhartig: „Ik snap er niets
van!"
„Het hindert niet, Richard, het is
zo maar een idee dat ik had".
„Over Yorke?"
Ze antwoordde niet. En na een
ogenblik voegde hij er aarzelend aan
toe:
„Yorke voelt er alles voor, bedoel
je dat? Hij zei dat niets hem aange
namer zou zijn dan dat je mijn aan
zoek aannam".
„Ja. En weet je waarom?" ant
woordde Norma heftig. „Omdat hij
denkt dat ik jou zal overhalen om
op Bishopstone te gaan wonen, en
hem Munley te laten. Oh! Dat had ik
niet moeten zeggen!'
Richard staarde haar in stomme
verbazing aan.
„Zeg dat nog eens", zei hü lang
zaam.
„Oh, neen, neen. Eenmaal was al te
veel". Norma lachte zenuwachtig.
Toen zag ze de uitdrukkingen op Ri
chards gezicht wisselen van argwaan
in ongeloof en daarna in een koppi
ge vastberadenheid, die hem zijn
vierkante kaken op elkaar deed klem
men op een wijze als ze nog niet eer
der had gezien. (Wordt vervolgd).
De vakbeweging
achter Cripps
Het zal Sir Stafford Cripps vol
doening hebben geschonken daar in
Washington te vernemen, dat de vak
beweging thuis zich zonder enig
voorbehoud achter zijn economische
politiek heeft gesteld. Het ging op
het jaarlijks congres van de Britse
vakverenigingen, verenigd in de T.
U.C. zelfs meer van een leien dak
je dan de leiders hadden verwacht.
Was er vorig jaar nogal enig gemor
"tegen de vrijwillige loonstabilisatie,
dit keer was van een serieuze oppo
sitie geen sprake en steeg de stem
verhouding van vijf tegen twee tot
zes tegen een. Van de bijna 6.5 mil
lioen leden, die het T.U.C. telt ble
ken er slechts 700.000 toegankelijk
voor communistische argumenten. Öf
liever, de vakbondsleiders, die deze
indrukwekkende aantallen vertegen
woordigden, dachten er zo over, want
het is aan twijfel onderhevig of het
congres nu wel de haarfijne barome
ter was van de stemming onder de
arbeiders. Er is bij zulk een congres
vaak sprake van een handige regie
van bovenaf. Dat bleek ook wel,
toen enige uit de grote vakverenigin
gen stammende resoluties, die de na
druk legden op noodzakelijke prijs
verlagingen en op beperking van de
winsten, na voorafgaand overleg met
de bestuurstafel eensklaps werden
ingetrokken.
Maar goed, de voormannen in de
Britse vakbeweging hebben Cripps
hun steun gegeven en men mag wel
aannemen, dat zij namens de meer
derheid onder de arbeiders spraken.
Dat, is niet. met geestdrift gegaan,
noch"'met overtuiging 'en misschien
zelfsciriniet van harte. Het voortdu
rende refrein van soberheid maakt
sommige vakverenigingen of gn toe
balsturig en uit de balsturigheid
vloeien dan looneisen voort. Dat
geldt op 't ogenblik in het bijzonder
voor de spoorwegarbeiders. Over 't
algemeen was, naar de verslagen in
de Daily Herald te oordelen, de
stemming veeleer gelaten in het be
sef, dat de economische toestand in
Engeland te precair is om nu of in
de naaste toekomst een groter aan
deel van het volksinkomen voor de
werknemers op te eisen. Een aanval
in de rug van de Labour-regering
zou alleen de conservatieven in de
kaart hebben gespeeld, doch de vak
beweging geen voordeel hebben ge
leverd. Premier Attlee kreeg dan ook
een stormachtige ovatie na zijn kal
me en vriendelijke speech tijdens de
tweede dag van het congres, hoewel
hij waarlijk weinig bemoedigends te
vertellen had.
De goederen, die wij voor de ex
port moeten vervaardigen dienen
goed en goedkoop te zijn, zei de pre
mier, en daarom kan van loonsver
hogingen niets komen. Het enige ver
guldsel van de pil was, dat Attlee
tegelijkertijd meedeelde in loonsver
lagingen ter beperking van de pro
ductiekosten geen heil te zien.
De algemene secretaris van de T.
U.C., Vincent Tewson, eertijds een
zeer linksgeoriënteerd vakbondsbe
stuurder en 'nu een meer bezadigd
man, gaf Attlee ongeveer het volgen
de ten antwoord: Wij moeten tot Be-
vin en Cripps zeggen: De vakver
enigingen houden nog steeds stand.
Wij beseffen uw moeilijkheden, doch
zijn bereid otn onze verantwoorde
lijkheid onder de ogen te zien.
Niet alleen uit eigen land hebben
Bevin en Cripps Jordaan tekende
hen als Stan Laurel en Olivier Har
dy steun in de rug van de vak
beweging gekregen. Ook vanuit de
Ver. Staten, waar zij te gast zijn,
kregen zij een krachtige sympathie-
betuiging van de arbeiders, die hen
na de bitse critiek in een groot deel
der Amerikaanse pers, goed moet
hebben gedaan.
De beide grote Amerikaanse vak
bonden, C.I.O. en A.F.L. hebben elk
op hun manier zich onomwonden
uitgesproken voor Amerikaanse
steun aan de Labour-regering. Philip
Murray, leider van het machtige C.
I.O., keerde zich tegen wat hij noem
de de critiek van de Amerikaanse
reactionnairen, alleen uitgeoefend
omdat de Britse regering een La
bour-regering is. Labour had echter
onder moeilijke omstandigheden veel
goed werk gedaan en verdiende ten
volle steun. De leiding van de A.F.
L. verklaarde het een ontzettende
ramp voor de gehele democratische
wereld te achten, indien Engeland
economisch ineen zou storten. Deze
uitlatingen mogen zeker niet te
licht opgevat borden. Truman heeft
zijn herverkiezing per slot van re
kening voor een groot deel aan de
vakbeweging te danken en de actie
van de Amerikaanse vakbondsleiders
ten gunste van Bevin en Cripps kan
een gezond tegenwicht vormen tegen
de pogingen van bepaalde orthodox
kapitalistische groepen in Amerika
om de Labour-regering een beentje
te lichten.