Naar een nieuwe architectuur in Middelburg? Architecten zoeken andere wegen Zeeuwse Almanak ramra LANDBOUWHOGESCHOOL KRIJGT NIEUW INSTITUUT Wie kan een beter kroningsschilderij maken? Let op de Colorado-kever! DONDERDAG 14 JULI 1949 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 3 DE HERBOUW VAN DE STADSKERN. (Van een bijzondere medewerker) Nu er na practisch vele jaren van stilstand weer leven te bespeuren valt in de binnenstad van Middelburg, d w.z. dat er met de herbouw van eni. ge particuliere zakenpanden is begon nen, ryst vanzelfsprekend de vraag, lioe de architectuur van deze panden dan wel zal worden. Er is reeds veel over de herbouw van Middelburg gesproken en ge schreven, in 't bijzonder wat de architectuur van de zakenpanden betreft en dit zal voorlopig wel zo blüven. Dit neemt niet weg, dat wij ons als Zeeuwen en als Middelburgers in 't bijzonder afvragen, wat er thans met de herbouw van de stad gaat geschie den. Wordt er in dezelfde geest als in de jaren 19401942 doorgewerkt, of komt er verandering in? Voorlopig zal het echter wel niet doenlijk zijn om over de architectuur van de thans aangevangen herbouw van de stadskern een definitief oor deel uit te spreken. Enerzijds wordt daar veel te weinig voor gebouwd, anderzijds komen thans projecten tot uitvoering die tij dens de bezetting reeds voor uitvoe ring gereed lagen. Wat dit eerste punt betreft kan op gemerkt worden, dat één zwaluw nog geen lente maakt en dat dus de en kele panden, die momenteel in aan bouw zijn, slechts in uiterst geringe mate aan de herbouw van de stads kern deel hebben. Het tweede punt spreekt eigenlijk voor zichzelf, want een ieder zal kun nen begrijpen dat het in vele geval len uitgesloten moet worden geacht om de gedupeerden thans hun plan nen, die in de jaren van bezetting reeds kant en klaar waren, ja zelfs somtijds aanbesteed waren, op eigen kosten opnieuw te doen wijzigen. De plaatselijke strijd, die in 't bij zonder wat de zakenpanden betreft Nogmaals: de oude stijl. gevoerd is, ligt ons nog vers in 't ge heugen. Vooral het punt etalages met de practisch van overheidswege voor geschreven roede-verdeling en het maken van portieken stond, overigens zeer begrijpelijk, in 't brandpunt der belangstelling van de Middelburgse zakenlieden. Wat toch is van meer belang voor de winkeldoende middenstand, dan dat hij over die etalages de beschik king krijgt die de mensenstroom in groten getale tot zich trekt, inplaats van afstoot! Vooral bij het heden daagse jachtende publiek is dit van enorm belang. En deze etalages vor men nu eenmaal een integrerend deel van de architectuur der zakenpanden. Behalve de goed verstaanbare be zwaren van de winkeldoende winkel stand inzake de etalages c.a., werden ook van andere zijde bezwaren geuit betreffende de architectuur van de herbouw in z'n geheel. Er zou nml. teveel worden teruggegrepen naar andere vormgeving en motieven, alzo een z.g. archaïserende herbouw En inderdaad is veelal uit de reeds tot stand gekomen bouwwerken te Nieuwe vormen: Een winkelpand, dat weldra verrijzen zal. zien dat men getracht heeft het oude karakter de sfeer van Middelburg van voor de oorlog te evenaren, zoal niet te bewaren, iets wat op zich zelf be schouwd te respecteren valt. Toch kan de tijd met zich brengen, dat het beter is met deze zienswijze te bre ken. Dit klemt temeer daar met de hedendaagse ten dienste staande mid delen, die op zichzelf al een soberder bouwwijze van voorheen voorschrij ven, het niet mogelijk zal zijn. uit zonderingen daargelaten, de schoon heid der 18e eeuwse bouwwerken te evenaren. Hoge aannemingsommen in verhouding tot de door het Rijk toe gestane bouwkosten, beperking v.h. aantal kubieke meters per bouwlaag zijn evenzo factoren, waarmede men bij de bouw rekening moet houden en die de gedupeerden een zeer sobere bouwwijze opleggen. Ook zou men de stelling kunnen poneren, dat afgezien van de materi ele nood van deze tijd, het niet juist is van Middelburg een stad voor ar cheologen te maken. Het zal een le vende, bruisende stad dienen te wor den. Het is onjuist om te trachten de geest van vroeger kunstmatig te doen herleven. Andere tijden, andere ze den, alzo een andere geest en dus ook een andere architectuur. We zullen ons echter wachten om thans reeds een oordeel uit te spre ken in hoeverre het juist is dat er schien beter gezegd archaïserende met een zekere traditionele of mis- bouwwijze gebroken wordt. Ook dit zal de tijd dienen te leren. Wel willen we opmerken, dat ge- Oude stijl: Kleine étalages. zien de ontwerpen van plannen, die wij hierbij publiceren er op zekere punten zeer zeker een verwijdering is opgetreden van de archaïserende bouw, zoals deze tot nog toe in de meeste gevallen plaats vond. Zonder te kort te doen aan onge twijfeld ook het goede wat reeds tot stand werd gebracht, in n tijd waar in de geestelijke zowel als de mate riële nood groot was, valt er in deze ontwerpen een frisse geest waar te nemen. Een geest, die er toe leiden kan. dat er straks een aantrekkelijk stratenplan verkregen wordt, een geest die moed geeft. Wanneer over enige jaren, naar we hopen, de stadskern weer volge bouwd zal zijn. zal het verschil met de over het algemeen archaïserende bouw, aangenomen dat vele plannen zich in bovengenoemde geest zullen ontwikkelen, goed te constateren zijn. Trouwens een stadsbeeld zonder variaties en slechts in starre nale- Het conflict tussen kerk en staat in Tsjecho-Slowakije. Door de Tsjechoslowaakse commu nistische partij zijn richtlijnen uitge geven, bestemd voor partij-functiona rissen, waarin hen wordt medege deeld welke houding zij moeten aan nemen in de strijd tegen „de vijand" jde rooms-katholieke kerk „die zich heeft genesteld temidden van ons boerenvolk". De communisten op het platteland worden gewaarschuwd |voor deze „vijand" op hun hoede te 'zijn. I In de richtlijnen wordt onder meer verklaard: „Het is noodzakelijk de kerk te bestrijden, daar zij onze ge vaarlijkste vijand is". Vrijstelling wegens broederdienst. Inzake vrijstelling wegens broeder- dienst voor de lichting 1950 is een rege ling vastgesteld, waaraan het volgende is ontleend: De vrijstelling wordt verleend aan de ingeschrevene, die ten minste drie broe ders heeft of gehad heeft, die dienen of gediend hebben bij de landmacht, bij de zeemacht of bij de overzeese krijgsmacht. In één van deze gevallen wordt geacht te verkeren de broeder, die vóór 1 No vember 1949: a. ten minste 30 dagen in werkelijke dienst is geweest, of b ten gevolge van één na 31 December 1945 verleend uitstel van eerste oefening nog niet of nog geen 30 dagen in werke lijke dienst is geweest, of c in het genot van militair pensioen is gesteld, of d gedurende zijn verblijf in werkelijke dienst is overleden. Als broederdienst blijft buiten aanmer king: a dienst als vrijwilliger bij de na tionale reserve: b dienst als vrijwilliger bij de reserve grensbewaking. Aanvragen moeten worden ingediend bij de burgemeester van de gemeente, voor welke de betrokkene voor de dienstplicht is ingeschreven, en wel vóór 15 Augustus 1949. Ontstaat het recht eerst na 14 Augustus, dan moet de aanvraag binnen veertien dagen na het ontstaan worden gedaan. ving van oude tradities zal evenmin bevredigen. Stedebouw is 'n tere en moeilijke ma terie, zeer zeker in 'n stad als M'burg, waar juist het centrum, dat volle dig verwoest is. zich geheel en al aan de veelal 18e eeuwse bebouwing en haar prachtige monumenten zal moe ten aanpassen. Laten we hopen dat men de goede weg is ingeslagen! Nieuwe vormen: Een restaurant voor dc binnenstad. ste PUFFEN De bakker puft en de melkboer puft en de slager puft en de belasting-in specteur puft. De badknechten aan de Zeeuwse stranden staan te hijgen, als- af zij stoommachines zijn, de journa listen vallen boven hun haperende schrijfmachines in slaap, de onderwij zers staan voor de klas en hebben heimwee naar de koele zee. Kortom: de mens toont zich weer eens onge looflijk ontevreden en verwenst de zon, waarnaar hij maanden heeft ge hunkerd, waarom hij heeft gesoebat. De fietsende vacantiegangers kunnen hun pedalen niet rond krijgen, de in kostbare auto's rondkarrende toeris ten schreeuwen om koelte. De mens heid puft en wist zich met vele zak doeken ontelbare malen per dag het glanzende voorhoofd af. Maar ik zeg: Laat de zon maar schijnen! Een keer stevig transpireren is wel goed. Het slechte vocht, waarvan je 's winters ziek zou wor den, verdwijnt er door, zeiden onze voorouders al. En kijk naar de kinderen. Die er nog geen erg in hebben dat het warm is omdat ze nog te klein zijn en die verschroeide armen veel prettiger verdragen dan volwassenen, omdat ze immers telkens weer iets nieuws aan schouwen en beleven, als ze drie, vier jaar zijn. En kijk naar het graan. Het dorst niet naar water. Het staat te rijpen. Het wordt van stralend groen, goud geel, Het geniet van de zon. Het ge niet van de zomer. En het denkt niet aan puffen. Wees als de kinderen! Wees als het graan! En puur aan levensvreugde uit de hitte, wat ook daaruit Is te purcnl Ze hadden nje al ge- waarschuwd toen ik het brave koele vaderland verliet en het is prompt ;jc uitgekomen: ,,'s zomers kan het in New-York heet zijn, nee-maar zo heet En nu zit ik zonder boord en uitzonderlijk primitief van kleding aan mijn schrijftafel, wat on- getwijfeld, aan de toch reeds door de tand des tijds weggeknabbelde aesthetiek des manne- lijken schoons, grote af- Dx'euk doet. Een man zonder boord- je schijnt iets hulpeloos "t en belachelijks te hebben, maar een man met een wegsmeltende boord is bepaald onsympathiek. X Dan maar liever bela- chelijk tussen de veilige gloeiende wanden der kamer-intimiteit, want ik moet u toch vertellen van deze, voor kenners van deze stad overigens zeer alledaagse New-Yorkse ontdekking: de laaiende hitte, die maar niet af- laat en die zelfs op deze koelste plek van Manhat- tan de straat aan de brede Hudson 's avonds even zwaar en dik en vochtig is als over- dag, wanneer de onbarm- hartige zon hoog aan de gloeiende hemel staat. Zodat je hier vanzelf de man, dat machtige, we- reldbestierende verschijn sel. op z'n hulpeloost en jji zieligst ziet rondlopen: in een onderhemmetje met blote armpjes. Bij ons zou je zo niet mogen rondlopen en he- lemaal aangepast ben ik nog niet. Ik heb tenmins- te m'n overhemd nog aan, f wanneer ik mij op straat waag om naai* de kapper fc te gaan. Dat is met je fc Hollandse mentaliteit al een soort oer-woud-avon- tuur, waaraan je in ij; Utrecht niet zoudt mogen denken. Want stel je voor dat je in je over- hemd door de Nobelstraat zoudt wandelen en de fc burgemeester of de presi- (6) dent van de rechtbank zou tegenkomen. Dat zou een griezelige degradatie van de eerbare burger in je betekenen. Maar de kapper ont vangt mij, met uw per missie, bijna naakt en er zit een meneer te wach ten in een wonderlijk- luchtige kledij die aan 'n ijshoorntje likt. Hij is professor aan de Colum- bia-Universiteit en in Utrecht zou de hele se naat eraan te pas komen, denkt u niet? Het is heet. vochtig heet in deze toch al zo koortsachtige stad, die DOOR Mr. E. EL!AS heet. BLIJFT kopen en verkopen, noteren en dic teren, ruilen en handelen spuwen en slepen, dicte ren en opschrijven en 'zwoegen en zweten en dollars ruilen en brood bakken en varkens slach ten en kranten in elkaar zetten en alle andere hon derdduizend dingen doen. die tezamen het nuttige mensenleven vormen, zonder dat dit nut over tuigend-duidelijk tot ui ting komt. Langs mijn ramen rol len onafgebroken, dag en nacht, honderd-duizend automobieltjes voorbij, de gloeiend en kokend en sissend-van-de-brand tus sen haar wolkenkrabbers ligt te sudderen. De ondergrondse trei nen die stampvol zijn van zittende, staande en han gende mensen, zijn broei- kassen-op-wieltjes die zich door de kokende aarde boren, het is net gloeiende haché, hete pap, waaruit warme, kreeftro de hoofden steken. Maar alles BLIJFT rij den, rossen en razen. De reusachtige klomp van steen en mensenvlees, snakkend naar adem in de kleffe vochtigheid van wat in Scheveningen een „stralende zomerdag" autobussen razen door dc zonnebrand, er slaan al maar met kanonschoten autodeurtjes dicht, benzi nedampen blijven zwaar op het gloeiende asfalt zweven en de metropool New-York likt aan room ijs en zuigt de zeven mil- lioen flesjes coca-cola naar binnen, die iedere dag als een zoete, prikke lende stroom van vocht door de kelen pleegt te klokken. Op de hoek van Broad way en Wallstreet, waar als de zon het hoogst en het heetst is over de koopkracht van de we reld wordt beslist da vert de hitte loodrecht uit de koperen hemel op allemaal drukke manne- tjes-met-actetassen. Mid den tussen de geweldige, loodrechte bank-gevaar- ten ligt daar een kleine kerk met een stil kerk hofje, dat tevergeefs zijn vermaning prevelt: „you can't take it with you" je kunt 't toch niet mee nemen, druk mannetje met je hersenpan vol cij fers en breuken. Op Times Square, brand punt van wat de wereld „plezier" noemt, staan de bioscopen, de eabarets.de danstenten, schouder aan schouder in de hitte. Trage dikke rivieren van mensen stromen, als kle verige stroop langs de verleidingen van de we reldstad. Maar in 't mid den staat een granieten kruis, gedenkteken voor in de oorlog gesneuvel den. Juist HIER. Juist op DEZE plaats. Een verma ning tot inkeer: Gedenkt de broosheid van uw ple zier. Gedenkt de vergan kelijkheid en de nutte loosheid van uw haasten en handelen in de hitte. Volle treinen, volle lif ten, volle bars en volle parken. Droogte en roomijs. Dorst en coca cola. Koersen en grafste nen. Danslokalen en wit te ziekenhuizen. Kerken en banken en begraaf plaatsen en zestig-verdie pingen-kantoor. De kap per en de krantenverko per in hun hemmetjes. Vijf moorden, duizend bevallingen, vijfhonderd operaties, drie millioen avondbladen in de sidde rende hitte. Wij eten en sterven en drinken en smachten en kopen en verliezen acht- millioen-voudig. Wereld stad in de hitte. Ergens in de verte, drieduizend mijlen verder, nog geen speldeprikje op de aarde, ligt Schiermonnikoog. Ik denk aan Schiermon nikoog. En de drukke mannetjes van Wallstreet vegen hun voorhoofd af. Nieuwe vormen: Een fraaie garage-autohandel. I:********************************* Voor wetenschappelijk onderzoek van ziekten onder het gewas- (Van onze Haagse redacteur) Naar wij vernemen zal in het na jaar te YY'ageningen een instituut voor wetenschappelijk onderzoek op het gebied van ziekten onder het ge. was worden geopend, waarby vermoe. delijk de gehele afdeling Planten- ziektenkundige Aangelegenheden van de Directie van de Landbouw, die in Den Haag is gevestigd, zal worden ondergebracht. Dit nieuwe instituut zal een plaats krygen naast de reeds lang be staande en aldaar gevestigde Plan. tenziektekundige Dienst. Het beoogde onderzoeekingswerk behoort eigenlijk tot de taak van deze dienst, maar in de loop der ja ren is de ontwikkeling zó geweest, dat de P.D. zich hoe langer hoe meer is gaan beperken tot het uitvoeren van practische maatregelen (rat ten- en coloradokeverbstryding bijv.!), zodat het wetenschappelijke wer.k in het gedrang is gekomen. Het nieuwe instituut zal uiteraard nauw verbonden worden aan de Landbouwhogeschool te Wageningen. Tot directeur zal vermoedelijk wor den benoemd de inspecteur van de landbouw dr. C. J. Briejèr, thans hoofd zowel van de Plantenziekten- kund'ige Dienst te Wageningen als van de afdeling Plantenziektenkun- dige Aangelegenheden. Een aantal phytopathologen en administratieve ambtenaren zal van Den Haag wor den overgeplaatst naar Wageningen, waar zich noe langer hoe meer het wetenschappelijke centrum van de Nederlandse landbouw gaat concen treren. Dr. Briejèr is afkomstig uit Lel- Charles Eyck looft een prijs uit. De schilder Charles Eyck heeft 'n open brief aan de Nederlandse kunst- citici gezonden, waain hij schrijft: „Aangezien het geen usance is, dat schilders zich tegen hun gerich te critiek verzetten, stel ik 4000 beschikbaar aan een Nederlandse schilder, die een beter „Inhuldigings- scbildery" weet te vervaardigen, dan hetgeen door mij op de tentoonstel lingen „Facetten" Gemeente Mu seum Den Haag, werd ten toon ge steld. Deze gelegenheid stel ik voor iederen Nederlander open, ook de critici, mogen meedoen. Het boven genoemde bedrag is 1000 hoger dan de Staat mij uitbetaalde. Het te vervaardigen schilderij moet aan dezelfde voorwaarden voldoen als mij werden voorgelegd. De afme tingen moeten zijn: 3x2 meter, 't schilderij moet 30 December 1949 afgeleverd worden, dit is dezelfde tijdsduur, die ik voor mijn schilderij nodig had. Prospectus met nadere voorwaarden zijn bij mij verkrijg baar. Het bekroonde schilderij blijft eigendom van de Staat, dan vraag ik in ruil het mijne terug." Het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zal, naar het A.N.P. verneemt, geen com mentaar leveren op dit aanbod. Grondige inspectie vóór de oogst gewenst. De Plantenziektekundige Dienst heeft nogmaals grondige inspectie van het aardappelgewas aanbevolen. Dank zij de krachtige bestrijding van de coloradokever in 1948 en de gunstige weersomstandigheden van het vorige seizoen en dit voorjaar, zijn in het Zuiden, Midden en Oosten van ons land nog betrekkelijk weinig larven van de coloradokever waar genomen. In verband echter met 't gedurende de laatste week plaatse- ijk optreden van larven, is net, in dien ae weersomstandigheden hier voor gunstig blijven, te verwachten, dat de besmetting zal toenemen. Wanneer de nodige bestrijdings maatregelen dan achterwege blijven, gaan de ln 1948 bereikte resultaten ongetwijfeld weer teniet. De Plantenziektekundige Dienst wijst er daarom de aardappeltelers met klem op, vóór de oogstwerk- zaamheden beginnen, nogmaals het aardappelgewas aan een grondige inspectie te onderwerpen, en waar een aantasting wondt waargenomen, ook al is deze gering, tot bespuiting of bestuiving over te gaan. Houders van volkstuinen en an dere particulieren wordt eveneens met nadruk aangeraden vóór de va- cantie. hun perceeltjes onder handen te nemen. den, waar hij in 1901 werd geboren. Hij studeerde aldaar, te Amsterdam en te Utrecht en was werkzaam in de suikerindustrie, het bloembollen- bedrijf en de olie-industrie alvorens hij in 1947 tot zijn tegenwoordig» functie geroepen werd. (Nadruk verboden). Haarlem mag zich uitspreken over een wereldregering. Het Legioen van Wereldburgers bezorgt in Haarlem huis aan nuls pamfletten waarin het streven voor de totstandkoming van een wereld regering wordt uiteengezt. Aan het pamflet is een strook bevestigd, waarop alle stemgerech tigde Haarlemmers kunnen schrijven, of zy al dan niet ln 1950 bereid zijn hun stem uit te brengen voor een Wereldregering. Deze proefverkiezing is de eerste van een serie, die in alle grote ste den van ons land zal worden gehou den. In totaal zullen deze proefver kiezingen ongeveer 3 maanden du ren. Het Wereldgebeuren. De Belgische kabinetscrisis Bijna een week nadat de voorzitter der Kamer. Van Cauwelaert, de func tie van „informateur" aanvaardde, is liet nog niet mogelijk, met een rede lijke mate van zekerheid te spreken over de wijze, waarop de Belgische kabinetscrisis kan worden opgelost. Ten dele is dit het gevolg van de zwijgzaamheid, waarin de informateur zich hult. Op zijn persconferenties be perkt hij zich vrijwel tot het noemen van de personen, met wie hij heeft gesproken, en tot het in grote lijnen aangeven van de onderwerpen, die hij heeft bestudeerd. Voor een ander deel wordt die onzekerheid veroorzaakt door de politieke constellatie zelve, die inderdaad buitengewoon moeilijk is. Ten aanzien van de grote vraag stukken waaronder uiteraard de koningskwestie een voorname plaats inneemt hadden de partijen hun programma's vrij scherp opgesteld toen de kiezers naar de stembus wer den geroepen. En thans is het niet ge makkelijk tot een compromis te ko men. Paul van Zeeland, die de vorige week de opdracht tot het vormen van een kabinet moest teruggeven, ver wijt men ter linkerzijde, dat hij te voortvarend was en al te duidelijk liet doorschemeren, dat hij het pro gramma van de C.V.P. wilde gaan uit voeren. met aan het hoofd de oplos sing van de koningskwestie. Het valt niet te ontkennen, dat Van Cauwelaert heel wat voorzichtiger te werk gaat. Hij werkt op een wijze, die men bij de kabinetsformaties der laat ste jaren niet meer kende: de impo sante reeks van personen, met wie hij besprekingen heeft gevoerd, legt daarvan getuigenis af. De Belgische pers. die bij gebrek aan voldoende in lichtingen ook al in het duister tast. ziet daarin over het algemeen de aan wijzing, dat de informateur zoekt naar de grootste gemene deler van 'n werkprogramma, waarover de twee of drie partijen het eens zouden kunnen worden. Van Cauwelaert zelf heeft ge zegd. dat economische, sociale en on derwijskwesties bij zijn onderzoek evenzeer op de voorgrond staan als de koningskwestie. Intussen begint de liberale en socia listische pers enige tekenen van onge duld te tonen: de „Peuple" bijvoor beeld betoogt, dat de moeilijkheden op de internationale handelsmarkt en de werkloosheid in het land een spoedige oplossing der kabinetscrisis nodig ma ken. Overigens neemt de socialistische partij ongetwijfeld jegens de informa teur een welwillender houding aan dan jegens Van Zeeland, blijkens de woorden van haar voorzitter, Buset. die op de laatste vergadering van de partijraad heeft verklaard, dat, „de ongerustheid wat is verminderd en het er niet meer om te doen is hals over kop een regering te vormen ter uitvoering van het programma der C.V.P. Maar ook Van Cauwelaert moet de koningskwestie bespreken en dat is 't moeilijkste deel van zijn taak. De gis singen omtrent een eventuele „volks raadpleging" blijven voortduren. De katholieken zijn in 't algemeen voor standers van 'n dergelijke volksraad pleging, die dan echter alleen als ad vies aan het parlement zou moeten worden beschouwd en daarom geen (bindende) volksstemming mag he ten. In elk geval zou een volksraad pleging, als zij zou worden gehouden, niet voor einae November kunnen ge schieden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1949 | | pagina 3