Naar een nieuwe architectuur
in Middelburg?
Architecten zoeken andere wegen
Zeeuwse Almanak
ramra
LANDBOUWHOGESCHOOL KRIJGT
NIEUW INSTITUUT
Wie kan een beter
kroningsschilderij maken?
Let op de Colorado-kever!
DONDERDAG 14 JULI 1949
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
DE HERBOUW VAN DE STADSKERN.
(Van een bijzondere medewerker)
Nu er na practisch vele jaren van stilstand weer leven te bespeuren valt
in de binnenstad van Middelburg, d w.z. dat er met de herbouw van eni.
ge particuliere zakenpanden is begon nen, ryst vanzelfsprekend de vraag,
lioe de architectuur van deze panden dan wel zal worden.
Er is reeds veel over de herbouw van Middelburg gesproken en ge
schreven, in 't bijzonder wat de architectuur van de zakenpanden betreft
en dit zal voorlopig wel zo blüven. Dit neemt niet weg, dat wij ons als
Zeeuwen en als Middelburgers in 't bijzonder afvragen, wat er thans met
de herbouw van de stad gaat geschie den. Wordt er in dezelfde geest als in
de jaren 19401942 doorgewerkt, of komt er verandering in?
Voorlopig zal het echter wel niet
doenlijk zijn om over de architectuur
van de thans aangevangen herbouw
van de stadskern een definitief oor
deel uit te spreken.
Enerzijds wordt daar veel te weinig
voor gebouwd, anderzijds komen
thans projecten tot uitvoering die tij
dens de bezetting reeds voor uitvoe
ring gereed lagen.
Wat dit eerste punt betreft kan op
gemerkt worden, dat één zwaluw nog
geen lente maakt en dat dus de en
kele panden, die momenteel in aan
bouw zijn, slechts in uiterst geringe
mate aan de herbouw van de stads
kern deel hebben.
Het tweede punt spreekt eigenlijk
voor zichzelf, want een ieder zal kun
nen begrijpen dat het in vele geval
len uitgesloten moet worden geacht
om de gedupeerden thans hun plan
nen, die in de jaren van bezetting
reeds kant en klaar waren, ja zelfs
somtijds aanbesteed waren, op eigen
kosten opnieuw te doen wijzigen.
De plaatselijke strijd, die in 't bij
zonder wat de zakenpanden betreft
Nogmaals: de oude stijl.
gevoerd is, ligt ons nog vers in 't ge
heugen. Vooral het punt etalages met
de practisch van overheidswege voor
geschreven roede-verdeling en het
maken van portieken stond, overigens
zeer begrijpelijk, in 't brandpunt der
belangstelling van de Middelburgse
zakenlieden.
Wat toch is van meer belang voor
de winkeldoende middenstand, dan
dat hij over die etalages de beschik
king krijgt die de mensenstroom in
groten getale tot zich trekt, inplaats
van afstoot! Vooral bij het heden
daagse jachtende publiek is dit van
enorm belang. En deze etalages vor
men nu eenmaal een integrerend deel
van de architectuur der zakenpanden.
Behalve de goed verstaanbare be
zwaren van de winkeldoende winkel
stand inzake de etalages c.a., werden
ook van andere zijde bezwaren geuit
betreffende de architectuur van de
herbouw in z'n geheel. Er zou nml.
teveel worden teruggegrepen naar
andere vormgeving en motieven, alzo
een z.g. archaïserende herbouw
En inderdaad is veelal uit de reeds
tot stand gekomen bouwwerken te
Nieuwe vormen: Een winkelpand,
dat weldra verrijzen zal.
zien dat men getracht heeft het oude
karakter de sfeer van Middelburg van
voor de oorlog te evenaren, zoal niet
te bewaren, iets wat op zich zelf be
schouwd te respecteren valt. Toch
kan de tijd met zich brengen, dat het
beter is met deze zienswijze te bre
ken. Dit klemt temeer daar met de
hedendaagse ten dienste staande mid
delen, die op zichzelf al een soberder
bouwwijze van voorheen voorschrij
ven, het niet mogelijk zal zijn. uit
zonderingen daargelaten, de schoon
heid der 18e eeuwse bouwwerken te
evenaren. Hoge aannemingsommen in
verhouding tot de door het Rijk toe
gestane bouwkosten, beperking v.h.
aantal kubieke meters per bouwlaag
zijn evenzo factoren, waarmede men
bij de bouw rekening moet houden en
die de gedupeerden een zeer sobere
bouwwijze opleggen.
Ook zou men de stelling kunnen
poneren, dat afgezien van de materi
ele nood van deze tijd, het niet juist
is van Middelburg een stad voor ar
cheologen te maken. Het zal een le
vende, bruisende stad dienen te wor
den. Het is onjuist om te trachten de
geest van vroeger kunstmatig te doen
herleven. Andere tijden, andere ze
den, alzo een andere geest en dus
ook een andere architectuur.
We zullen ons echter wachten om
thans reeds een oordeel uit te spre
ken in hoeverre het juist is dat er
schien beter gezegd archaïserende
met een zekere traditionele of mis-
bouwwijze gebroken wordt. Ook dit
zal de tijd dienen te leren.
Wel willen we opmerken, dat ge-
Oude stijl: Kleine étalages.
zien de ontwerpen van plannen, die
wij hierbij publiceren er op zekere
punten zeer zeker een verwijdering
is opgetreden van de archaïserende
bouw, zoals deze tot nog toe in de
meeste gevallen plaats vond.
Zonder te kort te doen aan onge
twijfeld ook het goede wat reeds tot
stand werd gebracht, in n tijd waar
in de geestelijke zowel als de mate
riële nood groot was, valt er in deze
ontwerpen een frisse geest waar te
nemen. Een geest, die er toe leiden
kan. dat er straks een aantrekkelijk
stratenplan verkregen wordt, een
geest die moed geeft.
Wanneer over enige jaren, naar
we hopen, de stadskern weer volge
bouwd zal zijn. zal het verschil met
de over het algemeen archaïserende
bouw, aangenomen dat vele plannen
zich in bovengenoemde geest zullen
ontwikkelen, goed te constateren zijn.
Trouwens een stadsbeeld zonder
variaties en slechts in starre nale-
Het conflict tussen kerk en staat
in Tsjecho-Slowakije.
Door de Tsjechoslowaakse commu
nistische partij zijn richtlijnen uitge
geven, bestemd voor partij-functiona
rissen, waarin hen wordt medege
deeld welke houding zij moeten aan
nemen in de strijd tegen „de vijand"
jde rooms-katholieke kerk „die
zich heeft genesteld temidden van
ons boerenvolk". De communisten op
het platteland worden gewaarschuwd
|voor deze „vijand" op hun hoede te
'zijn.
I In de richtlijnen wordt onder meer
verklaard: „Het is noodzakelijk de
kerk te bestrijden, daar zij onze ge
vaarlijkste vijand is".
Vrijstelling wegens broederdienst.
Inzake vrijstelling wegens broeder-
dienst voor de lichting 1950 is een rege
ling vastgesteld, waaraan het volgende
is ontleend:
De vrijstelling wordt verleend aan de
ingeschrevene, die ten minste drie broe
ders heeft of gehad heeft, die dienen of
gediend hebben bij de landmacht, bij de
zeemacht of bij de overzeese krijgsmacht.
In één van deze gevallen wordt geacht
te verkeren de broeder, die vóór 1 No
vember 1949:
a. ten minste 30 dagen in werkelijke
dienst is geweest, of
b ten gevolge van één na 31 December
1945 verleend uitstel van eerste oefening
nog niet of nog geen 30 dagen in werke
lijke dienst is geweest, of
c in het genot van militair pensioen is
gesteld, of
d gedurende zijn verblijf in werkelijke
dienst is overleden.
Als broederdienst blijft buiten aanmer
king: a dienst als vrijwilliger bij de na
tionale reserve: b dienst als vrijwilliger
bij de reserve grensbewaking.
Aanvragen moeten worden ingediend
bij de burgemeester van de gemeente,
voor welke de betrokkene voor de
dienstplicht is ingeschreven, en wel vóór
15 Augustus 1949. Ontstaat het recht eerst
na 14 Augustus, dan moet de aanvraag
binnen veertien dagen na het ontstaan
worden gedaan.
ving van oude tradities zal evenmin
bevredigen.
Stedebouw is 'n tere en moeilijke ma
terie, zeer zeker in 'n stad als M'burg,
waar juist het centrum, dat volle
dig verwoest is. zich geheel en al aan
de veelal 18e eeuwse bebouwing en
haar prachtige monumenten zal moe
ten aanpassen.
Laten we hopen dat men de goede
weg is ingeslagen!
Nieuwe vormen: Een restaurant voor dc binnenstad.
ste
PUFFEN
De bakker puft en de melkboer puft
en de slager puft en de belasting-in
specteur puft. De badknechten aan de
Zeeuwse stranden staan te hijgen, als-
af zij stoommachines zijn, de journa
listen vallen boven hun haperende
schrijfmachines in slaap, de onderwij
zers staan voor de klas en hebben
heimwee naar de koele zee. Kortom:
de mens toont zich weer eens onge
looflijk ontevreden en verwenst de
zon, waarnaar hij maanden heeft ge
hunkerd, waarom hij heeft gesoebat.
De fietsende vacantiegangers kunnen
hun pedalen niet rond krijgen, de in
kostbare auto's rondkarrende toeris
ten schreeuwen om koelte. De mens
heid puft en wist zich met vele zak
doeken ontelbare malen per dag het
glanzende voorhoofd af.
Maar ik zeg: Laat de zon maar
schijnen! Een keer stevig transpireren
is wel goed. Het slechte vocht,
waarvan je 's winters ziek zou wor
den, verdwijnt er door, zeiden onze
voorouders al.
En kijk naar de kinderen. Die er
nog geen erg in hebben dat het warm
is omdat ze nog te klein zijn en die
verschroeide armen veel prettiger
verdragen dan volwassenen, omdat ze
immers telkens weer iets nieuws aan
schouwen en beleven, als ze drie, vier
jaar zijn.
En kijk naar het graan. Het dorst
niet naar water. Het staat te rijpen.
Het wordt van stralend groen, goud
geel, Het geniet van de zon. Het ge
niet van de zomer. En het denkt niet
aan puffen.
Wees als de kinderen! Wees als het
graan! En puur aan levensvreugde uit
de hitte, wat ook daaruit Is te purcnl
Ze hadden nje al ge-
waarschuwd toen ik het
brave koele vaderland
verliet en het is prompt
;jc uitgekomen: ,,'s zomers
kan het in New-York
heet zijn, nee-maar zo
heet
En nu zit ik zonder
boord en uitzonderlijk
primitief van kleding aan
mijn schrijftafel, wat on-
getwijfeld, aan de toch
reeds door de tand des
tijds weggeknabbelde
aesthetiek des manne-
lijken schoons, grote af-
Dx'euk doet.
Een man zonder boord-
je schijnt iets hulpeloos
"t en belachelijks te hebben,
maar een man met een
wegsmeltende boord is
bepaald onsympathiek.
X Dan maar liever bela-
chelijk tussen de veilige
gloeiende wanden der
kamer-intimiteit, want ik
moet u toch vertellen van
deze, voor kenners van
deze stad overigens zeer
alledaagse New-Yorkse
ontdekking: de laaiende
hitte, die maar niet af-
laat en die zelfs op deze
koelste plek van Manhat-
tan de straat aan de
brede Hudson 's
avonds even zwaar en
dik en vochtig is als over-
dag, wanneer de onbarm-
hartige zon hoog aan de
gloeiende hemel staat.
Zodat je hier vanzelf de
man, dat machtige, we-
reldbestierende verschijn
sel. op z'n hulpeloost en
jji zieligst ziet rondlopen: in
een onderhemmetje met
blote armpjes.
Bij ons zou je zo niet
mogen rondlopen en he-
lemaal aangepast ben ik
nog niet. Ik heb tenmins-
te m'n overhemd nog aan,
f wanneer ik mij op straat
waag om naai* de kapper
fc te gaan. Dat is met je
fc Hollandse mentaliteit al
een soort oer-woud-avon-
tuur, waaraan je in
ij; Utrecht niet zoudt mogen
denken. Want stel je
voor dat je in je over-
hemd door de Nobelstraat
zoudt wandelen en de
fc burgemeester of de presi-
(6)
dent van de rechtbank
zou tegenkomen. Dat zou
een griezelige degradatie
van de eerbare burger in
je betekenen.
Maar de kapper ont
vangt mij, met uw per
missie, bijna naakt en er
zit een meneer te wach
ten in een wonderlijk-
luchtige kledij die aan 'n
ijshoorntje likt. Hij is
professor aan de Colum-
bia-Universiteit en in
Utrecht zou de hele se
naat eraan te pas komen,
denkt u niet?
Het is heet. vochtig
heet in deze toch al zo
koortsachtige stad, die
DOOR Mr. E. EL!AS
heet. BLIJFT kopen en
verkopen, noteren en dic
teren, ruilen en handelen
spuwen en slepen, dicte
ren en opschrijven en
'zwoegen en zweten en
dollars ruilen en brood
bakken en varkens slach
ten en kranten in elkaar
zetten en alle andere hon
derdduizend dingen doen.
die tezamen het nuttige
mensenleven vormen,
zonder dat dit nut over
tuigend-duidelijk tot ui
ting komt.
Langs mijn ramen rol
len onafgebroken, dag en
nacht, honderd-duizend
automobieltjes voorbij, de
gloeiend en kokend en
sissend-van-de-brand tus
sen haar wolkenkrabbers
ligt te sudderen.
De ondergrondse trei
nen die stampvol zijn van
zittende, staande en han
gende mensen, zijn broei-
kassen-op-wieltjes die
zich door de kokende
aarde boren, het is net
gloeiende haché, hete pap,
waaruit warme, kreeftro
de hoofden steken.
Maar alles BLIJFT rij
den, rossen en razen. De
reusachtige klomp van
steen en mensenvlees,
snakkend naar adem in de
kleffe vochtigheid van
wat in Scheveningen een
„stralende zomerdag"
autobussen razen door dc
zonnebrand, er slaan al
maar met kanonschoten
autodeurtjes dicht, benzi
nedampen blijven zwaar
op het gloeiende asfalt
zweven en de metropool
New-York likt aan room
ijs en zuigt de zeven mil-
lioen flesjes coca-cola
naar binnen, die iedere
dag als een zoete, prikke
lende stroom van vocht
door de kelen pleegt te
klokken.
Op de hoek van Broad
way en Wallstreet, waar
als de zon het hoogst
en het heetst is over
de koopkracht van de we
reld wordt beslist da
vert de hitte loodrecht
uit de koperen hemel op
allemaal drukke manne-
tjes-met-actetassen. Mid
den tussen de geweldige,
loodrechte bank-gevaar-
ten ligt daar een kleine
kerk met een stil kerk
hofje, dat tevergeefs zijn
vermaning prevelt: „you
can't take it with you"
je kunt 't toch niet mee
nemen, druk mannetje
met je hersenpan vol cij
fers en breuken.
Op Times Square, brand
punt van wat de wereld
„plezier" noemt, staan de
bioscopen, de eabarets.de
danstenten, schouder aan
schouder in de hitte.
Trage dikke rivieren van
mensen stromen, als kle
verige stroop langs de
verleidingen van de we
reldstad. Maar in 't mid
den staat een granieten
kruis, gedenkteken voor
in de oorlog gesneuvel
den. Juist HIER. Juist op
DEZE plaats. Een verma
ning tot inkeer: Gedenkt
de broosheid van uw ple
zier. Gedenkt de vergan
kelijkheid en de nutte
loosheid van uw haasten
en handelen in de hitte.
Volle treinen, volle lif
ten, volle bars en volle
parken. Droogte en
roomijs. Dorst en coca
cola. Koersen en grafste
nen. Danslokalen en wit
te ziekenhuizen. Kerken
en banken en begraaf
plaatsen en zestig-verdie
pingen-kantoor. De kap
per en de krantenverko
per in hun hemmetjes.
Vijf moorden, duizend
bevallingen, vijfhonderd
operaties, drie millioen
avondbladen in de sidde
rende hitte.
Wij eten en sterven en
drinken en smachten en
kopen en verliezen acht-
millioen-voudig. Wereld
stad in de hitte. Ergens
in de verte, drieduizend
mijlen verder, nog geen
speldeprikje op de aarde,
ligt Schiermonnikoog.
Ik denk aan Schiermon
nikoog.
En de drukke mannetjes
van Wallstreet vegen
hun voorhoofd af.
Nieuwe vormen: Een fraaie garage-autohandel.
I:*********************************
Voor wetenschappelijk onderzoek
van ziekten onder het gewas-
(Van onze Haagse redacteur)
Naar wij vernemen zal in het na
jaar te YY'ageningen een instituut
voor wetenschappelijk onderzoek op
het gebied van ziekten onder het ge.
was worden geopend, waarby vermoe.
delijk de gehele afdeling Planten-
ziektenkundige Aangelegenheden
van de Directie van de Landbouw,
die in Den Haag is gevestigd, zal
worden ondergebracht.
Dit nieuwe instituut zal een plaats
krygen naast de reeds lang be
staande en aldaar gevestigde Plan.
tenziektekundige Dienst.
Het beoogde onderzoeekingswerk
behoort eigenlijk tot de taak van
deze dienst, maar in de loop der ja
ren is de ontwikkeling zó geweest,
dat de P.D. zich hoe langer hoe meer
is gaan beperken tot het uitvoeren
van practische maatregelen (rat
ten- en coloradokeverbstryding
bijv.!), zodat het wetenschappelijke
wer.k in het gedrang is gekomen.
Het nieuwe instituut zal uiteraard
nauw verbonden worden aan de
Landbouwhogeschool te Wageningen.
Tot directeur zal vermoedelijk wor
den benoemd de inspecteur van de
landbouw dr. C. J. Briejèr, thans
hoofd zowel van de Plantenziekten-
kund'ige Dienst te Wageningen als
van de afdeling Plantenziektenkun-
dige Aangelegenheden. Een aantal
phytopathologen en administratieve
ambtenaren zal van Den Haag wor
den overgeplaatst naar Wageningen,
waar zich noe langer hoe meer het
wetenschappelijke centrum van de
Nederlandse landbouw gaat concen
treren.
Dr. Briejèr is afkomstig uit Lel-
Charles Eyck looft een prijs uit.
De schilder Charles Eyck heeft 'n
open brief aan de Nederlandse kunst-
citici gezonden, waain hij schrijft:
„Aangezien het geen usance is,
dat schilders zich tegen hun gerich
te critiek verzetten, stel ik 4000
beschikbaar aan een Nederlandse
schilder, die een beter „Inhuldigings-
scbildery" weet te vervaardigen, dan
hetgeen door mij op de tentoonstel
lingen „Facetten" Gemeente Mu
seum Den Haag, werd ten toon ge
steld. Deze gelegenheid stel ik voor
iederen Nederlander open, ook de
critici, mogen meedoen. Het boven
genoemde bedrag is 1000 hoger
dan de Staat mij uitbetaalde.
Het te vervaardigen schilderij moet
aan dezelfde voorwaarden voldoen
als mij werden voorgelegd. De afme
tingen moeten zijn: 3x2 meter, 't
schilderij moet 30 December 1949
afgeleverd worden, dit is dezelfde
tijdsduur, die ik voor mijn schilderij
nodig had. Prospectus met nadere
voorwaarden zijn bij mij verkrijg
baar. Het bekroonde schilderij blijft
eigendom van de Staat, dan vraag
ik in ruil het mijne terug."
Het ministerie van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen zal,
naar het A.N.P. verneemt, geen com
mentaar leveren op dit aanbod.
Grondige inspectie vóór de oogst
gewenst.
De Plantenziektekundige Dienst
heeft nogmaals grondige inspectie
van het aardappelgewas aanbevolen.
Dank zij de krachtige bestrijding
van de coloradokever in 1948 en de
gunstige weersomstandigheden van
het vorige seizoen en dit voorjaar,
zijn in het Zuiden, Midden en Oosten
van ons land nog betrekkelijk weinig
larven van de coloradokever waar
genomen. In verband echter met 't
gedurende de laatste week plaatse-
ijk optreden van larven, is net, in
dien ae weersomstandigheden hier
voor gunstig blijven, te verwachten,
dat de besmetting zal toenemen.
Wanneer de nodige bestrijdings
maatregelen dan achterwege blijven,
gaan de ln 1948 bereikte resultaten
ongetwijfeld weer teniet.
De Plantenziektekundige Dienst
wijst er daarom de aardappeltelers
met klem op, vóór de oogstwerk-
zaamheden beginnen, nogmaals het
aardappelgewas aan een grondige
inspectie te onderwerpen, en waar
een aantasting wondt waargenomen,
ook al is deze gering, tot bespuiting
of bestuiving over te gaan.
Houders van volkstuinen en an
dere particulieren wordt eveneens
met nadruk aangeraden vóór de va-
cantie. hun perceeltjes onder handen
te nemen.
den, waar hij in 1901 werd geboren.
Hij studeerde aldaar, te Amsterdam
en te Utrecht en was werkzaam in
de suikerindustrie, het bloembollen-
bedrijf en de olie-industrie alvorens
hij in 1947 tot zijn tegenwoordig»
functie geroepen werd.
(Nadruk verboden).
Haarlem mag zich uitspreken
over een wereldregering.
Het Legioen van Wereldburgers
bezorgt in Haarlem huis aan nuls
pamfletten waarin het streven voor
de totstandkoming van een wereld
regering wordt uiteengezt.
Aan het pamflet is een strook
bevestigd, waarop alle stemgerech
tigde Haarlemmers kunnen schrijven,
of zy al dan niet ln 1950 bereid zijn
hun stem uit te brengen voor een
Wereldregering.
Deze proefverkiezing is de eerste
van een serie, die in alle grote ste
den van ons land zal worden gehou
den. In totaal zullen deze proefver
kiezingen ongeveer 3 maanden du
ren.
Het Wereldgebeuren.
De Belgische
kabinetscrisis
Bijna een week nadat de voorzitter
der Kamer. Van Cauwelaert, de func
tie van „informateur" aanvaardde, is
liet nog niet mogelijk, met een rede
lijke mate van zekerheid te spreken
over de wijze, waarop de Belgische
kabinetscrisis kan worden opgelost.
Ten dele is dit het gevolg van de
zwijgzaamheid, waarin de informateur
zich hult. Op zijn persconferenties be
perkt hij zich vrijwel tot het noemen
van de personen, met wie hij heeft
gesproken, en tot het in grote lijnen
aangeven van de onderwerpen, die hij
heeft bestudeerd. Voor een ander deel
wordt die onzekerheid veroorzaakt
door de politieke constellatie zelve,
die inderdaad buitengewoon moeilijk
is.
Ten aanzien van de grote vraag
stukken waaronder uiteraard de
koningskwestie een voorname plaats
inneemt hadden de partijen hun
programma's vrij scherp opgesteld
toen de kiezers naar de stembus wer
den geroepen. En thans is het niet ge
makkelijk tot een compromis te ko
men. Paul van Zeeland, die de vorige
week de opdracht tot het vormen van
een kabinet moest teruggeven, ver
wijt men ter linkerzijde, dat hij te
voortvarend was en al te duidelijk
liet doorschemeren, dat hij het pro
gramma van de C.V.P. wilde gaan uit
voeren. met aan het hoofd de oplos
sing van de koningskwestie.
Het valt niet te ontkennen, dat Van
Cauwelaert heel wat voorzichtiger te
werk gaat. Hij werkt op een wijze, die
men bij de kabinetsformaties der laat
ste jaren niet meer kende: de impo
sante reeks van personen, met wie hij
besprekingen heeft gevoerd, legt
daarvan getuigenis af. De Belgische
pers. die bij gebrek aan voldoende in
lichtingen ook al in het duister tast.
ziet daarin over het algemeen de aan
wijzing, dat de informateur zoekt
naar de grootste gemene deler van 'n
werkprogramma, waarover de twee of
drie partijen het eens zouden kunnen
worden. Van Cauwelaert zelf heeft ge
zegd. dat economische, sociale en on
derwijskwesties bij zijn onderzoek
evenzeer op de voorgrond staan als
de koningskwestie.
Intussen begint de liberale en socia
listische pers enige tekenen van onge
duld te tonen: de „Peuple" bijvoor
beeld betoogt, dat de moeilijkheden op
de internationale handelsmarkt en de
werkloosheid in het land een spoedige
oplossing der kabinetscrisis nodig ma
ken. Overigens neemt de socialistische
partij ongetwijfeld jegens de informa
teur een welwillender houding aan
dan jegens Van Zeeland, blijkens de
woorden van haar voorzitter, Buset.
die op de laatste vergadering van de
partijraad heeft verklaard, dat, „de
ongerustheid wat is verminderd en
het er niet meer om te doen is hals
over kop een regering te vormen ter
uitvoering van het programma der
C.V.P.
Maar ook Van Cauwelaert moet de
koningskwestie bespreken en dat is 't
moeilijkste deel van zijn taak. De gis
singen omtrent een eventuele „volks
raadpleging" blijven voortduren. De
katholieken zijn in 't algemeen voor
standers van 'n dergelijke volksraad
pleging, die dan echter alleen als ad
vies aan het parlement zou moeten
worden beschouwd en daarom geen
(bindende) volksstemming mag he
ten. In elk geval zou een volksraad
pleging, als zij zou worden gehouden,
niet voor einae November kunnen ge
schieden.