Engelands vierjarenplan, grootse strijd tegen inflatie Economische samenwerking met overig Europa komt in het gedrang SPERWER.OF TORENVALK 4 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT WOENSDAG 15 JUNI 1949 (Van onze reizende redacteur) LONDEN, Juni Is het Engeland ernst met zijn streven naar een Ver enigd Europa? Ziedaar een der belagrgkste vragen, waarop ik tracht in en buiten Londen tijdens mijn veertiendaagse reis het antwoord te vinden. Zo wel mijn reisgenoten als ik leggen de vraag voor aan tal van mensen, van eenvoudige arbeiders tot leden van het parlement en de regering. Een der leden van het Kabinet verklaart onomwonden, dat daaraan niet getwijfeld behoeft te worden. En tal van parlementsleden blijken ijverig te streven naar ccn hechte en sterke eenheid van de Oude Wereld, leden zowel uit de Labour als van de Conservatieven. Ook onder ambtenaren is de gedachte levendig. Zij is het minder onder de categorie der imperialisten, die even hunkerend als vruchteloos blijven omzien naar het glorierijk verleden. De arbeidersbevolking maakt er zich niet druk om. De enige plaats, waar de gedach- tensfecr min of meer anti-Europees blijkt te zijn, is H.M. Treasury, het ministerie van financiën. Dat moet hier wel even gesignaleerd worden. Weliswaar is dat niet de plaats, waar de buitenlandse politiek gemaakt of geleid wordt, maar de begrotingspo- litiek weerspiegelt nu eenmaal de al gemene gedragslijn van het gehele Kabinet. Als wij dan ook op het mi nisterie een gesprek hebben met de heer H. J. Bewg. hoofd van de over zeese afdeling 'van de Economische Voorlichtingsdienst, grijp ik de gele genheid aan deze officiële woordvoer der de vraag op de man af voor te leggen Wat weegt voor u het zwaarst, aldus mijn vraag, het sluitend maken van de begroting of de samenwerking tussen dc landen van Europa onder ling? Die samenwerkingzegt hy aarzelend, die samenwerking is ehook wel van belang. Zy is voor hem dus een zaak van de tweede orde. Dat was al gebleken in de O.E.E.C., de organisatie voor Europese economische samenwerking, waar de economische politiek van Engeland stormen van verontwaar diging had veroorzaakt. Ik laat in het midden of deze ambtenaar iets anders had kunnen of moeten zeg- Sen. maar het feit blgft, dat het emd nog steeds nader is dan de rok. En dat het Verenigd Europa een spelletje biyft zolang deze gedrags lijn niet verandert, alle schone reso luties ten spyt. Natuurlijk, de man, die verant- woordeiyk is voor Engelands schat kist, heeft het heel moeilijk. Hg heeft de minst-bcngdenswaardige baan in West-Europa. Van hem wordt het on- mogeiyke verlangd. En toch maakt hij vorderingen, dank zg de gedisci plineerde medewerking van het volk. dat zgn soberheidspolïtiek zonder al to veel morren .aanvaardt. soberheidspolïtiek. Tegen het einde van 1946. zo ver telt de heer Bewg, dus 18 maanden na het einde der vgandelijkheden. had de voortbrenging van het land het peil van 1938 al weer bereikt. Ook de uitvoer was toen al weer op hetzelfde peil. ofschoon die twee jaar tevoren tot een-derde was ingezakt. Toen kwam de crisis van 1947; een gang-van-zaken gelijk aan die bij ons derhalve, maar met grotere cijfers. Daarbg komt dan nog. dat ten ge volge van een algemene schaarste aan hard geld geen enkel land buiten hot dollargcbied met dollars kon be talen terwijl ook Engeland voor zgn invoer juist in grotere mate op Ame rika is aangewezen (46 pet in 1947, 34 pet. In 1938) en de prijzen van voedsel en grondstoffen zijn biyven stygen. De ingevoerde goederen kos ten 3 maal zoveel, de uitgevoerde leveren 2M maal zoveel op; een on gunstige verhouding dus. In 1947 was de uitvoer 9 pet ho. gcr dan in 1938 de invoer 22 pet. lager. Niettemin was er dat jaar nog een groot tekort, dat met leningen moest worden aangevuld. Er volgden drastische maatregelen van boven af, te weten: beperking van de invoer tot bene den die van 1938, vooral uit de dol- largebieden; opvoering van de uitvoer zo snel en zo hoog mogeiyk, vooral naar de dollargebieden; opvoering dientengevolge van de voortbrenging van uitvoergoederen bouw van nieuwe fabrieken en ma chines. die dollars kunnen verdienen; opvoering van de opbrengst van landbouw en veeteelt om dollars te sparen; beroep op de arbeiders geen loons verhogingen te verlangen; beroep op de ondernemingen geen hogere dividenden uit te keren; indiening van een begroting, die een overschot zou opleveren. En wat is tot dusver het resultaat van dit Vierjarenplan? Dat de uit voer van goederen naar niet-dollar- landen hoger is geworden dan de in voer uit die landen: dat de lonen met slechts 4 en de prijzen met 5 Set. zijn gestegen: dat 90 pet. van e ondernemingen inderdaad geen hoger dividend heeft uitgekeerd. Het doftartekort is niet verdwenen, maar wordt nu door de Marshall-hulp op gevangen. Engeland ontving in het jaar. eindigende tegen het einde van deze maand. 3130 millioen gulden, waarvan 75 pet. als gift en 25 pet. als lening. Het tekort aan dollars op de handelsbalans is verminderd van 10.240 millioen. gulden in 1947 tot 4230 in 1948. Voor 1949 heeft de regering zich tot taak gesteld: de voortbrenging van kolen staal, textiel en landbouwgoederen riog ho ger op te voeren; de uitvoer naar de dollarlanden nog meer uit te breiden; de productiviteit per hoofd of per fabriek te vergroten om de kosten der goederen te doen dalen; de 8trgd tegen inflatie' op dezelfde wyzc voort te zetten als in 1947 en 1948. GEEN SAMENWERKING. Geen zweem dus van samenwer king met het overige Europa, ook niet met de partners van de Weste- ïykc Unie. Invoer beperken en uit voer vergroten is een hoogst eenzij dige maatregel ten eigen bate. Als elk land daarnaar streeft, komt er net niets van terecht, want de in voer van alle landen tezamen is ten slotte gelijk aan de uitvoer van alle landen tezamen. Benelux, heeft menig Amerikaan verklaard, is een lichtend voorbeeld, een goed begin voor de éénwording van W.-Europa. Maar wat komt daar ooit van terecht als het belangrgk- ste land in dit deel van de wereld slechts in verklaringen doch niet in zgn Vierjarenplan daarmee rekening wenst te houden? Allerwege ont staan naar het voorbeeld van Bene lux tolunies, die later economische unies moeten worden en tenslotte moeten samensmelden. Engeland ziet dat al dan niet met welgevallen aan. maar houdt er zich angstvallig buiten. Zal het dan, ook economisch, altijd een eiland blij ven (Nadruk verboden). LEZERS SCHRIJVEN... BESTRATING IN VLISSINGEN. In het nieuwe gedeelte van Vlisslngen is men momenteel bezig met het verbete ren en verleggen van verschillende stra ten. Dit is natuurlijk zeer toe te juichen. De wijze echter waarop dit geschiedt brengt voor personen, die dage lijks de mensen in die straten van brood, melk enz. moeten voorzien, vele moei lijkheden met zich mede. Momenteel is men bezig met de bestra ting van de Mesdaglaan. Irislaan enz. Deze straten zijn voor het verkeer afgesloten. In iedere straat is echter slechts één straatmaker aan het werk, zodat het weken duurt, alvorens een straat weer voor het verkeer opengesteld kan worden. Zou het niet economischer zijn, dat b.v. straat voor straat bewerkt werd. zodat de moeilijkheden dan slechts beperkt blijven tot één straat? Tevens zou hiermede bewerkstelligd worden dat de straat sneller voor het verkeer kan worden opengesteld. Koudekerke. L. BOSSELAAR. De dienst gemeentewerken deelt ons mede. dat er een ernstig tekort is aan straatmakers. Red. P.Z.C.. Bondsvergadering K.A.B. Te Utrecht werd Maandag In alle delen van de provincie Friesland wordt hard gewerkt aan de aanleg van nieuwe spoorlgneu en het graven van kanalen. Voor de spoorlgn LeeuwardenMeppel bouwt men momenteel een spoorbrug. Een overzicht van de werkzaamheden. De haven van Antwerpen in Mei. In ^Ici deden 827 zeeschepen de ha ven van Antwerpen aan. metende 1.849.019 netto register ton, hetgeen 25 schepen cn 18.488 ton meer was dan in April. De Engelsen en de Ne derlanders hadden het voornaamste aandeel in het havenverkeer resp. met 216 schepen <416.479 ton) en 150 schepen (326.215 ton). Hoofdredacteur „Merdeka" in Nederland. Aan boord van de Constellation ..Delft" welke op Schiphol uit Bata via arriveerde, bevond zich o.m. de heer Boerhanoedin Mohamed Diah. hoofdredacteur van het republikeinse dagblad „Merdeka". „3". ben naar Europa gekomen met geen ander doel dan het opnemen van contacten en het inwinnen van informaties, welke voor mijn journalistieke arbeid van nut zijn. Te dien einde wil ik proberen contact op te nemen met leiders van politieke partijen in Nederland, in België. Engeland en Zwitserland wel ke landen ik ook hoop te bezoeken. Voorlopig blijf ik echter in Nederland, in ieder geval tot na de ronde tafel conferentie, zo zei de heer Diah in een personderhoud. Oude Duitse films in Duitsland verboden. Op last van de gecombineerde En gelsAmerikaanse contrólecommissie voor de film, mogen na afloop van dit jaar geen Duitse films van vóór 1945 meer in Duitsland worden ge draaid. Het gevolg zal zijn, dat. ge zien het kleine aantal films dat na die tijd vervaardigd werd, de bio scopen in hoofdzaak buitenlandse films zullen gaan vertonen. De jury, die in overleg met het mi nisterie van onderwijs, kunsten en we tenschappen en de Nederlandsche bios coopbond is samengesteld ter beoorde ling van de door genoemd departement uitgeschreven prijsvraag voor de vervaar diging van korte films, heeft aan de heer Ytzen Brusse de uitgeloofde prijs van f 2000 toegekend voor zijn film „Parle vinkers". een de De .de Bruyn. hield een openingsrede, waar in hij o.m. zeide: „In deze. nog altijd sterk revolutionnaire tgd, moeten andere middelen worden benut dan voorheen om het voornaamste doel van de K.A.B. de culturele en so ciale verheffing van arbeiders en be dienden. te bereiken". Dat thans terzake de publiek rech- terlgke bedrijfsorganisatie een wets ontwerp aanhangig is, stemt in het bgzonder de K.A.B. tot voldoennng. De door de regering ingediende wg- zigingen hebben haar instemming, zo zeide spreker, in het bgzonder die welke betrekking hebben op de tofc standkoming van bedrgfsschappen. Het democratische karakter van het wetsontwerp achtte spreker vol doende duidelgk gewaarborgd De voorzitter van de K.A.B. wees nog op de talrgke klachten over de minimale bestaanspositie van de arbeiders. Prins Bemhard onthulde gedenkplaat. „Een klinkend antwoord op de ar gumenten van sommige theoretici, die menen dat de marine zich slechts zal kunnen bepalen tot een regio nale taak" noemde Z.K.H. Prins Bernhard Maandag de acties van de Nederlandse marine in oorlogstijd, f die -T- zoals hij zeide duidelijk 'hebben aangetoond, dat de marine jniet gebonden is aan bepaalde gebie den, doch overal ter wereld kan ope reren. De "prins onthulde aan boord van Hr. Ms. kanonneerboot „Soemba", die thans tezamen met Hr. Ms. Flo- res" aan de marinewerf te Am sterdam is gemeerd, een gedenkplaat, waarop de „koninldgke vermelding bij dagorder", die aan dit schip en aan de „Flores" werd verleend op 10 November 1948, staat vermeld. Dc adjudant van de Prins, lt. ter zee! Ie klasse, F Steinmetz. onthulde de gedenkplaat op hetzelfde ogenblik op de „Flores". Na de onthulling der gedenkpla ten decoreerde de Prins een vijftal marinemannen, die zich gedurende de oorlogsjaren bij de acties in Indo- nesië hebben onderscheiden. Tijdens de juniorwedstrijden om de Engelse TT op het eiland Man kwam de motorrenner Drinkwater ten val. H(j overleed kort daarna aan de bekomen verwondingen. Kotsji Dzodse. vroeger vice-premier en minister van binnenlandse zaken van Albanië, is Zaterdag te middernacht dooi de kogel terechtgesteld. Ze lijken op eikaar, maar toch zijn er grote verschillen. De boer had ongelijk. „Goeie morrege, meneer! Je ken m'n zeker wel! Eel de waereld ken m'n...! Je maek ommers zo graeg kiekjes van veugeltjes!Mooi wè-èrrik! In noe 'k tan is wat moois voo jeIer dichtebie zit 'n broe-oed jonge veu- gelsin 'n kopbooman d'n dulfskoant't Is 'n kleintje om d'n ouwen bie de jonge te kiekenJe vraeg an d'n boer mar om 'n boere- waegen, zet die an d'n overkant ma neffen d'n duifje kiekkasse d'r De Torenvalk. boven op, in 't gaet as 'n ertje van 'n plankjeover d'n duif eneIk za je 't nist wieze, ma dan mot'r 'n guldentje voo m'n op over kunne schie-ieteDat zk je 'r toch wè voor over oa ..Wat is 't voor 'n vogel?" ,,'n Sperwer, meneer'n pracht van 'n beest.. zo mar in de kop van n kopboom ,,'t Is geen sperwer, vriend.. De man sprong 'n voet van de grond. Dan, de felle, lichtblauwe ogen uitda gend op me gericht, de stekelige snorharen als nijdige tentakels recht vooruit, barstte hij los: „Zo zout 'k 't nog nóóit ëvrete!Zou ik gin sperwer kenne?Ik, die zo oud a 'k bin, nie aanders ëdaan eit as stroa- pe, in jaege. in visse.Bie nacht in ontie?Die oal wat leeft in 't veld, kenn' as m'n broekzak?Ik zou gin sperwer kenne?In zou 'n school meester „En toch is 't geen sperwer, man!" Weer een vloed van beweringen en bezweringen en dan: „Noe, j' even tied, gaet dan is mee. dan kü je 't mit eig' oagen zie-ie „Niet nodig, maar 'n sperwer is 't niet „Heb je," vroeg ik, „de oude vogels goed gezien?" ..Dat zou 'k je versmoute. „Heb je de kleur boven op de vleu gels gezien.... zo mooi roestrood, vooral als de zon er op schijnt....?" „Asjeblieft!wel oonderdmal....!" 1 „En heb je de vogel ook wel ge zien, wapperend boven een bepaald punt, zonder vooruit te komen „O ja, vanöchend nog „Kom dan maar eens mee!" De man volgde me naar het school lokaal, waar ik in een glazen kast en kele opgezette vogels had staan. Le vendig belangstellend in deze materie, liet hij zijn ogen langs het glas gaan. Opeens: „Dae staet 'n!Dae staet 'n!Daer!Daer!Dat is 'n!'k noe geliek of nie „Neen man, gelijk heb je niet!.... Dat is geen sperwer, maar de toren valk! Een sperwer nestelt ook niet in een kopboom!" „Ttttorenvalk De man stond perplex. Zijn opstan digheid, zijn zelfverzekerdheid zakte in. En gedwee murmelde hij: „Ja, as u dat zeit, mö 'k 't wè gloaveIk kan tegen die geleerd-eid nie op ik bin mar 'n lompen boerMar ik 'n toch oaltied voor 'n sperwer anëzie-ïe „Ja, dat begreep ik al dadelijk. Maar troost je, je bent een van de ve len, die hierin dwalen. Een jachtop ziener had 'n nest van een slechtvalk voor me. Een slechtvalk! Stel je voor! Hij had zeker de naam ergens gele zen! 't Bleek natuurlijk de torenvalk te zijn. De sperwer is donkerbruin op de bovenzijde; dc onderzijde is dwarsgeband, terwijl de vlekken en strepen daar in overlangse richting lopen. En dan de opvallend roestrode kleur op de wieken! En het „bidden", zoals men dat noemt. Dat doet geen sperwer; die achtervolgt z'n prooi met duizeliógwekkende snelheid. De to renvalk is 'n grondjager; zijn hoofd- voedsél bestaat uit muizen. En, wat fotograferen betreft, die boerenwagen komedie is toch niet zo eenvoudig, als je denkt. En dan, ik heb al een serie opnamen van de torenvalk, zo dat ik die van jou liever met rust laatBeloof me, dat je de jongen zult laten uitvliegen en een oogje op het nest houdt. Met honderd bij kris en bij kras be loften. hobbelde de-man-die-'t-wist op zijn rammelend vehikel het tuinpad af. Noordgouwe J. V. Afbee'ding H.M. de Koningin in wassenbeelden-kabinet. Binnenenkort zal in het wassen beeldenkabinet van madame Tussaud in Londen een afbeelding van Ko ningin Juliana geplaatst worden. Ber nard Tussaud, een afstammeling van de stichter, is met een van zijn assis tenten door de Koningin ontvangen, bij welke gelegenheid 30 foto's van de Koningin zijn gemaakt, o.a. foto's in kleuren. Van Prinses Wilhelmina bevindt zich reeds een afbeelding in het kabi net. Veel van wat ge in Europa over Amerikanen hoort is niet waar. Maar dat de Amerikanen nogal eens „opscheppers" zijn is wel waar. De zucht naar het record en naar de overtreffende trap krijgt de Amerikaan bij zijn geboorte mee. Hij heeft grote eerbied voor de mooiste, de grootste, de duurste en voor alle ste's die achter alle bij- voegelijke naamwoorden geplaatst kunnen wor den. Die eerbied ont aardt dan nog al eens in jokkebrokkerijen, waar ge u in het begin blauw aan ergert. Maar op den duur wordt dat blauw lief lichtblauw en later onschuldig wit. Het wit der aanvaarding en dei- gewoonte. Zo is er veel dat door de gewoonte zijn kleur en zijn smaak verliest. En wanneer nu een me neer in San Francisco zegt dat zijn baai de grootste baai van de we reld is, dan schenk ik hem de serene verbazing, waarmee hij gelukkig is. Wanneer hij zegt dat zijn stad de schoonste van de wereld is, zeg ik als een beleefde gast: „sure, San Francisco is de mooiste stad van de wereld" en dan gaan mijn glimla chende gedachten naar Amsterdam, naar Middel burg, naar Rome, naar Stockholm. Ik blijf be leefd verbaasd als hij brallend van trots, ver klaart: „de grootste mo len ter wereld", of als hij, wanneer we over de Mar- ketstrect wandelen, heel hard uitroept: „nou lo pen we door de drukste straat op aard". Ach ja, ik ben er aan gewend. De taaie Ameri kaanse biefstuk is de sappigste biefstuk van beide halfronden en de kalkoen, waar alle Ame rikanen hun hoogste cu linaire genoegen in vin den, en die meer naar bordpapier smaakt dan de magerste Hollandse kip,... zeker, 'tuurlijk, Okay John.... die kalkoen is de heerlijkste, geurigste, lek kerste vogel in alle we relddelen.... En zo is het ook met Californië. Niet waar, alle San Francis canen zeggen het: „nee. hier hebt u nooit een winterjas nodig". Maar intussen ben ik heel blij dat ik m'n oude dikke Hollandse jas niet heb weggedaan. Ik kan hem op zo'n koude Januari avond best velen. En u denkt allemaal: Califor nië, da's eeuwige zon uit een eeuwig-blauwe lucht! dat is een paradijs waar de heerlijkste vruchten, de sappigste, geurigste sinaasappelen en manda rijnen aan de bomen han gen, wiegelend op de zoe te zephyr. Ja, kijkt u eens tot 20 Dec. dacht ik dat óók van die zon en die blau we lucht. Maar toen is het regenseizoen begon nen en ik schrijf dit de 20ste Januari. Het heeft die hele maand vrijwel voortdurend geregend uit een loodgrijze hemel en het Is kil en vochtig, en de palmen, die er op een plaatje zo warm en zo DOOR Mr. E. ELIAS tropisch uitzien, staan nu naargeestig te druipen. En die heerlijkste, sap pigste vruchtenNee. ziet u eensdat is óók niet helemaal waar. De sinaasappelen zien er prachtig goudgeel uit, de mandarijntjes, dieporanje met fel groene blaadjes, zijn een schilderijtje, de appels zijn groot en dik en rood en glimmen en glanzen als de wangen van mijn Hollandse buur meisje vroeger; en de aardbeien zijn zó groot; Valt een beetje tegen naar zo'n knapperig bel- lefleurtje, de peren als u niet heel goed op- past dan koopt u ze erg J melig. De radijsjes zijn een tik- keltje voos als ik 't zo j zeggen mag en geeft u mij maar de geurige aardbeien van Beverwijk en Breda, de kersen van de Betuwe, de asperges van Bergen-op-Zoom en LoosduinenX U moogt het niet ver- der vertellen maar in dit vruchtenparadijs eten de meeste mensen inge- blikte vruchten. En in dit groentenparadijs eten we asperges en erwtjes en bonen uit blik, want die zijn onder ons- X veel lekkerder dan de en de peren zien er zo prachtig uit en al die overdadige vruchten kos ten haast niets. Maar moeder natuur heeft zich uitgeleefd aan het uiter lijk der dingen en voor het binnenwerk heeft zij geen kracht en geen in spiratie meer gehad. De mandarijnen en de si naasappelen zijn wel eens droog. De appelen zijn een beetje te zacht om niet te verlangen naar een goudreinet of verse. Wanneer u mij belooft er niet over te zullen spreken, dan wil ik u ook wel vertellen dat Californië voor het groot ste gedeelte eigenlijk geen paradijs is, maar eerlijk gezegd een woes tijn met hier en daar grote vruchtbaar ge maakte stukken. Ik heb hier het mooiste strand van de wereld be zocht en een Scheve- ninger of een Katwijker zou me uitlachen. En in de steilste, rotsachtigste kust van de wereld zou ik geloven als ik niet op de kust van Normandië had gestaan. Waarmee ik heel be scheiden en zach-fluiste- rend zeggen wil dat 't niet allemaal helemaal- precies waar is, wat ze van Californië zeggen. Maar dat er heel veel moois ook is, dat verze ker ik u. Ik heb de zoge naamde Missiontrail. een lange autotocht langs oude kloosters uit de Spaanse tijd, voor een groot deel afgereden. En dat is heel mooi en bij zonder interessant. Bij een klimaat als het onze, is het onmogelijk de kleding naar de ka lender te richten. Momenteel moesten -wij al lang onze winter-garderobe op non-actief hebben gesteld, en in licht fleurig zomergoed zijn gestoken. Daarentegen noopt het slechte weer ons, regenmantels en vesten te dragen. De vrouwen die een bontmantel rijk zijn, vinden deze nog maar een wat geriefelijke dracht. In Engeland is het niet beter met het weer gesteld dan hier en daardoor kon het voorkomen, dat op de laatste shows behalve zo- merjaponnen, ook veel bont werd getoond. Maar weer of geen weer, de vrouw, die „uit" gaat', trekt haar cocktail-japon aan. De foto links boven toont een cocktail-japon van groen satijn met goudmotief. Om de strakke rok valt een losse rok, die van voren open is. Ruiten blijven nog steeds troef in het modebeeld. De zwait met rose geruite jurk (rechts boven) is een zeer geschikte wandeljapon. De zwarte ceintuur, waarvan de uiteinden rechts en links schuin naar beneden vallen, geeft aan dit eenvoudige ja ponnetje een apart cachet. Zeventien jaar is een moeilijke leeftijd; te groot voor servet en te klein voor tafellaken. Een grote strohoed, die achter op het hoofd wordt gedragen (midden boven) is zeer flatteus voor de bak vis. Als zij naar een tuinfeest gaat, kan zij van een bont-pellerine (vooral geen zware bontcape!) over de avondjurk veel plezier hebben. Zelfs aan de peuters wordt op de shows gedacht. Vier miniatuur mannequins stapten de zaal door in bontmantels van hetzelfde maaksel maar van verschillende bontsoortsn. Vele moeders bedachten, dat zij uit haar oude bontmantel best zo'n jasje voor haar dochtertje konden laten maken. De mutsjes van de klei ne mannequins maakten echter een overdadige indruk en konden de meeste moeders niet bekoren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1949 | | pagina 4