Engelands vierjarenplan, grootse
strijd tegen inflatie
Economische samenwerking met
overig Europa komt in het gedrang
SPERWER.OF TORENVALK
4
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
WOENSDAG 15 JUNI 1949
(Van onze reizende redacteur)
LONDEN, Juni Is het Engeland ernst met zijn streven naar een Ver
enigd Europa? Ziedaar een der belagrgkste vragen, waarop ik tracht in en
buiten Londen tijdens mijn veertiendaagse reis het antwoord te vinden. Zo
wel mijn reisgenoten als ik leggen de vraag voor aan tal van mensen, van
eenvoudige arbeiders tot leden van het parlement en de regering. Een der
leden van het Kabinet verklaart onomwonden, dat daaraan niet getwijfeld
behoeft te worden. En tal van parlementsleden blijken ijverig te streven
naar ccn hechte en sterke eenheid van de Oude Wereld, leden zowel uit de
Labour als van de Conservatieven. Ook onder ambtenaren is de gedachte
levendig. Zij is het minder onder de categorie der imperialisten, die even
hunkerend als vruchteloos blijven omzien naar het glorierijk verleden.
De arbeidersbevolking maakt er zich niet druk om.
De enige plaats, waar de gedach-
tensfecr min of meer anti-Europees
blijkt te zijn, is H.M. Treasury, het
ministerie van financiën. Dat moet
hier wel even gesignaleerd worden.
Weliswaar is dat niet de plaats, waar
de buitenlandse politiek gemaakt of
geleid wordt, maar de begrotingspo-
litiek weerspiegelt nu eenmaal de al
gemene gedragslijn van het gehele
Kabinet. Als wij dan ook op het mi
nisterie een gesprek hebben met de
heer H. J. Bewg. hoofd van de over
zeese afdeling 'van de Economische
Voorlichtingsdienst, grijp ik de gele
genheid aan deze officiële woordvoer
der de vraag op de man af voor te
leggen
Wat weegt voor u het zwaarst,
aldus mijn vraag, het sluitend maken
van de begroting of de samenwerking
tussen dc landen van Europa onder
ling?
Die samenwerkingzegt hy
aarzelend, die samenwerking is
ehook wel van belang.
Zy is voor hem dus een zaak van
de tweede orde. Dat was al gebleken
in de O.E.E.C., de organisatie voor
Europese economische samenwerking,
waar de economische politiek van
Engeland stormen van verontwaar
diging had veroorzaakt. Ik laat in
het midden of deze ambtenaar iets
anders had kunnen of moeten zeg-
Sen. maar het feit blgft, dat het
emd nog steeds nader is dan de
rok. En dat het Verenigd Europa een
spelletje biyft zolang deze gedrags
lijn niet verandert, alle schone reso
luties ten spyt.
Natuurlijk, de man, die verant-
woordeiyk is voor Engelands schat
kist, heeft het heel moeilijk. Hg heeft
de minst-bcngdenswaardige baan in
West-Europa. Van hem wordt het on-
mogeiyke verlangd. En toch maakt
hij vorderingen, dank zg de gedisci
plineerde medewerking van het volk.
dat zgn soberheidspolïtiek zonder al
to veel morren .aanvaardt.
soberheidspolïtiek.
Tegen het einde van 1946. zo ver
telt de heer Bewg, dus 18 maanden
na het einde der vgandelijkheden.
had de voortbrenging van het land
het peil van 1938 al weer bereikt.
Ook de uitvoer was toen al weer op
hetzelfde peil. ofschoon die twee jaar
tevoren tot een-derde was ingezakt.
Toen kwam de crisis van 1947; een
gang-van-zaken gelijk aan die bij ons
derhalve, maar met grotere cijfers.
Daarbg komt dan nog. dat ten ge
volge van een algemene schaarste
aan hard geld geen enkel land buiten
hot dollargcbied met dollars kon be
talen terwijl ook Engeland voor zgn
invoer juist in grotere mate op Ame
rika is aangewezen (46 pet in 1947,
34 pet. In 1938) en de prijzen van
voedsel en grondstoffen zijn biyven
stygen. De ingevoerde goederen kos
ten 3 maal zoveel, de uitgevoerde
leveren 2M maal zoveel op; een on
gunstige verhouding dus.
In 1947 was de uitvoer 9 pet ho.
gcr dan in 1938 de invoer 22 pet.
lager. Niettemin was er dat jaar nog
een groot tekort, dat met leningen
moest worden aangevuld. Er volgden
drastische maatregelen van boven af,
te weten:
beperking van de invoer tot bene
den die van 1938, vooral uit de dol-
largebieden;
opvoering van de uitvoer zo snel en
zo hoog mogeiyk, vooral naar de
dollargebieden;
opvoering dientengevolge van de
voortbrenging van uitvoergoederen
bouw van nieuwe fabrieken en ma
chines. die dollars kunnen verdienen;
opvoering van de opbrengst van
landbouw en veeteelt om dollars te
sparen;
beroep op de arbeiders geen loons
verhogingen te verlangen;
beroep op de ondernemingen geen
hogere dividenden uit te keren;
indiening van een begroting, die
een overschot zou opleveren.
En wat is tot dusver het resultaat
van dit Vierjarenplan? Dat de uit
voer van goederen naar niet-dollar-
landen hoger is geworden dan de in
voer uit die landen: dat de lonen
met slechts 4 en de prijzen met 5
Set. zijn gestegen: dat 90 pet. van
e ondernemingen inderdaad geen
hoger dividend heeft uitgekeerd. Het
doftartekort is niet verdwenen, maar
wordt nu door de Marshall-hulp op
gevangen. Engeland ontving in het
jaar. eindigende tegen het einde van
deze maand. 3130 millioen gulden,
waarvan 75 pet. als gift en 25 pet.
als lening. Het tekort aan dollars
op de handelsbalans is verminderd
van 10.240 millioen. gulden in 1947
tot 4230 in 1948. Voor 1949 heeft de
regering zich tot taak gesteld:
de voortbrenging van kolen staal,
textiel en landbouwgoederen riog ho
ger op te voeren;
de uitvoer naar de dollarlanden
nog meer uit te breiden;
de productiviteit per hoofd of per
fabriek te vergroten om de kosten
der goederen te doen dalen;
de 8trgd tegen inflatie' op dezelfde
wyzc voort te zetten als in 1947 en
1948.
GEEN SAMENWERKING.
Geen zweem dus van samenwer
king met het overige Europa, ook
niet met de partners van de Weste-
ïykc Unie. Invoer beperken en uit
voer vergroten is een hoogst eenzij
dige maatregel ten eigen bate. Als
elk land daarnaar streeft, komt er
net niets van terecht, want de in
voer van alle landen tezamen is ten
slotte gelijk aan de uitvoer van alle
landen tezamen.
Benelux, heeft menig Amerikaan
verklaard, is een lichtend voorbeeld,
een goed begin voor de éénwording
van W.-Europa. Maar wat komt daar
ooit van terecht als het belangrgk-
ste land in dit deel van de wereld
slechts in verklaringen doch niet in
zgn Vierjarenplan daarmee rekening
wenst te houden? Allerwege ont
staan naar het voorbeeld van Bene
lux tolunies, die later economische
unies moeten worden en tenslotte
moeten samensmelden.
Engeland ziet dat al dan niet met
welgevallen aan. maar houdt er zich
angstvallig buiten. Zal het dan, ook
economisch, altijd een eiland blij
ven
(Nadruk verboden).
LEZERS SCHRIJVEN...
BESTRATING IN VLISSINGEN.
In het nieuwe gedeelte van Vlisslngen
is men momenteel bezig met het verbete
ren en verleggen van verschillende stra
ten. Dit is natuurlijk zeer toe te juichen.
De wijze echter waarop dit geschiedt
brengt voor personen, die dage
lijks de mensen in die straten van brood,
melk enz. moeten voorzien, vele moei
lijkheden met zich mede.
Momenteel is men bezig met de bestra
ting van de Mesdaglaan. Irislaan
enz. Deze straten zijn voor het verkeer
afgesloten. In iedere straat is echter
slechts één straatmaker aan het werk,
zodat het weken duurt, alvorens een
straat weer voor het verkeer opengesteld
kan worden. Zou het niet economischer
zijn, dat b.v. straat voor straat bewerkt
werd. zodat de moeilijkheden dan slechts
beperkt blijven tot één straat? Tevens
zou hiermede bewerkstelligd worden dat
de straat sneller voor het verkeer kan
worden opengesteld.
Koudekerke. L. BOSSELAAR.
De dienst gemeentewerken deelt ons
mede. dat er een ernstig tekort is aan
straatmakers. Red. P.Z.C..
Bondsvergadering K.A.B.
Te Utrecht werd Maandag
In alle delen van de provincie Friesland wordt hard gewerkt aan de
aanleg van nieuwe spoorlgneu en het graven van kanalen. Voor de
spoorlgn LeeuwardenMeppel bouwt men momenteel een spoorbrug.
Een overzicht van de werkzaamheden.
De haven van Antwerpen in Mei.
In ^Ici deden 827 zeeschepen de ha
ven van Antwerpen aan. metende
1.849.019 netto register ton, hetgeen
25 schepen cn 18.488 ton meer was
dan in April. De Engelsen en de Ne
derlanders hadden het voornaamste
aandeel in het havenverkeer resp.
met 216 schepen <416.479 ton) en 150
schepen (326.215 ton).
Hoofdredacteur „Merdeka"
in Nederland.
Aan boord van de Constellation
..Delft" welke op Schiphol uit Bata
via arriveerde, bevond zich o.m. de
heer Boerhanoedin Mohamed Diah.
hoofdredacteur van het republikeinse
dagblad „Merdeka". „3". ben naar
Europa gekomen met geen ander doel
dan het opnemen van contacten en het
inwinnen van informaties, welke voor
mijn journalistieke arbeid van nut
zijn. Te dien einde wil ik proberen
contact op te nemen met leiders van
politieke partijen in Nederland, in
België. Engeland en Zwitserland wel
ke landen ik ook hoop te bezoeken.
Voorlopig blijf ik echter in Nederland,
in ieder geval tot na de ronde tafel
conferentie, zo zei de heer Diah in een
personderhoud.
Oude Duitse films in Duitsland
verboden.
Op last van de gecombineerde En
gelsAmerikaanse contrólecommissie
voor de film, mogen na afloop van
dit jaar geen Duitse films van vóór
1945 meer in Duitsland worden ge
draaid. Het gevolg zal zijn, dat. ge
zien het kleine aantal films dat na
die tijd vervaardigd werd, de bio
scopen in hoofdzaak buitenlandse
films zullen gaan vertonen.
De jury, die in overleg met het mi
nisterie van onderwijs, kunsten en we
tenschappen en de Nederlandsche bios
coopbond is samengesteld ter beoorde
ling van de door genoemd departement
uitgeschreven prijsvraag voor de vervaar
diging van korte films, heeft aan de heer
Ytzen Brusse de uitgeloofde prijs van
f 2000 toegekend voor zijn film „Parle
vinkers".
een
de
De
.de
Bruyn. hield een openingsrede, waar
in hij o.m. zeide: „In deze. nog altijd
sterk revolutionnaire tgd, moeten
andere middelen worden benut dan
voorheen om het voornaamste doel
van de K.A.B. de culturele en so
ciale verheffing van arbeiders en be
dienden. te bereiken".
Dat thans terzake de publiek rech-
terlgke bedrijfsorganisatie een wets
ontwerp aanhangig is, stemt in het
bgzonder de K.A.B. tot voldoennng.
De door de regering ingediende wg-
zigingen hebben haar instemming,
zo zeide spreker, in het bgzonder die
welke betrekking hebben op de tofc
standkoming van bedrgfsschappen.
Het democratische karakter van het
wetsontwerp achtte spreker vol
doende duidelgk gewaarborgd
De voorzitter van de K.A.B. wees
nog op de talrgke klachten over de
minimale bestaanspositie van de
arbeiders.
Prins Bemhard onthulde
gedenkplaat.
„Een klinkend antwoord op de ar
gumenten van sommige theoretici,
die menen dat de marine zich slechts
zal kunnen bepalen tot een regio
nale taak" noemde Z.K.H. Prins
Bernhard Maandag de acties van de
Nederlandse marine in oorlogstijd,
f die -T- zoals hij zeide duidelijk
'hebben aangetoond, dat de marine
jniet gebonden is aan bepaalde gebie
den, doch overal ter wereld kan ope
reren.
De "prins onthulde aan boord van
Hr. Ms. kanonneerboot „Soemba",
die thans tezamen met Hr. Ms. Flo-
res" aan de marinewerf te Am
sterdam is gemeerd, een gedenkplaat,
waarop de „koninldgke vermelding
bij dagorder", die aan dit schip en
aan de „Flores" werd verleend op
10 November 1948, staat vermeld. Dc
adjudant van de Prins, lt. ter zee!
Ie klasse, F Steinmetz. onthulde de
gedenkplaat op hetzelfde ogenblik
op de „Flores".
Na de onthulling der gedenkpla
ten decoreerde de Prins een vijftal
marinemannen, die zich gedurende
de oorlogsjaren bij de acties in Indo-
nesië hebben onderscheiden.
Tijdens de juniorwedstrijden om de
Engelse TT op het eiland Man kwam de
motorrenner Drinkwater ten val. H(j
overleed kort daarna aan de bekomen
verwondingen.
Kotsji Dzodse. vroeger vice-premier
en minister van binnenlandse zaken van
Albanië, is Zaterdag te middernacht dooi
de kogel terechtgesteld.
Ze lijken op eikaar, maar toch zijn er grote verschillen.
De boer had ongelijk.
„Goeie morrege, meneer! Je ken m'n
zeker wel! Eel de waereld ken m'n...!
Je maek ommers zo graeg kiekjes van
veugeltjes!Mooi wè-èrrik! In noe
'k tan is wat moois voo jeIer
dichtebie zit 'n broe-oed jonge veu-
gelsin 'n kopbooman d'n
dulfskoant't Is 'n kleintje om d'n
ouwen bie de jonge te kiekenJe
vraeg an d'n boer mar om 'n boere-
waegen, zet die an d'n overkant ma
neffen d'n duifje kiekkasse d'r
De Torenvalk.
boven op, in 't gaet as 'n ertje van 'n
plankjeover d'n duif eneIk
za je 't nist wieze, ma dan mot'r 'n
guldentje voo m'n op over kunne
schie-ieteDat zk je 'r toch wè
voor over oa
..Wat is 't voor 'n vogel?"
,,'n Sperwer, meneer'n pracht
van 'n beest.. zo mar in de kop van
n kopboom
,,'t Is geen sperwer, vriend..
De man sprong 'n voet van de grond.
Dan, de felle, lichtblauwe ogen uitda
gend op me gericht, de stekelige
snorharen als nijdige tentakels recht
vooruit, barstte hij los: „Zo zout 'k
't nog nóóit ëvrete!Zou ik gin
sperwer kenne?Ik, die zo oud a
'k bin, nie aanders ëdaan eit as stroa-
pe, in jaege. in visse.Bie nacht in
ontie?Die oal wat leeft in 't veld,
kenn' as m'n broekzak?Ik zou gin
sperwer kenne?In zou 'n school
meester
„En toch is 't geen sperwer, man!"
Weer een vloed van beweringen en
bezweringen en dan: „Noe, j' even
tied, gaet dan is mee. dan kü je 't mit
eig' oagen zie-ie
„Niet nodig, maar 'n sperwer is 't
niet
„Heb je," vroeg ik, „de oude vogels
goed gezien?"
..Dat zou 'k je versmoute.
„Heb je de kleur boven op de vleu
gels gezien.... zo mooi roestrood,
vooral als de zon er op schijnt....?"
„Asjeblieft!wel oonderdmal....!" 1
„En heb je de vogel ook wel ge
zien, wapperend boven een bepaald
punt, zonder vooruit te komen
„O ja, vanöchend nog
„Kom dan maar eens mee!"
De man volgde me naar het school
lokaal, waar ik in een glazen kast en
kele opgezette vogels had staan. Le
vendig belangstellend in deze materie,
liet hij zijn ogen langs het glas gaan.
Opeens: „Dae staet 'n!Dae staet
'n!Daer!Daer!Dat is
'n!'k noe geliek of nie
„Neen man, gelijk heb je niet!....
Dat is geen sperwer, maar de toren
valk! Een sperwer nestelt ook niet
in een kopboom!"
„Ttttorenvalk
De man stond perplex. Zijn opstan
digheid, zijn zelfverzekerdheid zakte
in. En gedwee murmelde hij: „Ja, as
u dat zeit, mö 'k 't wè gloaveIk
kan tegen die geleerd-eid nie op
ik bin mar 'n lompen boerMar ik
'n toch oaltied voor 'n sperwer
anëzie-ïe
„Ja, dat begreep ik al dadelijk.
Maar troost je, je bent een van de ve
len, die hierin dwalen. Een jachtop
ziener had 'n nest van een slechtvalk
voor me. Een slechtvalk! Stel je voor!
Hij had zeker de naam ergens gele
zen! 't Bleek natuurlijk de torenvalk
te zijn. De sperwer is donkerbruin
op de bovenzijde; dc onderzijde is
dwarsgeband, terwijl de vlekken en
strepen daar in overlangse richting
lopen. En dan de opvallend roestrode
kleur op de wieken! En het „bidden",
zoals men dat noemt. Dat doet geen
sperwer; die achtervolgt z'n prooi met
duizeliógwekkende snelheid. De to
renvalk is 'n grondjager; zijn hoofd-
voedsél bestaat uit muizen. En, wat
fotograferen betreft, die boerenwagen
komedie is toch niet zo eenvoudig,
als je denkt. En dan, ik heb al een
serie opnamen van de torenvalk, zo
dat ik die van jou liever met rust
laatBeloof me, dat je de jongen
zult laten uitvliegen en een oogje op
het nest houdt.
Met honderd bij kris en bij kras be
loften. hobbelde de-man-die-'t-wist op
zijn rammelend vehikel het tuinpad
af.
Noordgouwe J. V.
Afbee'ding H.M. de Koningin in
wassenbeelden-kabinet.
Binnenenkort zal in het wassen
beeldenkabinet van madame Tussaud
in Londen een afbeelding van Ko
ningin Juliana geplaatst worden. Ber
nard Tussaud, een afstammeling van
de stichter, is met een van zijn assis
tenten door de Koningin ontvangen,
bij welke gelegenheid 30 foto's van de
Koningin zijn gemaakt, o.a. foto's in
kleuren.
Van Prinses Wilhelmina bevindt
zich reeds een afbeelding in het kabi
net.
Veel van wat ge in
Europa over Amerikanen
hoort is niet waar. Maar
dat de Amerikanen nogal
eens „opscheppers" zijn
is wel waar. De zucht
naar het record en naar
de overtreffende trap
krijgt de Amerikaan bij
zijn geboorte mee. Hij
heeft grote eerbied voor
de mooiste, de grootste,
de duurste en voor alle
ste's die achter alle bij-
voegelijke naamwoorden
geplaatst kunnen wor
den. Die eerbied ont
aardt dan nog al eens in
jokkebrokkerijen, waar
ge u in het begin blauw
aan ergert. Maar op den
duur wordt dat blauw
lief lichtblauw en later
onschuldig wit. Het wit
der aanvaarding en dei-
gewoonte.
Zo is er veel dat door
de gewoonte zijn kleur
en zijn smaak verliest.
En wanneer nu een me
neer in San Francisco
zegt dat zijn baai de
grootste baai van de we
reld is, dan schenk ik
hem de serene verbazing,
waarmee hij gelukkig is.
Wanneer hij zegt dat zijn
stad de schoonste van de
wereld is, zeg ik als een
beleefde gast: „sure, San
Francisco is de mooiste
stad van de wereld" en
dan gaan mijn glimla
chende gedachten naar
Amsterdam, naar Middel
burg, naar Rome, naar
Stockholm. Ik blijf be
leefd verbaasd als hij
brallend van trots, ver
klaart: „de grootste mo
len ter wereld", of als hij,
wanneer we over de Mar-
ketstrect wandelen, heel
hard uitroept: „nou lo
pen we door de drukste
straat op aard".
Ach ja, ik ben er aan
gewend. De taaie Ameri
kaanse biefstuk is de
sappigste biefstuk van
beide halfronden en de
kalkoen, waar alle Ame
rikanen hun hoogste cu
linaire genoegen in vin
den, en die meer naar
bordpapier smaakt dan de
magerste Hollandse kip,...
zeker, 'tuurlijk, Okay
John.... die kalkoen is de
heerlijkste, geurigste, lek
kerste vogel in alle we
relddelen.... En zo is het
ook met Californië. Niet
waar, alle San Francis
canen zeggen het: „nee.
hier hebt u nooit een
winterjas nodig". Maar
intussen ben ik heel blij
dat ik m'n oude dikke
Hollandse jas niet heb
weggedaan. Ik kan hem
op zo'n koude Januari
avond best velen. En u
denkt allemaal: Califor
nië, da's eeuwige zon uit
een eeuwig-blauwe lucht!
dat is een paradijs waar
de heerlijkste vruchten,
de sappigste, geurigste
sinaasappelen en manda
rijnen aan de bomen han
gen, wiegelend op de zoe
te zephyr.
Ja, kijkt u eens tot 20
Dec. dacht ik dat óók
van die zon en die blau
we lucht. Maar toen is
het regenseizoen begon
nen en ik schrijf dit de
20ste Januari. Het heeft
die hele maand vrijwel
voortdurend geregend uit
een loodgrijze hemel en
het Is kil en vochtig, en
de palmen, die er op een
plaatje zo warm en zo
DOOR Mr. E. ELIAS
tropisch uitzien, staan nu
naargeestig te druipen.
En die heerlijkste, sap
pigste vruchtenNee.
ziet u eensdat is óók
niet helemaal waar. De
sinaasappelen zien er
prachtig goudgeel uit, de
mandarijntjes, dieporanje
met fel groene blaadjes,
zijn een schilderijtje, de
appels zijn groot en dik
en rood en glimmen en
glanzen als de wangen
van mijn Hollandse buur
meisje vroeger; en de
aardbeien zijn zó groot;
Valt een
beetje tegen
naar zo'n knapperig bel-
lefleurtje, de peren
als u niet heel goed op-
past dan koopt u ze erg J
melig.
De radijsjes zijn een tik-
keltje voos als ik 't zo j
zeggen mag en geeft
u mij maar de geurige
aardbeien van Beverwijk
en Breda, de kersen van
de Betuwe, de asperges
van Bergen-op-Zoom en
LoosduinenX
U moogt het niet ver-
der vertellen maar in
dit vruchtenparadijs eten
de meeste mensen inge-
blikte vruchten. En in
dit groentenparadijs eten
we asperges en erwtjes
en bonen uit blik, want
die zijn onder ons- X
veel lekkerder dan de
en de peren zien er zo
prachtig uit en al die
overdadige vruchten kos
ten haast niets. Maar
moeder natuur heeft zich
uitgeleefd aan het uiter
lijk der dingen en voor
het binnenwerk heeft zij
geen kracht en geen in
spiratie meer gehad. De
mandarijnen en de si
naasappelen zijn wel
eens droog. De appelen
zijn een beetje te zacht
om niet te verlangen
naar een goudreinet of
verse.
Wanneer u mij belooft
er niet over te zullen
spreken, dan wil ik u
ook wel vertellen dat
Californië voor het groot
ste gedeelte eigenlijk
geen paradijs is, maar
eerlijk gezegd een woes
tijn met hier en daar
grote vruchtbaar ge
maakte stukken.
Ik heb hier het mooiste
strand van de wereld be
zocht en een Scheve-
ninger of een Katwijker
zou me uitlachen. En in
de steilste, rotsachtigste
kust van de wereld zou
ik geloven als ik niet op
de kust van Normandië
had gestaan.
Waarmee ik heel be
scheiden en zach-fluiste-
rend zeggen wil dat 't
niet allemaal helemaal-
precies waar is, wat ze
van Californië zeggen.
Maar dat er heel veel
moois ook is, dat verze
ker ik u. Ik heb de zoge
naamde Missiontrail. een
lange autotocht langs
oude kloosters uit de
Spaanse tijd, voor een
groot deel afgereden. En
dat is heel mooi en bij
zonder interessant.
Bij een klimaat als het onze, is het onmogelijk de kleding naar de ka
lender te richten. Momenteel moesten -wij al lang onze winter-garderobe
op non-actief hebben gesteld, en in licht fleurig zomergoed zijn gestoken.
Daarentegen noopt het slechte weer ons, regenmantels en vesten te dragen.
De vrouwen die een bontmantel rijk zijn, vinden deze nog maar een wat
geriefelijke dracht. In Engeland is het niet beter met het weer gesteld dan
hier en daardoor kon het voorkomen, dat op de laatste shows behalve zo-
merjaponnen, ook veel bont werd getoond. Maar weer of geen weer, de
vrouw, die „uit" gaat', trekt haar cocktail-japon aan. De foto links boven
toont een cocktail-japon van groen satijn met goudmotief. Om de strakke
rok valt een losse rok, die van voren open is. Ruiten blijven nog steeds
troef in het modebeeld. De zwait met rose geruite jurk (rechts boven) is
een zeer geschikte wandeljapon. De zwarte ceintuur, waarvan de uiteinden
rechts en links schuin naar beneden vallen, geeft aan dit eenvoudige ja
ponnetje een apart cachet. Zeventien jaar is een moeilijke leeftijd; te
groot voor servet en te klein voor tafellaken. Een grote strohoed, die achter
op het hoofd wordt gedragen (midden boven) is zeer flatteus voor de bak
vis. Als zij naar een tuinfeest gaat, kan zij van een bont-pellerine (vooral
geen zware bontcape!) over de avondjurk veel plezier hebben. Zelfs aan
de peuters wordt op de shows gedacht. Vier miniatuur mannequins stapten
de zaal door in bontmantels van hetzelfde maaksel maar van verschillende
bontsoortsn. Vele moeders bedachten, dat zij uit haar oude bontmantel best
zo'n jasje voor haar dochtertje konden laten maken. De mutsjes van de klei
ne mannequins maakten echter een overdadige indruk en konden de meeste
moeders niet bekoren.