Twee mensen bouwen Coventry op
De stad waarop Göbbels het
meest gebeten was
Zeeuwse Almanak
MILLIOENEN KILOGRAMMEN
OP DE ZEEUWSE WEGEN
GENERAAL VON SP0NECK ZOU
DEN HAAG IN EEN DAG NEMEN
DOKTERS-ASSISTENTE
DONDERDAG 9 JUNI 1949
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
3
Volledige schadevergoeding in Engeland.
(Vaa onze reizende redacteur).
COVENTRY, Juni. Twee mensen hebben hun leven gewijd aan
de herbouw van Enge Lands zwaarst getroffen stad: Coventry. De één,
delcen R. T. Howard, beperkt zich in alle bescheidenheid tot één ge
bouw, de ander, stadsarchitect D. E. E. Gibson, neemt de rest voor
zUn rekening. Een sterkere tegenstelling dan tussen deze twee zou
moeilijk te vinden z\jn, Niettemin staan zjj elkaar en eikaars werk
niet in de weg. Integendeel, als beide hun doel bereikt hebben
tegen de t\jd, dat zjj stok-oude grijsaards zijn! zal de oude stad
Coventry een nieuw hart hebben gekregen, ja zal er een geheel an
dere stad zijn ontstaan, een vooraanstaande plaats waardig onder
de roemrijke Britse steden.
Joseph Goebbela heeft ons op 15
November 1940 willen wijs maken,
dat Coventry de avond tevoren van
de aardbodem was verdwenen. Se
dertdien gebruikten hij en zijn me
dewerkers het werkwoord „coven-
triëren". Ik weet nu, dat hij ons
meer heeft getracht ite suggereren
dan er in werkelijkheid gebeurd is.
Coventry is die nacht en ook later
Seenszins van de aardbodem ver
wenen. Verwoest is de stadskern,
groot 1200 maai 800 meter, een op
pervlakte van 96 hectares, d.i. 25
pet. van de verwoeste oppervlakte
va.n Rotterdam. Alles rondom staat
er nog zoals het or toen stond met
inbegrip van de fabrieken, die toen
vliegtuigen maakten en nu perso
nenauto s en landbouwtractoren.
Te midden van de verwoeste
vlakte, waaruit het puin is wegge
ruimd, staat het droeve skelet van
hetgeen eens een eerbiedwaardige
ca.thedraal was, gebouwd omstreeks
hel jaar 1100. De streek was ge
kerstend door St. Augustinus en
St. Aidau in de zesde en de ze
vende eeuw. Nog staan de ven
sterloze muren overeind, maar er is
geen dak meer. En waar eens de
gewijde ruimte was, waarin
eeuwenlang de gelovigen bijeenkwa
men voor het gebed, ligt nu een
kortgeschoren grasveld met inezei-
paden.
TWEE STENEN
Zo zal het nog wel jaren blijven,
zegt deken Howard, als hij het
groepje Nederlandse journalisten
rondleidt, dat hier een bezoek
brengt. Hij zegt het zonder zuch
ten, want hij is gewend in eeuwen
te denken in plaats van in jaren
en hij weet, dat op de plaats van
de ruïne eens weer een bedehuis
zal staan. Dan toont hn ons het
altaar, dat dg oude Schotse metse-
Van Coventry's vermaarde rathcdraal is-
alleen de toren intact gebleven. De mu
ren staan eveneehs nog overeind, maar
zijn zo bouwvallig, dat zij gesloopt moe
ten worden. Er is een wedstrijd voor het
ontwerpen van een nieuwe cathedraal
uitgeschreven, waaraan alle architecten
ter wereld kunnen deelnemen.
LOEKIE
Dat postduiven de weg naar hun til
terugvinden, waar zij zich ook bevin
den, over een afstand van honderden
kilometers, het is bekend en niemand
verwondert zich erover, al blijft het
wonderbaarlijk.
En dat honden de. weg vinden, we
vinden het knap werk, maar verbazen
ons er niet over. Want, zeggen we,
een hond heeft nu eenmaal een goede
neus.
Maar als een poes tot zulk een
prestatie komt, ja, dan staan we toch
even versteld.
De heer Schout uit Melislcerke nam
Zaterdag jl. de poes van zijn zoon mee
van Vlissingen naar zijn huis. Laat
in de nacht hoorde de familie Schout
te Vlissingen (Ravesteinplein) echter
klagelijk miauwen. En wie schetst
hun verbazing, toen Loekie voor de
deur bleek te staan! De kat was van
Meliskerke naar. Vlissingen terugge
wandeld, in het holst van dc nacht
Bravo, Loekie!
laar J. Forbes uit puinbrokken
heeft samengesteld 'en dat nu in
de openlucht staat met daarboven
een groot kruis van geblakerd hout
uit de gewelven en een kleiner uit
lange (verzilvei"de) spijkers, even
eens uit de ruïne opgedolven. Zij
verzinnebeelden het Lijden en het
Licht. Vervolgens leidt hy ons
naar de kleine onderaardse kapel
uit 1320, waar de Middeleeuwse
bisschopsstoel staat naast het altaar
en naar een tweede, die toebehoort
„aan alle Christenen van alle na
ties." Daar ligt de Steen der Ver
giffenis, die Coventry aanvaardde
van de Evangelische Kirche te Kiel
als zinnebeeldige bijdrage tot de
wederopbouw. En de steen der
Eenhetd-in-het-Geloof, afkomstig
uit de voorgevel van een door de
Japanners verwoeste kerk te Kwei-
Lin in China. De.ken Howard is
tevreden met die twee stenen, nu,
na negen jaar
Stadsarchitect Gibson geeft niets
om zinnebeeldige stenen. Hij heeft
echte nodig en dan bij millioenen
tegelijk, want op zijn programma
staat de bouw van 4500 woningen
per jaar. Hij heeft er reeds 60.000
die beschadigd waren, hersteld,
maar van de 4000 totaal verwoeste
is er nog vrijwel geen enkele her
bouwd. En van net inhalen van
achterstand is natuurlijk nog hele-
mael geen sprake. Hij beklaagt
zich over het veel te kra,p toeken
nen van bouwmaterialen, vooral
ijzer en staal, die naar de export
nijverheid gaan. „Hoe beter de han
del gaaf', zegt hij, ..hoe slechter
de oppbouw. En dan te weten, da.t
er 10.800 woningzoekende gezinnen
op mijn wachtlijst staan
BETERE SCHADE
REGELING
De financiering van de herbouw
blijkt in Engeland beter te zijn
dan bü ons. Dank zij een raolest-
verzekering, waaraan elke Engels
man sedert 1939 heeft moeten bij
dragen, zijn er voldoende fondsen
om elke schade volledig te vergoe
den. Maar de ogenblikkelijke maat
regelen zijn minder vèr-strekkend:
er bestaat geen gedwongen Inwo
ning.
Daar de grote verkeersweg van
Londen naar Birmingham dwars
door Coventry loopt, heeft de heer
Gibson de gelegenheid aangegre
pen om het verkeer aanzienlijk te
verbeteren. Zo is er langs de rand
van de verwoesting een ringweg
voor het doorgaande verkeer in de
maak. die een rustige binnenstad
zal waarborgen. Deze wordt on
derverdeeld in een winkel-centrum,
een bestuurscentrum en een cultu-
reeloentrum. Het eerste za.1 uit 'n
stratencomplex bestaan, waarin elk
rijverkeer verboden zal zijn; er ko
men alleen trottoirs en bloemper
ken. Een stoutmoedig denkbeeld,
dat alle hulde verdient.
Met voldoening vertelt de heer
Gibson nog, dat hij nu eindelijk op
dreef kan komen dank zij een ge
schenk uitNederland! Toen een
comité hier te lande de stad een
zending bloembollen, struiken en
jonge nomen aanbood, wist het ge
meentebestuur er geen raad mee,
daar het bouwplan niet was goed
gekeurd. Gewapend met de Neder
landse brief toog de heer Gibson
naar Londen, werkte er alle bu
reaux af en kreeg gedaan, dat zijn
plan werd goedgekeurd, opdat het
zaai- en pootgoed te juister plaat
se in de grond kon worden ge
bracht. Maar tevens kon hij toen
de opbouw ter hand nemen. En
daar is hjj dan nu mee doende.
(Nadruk verboden).
Minister van Maarseveen
naar Brussel.
De minister van Binnenlandse Za
ken is voornemens zich Dinsdag 14
Juni a.s., vergezeld door enige zijner
naaste medewerkers, naar Brussel te
begeven, om met zijn Belgische ambt
genoot enige aangelegenheden te be
spreken.
De Zweedse vakverenigingsraad
heeft gestemd voor de uittreding uit het
wereldvakverbond.
Stadsarchitect B. E. E. Gibson, die het plan voor de herbouw van
de volkomen verwoeste binnenstad van Coventry heeft gemaakt, acht
het t© enenmale onmogelijk het oorspronkelijke karakter, gekenmerkt
door gezellige smalle straatjes met vele oud.e gevels, te herstellen of
ook maar te benaderen. Hjj doet er dan ook geen poging toe en heeft
bljjkens de hier afgebeelde maquette een volkomen moderne
stadskern ontworpen, waarvan de bouw echter nauwelijks begonnen
is. Over 15 jaar evenwel, zo hoopt hjj, zal het plan geheel verwezen
lijkt z\jn.
De jaarverslagen over 1948 van „Wegtransport".
Particuliere
Autobevrachtingsdiensten.
Men herinnert zich nog het beeld
uit de oorlogsjaren: de vrachtauto's
met grote rokende en viesruikende
gasgeneratoren, die de plaats van de
benzinetanks hadden ingenomen. Zak
ken met houtblokken of met anthra-
ciet vormden toen de brandstof,
want de benzine had noodgedwongen
afgedaan. Men zag deze vrachtauto's
met generatoren dikwijls geparkeerd
voor een gebouw, waarop een groot
bord prijkte: Auto Bevrachtings-
dienst. Deze dienst was een afdeling
van de Rijksverkeersinspectie, die
het vervoer op de weg regelde. Toen
de generatoren gingen verdwijnen,
de benzine minder schaars .werd en
er meer auto's kwamen, waren ook
de dagen van de bevrachtingsdienst
geteld. Het was nu immers niet meer
nodig voor de overheid om op dit
gebied regelend op te tredeu.
NIEUWE ONDERNEMING.
Tal van vervoerders waren echter
niet ten onrechte bevreesd voor
een terugkeer naat de toestanden
van vóór Mei 1940 en daarom sticht
ten zij een particuliere Auto Be
vrachtingsdienst. Zo ontstonden de
Coöperatieve Vervoersondernemin
gen en Wegtransport. Bij deze onder
nemingen zijn vrijwel alle particulie
re vrachtvervoerders aangesloten.
Uit de jaarverslagen van de Zeeuw
se ondernemingen blijkt, dat door de
particuliere vervoerders in 1948 bij
zonder veel werd vervoerd. De Her
verkaveling van Walcheren b.v.
bracht veel transport met zich mede.
Voorts was er hier het bieten- en
haringvervo.r. In het afgelopen jaar
werden meer dan 18 millioen kg.
bieten vervoerd, de melkrijders op
Walcheren reden 10 millioen kg.
melk van de boer naar de fabriek,
voor wegen-aanleg op Walcheren
werd 25.000 m3 puin verladen. Ver
der reed wegtransport ruim 4 milli
oen kg. gips voor geïnundeerde land
bouwgronden, met bijna 1 millioen
kunstmest voor de Walcherse boe
ren en met ruim 12 millioen stenen
voor de her- en nieuwbouw op Wal
cheren.
Niet alleen op dit eiland echter or
ganiseerde Wegtransport een deel van
het vervoer. Ook in andere delen
van Zeeland werd heel wat ..ver
sjouwd". Het Wegtransport op Schou-
wen-Duiveland, dat over 26 wagens
beschikte met een laadvermogen van
1307 ton, verwerkte in 1948 binnen
veertien dagen de suikerbieten in sa
menwerking met wegtransport-onder
nemingen van buiten Schouwen.
Daarnaast had men hier het massale
vervoer van de uien naar de havens
en naar het station te Bergen op
Zoom. In totaal werd in 1948 90.064
ton vracht vervoerd, waarvoor
262.737 km. geladen en 167.704 km. on
geladen moest worden afgelegd.
BEVELAND.
Het aantal afgelegde km., dat door
de Bevelandse vervoerders (79 met
90 vrachtwagens) werd afgelegd, be
droeg 1.1.70.000, de hoeveelheid ver
voerde goederen in tonnen ongeveer
702.000. In West Zeeuwsch Vlaande
ren was het aantal vervoerde tonnen
179.707. waarvoor in totaal 763.046
km. werd afgelegd, d.w.z. 38.994
ritten met lading.
De bij het kantoor te Terneuzen
aangesloten ondernemingen (34) ver
voerden in 1948 14.682 ton, waarvoor
678.257 km. geladen en 564.682 km.
ongeladen werd afgelegd. De 23 ver
voerders van het kantoor Hulst re
den in 1948 met 57.443 ton. Afgelegd
werd 340.277 km. geladen en 196.842 J
km. ongeladen.
Maar nog voor het zover was, werd zijn toestel reeds
neergeschoten.
Bjj de voorbereiding van de verhoren trok een passage in het. door de
minister van buitenlandse zaken, mr, E. N, van Kleffens, In Londen ver
vaardigde „overzicht van de gebeurtenissen tijdens de oorlogsdagen van
1014 Mei 1940" de aandacht van de Parlementaire Enquête.commissie.
De heer van Kleffens maakte daarin melding van hef In de vroege och
tenduren van Vrijdag 10 Mei 1940 neerschieten van een Duits vliegtuig,
waarin zich genet*ial von Sponcck bevond, die gedood werd. Zjjn in
structies, zo zegt de heer van Kleffens, werden op hem gevonden. Deze
bewezen, dat. de generaal orders had om Den Haag op de eerste dag van
de invasie te veroveren.
Wanneer de Hollanders zich overgaven, moest hij hen behandelen zoals
de Dpnen een maand te voren behandeld waren. In dat. geval moesten
zorgvuldige voorzieningen worden getroffen voor hot plaatsen van een
erewacht voor het Koninklijk Palels. Indien de Hollanders echter volhard
den. in de verdediging van hun land, moesten de Koningin en haar minis
ters zo spoedig mogelijk per transportvliegtuig naar Berlijn worden ge
bracht, waar zij, zoals bepJSald was, behandeld zouden worden in overeen
stemming met hun weigering om zich over te geven.
Deze plannen werden verijdeld. Op
het uur. dat volgens de Duitse bere
kening 'Den Haag moest vallen, lag
generaal von Sponock dood.
Als pikante bijzonderheid vermeldt
de heer van Kleffens nog. dat het
paard, waarop deze generaal van
plan was geweest zijn triomfantelijke
intocht in Den Haag te doen plaats
vinden, het lot van zijn meester had
gedeeld. Zelfs de parade-uniformen
waren voor deze gelegenheid al vast
meegenomen.
Tndien deze weergave van de feiten
in overeenstemming zou zyn met de
werkelijkheid, zou aangenomen moe
ten worden, dat het algemeen hoofd
kwartier reeds op de morgen van de
eerste oorlogsdag authentieke bewijs
stukken in handen had gekregen van
de doelstellingen, welke de Duitsers
nastreefden met betrekking tot de
Nederlandse regering.
De elkaar nogal tegensprekende
verklaringen ten aanzien van het fei
telijk verloop van zaken met betrek
king tot de „Sponeck-doeumenten"
hebben niet tot net resultaat geleid,
dat de commissie aanvankelijk ge
hoopt had te verkrijgen.
BEKEND OP HET
HOOFDKWARTIER.
Naar het oordeel van de commissie
moet wel aangenomen worden, dat
zowel op de ochtend van de. 10e Mei
als in de loop van de 12de Mei be
langrijke Duitse stukken, betrekking
hebbende op het aanvalsplan op Den
Haag, op net algemeen hoofdkwar
tier zijn binnengekomen Wat de in
houd dezer stukken betreft, komen
de verklaringen van de officieren, die
daarmede te maken hebben gehad,
doorgaans niet verder dan dat op de
daarb\j gevonden kaarten aanwijzin
gen te vinden waren over de plaats
van de koninklijke paleizen, de be
langrijkste regeringsgebouwen en het
J'
Kappie en de Chinese
mandarijn.
Dat was een eigenaardig ge
val met die klok. Even een
draai aan de wyzer en je was
terug in de middeleeuwen,
weer een draai en je zat mid
den tussen woeste Romeinen.
Geen wonder, dat Kappie dat
gekke ding met een hamer aan
stukken sloeg;, hij hield niet
van die rare dingen, vooral niet
wanneer de Maat zoiets In zijn
vingers kreeg
Tijd om van de schrik te be
komen. kry'gt onze Kappie
echter niet. Hij ligt op het
ogenblik in een Chinese haven,
waar hij bloemkool heeft, ge
bracht. Hij ligt nu te wach
tente wachtentot
datdat kunt u mor
gen lezen in ons nieuwe ver
haal „Kappie en de Chinese
mandarijn".
algemeen hoofdkwartier.
Wat betreft het verdere lot van de
Sponeck-doeumenten staat voor de
commissie slechts één ding vast, n|.
dat deze tenslotte waarschijnlijk via
het Amerikaanse gezantschap in de
Ver. Staten zijn terechtgekomen.
De commissie meent als haar con
clusie te kunnen uitspreken, dat de
zg. Sponeck-doeumenten in de Mei
dagen waarschijnlijk in dp Neder
landse sfeer niet verder gekomen ztjn
dan het algemeen hoofdkwartier én
toen dus niet aan de ministerraad
bekend zyn geweest.
In de loop van dg maand Mei heeft
de werkloosheid in Amerika zich uitge
breid. Het aantal werklozen Is met
273.000 vremeerderd, waarmede het na
oorlogse recordcijfer van 3.289.000 is be
reikt.
Het Wereldgebeuren.
FEUILLETON
20
Bestonden er werkelijk zulke geme
ne kerels? Janice kon het haast niet
geloven. Nog steeds vond ze dat ze
naar de politie moesten gaan. Dit was
een te grote onderneming om alleen
te kunnen opknappen.
„Waarom wil hij jou een hak zet
ten?" vroeg ze.
..Omdat ik niet meer van. hem
houd net alsof dat opzet was. En
omdat ik de kost verdiende, terwijl
hij dat niet kon of wilde. En omdat
ik van mijn kind hield". Eindelijk
vulden tranen de ogen van mevrouw
Mc. Rae, tranen, die misschien wat
verlichting zouden brengen, toen ze
met moeite het woord „kind" uit
bracht.
„Toe maar, huil maar eens", zei Ja
nice. Over de tafel heen greep ze de
hand van het meisje en drukte die
snel even.
„Ik wist wel dat jij me zou helpen",
zei Eileen, terwijl ze haar tranen de
vrije .loop liet en langs haar wangen
liet rollen.
„Ik zal doen wat ik kan", beloofde
Janice. Ze deed haar tasje open. nam
er een schone zakdoek uit en gaf die
aan het andere meisje.
„Maar ik zal hulp nodig hebben,
Eileen. Een man zou het beste zijn.
Misschien zou dokter Holbrook...."
..O, neen!" protesteerde Eileen, „dat
is de reden waarom Dell niet naar de
wachtkamer wilde komen en waarom
ik niet buiten het gebouw op je
wachtte. Laat de dokter het alsje
blieft niet te weten komen. Ik zou on
mogelijk iedere dag aan mijn werk
kunnen gaan als hij er van wist."
.Dat begrijp ik", zei Janice. Zij
vond ook, dat het om verschillende
door
ADELAIDE HUMPHRIES
redenen beter was, dat Eric er niets
van wist. Janice was tot de ontdek
king gekomen, dat het niet verstan
dig was om tijdens de werk-uren iets
met de dokter te bespreken, dat niet
beslist zakelijk was. Het werd al
moeilijk genoeg de rol van dokter en
assistente te handhaven. Natuurlijk
was er nog een andere man, die Ja
nice om raad kon vragen. Ze had
Ben niet meer gezien sedert die avond
waarop ze Albie had gevraagd haar
plaats in te nemen. Hij was sindsdien
niet meer bij de Hilary's geweest.
Maar deze moeilijkheden van Eileen
waren van meer belang dan gekwetste
trots of wat dan ook. Alles moest nu
opzij worden gezet, terwille van Ei-
leen Mc. Rae.
„Ik ken juist de geschikte man", zei
Janice, terwijl ze opstond. „Wacht
hier maar, Eileen. Of waarom ga je
niet even naar het toilet om je ogen
te betten én je neus te poederen?"
Actie was altijd beter dan nutteloze
discussie, dat wist ze. Ze wist ook dat
ze op Ben kon rekenen.
Ze hoopte, dat ze hem te pakken
zou kunnen krijgen voordat hij zijn
kantoor verliet. Ze voelde al een ge
weldige opluchting toen ze zijn num
mer draaide. Want Janice wist dat
als iemand zou kunnen helpen, het
Ben zou zijn.
HOOFDSTUK VII
Toen hij Janice's stem door de tele
foon hoorde dacht Ben: „ze belt me
op om te zien of ik boos ben en te
horen, waarom ik niet meer geweest
ben sinds ze me in de steek liet en
haar kleine zusje voor zich het in
vallen'. Maar hij wist, dat dat maar
een vrome' wens was. Hij kende Ja
nice wel beter. Ze moest een gegron
de reden hebben om hem op te bel
len op zijn kantoor.
En die had ze dan ook. Pas nadat
ze hem verteld had, dat een vriendin
van haar, een meisje met wie ze
werkte, in moeilijkheden verkeerde
en dat ze graag had. dat Ben hen in
de tearoom ontmoette, zei ze: „Je
bent toch niet boos op me. is het wel
Bengy?" Ze deed haar stem buitenge
woon warm klinken, zoals alleen Ja
nice dat kon. Die diepe, oprechte
warmte maakte, dat men direct partij
voor haar koos. Maar hij was niet van
plan zich zo maaP gewonnen te ge
ven.
„Ik vond het niet leuk", zei hij.
..Ik zal proberen het je uit te leg
gen". begon ze. Maar hij coupeerde
dat door te zeggen: „doe geen moeite!
Daar is het hu wel wat laat voor".
Hij wist, dat dat grof klonk, maar hij
was er niet rouwig om. Hij was ern
stig aan het denken gegaan sinds de
avond dat ze hem in de steek had ge
laten. Het was niet zozeer het feit
dat zijn ijdelheid was gekwetst, als
wel dat hij besefte, dat hij eigenlijk
een sukkel was. Iedere kerel die in
vlam stond voor een meisje en dat
vuurtje brandende had gehouden,
dwars door de hitte en de verschrik
king van de oorlog heen en het weer
mee naar huis had genomen om het
aan haar voeten te leggen met als
enig resultaat onverschilligheid harer
zijds, was een sukkel.
„Dat hoop ik niet", antwoordde ze.
„Maar kom nu gauw hier. Bengy.
dan ben je een beste. Dit is werke
lijk belangrijk".
Waarmee ze had opgehangen; en
hij had gehoorzaam gevolg gegeven
aan haar verzoek. Hij was niet van
plan om de sukkel te blijven uithan
gen, om gunsten te bedelen of als een
hondje haar hielen tp likken en ieder
bevel op te volgen; maar er was iets
dringends in Janice's stem geweest.
Het moest wel iets belangrijks zijn,
constateerde hij humorloos, wanneer
Janice zich tot hem wendde om hulp.
Ze was zo'n zelfstandige dame gewor
den gedurende de tijd, dat hij een
oorlog had helpen winnen, dat het
wel dringend moest zijn. voordat zij
een S.O.S. zou uitzenden.
En dat bleek dan ook wel het ge
val. Ben was een lam als het kinderen
betrof en bovendien moest iedere man
toch wel in zijn hart zijn getroffen
bij het zien van die arme moeder. Ze
zag er geslagen en wanhopig uit.
Hij vertelde mevrouw Mc Rae, dat
hy niets kon beloven, maar zijn best
zou doen. „Ik heb een vriend", zei
Ben, „hij werkt bij de krant en hij is
geweldig. Hij heeft een gave om in
alle hoekjes en gaatjes te snuffelen.
En ik beloof u, mevrouw Mc Rae, dat
hij er zijn mond over zal houden. Hij
is het soort kerel, waar je op kunt
rekenen".
Eileen Mc Rae scheen genoeg te
hebben aan Ben's woorden. Misschien
was het zijn gezicht. Alleen door naar
hem te kijken wist je al, dat Ben
open kaart speelde met iedereen. Er
was niet geniepigs in hem.
„Prachtig", zei Eileen, „dank u wel".
De hoop was nog niet in haar ogen
weergekeerd, maar ze kon tenminste
haar hoofd weer oprichten.
„Bedankt u me nog niet", zei Ben
ernstig.
„Zo iemand Edna-Mae kan vinden
dan is het Ben", zei Janice. „Het kan
best een tijdje duren, maar ik wist wel
dat jij zou weten, hoe je het moest
aanpakken". Ze dankte hem ook met
haar ogen.
Dat is het nu juist, dacht hij. ze
weet niet wat ze een man aandoet
door zo naar hem te kijken. Juist
het feit dat ze het niet wist. deed het
Maar haar dankbetuiging wilde
hij ook niet aanvaarden, alvorens hem
te hebben terdiend. Hij was er ech
ter blij om en voelde zich een beet
je in zijn eer hersteld, doordat Jani
ce en dat Ierse meisje vertrouwen in
hem topnden. Toch was hij niet van
plan weer een sukkel te gaan worden
en zich te laten vermurwen.
(Wordt vervolgd).
Niet louter
rozengeur
Maandag boden dc ambassadeurs
van 16 Europese landen tc Wash
ington ex-mlnister Marshall een
diner aan iter herdenking van d;ens
befaamde Harward-rede twee jaar
geleden, waarin de eerste stoot werd
gegeven tot het plan-Marshall. Zoals
te doen gebruikelijk is ontbrak het
tijdens het banket niet aan lofzan-
gen op de dollar-hulp en verheven
woorden, gewyd aan vooruitgang en
beschaving. Bij een wijnovergoten
dis past politieke rozengeur en eco
nomische maneschijn de moeilijk
heden en geschillen komen hij ande
re gelegenheden ter sprake. De moei
lijkheden-zijn de laatste tijd groeien
de al wordt er zo weinig mogelijk
ruchtbaarheid aan gegeven. In eerste
instantie heeft ongetwijfeld dc dol
larhulp er in buitengewone mate toe
bijgedragen de economie in Europa
opgang te houden en op peil te
brengen. In dat opzicht zyn alle
mooie woorden gerechtvaardigd. In
tweede instantie echter is ér veel
ruimte voor teleurstelling. Alle illu
sies ten spijt is Westeuropa allesbe
halve een economisch geheel gewor
den. Elk Marshall-land heeft zyn
eigen herstel-plan en zyn eigen po
litiek om dc betalingsbalans in even
wicht te brengen. Het eigenbelang
van elk afzonderlijk Marshall-land
gaat no^ steeds boven dat van de
Marshall-landen gezamenlijk en het
;evolg daarvan is een stroef en on-
levreaigend verloop van het han
dels- en betalingsverkeer tussen de
Marshall-landen onderling. Er Is zelfs
binnen afzienbare tijd een strijd om
afzetmarkten in zicht die tot geduch
te concurrentie zal leiden, waarbij
de zwakkeren 't loodje moeten leg
gen Vooral de tegenstelling tussen
Engeland en enkele continentale
landen is sterk. Dat is weer tot
uiting gekomen op de jongste con
ferentie van de Organisatie voor
Europese Economische Samenwer
king. waar de denkbeelden van sir
Stafford Cripps en minister Spaak
in botsing kwamen. Spaak wil, ge
steund door de Ver. Staten, dat de
dollar het ruilmiddel- by uitstek
wordt in het Europese handelsver
keer.
Dat wordt bereikt indien de lenin
gen. welke de Europese landen elkaar
toezeggen voortaan omwisselbaar zul
len zijn in dollars. Engeland is daar
tegen uit vrees, dat het zijn export
niet op peil zou kunnen houden en 't
pond zou moeten devalueren. Het zal
niet gemakkelijk zijn een oplossing te
vinden voor dit meningsverschil. Een
nog ernstiger conflict is aan het rij
pen tussen de Amerikaanse financiers
van het plan Marshall met Harriman
als de grote man en de Europese Sta
ten gezamenlijk. Meer en meer wordt
Europa ertoe gedwongen goederen in
Amerika te kopen, die het elders zou
kunnen krijgen. Sommige grote in
dustrieën in Amerika trachten de ex
port van machinerieën naar Europa
te verminderen, daar deze ons onaf
hankelijk zouden kunnen maken van
hun producten. Zo pogen de oliemaat
schappijen de export te verhinderen
van olieraffinaderijen.
Senator Bland heeft verder een wets
ontwerp ingediend, waarbij vijftig
procent van alle goederen, gekocht
met dollars van 't plan Marshall ver
scheept moeten worden in Amerikaan
se schepen, zelfs wanneer deze goe
deren van de ene Europese haven
naar de andere haven moeten worden
vervoerd. Dit voorstel wordt door
Noorwegen als een zodanige bedrei
ging gevoeld voor de onontbeerlijke
scheepvaartindustrie, dat sommige No
ren reeds praten over uittreden uit
het plan Marshall. Bij een enorm en
kunstmatig project ais het Europese
hulpprogram zijn uiteraard wrijvingen
en belangen-tegenstellingen onvermij
delijk. Juist daarom is de voorstelling
van zaken in officiële redevoeringen
alsof alles boter bij de Marshall-boom
is, scheef. Dat is geenszins het geval,
nog gezwegen van de mogelijke ge
volgen ener nieuwe depressie in Ame»
rika. die door economen wordt vóór
speld.